Harvard University verliest zo’n 2 miljard euro aan overheidssubsidies omdat de Amerikaanse topuniversiteit weigert gehoor te geven aan eisen van de regering van president Donald Trump. Dit bericht NOS.
Het Witte Huis wil dat Harvard ‘activisme’ op de campus tegengaat, onder meer door diversiteitsprogramma’s te schrappen en mondkapjes te verbieden. Ook moet de universiteit harder optreden tegen antisemitisme in het onderwijs en op de campus.
In een reactie noemt de rector van Harvard de eisen ‘ongehoord’ en stelt hij dat deze indruisen tegen grondrechten. ‘Geen regering, ongeacht van welke partij, mag dicteren wat particuliere universiteiten moeten onderwijzen, wie ze kunnen toelaten of aannemen en welke onderwerpen ze willen onderzoeken.’
De brief van het ministerie van Onderwijs, ingezien door The New York Times, stelt dat studenten en docenten minder zeggenschap moeten krijgen en dat buitenlandse studenten die regels overtreden meteen bij de autoriteiten gemeld moeten worden. Ook moet een externe toezichthouder nagaan of er genoeg politieke diversiteit is binnen academische programma’s.
Volgens persbureau AP kan het totale subsidieverlies oplopen tot 9 miljard dollar. Harvard beschikt over een donatiefonds van 53,2 miljard dollar, maar afhankelijkheid van overheidsmiddelen blijft aanzienlijk.
Studenten en oud-president Barack Obama prijzen Harvard om het principiële standpunt van de universiteit. Ondertussen heeft de bezuiniging al gevolgen: zo moest een onderzoek naar tuberculose worden stilgelegd. De regering-Trump oefent ook druk uit op andere universiteiten, waaronder Columbia, Princeton en Brown, om in lijn te komen met haar beleid. Harvard wordt nu gezien als het symbool van verzet tegen deze autoritaire tendensen. Een juridische strijd lijkt onvermijdelijk.
Twee gerenommeerde Yale-hoogleraren, historicus Timothy Snyder en politicoloog Jason Stanley, zijn naar Canada vertrokken omdat ze vrezen slachtoffer te zullen worden van academische repressie. Beide auteurs hebben over fascisme geschreven.
De gemeenteraadsverkiezingen komen eraan. Steeds vaker krijg ik de vraag: ‘Ga je de politiek weer in? Wil je lokaal iets doen?’ Maar het antwoord is niet zo simpel als ja of nee – ik ben namelijk nooit gestopt.
Voor sommigen is politiek een baan. Na hun aftreden volgt een detox, daarna een carrière elders. Maar ik heb niet de luxe om uit te stappen. Alles is politiek, zeker voor de mensen voor wie ik opsta: mijn kinderen, mijn ouders, mijn buren, en de kleinkinderen die, insha’Allah, ooit zullen komen.
Het begint met zien wat er nu misgaat. Niet in beleidsnota’s, maar in het dagelijks leven, op plekken waar mensen al te vaak niet worden bereikt. Zoals op de Haagse Markt, tijdens de vorige verkiezingen. Een oudere vrouw van Marokkaanse afkomst sprak me aan in onze moedertaal. Ze zei: ‘Dochter, ik wil wel. Ik gun het jou. Maar wie legt mij uit wat ik moet doen? Ik heb niemand die mij en mijn man vertelt waar we moeten stemmen. Ik heb de stempassen al weggegooid.’
Het beleid van nu is niet voor haar. Het sluit haar buiten, zelfs als ze haar stem zou willen uitbrengen.
En zij is niet de enige. We weten uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat mensen met een migratieachtergrond zich stelselmatig minder vertegenwoordigd voelen in de politiek. Niet alleen qua aantallen, maar vooral omdat ze niet worden gehoord of serieus genomen. Kijk bijvoorbeeld naar ‘ondervertegenwoordigd Amsterdam’, waar de kloof tussen beleidsmakers en bewoners alleen maar verder groeit.
