15.4 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 4

Israël intensiveert luchtaanvallen op Zuid-Libanon, Hezbollah belooft verzet

0

Israël heeft donderdag opnieuw luchtaanvallen uitgevoerd op Zuid-Libanon, waarbij één persoon omkwam en negen anderen gewond raakten, zo bericht de Arabische nieuwszender Al Jazeera.

De aanvallen, gericht op vermeende Hezbollah-installaties, worden door Libanon gezien als een ernstige schending van het staakt-het-vuren dat sinds november 2024 van kracht is.

In de stad Toura, in het district Tyrus, troffen Israëlische gevechtsvliegtuigen woonwijken. Ook in Tayr Debba vielen gewonden. Volgens de Libanese regering vormen de aanvallen een schending van het internationaal humanitair recht. Hezbollah noemt de bombardementen een provocatie en benadrukt zijn recht op zelfverdediging.

De VN-vredesmacht UNIFIL waarschuwt dat de Israëlische acties het leven van burgers in gevaar brengen en het gezag van het Libanese leger ondermijnen. Israël voert al maanden bijna dagelijks aanvallen uit, ondanks internationale druk om het bestand te respecteren.
Hezbollah heeft politieke onderhandelingen met Israël afgewezen en stelt dat dialoog geen recht doet aan de nationale belangen. De groep blijft zich verzetten tegen wat zij ziet als voortdurende Israëlische agressie.

Libanon en Israël verkeren technisch nog steeds in staat van oorlog. Communicatie verloopt uitsluitend via VN-kanalen, zonder directe gesprekken tussen beide landen. De recente escalatie voedt de vrees voor een bredere regionale crisis.

Ondertussen blijft Israël, ondanks het officiële staakt-het-vuren, aanvallen uitvoeren op de Gazastrook. Sinds de wapenstilstand van vorige maand zijn er meer dan 240 Palestijnen omgekomen in Gaza als gevolg van Israëlisch geweld, aldus Al Jazeera.

Schiet Nederland met deze uitslag veel op?

0

De Nederlandse verkiezingsuitslag is door velen in binnen- en buitenland met opluchting begroet, maar geeft weinig reden tot juichen. Allereerst is het extreemrechtse blok in omvang gelijk gebleven: het verlies van elf zetels van de PVV is meer dan gecompenseerd door de winst van FvD en JA21. Tezamen is dat opnieuw goed voor een kwart van de stemmen.

Bovendien kunnen we daar inmiddels ook wel BBB en VVD optellen, gezien recent stemgedrag in de Kamer en uitlatingen van hun ministers. En de SGP. Daarbij komt het aantal stemmen voor partijen die het niet meer zo nauw nemen met de rechtstaat uit op ruim boven de 40 procent. Die rechtstaat is inmiddels kennelijk iets dat alleen door linkse en middenpartijen nog van belang wordt gevonden. Dat bovendien Yesilgöz niet voor haar aaneenschakeling van leugens is afgestraft, is een extra blamage voor dit land.

Verder vallen nog twee dingen op, die mede helpen de winst van D66 plus de miserabele score van de partijen links daarvan te verklaren. De eerste is de volstrekte volatiliteit van de kiezer. Sinds een decennium is er bij elke verkiezing een grote winnaar die de volgende keer de grote verliezer blijkt. We hebben achtereenvolgens monsterzeges van FvD (2019), D66 (2021), BBB (voorjaar 2023), en NSC plus PVV tezamen (najaar 2023) gehad, en nu dus weer van D66 én CDA.

Driekwart wist tot vlak voor 29 oktober nog niet waarop te stemmen: dat werd in de laatste week op basis van toevalligheden of strategische keuzes beslist. Waren de verkiezingen twee weken eerder geweest dan hadden D66 en VVD veel minder, en CDA en GroenLinks-PvdA een stukje beter gescoord. Het resultaat is dus een uitgesproken momentopname, waarop in feite voor geen enkele partij te bouwen valt, zoals de totale ondergang van NSC bewijst. Zo gewonnen, zo geronnen.

Waren de verkiezingen twee weken eerder geweest dan hadden D66 en VVD veel minder, en CDA en GroenLinks-PvdA een stukje beter gescoord

Dat wordt nog versterkt door de geestelijke desoriëntatie van een groot deel van het electoraat. Twijfelen tussen Forum en D66, tussen BBB en PvdD: dat soort werk. Wat heb je dan voor wereldbeeld? Het duidt erop dat veel kiezers niet op grond van een aantal consistente en met elkaar samenhangende opvattingen, maar ad hoc hun keuze bepalen. Op wat net wat toevallig die week het nieuws domineert.

Eén veel gehoorde verkiezingsbelofte zal sowieso verbroken worden: namelijk dat de formatie kort gaat duren. De zelf enorm naar rechts geradicaliseerde VVD sluit steeds nadrukkelijker het ten onrechte door haar van radicalisering betichte GroenLinks-PvdA uit: de droomcoalitie van Jetten. D66 wil omgekeerd niets weten van de radicaal-rechtse droomcoalitie van Yesilgöz, met JA21 erbij.

