20.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 680

VK gaat Olympische Spelen in China mogelijk boycotten om Oeigoeren

0

De Britse minister Dominic Raab (Buitenlandse Zaken) sluit niet uit dat zijn land de Olympische Winterspelen in Beijing van 2022 zal boycotten vanwege de onderdrukking van de Oeigoerse moslims in China. Dit meldt de BBC.

Raab stelt dat hij sport en politiek graag gescheiden wil houden, maar dat er een punt komt wanneer dit niet meer mogelijk is.

‘We moeten kijken wat we moeten doen. De zorgen over wat er met de Oeigoeren gebeurt, het opsluiten van mensen, de mishandeling, de gedwongen sterilisatie, zijn zaken waar we niet van mogen wegkijken.’

In antwoord op een Kamervraag of Groot-Brittannië moet wegblijven van de Olympische Winterspelen van 2022, antwoordde Raab dat hij zo’n stap niet uitsluit.

Begin vorige maand riepen 160 mensenrechtenorganisaties het Internationaal Olympisch Comite al op om de Winterspelen weg te halen bij Bejing.

In juli dit jaar beschuldigde Raab China van grove mensenrechtenschendingen tegen de Oeigoeren. Hij zei toen al sancties tegen China niet uit te sluiten.

Volgens de Chinese ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk zijn de beschuldigingen van Raab ongegrond. De Oeigoeren in China zouden in vrede en harmonie met de andere etnische groepen samenleven.

Er worden minstens een miljoen Oeigoeren vastgehouden in zogenoemde heropvoedingskampen, waar ze onderworpen zijn aan een streng regime, ideologisch gehersenspoeld worden en dwangarbeid moeten verrichten. Ook vernietigt de Chinese overheid moskeeën in het gebied en worden veel Oeigoerse vrouwen verkracht door Han-Chinezen of gesteriliseerd. Critici vrezen een genocide.

Denk roept politie op om discriminatie van moslims apart bij te houden

0

De fractie van Denk in de Rotterdamse gemeenteraad wil dat de Nederlandse politie cijfers van moslimdiscriminatie weer gaat bijhouden. Dit schrijft Dagblad 010.

De Nederlandse politie heeft, in tegenstelling tot voorgaande jaren, dit jaar hierover geen cijfers bekendgemaakt. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau hebben moslims als bevolkingsgroep het meeste met discriminatie te maken.

‘De strafrechtketen speelt een grote rol bij het bestrijden van discriminatie. Wij snappen de keuze dan ook niet van de politie om moslimdiscriminatie enkel kwalitatief te registreren zonder enige toelichting’, stelt Denk-fractievoorzitter Stephan van Baarle.

Denk Rotterdam wil dat het stadsbestuur van Rotterdam in gesprek gaat met de nationale politie, om dit onderwerp aan de orde te stellen. Naast de landelijke politie moet zou ook de Rotterdamse politie deze cijfers weer moeten melden.

Gevluchte Berber: ‘Jullie zien Algerije en Marokko onterecht als veilige landen’

0

De 29-jarige Berber-activist Rabeh Timizar ontvluchtte eerder dit jaar zijn geboorteland Algerije vanwege de politieke repressie in het land, met name tegen de Amazigh (Berbers). Nu is hij in Nederland, in afwachting van zijn asielaanvraag. ‘Mijn geboorteland is feitelijk een dictatuur.’

Algerije is beslist geen liberale democratie. Hoewel de autoritaire president Abdelaziz Bouteflika als gevolg van de protestbeweging tegen de corrupte regering in 2019 na twintig jaar het veld moest ruimen, trekt het oude establishment nog steeds stevig aan de touwtjes. De presidentsverkiezingen van afgelopen december waren volgens critici een farce, omdat beide kandidaten uit ditzelfde establishment afkomstig waren. De nieuwe president Abdelmadjid Tebboune heeft onder de protestbeweging geen geloofwaardigheid.

Ondertussen gaat de repressie door. Journalisten en activisten, met name van de Berberse Amazigh-minderheid, worden door de autoriteiten opgepakt en in de gevangenis gegooid, waar ze dikwijls ook gemarteld worden. Het hijsen van de Amazighvlag is strafbaar. Om deze redenen besloot de seculiere pro-Berberpartij de presidentsverkiezingen te boycotten.

Beeld: Rabeh Timizar

‘Het Algerijnse volk, in het bijzonder de Berbers, worden niet gehoord’, zegt de Algerijnse Rabeh Timizar, die eerder dit jaar naar Nederland is gevlucht. De Kanttekening sprak met deze jonge Berber-activist die in het asielzoekerscentrum van Den Helder zit, in afwachting of zijn asielaanvraag gehonoreerd zal worden.

