15.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 665

Amsterdamse partijen: Stopera verliest contact met moslimgemeenschap

0

Volgens critici weet de gemeente Amsterdam niet meer wat er speelt onder moslims. Zij vrezen dat de gemeente signalen van radicalisering niet op tijd oppikt, schrijft het Parool.

De zorgen worden breed gedeeld, van CDA tot Denk. Volgens CDA-fractievoorzitter Diederik Boomsma is de informatiepositie van Amsterdam niet goed. Mouras Taimounti van Denk beaamt dit: ‘De voelsprieten in de stad zijn weg’, vanwege het ontslag van antiradicaliseringsambtenaar Saadi Ait-Taleb in 2017 en het aan de kant zetten van haar netwerk van ‘sleutelfiguren’.

PvdA-fractievoorzitter Sofyan Mbarki zegt dat de recente terreuraanslagen in Frankrijk en Wenen het extremismeprobleem hoog op de agenda hebben gezet. ‘Parijs heeft hier ook alarmbellen doen afgaan. Heel veel professionals in de wijk doen gewoon hun werk en melden verontrustende signalen. Maar ik weet niet hoe de informatiepositie van de gemeente nu is.’

Saadi Ait-Taleb werd van corruptie verdacht en daarom ontslagen. Deze zomer werd ze door de strafrechter van alle blaam gezuiverd. Haar ontslag zorgt nog steeds voor spanningen. Islamitische ambtenaren in de Stopera voelen zich onveilig, bleek uit een eerder deze maand uitgelekte brandbrief. Maar ook bij andere moslims heerst er wantrouwen tegenover de gemeente.

In een reactie zegt burgemeester Femke Halsema dat ze juist een goed beeld heeft van wat er leeft in de moslimgemeenschap, onder meer dankzij ‘(in)formele netwerken en contacten, die niet zoals de sleutelfiguren exclusief zijn gericht op het bestrijden van radicalisering’. Ook zet de gemeente in op een nieuw netwerk om jongeren bij de stad te betrekken en gesprekken met moskeebesturen, imams en gewone moslims.

‘Je mag gekwetst zijn als de profeet wordt beledigd, maar overzie je emoties’

0

Van de moord op de Franse geschiedenisleraar Samuel Paty tot aan een omstreden schrijfopdracht in een Leids lyceum waarin leerlingen moeten verklaren waarom er ‘zoveel moslimterroristen zijn’: ook in het onderwijs zijn de islam en moslims het gesprek van de dag. Hoe dienen (jonge) moslims met deze spanningen om te gaan, en welke rol heeft islamitisch onderwijs daarin te spelen? De Kanttekening sprak met Kamel Essabane, onderzoeker, docent en lerarenopleider. Aan de Radboud Universiteit Nijmegen doet hij promotieonderzoek naar de bijdrage van islamitisch godsdienstonderwijs aan burgerschapsvorming.

Met welke uitdagingen heeft het islamitische onderwijs in Nederland nu te maken?

‘Islamitisch onderwijs ligt door recente gebeurtenissen onder een vergrootglas. Denk bijvoorbeeld aan het Cornelius Haga Lyceum, dat vorig jaar door de AIVD werd beticht antidemocratisch onderwijs te geven. Dergelijke berichten wekken de indruk dat islamitische scholen allemaal hetzelfde zijn. Het zijn allemaal moslims bij elkaar, denken sommigen, en dat werkt ‘integratie’ niet in de hand. Er is mede door deze gedachtegang een constante angst voor radicalisering, en onder moslims een constante druk om zich te moeten bewijzen dat ze geen gevaar vormen voor de samenleving. Een van de grootste uitdagingen voor islamitisch onderwijs is daarom om leerlingen te leren daar op een positieve manier mee om te gaan, en om niet onmiddellijk in de verdediging te schieten.

‘Daarnaast is er sprake van een grote interne diversiteit, wat betreft de geloofsbelijdenis. Ik heb voor mijn werk als lerarenopleider een aantal islamitische scholen bezocht, en gezien dat sommige scholen daarmee worstelen. Dan vragen ze zich af hoe ze het beste aandacht kunnen geven aan diversiteit, en hoe om te gaan met verschillen tussen bijvoorbeeld sjiitische en soennitische moslims. Het gaat ook om de vraag hoe het geloof wordt gepraktiseerd. Sommige moslimleerlingen worden wat vrijer met de geloofsregels opgevoed dan anderen. Hoe ga je daar als school mee om? En hoe vat je deze regels op? In hoeverre wil je als onderwijsinstelling dat de leerkrachten zich daar ook aan houden?

‘Het gaat dus aan de ene kant om het behouden en verder ontwikkelen van de islamitische identiteit van leerlingen, terwijl je aan de andere kant ruimte bieden wil voor verschillende opvattingen over het moslim-zijn. Ook daar ligt een uitdaging voor islamitisch onderwijs.’

Hoe hangt dit samen met het andere onderwerp waar u onderzoek naar doet, namelijk burgerschap?

‘Burgerschapslessen in het onderwijs houden zich bezig met vragen als: wat is een goede burger? Tot wat voor burger zijn we onze kinderen op scholen aan het vormen, en welke kennis, normen en waarden geven we ze mee om te kunnen participeren in de maatschappij? Scholen hebben van de overheid de opdracht gekregen om lessen te geven over burgerschap, maar veel vrijheid om daar zelf invulling aan te geven. Welke onderwerpen tijdens zo’n burgerschapsles aan bod komen, wordt ook mede bepaald door de politieke agenda. Er is vanuit de overheid een focus op de integratie van moslims in Nederland en het weren van gevaar voor radicalisering onder voornamelijk moslimjongeren. Recente gebeurtenissen – zoals de moord op de Franse docent Paty voor het vertonen van cartoons van de profeet Mohammed in zijn klas, en de petitie die massaal door Nederlandse moslims is ondertekend om belediging van de profeet strafbaar te stellen – dragen bij aan de focus op moslims in de maatschappelijke discussie.

