16 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 783

Muzikante uit Etten-Leur opgepakt in Turkije

0

De 24-jarige Bergün Varan uit het Brabantse Etten-Leur is opgepakt in Turkije, samen met andere leden van een muzikale protestgroep waar zij deelt van uitmaakt. Dit meldt BN de Stem.

De leden van Grup Yorum zijn opgepakt in een cultureel centrum waar zij film keken. Het is familieleden nog niet gelukt contact met hen te leggen. Ook is het onbekend wat de aanklacht is.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt eventueel bijstand te kunnen verlenen wanneer de gedetineerde daar zelf om vraagt. Tot nu toe is er nog niks van haar vernomen.

De linkse muziekgroep Grup Yorum maakt folkmuziek waarin zij protesteren tegen het Turkse overheidsbeleid. Soms provoceren zij door in het Koerdisch te zingen. De Turkse regering zegt dat de groep gelinkt is aan de communistisch-terroristische organisatie: DHKP-C.

Varan zat al eerder anderhalf jaar in de cel in Turkije, samen met haar zusje Betül. Volgens de ouders van Bergün en Betül zouden zij tijdens de detentie toentertijd ook zijn mishandeld. De Turks-Nederlandse zusjes mochten na hun vrijlating, begin dit jaar, het land niet verlaten.

De ouders van Varan zijn begonnen aan een protestmars van Den Haag naar Brussel, langs het Turkse consulaat in Rotterdam. ‘Dit zijn Nederlandse meisjes, dit land zou pal voor ze moeten gaan staan.’

GroenLinks eist uitleg over mogelijke uitzetting Amsterdamse Daniel (19)

1

GroenLinks stelt vandaag raadsvragen over de dreigende uitzetting van de 19-jarige Daniel Butler uit Amsterdam. De lokale afdeling van de partij noemt de kwestie ‘afschuwelijk en inhumaan’.

Hoewel Daniel geboren en getogen Nederlander is, is hij niet ver verwijderd van uitzetting naar de Dominicaanse Republiek. Dit meldden Amsterdamse media gisteren.

Zijn ouders komen daar vandaan, maar zitten tegenwoordig elders in het buitenland. Zelf woont Daniel bij zijn oma in Amsterdam.

Dat Daniel niet beschikt over een Nederlandse nationaliteit kwam twee weken geleden aan het licht. Hij wilde een paspoort, dat hij nooit heeft gehad, aanvragen vanwege zijn studie.

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) kreeg hier melding van en nodigde Daniel uit voor een gesprek. Op aanraden van zijn advocaat ging hij niet op de uitnodiging in. Alsnog werd hij hierop opgepakt.

Sindsdien wacht Daniel in vreemdelingendetentie in Rotterdam tot zijn zaak. Die wordt in februari behandeld. Meer dan twaalfduizend mensen hebben inmiddels hun naam gezet onder een petitie om Daniel hier te houden.

Raadslid Femke Roosma van GroenLinks liet via Twitter weten vandaag vragen te stellen over hoe Daniel weer uit de gevangenis komt en hoe dit in de toekomst voorkomen kan worden.

Roosma: ‘Echt absurd dat iemand die in Nederland geboren en getogen is en die al zo lang meedraait in de samenleving, niet alleen met uitzetting bedreigd wordt, maar ook in de gevangenis wordt gezet. Dat vind ik heel erg.’

Moslims in India: een comfortabele vijand voor de boze hindoe

1

In het India van premier Modi voelen moslims zich steeds verder richting de marge gedrongen. Hindoe-nationalistische politici en extreemrechtse hindoe-organisaties zetten de toon, moslims ondervinden steeds meer geweld en uitsluiting. ‘De politie staat vaak machteloos of is zelfs medeplichtig aan de misdrijven.’ Een reportage vanuit India:

Hoewel moslims en hindoes al honderden jaren in relatieve harmonie met elkaar samenleven, proberen media en politici hen nu tegen elkaar op te zetten. In het publieke debat komen gematigde stemmen nauwelijks nog aan het woord. De polarisatie in de samenleving is versterkt met het aantreden van Modi in 2014.

De afgelopen vijf jaar heeft zijn Bharatiya Janata-partij (BJP) bijgedragen aan een groeiend wij-zij-denken. Niet eerder in de Indiase geschiedenis was de boze hindoe zo sterk vertegenwoordigd binnen de overheid als nu. Door tegenvallende economische resultaten lijkt de nieuwste regering van Modi vol in te zetten op hindoe-nationalisme.