Het paradoxale is dat Jetten blij moet zijn die extra restzetel mis te zijn gelopen. Met 27 zetels voor D66 had de combinatie D66-VVD-CDA-JA21 net een Kamermeerderheid gehad – nu blijft die op precies de helft steken. Dat versterkt de onderhandelingspositie van D66, alsmede van GroenLinks-PvdA, al zou JA21 in het tegenovergestelde geval nog met BBB aangevuld kunnen worden.

Moet Klaver wel willen meeregeren? De tegenvallende score was mede te wijten aan de concurrentie van twee andere serieuze oppositiepartijen, D66 en CDA, waar óók veel gematigde kiezers terecht konden, zodat de persoonlijke gunfactor – waarop Jetten en Bontenbal hoger scoorden dan Timmermans – een belangrijke rol ging spelen.

Bij een kabinet zónder Klaver en mét Eerdmans ligt dat bij de volgende Kamerverkiezingen anders. Als de resultaten in de ogen van de huidige D66-kiezer op voor haar cruciale terreinen als rechtstaat, klimaat en onderwijs tegenvallen – en die kans is met een combinatie met drie of vier partijen ter rechterzijde groot – kan D66 met Jetten ondanks premierbonus in dezelfde vrije val terecht komen als indertijd met Kaag. En dat realiseert die zich vast: vandaar dat hij Klaver erbij wil, als tegenhanger van Yesilgöz.

Los van specifieke partijpolitieke overwegingen speelt een ander dilemma. JA21 in het kabinet betekent, na de rampcoalitie met de PVV, een verdere legitimering van xenofoob en antidemocratisch gedachtengoed. Dat pleit voor Jettens ‘brede’ middencoalitie.

Anderzijds: zo’n coalitie betekent dat er geen enkele grote democratische partij meer in de oppositie zit en deze, van splinters afgezien, geheel aan extreemrechts wordt overgelaten. Met mogelijk desastreuze gevolgen bij de volgende Kamerverkiezingen, als met ‘slap beleid’ ontevreden kiezers dan weer massaal naar die kant uitwijken.

Universiteitsgebouw Leiden al twee jaar extra beveiligd na binnenlopen Arabisch sprekende man

0

Twee jaar geleden werd de beveiliging van het Wijnhavengebouw van de Universiteit Leiden aangescherpt, nadat een Arabisch sprekende man per ongeluk het verkeerde gebouw binnenliep. Toch grepen politie en inlichtingendiensten in.

Dat schrijft universiteitskrant Mare, op basis van een WOO-verzoek van een student. In het artikel wordt gereconstrueerd hoe het gevoel van onveiligheid ontstond en hoe de politie daarop reageerde.

Het begon in oktober 2023, toen een Arabisch sprekende man al telefonerend het gebouw aan de Haagse Turfmarkt binnenliep. Even later verliet hij het pand weer en begaf zich naar een afspraak bij het nabijgelegen IND-kantoor. Beveiligers vonden zijn gedrag verdacht en schakelden de politie, inlichtingendienst AIVD en de militaire inlichtingendienst MIVD in. Het gebouw werd vervolgens twee dagen gesloten.

Uit politieonderzoek blijkt dat de man het gebouw per ongeluk was binnengelopen, in de veronderstelling dat het een winkelcentrum was. Enkele dagen later betrad opnieuw een man zonder duidelijk doel het gebouw. De afdeling Veiligheidszaken vermoedde dat het ging om verkenners voor een mogelijke terroristische aanslag.

Sindsdien is toegang tot het gebouw alleen mogelijk met een pasje. Momenteel wordt een nieuwe risicoanalyse gemaakt van de veiligheidssituatie in Wijnhaven. Uit de WOO-documenten blijkt overigens dat de politie de situatie aanvankelijk niet als verdacht beoordeelde.

Mare vroeg het universiteitsbestuur of er mogelijk sprake is van racistische vooringenomenheid bij de beveiliging en de afdeling Veiligheidszaken, aangezien de Arabisch sprekende man direct werd gelinkt aan terroristische dreiging. Het bestuur kon daar vooralsnog niet op ingaan.

Radicaal-rechtse partij JA21 wil ‘dolgraag’ in kabinet

0

Volgens NRC wil JA21 ‘dolgraag’ meeregeren, maar het is de vraag of andere partijen opnieuw een samenwerking willen aangaan met een radicaal-rechtse partij. De verschillen met de PVV zijn klein: zo wil JA21 illegaliteit strafbaar stellen, uitgeprocedeerde asielzoekers een enkelband geven en het boerkaverbod uitbreiden.