‘Het is een slechte zaak als burgerschapslessen zich vooral focussen op moslimjongeren en het tegengaan van radicalisering bij deze jongeren. Er zijn immers ook andere kernwaarden en maatschappelijke vraagstukken waar je met burgerschap als uitgangspunt hoog op kunt inzetten, zoals bijvoorbeeld de strijd tegen racisme. Jarenlang is racisme een groot maatschappelijk probleem. Laten we het bestrijden van racisme dan hoog op de politieke agenda zetten, en daar ook een gezamenlijk speerpunt van maken in het onderwijs. Toch zien we in de praktijk dat bij de ene vorm van maatschappelijke ongelijkheid eerder wordt gerelativeerd dan bij de andere. Een goed voorbeeld daarvan is seksuele diversiteit. Als een islamitische school lesmateriaal biedt waarin staat dat er geen ruimte is voor seksuele diversiteit, of als een christelijke school aan ouders vraagt om een verklaring te ondertekenen waarin zij homoseksualiteit afwijzen, dan moet onmiddellijk worden ingegrepen. Als het echter over racisme gaat, dan moeten we er eerst een gesprek over hebben, en heeft het tijd nodig, omdat we het beleid niet zomaar kunnen aanpassen.

‘Het is een slechte zaak als burgerschapslessen zich vooral focussen op moslimjongeren en het tegengaan van radicalisering bij deze jongeren’

‘Onderwijs, en met name onderwijs over burgerschap, heeft ook de taak om dit soort mechanismen bloot te leggen. Waarom wordt er meer aandacht gevestigd op het ene maatschappelijke probleem dan op het andere? Wie bepaalt dat? En welke machtsverhoudingen dragen daaraan bij?’

U zegt dat het huidige maatschappelijke debat door recente gebeurtenissen gericht is op moslims en de integratie van moslims in Nederland. Wat zijn de gevolgen daarvan op islamitisch onderwijs?

‘Door de veelal negatieve aandacht op islamitische onderwijsinstellingen is er een zekere prestatiedruk ontstaan binnen de scholen om zich te bewijzen. Steeds meer islamitische scholen willen professionaliseren, omdat ze hebben geleerd van de fouten die andere scholen eerder hebben gemaakt in het verleden. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de bovengemiddeld hoge Cito-scores op islamitische basisscholen, waar dat voorheen niet zo was. Daarnaast merk ik dat islamitische onderwijsinstellingen een zekere druk voelen om te bewijzen dat ze integratie van moslims in Nederland juist wel in de hand werken. Dat zie je bijvoorbeeld ook aan moslimouders wanneer ze merken dat hun kinderen zich verdiepen in de islam, en dat vertalen naar uiterlijke kenmerken zoals een baard of hoofddoek. Sommige moslimouders zien dat niet automatisch als iets positiefs. Ze vragen zich dan af met wie hun kinderen omgaan, wat ze op school meekrijgen, en zijn waakzamer over tekenen van extremisme. Ook islamitische onderwijsinstellingen staan dan op scherp, en willen bewijzen dat ze zich kunnen meten aan Nederlandse normen en waarden. Daar zit een schaduwkant aan, namelijk dat leerlingen met een migratieachtergrond negatief kunnen denken over de opvoeding van hun ouders. Het is prima om kritisch te zijn op de cultuur en opvoeding die je van huis uit hebt meegekregen, maar je kunt hierin ook doorslaan. Als je je te erg focust op het ontwikkelen van een Nederlandse islam en het aanpassen aan de Nederlandse normen en waarden, dan zie je onvoldoende wat er in Nederland beter kan.

‘Nederland is heel divers, en het is prima om een afwijkende mening te hebben en kritiek te hebben op hoe we leven in Nederland. Je bent Nederlander, moslim, en wellicht heb je ook een andere cultuur van huis uit meegekregen waar je trots op mag zijn. Je mag ook kritiek hebben op Nederland.’

Wat vindt u van de manier waarop sommige moslims reageerden op het vertonen van Mohammed-cartoons?

‘Vanuit de Tweede Kamer werden leraren opgeroepen het gesprek in de klas aan te gaan over vrijheid van meningsuiting in het licht van de moord op Paty, en het tonen van de spotprenten van de profeet. Maar wat politici vervolgens deden was precies wat een leerkracht niet zou moeten doen in een les over vrijheid van meningsuiting. Zo verdedigde Farid Azarkan van Denk het indienen van de petitie die moslims hebben opgesteld en ondertekend om het beledigen van de profeet strafbaar te stellen. Dat werd hem niet in dank afgenomen. Zijn standpunt werd van alle kanten met veel emoties totaal de grond in geboord. Een afwijkende mening, met daarbij gepaarde emotie van moslims, mocht er klaarblijkelijk niet zijn.