De Indiase deelstaat Kashmir, waar de meerderheid van de bevolking moslim is, verloor in augustus zijn autonome status. Kashmir is afgesloten van de buitenwereld, internet en telefoon liggen eruit. Daarnaast dreigen bijna twee miljoen moslims hun staatsburgerschap te verliezen in de noordelijke deelstaat Assam. Tevens is een groeiend aantal lynchpartijen op moslims onbestraft gebleven.

In India wonen meer dan tweehonderd miljoen moslims. In vergelijking met andere religieuze groepen leven er meer moslims onder de armoedegrens. Ze krijgen slechter onderwijs en slechtere medische zorg. Bovendien worden ze gediscrimineerd op de arbeidsmarkt en in de politiek. Volgens de Indiase statisticus Jalil (60) heeft de slechte positie van moslims in de Indiase samenleving ook met het kastenstelsel te maken.

‘Veel moslims stammen af van bekeerde hindoes uit de laagste kasten. En in India kun je zelf wel uit een kaste stappen, maar dat betekent niet dat je buren jou opeens anders gaan behandelen. Sociale mobiliteit is een traag proces in ons land. Je afkomst blijft een onlosmakelijk onderdeel van je zelfbeeld en je toekomstperspectief.’

Twaalfduizend scheermachines

De gereedschappenbazaar in de nauwe straatjes van Oud-Delhi is van oudsher het domein van islamitische ondernemers. Ze domineren er nog steeds de handel, maar de moslims hier durven ’s nachts niet alleen over straat. Ze zijn ook zeer voorzichtig in het uiten van hun mening.

Ahmed (37), die werkt in de garage van zijn vader, vertelt dat ze niet op bescherming van de overheid moeten rekenen. ‘Ze zien ons niet eens als echte Indiërs, terwijl mijn stamboom net zo lang teruggaat als die van mijn hindoeburen. Als een boze menigte vandaag opeens besluit om mij dood te slaan, dan zal er geen haan naar kraaien.’

Ahmed refereert hiermee naar recente lynchpartijen en mishandelingen van moslims. De video’s hiervan op internet worden in de comments bejubeld. De daders worden soms met bloemenkransen gehuldigd en krijgen hiervoor geen straf.

Veel van deze incidenten vinden plaats op het platteland. Radicale hindoes vallen moslims aan die in runderen handelen, dieren die in het hindoeïsme heilig zijn. De Indiase televisiezenders berichten ondertussen over oplopende spanningen met aartsrivaal Pakistan en zenden beelden uit van woedende moslimdemonstranten en terroristische aanslagen in Kashmir. Bovendien worden moslims op social media beschuldigd van het bekeren van hindoes en het beramen van een staatsgreep. Moslims zijn de vijand, zo is het beeld.

‘Ze zien ons niet eens als echte Indiërs’

De Indiase regering doet niets om het geweld tegen moslims te stoppen. Premier Narendra Modi zwijgt in alle talen. Hij kiest er ook niet voor om het geweld openlijk goed te keuren. Andere politici van Modi’s BJP-partij doen dat wel. Zo verklaarde parlementslid Sakshi Maharaj dat hij bereid is te doden en te sterven om de heilige koe te beschermen. En de lokale BJP-leider Ranjeet Bahadur Srivastava beloofde om twaalfduizend scheermachines uit China te importeren, om daarmee moslims kaal te scheren.

De gematigde meerderheid

Toch is het hindoe-nationalisme minder dominant in India dan je misschien zou denken. Ondanks de grote verkiezingsoverwinning eerder dit jaar stemde slechts een derde van de Indiase stemgerechtigden op Modi’s BJP. Hiervan is volgens de Indiase politicoloog Amitabh (39) maar een fractie geïnteresseerd in hindoe-nationalisme.

‘Modi heeft gewonnen bij gebrek aan een krachtige tegenstander. De oppositie is zwak, diep verdeeld en India is moe van jarenlange, trage consensuspolitiek van de aloude Congresparti (een gematigde partij die tot aan Modi’s machtsgreep in 2014 de lakens uitdeelde, red.). Je kunt zeggen van Modi wat je wil, maar hij is daadkrachtig en niet bang om beslissingen te nemen. De gematigde meerderheid hoopt dat hij zijn daadkracht gaat richten op economische en sociale vooruitgang, in plaats van op het radicale geschreeuw van zijn partijgenoten.’