Wat is de politieke situatie in Algerije nu, na het aftreden van president Bouteflika?

‘Het systeem is hetzelfde, de gezichten zijn hetzelfde en hun beleid en programma’s zijn hetzelfde. Bouteflika is weg, maar het Bouteflika-regime is aan de macht zolang degenen die de beslissingen maken zich achter de schermen bevinden. I ‘In de ogen van Europese landen is Algerije een democratie en een staat van vrijheden, maar de realiteit is heel anders. Algerije is in naam een democratie, maar houdt zich niet aan de Algerijnse grondwet. De eisen van het volk worden niet gerespecteerd. In plaats daarvan worden de rechten van het volk onderdrukt, en worden activisten en politieke activisten van de oppositie ontvoerd en in de gevangenis gegooid.’

In Algerije is er een Berberse Hirak-protestbeweging, net zoals in Marokko – dat ook een Berber-minderheid kent. Wat zijn de doelen van deze Hirak-beweging?

‘De beweging begon in Algerije op 16 februari 2019 in de regio Kabylië in de stad Al-Ahrar Kharata. Op 22 februari 2019 besloot het Algerijnse volk om overal in het land de straat op te gaan. De mensen protesteerden voor een radicale machtswisseling, tegen politiegeweld en dat artikelen 7 en 8 van de Grondwet zouden worden uitgevoerd. In deze artikelen van de Algerijnse Grondwet staat dat de soevereiniteit bij het Algerijnse volk ligt.’

Hoe reageert de regering op de eisen van deze beweging?

‘Niet – omdat de autoriteiten Tebboune als president aan het Algerijnse volk hebben opgedrongen. We beschouwen hem niet als onze wettige president, omdat we hem niet democratisch hebben verkozen. Dat hij president kon worden kwam door een onderonsje van het corrupte militaire regime, onder leiding van stafchef Qaid Saleh (die in december 2019 is overleden, red.). Dit besluit was illegaal en tegen de eisen van de Algerijnen, de Berbers in het bijzonder. Vanwege de repressie in de Berberregio Groot-Kabylië besloten veel Berbers de verkiezingen te boycotten. Algerije is een zieke democratie, omdat deze illegale verkiezingen in strijd waren met de eisen van het volk. We zijn een burgermaatschappij, geen kazerne.’

‘De situatie van de Amazigh in Algerije lijkt erg op die van onze Berberbroeders in Marokko’

Worden Berbers in Algerije behandeld als tweederangs burgers?

‘In zekere zin wel. De situatie van de Amazigh in Algerije lijkt erg op die van onze Berberbroeders in Marokko. De Algerijnse autoriteiten onderdrukken het Amazighvolk zwaar en respecteren hun vrijheid en hun mensenrechten niet. Berbers mogen hun identiteit niet vrijelijk uiten. Denk aan het verbod op het hijsen van de Amazighvlag en het arresteren en opsluiten van activisten, die in de gevangenissen vaak worden gemarteld. Het lijkt erop dat alle Algerijnse machthebbers de Berbers willen beledigen en onderdrukken.’

Is er nu meer vrijheid van meningsuiting en pers dan tijdens het regime van Bouteflika?

‘De situatie is geenszins verbeterd na het vertrek van Bouteflika. De pers in Algerije is nog steeds niet vrij, helaas. In Algerije worden onafhankelijke journalisten, die op professionele wijze nieuws maken en zich aan de journalistieke ethiek houden, in de gevangenis gegooid. Er is geen onafhankelijke pers in Algerije, er is nauwelijks ruimte voor afwijkende geluiden. Wie de waarheid spreekt en zijn mening geeft of kritiek uit op het gezag, die belandt achter de tralies en wordt psychologisch of fysiek gemarteld.’

Heb je een voorbeeld hiervan?

‘Het bekendste voorbeeld is denk ik journalist Khaled Dararni, die de Hirak-beweging met een open blik heeft gevolgd en op professionele wijze verslag heeft gedaan van de demonstraties, zodat de wereld kon zien wat er in Algerije gebeurde. Hiervoor is hij – op illegale gronden – gearresteerd, gemarteld en tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld. Dararni is echter niet de enige gewetensgevangene. Het regime heeft ook politieke vrijheidsstrijders Karim Tabbou en Ibrahim Lahlami opgesloten, evenals journalist Saeed Bodur en vele andere journalisten en activisten. Zij kwijnen weg in de gevangenissen van deze dictatoriale macht. Verder mogen we Bodor Said niet vergeten. Deze journalist onthulde dat de onwettige zoon van de president, Khaled Tebboune, betrokken was bij drugssmokkel. Maar in plaats van de drugssmokkelaar belandde de kritische journalist achter slot en grendel.