Het beleid van nu is niet passend voor de realiteit die veel mensen in de wijken ervaren. De focus ligt niet op het luisteren naar de zorgen van mensen die te vaak het gevoel hebben dat hun stem niet gehoord wordt. Het gaat niet alleen om het creëren van beleid voor de toekomst, maar ook om het afstemmen van dat beleid op de mensen die nu al aan de zijlijn staan.
Kom je alleen informatie halen of geef je ook iets terug?
De sleutel is luisteren. Beleidsmakers moeten niet alleen in vergaderzalen blijven zitten en van bovenaf met oplossingen komen. We moeten samen met de mensen in de wijken werken aan vragen, antwoorden en dromen die hen daadwerkelijk verder helpen.
Dat begint met de vraag: wat kom je brengen? Kom je alleen informatie halen, of geef je ook iets terug? Mensen zijn het zat om keer op keer bevraagd te worden zonder dat er iets verandert. We kennen de reacties inmiddels: ‘Je komt de wijk in, maar er gebeurt verder niks. Wat levert het ons op?’
Maar als ik kom, breng ik iets mee. Ik wil leren hoe ik het beleid zó kan beïnvloeden dat de behoeften van deze mensen worden meegenomen. Ik breng kennis mee over de achterstanden die bestaan – en over manieren om die te verkleinen. Ik breng verhalen mee uit de wijken, over hoe het echt is. Ik kom kennismaken. Ik kom mijn netwerk delen. Ik ben er voor jou. En ik vraag: hoe kan ik jou helpen?
Dus als me nu wordt gevraagd: ‘Ga je weer de politiek in?’, dan is mijn antwoord simpel: ik ben er nooit uit geweest. Ik bén nog steeds volksvertegenwoordiger. Want de mensen die niet worden gehoord – zoals die vrouw op de markt – wachten nog steeds op iemand die hun vragen beantwoordt en hun stem laat doorklinken in de politiek. Tot die tijd blijf ik dat doen.
Het was een ongelukkige verspreking. In het 6-uur journaal van NOS noemde presentator Simone Weimans maandag de islamitische gebedsoproep een ‘oproep tot geweld’. Dit leidde tot ophef op sociale media.
Het ging om het initiatiefwetsvoorstel van de SGP en JA21 om de versterkte gebedsoproep te verbieden. Maar in plaats van ‘oproep tot gebed’, zei ze ‘oproep tot geweld‘.
De verspreking werd opgemerkt en getipt aan stichting Meldpunt Islamofobie, dat er een LinkedIn-post aan wijdde. ‘Dit is enorm gevaarlijk daar veel Nederlanders vertrouwen en geloven in de rapportages van de NOS. Daarom is het belangrijk dat dit heel nadrukkelijk en via hetzelfde kanaal gecorrigeerd gaat worden’, aldus de stichting.
Die correctie kwam vier uur later op de herstelrubriek van de NOS te staan. ‘Excuses, in de categorie ongelukkige versprekingen staat deze voor mij met stip op 1. Maar van islamofobie is hier absoluut geen sprake’, zegt Weimans. ‘Achteraf is het jammer dat er geen opname is van de reactie van mijn eindredacteur, die in mijn oortje schreeuwde ‘gebed’!!!’
Daarmee is de kritiek op de berichtgeving van NOS nog niet gaan liggen. De zender zou gekleurd zijn in de berichtgeving. Bijvoorbeeld met een kop als ‘SGP en Ja21 maken werk van verbod’. ‘Dit is gewoon moslimdiscriminatie hoor. Deze partijen willen niet alle gebedsoproepen verbieden – kerkklokken mogen blijven. Discriminatie moet echt in de kop’, schrijft onderzoeksjournalist Zoë Papaikonomou op LinkedIn.
Ambtenaren en oud-diplomaten hebben een alternatieve dodenherdenking georganiseerd. Op 4 mei herdenken ze niet alleen de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, maar alle slachtoffers van genocide, oorlog, vervolging en onderdrukking.