Amitabh zegt dat de hindoe-nationalisten een kleine, maar radicale minderheid zijn. ‘Het is een vergissing om de hele hindoegemeenschap af te schilderen als anti-islamitisch, hoewel er door recente aanslagen in Kashmir en oplopende spanningen met Pakistan wel angst leeft. Maar die angst leeft niet alleen bij hindoes, maar net zo goed onder moslims zelf.’

Volgens Saleema (41), directrice van een islamitische basisschool in de zuidelijke staat Tamil Nadu, wordt het probleem totaal uit zijn verband getrokken door politici en de media. ‘Je zet twee groepen tegenover elkaar die eigenlijk niet bestaan. Dé hindoe en dé moslim bestaan niet. India is een gigantisch land, met meer dan tweeduizend etnische groepen en meer dan zestienhonderd talen. Hoe kun je daar ooit twee zogenaamd homogene groepen uit destilleren en die tegenover elkaar zetten? Daarbij is de term hindoe een moderne, overkoepelende term voor een enorm spectrum aan subculturen en religieuze overtuigingen. Ook de islamitische gemeenschap is heel divers.’

Ook haar collega Najib (32), geboren in de noordelijke staat Bihar, vindt dat de tegenstelling tussen moslims en hindoes wordt opgeklopt. ‘Er zijn veel belangrijkere maatschappelijke tegenstellingen. Die tussen arm en rijk, hoge en laste kasten, hoog- en laagopgeleiden, enzovoort. Helaas trekken onze politici maar al te graag de community card, waarbij ze voor eigen gewin moslims en hindoes tegen elkaar uitspelen.’

‘Het is een vergissing om de hele hindoegemeenschap af te schilderen als anti-islamitisch’

De hindoeïstische patentspecialiste Nidhi (36) uit de westelijke staat Gujarat vertelt dat de meeste gebieden waar het geweld plaatsvindt ontzettend arm zijn, een lage alfabetiseringsgraad hebben en in zekere zin semi-wetteloos zijn. ‘Deze gemeenschappen zijn nog totaal in de grip van het kastenstelsel, enorme corruptie en extreem nepotisme. De politie staat vaak machteloos of is zelfs medeplichtig aan de misdrijven.’

Nidhi herkent haar eigen India nauwelijks meer, vertelt zij. ‘Voor mij was religie vooral aan de orde tijdens feestdagen. Onze buurvrouw maakte tijdens het Suikerfeest traditionele zoetigheden en een populaire stoofpot. Alle hindoeburen kwamen over de vloer om mee te eten. Omgekeerd brachten wij tijdens Diwali (het jaarlijkse hindoeïstische ‘lichtfeest’, red.) zoetigheden langs bij moslimfamilies in de straat.’

Nidhi vertelt dat in haar buurt moslims en hindoes in vrede met elkaar samenleven. Een moslimjongen doet elke dag boodschappen voor haar oude moeder, zonder daar ooit iets voor te vragen. ‘Maar, toegegeven: als deze lieve jongen mijn zusje ten huwelijk zou vragen, dan doen we toch de deur voor hem dicht.’

Inclusief India

Ondanks de wijdverspreide harmonie tussen de twee religies blijft er volgens historicus Ajay (45) uit Mumbai een hardnekkig verhaal op de achtergrond sluimeren: die van de moslim als de eeuwige vijand. Dit verhaal past volgens hem perfect binnen de kaders van het eeuwenoude hindoe-narratief van India, waar de moslims de indringers zijn die geprobeerd hebben om de hindoes te onderwerpen.

‘Veel mensen maken de moslim tot zondebok: de moslim als symbool van alles wat er mis is met dit land. Maar het bizarre aan dit verhaal is dat diep van binnen elke hindoe weet dat het een fabeltje is.‘

Islamitische vorsten, waaronder de Mogol-keizers, onderwierpen tal van hindoe-rijken en heersten uiteindelijk over bijna heel India. Deze geschiedenis en de oorlogen met Pakistan beheersen het anti-islamitische geschiedbeeld. Toch ligt de hoofdreden van de verharde scheidslijn tussen hindoes en moslims volgens de Amerikaanse Indiakundige Cynthia Talbot niet in het verleden, maar juist in de opkomende moderniteit.