‘De situatie is geenszins verbeterd na het vertrek van Bouteflika’

Arrestaties zijn in Algerije een dagelijkse realiteit. Je ziet regelmatig op Facebook of op video-opnames dat iemand door leden van de militaire veiligheid is ontvoerd en onderworpen aan psychologische en fysieke martelingen. Er zijn bovendien veel mensen over wie nog geen nieuws is verschenen. In het politieke leven in Algerije zijn er veel problemen, vooral voor de mensen die in de oppositie zitten. Wie voor de oppositie kiest, verwacht vervolging, gevangenschap, ontvoering en marteling. Het belangrijkste is echter om de waarheid te spreken, wat de prijs ook moge zijn.’

In Algerije werd je opgepakt. Waarom?

‘Vanwege mijn activisme voor de rechten van de Berbers. Ik heb overigens maar een dag in de gevangenis gezeten. Maar dat was geen pretje. Ik ben gemarteld, bedreigd en uitgescholden. Ze beledigden en sloegen mij met een ijzeren stok met leer, die de politie ook gebruikt. Tegen andere gevangen wordt soms ook seksuele agressie gebruikt. Ze doen er dingen die het daglicht niet verdragen. In de cel is het donker.’

Ben je daarom gevlucht?

‘Ik ben ontsnapt uit Algerije, vanwege de onderdrukking en het gebrek aan respect dat de autoriteiten hadden voor onze burgerlijke vrijheden en de voor wet. Ik ben het slachtoffer geweest van vele pesterijen van de politie en van wetshandhavingsinstanties vanwege mijn politieke activiteiten. Deze gebeurtenissen hebben mij ertoe genoopt om te vluchten.’

Hoe ben je uiteindelijk in Nederland beland?

‘Europa ben ik via een visum binnengekomen. Ik kwam aan in Duitsland en ben toen met de bus naar Nederland gegaan, waar ik asiel heb aangevraagd. Op dit moment zit ik in het asielzoekerscentrum van Den Helder, in afwachting van mijn asielaanvraag.’

Zijn de Algerijnse autoriteiten nog steeds op zoek naar jou?

‘In Algerije werd ik gedagvaard, de politie wilde een onderzoek tegen mij beginnen en ik liep risico om in de gevangenis te belanden. Ik was echter in Europa toen ik dit allemaal hoorde, vlak voor de uitbraak van het coronavirus. De Algerijnse autoriteiten hebben de coronapandemie met beide handen aangegrepen om de activiteiten van de Hirak-beweging te verbieden. Het regime begon alle activisten te dagvaarden en hen te arresteren. Maar toen zat ik al veilig in Europa.’

Hoe zit het met de asielprocedure?

‘Voorlopig blijf ik in Den Helder in het asielzoekerscentrum. Ik wacht op een advocaat die mij de asielprocedures uitlegt. Mij is verteld dat ik naar Duitsland kan worden gestuurd, omdat dat het land is waar ik Europa ben binnengekomen. Daar heb ik het recht om asiel aan te vragen, niet in Nederland. Maar ik wil hier asiel aanvragen. Ik hoop met heel mijn hart in dit prachtige land te blijven, tussen de Nederlanders te leven en me aan te passen aan de maatschappij.

‘In de gevangenis beledigden ze en sloegen ze mij met een ijzeren stok met leer’

‘Asielprocedures zijn moeilijker voor mensen uit Noord-Afrikaanse landen. Daar hebben wij erg veel last van. Europa ziet landen als Algerije en Marokko als veilige landen, maar dat is helemaal niet waar. Het zijn dictaturen, wat betekent dat het er allesbehalve veilig is. Algerije is een land waar je je mening niet vrij kunt uiten en waar je niet in alle vrijheid politieke activiteiten kan ontplooien. Mijn geboorteland is feitelijk een dictatuur, en een dictatuur is misschien wel gevaarlijker voor mensen dan oorlog.’

Nida Almere wil straat vernoemen naar Riffijnse vrijheidsstrijder El Khattabi

0

In Almere zullen toekomstige straten vernoemd worden naar bijzondere mensen ‘uit andere culturen’. Nida Almere pleit voor een straat die naar de Riffijnse vrijheidsstrijder Mohammed Abdelkrim el Khattabi wordt vernoemd.

Volgens wethouder Froukje de Jonge (CDA) zie je het verleden van Almeerders onvoldoende terug in de straatnamen van de stad. De gemeente telt ruim 160 nationaliteiten.