Onder de noemer ‘4 mei Inclusief’ speelt het comité in op een groeiende kritiek in de samenleving op de herdenking van slachtoffers van de Holocaust, zonder hierbij stil te staan bij de huidige oorlog in Gaza. Veel mensen hebben moeite met de stilte vanuit de Nederlandse politiek en vinden het lastig te begrijpen waarom er wel aandacht is voor de slachtoffers uit het verleden, en niet voor die in Gaza.
‘Dit initiatief is ontstaan door de verschrikkingen van de genocide op de Palestijnen en door het hierop terzijde schuiven van mensenrechten en internationaal recht door de Nederlandse staat’, schrijft het comité op de website. Het comité bestaat uit rijksambtenaren en oud-diplomaten, maar ze komen samen als burger en mens, aldus de initiatiefnemers.
Tijdens de ceremonie wordt nadrukkelijk gedacht aan mensen in Nederland die zijn gevlucht voor oorlog, genocide, vervolging of onderdrukking en mensen die momenteel gebukt gaan onder deze omstandigheden, of al zijn overleden. Daarbij voegt het comité ‘door toedoen of nalaten van de Nederlandse staat’ toe, doelend op de rol van de Nederlandse overheid in de oorlog van Gaza.
De herdenking vindt plaats aan de Laan van Reagan en Gorbatsjov in Den Haag en start om 19.00 uur. Het is niet de bedoeling dat deelnemers vlaggen meenemen. ‘Neem een bloem mee als symbool om te herdenken’, schrijft het comité.
Trouw schrijft dat het kabinet het nieuwste rapport over moslimdiscriminatie zonder pardon van tafel veegde. Volgens de krant verdwenen eerdere rapporten over moslimdiscriminatie eveneens in de politieke la, al hebben sommige onderzoeken wél invloed gehad op de maatschappij.
Zo noemt Rabin Baldewsingh, de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, het onderzoek naar discriminatie bij banken als voorbeeld. ‘Dat was een enorme wake-upcall’, zegt hij tegenTrouw. ‘Banken zijn als de wiedeweerga aan de slag gegaan. Je wilt niet weten bij hoeveel banken ik ben uitgenodigd om over dit probleem te praten.’
De banken hebben toegezegd samen te werken met Discriminatie.nl en hun personeel te trainen in het herkennen van onbewuste vooroordelen. Toezichthouders van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten onderzoeken momenteel of die beloftes worden nagekomen, meldt Trouw.
Bij andere rapporten is het effect verwaarloosbaar. Zo verscheen in 2023 een onderzoek naar de discriminatie van moslima’s, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daaruit bleek onder meer dat vrouwen die een hoofddoek dragen vaker worden benadeeld op de arbeidsmarkt. ‘In de werving- en selectiefase ontvingen zij 2 tot 7 keer minder positieve reacties op sollicitaties dan vrouwen zonder migratieachtergrond.’
Wat de huidige minister van Sociale Zaken, Eddy van Hijum, met dit rapport heeft gedaan of nog van plan is te doen, wordt in juni duidelijk, bij een debat over arbeidsmarktdiscriminatie.
De Monitor Moslimdiscriminatie, verschenen in 2012, 2015, 2017 en 2021, constateert dat er sinds 2010 een kentering gaande is en dat ‘moslimdiscriminatie steeds vaker openlijk en publiekelijk wordt geuit, in media, op straat, online en in de politiek’.
Volgens de onderzoekers Ineke van der Valk, Roemer van Oordt en Ewoud Butter zijn ‘discriminerende vragen tijdens sollicitaties en op de werkvloer’ eerder regel dan uitzondering.
‘Kandidaten worden bevraagd over hun geloof, loyaliteit aan Nederland en opvattingen over onderwerpen als homoseksualiteit of terrorisme — vragen die vaak weinig met de functie te maken hebben’, schrijft Trouw.
Ook volgens hen gebeurt er in politiek Den Haag weinig met dit rapport. Ewoud Butter: ‘Moslimhaat is genormaliseerd. Dat maakt effectieve bestrijding lastig — zeker met een kabinet waarin de grootste partij moslims fundamentele rechten wil ontzeggen.’