‘De Indiase maatschappij is in hoog tempo aan het veranderen. In boerendorpjes, waar het leven duizend jaar lang relatief onveranderd voortkabbelde, verwerpen kinderen nu de leefstijl van hun ouders. Het zijn tijden van grote verandering, ambities en dromen, maar tegelijkertijd begint het traditioneel fundament te wankelen. Dit brengt een gevoel van kwetsbaarheid met zich mee. Dat zorgt voor spanning en een drang naar controle over deze snel veranderende wereld.’

Ajay stelt dat veel hindoes uit angst om hun identiteit te verliezen teruggrijpen naar verhalen, mythen en symbolen uit het verleden. De moslim als grote vijand past perfect in het plaatje van de klassieke heldendichten over de spectaculaire strijd tussen goed en kwaad die hindoes met de paplepel ingegoten krijgen.

‘Iedereen weet dat de slechterik geen schijn van kans heeft, maar omwille van het drama wordt hij toch opgevoerd als enorm krachtig en bijna onoverwinnelijk. Dit is precies wat we met onze islamitische landgenoten doen. We weten allemaal dat we zonder veel moeite met elkaar kunnen samenleven en dat er geen grootschalige machtscomplotten worden gesmeed. Maar juist dat maakt de moslim zo’n comfortabele tegenstander.’

Met dit verhaal heeft een kleine, maar krachtige minderheid het podium gekaapt. ‘De meeste hindoes zijn geen fanatiekelingen. Maar de gematigde hindoes durven zich niet uit te spreken, omdat ze niet als ontrouwe hindoes bekend willen staan’, stelt Nidhi. ‘En wanneer de gematigden zwijgen, dan spreken de radicalen voor het geheel.’

‘Niemand wil sektarisch geweld. Maar wie zwijgt stemt toe’

Volgens buschauffeur Mohammed (56), uit Varanasi in de noordelijke staat Uttar Pradesh, gooien politici in tijdens van crisis graag olie op het vuur. Hij vertelt dat, na een bomaanslag op een hindoetempel in 2006, islamitische en hindoeïstische leiders er samen voor hebben gezorgd dat de boel niet escaleerde. Onderwijl probeerden politici en media juist bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. ‘Ze blijven elk vonkje aangrijpen om het vuur van haat op te stoken voor eigen gewin.’

In plaats daarvan zouden ze de echte problemen moeten oplossen. ‘Politiek moet gaan over onderwijs, een betere gezondheidszorg, meer werkgelegenheid. En tevreden, goed opgeleide en goed geïnformeerde burgers laten zich veel minder snel voor het karretje van opportunistische populisten spannen.’

Statisticus Kundu (71) stelt dat elke Indiër diep van binnen in een inclusief groot India gelooft. ‘Zelfs in de meest afgelegen gebieden leeft dit besef, alsof het in stilte met de generaties is doorgegeven. Hoewel het rommelt aan de oppervlakte, blijft dit fundament voor de grote meerderheid in India onwankelbaar. Tegelijkertijd kunnen we niet ontkennen dat het stormt aan het oppervlak en dat deze golf van nationalisme nog niet voorbij is.’

India heeft de stem van de gematigde meerderheid nodig om dit extremisme te bestrijden, zegt Kundu. ‘Niemand wil sektarisch geweld. Maar wie zwijgt stemt toe.’

Borrelen met borealen

3

Het eind en het begin van het jaar staan in het teken van kerst- en nieuwjaarsborrels. Maar sommige borrels zijn spannender dan andere. Neem de nieuwjaarsborrel die op 23 januari gepland staat in Café Stoffel in Tilburg.

‘Buiten je bubbel borrelen’ heet deze borrel, die georganiseerd wordt door de lokale jongerenorganisaties van de PvdA en Forum voor Democratie. De organisatoren schrijven in de uitnodiging: ‘Een borrel waarbij jongeren uit hun politieke bubbel kruipen om elkaar te ontmoeten en ideeën, interesses en kennis uit te wisselen.’

‘Wat gaaf!’, dacht ik toen ik deze aankondiging las. We leven immers nu in het zogenaamde post truth-tijdperk, waarin mensen niet meer naar elkaar luisteren, maar zichzelf hebben opgesloten in echokamers. Daarom is het bewonderenswaardig dat de jongeren in Noord-Brabant samen een borrel organiseren. Veel volwassenen, die in hun eigen bubbels opgesloten zitten, kunnen iets van de Jonge Socialisten en JFVD in Tilburg leren.