‘Wij willen een uitnodigende samenleving zijn maar niet iedereen ervaart dat zo. Veel Almeerders denken dat er geen sprake is van racisme maar het is er wel. Alles staat en valt met luisteren naar elkaar’, zegt de wethouder tegen Omroep Flevoland.

Hassan Buyatui van de islamitische partij Nida is blij dat Almere diversiteit ook in de straatnamen naar voren wil laten komen. Op Twitter pleit hij voor het vernoemen van een straat naar de Riffijnse vrijheidsstrijder Mohammed Abdelkrim el Khattabi (1880-1963).

Tijdens de Rif-oorlog (1921-1926) nam Abdelkrim el Khattabi de wapens op tegen de Spaanse en Franse koloniale overheersers. Ook stond hij aan het hoofd van de kortstondige Rif-republiek in het noorden van Marokko.

Voor de Rif-beweging in Marokko, die zich keert tegen het corrupte regime van koning Mohammed VI, is Abdelkrim el Khattabi nog steeds een voorbeeld ter navolging. Ook Nederlandse Rif-activisten zeggen door hem geïnspireerd te zijn.

Armeense, Azerbeidzjaanse en Turkse Nederlanders clashen op social media

0

De strijd tussen Armenië en Azerbeidzjan wordt in Nederland voortgezet door social mediagebruikers met een achtergrond uit beide landen, maar ook door Turkse Nederlanders.

Het gaat hier bijvoorbeeld om Armeense Nederlanders die juichen als ze foto’s van dode Azerbeidzjaanse soldaten zien. Of Azerbeidzjaanse Nederlanders die Armeense Nederlanders bedreigen. Ook Turkse Nederlanders mengen zich in de ‘strijd’, bijvoorbeeld door te betreuren dat de Armeense Genocide niet voor 100 procent gelukt is.

De oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan om Nagorno-Karabach, waarbij Turkije de Azerbeidzjanen moreel en vermoedelijk ook militair steunt, zorgt ook voor hoogoplopende emoties in Nederland.

In besloten Armeense Facebookgroepen kan het er soms hard aan toegaan, vertelt een anonieme Armeense Nederlanders aan de Kanttekening.

‘Ze juichen bijvoorbeeld als er Azerbeidzjaanse soldaten sneuvelen en delen enthousiast deze foto’s. Ik voelde mij zo misselijk, dat ik deze haat liever niet wilde delen. Maar nu zijn deze berichten weggehaald, omdat de moderator kennelijk besloten heeft om foute reacties te modereren.’

Eén Facebookbericht (foto) uit een van deze groepen weet ons toch nog te bereiken. Het is een vermoedelijk gephotoshopte foto van een door Armeniërs ‘kapotgebombardeerd’ overheidsgebouw. ‘Armeniërs, laat die Turken huilen! Moge Baku (de hoofdstad van Azerbeidzjan, red.) hetzelfde lot hebben’, staat er boven de foto.

‘Turken’ wordt vaak gebruikt als synoniem voor Azerbeidzjanen, laten we ons vertellen door onze anonieme Armeens-Nederlandse bron.

Aan het AD vertelde de Azerbeidzjaans-Nederlandse Ilkana Goja-Van den Berg (47) gisteren al dat ze op social media is aangevallen en bedreigd door Armeniërs en haatmailtjes heeft ontvangen. ‘In een bericht stond zelf: wij gaan jullie uit Nagorno-Karabach verdrijven tot aan Mongolië.’

Ook haar zesjarige zoontje is op het schoolplein lastiggevallen. ‘Je moeder komt uit een agressief land’, was een van de opmerkingen die haar zoontje naar zijn hoofd geslingerd kreeg.

Er zijn ook Azerbeidzjaanse en Turkse Nederlanders die Armeense Nederlanders intimideren. Zo schrijft Selim* op Facebook: ‘Onze voorouders hebben niet goed aangepakt ze hadden ze allemaam moeten uutroeie [sic].’ Hij doelt hiermee op de Armeense Genocide van 1915, toen de Ottomaanse autoriteiten ongeveer anderhalf miljoen Armeniërs hebben vermoord.

En Silindii* schrijft ‘ik wil zo graag een bom gooien op hun’ onder  een foto met demonstrerende Armeniërs. Dat is ook de reactie van Melis*: ‘1 bom daar tussen die armene gooie allemaal dood.’ Een andere social mediagebruiker dreigt met het verkrachten van Armeense vrouwen en meisjes: ‘Was ik maar daar had ik jullie zussen bukake gegeven’.

Een andere anonieme Armeense Nederlander hekelt de haatberichten van Armeense en Azerbeidzjaanse kant. ‘Liever naïef dan haatdragend en bloeddorstig’, schrijft ze.

