26.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 338

In ‘Girls girls girls’ vertellen migrantenvrouwen over opgroeien in Nederland

0

Hoe is het om als migrantenmeisje op te groeien in Nederland? Daarover verscheen vijfentwintig jaar geleden de documentaireserie Girls Girls Girls. Regisseur Soulaima El Khaldi maakte dit jaar een vervolg. Daarin blikken dezelfde vrouwen – die nu begin vijftig zijn – terug.

Als tiener zag Soulaima El Khaldi (43) de oorspronkelijke documentaire Girls Girls Girls. Daarin vertelde een groep vrouwen van in de twintig, allemaal met een migratieachtergrond, over hun leven. De docu ging over de problemen die ze tegenkwamen en het voortdurende schipperen tussen de cultuur van thuis en die van de buitenwereld.

Thuis op de bank maakte deze serie grote indruk op El Khaldi, die zelf een Marokkaanse achtergrond heeft. ‘Vrouwen van kleur die de ruimte op tv kregen voor hun wereldbeeld, dat had ik nooit eerder gezien. Ze vertelden over hun opvoeding en de invloed daarvan op keuzes. Over ambities en relaties, de ervaringen op kantoor.’

Vijfentwintig jaar later maakte El Khaldi, inmiddels uitgegroeid tot een succesvolle tv-maker, een vervolg. Ze zocht vier van de vrouwen uit de originele serie op en vroeg hen om terug te kijken op hun leven. Hoe was het om volwassen te worden in Nederland?

In de nieuwe afleveringen interviewt El Khaldi voormalig PvdA-gemeenteraadslid Amma Asante, oud- advocaat Gülsen Alkan, theaterprogrammeur Marjorie Boston en voormalig politieagent Inge Verton. El Khaldi: ‘Veel wil ik er niet over verklappen, je moet zelf gaan kijken. Maar de diversiteit van deze vrouwen en de terugblik op hun leven, maken de serie uniek. Het geeft een mooi gelaagd beeld van wat je meemaakt als vrouw van kleur in Nederland.’

Waarom maakte de serie destijds zoveel indruk op je? Herkende jij jezelf in de vrouwen?

‘Ja, absoluut. Het was een verademing. Ze waren zo’n tien jaar ouder dan ik, in de jaren zeventig geboren en dus van een andere generatie, maar ik herkende zoveel. De micro-agressie vanuit de samenleving. Ik maakte het ook mee maar kon mijn vinger er niet op leggen. Toen ik ze erover hoorde vertellen, dacht ik: ‘Zie je wel, ik ben niet gek.’ Het is gewoon vervelend om de hele tijd te horen waar je echt vandaan komt en dat je zo goed Nederlands spreekt. En zij vonden het ook verwarrend. De verwachtingen van je ouders en die van de maatschappij en hoe in de media over je afkomst wordt gesproken. Alle dingen waar ik als meisje van kleur ook tegenaan liep, zaten in de documentaire.’

Wat zijn verwachtingen die ouders kunnen hebben?

‘In de Marokkaanse gemeenschap: dat je een man vindt en gaat trouwen. Of dat je een keurig meisje bent of succesvol wordt en het heel goed doet op school. Een verschil tussen wit en gekleurd Nederland is een migratieverhaal. De migratie die je familie heeft meegemaakt, kan zwaar op je schouders liggen. Je weet dat er opofferingen zijn geweest. Ouders of grootouders hebben een hele wereld achter zich gelaten voor een beter leven hier. Dat geldt voor vluchtelingen en gastarbeiders. En ook voor Antillianen en Surinamers, zij voelden zich wellicht meer verbonden met Nederland, maar zij zijn ook uit hun vertrouwde omgeving weggetrokken. Witte Nederlanders dragen deze last of tweede cultuur niet met zich mee.’

Stel, je voelt die last, wat betekent dat dan als meisje?

‘Een van de vrouwen die we opnieuw hebben opgezocht is Gülsen Alkan. Ze komt uit een traditioneel Turks gastarbeidersgezin. In de oude serie vertelde ze over de verwachtingen van haar ouders. Dus niet heel liberaal of vrijgevochten zijn, dat hoort niet bij een islamitisch meisje. Dat zijn verwachtingen waartegen je thuis moet vechten, maar ze wilde haar ouders ook niet teleurstellen en gaat schipperen. Tegelijkertijd vindt de buitenwereld dat je niet liberaal genoeg bent. Je kunt het niet goed doen, je verliest het altijd.’

‘Het is zonde om je energie te verspillen aan mensen die jou niet kunnen of willen begrijpen’

Heb jij dat zelf ook ervaren?

‘Op een andere manier. Ik kom uit een eenoudergezin, mijn moeder was al vroeg gescheiden. Dat was in de Marokkaanse gemeenschap toen nog helemaal niet gangbaar. We stonden daardoor een beetje buiten de gemeenschap. Maar ik kende die gespletenheid ook.

De Marokkaanse gemeenschap verwacht een keurig meisje dat niet te laat thuis is en, nog liever, thuis blijft. De Nederlandse maatschappij verwacht dat je precies doet wat jij wilt en niet te veel rekening houdt met je ouders. Want als je achttien bent, dan ben je volwassen. Dat is in veel andere gemeenschappen niet zo. Dan blijf je nog heel lang kind van je ouders en dan houd je rekening met hen. De wij-cultuur versus de ik-cultuur.’

