Malcolm Jones, raadslid voor de Partij voor de Dieren in Leiden, is al enkele jaren een succesvol en spraakmakend politicus in de Sleutelstad. Maar in 2026 wil hij meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen in zijn geboortestad Rotterdam. Officieel is hij nog geen kandidaat, maar de ambitie is uitgesproken: terug naar de Maasstad om juist daar het verschil te maken. ‘Rotterdam is rauwer, rechtser, maar ook eerlijker. Als je daar politiek iets voor elkaar krijgt, dan heeft het echt impact.’
We spreken elkaar telefonisch, tussen twee afspraken door. Malcolm is opgewekt, energiek, en scherp. ‘Politiek is topsport om maatschappelijke verandering te realiseren’, zegt hij. ‘Maar hierbij moet je je idealen overeind houden. Die combinatie is keihard werken, maar ook de enige manier waarop het zin heeft.’
In Leiden bouwde Jones de afgelopen jaren aan een stevig profiel. Hij diende succesvolle moties in over onder meer dierenwelzijn en diversiteit, en stond bekend als iemand die over partijgrenzen heen kon denken. ‘Ik heb nooit moeilijk gedaan over een motie van de VVD, als het een goed voorstel was’, zegt hij. ‘Sterker nog, in Leiden is de VVD de meest rechtse partij, maar ook daar kun je samenwerken. Ik stem niet tegen om het tegenstemmen. Ik kijk naar de inhoud.’
Maar Rotterdam is anders, erkent hij. ‘Het is een stuk rechtser, met partijen als Leefbaar Rotterdam. Maar juist daarom wil ik daar naartoe. Ik heb veel mogen leren in een stad als Leiden, maar merk ook dat ik niet terugdeins voor uitdagingen. Juist die zoek ik graag op in een stad als Rotterdam.’
‘Toen ik studeerde, had ik één docent van kleur. Dat gaf mij een veilig gevoel’
Jones is een Afro-Nederlander met Surinaamse roots en weet hoe het voelt om het tokenismespel te moeten doorzien. ‘Ik wil geen ‘diversiteitskandidaat’ zijn. Ik ben kandidaat omdat ik het kan, niet om kleur te bekennen op een poster.’ Hij benadrukt dat representatie belangrijk is – zolang het gepaard gaat met echte betrokkenheid. ‘Toen ik studeerde, had ik één docent van kleur. Dat gaf mij een veilig gevoel. Bij het ministerie van VWS zie je soms dat er iemand van kleur bij een interview aanwezig is zodat mensen zich herkennen. Dat werkt en heb ik ook zelf ervaren. Maar het mag nooit symbolisch blijven.’
Geen woorden, maar daden
Een belangrijk motief om naar Rotterdam te gaan is om mensen te bereiken die zich eerder niet herkenden in de politiek, vervolgt Malcolm. ‘Van tante Bep tot tante Es, van het Oude Noorden tot aan Zuid, en natuurlijk de mensen op de Kruiskade waar ik altijd kwam. Ik wil niet alleen gezien worden als de ‘zwarte kandidaat’. Ik sta voor al die mensen die te lang niet gehoord zijn, ongeacht hun achtergrond. En ik ben er net zo goed voor witte stemmers. Omdat ik sta voor mijn idealen – en die ook uitvoer. Mensen willen geen mooi verhaal meer, ze willen daadkracht.’
Bij de Partij voor de Dieren vond Jones zijn politieke thuis. ‘Ik was al vegetariër voordat ik lid werd. Mijn ex stemde op de PvdD. Zij maakte me initieel bewust van het grotere verhaal: het gaat niet alleen om dieren, maar om de planeet, om gelijkwaardigheid. Je moet niet inleveren op je idealen, ook niet als het moeilijk wordt.’
Dieren, mensen, bestaanszekerheid
Jones wijst op de samenhang tussen sociale vraagstukken en dierenwelzijn. Een voorbeeld: de opvang van daklozen met huisdieren. ‘In Leiden sprak ik een dakloze man met een hond. Hij wilde niet naar de opvang omdat zijn hond daar niet welkom was. Die hond was zijn laatste metgezel. Mensen blijven dan langer in onveilige situaties, of op straat. Je kunt het dier en de mens niet scheiden. Daar maken we ons als PvdD hard voor.’