*(Achter)naam bij redactie bekend.

Trump en Saoedische koning ter dood veroordeeld door rechtbank in Jemen

0

Een Houthi-rechtbank in Jemen heeft tien personen bij verstek ter dood veroordeeld. Daaronder vallen de Amerikaanse president Donald Trump, de Saoedische koning  Salman bin Abdulaziz en diens zoon, kroonprins Mohammed bin Salman. Dit schrijft het Arabische internetmedium the New Arab.

De tien personen waren schuldig aan de Saoedische luchtaanval op een schoolbus in Dhahyan. Daarbij kwamen 51 mensen omkwamen, waaronder vooral  kinderen. Behalve dat de tien ter dood veroordeeld zijn, moeten ze ook een boete van tien miljard dollar betalen aan de nabestaanden, aldus de rechters.

De symbolische rechtszaak laat de onmacht van de Houthi’s zien. De sjiitische rebellen strijden al zes jaar tegen de centrale soennitische regering in Jemen, die ondersteund wordt door Saoedi-Arabië. De Amerikaanse president Trump is een bondgenoot van Saoedi-Arabië.

De oorlog heeft aan meer dan honderdduizend burgers het leven gekost, waaronder tienduizenden kinderen die zijn omgekomen door de honger. Omdat Saoedi-Arabië een bondgenoot is van de Verenigde Staten komt het koninkrijk hiermee weg.

Egypte executeerde dit weekend daadwerkelijk 23 personen, waaronder vijftien politieke gevangenen. Van twee van hen is bekend dat ze lid van de Moslimbroederschap. Na de militaire staatsgreep van maarschalk Abdul Fatal al-Sisi van 2013 wordt de islamistische Moslimbroederschap keihard vervolgd door het seculiere Egyptische regime.

Leidse criminoloog: ‘De lange arm van Iran bedreigt onze westerse waarden’

0

Volgens de Leidse criminoloog Bart Collard is er een ‘lange arm van Iran’ actief in Europa, ook in Nederland. De Iraanse geheime dienst vermoordt dissidenten, zegt hij, en doet dit vaak via tussenpersonen. Maar media hebben hier geen aandacht voor en het Openbaar Ministerie ontkent het glashard, zo betoogt hij in het Parool.

Collard bezocht twee weken geleden De Nacht van de Dictatuur in debatcentrum De Balie in Amsterdam, waar Iraanse dissidenten een boekje opendeden over hun ervaringen. Collard: ‘Meerdere sprekers vertelden over martelingen of familieleden die werden gearresteerd. Toch horen we relatief weinig over hoe de lange arm van Teheran tot diep in de Nederlandse samenleving reikt.’

Volgens Collard moet de Nederlandse overheid wakker worden. ‘Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag noemde het een ‘zakelijke afweging’ om in Teheran met een hoofddoek nederig voor president Hassan Rohani te verschijnen. Dat geeft blijk van een gebrek aan moreel besef. We moeten beseffen dat Iran onze westerse waarden bedreigt, zowel met haar ideologie, als – directer – met haar lange arm.’

Collard  is samen met Raisa Blommestijn de initiatiefnemer van de petitie tegen cancel culture, die ook door oud-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali, opiniemaker Jan Roos, de Leidse rechtsfilosofen Andreas Kinneging en Paul Cliteur, FvD-leider Thierry Baudet en zangeres Marga Bult werd ondertekend.

Hoofdeconoom CBS: ‘Het ‘multiculturele drama’ herken ik niet in onze cijfers’

0

Volgens Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), gaat het steeds beter met de multiculturele samenleving. ‘Het ‘multiculturele drama’ zoals dat ooit geschetst werd, herken ik in onze cijfers in ieder geval niet.’

Nederland is veiliger en welvarender dan ooit tevoren. Er zijn maar weinig landen waar de tolerantie, het vertrouwen onderling en het vertrouwen in landelijke instituties zo sterk is als in Nederland. We zijn ook nog eens aardiger en behulpzamer dan vroeger. Dat stelt Peter Hein van Mulligen in zijn nieuwe boek Met ons gaat het altijd goed. Acht ‘sombere mythes over Nederland’ worden daarin aan de hand van statistieken ontrafeld en ontkracht.

Welke mythe het hardnekkigst is? Van Mulligen vindt het lastig kiezen. ‘Er staan er een paar in het boek waar mensen nogal verknocht aan zijn. Waarschijnlijk is het toch die over criminaliteit. Wanneer wij van het CBS daar cijfers over publiceren, dan merk ik dat een grote groep mensen daar met veel ongeloof, verontwaardiging of zelfs woede op reageert. Die mythe zit heel diep. Voor veel mensen lijkt het gewoon zo te zijn dat het niet waar mag zijn.’