Hoewel de website van JA21 deze standpunten iets milder formuleert, blijft de partij islam en migratie als een dreiging presenteren. Onder het kopje ‘Integratie en identiteit’ staat: ‘Wij zijn trots op ons liberale en tolerante land en willen deze waarden graag doorgeven aan onze kinderen en kleinkinderen. Nederlandse wetten en westerse waarden zijn daarom altijd leidend.’ Maar ook: ‘Buitenlandse financiering van moskeeën en islamscholen verbieden.’

In de formatieonderhandelingen kan JA21 een rol van betekenis spelen, vooral als VVD en CDA opnieuw bereid zijn samen te werken met een radicaal-rechtse partij. De VVD deed dat eerder in 2010 en 2023 met de PVV; het CDA alleen in 2010. Of zij dat nu opnieuw willen doen, maar dan met JA21 in plaats van de PVV, is nog onzeker.

Als het aan partijleider Joost Eerdmans ligt, kan het niet snel genoeg gaan. ‘We zitten niet in de wedstrijd om aan de zijlijn te staan’, zei hij na de verkiezingsuitslag. Toch blijft regeringsdeelname onzeker: zelfs in een rechtse coalitie met D66, VVD, CDA en JA21 komt men nog steeds één zetel tekort.

JA21 is de enige partij die tijdens de verkiezingen een groei van 800 procent heeft doorgemaakt. Van één zetel is de partij gegroeid naar negen zetels in de Tweede Kamer. Alleen de PVV presteerde iets soortgelijks, nadat Geert Wilders zich in 2004 had afgesplitst van de VVD en in 2006 met negen zetels de Kamer binnenkwam.

Hof: Staat hoeft geen extra maatregelen te nemen tegen Israël om Gaza

0

14.00:
Het gerechtshof in Den Haag heeft besloten dat de Nederlandse Staat geen extra maatregelen hoeft te nemen tegen Israël vanwege de situatie in Gaza en de bezette gebieden. Mensenrechtenorganisatie Al-Haq en enkele andere groepen, waaronder SOMO, hadden de Staat aangeklaagd, omdat zij vinden dat Nederland te weinig doet tegen het optreden van Israël, dat volgens hen neerkomt op genocide en ernstige mensenrechtenschendingen. Het hof ging daar niet in mee en wees hun eisen af.

 


 

Het gerechtshof Den Haag doet vandaag uitspraak in het hoger beroep tegen de Nederlandse staat. Een coalitie van negen Palestijnse ngo’s en onderzoeksbureau SOMO beschuldigt de staat ervan niets te doen om de genocide in Gaza te voorkomen of te stoppen.

Nederland is de afgelopen jaren doorgegaan met het verstrekken van exportvergunningen voor wapens en goederen aan Israël. Ook werd toegestaan dat politiehonden naar Israël werden geëxporteerd, ondanks het risico dat deze uiteindelijk zouden kunnen worden ingezet bij gruweldaden door het Israëlische leger. Daarnaast blijven Nederlandse bedrijven economische steun bieden aan illegale Israëlische nederzettingen.

Volgens de aanklagers schendt Nederland op al deze punten zijn internationaalrechtelijke verplichtingen. Het Internationaal Gerechtshof oordeelde in juli 2024 dat staten verplicht zijn genocide te voorkomen en de illegale bezetting van Palestijnse gebieden te ontmoedigen. Nederland heeft dat volgens hen nagelaten.

De zaak loopt sinds eind vorig jaar. In december oordeelde het Gerechtshof dat de staat aan zijn verplichtingen voldoet door ‘per aanvraag te beoordelen of export toelaatbaar is’ en te toetsen ‘of de betreffende militaire goederen door Israël kunnen worden ingezet op een wijze die tot schending van het humanitair oorlogsrecht zou kunnen leiden.’ De partijen gingen daarop in hoger beroep.

Inmiddels achten zij bewezen dat componenten uit Nederland zijn gebruikt bij militaire aanvallen op Gaza, waaronder bij inzet van F-35- en F-16-straaljagers. Er is bovendien voldoende bewijs dat politiehonden door het Israëlische leger zijn ingezet bij oorlogsmisdaden, stelt Lydia de Leeuw, hoofd strategische rechtszaken bij SOMO, in gesprek met The National. Volgens haar worden deze honden gebruikt om Palestijnen in detentiecentra te intimideren, aan te vallen en te martelen.

‘Het gerechtshof staat nu voor een cruciale vraag: gaat het internationale wettelijke verplichtingen handhaven en een einde maken aan de door Nederland gefaciliteerde Israëlische gruweldaden tegen de Palestijnse bevolking?’, schrijft De Leeuw op LinkedIn.

SOMO bracht in juli al aan het licht dat Nederland wereldwijd de grootste investeerder in Israël is. In 2023 investeerden gevestigde Nederlandse bedrijven bijna 50 miljard euro in het land. Dit rapport leidde tot brede verontwaardiging en ontketende een grootschalige boycot van Israëlische producten.

