Israëlische kolonisten drongen zondagavond ‘brandstichtend’ een Palestijns dorp op de Westoever binnen, meldt NRC. Dit gebeurde na het ingaan van het bestand tussen Israël en Hamas.
Tot de slachtoffers behoort de familie Fuqaha in Sihil, wier huis werd aangevallen en niet veel later in brand vloog door een Israëlische molotovcocktail. Geen staakt-het-vuren op de bezette Westelijke Jordaanoever, meldt NRC. In het hele gebied werden wegen afgesloten en trokken kolonisten met veel geweld rond.
‘Er komen wel vaker kolonisten schreeuwend en zingend het dorp in’, vertelt Suleiman Fuqaha, ‘Maar deze keer stichtten de kolonisten ook brand en werden er stenen gegooid. Twee auto’s gingen in vlammen op en in vier huizen werd brand gesticht’, vertelt hij tegen NRC.
Extremistische Joodse kolonisten verzetten zich tegen het bestand en zien zichzelf vermoedelijk gesterkt door de machtsovername van Trump, die meteen de sancties tegen hen heeft opgeheven.
Pro-Palestijnse Turkse kranten zijn feller in hun bewoordingen over het kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever. ‘De genocide is overgeslagen naar de Westoever’, koptYeni Safak en doelt daarbij op de aanval het vluchtelingenkamp in Jenin, waarbij tien doden zijn gevallen.
Ook VN-rapporteur Francesca Albanese, die eerder sprak van genocide in Gaza, vreest een nieuw bloedbad in Jenin. ‘Als de Israëlische doodsmachine op de Westoever niet wordt gestopt, dan zal de genocide niet beperkt blijven tot Gaza’, waarschuwt zij op X.
Een steward van de Turkse luchtvaartmaatschappij Pegasus heeft asiel aangevraagd in Duitsland, na een overnachting in Düsseldorf.
Nadat de steward Enes Basmakcı had gewerkt op de vlucht van Istanbul naar de Duitse stad, verbleef de bemanning in een hotel. Vanuit dit hotel vertrok hij en keerde nooit meer terug, meldt de Turkse website SonHaber.
Kort daarna duikt hij op met een bericht op X, waarin hij vertelt dat hij asiel heeft aangevraagd in Duitsland, omdat hij zich als criticus van de Turkse regering niet langer veilig voelt in zijn land.
‘Jij, Recep Tayyip Erdogan, hebt onze hoop met je woorden en daden gedood. Je hebt geen respect voor welke groep dan ook, je hebt me moe gemaakt met jaren van onderdrukking’, schrijft hij op maandag.
‘Je hebt mensen altijd gescheiden op basis van hun religie, taal en voorkeuren, en de mensen zijn geworden zoals jij. Er is constant geweld, constant oordeel, constante uitsluiting in het land tegen mensen die er anders uitzien of andere overtuigingen hebben. En je bent er eindelijk in geslaagd, ik ga weg.’
De Houthi’s hebben 25 ontvoerde bemanningsleden van het vrachtschip Galaxy Leader na 430 dagen vrijgelaten. De vrijlating kan gezien worden als een reactie op het staakt-het-vuren in Gaza, zei de Jemenitische groepering afgelopen woensdag.
De gegijzelde bemanning bestond grotendeels uit Filipino’s. Daarnaast waren er bemanningsleden afkomstig uit Bulgarije, Oekraïne, Roemenië en Mexico. Het schip werd gekaapt in november 2023, kort nadat de oorlog in Gaza uitbrak. Hierna vielen de Houthi’s nog meer dan 100 schepen aan. De Galaxy Leader was het enige schip dat daadwerkelijk werd gekaapt.
De Houthi’s zeggen dat de vrijlating is afgestemd met Hamas, maar andere factoren spelen mogelijk mee. De Amerikaanse president Donald Trump wil de Houthi’s opnieuw aanwijzen als een buitenlandse terroristische organisatie, wat grote financiële gevolgen zou hebben, zowel voor de groep als voor de Jemenitische bevolking. Oud-president Biden had deze sanctie eerder ingetrokken om die reden.
De Houthi’s hebben verklaard dat ze vanaf nu geen aanvallen meer uitvoeren op schepen die door de Rode Zee varen, met uitzondering van schepen die Israëlische havens aandoen. Grote rederijen zoals Maersk en CMA CGM blijven echter voorlopig de langere route varen, rondom Zuid-Afrika.
De aanvallen van de afgelopen twee jaar waren gericht op schepen die op een of andere manier gelinkt waren aan Israël, al was deze link niet altijd duidelijk. In het geval van de Galaxy Leader ging het om de eigenaar van het schip: Abraham ‘Rami’ Ungar, een Israëlische miljardair.
Max Koffi wil eerlijke handel naar een hoger niveau tillen met ‘equal trade’. Gebaseerd op de Afrikaanse ubuntu-filosofie strijdt hij voor gelijke winstdeling tussen Noord en Zuid.