In de Amsterdamse Tolhuistuin verzamelden zondag alevitische Nederlanders zich voor de benefiet Aşk ile, met liefde. De organisatoren pleiten voor een monument in Nederland voor het bloedbad in Sivas in 1993, waar 37, vooral alevitische, kunstenaars en intellectuelen omkwamen. ‘Het blijft een open wond’, zegt een van de sprekers.
‘Steek ze in brand, de fik erin’, herhaalt een muzikant de haatdragende woorden van duizenden soennitische extremisten tijdens de massamoord in Sivas. Hij was toen nog niet geboren, maar heeft de pijn als aleviet wel meegekregen.
De muzikant verwijst naar de beelden van de brandstichting van hotel Madımak in Sivas, aangemoedigd door soennitische jihadisten. ‘Het is prachtig’, roept een van hen op camera. Later, wanneer er grote vlammen uit het gebouw slaan, voegt de menigte daaraan toe: ‘Allah, dit is jouw vuur, het hellevuur.’
De alevieten in de Amsterdamse zaal herbeleven het trauma dat zich meer dan dertig jaar geleden voltrok. Slachtoffer en nabestaande Ismail Kaya, die zijn dochter Menekse en zoon Koray in de brand verloor, is uit Turkije overgevlogen en zingt zijn verdriet in een treurzang.
‘Ik heb kinderen, ze hebben geen jeugd gehad Mijn kroost, dat nooit heeft gebloeid
Ik heb diepe wonden Eeuwige duisternis, zonder zucht van verlichting’
‘Hij heeft ons kapotgemaakt met zijn roerzang’, reageert hoogleraar Ugur Ümit Üngör (NIOD), die ook een van de sprekers is. Vele anderen in de zaal pinken een traan weg.
Er zijn gesprekken en workshops, die gelijktijdig in verschillende zalen plaatsvinden. Beroemde alevitische Nederlanders zoals Sinan Can, Meral Polat en Funda Müjde zijn aanwezig.
Beeld: Tayfun Balcik
Schrijver Chris Keulemans interviewt historicus Mahmut Erciyas, die het boek De God is in de mens samenstelde met vertaalde gedichten van alevitische troubadours. ‘Het was voor mij een vorm van zelfstudie naar mijn eigen achtergrond en een poging om kennis over het alevitisme over te dragen aan de volgende generatie’, vertelt hij.
Keulemans doet een poging om tot de essentie van het alevitisme door te dringen. ‘Een aleviet ben je niet, een aleviet word je’, wil hij van Erciyas weten. ‘Zelfs de grootste alevitische leermeesters zijn nooit af’, antwoordt Erciyas.
Sommige teksten, zoals die van Asik Ibreti, waarin hij zich uitspreekt tegen de soennitische orthodoxie, zijn volgens Keulemans uitdagend en polariserend. ‘Ze zijn geschreven in een context van toenemende haat en geweld tegen alevieten. Hijzelf is ontsnapt aan een aanslag door radicale islamisten’, legt Erciyas uit.
Antropologiestudente
Bij het bloedbad in Sivas viel ook een Nederlands slachtoffer, de 23-jarige antropologiestudente Carina Thuijs. Zij deed onderzoek naar Turkse vrouwen en kwam via contacten van Rahmi Sivri in Doetinchem, betrokken bij Stichting DIDF en deelnemer aan het gesprek met Keulemans en Erciyas, in Sivas terecht.
‘Ze kwam lachend en een beetje bescheiden bij ons op kantoor in Doetinchem. Ze wist helemaal niets van het alevitisme’, aldus Sivri, die bij de massamoord zijn twee nichtjes Asuman en Yasemin Sivri verloor. Sivri is voorstander van een monument voor de slachtoffers, en vindt het passend als dat in de Achterhoek wordt geplaatst.