Nu, een paar stappen verder in de tijd: wat vertellen die vrouwen nu, anno 2023?

‘Ze zijn nu allemaal rond de vijftig en hebben verschillende carrières doorlopen. Ze zijn geen vriendinnen van elkaar, maar trekken in grote lijnen dezelfde conclusie. Ze vinden dat ze te veel tijd hebben verspild aan het uitleggen aan de buitenwereld van hoe het zit in hun cultuur. Ze wilden begrip kweken en zochten toenadering, tot collega’s die vaak ook wit waren, soms zelfs tot de media.
Ze dachten: ‘Als ik mijn witte collega’s maar dit uitleg over moslims, of dat over zwarte mensen of zwarte piet, dan komt er vanzelf een moment dat ze mij begrijpen. Maar dat moment kwam nooit.’

Dat is een pessimistische uitkomst.

‘Dat is maar hoe je het bekijkt. Ik vond het een opluchting. Ze bedoelen niet dat ze geen antwoord meer willen geven op vragen over hun afkomst, maar ze verlangen niet meer naar acceptatie. Ze willen zich niet meer verdedigen. Dat biedt ruimte. Alle energie die je steekt in anderen overtuigen, die steek je dan niet in jezelf.’

Moesten ze ook binnen hun eigen gemeenschap overtuigen?

‘Ja sommigen wel. Maar het is een rekensom. Je leven is in Nederland, je zit op school en je werkt in Nederland, dat neemt een groot deel van je leven in beslag. Binnen je gemeenschap moet je soms ook overtuigen en keuzes uitleggen, maar die wereld is niet zo groot.’

Zijn ze verdrietig dat er nog steeds geen begrip is?

‘Nee, ze zijn ouder geworden en hun naïviteit kwijt. Ze hebben een fase gehad waarbij ze de wereld wilden verbeteren, maar daar zijn ze wel overheen. Dat is niet verdrietig, maar realistisch. Dat geeft heel veel ruimte aan de jongere generaties.

Het mooie van de serie is dat ook hun dochters meedoen, tieners en twintigers. Wij waren eenlingen, die het opnamen tegen de wereld. Maar door sociale media hebben ze platforms, en veel meer kennis over deze onderwerpen dan hun moeders hadden. Dat geeft ze moed, want ze staan er niet alleen voor. Het is heel moeilijk om alles in je eentje te moeten aankaarten. De generatie van hun moeders streed tegen het beeld wat Nederland van zichzelf had; hier is geen racisme, wij zijn zo tolerant. Nederland is een mooi land, begrijp mij niet verkeerd. Ik zou nergens anders willen wonen, maar dat betekent niet dat er geen werk meer te verzetten is.’

Hebben de vrouwen bereikt wat ze wilden bereiken?

‘Nee dat denk ik niet. Ze hebben hun verwachtingen bijgesteld in de loop der jaren. Het was soms trekken aan een dood paard. Amma Asante zat lang bij de PvdA. Ze had daar verwachtingen van, een socialistische partij met begrip voor iedereen. Maar ook daar zeiden ze: ‘Niet zoveel over racisme praten, dat verkleint je kansen.’

Gülsen Alkan was advocaat op een wit kantoor. Ze kreeg veel vragen naar haar hoofd geslingerd, vaak hele persoonlijke vragen: ‘Mag je wel dit? Mag je wel een vriendje?’ Die vragen zouden ze andersom nooit beantwoorden. Het heeft iets verhevens. Vroeger gaf je daar dan heel netjes antwoord op. Maar op een gegeven ontdek je dat het geen oprechte interesse is, maar een beetje koekeloeren bij de ander.’

Is ze daarom geen advocaat meer?

‘Dat kwam door een combinatie van factoren. Maar deze sfeer heeft hier wel aan bijgedragen. Het is heel vermoeiend om in je eentje in zo’n omgeving te zijn. Er was geen ‘safe space’, zoals we dat nu noemen.

Een andere vrouw Inge Verton, was politieagent en is nu masseuse. Ze heeft een Antilliaanse moeder en een Nederlandse vader. Ze houdt zich niet meer bezig met racisme omdat ze dat niet meer toelaat, zegt ze. Ze kijkt naar systemen. Het is niet oké hoe wij de wereld inrichten. Het gaat haar om het grotere plaatje.

Dan is er nog theatermaakster Marjorie Boston. Haar toneelstukken gingen vijfentwintig jaar geleden al over dit soort onderwerpen. Ze was een van de eersten die dit deed. Zij loopt aan tegen institutioneel racisme. Wie bepaalt bijvoorbeeld welke toneelstukken geld krijgen? Er is een mooie scène in mijn serie, waarin ze in gesprek gaat met de Amsterdamse wethouder van cultuur, Touria Meliani. Wat is kunst? Wie bepaalt wat kunst is? De witte blik bepaalt wat kunst is. De ‘urban culture’ waar Boston voor staat is ook Nederlandse cultuur geworden, maar wordt nog gezien als sub-cultuurtje binnen de podiumkunsten.’

Wat heb jij geleerd van deze vrouwen?