Je zou bijna denken dat hij zijn naam niet zelf bedacht heeft. Max Koffi. Maar de oprichter van de Equal Trade Alliance heet echt zo. Deze Max Havelaar 2.0. wil geen eerlijke handel maar gelijke handel: de winsten die westerse bedrijven maken met cacao en andere producten moeten voor een deel worden uitgekeerd aan de mensen in de Global South die deze grondstoffen verbouwen.
In 1860 schreef Multatuli, een pseudoniem van Eduard Douwes Dekker, zijn boek Max Havelaar, of De Koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij: een felle aanklacht tegen het cultuurstelsel, waarbij boeren op Java gedwongen werden om koffie, tabak en andere handelsgoederen te verbouwen, die Nederland vervolgens met grote winsten kon verhandelen. Het boek inspireerde in 1988 idealistische Nederlanders tot het oprichten van Max Havelaar, een keurmerk voor fairtrade producten. Lokale boeren kregen een minimumprijs voor hun producten, een ‘eerlijke prijs’, zodat ze niet in armoede hoefden te leven.
Een stap verder
‘Het principe van equal trade gaat een stap verder’, legt Max Koffi uit. ‘Het model is gebaseerd op twee belangrijke ideeën. Ten eerste het stoppen met de traditionele relatie tussen koper en leverancier. In plaats daarvan komen er afspraken waarbij iedereen in de handelsketen gelijkwaardig samenwerkt. Ten tweede draait het om het eerlijk verdelen van de opbrengsten. Zo krijgt iedereen die betrokken is bij het verwerken en verkopen van grondstoffen een eerlijk deel van het geld dat wordt verdiend.’
‘Hoe groter onze beweging wordt, hoe sterker we staan tegenover de bedrijven’
Koffi kwam in 2022 op het idee hiervoor, vlak na een onderzoek van Wageningen University. Het onderzoek concludeerde dat er eigenlijk een nieuw keurmerk zou moeten komen, dat effectiever was dan dat van fairtrade. ‘Maar omdat er bij de industrie en de ketenpartners natuurlijk weerstand is tegen een andere manier van handel, ze zijn bang dat ze minder winst maken, moesten we met een beweging komen’, vertelt hij. ‘Dan staan we sterker. Inmiddels zijn we actief met teams in 33 landen zowel in Afrika, als in Europa en India. Het gaat vooral om studenten die we hebben gerekruteerd aan de universiteiten.’
Equal trade heeft drie pijlers, ook wel de drie a’s genoemd. Het gaat om bewustwording (awareness creation), wetenschappelijk onderzoek (academic research) en lobbyen in Nederland, bij de Europese Unie en Afrikaanse landen (advocating). Koffi: ‘Hoe groter onze beweging wordt, hoe sterker we staan tegenover de bedrijven.’
De focus ligt nu vooral op bewustwording. ‘We hebben veel bijeenkomsten georganiseerd, binnen universiteiten maar ook met verschillende symposia. Op 11 februari gaan we aan tafel met werkgeversorganisatie VNO-NCW, waar we voor het eerst onze plannen presenteren aan het Nederlandse bedrijfsleven. Ons punt is dat deze vorm van handel ook voordelig kan zijn voor Europa. China, India en Turkije proberen meer economische invloed te krijgen in Afrika, maar als Europa kiest voor equal trade dan blijft het marktaandeel behouden. De angst is dat als je in winsten gaat delen je arm wordt, maar dat is niet waar. De olieproducerende landen kregen aanvankelijk ook weinig geld voor hun olie. Dat is nu drastisch veranderd toen deze landen zich verenigden in OPEC. Maar de westerse oliebedrijven verdienen in het Midden-Oosten nog steeds miljarden.’
Inmiddels is Koffi ook bezig met lobbyen bij de politiek. Op 3 februari gaat hij naar het Europees Parlement, om aan de Europarlementariërs van GroenLinks en PvdA zijn nieuwe concept van wereldhandel uit te leggen. En het is de bedoeling dat later dit jaar een petitie wordt aangeboden over equal trade aan de Tweede Kamer. ‘Onze beweging groeit. Er zijn ook enthousiaste mensen in Duitsland, Frankrijk en Italië die voor gelijke handel lobbyen.’
Hoewel het concept equal trade is begonnen met cacao gaat de vlieger natuurlijk ook op voor andere producten. En hoewel het begon met Afrika profiteren andere regio’s uit de zogenoemde Global South er ook van, zegt hij. ‘We kunnen als Afrika ook niet in ons eentje optrekken, want dan vertrekken multinationals naar Zuidoost-Azië of Zuid-Amerika. We moeten één blok vormen.’
Afrikaanse Ubuntu
Het idee van equal trade is gebaseerd op de Afrikaanse ubuntu-filosofie. Ubuntu is een wijsgerig concept uit zuidelijk Afrika, waarin de verbondenheid van mensen met elkaar centraal staat: ‘Ik ben omdat wij zijn.’