‘Als je je te erg focust op het ontwikkelen van een Nederlandse islam en het aanpassen aan de Nederlandse normen en waarden, dan zie je onvoldoende wat er in Nederland beter kan’

‘In het onderwijs zou je juist willen dat er een veilige sfeer wordt gecreëerd, waarin je ook een afwijkende mening mag hebben. Je moet de ruimte krijgen om je gevoelens te uiten, zonder dat je inbreng meteen van tafel geveegd wordt. Het is niet verkeerd om je als moslim gekwetst te voelen wanneer de profeet wordt beledigd. Tegelijkertijd ligt er ook een taak om die emotie te overzien en je af te vragen waar die vandaan komt. Om met name aan onze seculiere medelanders – die een besef van heiligheid zijn kwijt geraakt – te kunnen verwoorden waarom veel moslims het beledigen van de profeet Mohammed ervaren als een belediging van hun persoonlijke islamitische identiteit. Islamitische scholen kunnen daarom zowel aandacht besteden aan de vrijheid van meningsuiting alsook de levensbeschouwelijke dimensie, wat het met moslims doet. Het is te gemakkelijk voor moslims om te zeggen dat ze van de profeet Mohammed houden en het daarom niet kunnen verdragen wanneer hij wordt beledigd. Er moet ruimte zijn om dieper op die emotie in te gaan, te leren over de hoe de profeet de levens van moslims raakt, en tegelijkertijd te leren op een volwassen manier met godsdienstkritiek om te gaan.’

Was de petitie voor de strafbaarstelling van het beledigen van de profeet dan geen slimme zet?

‘Ik weet niet wat de intentie was van degene die deze petitie heeft opgesteld. Zelf ben ik er geen voorstander van om het op deze manier te doen. Als de maker van deze petitie hiermee wilde laten zien dat er ongelijkheid is in hoe we in Nederland met verschillende meningen omgaan, en dat er geen ruimte wordt gemaakt voor wanneer moslims zich gekwetst voelen, dan was het een geslaagde actie. Tegelijkertijd vond ik het onhandig om deze petitie zo vlak na de moord op de Franse docent aan de Tweede Kamer te overhandigen. Het was te verwachten dat de petitie door de meerderheid niet geaccepteerd zou worden. Deze meerderheid, die seculier is, voelt dat moslims hen terugbrengen naar een tijd waar er geen kritiek gegeven mocht worden op God en religie. De timing waarop is gekozen de petitie op te stellen, kan daarnaast door deze meerderheid geïnterpreteerd worden alsof veel moslims de moord op Paty bagatelliseren. Uiteindelijk dacht de meerderheid ook dat veel moslims hiermee de gruwelijke moord bagatelliseren, ondanks dat in de petitie werd benadrukt dat moslims alle vormen van geweld naar aanleiding van de spotprenten veroordelen.’

Hoe moeten moslims volgens u dan omgaan met de druk die ze voelen om zich te bewijzen dat ze zowel islamitisch als Nederlands kunnen zijn?

‘Er zijn momenten waarop er veel druk wordt gelegd op moslims om zich te bewijzen, maar er zijn ook momenten waarop het rustiger is. Dan is het maatschappelijke debat minder nadrukkelijk op moslims gericht. Op dat moment is het dan een kans om de nadruk te leggen op je islamitische identiteit, en op basis daarvan een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij. Zoek bijvoorbeeld samenwerking op met groepen die willen bijdragen aan een oplossing voor gemeenschappelijke problemen, zoals racisme en klimaatverandering. Dat is denk ik wat wij zelf als moslims meer zouden kunnen doen. Het is onterecht dat moslims vaak op hun identiteit worden aangesproken als er iets misgaat. Daarom ligt er ook een verantwoordelijkheid voor moslims om op proactieve wijze hun stemmen te laten horen, en vanuit hun levensovertuiging solidair te zijn met anderen over verschillende maatschappelijke problemen.

Je hoeft je islamitische identiteit niet steeds te benadrukken op het moment dat de islam en moslims onder vuur liggen’

‘Negatieve berichtgeving over moslims in de media kan sommige moslims het gevoel geven dat niet-moslims allemaal tegen hen zouden zijn, maar dat is niet zo. Besef dan dat er maar een paar mensen zijn die zo denken, maar dat er een heleboel mensen zijn in Nederland die wel staan voor een diverse en inclusieve samenleving. Je hoeft je islamitische identiteit niet steeds te benadrukken op het moment dat de islam en moslims onder vuur liggen. Als je dan alsnog wordt gevraagd om te bewijzen dat je als moslim geen gevaar vormt voor de samenleving, probeer er dan boven te staan. Soms kun je beter niet reageren wanneer je uit de tent wordt gelokt, dan is de lol voor de ander er snel van af. Dat is ook iets wat islamitisch onderwijs aan leerlingen kan meegeven naar het voorbeeld van de profeet Mohammed. Bedenk dat negativiteit je aandacht en energie niet waard is, en richt je op de positieve krachten van de maatschappij.’

Amerikaanse artsenfederatie: racisme is risico voor volksgezondheid

0

De Amerikaanse Artsen Federatie (AMA) erkent nu dat racisme een risico is voor de volksgezondheid. De Afro-Amerikaanse gemeenschap in de VS wordt onevenredig hard getroffen door het coronavirus.

In het nieuwe beleid van Amerikaanse artsen wordt het fenomeen racisme gezien als een factor die iemands gezondheid mede bepaalt. Ook houdt de AMA rekening met gezondheidsverschillen en een gebrekkige toegang tot de gezondheidszorg, waar de Afro-Amerikaanse gemeenschap en andere gemeenschappen in de VS last van hebben.