‘Dat je niet bezig moet zijn met de buitenwereld overtuigen, maar juist gelijkgestemden moet zoeken of mensen die voor jou openstaan. Het is zonde om je energie te verspillen aan mensen die jou niet kunnen of willen begrijpen. Het is niet de doelstelling om door anderen geaccepteerd te worden. Dat klinkt nu vanzelfsprekend maar het is lang belangrijk geweest.
Integratie was vroeger het sleutelwoord. Je moest erbij horen. En dat moest volgens Nederlandse maatstaven. Terwijl je er ook bij hoort als je je gewoon met jezelf bezighoudt, als je gewoon jezelf wilt zijn.’

Vanaf 3 juli wordt Girls Girls Girls uitgezonden op de NPO. De serie is online al te zien via NPO Start.

Koerdische leider Demirtas aan Turks oppositieblok: laat ook ons meepraten

0

Hoe gaan jullie ons, Koerden, overtuigen te stemmen op de oppositie tegen Erdogan? Die vraag legt de Koerdische leider Selahattin Demirtas op tafel. De linkse, Koerdische partij HDP maakt geen deel uit van het oppositieblok dat in mei met een gezamenlijke kandidaat aan de presidentsverkiezingen deelneemt.

‘Ik schrijf u als kiezer van de HDP en wens u vooreerst succes met de moeilijke taak die u op zich heeft genomen in een historische periode’, aldus Demirtas in een emotionele oproep. Hij zit sinds 2016 in de gevangenis.

Vanuit gevangenschap richtte hij zich specifiek tot Meral Aksener, leider van de Goede Partij (IYI), om vervolgens meteen ter zake te komen: ‘Hoe bent u van plan om mij te overtuigen?’ Demirtas herinnert Aksener eraan dat de HDP ‘net als de Goede Partij’ haar legitimiteit heeft verworven vanuit de kiezer. De HDP (56 zetels) is daarin volgens Demirtas zelfs succesvoller dan IYI (37 zetels).

‘Terwijl een groot deel van de bevolking de hoopgevende slogan ‘Overwinning door samenwerking’ scandeert, moet ik van uw partij zeggen dat ze met verklaringen en benaderingen komen die niet in overeenstemming zijn met dit doel’, zegt Demirtas. Hij verwijt Aksener dat zij de HDP geen plek gunt aan de onderhandelingstafel.

Akseners IYI is een van de partijen die deelnemen aan de Tafel van Zes, het grootste oppositieblok tegen Erdogans AKP. Dat blok presenteerde maandag Kemal Kilicdaroglu als gezamenlijke presidentskandidaat. Demirtas geeft aan dat hij in ruil voor zijn steun graag invloed uit wil oefenen op de agenda van Kilicdaroglu, maar dat onder anderen Aksener dit niet toelaat.

Intussen heeft de Hoge Kiesraad in Turkije haar onderzoek in de getroffen gebieden afgerond en vastgesteld dat er ‘op de dag van de verkiezingen gestemd kan worden’, zo meldt Ensonhaber. De tekortkomingen in het rampgebied zouden dan inmiddels zijn ‘opgelost’. De verwoestende aardbeving heeft in Turkije aan meer dan 50.000 mensen het leven gekost, in elf steden waar naar schatting negen miljoen kiezers wonen (ongeveer 96 zetels). Ook hier zullen op 15 mei dus gewoon verkiezingen plaatsvinden.

Hoe inclusief was de Feminist March nu echt?

Zondag vond in Amsterdam voor het eerst de zogeheten Feminist March plaats, opvolger van de jaarlijkse Women’s March, die in 2017 in de Verenigde Staten ontstond als reactie op de ‘verbale’ handtastelijkheden jegens vrouwen van Donald Trump.

De Nederlandse organisatie had, aldus de Volkskrant, tot die naamswijziging besloten opdat niet alleen feministische vrouwen, maar iedereen die hun ideeën over bevrijding onderschreef, mee kon doen. Algehele inclusiviteit was het parool. Het gaat ‘gewoon’ om de strijd tegen het blanke patriciaat. Directeur June ten Have stelt dat zodoende alle onderdrukking met elkaar samenhangt: genderongelijkheid, racisme, homofobie en andere soorten discriminatie gaan vaak hand in hand.

Maar gaat de bestrijding van al deze vormen van onderdrukking óók hand in hand? Of botst de ene bevrijdingsstrijd weleens met de andere? Hoe verdraagzaam zijn de onder die patriarchale onverdraagzaamheid lijdende minderheden jegens elkaar?

Afgaande op het Volkskrant-verslag werden tijdens de inclusief bedoelde demonstratie meteen al wat haarscheurtjes zichtbaar. Ik noteer:

No feminism without trans-women, stond op een spandoek – tegenwoordig moet ook in Amsterdam kennelijk alles in het Engels, alsof niet de verstokte heteroman om de hoek, maar die ver weg op de Amerikaanse prairie bereikt moet worden.

Sex work = work, aldus een tweede.

De uitspraak dat feminisme voor witte vrouwen geen feminisme is, werd op gejuich onthaald.

En de non-binaire queer-activist van kleur die het publiek over racisme en transfobie toesprak, sloot het vurige betoog af met ‘mensen, vergeet dit nooit: Palestine will be free’.

Om met dat laatste te beginnen: aan de gerechtvaardigdheid van het streven dat aan de Israëlische onderdrukking een eind dient te komen, wil ik niets afdoen. Alleen weet ik niet of het concrete resultaat – een soeverein Palestina – dan wel zo onverdeeld gunstig voor non-binaire queer-activisten uitpakt.