Mijn vrienden en kennissen zijn verdeeld als het gaat over de vraag of je wel het gesprek moet aangaan met je ideologische tegenstanders. De ene groep is van mening, wat ik ook vind, dat we altijd open moeten staan voor de dialoog. De andere groep gelooft daarentegen dat er grenzen zijn die in acht genomen moeten worden.

In de ogen van deze vrienden en kennissen is het Forum voor Democratie racistisch en fascistisch. Dat betekent dat een gesprek met de aanhangers van Thierry Baudet en Theo Hiddema geen enkele zin heeft. Het is moreel fout. De Jonge Socialisten maken, door met JFVD te gaan borrelen, Baudets boreale ideeën salonfähig.

Voor dit standpunt valt zeker iets te zeggen. Rechts-extremistisch gedachtegoed wordt steeds meer mainstream gemaakt. Dat betoogt ook de in Amerika werkzame Nederlandse politicoloog Cas Mudde in zijn pas verschenen boek The far right today. Het electorale succes van rechts-populistische partijen heeft er volgens hem voor gezorgd dat traditionele partijen naar rechts zijn verschoven. Hierdoor is het onderscheid tussen ‘gewoon’ rechts en uiterst rechts minder scherp geworden, meent Mudde.

Wij leven met elkaar samen. Het kan daarom geen kwaad om samen een biertje te drinken, of een kopje thee

De VVD lijkt het bewijs van Muddes gelijk te bevestigen. Denk aan de brief die Mark Rutte aan het Nederlandse volk schreef, tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in 2017. Hierin zei hij dat biculturele Nederlanders het land moesten verlaten, als het hier hun niet beviel. Ook het CDA draagt aan de normalisering van uiterst rechts bij, door het telkens maar te hebben over ‘de gewone Nederlander’, die zich bedreigt voelt door de islam en de vluchtelingen.

Het idee dat de islam de ‘joods-christelijke cultuur’ van Nederland bedreigt en dat de multiculturele samenleving is mislukt is ook mainstream geworden in ons politieke discours. We moeten oppassen, want anders worden Baudets boreale praatjes straks ook mainstream.

Toch blijf ik het een goede zaak vinden dat de twee politieke jongerenorganisaties in Noord-Brabant besloten hebben om uit hun bubbel te treden en met de ander in gesprek te gaan. Wij leven nu in een tijdperk met een overvloed aan informatie, terwijl het vertrouwen in politieke tegenstanders niet toeneemt. Op basis van onze politieke overtuiging krijgen wij informatie voorgeschoteld die onze eigen politieke stam prijst en tegenstanders demoniseert.

Het is geen gemakkelijke opgave om uit ons comfortabele bubbelbadje te komen. Dit komt door intellectuele luiheid, maar we vinden het soms ook heerlijk om op onze verklaarde tegenstanders neer te kijken. Ook al is het moeilijk om dit eerlijk toe te geven.

Maar politieke tegenstanders zijn niet je persoonlijke vijanden. Je kan misschien heel erg met een ander van mening verschillen, maar dat betekent niet dat je hem of haar als een paria moet behandelen. Dialoog en informele ontmoetingen blijven cruciaal om verschillen te overbruggen. Want pas op het moment dat je je tegenstander ontmoet ontstaat er ruimte voor begrip, voor tolerantie en zelfs voor wederzijds respect.

Wij leven met elkaar samen. Het kan daarom geen kwaad om samen een biertje te drinken, of een kopje thee. De Jonge Socialisten en JFVD geven het goede voorbeeld. Alvast fijne feestdagen. En proost op de medemenselijkheid en de verdraagzaamheid!

Turkse president Erdogan dreigt met ontvoeren Gülen-sympathisanten uit EU

2

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan beweert dat Turkije in staat is om geheime missies uit te voeren in EU-landen om Gülen-sympathisanten te ontvoeren. Dit heeft Erdogan gezegd tijdens een persconferentie op de NAVO-top in Londen.

Na de mislukte coup van juli 2016 voert Turkije een klopjacht tegen de Hizmet-beweging achter de Turks-Amerikaanse geestelijke Fethullah Gülen. Erdogan houdt hem verantwoordelijk voor de staatsgreep.