‘Het lijkt er soms op dat wij, mensen uit Afrika, niet bestaan’, zegt Koffi. ‘Wij hebben geen eigen theorieën over economie, politiek en onderwijs. Alles wordt opgelegd door het buitenland. Daarom moeten we met eigen ideeën komen. Ubuntu is ons Afrikaanse gedachtegoed. Dat kunnen we toepassen op politiek, sociaal en economisch niveau.’
‘Het lijkt er soms op dat wij, mensen uit Afrika, niet bestaan’
Economisch gezien kiest ubuntu voor een middenweg tussen kapitalisme en socialisme. ‘Het kapitalisme heeft gezorgd voor veel innovatie en economische groei, maar het heeft ook geleid tot grote ongelijkheid in rijkdom en macht’, legt Koffi uit. ‘In grondstofrijke gebieden zoals Afrika leidt het kapitalistische model vaak tot oneerlijke handelsrelaties. Kleine boeren en producenten, die grondstoffen leveren, krijgen slechts een klein deel van de winst, terwijl rijke landen en bedrijven het grootste deel van de opbrengst binnenhalen. Dit systeem zorgt ervoor dat lokale producenten afhankelijk blijven en moeilijk kunnen ontsnappen aan armoede.’
Maar ook heeft Koffi kritiek op het socialisme. ‘Deze vorm van economisch denken legt de nadruk op staatscontrole en centrale planning, maar heeft vaak te maken met inefficiëntie en een gebrek aan prikkels voor vernieuwing. Hoewel het socialisme probeert rijkdom eerlijker te verdelen, kan de sterke nadruk op staatseigendom ervoor zorgen dat individuele ondernemers minder vrijheid en controle hebben over hun eigen werk. Hierdoor raken producenten vaak afhankelijk van logge bureaucratische systemen die niet goed inspelen op lokale behoeften en veranderingen in de markt.’
Gaswinning in Groningen
Koffi’s Equal Trade-certificaat biedt een alternatief voor zowel kapitalisme als socialisme, zegt hij, door het beste van beide systemen te combineren en hun tekortkomingen aan te pakken. ‘Ons ubuntumodel draait om verantwoordelijkheid en welvaart. Door traditionele machtsverhoudingen tussen kopers en leveranciers af te schaffen en gelijkwaardige samenwerkingen te creëren, zorgt Equal Trade ervoor dat alle betrokkenen in de handelsketen eerlijk worden behandeld. Daarnaast wordt de winst uit grondstoffen eerlijk verdeeld, waardoor uitbuiting wordt voorkomen en duurzame economische groei mogelijk wordt gemaakt. Dit model streeft naar een eerlijker wereldwijd economisch systeem waarin iedereen profiteert.’
Voorts gaat ubuntu ook van de gedachte uit dat de bewoners van een land profijt moeten krijgen van de grondstoffen in hun gebied, niet de overheid of de bedrijven. Dit concept is ook interessant voor Nederland, bijvoorbeeld dat Groningers kunnen profiteren van de gaswinning in hun provincie.’
Een belangrijk motief voor equal trade is ten slotte dekolonisatie. ‘In het verleden bepaalden koloniale machthebbers de spelregels in Afrika en andere delen van de Global South, tegenwoordig doen de multinationals dit. Zij onttrekken vooral waarde aan deze regio’s, terwijl lokale economieën onderontwikkeld bleven. Nog steeds zijn veel Afrikaanse landen afhankelijk van de verkoop van onbewerkte grondstoffen, terwijl producten met toegevoegde waarde veel meer opleveren. Equal trade wil deze ongelijkheid doorbreken door handelssystemen te hervormen. Door producenten als gelijkwaardige partners te behandelen en ze meer zeggenschap te geven, zorgt het model ervoor dat lokale gemeenschappen een eerlijk deel van de opbrengsten krijgen en economisch sterker worden.’
De Amerikaanse universiteit Harvard heeft de omstreden IHRA-definitie van antisemitisme aangenomen, nadat Joodse studenten vorig jaar een aanklacht hadden ingediend over pro-Palestijnse protesten. Dat meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye.
De opvallende stap van Harvard komt op een gevoelig moment in Amerika. Trump is opnieuw president en heeft in een van zijn eerste decreten vrijwel direct de sancties tegen gewelddadige kolonisten in bezet Palestijns gebied opgeheven.
De Joodse organisatie Studenten tegen Antisemitisme diende haar klacht in op basis van de Civil Rights Act, waarin discriminatie op grond van ras, kleur of nationaliteit verboden is.
Volgens de studenten waren de pro-Palestijnse protesten tegen de Israëlische oorlog in Gaza ‘antisemitisch’ gemotiveerd en bevatten ze antisemitische uitingen.