De AMA vraagt medische professionals om na te denken over hoe ze gevolgen van racisme voor de gezondheid kunnen verzachten. Ook moeten toekomstige artsen over racisme leren op de universiteit en moet er meer onderzoek komen naar racisme en de gevolgen daarvan voor de volksgezondheid.

Uit diverse onderzoeken bleek dat de Afro-Amerikaanse gemeenschap eerder dit jaar onevenredig hard werd getroffen door het coronavirus. Zo is 30 procent van de bevolking van de stad Chicago Afro-Amerikaans, maar was 70 procent van de coronadoden die de stad eerder dit jaar telde zwart.

Minister Pakistan: ‘Macron doet met moslims wat nazi’s met Joden deden’

0

Frankrijk eist dat Pakistan spijkerharde woorden van haar minister Shireen Mazari (Mensenrechten) rectificeert. Mazari zei dat de Franse president Emmanuel Macron ‘doet met moslims wat de nazi’s deden met de Joden’.

Mazari beweerde dat Frankrijk alleen islamitische kinderen een ID-kaart zou geven, en andere kinderen niet. Ze vergeleek dit met de Jodenster uit de Tweede Wereldoorlog

‘Deze verachtelijke woorden zijn schaamteloze leugens, geladen met een ideologie van haat en geweld’, zei een woordvoerder van het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken afgelopen weekend in reactie. Frankrijk wil dat Pakistan haar woorden rectificeert. Frankrijk geeft alle kinderen identificatienummers, niet alleen islamitische kinderen.

Mazari heeft haar omstreden tweet inmiddels verwijderd, omdat het artikel waarnaar ze verwees was gerectificeerd.

Pakistan, Turkije en andere islamitische landen zijn woedend op Frankrijk, omdat de Franse overheid na de moord op leraar Samuel Paty nog steeds pal staat achter het publiceren van de controversiële Mohammedcartoons van Charlie Hebdo. Ook zien deze landen het verbod op de Organisatie tegen Islamofobie in Frankrijk en de islamistische NGO BarakaCity als een vorm van geloofsvervolging.

Wat Kauthar overkomt, overkomt bijna alle niet-witte Nederlanders

0

Er zit een bepaalde rusteloosheid in mij. Die wordt constant gevoed door ‘westerse’ vijandschap en achterdocht tegenover moslims en andere minderheden in de media en een gebrekkige representatie van hen.

Het kan om kleine dingen gaan. Zoals de stukjes van Sylvia Witteman in de Volkskrant, waar Turken en Marokkanen negen van de tien keer verschijnen als bakker, groenteman of ‘islamitische slager’. Maar ook woede om serieuze dingen, zoals het wél benoemen van 58.320 gestorven Amerikanen in de Vietnamoorlog of 25 Nederlandse soldaten in Afghanistan, en dan het onvermeld laten van het aantal Vietnamezen of Afghanen die per honderduizenden zijn kapotgemaakt door westers geweld in exact diezelfde oorlogen.

Achteraf is het misschien ook wel makkelijker om dat onvermeld te laten. Wie heeft immers al die naamloze niet-westerse slachtoffers bijgehouden?

Dat laatste is waarschijnlijk ook de oorzaak van mijn rusteloze verbetenheid. De constante drang om jezelf als ‘niet-westerse allochtoon’ of ‘geracialiseerde moslim’ te moeten humaniseren tegenover racistische machtssystemen die je van het ene moment kunnen optuigen tot een geslaagd product van Nederland als ‘verbinder’, ‘een toonbeeld van integratie’, en daarna als een baksteen laat vallen als ‘Moslimbroeder’ of ‘infiltrant’.

Natuurlijk heb ik het over GroenLinks-kandidaat Kauthar Bouchallikht. Echter gaat dit niet alleen over haar. Dit overkomt bijna alle niet-witte Nederlanders op dagelijkse wijze. Dat jij dit niet ziet, witte Nederlander, betekent niet dat het niet bestaat. Het laat alleen maar zien aan welke kant van de door witte suprematisten getrokken lijn men staat.

Een voorbeeld. Ik las onlangs op Twitter een draadje over de extreemrechtse uitspraken en affiliaties van Thierry Baudet met Front National-kopstuk Julien Rochedy (vriend van Forum-kandiaat nummer vijf Eva Vlaardingerbroek). Het is te misselijkmakend wat voorbij kwam. Sommige vrouwen zouden verkrachting verdienen omdat ze pro-immigratie zijn volgens Rochedy, schaamteloos antisemitisme binnen de FvD en JFVD en een foto van Rochedy samen met de massamoordenaar Assad – het hield niet op.

Aan witte mensen die openlijk Assad steunen blijft geen term als ‘Assad-aanhanger’ kleven

Ik app een vriend: ‘Erdogan-aanhanger is een gevleugelde term geworden en wordt te pas en te onpas geplakt op Turkse Nederlanders of zelfs mensen die zich met Turkse Nederlanders een keer hebben geassocieerd. Het kan hun hele leven achtervolgen. Dit terwijl deze mensen Assad openlijk steunen, en toch kleeft een term als ‘Assad-aanhanger’ niet aan hun witte lichamen.’

Inderdaad, het glijdt er zo makkelijk af als een gladde aal tussen je handen. Geen NOS-journalist die zegt: ‘Het ontkennen van liefde voor nazi’s is juist een kenmerk van nazi’s’, zoals over de Moslimbroederschap wel wordt gezegd. Het gaat hier dan ook om wat Zoë Papaikonomou en Annebregt Dijkman ‘definitiemacht’ hebben genoemd in hun boek Heb je een boze moslim voor mij? Wie bepaalt het gesprek? Wie heeft het vermogen om te beslissen welke betekenis wordt gegeven aan een verschijnsel?