Botst de ene bevrijdingsstrijd weleens met de andere?

Zeker niet als Hamas straks de toon zet; daar hebben ze beslist niet zoveel op met alles wat een scherpe scheiding tussen de seksen doorbreekt. Het paradoxale is zo dat een Palestijnse queer-activist in het seculiere Tel Aviv van het onderdrukkende Israël weleens meer ruimte zou kunnen hebben om zichzelf te zijn, dan in een door conservatieve moslims geregeerd vrij Palestina.

Dan het derde punt: de kwestie van feminisme en kleur. In een beweging waarvan het optreden ‘een brij vormt van een strijd tegen alles wat slecht is’, aldus oerfeministe Jolande Withuis, wil nog weleens wat aan onderdrukking ondersneeuwen, omdat ook binnen onderdrukte minderheden onderdrukking kan bestaan. Zij refereert aan zwarte vrouwen die niets durven te zeggen over seksueel geweld door zwarte mannen, omdat dat aan de zwarte emancipatiestrijd afbreuk doet.

‘Giftige mannelijkheid’: dat is niet alleen een puntje in de kringen van het studentencorps of de bitterballentafel in Bloemendaal. Denk aan het gedoe in BIJ1 tussen Sylvana Simons en Quinsy Gario, aan wiens adres de wildste beschuldigingen over weinig inclusief gedrag over tafel vlogen – en waarvan we overigens nog steeds het fijne niet mogen weten.

Dan punt twee: dat sekswerk ook werk is. Zodra een spreker met op een t-shirt de tekst ‘whore-love’ de stigmatisering van sekswerkers aankaartte, liep meteen een aantal gehoofddoekte moslima’s weg. Een dergelijke ‘bevrijding’ was voor hen beslist met hun geloofsmoraal in strijd. Over die kwestie woedt overigens al veel langer in Nederland een debat, en niet alleen tussen ‘zedige’ christenen en ‘onzedige’ heidenen. Ook felle feministen zijn verdeeld: voor de een vormt betaalde seks de ultieme bevrijding, voor de ander de ultieme vernedering.

En er bestaat nog meer verdeeldheid, zo heeft vooral het afgelopen jaar geleerd, inzake het allereerste punt – of iedere transvrouw wel als vrouw beschouwd mag worden. Want ook in dat debat houdt de onderlinge verdraagzaamheid niet over, omdat men over het concrete einddoel in de ‘strijd tegen het patriarchaat’ verdeeld is tot op het bot.

Zoals een deelneemster zondag, nadat in de toespraken zo’n beetje alle (deels tegenstrijdige) vormen van onderdrukking en bevrijding voorbijgekomen waren, opmerkte: ‘Nu wordt het wel heel ingewikkeld.’

Weinig interesse Kamerleden in Palestijnse noodkreet: alleen CDA en VVD komen

0

Drie Palestijnse christenen spraken woensdag met leden van de Tweede Kamer. Daarbij uitten ze felle kritiek op de onteigening van Palestijnse huizen door Israël. Een echt gesprek tussen de Palestijnen en de politici wilde echter niet ontstaan. Op CDA en VVD na schitterden andere partijen door afwezigheid.

Geen DENK dus, bij deze ontmoeting. Ook de trouw pro-Israëlische ChristenUnie en SGP lieten verstek gaan. Van de linkse partijen, die doorgaans zeer betrokken zijn bij de Palestijnen, gaf alleen Tom van der Lee van GroenLinks aan bij de ontmoeting te willen zijn. Maar hij was verhinderd.

Mustafa Amhaouch (CDA) en Rudmer Heerema (VVD) stelden zich tijdens de ontmoeting geïnteresseerd en luisterend op. Dat schuurt met de heldere oproep van de Palestijnse delegatie. Nederland moet zich duidelijker uitspreken, vinden zij: ‘Israël luistert wel naar het advies van een vriend.’

Alarmerende situatie

Dankzij de nieuwe ultrarechtse regering van Israël is de positie van zowel christelijke als islamitische Palestijnen penibeler dan ooit. De ellende begon in 1948 tijdens de Nakba, toen Israël honderdduizenden Palestijnen van huis en haard verdreef. Waaronder veel christenen, zegt Bassim Khoury, die in het verleden minister was van de Palestijnse Autoriteit: ‘In 1948 was 12 tot 15 procent van de bevolking in Palestina christelijk, nu is dat amper 1 procent.’

Khoury wil dat Nederland met een ‘fact finding mission’ onderzoekt hoe het komt dat Palestijnse christenen zo in de verdrukking zijn. Hij vindt dat onderzoekers dan kritisch mogen kijken naar de Palestijnse Autoriteit, maar vooral ook naar Israël, dat in zijn ogen de ware boosdoener is. Joodse extremisten hebben recentelijk een katholieke kerk, een protestantse begraafplaats en een Armeens klooster aangevallen, vertelt hij. ‘De situatie is alarmerend.’