Ineenstorting Ottomaanse rijk
Na een korte pauze is professor Üngör aan de beurt. Volgens hem moet de massamoord in Sivas worden geplaatst binnen een bredere context van anti-alevitisch geweld sinds het ontstaan van de Turkse republiek, na de ineenstorting van het Ottomaanse rijk. ‘De eerdere Ottomaanse periode kende ook periodes van alevitische moordpartijen, maar er waren ook lange tijden van vreedzame co-existentie’, zegt hij.
‘De meeste massamoorden vonden plaats tijdens de republiek’, vertelt Üngör, en noemt bijvoorbeeld de genocide in Dersim in 1938, die onder bevel van Mustafa Kemal Atatürk werd uitgevoerd.
‘Het was een aanval op de culturele elite van de alevieten’
Üngör was twaalf jaar oud toen het bloedbad in Sivas plaatsvond. Zoals bijna elke zomer zouden ze met de auto naar Turkije reizen, maar uit angst reden ze dat jaar niet naar Erzincan, waarvoor je Sivas moet passeren, de geboortestreek van zijn ouders.
‘Het was een aanval op de culturele elite van de alevieten, en de angst onder alevieten was daarom enorm’, merkt Üngör op. ‘Een aanval op de elite is meestal een opstap naar bredere vervolging van groepen.’
Ugur Ümit Üngör, universitair hoofddocent (Universiteit Utrecht) en onderzoeker bij het NIOD. Beeld: Tayfun Balcik
Na zijn korte presentatie volgt een panel met Sinan Can als moderator. ‘Door de gebeurtenissen in Sivas besefte ik dat ik aleviet ben’, zegt hij recht voor z’n raap. Panelist Serdar Manavoglu kan dat beamen. ‘In Sivas kwamen we erachter dat we alevieten waren’, zegt hij instemmend. Can benadrukt ook dat er in Sivas niet alleen alevitische slachtoffers vielen. Ook enkele soennitische muzikanten en intellectuelen kwamen toen om het leven.
‘De daders zijn er toch goed mee weggekomen’, zegt panelist Kul Yetimi, die eraan herinnert dat twintig veroordeelden onlangs vervroegd zijn vrijgelaten door Erdogan.
Geen rechtse alevieten
Manavoglu denkt dat ‘het linkse bewustzijn’ onder alevieten in Nederland is gegroeid door Sivas. ‘Ik ken eigenlijk helemaal geen rechtse alevieten hier, behalve Dilan Yesilgöz dan’, reageert Can, waarop de zaal in lachen uitbarst. ‘Het is best een zwaar onderwerp, ik probeer het een beetje luchtig te houden’, zegt Can quasi-verontschuldigend.
‘De daders zijn er toch goed mee weggekomen’
Hij noemt eerdere herdenkingen van de massamoord in Sivas vooral ‘alevitische incrowd’-bijeenkomsten. ‘Dat is vandaag zeker niet het geval. Moet dit niet vaker gebeuren?’ vraagt hij aan de panelleden.
Zeynep Çimtay, voorzitter van de Federatie van Alevitische verenigingen Nederland, is hier ook in Europees verband mee bezig. Ze noemt een gerealiseerd project met vijf onderdelen. Een digitaal museum, bibliotheek, webdocumentaire, de overdracht van oral history en de film ‘Er is iets verschrikkelijks gebeurd’.
’s Avonds treden nog muzikanten op, onder wie Meral Polat, met moderne uitvoeringen van alevitische folklore. Het is niet bekend hoeveel geld er zondag is opgehaald voor het Sivas Namenmonument, maar het lijkt erop dat de alevieten van Nederland klaar zijn met de angstcultuur binnen Turkse kringen. Met het daverende concert smaakt het in ieder geval naar meer alevitische verlichting in de duisternis.
Volgens cabaretier Hans Teeuwen bestaat moslimdiscriminatie niet. Hij grijpt het Nationaal Onderzoek naar Moslimdiscriminatie aan om zijn afkeer van moslims te uiten. ‘Die hebben altijd wel wat te mekkeren,’ zegt hij zelfgenoegzaam in een video.