Is dat een Zihni Özdil, een Erdal Balci, een Aylin Bilic? Allemaal niet-westerse ‘seculiere’ namen die zich vijandig hebben opgesteld tegen Bouchallikht en ‘de islam’ in het algemeen. Hoezeer zij ook overtuigd zijn van hun eigen gelijk, lijkt mij hun geschreeuw juist een teken van niet-witte onmacht die alleen zo hard klinkt vanwege witte facilitatie in een islamofobe context. Deze stemmen worden gretiger opgepikt in een mediastelsel dat wordt gedomineerd door witheid. Ik heb er zelf ook ‘baat’ bij als ik over de Armeense Genocide of onderdrukking van de Koerden in Turkije spreek.

Maar zo hoeft niet voor altijd te gaan. Er zijn nieuwe initiatieven gaande. Omroep Zwart heeft de grens van 50.000 leden bereikt en hiermee een horde genomen naar het Mediapark in Hilversum. Toch maakt één zwarte zwaluw nog geen zwarte zomer, en daarbij bedoel ik zwart in de positieve zin van het woord. Ik hoop van harte dat alle stemmen die structureel ongehoord blijven de 50.000 leden halen. Succes, Omroep X, M24, IslamOmroep, Groen en PAC. Tijd voor een eindsprint tot 31 december!

Dan blijft nog mijn rusteloosheid. Ja, die ebt alleen weg in het aanzien van de pure onschuld en onbevangenheid in de ogen van mijn neefjes. Ik vind troost in de hoop dat deze nieuwe generatie Amsterdammers niet zo onbeholpen zullen staan, zoals mijn generatie stond voor en na 9/11. En ik vind rust in de mooie dingen. Een moslima achter een kanun die losgaat op een nummer van Metallica. Sheer perfection!

Aboutaleb heeft ‘begrip’ voor Franse aanpak islamitische organisaties

0

De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb heeft begrip voor de Franse aanpak van islamitische organisaties.

Dit schrijft hij in antwoord op raadsvragen van de islamitische partij Nida, die de Organisatie Tegen Islamofobie in Frankrijk (CCIF) en de islamitische NGO BarakaCity asiel in Rotterdam wil verlenen. Dit meldt Dagblad 010.

Frankrijk heeft deze twee organisaties verboden, omdat ze zich schuldig zouden maken aan islamiistisch ‘separatisme’. Volgens Nida voert de Franse overheid een heksenjacht tegen het islamisme, waarbij de regering achter elke boom een terrorist ziet.

Aboutaleb antwoordt dat het College van Burgemeester en Wethouders geen oordeel heeft over de maatregelen die een buitenlandse overheid neemt die geen directe gevolgen hebben voor de Rotterdamse situatie.

Wel zegt hij dit: ‘Wij hebben er begrip voor dat overheden organisaties onderzoeken die ervan worden verdacht aan te zetten tot haat, of de democratische rechtsorde ondermijnen en deze organisaties waar nodig verbiedt. Alleen al in 2020 zijn in Frankrijk zeven aanslagen gepleegd waarbij zeven mensen werden vermoord en elf zijn verwond.’

Ook schrijft de burgemeester dat het college Franse islamitische organisaties voorlopig geen onderdak wil verlenen, een vurige wens van Nida.

Aboutaleb: ‘Het CCIF en Baraka City hebben ons niet verzocht hen een toevluchtsoord te bieden. Wanneer zij dat doen zullen wij hen hierop een antwoord geven.’ De burgemeester liet in het midden of dat antwoord positief zal zijn.

Bouchallikht: ik heb niks met clubs als Moslimbroederschap en Milli Görüs

0

Kauthar Bouchallikht staat ferm achter haar betrokkenheid bij de veelbesproken islamitische jongerenorganisatie FEMYSO. Wel zal ze als GroenLinkser geen evenementen bezoeken van de conservatief-Turkse stichting Milli Görüs, een van de bij FEMYSO aangesloten organisaties. Dat zegt ze in gesprek met Trouw.

De 26-jarige Bouchallikht staat op plaats negen van de concept-kandidatenlijst voor de komende Tweede Kamerverkiezingen. Tot december is ze vicevoorzitter van FEMYSO, een islamitische studentenorganisatie die volgens sommige deskundigen banden heeft met de Moslimbroederschap.

In dagblad Trouw reageert Bouchallikht voor het eerst uitgebreid op de ontstane ophef. Ze verdedigt in het interview haar lidmaatschap van de studentenorganisatie FEMYSO.

‘FEMYSO is een legitieme organisatie’, zegt ze. ‘Ik sta zelf voor radicale gelijkwaardigheid. Het maakt mij niet uit wat iemands gender, seksuele geaardheid of kleur is. Ik heb zelf ook nooit iets gemerkt van enige verbondenheid met de Moslimbroederschap. Ik wil ook niets te maken hebben met dat gedachtengoed.’

Als lid van Femyso heeft Bouchallikht ook een workshop gegeven voor de conservatief-Turkse organisatie Milli Görüs. Over die club zegt ze: ‘Ik heb daar zelf niets mee. Zolang zij onze principes onderschrijven, komen we daar namens FEMYSO langs. Maar hoe Milli Görüs bijvoorbeeld bijeenkomsten organiseert, mannen en vrouwen apart, dat vind ik niks.’ Als GroenLinkser zou ze er dan ook niet meer langsgaan, zegt ze.