‘Deze beslissing opent de weg naar betekenisvolle acties in de bestrijding van antisemitisme, haat en vooroordelen op de campus. De universiteit toont hiermee haar sterke toewijding aan het beschermen van de Joodse en Israëlische gemeenschap’, aldus Marc Kasowitz van Studenten tegen Antisemitisme in een verklaring.
Aan de pro-Palestijnse kant wordt deze beschuldiging echter verworpen, omdat zij vinden dat het opkomen voor Palestijnse rechten niets te maken heeft met antisemitisme.
Daarnaast beschouwen zij de IHRA-definitie als onbruikbaar. Volgens hen is deze definitie in 2004 opgesteld door pro-Israëlische lobbygroepen, die kritiek op de staat Israël in bezet Palestijns gebied gelijkstellen aan antisemitisme. Hierdoor zouden critici van het Israëlische regime de mond worden gesnoerd.
Met hun adelaarsblik tonen de drones de verwoesting van de Gazastrook alsof die door een atoombom is getroffen. De beelden zijn inmiddels gewoon geworden en misschien stompen we af. Laten we daarom inzoomen, van het puin naar de mens. Dan kun je de Al Jazeera-correspondent zien die voor de camera zijn kogelvrije vest uittrekt en zijn helm afdoet, terwijl hij de namen noemt van de 166 collega’s die door het Israëlische leger zijn gedood.
Dan zie je hoe artsen en verpleegkundigen van het Nasser-ziekenhuis samen met burgers en patiënten buiten het nationale volkslied van Palestina zingen: ‘Mijn Vaderland’. Dan zie je het kleine meisje dat, ondanks het oorlogsgeweld, haar onschuld heeft weten te bewaren: ‘Kijk eens hoe blij de mensen zijn! Hoe heerlijk zal het zijn als we weer in vrede en vrijheid kunnen leven!’ Terwijl ze met stralende ogen in de verte kijkt, alsof ze het al ziet gebeuren.
Dan zie je de verpleegkundigen in het Al Awda-ziekenhuis die breed grijnzend een selfie maken om ‘hun laatste ploegendienst ten tijde van de genocide’ vast te leggen: ‘Wij bleven standvastig tegenover de vernietiging, een symbool van onwrikbaar verzet. Wij blijven hier tot onze laatste ademzucht.’
En dan zie je de jongen Hossam Shabet, die na 470 dagen is teruggekeerd naar wat nu het puin van zijn huis in Beit Hanoun is, en die op Twitter schrijft: ‘Rondom ons zijn de stenen gevallen, maar wij vielen niet.’
De moed zal de Israëli’s wel in de schoenen zijn gezakt bij het zien van deze enorme veerkracht
Nee, ik romantiseer niet. Het verdriet is immens. Het verdriet om alles wat kapot is, om alles wat dierbaar was, zoals de ontvoerde kinderarts en ziekenhuisdirecteur Hosam Abu Safiyeh zei. Hij is door het Israëlische leger naar de beruchte martelgevangenis Sde Teiman overgebracht, en voor zijn leven wordt gevreesd.
Maar de Palestijnen hebben de morele overwinning behaald, en dat vierden ze uitbundig. Zo slagen ze er vaak in om het verlies van hun dierbare en van hun huizen voorlopig weg te stoppen. Mijn vrienden en schoonfamilie laten allemaal weten vooral heel erg trots te zijn: trots op de moed om een wreed en veel machtiger leger te hebben weerstaan. Trots omdat dat machtige leger, dat vele plagen op hen afstuurde, hen niet op de knieën heeft weten te dwingen en een derde Nakba heeft weten teweeg te brengen. Zodra het kon, zijn ze teruggekeerd naar een stoffig maanlandschap, waar geen vogel meer vliegt en geen boom meer groeit, waar de bodem is vergiftigd met bommenresten en boobytraps, en zijn meteen begonnen het ruimen van het puin.
De moed zal de Israëli’s wel in de schoenen zijn gezakt bij het zien van deze enorme veerkracht. Netanyahu’s oorlogsdoelen zijn bovendien stuk voor stuk niet gehaald: het leger heeft slechts een handvol gijzelaars kunnen bevrijden, Hamas is verzwakt maar niet verslagen en het land is onveiliger dan ooit. Het was ironisch dat de Israëli’s die zich overal in het land hadden verzameld om op schermen te kijken hoe de gijzelaars vrijkwamen, live goed bewapende en georganiseerde Hamasstrijders zagen die de drie beschermden. Net zo ironisch als dat de onderhandelaarsploeg van Netanyahu moet onderhandelen met de broer van de vermoorde Hamas leider Yehyia Sinwar, Mohammed.
Israël verloor verder zijn reputatie internationaal vanwege de ongekende agressie. Er is grote binnenlandse verdeeldheid. En de oorlog heeft met 68 miljard dollar defensie-uitgaven een enorm gat in de economie geslagen, wat leidde tot vele failliete bedrijven, inflatie en groeiende armoede. Netanyahu heeft verder zijn aanvullende heersersdromen een voor een moeten opgeven: de Netzarim-grens die Gaza in tweeën zou splijten, de Philadelphi-corridor en zelfs de Rafah-grens.