Hij vertelt dat de criminaliteit in Nederland in de tweede helft van de twintigste eeuw nog toenam, maar dat het sindsdien op alle mogelijke manieren is afgenomen. Vanaf 2000 gaat het aantal hard omlaag. ‘En dat is trouwens niet alleen een Nederlands fenomeen, hoor. Dat zie je in andere landen ook terug.’

Een andere ‘sombere mythe’ is die over integratie. Van Mulligen schrijft dat sinds 9/11 een jarenlang opgebouwd sluimerend ongenoegen over het toegenomen aantal moslims in één keer naar buiten kwam. ‘Partijen met sterke kritiek op de islam en de aanwezigheid van moslims schoten omhoog in de politiek en zijn nooit meer verdwenen. Het zoeklicht kwam ineens vol te staan op islamitische Nederlanders en wat er allemaal wel niet mis mee was.’ Verwijzend naar Paul Scheffers roemruchte essay uit 2000, vervolgt hij dat de gedachte aan ‘het multiculturele drama’ toen geboren was en dat ‘vrijwel iedereen […] het erover eens [leek] dat de multiculturele samenleving een mislukking was.’

Van Mulligen waagt zich niet aan een stevige stellingname tegen het statement dat de multiculturele samenleving mislukt is. Daarbij schrijft hij ook dat er ‘genoeg is om somber over te zijn’. Mensen met een niet-westerse achtergrond doen het volgens hem slechter qua criminaliteit, onderwijs, werk en maatschappelijke participatie. Maar hij stelt ook dat het een onderwerp is waarover we wel een gezonde dosis feiten kunnen gebruiken. ‘De discussie mag dan over de interpretatie gaan.’

In Met ons gaat het nog altijd goed stelt Van Mulligen op basis van de CBS-cijfers dat elke generatie Nederlanders met een migratieachtergrond het beter doet dan de vorige. Neem het voorbeeld over criminaliteit. ‘Mensen met een migratieherkomst worden dan bijvoorbeeld vaker verdacht van een misdrijf dan mensen met een Nederlandse herkomst, maar dit aantal neemt net zo hard af als bij mensen met een Nederlandse herkomst. Niet-westerse jongvolwassen mannen worden nu net zo vaak verdacht van een misdrijf als de Nederlandse jongemannen dat zo’n tien, vijftien jaar geleden waren.’

‘Op de langere termijn is de houding ten opzichte van migranten en migratie alleen maar toleranter en relaxter geworden’

De criminaliteit neemt dus niet alleen af onder mensen met een Nederlandse herkomst, maar ook onder mensen met een migratieherkomst. Toch schrijft Van Mulligen ook dat de criminaliteitscijfers hoger zijn onder de tweede generatie dan onder de eerste generatie. Hoe rijmt hij dit met elkaar? ‘Ja, de tweede generatie is vaker verdachte van criminaliteit dan de eerste generatie, maar ze zijn minder vaak verdachte dan de tweede generatie dat tien, vijftien jaar geleden was’, legt hij uit. ‘Die afname in criminaliteit zie je bij alle bevolkingsgroepen terug.’

Het feit dat Nederlanders van de tweede generatie vaker verdacht zijn, komt volgens Van Mulligen waarschijnlijk doordat deze generatie meer moeite mee heeft zich in te passen dan de eerste. ‘Dat zie je ook bij landen die cultureel heel dicht bij Nederland liggen, zoals België en Denemarken.’ Maar verder gaat het volgens hem over de hele linie alleen steeds beter met Nederlanders met een migratieachtergrond. Bijvoorbeeld qua positie op de arbeidsmarkt, het onderwijsniveau en de mate waarin er vrijwilligerswerk wordt gedaan.

‘Nederland is een land dat in heel veel aspecten draait op vrijwilligers. We hebben daar ook de tijd voor, omdat Nederlanders over het algemeen wat minder uren werken dan mensen in andere landen. En mensen die geen Nederlandse herkomst hebben, pikken die gewoonte op. Mensen met een niet-westerse herkomst zijn minder vaak vrijwilliger dan mensen met een Nederlandse herkomst, maar ze zijn veel vaker vrijwilliger dan het gemiddelde van andere Europese landen. De doorsnee Marokkaanse Nederlander doet vaker vrijwilligerswerk dan de doorsnee autochtone Duitser of Fransman. Dus de sociale samenhang is heel sterk en dat geldt ook voor deze groep.’