Bouchallikht vond de controverse over haar kandidatuur heftig, maar is blij met alle steun die ze van linkse en islamitische organisaties heeft gekregen. ‘Meer dan honderd organisaties hebben een publieke steunverklaring ondertekend. Van Queers for Climate, tot feministische organisaties tot Kick Out Zwarte Piet. Omdat die mensen mij kennen en weten dat onze strijd tegen onrecht met elkaar verbonden is.’

UPDATE: In een reactie laat Milli Görüs weten de uitlatingen van Bouchallikht ‘zeer teleurstellend’ te vinden en zich ‘voor de bus gegooid’ te voelen door de GroenLinks-kandidaat. Ze ‘werkt willens en wetens aan de demonisering van de moslimgemeenschap in Nederland’, schrijft Milli Görüs in een persbericht. Volgens Milli Görüs komen politici van GroenLinks zelf wel eens langs bij sprekersavonden van Milli Görüs. ‘Dat mevrouw Bouchallikht kiest om afstand te houden van onze moskeeën strookt dan ook weer niet in de lijn van haar partijgenoten.’

Leiden: moskeeën kwaad op leraar om opdracht over islam en aanslagen

0

Het Moskeeën Platform Leiden is boos op de godsdienstleraar van het Visser ’t Hooft-Lyceum in Leiden, bericht Omroep West. De docent had leerlingen de opdracht gegeven een krantenartikel over moslimextremisme te schrijven.

Leerlingen van 3VWO moesten hun krantenartikel moesten schrijven aan de hand van vijf vragen (foto). Voordat hij deze vragen op het scherm projecteerde, liet de docent enkele video’s van aanslagen zien.

Volgens het Moskeeën Platform Leiden heeft de godsdienstles ‘een behoorlijk negatieve emotionele impact’ op een aantal leerlingen gemaakt en was de opdracht ‘grensoverschrijdend en pedagogisch onverantwoord’. Het platform vraagt welke maatregelen de school gaat nemen tegen de docent.

De zaak kwam aan het rollen toen een leerling een foto maakte van de schrijfopdracht en deze foto op social media werd gedeeld. Dit leidde tot felle discussies. Ook de politieke partij Denk bemoeide zich met de zaak. Het Visser ’t Hooft-Lyceum nam in een korte verklaring vlug afstand van de controversiële godsdienstles.

UPDATE: De docent zit op dit moment thuis, meldt Omroep West, dat niet weet of dit is vanwege een schorsing of uit veiligheidsredenen. Op Instagram werden doodsbedreigingen geuit richting de docent. De politie wil niet zeggen of er aangifte is gedaan.

Dring het internationaal recht terug, zegt de VVD. Gevaarlijk, vinden juristen

0

Nederlandse en Europese rechters oefenen hun macht op onredelijke wijze uit, stelt de VVD in haar concept-verkiezingsprogramma. De grootste regeringspartij doet voorstellen die gericht zijn op het beperken van de rol van de rechter en de doorwerking van het Europees recht. Binnen de partij klinkt gemor over deze ideeën, waaronder door oud-Kamerlid Arend Jan Boekestijn. Ook juristen trekken aan de bel: de VVD verzwakt hiermee de Nederlandse rechtsstaat, betogen zij.

In Nederland is grondwettelijke toetsing van wetten aan de grondwet grondwettelijk verboden. Wel toetsen we wetten aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en aan VN-verdragen. De VVD wil deze toetsing beperken, omdat rechters volgens de partij steeds verregaandere uitspraken doen op basis van deze verdragen. Hierdoor krijgen rechters teveel macht en komt de trias politica in gevaar, meent de partij.

De Amsterdamse advocaat Sidney Smeets, nummer 18 op de concept-kandidatenlijst van D66 voor de Tweede Kamerverkiezingen, is het daar volstrekt mee oneens. Hij vindt dat de VVD met haar voorstellen de rechtsstaat bedreigt. ‘De VVD stelt de positie van de rechter ter discussie. Waarom de VVD dit doet? Omdat de partij kennelijk wetgeving wil maken die in strijd is met internationale verdragen. Onder juristen bestaat een brede consensus dat dit een heel slecht idee is.’

Christina Eckes, hoogleraar Europees Recht aan de Universiteit van Amsterdam, onderschrijft dit. Het is ‘een stap die de Nederlandse rechtsstaat verzwakt’, zo betoogde ze in een opinieartikel in NRC-Handelsblad. ‘Overal in de wereld staan democratieën onder druk. De schade die regeringen de democratische rechtsstaat toebrengen, zoals in de VS onder Trump, in Hongarije onder Orbán en in Turkije onder Erdogan, is groot. Ze maken politiek zonder zich aan de grenzen van de rechtsstaat te houden, ondermijnen daarmee de legitimiteit van de mechanismen die hun macht beperken en laten mensen het geloof in de instellingen van onze samenleving verliezen.’

Aan de telefoon verduidelijkt Eckes haar standpunt. ‘Ik zeg niet dat de VVD op hetzelfde pad is als Orbán en Erdogan. Maar de voorstellen van de partij gaan wel in tegen de democratische rechtsstaat. Orbán en Erdogan zijn al jaren aan de macht. Ze begonnen democratisch, maar zijn een autoritair pad ingeslagen. En de veranderingen kwamen geleidelijk. Daarom moet je waakzaam zijn. De VVD zaait in haar verkiezingsprogramma wantrouwen tegen rechters. Dat vind ik schokkend.’