De oud-minister vreest dat Palestijnse christenen door de toenemende polarisatie tussen Israëliërs en Palestijnen, tussen hamer en aambeeld zullen belanden. ‘Christenen hebben altijd een middenpositie ingenomen. Zij komen nu in de verdrukking. Net als gematigde Joden en moslims.’ Daarom moet Nederland, als traditionele vriend van Israël, in actie komen. ‘We zijn hier in Den Haag, de stad van vrede en recht. Ik wil dat Nederland Israël eraan herinnert het internationaal recht te respecteren.’

Sloop van Palestijnse huizen

Een ander lid van de Palestijnse delegatie is mensenrechtenadvocate Shadin Nassar, de dochter van de pacifistisch-christelijke Daoud Nassar. De familie Nassar runt nabij Bethlehem Tent of Nations, een vredesboerderij waar veel buitenlandse vrijwilligers meewerken. Deze boerderij dreigt door de Israëlische staat onteigend te worden. ‘We worden omringd door Israëlische nederzettingen’, vertelt ze. ‘Het is belangrijk dat wij christenen aanwezig blijven in dit land.’

Faris Arouri, directeur van het Jerusalem Human Rights Consortium, hekelt de onteigeningen van Palestijnse huizen door de Israëlische staat. ‘Deze systemische verdrijvingen van Palestijnen zijn in strijd met de Oslo-akkoorden’, vertelt hij, verwijzend naar de vredesovereenkomst uit 1993 tussen Israël en de Palestijnse bevrijdingsbeweging PLO. ‘Die akkoorden beloofden een Palestijnse staat. Israël heeft hier geen boodschap aan.’

‘Christenen komen nu in de verdrukking, net als gematigde Joden en moslims’

De nieuwe regering van premier Benjamin Netanyahu, die eind december 2022 aantrad, heeft voor een radicalisering van het Israëlische beleid gezorgd. Normaal zijn ongeveer driehonderd tot vijfhonderd sloopbevelen per jaar, die Palestijnse advocaten voor de rechter moeten aanvechten. Maar dit jaar staat de teller al boven de tweehonderd sloopbevelen. ‘Als het in dit tempo doorgaat, dan worden het er dit jaar twaalfhonderd. Een verhoging van driehonderd procent.’ Dit tempo kunnen Palestijnse advocaten niet aan. Ze kunnen niet meer tegen alle sloopbevelen juridische bezwaren aantekenen.

Pro-Israël

CDA-Kamerlid Mustafa Amhaouch wil van de Palestijnse delegatie weten waarom zij juist haar hoop vestigt op Nederland. Bassim Khoudry antwoordt dat ons land misschien wel de beste vriend van Israël in de Europese Unie is. ‘We kunnen ook naar een ander EU-land stappen, maar daar luistert Israël minder snel naar.’ Faris Arouri meent dat Nederland, door te pleiten voor een ‘fact finding mission’,  andere EU-landen over de streep kan trekken zich eveneens uit te spreken.

Faris Arouri, Shadin Nassar, Rudmer Heerema (VVD), Bassim Khoury en Mustafa Amhaouch in de Tweede Kamer. (Beeld: Ewout Klei)

Zowel het CDA als de VVD, die bij de ontmoeting aanwezig waren, zijn van oudsher vrienden van Israël. En dat blijkt in de praktijk: bij alle geweld van Israëlische zijde in de laatste maanden, gaat CDA-minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra niet verder dan een plichtmatig uitspreken van zijn ‘bezorgheid’ en het benadrukken van het belang van een twee-statenoplossing, die volgens de meeste Palestijnen echter al lang dood en begraven is vanwege de Israëlische kolonisatiepolitiek.

Overigens sprak de Palestijnse delegatie eerder met ChristenUnie-Europarlementariër Peter van Dalen en met Tineke Huizinga, lijsttrekker van de die partij voor de Eerste Kamerverkiezingen. De ChristenUnie en de SGP voeren regelmatig actie voor vervolgde christenen, maar opkomen voor Palestijnse christenen ligt gevoelig bij hun achterbannen, die zeer pro-Israël zijn. Het meest vocaal hierin is de protestants-christelijke organisatie Christenen voor Israël, die vorige week tegenover de Kanttekening verdedigde dat Israël voor Palestijnen die veroordeeld zijn voor ‘terroristische misdrijven’ de doodstraf wil invoeren.

De Palestijnse delegatie blijft enkele dagen in ons land. Er zijn gesprekken met christelijke kerken, politici en organisaties gepland, en ook met leden van de Amsterdamse gemeenteraad.

Terreurverdachte na 21 jaar vrijgelaten uit Guantánamo

0

De Verenigde Staten hebben Ghassan al Sharbi gerepatrieerd, een Saoedische ingenieur die 21 jaar lang zonder vorm van proces heeft vastgezeten op de Amerikaanse legerbasis in Guantánamo Bay. Al Sharbi wordt ervan verdacht betrokken te zijn bij de terreurorganisatie Al Qaida.

De 48-jarige Ghassan al Sharbi werd 21 jaar geleden opgepakt in Pakistan. Hoewel hij ervan verdacht werd betrokken te zijn bij de terroristische aanslagen van 11 september 2001 op het World Trade Centre in New York is hij nooit formeel aangeklaagd. De Amerikaanse autoriteiten hebben nu besloten om de man vrij te laten en naar zijn vaderland Saoedi-Arabië te sturen, omdat hij niet langer wordt gezien als een gevaar voor de nationale veiligheid.