‘Hij wilde niet naar de opvang omdat zijn hond daar niet welkom was’
Hij wil af van het beeld dat de Partij voor de Dieren alleen maar dingen wil verbieden. ‘We weten allang dat we tegen planetaire grenzen aanlopen. Vleesconsumptie op dit niveau is onhoudbaar. Maar het gaat niet om verbieden, het gaat om verantwoordelijkheid nemen. Als je als politicus klimaat niet serieus neemt, houd je mensen voor de gek.’
Klimaat en kleur
Onder Nederlanders van kleur lijkt de klimaatstrijd minder te leven dan onder witte Nederlanders. Dit heeft te maken met inkomensverschillen, analyseert Jones. ‘Mensen die bezig zijn met overleven, hebben geen ruimte om zich druk te maken over CO₂-uitstoot. Dat begrijp ik. Daarom is gelijkwaardigheid de sleutel. Zorg dat mensen bestaanszeker zijn – dan pas kan je verwachten dat ze volwaardig meedoen aan de strijd.’ Daarnaast benadrukt hij dat mensen in het mondiale zuiden het meeste last hebben van klimaatverandering. Solidariteit met deze mensen betekent ook dat je klimaatverandering serieus moet nemen.
De goede strijd wordt op verschillende fronten gevoerd. Dat is ook waarom Jones de – volgens critici nogal agressieve – demonstraties zoals van Extinction Rebellion verdedigt. ‘Je hebt verschillende fronten nodig: politiek, lobby, actie. Denk aan de Dolle Mina’s – die werden in de jaren zeventig van de vorige eeuw ook weggezet als hysterisch. Maar zonder hen was er niets veranderd op het gebied van vrouwenrechten. We zien hetzelfde bij Black Live Matter-protesten en nu ook bij de Gaza-demonstraties. Demonstreren binnen de mazen van de wet helpt de norm te verschuiven.’
Ik wil beter worden dan gisteren
De keuze om terug te keren naar Rotterdam is persoonlijk én politiek. ‘Ik heb er negentien jaar gewoond. In Rotterdam-Noord, achter het station. Het was toen grauw en armoedig, maar ook mijn thuis. Rotterdam is tegenwoordig charmanter en hip. Maar ik kan er nog steeds in m’n slippers over straat, haha. Rotterdam is geen etalage, zoals Amsterdam. In Rotterdam leven mensen.’
Jones noemt zichzelf een groeimens. ‘Ik wil beter worden dan gisteren. Sport helpt daarbij. En politiek. Leiden was waardevol, maar ik ben toe aan een nieuwe uitdaging.’
‘Pim Fortuyn was ook populair omdat hij veiligheid beloofde, een thuis’
Bij zijn laatste motie in Leiden haalde hij een meerderheid voor het behoud van budget voor diversiteitsbeleid. Negen eisen die hij stelde, werden alle negen overgenomen in het beleid. ‘Dat was misschien mijn beste voorstel tot nu toe. Die ervaring neem ik mee naar Rotterdam.’
Jones wil mensen aanspreken die zich niet vertegenwoordigd voelen. ‘Rotterdam is de stad van wijlen Pim Fortuyn. Hij was ook populair omdat hij veiligheid beloofde, een thuis. Mensen voelen zich verweesd. Maar wij zeggen bij de PvdD: wij zorgen ook voor jou, én voor komende generaties. Niet terug, maar vooruit.’
Suriname
Jones kijkt ook met belangstelling naar de verkiezingen in Suriname (op het moment van het interview hadden die nog niet plaatsgevonden, red.). ‘Ik heb nog familie daar wonen’, vertelt hij. ‘Wat me hoop geeft, is dat de inheemse bevolking steeds meer erkenning krijgt. Ook bij die groep dringt het politieke bewustzijn door. Zij leven al generaties lang in balans met de natuur en weten wat het betekent om echt zorg te dragen voor de aarde. In een land met zoveel ongerepte natuur is het cruciaal dat juist zij gezien worden.’
De verhoudingen tussen marrons en inheemsen zijn volgens hem de afgelopen jaren verbeterd. ‘Er was vroeger veel strijd, maar nu zie je een ontwikkeling naar meer wederzijds begrip. Als dat zich doorzet in deze verkiezingen, kan dat een verbindende uitkomst hebben – op de lange termijn is dat alleen maar goed.’