‘Orbán en Erdogan begonnen democratisch, maar zijn geleidelijk een autoritair pad ingeslagen. Daarom moet je waakzaam zijn’

Historicus Patrick van Schie, directeur van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, verdedigt het standpunt van zijn partij. ‘De onafhankelijkheid van rechters is een groot goed. Maar ze moeten niet op de stoel van de politiek gaan zitten’, zegt hij. ‘Fundamentele grondrechten moet je niet opzijschuiven, maar tegelijkertijd moeten we ook niet willen dat de democratie in het gedrang komt, doordat activistische rechters opeens allemaal besluiten nemen, op basis van hun interpretatie van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens  – het EVRM – en andere internationale verdragen als het VN-Vluchtelingenverdrag. Want Den Haag kan deze verdragen niet in haar eentje veranderen. En als activistische rechters, die een bepaalde uitleg aan deze verdragen geven, verregaande uitspraken doen, bepalen zij en niet de politiek de politiek.’

Maar wat bedoelt Van Schie precies met activistische rechters? ‘Die term komt uit de Verenigde Staten’, legt hij uit. ‘Daar heb je de tegenstelling tussen originalists en activists. De eerste groep rechters kijkt naar wat de opstellers van de Amerikaanse constitutie bedoelden toen ze de grondwet schreven, hun intentie is heel belangrijk. Activistische rechters daarentegen kijken alleen naar de tekst, en hoe die tegenwoordig geïnterpreteerd kan worden. Ze geven er vaak een linkse uitleg aan. Maar met de oorspronkelijke geest van de constitutie heeft die uitleg vaak weinig te maken.’

Volgens Van Schie kunnen Nederlandse rechters zich ook tot activisten ontpoppen. Als voorbeeld noemt hij de Urgenda-zaak, die ook in het VVD-verkiezingsprogramma wordt genoemd. De Nederlandse staat verloor bij de Hoge Raad de Urgenda-zaak en werd gedwongen om extra maatregelen te nemen om de uitstoot van CO2 te verminderen. De rechters baseerden zich onder meer op het EVRM en het VN-Klimaatverdrag en oordeelden dat dat Nederlandse staat zich verplicht had gesteld het (gezins-)leven van burgers in Nederland te beschermen. Minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes (VVD) ging hier vervolgens tegen in cassatie, vanwege het principe. ‘We willen in hoogste instantie weten of de rechter op de stoel van de politiek kan gaan zitten.’

Belangrijk is dat activistische rechters geen onderscheid maken tussen klassieke en sociale grondrechten, vindt Van Schie. ‘Zo kan een rechter opeens besluiten, op basis van het VN-Vluchtelingenverdrag, dat migranten in Nederland een heleboel sociale rechten hebben: permanente toegangsrechten, recht op huisvesting, enzovoort. En bedenk ook dat het VN-Vluchtelingenverdrag met een hele andere intentie is opgesteld. Het ging erom gewetensvervolgden te beschermen, niet om honderdduizenden economische migranten op te nemen die hier aanspraak kunnen maken op de sociale voorzieningen.’

‘De onafhankelijkheid van rechters is een groot goed. Maar ze moeten niet op de stoel van de politiek gaan zitten’

Volgens hoogleraar Christina Eckes zijn het EVRM en andere internationale verdragen voor Nederland heel belangrijk, omdat Nederland geen Constitutioneel Hof kent. In Duitsland bestaat zo’n hof wel: het Bundesverfassungsgericht in Karlsruhe. Het EVRM weegt voor Duitse rechters daarom minder zwaar.

‘In theorie kun je dus ook een democratische rechtsstaat zijn zonder je te committeren aan internationale verdragen’, stelt Eckes. ‘Maar er moet een vorm van toetsing aan fundamentele rechten bestaan. Of aan het EVRM. Of aan grondwettelijke bepalingen. Dat is de kern van de rechtsstaat. Een democratie moet namelijk binnen een bepaalde bandbreedte blijven, kan niet over alles beslissen. De fundamenten van de rechtsstaat mogen niet worden aangetast.’

Sidney Smeets beaamt dit. ‘Klassieke én sociale grondrechten zijn er om burgers te beschermen tegen de waan van de dag. We hebben grondrechten om minderheden te beschermen tegen de democratische willekeur van wisselende meerderheden.’ Hij is daarom blij met het EVRM en andere internationale verdragen. ‘Juist in deze tijd met het opkomende populisme, het wantrouwen tegen de rechtspraak, in een tijd waarin de Kamer met kwalitatief slechte wetgeving komt, zijn die checks and balances des te belangrijker.’

Het verwijt van activistische rechters wordt door Smeets verworpen. ‘Bij de Urgenda-zaak zat helemaal geen activistische rechter. Het probleem was een onbetrouwbare overheid, die zich niet aan gemaakte afspraken hield en daarop werd aangesproken.’ Smeets legt uit dat in de Nederlandse rechtspraak jurisprudentie een belangrijke plaats inneemt. ‘Rechters zijn geen activisten, maar kijken wel de ontwikkelingen in de maatschappij. Daarom kunnen ze soms van mening veranderen, en gaat de Hoge Raad opeens om. Dat is niet erg. Het laat zien dat rechters midden in de samenleving staan.’