Al Sharbri studeerde luchtvaarttechniek aan een universiteit in Arizona en woonde een vliegles bij samen met twee andere Saoediërs, die kapers van Al Qaida bleken te zijn. Al Sharbi werd in 2002 in Pakistan gearresteerd, naar verluidt in hechtenis gemarteld en uiteindelijk naar de militaire gevangenis van Guantánamo gestuurd. Terwijl het Amerikaanse leger overwoog hem en verschillende anderen aan te klagen, lieten ze de aanklacht uiteindelijk in 2008 vallen. Niettemin bleef Al Sharbi gevangen zitten, omdat hij een gevaar zou vormen voor de nationale veiligheid.

Twee Pakistaanse broers – Abdul, 55, en Mohammed Rabbani, 53 – werden vorige maand vrijgelaten en keerden terug naar huis na twintig jaar vastgehouden te zijn in Guantánamo Bay.

Mensenrechtenorganisaties roepen al lang op tot sluiting van het gevangenkamp Guantánamo.

Iraanse protesten belangrijk item op internationale vrouwendag

0

Op Internationale Vrouwendag 2023, vandaag, is de vrijheidsstrijd van Iraanse vrouwen een belangrijk item. De slogan ‘vrouw, leven, vrijheid’ wordt over de hele wereld gescandeerd en veelvuldig op sociale media gedeeld.  

‘Op deze dag denk ik aan alle dappere vrouwen en meisjes die voor rechtvaardigheid strijden en eisen, met name in Iran’ zegt Caroline Lucas, een Britse politica van de Groene Partij. Ze voegt daaraan toe dat de Iraanse vrouwen dit doen, terwijl ze worden geconfronteerd met ‘kidnapping, marteling, opsluiting en verkrachting’. Niemand is vrij, totdat we allemaal vrij zijn, aldus Lucas.

Ook de Iraans-Canadese mensenrechtenactivist Azram Jangravi pusht de boodschap van de vrouwenstrijd in Iran, is te lezen in een interview voor de National Observer. In 2018 klom Jangravi op een elektrische transformator en zwaaide met haar hoofddoek naar het publiek, bewust van het feit dat ze daardoor ernstig in problemen kon komen.

‘Ik zag systematisch geweld tegen vrouwen, seksuele aanranding en onrechtvaardigheid. Een 13-jarige meisje werd verkracht, maar het regime deed niks om deze onrechtvaardigheid aan te pakken’, zegt Jangravi die uiteindelijk geluk had. Ze wist via een mensensmokkelaar het land te ontvluchten.

Canadese school heeft eerste Amerikaanse programma tegen moslimhaat

0

Een school in de Canadese stad Toronto heeft een naar eigen zeggen ‘inclusief programma’ ontwikkeld waardoor moslimstudenten ‘in een veilige omgeving’  kunnen studeren. Zo meldt de Turkse staatszender Anadolu Ajansi.

Hier hebben naar verluidt ongeveer 40.000 moslimstudenten profijt van. ‘Dit is het eerste schoolbestuur in Canada dat een anti-islamofobieprogramma heeft ontwikkeld. En misschien wel de eerste in heel Noord-Amerika’, zegt Aasiyah Khan, de voorzitter van NCCM, de Canadese Raad voor Moslims.

Volgens Nokha Dakroub, een sociaal werker en activist die bij het schoolbestuur zat, heeft het ‘gevaar van islamofobie’ een negatieve werking op veel studenten. Vorig jaar riep Dakroub op voor ‘concrete actie’ en kwam met een motie tegen moslimdiscriminatie op school. De motie regelt dat er op reguliere basis rapport wordt uitgebracht van de stand van zaken, met daarin maatregelen zoals het afleggen van verantwoording én dat deze informatie met de bredere gemeenschap ‘wordt gedeeld’.

Een ander maatregel is dat de medewerkers ‘anti-islamofobietraining’ krijgen. Het plan dat over een periode van vier jaar moet worden geïntroduceerd zou haat tegen en discriminatie van moslims in onderwijs moeten bestrijden. Dat gaat met beleid dat in samenwerking met de Canadese Raad voor Moslims (NCCM), islamitische NGO’s en moslimstudentenverenigingen wordt gemaakt. ‘Het is een anti-islamofobiestrategie die wordt gecreëerd door diegenen die er consistent, direct en direct, mee worden geconfronteerd in het schoolsysteem’, aldus Khan van de NCCM.

Den Haag wil dat arbeidsmigranten in Westland gaan wonen

0

De gemeente Den Haag maakt zich zorgen over de huisvesting van arbeidsmigranten die werken in het Westland. Zij wonen nu in tentjes voor Den Haag Centraal, zwerven dakloos rond, of wonen met meerdere personen in een klein pand. De gemeente vindt dat ze fatsoenlijk onderdak in het Westland moeten krijgen.

Wethouder Caroline Verduin (D66), die onder andere arbeidsmigrantenzaken in haar portefeuille heeft, zegt dat de gemeente Westland een actieve rol kan spelen, om Den Haag te ontlasten. ‘Dat gebeurt nu niet. Westland kan die handschoen veel beter oppakken dan ze nu doet.’