Volgens SOMO reikt de Nederlandse betrokkenheid bij de genocide in Gaza verder dan de export van wapens of politiehonden. ‘Genocide is geen op zichzelf staande daad. Ze wordt mogelijk gemaakt door kapitaal, materiële voorzieningen, logistiek en bureaucratie die zich tot ver buiten de grenzen uitstrekken’, aldus het onderzoeksbureau.

‘Het beleid tegen radicalisering draagt bij aan discriminatie van moslims’

0

Sanne Groothuis promoveerde onlangs aan de VU op onderzoek naar hoe religie wordt verbonden met ras in het Nederlandse beleid tegen radicalisering. Ze is kritisch op hoe dat beleid heeft bijgedragen aan het negatieve beeld van ‘de moslim’.

‘In de beleidsdocumenten zelf is geen expliciete racialisering, maar er zijn wel een heleboel signalen dat het latent aanwezig is’, zegt ze over het Nederlandse beleid tegen radicalisering.

Racialising religion: Investigating counter-radicalisation policies in the Netherlands’ is de titel van het proefschrift van Sanne Groothuis. In haar onderzoek heeft ze meer dan honderd documenten doorgespit, op zoek naar aanwijzingen voor ‘racialisering’. De beleidsmaatregelen zijn bedoeld om radicalisering en terrorisme te voorkomen, maar er is al langer kritiek op, omdat ze zouden leiden tot anti-moslimracisme.

Wat heeft u nou eigenlijk onderzocht?

‘Ik heb onderzocht of racialisering — dat wil zeggen dat een groep tot een ras wordt gemaakt — een rol speelt in het Nederlandse contraradicaliseringsbeleid.’

Wat was de aanleiding daarvoor?

‘Toen het beleid rond 2004 en 2005 ontstond, kwam er meteen veel kritiek, omdat het in de praktijk leidde tot discriminatie van moslims. Ik wilde weten waar die discriminatie vandaan kwam: zat het al in het beleid zelf, of pas in hoe het beleid werd toegepast?’

Wat is precies de kritiek?

‘Dat dit beleid, dat zich richt op het tegengaan van radicalisering en extremisme om uiteindelijk terrorisme te voorkomen, in de praktijk bijna uitsluitend op moslims is gericht. En dat die focus, plus de manier waarop het beleid tot uiting komt, moslimgemeenschappen — en Nederlanders die voor moslims worden aangezien — als ras benadert, doordat ze als ‘anders’ en risicovol of verdacht worden geclassificeerd.’

‘Bij rechtsextremisme wordt een heel ander frame gebruikt’

U keek naar beleidsdocumenten in uw onderzoek. In welk document komt die racialisering dan goed naar voren?

‘Dat is met name in documenten van vóór 2011. In bijvoorbeeld de publicatie Puberaal, lastig of radicaliserend? van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dat met name over moslimjongeren gaat, wordt genoemd dat radicaliserende jongeren ‘vaak goed weten wat ze moeten verbergen om geen argwaan te wekken’ bij volwassenen in hun omgeving, en dat er daarom meer moet worden gedaan om die ‘intenties’ duidelijk te krijgen.’

Wat is daar racistisch aan?

‘Dat blijkt vooral uit de vergelijking met andere vormen van extremisme. Bij rechtsextremisme wordt een heel ander frame gebruikt: dan gaat het veelal om individuele vandalisten of hooligans’.

Er wordt minder in groepsverband gesproken. Maakt dat het minder raciaal?

‘Er is geen enkel document waarvan ik zeg dat het expliciet racistisch is. Mijn conclusie is dat er in de beleidsdocumenten geen expliciete racialisering voorkomt, maar wel veel signalen dat het latent aanwezig is. Tussen de regels door komt dat naar voren.’

Hoe dan?

‘In de gesprekken die ik met beleidsmedewerkers, beleidsmakers en adviseurs heb gevoerd, merkte ik dat er discoursen spelen die eigenlijk racialiserend zijn, maar die racialisering maskeren. Die racialisering zit hem in de manier waarop deze discoursen de grote focus op moslims impliciet legitimeren. Denk bijvoorbeeld aan de gedachte dat het beleid neutraal is opgesteld, neutraal in de zin dat het op elke uitingsvorm van extremisme kan worden toegepast. Tegelijkertijd is jihadisme de enige vorm van extremisme die aan een specifieke gemeenschap wordt gekoppeld, namelijk aan moslims. Dit gebeurt 98 keer in de documenten die ik heb bestudeerd. Bij rechtsextremisme komt dat in beleidsdocumenten slechts drie keer voor, en dan gaat het in twee gevallen om neonazi’s en in het andere geval om nationalisten.’

U heeft het over een gemaskeerde vorm van racisme. Wat bedoelt u daarmee?

‘Maskeren betekent dat een ander discours, een ander frame, aanwezig is waardoor racialisering wordt verborgen. Racialisering, of racisme, draagt als het ware een masker. Als moslims zwart-op-wit als terroristisch zouden worden bestempeld, zou dat een overduidelijke vorm van racisme zijn, maar hier zijn er dus patronen dat het impliciet en gemaskeerd aanwezig is.’