Concurreren met radicaal-rechts

Op Twitter werden de VVD-voorstellen over rechtsstaat en democratie meteen in verband gebracht met de kruistocht van Forum voor Democratie tegen de zogenoemde ‘dikastocratie’, ofwel ‘de regering van de rechters’. De VVD heeft echter geen idee van Thierry Baudet gestolen, maar een oud voorstel uit de kast getrokken. Het plan om de invloed van het EVRM en andere internationale verdragen te beperken werd in 2012 voor het eerst bepleit in de studie Onbetwistbaar Recht? van de Teldersstichting. Datzelfde jaar diende VVD-Kamerlid Joost Taverne een wetsvoorstel in om internationale wetten door het parlement te laten toetsen in plaats van door de rechter. Hij trok dit voorstel echter in toen bleek dat er onvoldoende parlementaire steun voor was. Ook het CDA zag niets in het voorstel.

Toch mikt de VVD met dit plan wel op de achterbannen van PVV en FvD, analyseert politiek wetenschapper Matthijs Rooduijn, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Volgens verschillende media was het nieuwe verkiezingsprogramma van de VVD linkser, maar het was alleen linkser op sociaaleconomisch vlak. Op cultureel vlak is de VVD nog steeds heel rechts en concurreert de partij met PVV en FvD. In dat licht moet je ook de voorstellen van de VVD bezien, die schuren met de rechtsstaat.’

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 was het niet veel anders, vertelt Rooduijn. ‘De Nederlandse Orde van Advocaten bekeek alle verkiezingsprogramma’s toen kritisch, en concludeerde dat verschillende voorstellen van de VVD op gespannen voet stonden met de rechtsstaat (foto, red.). Dan moet je denken aan het stateloos maken van terroristen, wat de VVD bepleitte, of een verbod op buitenlandse financiering van moskeeën, waar het CDA voorstander van was. De meeste antirechtstatelijke plannen hadden betrekking op migratie en islam.’

Beeld: Orde van Advocaten

Volgens Rooduijn zijn de rechtse middenpartijen sinds de jaren zestig meer naar rechts opgeschoven op cultureel vlak. Hierdoor is de Overton window, het spectrum van gedachtegoed dat het grote publiek accepteert, ook naar rechts verschoven. Als voorbeelden van centrumrechtse politici die flink naar rechts zijn opgeschoven noemt Rooduijn de Oostenrijkse kanselier Sebastian Kurz, de Britse minister-president Boris Johnson en oud-president Nicholas Sarkozy van Frankrijk.

‘Toenmalig VVD-leider Frits Bolkestein, die in de jaren negentig van de vorige eeuw de multiculturele samenleving ter discussie stelde, was dus een vroege vogel. Wel hebben populisten als Pim Fortuyn, die het discriminatieverbod uit artikel 1 van onze grondwet ter discussie stelde, dit proces in een stroomversnelling gebracht.’

Maar hoewel rechtse politieke partijen steeds meer naar rechts bewegen, denken kiezers niet rechtser over immigratie, vertelt Rooduijn. ‘Uit onderzoek blijkt dat ze niet positiever of negatiever hierover zijn gaan denken. Maar bij rechtse partijen leeft dit idee wel sterk. Ik denk dat kiezers die heel rechts zijn hun weg naar radicaal-rechtse partijen nu beter hebben gevonden. Die mensen stemden vroeger op centrumrechtse partijen of helemaal niet, maar nu PVV of FvD. De VVD is steeds meer in hun richting opgeschoven.’

VN-werkgroep veroordeelt Kosovo en Turkije om ontvoering docenten

0

Een werkgroep van de Verenigde Naties eist de vrijlating van zes Turkse docenten. Zij werden in 2018 in Kosovo door de Turkse geheime dienst ontvoerd, in samenwerking met de lokale autoriteiten. Een schending van het internationaal recht, aldus de VN-werkgroep.

De docenten werden op verzoek van Turkije door de Kosovaarse autoriteiten gearresteerd. Vervolgens werden de zes door de Turkse geheime dienst tijdens een speciale nachtelijke operatie naar Turkije overgebracht. Ze zitten nu in Turkije een gevangenisstraf uit.

Volgens het VN-rapport handelden de Kosovaarse autoriteiten in strijd met internationale mensenrechtenwetgeving, maar ook met hun eigen grondwet. De werkgroep wil dat dat de regeringen in Ankara en Pristina onafhankelijk onderzoek toelaten en dat de verantwoordelijken worden gestraft.

Vanwege de coronapandemie zijn de Turkse gevangenissen een gevaarlijke plek, voor de VN-werkgroep een extra reden om te eisen dat de zes docenten onmiddellijk worden vrijgelaten. De werkgroep stelt bovendien dat de slachtoffers gecompenseerd moeten worden door zowel de Turkse als de Kosovaarse regering.

Turkije pakte de docenten op omdat ze gelieerd zouden zijn aan de Gülenbeweging. De in Amerika woonachtige islamitische geestelijke Fethullah Gülen en zijn volgelingen zitten achter de mislukte couppoging van 2016, zegt president Erdogan. Turkije voert sindsdien een klopjacht tegen vermeende Gülenisten en heeft de rechterlijke macht, de ambtenarij, het onderwijs en het leger gezuiverd van politieke tegenstanders.

De Turkse geheime dienst heeft sinds 2016 ruim dertig tegenstanders van Erdogan in het buitenland ontvoerd, aldus een rapport van een Zwitserse, aan de Gülenbeweging gelinkte stichting. Dat rapport noemt Maleisië, Pakistan, Kazachstan, Kosovo, Moldavië, Azerbeidzjan, Oekraïne, Gabon en Myanmar. In Mongolië zou een ontvoeringspoging zijn mislukt dankzij tussenkomst van de politie.