Ja, ik denk ook aan de ontvoerde gijzelaars, de drie die zijn vrijgelaten en de mogelijk nog zestig anderen, onder wie een baby, die nog in leven zijn, en hun families die in doodsangst verkeren. Ook zij hadden nooit van hun vrijheid beroofd mogen worden. Het Rode Kruis heeft inmiddels gemeld dat de drie vrouwen in goede gezondheid verkeren. Dat kan niet gezegd worden van tienduizenden die in Israëlische gevangenissen zitten en nu worden vrijgelaten.
Het Palestijnse volk is niet naïef. Palestijnen wijzen erop dat nu Israël de oorlog heeft verloren, het land zijn woede over deze vernedering en de annexatiedrift op de Westelijke Jordaanoever zal richten. Het vuren is gestaakt, maar de Palestijnen maken zich op voor de slag om de West Bank.
Het CDA heeft in de Tweede Kamer opnieuw ten faveure van de integratiemotie van Bente Becker gestemd, die de culturele en religieuze normen van Nederlanders met een migratieachtergrond wil bijhouden. Een rechtse Kamermeerderheid stemde tegen de Denk-motie om de motie-Becker niet uit te voeren, waaronder het CDA.
Dit is opmerkelijk, aangezien fractievoorzitter Henri Bontenbal vorig jaar nog zijn spijt betuigde en beloofde in de toekomst ‘scherper’ te zijn. ‘De pijn en onzekerheid die dit bij mensen teweeg heeft gebracht, kan nooit het doel zijn van welke motie dan ook. Daarom hebben we er vanmorgen als fractie over gesproken en ingezien dat we achteraf niet voor deze motie hadden moeten stemmen’, zei Bontenbal toen.
Nu lijkt het CDA toch achter de motie-Becker te staan, terwijl de SP en ChristenUnie, die ook spijt hadden, wel zijn bijgedraaid en voor de motie van Ergin hebben gestemd.
Denk-Kamerlid Ergin is woedend op sociale media: ‘Dit is een directe aanval op onze Grondwet en een gevaarlijke normalisering van uitsluiting.’ Hij verwees naar de 75.347 ondertekenaars van de petitie ‘Ieder Nederlander gelijkwaardig: maak motie-Becker ongedaan’ en meer dan 1.500 meldingen bij discriminatie.nl.
De Kanttekening vroeg het CDA om commentaar, maar ontving nog geen reactie.
Van Vietnam naar India te voet op pelgrimstocht. Niet veel mensen doen het de 43-jarige Vietnamese monnik Thich Minh Tue na. Hij is in korte tijd een internetsensatie in Vietnam. De communistische machthebbers vrezen zijn invloed, zo meldt de Franse krant Le Monde.
De machthebbers maken zich met name zorgen over zijn minimalistische levensstijl en het enthousiasme dat hij opwekt. Straks zullen er nog meer Vietnamezen zijn pad volgen. Dat kan het communistische land, dat economisch hard groeit, niet gebruiken.
De bedelmonnik Thich Minh Tue loopt niet alleen. Negen andere mannen met kaalgeschoren hoofden volgen hem, eveneens op blote voeten. Uitgemergelde figuren, maar altijd met een glimlach op hun gezicht. Ze vertrokken vorig jaar december vanuit het grensgebied tussen Vietnam en Laos. Eind december kwamen ze aan in Thailand en nu maken ze zich op om Birma in te trekken.
India is hun uiteindelijke doel, waar ze boeddhistische gebedsoorden zullen aandoen. Een megareis van 2700 kilometer, waarbij ze onderdak zoeken onder bomen en langs de wegen hartelijk worden begroet. Zo krijgen ze bloemen en water aangereikt van honderden fans.
De Vietnamese autoriteiten lijken doodsbang te zijn voor de vreedzame monniken. Ze hebben daarom een ‘bodyguard’ aangesteld die met hen moet meelopen, aldus de nieuwssite Benar.
Bisschop Mariann Edgar Budde uitte dinsdag in de kathedraal van Washington scherpe kritiek op het beleid van de nieuw aangetreden president Donald Trump, die de preek bijwoonde. Trump eist excuses.
Trump voerde maandag, na zijn beëdiging als president, direct maatregelen in om asielzoekers te weren en illegale migranten uit te zetten. Hij bepaalde ook dat alleen mannen en vrouwen als geslacht worden erkend, niet transgender personen.
‘Er zijn homoseksuele, lesbische en transgender kinderen in Democratische en Republikeinse en onafhankelijke families, sommigen vrezen voor hun leven’, zei Budde in de kathedraal van Washington, verwijzend naar Trumps maatregelen. ‘En de mensen die onze gewassen plukken, onze kantoorgebouwen poetsen, die werken op kippenboerderijen en in vleesfabrieken, die de afwas doen nadat wij eten in restaurants en de nachtshifts doen in ziekenhuizen: zij zijn misschien geen burgers of hebben niet de juiste documenten, maar de overgrote meerderheid van de immigranten zijn geen criminelen.’