Beleidsmakers dekken zichzelf in en daarom is het ‘latent aanwezig’, zegt u?

‘Dat is niet wat ik zeg. Ik zeg drie dingen. Ten eerste: de beleidsdocumenten bevatten geen expliciete vormen van racisme, maar er zijn wel signalen dat het latent aanwezig is. Ten tweede: racialisering wordt gemaskeerd. En ten derde: beleidsmedewerkers zijn zich sterk bewust van het risico op discriminatie en racisme, en proberen dat ook actief tegen te gaan.’

Wat bedoelt u met gemaskeerde racialisering?

‘In de documenten wordt een soort abstract figuur van de moslim geconstrueerd. Niet expliciet, maar door alle verwijzingen en associaties creëert beleid een soort ‘foute moslim-standaard’ waarmee elke moslim vervolgens wordt vergeleken. Zo ontstaat indirect, tussen de regels door, het onderscheid tussen goede en slechte moslims.’

Kan u een voorbeeld geven?
‘In veel beleidsdocumenten staat, waarschijnlijk met de beste bedoelingen, letterlijk: ‘De meeste moslims radicaliseren niet.’ Dat doen beleidsmakers vermoedelijk om juist te voorkomen dat mensen anders gaan denken. Maar impliciet zeg je daarmee ook: sommigen radicaliseren wél. Zo ontstaat het idee van goede en slechte moslims.’

Wat is daar zo erg aan? Je hebt toch in elke groep wel rotte appels?

‘Ja, en dat is het interessante. Want bij andere vormen van extremisme komt dit onderscheid helemaal niet naar voren. Er staat nergens: ‘De meeste rechtse mensen radicaliseren niet.”

‘Zo ontstaat het idee van goede en slechte moslims’

De bredere groep wordt er dus niet bij gehaald. Is dat bewust of onbewust beleid?

‘In mijn onderzoek kijk ik daar niet direct naar. Mijn hypothese is dat het vooral onbewust plaatsvindt, omdat het past binnen de dominante denkkaders in onze samenleving: het bestaande narratief over veiligheid, het voorkomen van terrorisme en de bescherming van een liberale en seculiere maatschappij.’

En in gemaskeerde vorm geldt dat uitsluitend voor Nederlandse moslims, omdat zij er nog niet bij zouden horen? Intrigerend, ook omdat zo’n gemaskeerde vorm van racialisering moeilijk te bestrijden is.

‘Het is het masker van secularisme, liberalisme en veiligheid. De overheid heeft er een flinke kluif aan om de uitingsvormen van extremisme steeds te actualiseren. Problematisch is bijvoorbeeld ook het periodieke Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland: daarin wordt gesproken over jihadisme, rechtsextremisme, linksextremisme en anti-institutioneel extremisme.’

Oké, wat is daar niet goed aan?

‘Door een term als ‘jihadisme’ te gebruiken, creëer je meteen het idee dat het om een religieuze vorm van extremisme gaat, terwijl links-, rechts- en anti-institutioneel extremisme veel meer als politieke vormen van extremisme worden geframed.

En dan maskeer je met die politieke definities van rechtsextremisme in Nederland de streng-christelijke en witte bodem van dat extremisme?

‘Ja. Waar bij jihadisme de term het islamitisch-religieuze aspect van deze vorm van extremisme benadrukt, benadrukt de term ‘rechtsextremisme’ het politieke aspect, terwijl deze evengoed religieus van aard kan zijn.’

Is uw onderzoek eigenlijk niet het bewijs van een anti-islamitische radicaliseringsindustrie in Nederland?

‘Ik denk dat er zeker een grote industrie bestaat die zich na 9/11 heeft ontwikkeld en nog steeds aanwezig is. In veel gevallen draagt die bij aan toenemend racisme tegen moslims, of in ieder geval aan de racialisering van moslims. Mijn onderzoek bewijst niet dat het beleid zelf racistisch is, omdat er geen expliciete racialisering in voorkomt.’

Dat zou ook wel heel dom zijn, als beleidsmakers bewust racistisch beleid zouden optekenen. Of wordt dat teruggefloten door ingebouwde checks and balances? Heeft u daar ook naar gekeken?

‘Er zijn in de afgelopen jaren steeds meer checks and balances ingebouwd door beleidsmakers, zoals reflectie op eigen aannames, het structureel betrekken van externe experts en het verbeteren van de transparantie van lokale aanpakken. Tegelijk werken beleidsmakers binnen structuren die antiradicaliseringsbeleid veelal automatisch koppelen aan integratie en migratie, en daarmee aan jihadisme en moslims. Dat maakt het moeilijk om echt los te komen van het dominante frame.’

‘Ik zou alles wat meer op gemeenschappen is gericht grondig onder de loep nemen’

Van een afstand, en binnen moslimkringen, hoor je vaak dat in de afgelopen twintig jaar veel mensen carrières hebben opgebouwd bij de anti-radicaliseringsindustrie. Ik denk bijvoorbeeld aan een instelling als de NCTV, die in deze periode is opgetuigd met ambtenaren die ook moskeeën hebben bespioneerd.