Teeuwen noemt het een ‘flutonderzoek’ dat volgens hem is gebaseerd op de verhalen van 44 ‘beroepsmoslims’, waarmee hij de ervaringen van islamitische Nederlanders ontkent en bagatelliseert.
‘En dat hele begrip islamofobie is natuurlijk ook bullshit, want moslims zijn nou niet de groep die het meeste gevaar loopt’, vervolgt hij zijn tirade. Hij haalt antisemitisme aan om moslimdiscriminatie weg te relativeren. ‘De beveiliging staat niet bij islamitische scholen, maar bij joodse scholen en synagogen.’
Ook in zijn uitspraken over de hoofddoek slaat hij door. Hij beschouwt die uitsluitend als een onderdrukkend symbool, bedacht door mannen, en gaat daarbij volledig voorbij aan de vrijheid van godsdienst en de eigen keuze van vrouwen.
Teeuwen kreeg vorig jaar politiebezoek, vanwege een luchtdrukpistool als verwijzing naar de wapenaffaire rond de burgemeester en haar ex-man, na een pro-Israëlische sketch over Femke Halsema. Ook in dat filmpje lijkt Teeuwen antisemitisme aan te halen om discriminatie van andere groepen, evenals het koloniale en slavernijverleden, te bagatelliseren.
Hans Teeuwen was een vriend van de vermoorde filmmaker Theo van Gogh. Na diens dood heeft hij moslims en de islam regelmatig op de korrel genomen en is hij langzaam maar zeker in de extreemrechtse hoek van het politieke debat beland.
Op 13 april 2025 is de Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa op 89-jarige leeftijd overleden. Hij was een van de reuzen van de wereldliteratuur, zoals het gerenommeerde Spaanse dagblad El País hem noemt. In 2010 ontving hij (eindelijk) de Nobelprijs voor de Literatuur.
Vargas Llosa heeft tientallen bestsellers op zijn naam staan, maar hij was veel meer dan een schrijver. Hij was een publiek figuur, deed in 1990 een gooi naar het presidentschap, was een groot en vernieuwend denker en speelde een maatschappelijke rol van belang. Daarin verschilt Latijns-Amerika nogal van wat wij hier in Nederland gewend zijn. Daar is cultuur een drijvende en bepalende factor in het dagelijks leven. Schrijvers, dichters, zangers, musici, schilders, kortom, allen die zich bezighouden met cultuur, spelen een brede publieke rol, schoppen het vaak tot minister en zijn vaak mensen van groot maatschappelijk aanzien. Ook in Nederland werd naar don Mario geluisterd. In 2013 hield hij de prestigieuze Nexus-lezing, getiteld: ‘De verdwenen cultuur’.
In de jaren tachtig studeerde ik Spaanse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Leiden. Nu, vele decennia later, ben ik nog altijd enorm dankbaar voor wat ik tijdens mijn studie heb meegekregen: een raamwerk om de werkelijkheid te duiden. Een raamwerk dat is opgebouwd uit al die stemmen van schrijvers, dichters en zangers uit de Spaans- en Portugeestalige wereld. Vargas Llosa – Varguitas, Vargasje, zoals zijn vrienden hem noemden – was verplichte literatuur. Ik genoot van zijn boeken: De stad en de honden, Tante Julia en meneer de schrijver. Boeken die ons meenamen in de keiharde, maar ook magische Latijns-Amerikaanse realiteit.
Na mijn studie verhuisde ik naar Chili. In 1985, toen de militaire dictatuur van generaal Augusto Pinochet in volle gang was, had ik het geluk Vargas Llosa live mee te maken, toen hij op uitnodiging van de Fundación Eduardo Frei een spraakmakende lezing hield: ‘De vrijheid van de cultuur en de cultuur van de vrijheid’.
Veel later, toen ik volksvertegenwoordiger was namens het CDA in de Tweede Kamer en mij ervoor inzette Latijns-Amerika op de Nederlandse politieke agenda te houden, werd ik op een goede dag opgebeld door de Peruaanse ambassadeur. Er was een Peruaanse schrijver op bezoek. Mario Vargas Llosa. De ambassadeur bood hem een diner aan. Of ik ook wilde komen.