Het is een voorbeeld van hoe Nederlanders met een migratieachtergrond de achterstand op autochtone Nederlanders gestaag inhalen. Van Mulligen: ‘Dat wil niet zeggen dat het alleen maar goed gaat en dat er geen enkel probleem meer is. Het ‘multiculturele drama’ zoals dat ooit geschetst werd, herken ik in onze cijfers in ieder geval niet.’

Bang voor andere dingen

Een andere opvallende observatie die Van Mulligen deed: de ‘vluchtelingenstroom’ als onderwerp van zorgen voor Nederlanders, tot voor kort een veelgehoord sentiment, neemt af.

‘Migratie was in 2015 en 2016 natuurlijk een heel groot aandachtspunt. We hadden toen te maken met de komst van allerlei migranten naar Nederland, uit Syrië en andere gebieden. Het waren jaren waarin veel aanslagen werden gepleegd door extremistische islamitische terroristen. Dat soort angsten gaan dan de boventoon voeren. Inmiddels is dat weer wat naar de achtergrond verdwenen, hoewel deze angsten mogelijk terugkomen als IS opeens weer aanslagen pleegt in Europa. Ik kan me voorstellen dat zorgen om de integratie en de multiculturele samenleving dan ineens weer bovenaan de agenda staan. Maar op de langere termijn is de houding ten opzichte van migranten en migratie alleen maar toleranter en relaxter geworden. En dat dat met name geldt voor jongere generaties.’

‘Bij jongere generaties is de multiculturele samenleving gewoon het leven van alledag’

Van Mulligen denkt dat Nederland meer gewend is geraakt aan migranten. ‘Twintig jaar geleden, toen Paul Scheffer zijn roemruchte essay schreef, was het alsof Nederland ineens wakker werd en zich realiseerde: ‘Hé, maar wacht eens even? We zijn een migratieland geworden, maar wat vind ik hier eigenlijk van? Ben ik daar wel zo blij mee? De teneur was aanvankelijk negatief. Zaken als 9/11 hielpen natuurlijk niet. Maar goed, inmiddels zijn we twintig jaar verder. Het gaat op heel veel fronten beter. Er zijn nog steeds wel, niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten, genoeg partijen voor wie migratie een van de belangrijkste dossiers is. En dan vooral hoe slecht het daarmee gaat. Tegelijkertijd is het aantal migranten in Nederland alleen maar toegenomen. Mensen zijn er veel meer aan gewend.’

Dat laatste geldt volgens hem al helemaal voor jongere generaties: tieners, scholieren en studenten. ‘Als ze in de grotere steden wonen, dan hebben ze meerdere mensen met een niet-westerse achtergrond in de klas zitten. Dat zijn je klasgenoten en vrienden. Je beleeft het dan heel anders dan wanneer je in de jaren zeventig of tachtig bent opgegroeid, en niet of nauwelijks mensen kende van wie de familie niet al generaties lang in Nederland woonde.’

Wat dat betreft klopt volgens Van Mulligen het cliché ‘onbekend maakt onbemind’. ‘De meningen die je op jonge leeftijd vormt, neem je vaak mee met het ouder worden. En bij jongere generaties is de multiculturele samenleving veel minder een probleem. Het is voor hen gewoon het leven van alledag.’

Alweer aanwijzingen dat pro-Turkse jihadisten meevechten tegen Armenië

0

Armenië heeft een audiofragment vrijgegeven waarop jihadistische huurlingen in dienst van Turkije te horen zouden zijn terwijl ze strijden tegen Armenen. Turkije steunt Azerbeidzjan in de oorlog om Nagorno-Karabach te heroveren op Armenië.  

Vorige week al zei journaliste Lindsey Snell, die ooit door pro-Turkse jihadisten in Noord-Syrië was ontvoerd, op Twitter dat duizend strijders van de Hamza-divisie via Ankara waren aangekomen in de Azerbeidjaanse hoofdstad Baku.

Ook het Syrische Observatorium voor Mensenrechten, een NGO in Londen, zegt dit op basis van ‘zeer betrouwbare bronnen’.

 
Eerder dit jaar werd bekend dat de Hamza-divisie vrouwen naakt vasthield in gevangenissen en hen misbruikte. De divisie bestaat voornamelijk uit Arabieren en Turkmenen. Het is een flexibele proxy-eenheid voor de Turkse president Erdogan, die de strijders ook heeft ingezet in de Libische burgeroorlog.

Volgens de Armeens-Syrische journalist Kevork Almassian krijgen deze jihadisten 600 dollar per maand als ze meevechten tegen de Armeniërs.

De bronnen die Snell en Almassian gebruiken komen uit het zogenaamde ‘Syrische nationale leger’, dat wordt bewapend, getraind en ondersteund door Turkije.