‘De NCTV is een fundamenteel onderdeel van de contraradicaliseringsaanpak van Nederland. Die coördineert de aanpak landelijk, waarna gemeenten die lokaal uitwerken. Ik denk dat het beleid fundamenteel moet worden herijkt. Het beleid tegen extremisme is zo versmolten met het oorspronkelijke uitgangspunt om jihadisme tegen te gaan, dat het vanaf de grond opnieuw moet worden opgebouwd. Je kunt niet even de racialisering van moslims eruit halen en dan denken dat het probleem is opgelost, wat nu wel vaak wordt geprobeerd door beleidsmedewerkers.’

Er moet volgens u dus echt anders naar extremisme worden gekeken?

‘Ja. Op dit moment ontbreekt het juiste raamwerk en fundament om extremisme in al zijn uitingsvormen te traceren, als we überhaupt nog iets met ‘radicalisering’ willen, want daar heb ik ook mijn vraagtekens bij.’

Dus de hele anti-radicaliseringsaanpak kan de prullenbak in?

‘Ik zou alles wat meer op gemeenschappen is gericht grondig onder de loep nemen. Beleidsmatig zou het niet meer mogen dat er, direct of indirect, veralgemeniserende ideeën over groepen ontstaan.’

Zou het niet verhelderend zijn als beleidsmakers die iets over moslims willen schrijven, zich afvragen of ze hetzelfde zouden opschrijven als het over Joden ging? Dat kan helpen om blinde vlekken zichtbaar te maken.

‘Ik heb daar in dit onderzoek niet naar gekeken. Natuurlijk denk je daar weleens aan, maar in wetenschappelijke zin kan ik daar geen uitspraken over doen.’

Naomi Tuininga kreeg meer stemmen dan lijsttrekker Tofik Dibi

0

De nummer twee van BIJ1, Naomi Tuininga uit Rotterdam, heeft bij de verkiezingen meer stemmen behaald dan lijsttrekker Tofik Dibi uit Amsterdam. Dat blijkt uit de exacte stemtotalen van alle kandidaten, zoals gepubliceerd door Datagraver.

Het verschil is klein: Tuininga kreeg 14.580 stemmen, Dibi 14.073 — een verschil van 507 stemmen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen op 18 maart 2026 kunnen zowel Dibi als Tuininga, met zulke aantallen in hun eigen steden (Amsterdam en Rotterdam), op meerdere zetels rekenen.

Alle andere BIJ1-kandidaten haalden niet meer dan circa 1.600 stemmen. In grote steden als Rotterdam en Amsterdam is dat onvoldoende voor een raadszetel, waar de kiesdeler rond de 2.200 stemmen ligt.

Vanuit BIJ1-sympathisanten is recent kritiek geuit op de campagne van de partij. Die zou te veel draaien om de persoon van Dibi.

Tijdens de verkiezingscampagne erkende Dibi dat onder zijn leiderschap de representatie van zwarte vrouwen in de politiek een deuk heeft opgelopen, en dat hij daarmee worstelt. Nu bekend is dat Tuininga binnen BIJ1 de meeste stemmen heeft gekregen, rijst de vraag of Dibi bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen een stap terug zal doen.

‘Politiek, laat je leiden door de waarden van de Verlichting’

0

Uit zorg over de toenemende polarisatie vond maandagavond in de Waalse kerk in Amsterdam de tweede Nacht van de Verlichting plaats. In dit manifest roepen organisatoren Shula Rijxman, Joost Röselaers en Johan Baars politieke partijen op om vast te houden aan de waarden van de Verlichting: vrijheid, gelijkheid en broederschap.

De politieke kaarten zijn opnieuw geschud. Aan de onderhandelaars om een coalitie te smeden, een die stabieler en daadkrachtiger is dan de vorige en van meer visie getuigt. Tijdens de verkiezingscampagne hebben partijen laten zien waarin ze van elkaar verschillen. Vanaf nu moeten partijen de verschillen weer overbruggen en zoeken naar gedeelde grond. Daarbij staat veel op het spel. Antidemocratische en illiberale krachten morrelen aan de fundamenten van onze vrije samenleving. De volgende coalitie heeft als belangrijke opdracht de democratie te versterken en onze samenleving hiertegen te bewapenen.

Geloof in de Verlichtingswaarden

Wij roepen die partijen op om bij de zoektocht naar gezamenlijke grond onder de toekomstige coalitie het geloof in de Verlichtingswaarden weer centraal te stellen. Vrijheid, gelijkheid, broederschap – lang dachten we dat ze het fundament vormen waar we ons allemaal onder konden scharen. Gewetensvrijheid, vrijheid van onderzoek, godsdienstvrijheid, emancipatie, solidariteit en tolerantie. Het zijn de kernwaarden van het progressieve en liberale Nederland zoals dat over de jaren heen gestalte kreeg.