Donald Trump noemt de bisschop ‘smerig’ en eist een verontschuldiging, nadat ze de Amerikaanse president vanaf de kansel had verteld dat hij angst zaaide onder de immigranten en lhbtqi-mensen van het land, schrijft nieuwsdienst AFP.
‘De zogenaamde bisschop die dinsdagochtend tijdens de nationale gebedsdienst sprak, was een radicaal-linkse harde lijn Trump-hater’, schrijft Trump op zijn Truth Social-platform.
‘Ze bracht haar kerk op een zeer onbarmhartige manier in de wereld van de politiek. Ze was gemeen van toon, en niet dwingend of slim.’
Budde zei tegen een niet-glimlachende Trump, die in de voorste kerkbank zat voor de gebruikelijke inaugurele dienst naast zijn vrouw Melania: ‘Ik vraag u om genade, meneer de president.’
Op de vraag wat hij van haar opmerkingen vond, zei Trump eerder: ‘Ik dacht niet dat het een goede dienst was.’
Maar in zijn Truth Social-post eist hij excuses: ‘Afgezien van haar ongepaste uitspraken, was de dienst erg saai en ongeïnspireerd. Ze is niet erg goed in haar werk! Zij en haar kerk zijn het publiek een verontschuldiging verschuldigd!’
Marokkaanse mode is veelzijdig en veelzeggend. In de tentoonstelling MOḌA wil het Centraal Museum in Utrecht dit laten zien.
MOḌA begon met de gedachte iets te willen doen voor de verbinding tussen de verschillende gemeenschappen in Nederland. In Utrecht heeft een tiende van de bevolking een Marokkaanse achtergrond, vertelt Ninke Bloemberg, curator bij het Centraal Museum in Utrecht: ‘Wij willen de link tussen stad en gemeenschap versterken. Als mode-curator ben ik altijd op zoek naar manieren om verhalen te vertellen via mode, omdat het iets is wat dicht bij mensen staat en heel herkenbaar is. Bovendien willen we met deze tentoonstelling het oppervlakkige imago van mode doorbreken en laten zien dat het een diepgaande kunstvorm kan zijn.’
‘Moda’ is Marokkaanse spreektaal voor mode. In de tentoonstelling zijn werken te zien van lokale talenten en van grote internationale namen. De inspiratie komt uit Marokko en Noord-Afrika in bredere zin. Sommige kledingstukken hebben meerdere lagen met een hennapatroon.
Ook is in het museum een handgeborduurde mantel met een capuchon te zien. In het borduursel zijn veel ogen te zien – een belangrijk symbool in de Marokkaanse cultuur. Ook staat het woord love in het werk geborduurd: ‘Liefde is precies de boodschap die wij willen uitdragen. Het is tijd waar polarisatie op alle kanten geforceerd wordt en wij willen graag inzetten om ook mooie dingen te laten zien’, legt Bloemberg uit.
Een van de bekende namen is de Marokkaanse modeontwerper Tamy Tazi. Tazi is volgens Bloemberg een zeer interessant figuur in de modegeschiedenis: ‘Ze heeft grote invloed gehad, maar haar verhaal is in het Westen grotendeels vergeten. Dat willen we met deze tentoonstelling corrigeren en haar bijdragen vieren.’
‘Tazi’s werk richtte zich vooral op kaftans – lange traditioneel gewaden uit het Midden-Oosten – en traditionele Marokkaanse ontwerpen, wat in de westerse mode vaak als folklore of traditioneel werd gezien. Dat heeft ervoor gezorgd dat haar revolutionaire bijdragen nooit echt erkend zijn in de internationale modewereld. Wat haar werk zo bijzonder maakt, is dat het niet alleen de Marokkaanse tradities eer aandoet, maar ze ook vernieuwt en moderniseert. Door haar innovatieve benadering inspireert ze een nieuwe generatie ontwerpers.
‘Tazi had een bijzondere band met de wereldberoemde modeontwerper Yves Saint Laurent’, vertelt Bloemberg. ‘Ze waren veertig jaar bevriend en hebben elkaar wederzijds geïnspireerd. Saint Laurent haalde veel ideeën uit haar ontwerpen en werkwijze, vooral tijdens zijn zomers in Marokko. Het verhaal gaat dat hij een diepe bewondering had voor haar stijl en vakmanschap. Helaas is Tazi in de loop der tijd wat in de vergetelheid geraakt, terwijl Saint Laurent wereldwijd een begrip is geworden. Wij wilden met deze tentoonstelling dat verhaal omdraaien en haar een podium geven dat Tazi meer dan verdient.’