Of ik ook wilde komen? Ik zou alles uit mijn handen laten vallen om hierbij te zijn! Het werd een onvergetelijke avond, waarbij de schrijver mij uitlegde hoe hij werkt en wat hem drijft.
Hij, zijn denken en zijn werken zullen gemist worden in onze wereld anno 2025
De betekenis van deze literaire reus is groot. Hij, zijn denken en zijn werken zullen gemist worden in onze wereld anno 2025. Zijn historische werken, zoals De oorlog van het einde van de wereld of De droom van de Ier, helpen het verleden en het heden te duiden. Eén van zijn in Nederland meer bekende werken is Het feest van de bok. Een genadeloos maar invoelend geschreven werk over de wreedheid van dictator generaal Rafael Trujillo van de Dominicaanse Republiek. Een boek dat daarmee ook een aanklacht is tegen alle dictators, caudillos, volksmenners of alleenheersers, en dus ook een waarschuwing voor de huidige tijd. Want als er geen tegenmacht is, kan zelfs het meest walgelijke of onvoorstelbare werkelijkheid worden.
Zijn laatste boek verscheen in 2023: Te dedico mi silencio, Ik draag mijn stilte op aan jou, over Peruaanse muziek en, meer in het algemeen, over alles wat Peruaans is.
Persoonlijk vind ik zijn boek El Hablador, in het Nederlands vertaald als Het woord van de verteller, een van zijn beste werken. Hij vertelt daarin over het lot van de Machiguengas, een kleine, met uitsterven bedreigde inheemse stam in Peru. Hij stelt de invloed van de westerse wereld op deze gemeenschap aan de orde en laat ons kennismaken met de positie van vertellers in deze Machiguenga-cultuur. Vertellers zijn een soort minstrelen, die van dorp naar dorp trekken om het laatste nieuws te brengen, maar ook de culturele tradities reciteren en bewaren. Ieder verhaal eindigt met de woorden: ‘Dit is, tenminste, zoals ik het begrepen heb.’ Ofwel: ‘Dit is mijn inzicht. Ik weet niet of dit de enige waarheid is.’
Wat een bescheidenheid, wat een toonbeeld van het relativeren van het eigen ik, het eigen gelijk. We kunnen nog wel wat leren van inheemse bevolkingen, in een wereld die in snel tempo ten onder gaat aan grote ego’s.
Dank, don Mario, voor al uw inzichten. Rust nu in vrede.
Het kabinet wil de spreidingswet, die bepaalt dat asielzoekers eerlijk over het land worden verdeeld, pas volgend jaar intrekken. Dit meldt NOS.
Sinds minister Faber van Asiel en Migratie aankondigde de spreidingswet te willen intrekken, is er onduidelijkheid over de exacte datum. De spreidingswet zou zo snel mogelijk van tafel moeten, maar later zei Faber dat het wel eens twee jaar zou kunnen duren. Dit leidde tot onduidelijkheid bij gemeenten. Hoewel zij volgens de wet moesten handelen, was er twijfel bij gemeenten die het hier niet mee eens waren. Door de spreidingswet pas volgend jaar in te trekken, wil het kabinet gemeenten en provincies duidelijkheid bieden en de gemaakte afspraken respecteren.
De spreidingswet werd na veel discussie aangenomen om de druk op aanmeldcentrum Ter Apel te verlichten; elke gemeente moest zijn steentje bijdragen en een voorgeschreven aantal opvangplekken realiseren. Minister Faber stelde echter kort na haar intreden dat de wet niet nodig zou zijn, omdat zij zou zorgen voor minder asielzoekers.
Deze argumentatie volgt de minister nog steeds. Maar ze erkent ook dat de wet niet zomaar ingetrokken kan worden. Dit moet gepaard gaan met een aantal andere maatregelen, zei ze tijdens het commissiedebat op 17 maart. ‘Je moet natuurlijk wel zorgen dat er doorstroomlocaties zijn voor de statushouders. Op dit moment is een op de drie bewoners van een azc een statushouder. Die hoort daar niet te zitten.’