De Verlichting wilde afrekenen met obscuriteit en ratio vooropstellen. Alleen dan kon het individu waarlijk vrij en autonoom zijn. Daar is de afgelopen tweeënhalf eeuw enorme vooruitgang in geboekt. Maar zaken als grensoverschrijdend gedrag en minder zichtbare vormen van racisme en discriminatie lieten zien dat er nog steeds werelden te winnen zijn.

Op tal van plaatsen in het Westen bracht ze radicaal-rechtse leiders aan de macht

Dat geldt eveneens voor het debat over klimaatverandering en duurzaamheid. De enorme sprong die de afgelopen twee eeuwen werd gezet op het gebied van techniek en welvaart bleek te zijn gekomen met een prijs: een ongekende uitstoot van CO₂ in het bijzonder. Het besef dat er op dat vlak iets gebeuren moet, is de laatste jaren enorm gegroeid. Tegelijk is ook duidelijk dat dit in de praktijk nog niet zo eenvoudig is, dat het ideaal stuit, niet zozeer op praktische bezwaren, als wel op uiteenlopende economische en politieke belangen.

Anti-verlichte krachten

Maar onmiskenbaar zijn er de afgelopen paar jaar op allerlei terreinen enorme stappen gezet. Zo groot zelfs dat er anti-verlichte krachten zijn gewekt, krachten waarvan sommigen meenden dat ze voorgoed waren uitgedoofd. Een backlash in de vorm van een illiberale contrarevolutie kreeg gestalte. Op tal van plaatsen in het Westen bracht ze radicaal-rechtse leiders aan de macht. Aanvankelijk alleen bij ons in Europa, maar tenslotte ook in de Verenigde Staten. Het gevolg is geweest dat de liberale democratie, de scheiding der machten en tenslotte het idee van het Verlichte Westen zélf onder druk zijn komen te staan.

De illiberale contrarevolutie keert zich expliciet tegen de erfenis van de jaren ’60. De emancipatie maakte toen een enorme sprong. Maar die zou te ver zijn doorgeschoten en een elite aan de macht hebben gebracht zonder besef van goed en kwaad, mooi of lelijk, goed of fout. Vaak wordt bedoeld dat er een zeker idee van gemeenschap verloren is gegaan. Een verlies dat zou hebben geleid tot zielloos consumentisme, vervreemding en eenzaamheid. Met een zekere nostalgie wordt dan gekeken naar de jaren ’50. Maar de gemeenschap waar zo naar wordt gesmacht, kwam met de prijs van autoriteit, zo niet van autoritarisme. En zelfs al zou je terug willen, kan het niet.

Stevige vloer

De moderniteit, zoals die door de Verlichting wordt gedragen en gestuwd, heeft veranderd wie wij als mensen zijn. We zijn individuen geworden. Het verlies van gemeenschap is reëel, maar niet onoverkomelijk. Het betekent dat individuele vrijheid meer dan ooit komt met de notie van verantwoordelijkheid. Voor jezelf, én voor elkaar.

Progressieve en liberale politiek mag dan ook best een tandje feller

De illiberale contrarevolutie is verre van uitgeraasd. Al te gemakkelijk laten we ons erdoor intimideren of verlammen. Maar de vloer waarop we staan is veel steviger dan we denken. De Verlichtingswaarden die op allerlei wijze gestalte kregen, hebben zich in de samenleving verankerd en zijn onderdeel van onze mentaliteit. Zoiets vlak je niet zomaar uit.

Progressieve en liberale politiek mag dan ook best een tandje feller. De illiberale contrarevolutionairen hebben de mond vol over ‘identiteit’ en soms zelfs over de Verlichting. Maar ze zetten die in om anderen uit te sluiten, alsof de Verlichtingswaarden alleen tot het Westen zouden kunnen behoren. Maar wie gemeenschap zoekt, kan juist heel goed bij de democratie terecht. Iets dat samenbindt en waar je een gevoel van trots aan ontleent.

Politiek leiderschap

De democratie heeft onderhoud nodig. In een tijd waarin illiberale krachten aan de fundamenten van onze vrije samenleving knagen, is het moment gekomen om opnieuw te kiezen voor de waarden van de Verlichting — vrijheid, gelijkheid en broederschap. Deze oproep is welbeschouwd niet meer dan een daad van patriotisme, want Nederland geldt als de voorhoede maar ook als de bakermat van de Verlichting.

De democratie heeft onderhoud nodig

Wij roepen politieke partijen, instellingen en alle inwoners van Nederland op om de Verlichtingswaarden weer centraal te stellen in beleid, onderwijs en cultuur. Niet als nostalgie, maar als levend kompas voor vooruitgang, verantwoordelijkheid en verbondenheid.

Laat de rede weer het licht schijnen op ons publieke debat. Laat onderwijs en wetenschap opnieuw de hoeders zijn van kennis, tolerantie en emancipatie. En laat politiek leiderschap weer getuigen van moed, visie en vertrouwen in de kracht van de democratie.