De Noord-Hollandse lijsttrekkers Jeannette Baljeu (VVD) en Anne Koning (PvdA) zijn ook van mening dat er in Westland meer woningen voor arbeidsmigranten moeten komen. ’Bouwen is dé oplossing’, aldus Koning. Er is onvoldoende vooruitgang geboekt, meent de lijsttrekker. De VVD vindt echter dat er ook meer woningen moeten komen voor Westlanders, aldus Baljeu.

Opnieuw zes Palestijnen gedood door Israël

0

Israëlische veiligheidstroepen hebben gisteren zes Palestijnen gedood in Jenin op de bezette Westelijke Jordaanoever.

De operatie begon rond drie uur in de middag, toen een undercover Israëlische eenheid werd ontdekt in het vluchtelingenkamp Jenin, vertelden ooggetuigen aan Middle East Eye. Israël viel het kamp binnen met tientallen gepantserde voertuigen, militaire helikopters, sluipschutters, drones en bulldozers. Ze stuitten op verzet van Palestijnse strijders. Na drie uur vechten trokken de Israëlische troepen zich terug.

De Palestijnse Autoriteit veroordeelt de Israëlische aanval fel, waarbij aan Palestijnse kant zes doden zijn gevallen, veroordeeld. Nabil Abu Rudeineh, de woordvoerder van president Mahmoud Abbas, sprak over een ‘totale oorlog’.

Een van de zes doden in Jenin is de 49-jarige Abdel Fattah Hussain Kharousha, die volgens de Israëlische autoriteiten degene is die op zondag 26 februari twee kolonisten doodschoot in het Palestijnse dorp Huwwara. Extreemrechtse kolonisten voerden daarop pogroms uit op Palestijnse dorpen, waarbij ze huizen en auto’s in brand staken.

Israëlische troepen hebben sinds januari van dit jaar minstens 69 Palestijnen gedood, wat overeenkomt met bijna één dode per dag.

Internationale Vrouwendag: ‘Mijn nichten zitten gevangen in huis’

0

Vandaag, Internationale Vrouwendag, wordt wereldwijd stilgestaan bij de kwetsbare positie van vrouwen. De Kanttekening zoomt in op Myanmar, Kashmir en Afghanistan.

De islamitische Rohingya-gemeenschap in Myanmar is al een halve eeuw het doelwit van systematisch geweld en onderdrukking. Hoogtepunt van deze vervolging is de genocide van 2017, die leidde tot een exodus van meer dan 740.000 mensen. Troepen van de junta in Myanmar hebben zo’n 25.000 Rohingya vermoord.

Voor vrouwen is de genocide extra pijnlijk, omdat het leger seksueel geweld als wapen inzet, zegt onderzoeker en vrouwenactiviste Sabrina Chowdhury uit Bangladesh. ‘De junta gebruikt verkrachting als middel voor etnische zuivering. Als een groep militairen vrouwen probeert te verkrachten of seksueel te intimideren, vluchten de buren en de rest van de bevolking doodsbang uit hun geboorteland.’ De Rohingya vluchten omdat ze niet willen dat vrouwen worden verkracht. Ook mannen zijn doelwit. ‘De militairen martelen mannen’, legt Chowdhury uit.

Sabrina Chowdhury

Chowdhury is Rohingya. Ze is gespecialiseerd in genderdiscriminatie van Rohingya-vrouwen. Ze heeft twee scholen opgericht in vluchtelingenkampen in Bangladesh, om vrouwen een veilige plek te geven. De gevluchte Rohingya-vrouwen hebben daar namelijk nog steeds te maken met discriminatie, aanranding en mensenhandel. Ook krijgen ze minder of geen toegang tot onderwijs.

Veel meisjes en vrouwen die seksueel geweld hebben meegemaakt, durven niet te praten over deze trauma’s. Daardoor blijven deze oorlogsmisdaden zwaar ondergerapporteerd, aldus Chowdhury. ‘Rohingya-vrouwen in Bangladesh worden zelden naar de dokter gebracht. De maatschappij accepteert hen niet, omdat ze verkracht zijn. Dus staan deze vrouwen voor een dilemma. De meeste families kiezen ervoor om te zwijgen. Soms worden deze vrouwen in de steek gelaten door hun man en hun familie.’ Ondanks de vele getuigenissen van vrouwelijke slachtoffers en uitgebreid onderzoek van mensenrechtenorganisaties, ontkent Myanmar het systematisch geweld tegen de Rohingya-vrouwen.

In het boeddhistische Myanmar worden islamitische Rohingya-meisjes stelselmatig gediscrimineerd in het onderwijs en buitengesloten. Dit leidt tot nog meer maatschappelijke isolatie. En als ze hun vader of man verliezen als gevolg van geweld, staan ze er helemaal alleen voor.

‘De regering van Myanmar creëert heel weinig kansen voor Rohingya, omdat ze ons bewust allemaal uit ons geboorteland willen schoppen’, zegt Chowdhury. ‘Ik wil onderwijs voor ons allemaal. Want vrouwen met een opleiding kunnen voor andere vrouwen opkomen. Als we meer opgeleide mensen hebben, kunnen we onze stem verheffen en voor rechtvaardigheid strijden.’

Weduwen in Kashmir aan hun lot overgelaten

‘De erbarmelijke realiteit waarin vrouwen in Kashmir leven – veroorzaakt door zowel de Indiase als de Pakistaanse staat – wordt gekenmerkt door de overweldigende aanwezigheid van paramilitaire troepen, prikkeldraad en indringende huiszoekingen.’ Dat vertelt de Amerikaanse vrouwenrechtendeskundige en wetenschapper Nyla Ali Khan.