Volgens de spreidingswet moeten gemeenten de afgesproken opvanglocaties per 1 juli 2025 beschikbaar hebben. Minister Faber lijkt op deze plekken te rekenen, maar deze zijn niet vanzelfsprekend, zo blijkt uit een recente oproep van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
In de oproep stelden ze dat gemeenten momenteel niet zelf een opvanglocatie volledig kunnen exploiteren vanwege ‘onduidelijkheid over de kaders’. Vaak wordt samengewerkt met het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA), maar door onduidelijkheid over de financiering is het onzeker of deze vorm van opvang na 1 juli door kan gaan.
In veel gemeenten is er verzet tegen nieuwe asielzoekerscentra. De afgelopen weken waren er regelmatig ongeregeldheden bij demonstraties. Critici wijzen erop dat de toename van geweld te maken heeft met het strengere asielbeleid, wat de bevolking aanzet om zich te verzetten tegen nieuwe opvangplekken.
Afgelopen zondag werden raketten afgevuurd op het al-Ahli al-Arabi Baptist Hospital, het laatste ziekenhuis in Gaza-Stad. Bij de aanval vielen minstens drie doden, waaronder een kind dat op dat moment werd behandeld voor een hoofdwond. Een ander slachtoffer was een vrouw die had besloten de nacht door te brengen bij haar man, die in het ziekenhuis lag.
Het ziekenhuis kreeg slechts 18 minuten van tevoren een waarschuwing dat het patiënten moest evacueren vanwege de aanval. Het gebouw waar operaties plaatsvinden en de opslag van zuurstof voor de intensive care-afdeling werden verwoest. Volgens Israël was het doel van de aanval een Hamas-basis, maar hiervoor werd geen bewijs geleverd, schrijft Middle East Eye.
De aanval werd wereldwijd door leiders en organisaties veroordeeld. De Euro-Med Mensenrechtenmonitor noemt het een opzettelijke aanval op het leven. In Taipei, de hoofdstad van Taiwan, gingen mensen massaal de straat op, meldt Al Jazeera.
In Nederland blijft het kabinet steken bij ontmoedigende woorden richting Israël. Vanuit de samenleving neemt de druk op de politiek dan ook toe. Nederland zou meer kunnen doen om de Israëlische regering tot een koerswijziging te manen, vinden veel mensen.
Protesten
Op dinsdag 15 april worden wereldwijd acties gevoerd die zouden moeten leiden tot een economische blokkade, aangezien ‘de wereldeconomie medeplichtig is aan genocide’, zo staat op de Instagrampagina van de actiegroep Docenten voor Palestina. Hoe hieraan invulling te geven, blijkt niet uit de post, behalve de oproep ‘de slagaders van het kapitalisme te blokkeren en de wielen van de productie te blokkeren’. De actiegroep roept docenten in Nederland op om mee te doen aan deze economische blokkade – op welke manier dan ook – om zo een rode lijn te trekken voor Israël.
Gisteren plaatste Plant an Olive Tree wederom duizenden kinderschoenen om de gestorven kinderen te herdenken, dit keer in Leiden. Ruim 17.500 paar kinderschoenen werden op de Beestenmarkt geplaatst, refererend aan het aantal vermoorde kinderen, dat in werkelijkheid waarschijnlijk veel hoger ligt. Verschillende mensen lazen de namen en leeftijden van de kinderen voor.
Ambtenaren
Ondertussen blijven ambtenaren elke donderdag sit-ins houden bij de ingang van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Dit doen ze al vanaf het begin van de oorlog in Gaza. Af en toe spreekt een minister hen toe, tot nu toe zonder een significante koerswijziging als resultaat. Vorige week gingen vijf grote mensenrechtenorganisaties in gesprek met premier Schoof om te praten over de stilte van Nederland over Gaza. De premier zei echter vast te houden aan diplomatie.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.