De verkiezingsuitslag laat zien dat er nog steeds een breed en dynamisch midden bestaat. Nu is het moment gekomen om dat ook politiek vorm te geven.

Dick Cheney, architect van de ‘War on Terror’, overleden

0

Dick Cheney, de machtigste vicepresident uit de geschiedenis van de VS, is overleden op 84-jarige leeftijd. Zijn naam blijft verbonden aan de ‘War on Terror’ en het Amerikaanse imperialisme in het Midden-Oosten.

Als de rechterhand van George W. Bush speelde hij een centrale rol tijdens de aanslagen van 11 september 2001 en de daaropvolgende oorlogen in Afghanistan en Irak.

Nieuwspagina C’est Mocro op Instagram deelt het nieuws over zijn overlijden als volgt: ‘Oorlogsmisdadiger Cheney overleden’, en ziet hem als ‘de hoofdverantwoordelijke voor de illegale invasie van Irak’ in 2003.

Na de aanslagen op de Twin Towers in 2001 trok een westerse coalitie, waaronder Nederland, onder valse voorwendselen ten strijde in Irak. De vermeende massavernietigingswapens van Saddam Hoessein en diens vermeende banden met Al-Qaida bleken niet te bestaan. De oorlog eiste honderdduizenden levens en dreef miljoenen mensen op de vlucht.

Ook herinnert C’est Mocro eraan dat Cheney voorstander was van martelingen. ‘De wreedheden in de Abu Ghraib-gevangenis, waarvan de gruwelijke beelden wereldwijd tot verontwaardiging leidden, droegen eveneens de sporen van zijn beleid’, aldus het nieuwsplatform.

In 2018 verscheen de indringende film Vice over Cheney. In die film wordt duidelijk dat Cheney, gespeeld door Christian Bale, niet geloofde in het concept van mensenrechten en zich enkel en alleen liet leiden door de macht van Amerika in de wereld.

Cheney heeft, net als George Bush en Tony Blair, nooit verantwoording hoeven afleggen voor zijn rol in de oorlog in Irak, noch voor de misstanden die daaruit voortkwamen. ‘Zijn dood herinnert de wereld eraan hoe belangrijk het is dat hedendaagse oorlogsmisdadigers gerechtigheid niet ontduiken’, waarschuwt C’est Mocro.

Onder Maccabi-fans gewelddadige supporters met banden met het Israëlische leger

0

Wat pro-Palestina-activisten al langer beweerden, lijkt te kloppen. Onder de supporters van voetbalclub Maccabi Tel Aviv bevinden zich georganiseerde Israëlische strijders met banden met het leger. Dat meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye op basis van informatie van de Britse politie, die werd getipt door de Nederlandse politie.

De activisten wezen daar al op na de rellen in Amsterdam op 7 november 2024, waarbij Maccabi-supporters in botsing kwamen met Amsterdammers die daarna van antisemitisme werden beschuldigd. De kwestie laait opnieuw op in aanloop naar de Europese wedstrijd van morgen. Dan neemt Maccabi Tel Aviv het op tegen de Engelse club Aston Villa. De UEFA heeft Israëlische clubs, anders dan Russische teams na de inval in Oekraïne, geen boycot opgelegd.

Supporters van Maccabi mogen van de Britse autoriteiten toch niet aanwezig zijn vanwege een serieuze dreiging van verstoring van de openbare orde. Dat leidde in Engeland tot een politieke rel met beschuldigingen van ‘antisemitisme’, maar de Britse politie stelt dat er een grote kans bestaat dat het mis kan gaan, zoals in Amsterdam vorig jaar.

Daarbij beroept de Britse politie zich mede op informatie van de Nederlandse politie, die hun Britse collega’s heeft getipt over extremistische Maccabi-supporters.

In het Britse politierapport over de risicowedstrijd, ingezien door Middle East Eye, zou de Nederlandse politie melding maken van meer dan tweehonderd Maccabi-fans die banden hebben met het Israëlische leger en actief betrokken zijn bij pro-Israëlische demonstraties en confrontaties. Ook meldt de Nederlandse politie dat deze supporters ‘uit zijn op geweld’ en ‘niet bang zijn om met de politie slaags te raken’.

Veel Palestina-activisten eisen al lange tijd excuses, niet alleen van de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, maar ook van het Openbaar Ministerie, politici, de koning en media die volgens hen als één blok zijn gevallen voor Israëlische manipulatie over de Maccabi-rellen.

Ook fotograaf Annet de Graaf sluit zich aan bij die roep om excuses. ‘Geen verrassing hier’, schrijft ze op LinkedIn, en vervolgt: ‘Veel Nederlandse media publiceerden in hun berichtgeving over de Maccabi-rellen vaak ooggetuigenverslagen van IDF-soldaten, terwijl ze de stemmen van Nederlandse burgers en verslaggevers grotendeels negeerden.’