Het Azerbeidjaanse en Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken ontkent de beschuldigingen. Dat geldt ook voor de aantijging vanuit Armenië dat een Turkse F-16 een Armeens oorlogsvliegtuig heeft neergehaald, waarbij de piloot zou zijn overleden.

De Turkse president Erdogan verklaarde vorige week maandag ‘met alle middelen en heel mijn hart’ aan Azerbeidzjans kant te staan. Ook zei hij dat het einde van de Armeense ‘bezetting’ van Nagorno-Karabach de enige uitweg uit het conflict is.

Volgens Armeense media zouden ook Pakistaanse troepen Azerbeidzjan ondersteunen, maar dit nieuws is door buitenlandse media niet bevestigd. Pakistan ontkent dat het zich met de oorlog bemoeit, aldus het Turkse staatspersbureau Anadolu.

Armenië en Azerbeidzjan staan op gespannen voet met elkaar over Nagorno-Karabach. Dit gebied hoort officieel bij Azerbeidzjan, maar is na de val van de Sovjet-Unie in 1991 door de Armeniërs bezet tijdens een bloedige oorlog. Azerbeidzjan wil het gebied terug. Volgens Armenië is het gebied historisch gezien Armeens.

De oorlog, die op 27 september in alle hevigheid is uitgebarsten, heeft aan tenminste 150 mensen het leven gekost. Duizenden mensen zijn gewond geraakt. Journalist Olaf Koens vertelde gisteren op Twitter dat het Azerbeidzjaanse leger met clustermunitie burgerdoelen in de niet-erkende Armeense republiek Artsach in Nagorno-Karabach bestookt.

Rusland, Amerika en Frankrijk deden vorige week een beroep op Turkije om de gevechten tussen Armenië en Azerbeidzjan te stoppen, maar daar heeft Erdogan weinig zin in. Eerst moet Armenië zich helemaal terugtrekken uit Nagorno-Karabach.

In Turkije wordt de oorlog tegen Armenië breed gesteund. Niet alleen Erdogans AKP en zijn ultranationalistische coalitiepartner MHP staan vierkant achter de oorlog, maar ook de nationalistisch-seculiere oppositiepartijen CHP en IYI. Alleen de pro-Koerdische HDP is tegen de oorlog.

Turkije en Armenië zijn elkaar al jarenlang zeer vijandig gezind. Turkije is boos op Armenië, omdat de Armeniërs tijden de eerste oorlog om Nagorno-Karabach  (1988-1994) het grootste deel van de regio veroverden en etnisch zuiverden van Azerbeidzjanen. En Armenië hekelt Turkije, omdat Turkije de Armeense Genocide (1915), waarbij zo’n 1,5 miljoen Armeniërs werden vermoord, nog altijd ontkent.

Zowel Armenië als Azerbeidzjan weigeren tot nu toe een wapenstilstand en gesprekken om het conflict over Nagorno-Karabach te beslechten.

Moslimgeleerden en Turkije hekelen ‘islamofobe’ Franse president Macron

0

Moslimgeleerden en Turkije leveren felle kritiek op de Franse president Emmanuel Macron, nadat hij beweerde dat de islam wereldwijd zich in een crisissituatie bevindt.

Macron is met een wetsvoorstel gekomen tegen  ‘islamitisch separatisme’. Hij verdedigde vrijdag in een speech het secularisme en het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo, dat onlangs de controversiële Mohammed-cartoons opnieuw publiceerde. Macron wil ‘ongewenste buitenlandse invloed’ beperken en een Franse islam ontwikkelen die met secularisme  te verenigen valt.

Maar volgens de Internationale Unie van Moslimgeleerden creëert Macron een imaginaire vijand. Macron zou zich laten leiden door de geest van ‘de godsdienstoorlogen in de Middeleeuwen’.

De internationaal gerenommeerde islamitische Azhar Universiteit in het Egyptische Caïro, sluit zich daarbij aan en vindt de ‘aantijgingen’ van Macron ‘ver afstaan van de islam’.

Ook Turkije is boos. Volgens het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken is het wetsvoorstel een ‘anti-moslimwet’.

Frankrijk en Turkije zijn dit jaar bittere rivalen geworden. Macron noemt de steun van Turkije aan Azerbeidzjan in de oorlog met Armenië ‘gevaarlijk en onbezonnen’. Tevens komt hij op voor de Griekse en Cypriotische belangen in de Middellandse Zee, waar Turkije sinds kort ook water claimt. Tegelijkertijd Frankrijk steunt Frankrijk in de krijgsheer Haftar in de Libische burgeroorlog, terwijl Turkije de voorlopige regering van Libië steunt.