Khan is opgegroeid in het overwegend islamitische Kashmir. Die regio is sinds 1947 verdeeld: het leeuwendeel wordt bezet door India, een kleiner deel is in handen van Pakistan. Sinds de jaren negentig neemt in het Indiase deel de onderdrukking toe. Helemaal toen in augustus 2019 de hindoe-nationalistische regering van premier Narendra Modi besloot de speciale status van de deelstaat in te trekken en de staat van beleg afkondigde. Sindsdien worden journalisten en activisten, die de onderdrukking van de bevolking in Kashmir vastleggen, gearresteerd en gevangengenomen, en hun families geïntimideerd.

Nyla Ali Khan

‘Door het conflict en het daarmee gepaard gaande geweld kent Kashmir veel meisjes die hun vader hebben verloren in de strijd, maar ook veel weduwen die hun man zijn verloren’, vertelt Khan. ‘Ik zie moeders met een treurig gezicht die wachten om een glimp op te vangen van hun zonen. Ik zie in boerka geklede vrouwen die leven in angst voor de toorn van Indiase soldaten en fundamentalistische groeperingen.’ Khan zegt dat vrouwen in Kashmir een groot risico lopen om te worden verkracht door Indiase militairen of militanten.

‘Er zijn families die hun kinderen of organen verkopen om te kunnen overleven’

Khan schreef in haar boek Islam, Women and Violence in Kashmir over de mentale klachten van vrouwen in Kashmir en de impact van het conflict op hun welzijn en hun emancipatie. Ze werkt nauw samen met psychiaters in het gebied, die de vrouwen helpen trauma’s te verwerken. Volgens Khan vinden ze nauwelijks steun bij hun gemeenschap, die masculien en patriarchaal is. ‘Vrouwen zijn sociaal gemarginaliseerd en aan hun lot overgelaten.’

Ze vervolgt: ‘Hierdoor hebben vrouwen in Kashmir geen plek gekregen in
besluitvormingsorganen. Het is belangrijk dat de samenleving van Kashmir de genderhiërarchie en onderdrukking van vrouwen erkent, zodat de vrouwen in Kashmir de kracht vinden om opnieuw deel te nemen aan de maatschappij. Immers, de geschiedenis van Kashmir bewijst dat vrouwelijke activisten en vrijwilligers voorbodes waren van belangrijke ontwikkelingen op sociaal-politiek en cultureel gebied.’

Afghaanse vrouwen gevangen in huis

‘Afghanistan is wanhopig sinds de Taliban in 2021 de macht weer hebben overgenomen’, zegt Sahar Jahish. Ze werkte in 2014 en 2015 in Kabul voor UNFPA, het bevolkingsfonds van de Verenigde Naties.

Sahar Jahish

‘Er vindt een van de grootste humanitaire rampen ooit plaats in het land waarbij negentig procent van de bevolking honger lijdt. Er zijn families die hun kinderen of organen moeten verkopen om te kunnen overleven.’

Maar voor vrouwen is de situatie nog eens extra zwaar, vertelt Jahish, die contact heeft met haar nichten in Afghanistan. ‘Alle basisrechten zijn hen ontnomen: toegang tot gezondheidszorg, recht op onderwijs en recht om auto te rijden. En verder bepalen de Taliban hoe vrouwen zich moeten kleden als ze naar buiten gaan. Als ze dat mogen. Want zelfs naar buiten gaan, wordt steeds moeilijker. Mijn nichten zitten gevangen in hun huizen. Ze zien geen uitweg meer.’

Vrouwen hebben in Afghanistan nooit de rechten gehad die we in het Westen kennen, vertelt Jahish. ‘Voor de komst van de Taliban kon je gaan werken en onderwijs volgen, maar er lag – ook toen al – altijd gendergerelateerde agressie op de loer. Vrouwen werden op straat lastig gevallen of betast en in de ergste gevallen ontvoerd. Leidinggevenden wilden seks in ruil voor behoud van je baan of een promotie. Wij klagen hier in het Westen over het glazen plafond, in Afghanistan is er een betonnen plafond.’

Volgens Jahish is de Afghaanse mentaliteit door en door patriarchaal. ‘Afghanistan is door de jarenlange periodes van oorlog veranderd in een masculiene maatschappij.’ Toen de VS in 2001 de Taliban verjoegen – tijdelijk, zo bleek twintig jaar later – bleef het platteland conservatief. Maar in de steden kregen de inwoners opeens veel vrijheden. ‘Niet iedereen kon daar goed mee omgaan’, constateert Jahish. ‘Je hebt daar toch wel een bepaalde oefening voor nodig. Het Afghaanse volk leefde in een ontzettend gesegregeerde maatschappij, maar dat viel ineens helemaal weg. Daarbovenop maakten sociale media het mogelijk om anoniem in contact met vrouwen te komen. De verleidingen waren er in één keer, het was niet gedoseerd, en dat zorgde ervoor dat mensen misbruik maakten van hun posities. Mannen hadden onder de Taliban nog nooit een onbekende vrouw gezien. Zij hadden vrouwen altijd gezien als zwak en lustobject, en opeens moesten ze met diezelfde vrouwen samenwerken.’