‘Wat je draagt, vertelt iets over wie je bent, wat je belangrijk vindt en waar je vandaan komt’
Een andere curator die bij de tentoonstelling is betrokken, is Zineb Seghrouchni. Zij is oprichter van DAR. Dit agentschap richt zich op het versterken van kunstenaars die maatschappelijke kwesties aankaarten. Volgens Seghrouchni sluit MOḌA aan op de missie van DAR: ‘Het project brengt verhalen samen van makers die vaak over het hoofd worden gezien. Ons doel is om deze stemmen te versterken en nieuwe verbindingen te leggen. Daarnaast werken we veel met multidisciplinaire kunstvormen, wat ons in staat stelt om verschillende vormen en verhalen te combineren tot een krachtig geheel. Hierdoor ontstaat een plek van creatieve uitingen die bezoekers uitdagen na te denken over identiteit en samenleving.’
Voor Bloemberg en Seghrouchni is mode belangrijk voor iedereen. Bloemberg: ‘Mode is een van de grootste industrieën ter wereld en heeft een enorme invloed op duurzaamheid, economie en identiteit. Wat mode uniek maakt, is dat iedereen ermee in aanraking komt. Het raakt ons letterlijk op de huid. Bovendien is mode een reflectie van de tijd waarin we leven. Het vertelt iets over wie we zijn als individu en maatschappij. Zo kan je met mode laten zien dat je bij een bepaalde groep hoort, zoals punk. En als jij je niet goed voelt, draag je geen felle kleuren.’
Seghrouchni vult aan: ‘Mode is meer dan alleen mooi eruitzien. Het is een manier om te communiceren, een taal die iedereen spreekt. Wat je draagt, vertelt iets over wie je bent, wat je belangrijk vindt en waar je vandaan komt. Het is een krachtig medium dat mensen bewust of onbewust verbindt. Daarnaast kan mode ook een instrument zijn om maatschappelijke veranderingen te stimuleren, bijvoorbeeld door thema’s zoals duurzaamheid en inclusiviteit aan te kaarten. Denk aan mensen die de lip van een blik als oorbel dragen als statement voor het klimaat, of die een keffiyeh, een Palestijnse sjaal, dragen uit solidariteit voor Palestina. Mode heeft de potentie om gesprekken te starten en mensen samen te brengen rond gedeelde waarden en ideeën.’
Mode inspireert Seghrouchni omdat het grensoverschrijdend is: ‘Het combineert tradities en moderniteit, en biedt ruimte voor experiment. Bij MOḌA hebben we geprobeerd dat zichtbaar te maken, niet alleen door de ontwerpen, maar ook door de verhalen van de makers te delen. Hierdoor wordt mode meer dan alleen een visuele ervaring; het wordt een platform voor dialoog.’
‘Ons doel is om de kracht van de hedendaagse mode te laten zien’, vertelt Bloemberg. ‘MOḌA draait om de verhalen van makers, over identiteit, ambacht en diaspora. Het is geen terugblik, maar een reflectie van wat nu gebeurt. Bovendien hopen we dat de tentoonstelling bijdraagt aan meer begrip en waardering voor diversiteit binnen de modewereld. Door een breed scala aan kunstvormen weer te geven, proberen we de veelzijdigheid van de mode van nu te tonen.’
Voor makers met een biculturele achtergrond is het lastig om een plek te vinden in de mode-industrie, denkt Bloemberg: ‘Deze wereld is enorm competitief. Naast de normale uitdagingen is er ook systemische ongelijkheid. Makers van kleur herkennen zich niet in hun docenten of in bekende makers. Dat moet echt veranderen. Gelukkig zien we steeds meer initiatieven die deze kwesties aanpakken en meer ruimte creëren voor diversiteit en inclusiviteit. MOḌA is een voorbeeld van hoe we de stemmen van biculturele makers kunnen versterken.’
Seghrouchni probeert daaraan bij te dragen: ‘Voorheen waren er nauwelijks platforms voor makers met een biculturele achtergrond. Veel talent bleef onopgemerkt omdat ze niet de kans kregen. Het internet biedt tegenwoordig meer mogelijkheden, maar de strijd voor zichtbaarheid blijft. MODA is bedoeld om een tentoonstelling te bieden waar iedereen zich vertegenwoordigd voelt.’
Dat Marokkaanse mode anders is dan Nederlandse mode is duidelijk, maar wat zijn de belangrijkste verschillen? Seghrouchni: ‘Marokkaanse mode draait om rijke tradities, patronen en ambachtelijke technieken. Nederlandse mode staat juist bekend om conceptueel denken en minimalisme. De combinatie van deze werelden levert unieke ontwerpen op. Denk bijvoorbeeld aan het werk van Saïd Mahdouf, die traditionele ambachten combineert met moderne vormgeving. Zijn ontwerpen laten zien hoe deze twee werelden elkaar kunnen aanvullen en versterken. Dit samenspel vormt een brug tussen verschillende culturele contexten.’
De biculturaliteit is vaak terug te zien in de werken van biculturele Nederlanders volgens Bloemberg: ‘Veel Nederlandse ontwerpers met Marokkaanse roots verwerken hun dubbele identiteit in hun werk. Het is vaak een zoektocht naar balans tussen twee culturen, wat prachtige en betekenisvolle mode oplevert. Dit maakt hun werk niet alleen visueel aantrekkelijk, maar ook emotioneel en conceptueel rijk. Deze diversiteit geeft de modewereld een energiek en gelaagd karakter.’
Voor Bloemberg en Seghrouchni is mode ook een middel om mensen te verbinden. Seghrouchni neemt de djellaba (een langgewaad met lange mouwen) als voorbeeld: ‘Het lijkt een simpel kledingstuk, maar het vertelt generaties aan verhalen. Door die verhalen te delen, breng je mensen dichter bij elkaar. Het dragen van traditionele kledingstukken in een moderne context kan nieuwe inzichten opleveren over de waarde van culturele uitwisseling.’
Voor Seghrouchni is MOḌA dan ook een mooi platform waar makers uit de Marokkaanse diaspora hun verhalen kunnen delen: ‘Mohammed Benchelal groeide op in Nederland, maar kreeg pas laat erkenning voor zijn talent. Vandaag de dag is hij een icoon. MODA laat zien dat hard werken en vasthouden aan je visie loont. Daarnaast willen we met de tentoonstelling ook ruimte bieden aan nieuwe makers en inspiratie bieden aan een breed publiek. Het delen van persoonlijke verhalen maakt mode tot een krachtig en transformerend medium.’
Voor Bloemberg is een stuk in de tentoonstelling een mooi voorbeeld van verbinding: ‘In onze collectie is een rok met een verborgen gedicht aan de binnenkant. Je kunt ervoor kiezen om dat gedicht te laten zien of het voor jezelf te houden. Dat maakt mode persoonlijk en krachtig. Mode kan op die manier ook gesprekken starten en mensen inspireren om verder te kijken dan wat men op het eerste oog ziet. Het benadrukt de complexiteit en diepgang die mode kan hebben.’
‘Het zou geweldig zijn om deze verhalen in Marokko te presenteren en nieuwe verbindingen te leggen’
Bloemberg vindt mode dan ook een kijk op de wereld: ‘Het fascinerende aan mode is dat het altijd reageert op wat er in de wereld gebeurt. Kijk bijvoorbeeld naar hoe kleding verandert in tijden van economische of politieke crisis. Tijdens de Bosnische oorlog droegen vrouwen op straat bredere schoudervullingen als symbool van kracht, ondanks de ellende. Mode is nooit alleen esthetisch; het vertelt altijd een verhaal en geeft mensen een stem. Het weerspiegelt de veerkracht en creativiteit van de menselijke geest.’
De reacties op de tentoonstelling zijn volgens Seghrouchni hartverwarmend: ‘Mensen waarderen dat we de verhalen van de makers centraal stellen. MOḌA nodigt uit om zelf verbindingen te leggen, in plaats van alles uit te leggen. Het geeft bezoekers de vrijheid om hun eigen interpretatie te vormen en nieuwe inzichten te ontdekken.’
Volgens Bloemberg is de tentoonstelling ook voor mensen die niks met mode hebben: ‘Ik herinner me een gesprek met iemand die zei dat hij niks met mode had. Maar ondertussen droeg hij gloednieuwe sneakers op een modderig festival. Het laat zien dat mode altijd een rol speelt, zelfs als je je er niet van bewust bent. MOḌA maakt dat soort onbewuste verbindingen. Het geeft bezoekers de kans om mode op een nieuwe manier te ervaren.’
Bloemberg hoopt ook om de tentoonstelling MOḌA te laten zien in Marokko: ‘Het zou geweldig zijn om deze verhalen in Marokko te presenteren en nieuwe verbindingen te leggen. Daarnaast willen we blijven experimenteren met nieuwe vormen van tentoonstellen en samenwerken. We kijken ernaar uit om de tentoonstelling internationaal uit te breiden en meer gemeenschappen te betrekken bij dit project.’
Voor Seghrouchni is dit pas het begin voor MOḌA: ‘Mode is continu in beweging. Ik hoop dat het meer erkend wordt als een krachtig middel voor verandering. We laten zien wat er mogelijk is als je verschillende perspectieven samenbrengt. We dromen ervan om MOḌA uit te breiden naar andere landen en continenten, zodat we nog meer mensen kunnen bereiken en inspireren. Het succes van deze tentoonstelling onderstreept het belang van het vieren van diversiteit en creativiteit.’
De tentoonstelling is tot 2 maart te zien in het Centraal Museum Utrecht. Ook is er een boek over MOḌA verschenen met (visuele) essays, reflecties en verdiepende gesprekken met deelnemende kunstenaars.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.