Er zijn, zo schrijft de Turks-Duitse journalist Can Dündar, in totaal al zo’n tachtig Gülen- sympathisanten in het buitenland opgepakt door Turkije. Zij woonden in onder andere Azerbeidzjan, Bosnië, Gabon, Kosovo, Maleisië en Mongolië. De Turkse geheime dienst werkte hierbij nauw samen met de lokale diensten, zegt Dündar.

Erdogan heeft nu aangegeven ook in EU-landen actief op jacht te willen gaan. Als Donald Trump IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi mag opsporen en doden, dan mag Erdogan ook mensen opsporen en doden die hij als terrorist beschouwt, zei de Turkse president enkele weken geleden al.

De Turkse president zegt dat in Europa ‘honderden, duizenden’ aanhangers van Gülen leven die iets met de coup van 2016 te maken zouden hebben. Erdogan stelt dat hij aan de EU-landen waar ze wonen om hun uitlevering heeft gevraagd, maar steeds nul op het rekest kreeg.

Of Turkije deze mensen actief gaat opsporen en ontvoeren? Dat gaan we de komende tijd zien, zegt Erdogan geheimzinnig.

Gisteren werd in Bosnië Fatih Keskin opgepakt, een schooldirecteur met Gülen-sympathieën. Keskin woonde al meer dan veertien jaar in Bosnië. Hij is gearresteerd door de Bosnische overheid en dreigt naar Turkije te worden gedeporteerd.

De zaak-Keskin vertoont sterke parallellen met de arrestatie van vijf leraren en een arts in Kosovo in maart 2018. Zij werden overgedragen aan de Turkse geheime dienst, die hen met een privévliegtuig naar Turkije bracht. Twee zijn inmiddels tot hoge gevangenisstraffen veroordeeld, drie zitten in de cel in afwachting op een uitspraak van de rechter.

Erdogan lijkt nu zijn zinnen voornamelijk te hebben gezet op Adil Öksüz, een voormalige theologieprofessor die ervan wordt beschuldigt hoog in de Hizmetbeweging te zitten. Ook zou hij de mislukte coup van 2016 heeft helpen coördineren.

Volgens de Turkse president zit Öksüz ergens in Europa, maar hij wil niet zeggen waar precies. Het is tijd dat Öksüz en anderen worden ‘opgepakt en teruggebracht’, aldus Erdogan.

Duitse staatssecretaris van Integratie: migrantenpeuters gebaat bij taaltesten

0

De Duitse staatssecretaris van Integratie, Annette Widmann-Mauz (CDU), wil dat kinderen op het kinderdagverblijf taaltesten krijgen. Dit zou de taalachterstand van migrantenkinderen al vanaf het lager onderwijs moeten terugdringen.

‘Het is belangrijk dat alle kinderen dezelfde startkansen hebben en daarom hebben we deze testen landelijk nodig’, zei de bewindsvrouw bij de presentatie van een nieuw integratierapport met als titel Duitsland kan integreren.

Er is een sterk verband tussen het succesvol afronden van een opleiding en welke etnische achtergrond iemand heeft, volgens het rapport. Kinderen met een migratieachtergrond zouden daarom het meest van voorschoolse educatie profiteren. De testen moeten volgens de staatssecretaris al twee jaar voor de basisschoolleeftijd beginnen.

Widmann-Mauz benadrukte dat deze taaltesten voor alle kinderen verplicht moeten zijn, los van hun afkomst. ‘De vraag of je Duits spreekt is geen vraag naar migratieachtergrond’, zei ze op de persconferentie.

Widmann-Mauz is ook voor krachtigere maatregelen tegen discriminatie in onderwijsinstellingen. Ze pleit onder andere voor verplichte training voor onderwijspersoneel: leraren moeten ‘intercultureel competent’ zijn.

Frankrijk stelt antizionisme strafbaar, maar Joodse intellectuelen protesteren

1

Een collectief van 127 Joodse intellectuelen heeft een petitie getekend tegen een Frans wetsvoorstel dat antizionisme en antisemitisme aan elkaar gelijkstelt. Het wetsvoorstel werd gisteravond door het Franse parlement aangenomen. 154 parlementariërs stemden voor, 72 tegen.

France 24 sprak met professor en petitie-ondertekenaar James Cohen, die het wetsvoorstel ‘problematisch’ vindt. Het bekritiseren van Israël, volgens de professor een legitieme zaak, zou hiermee in het verdachtenbankje komen te staan. Ook stelt Cohen dat de definitie van antisemitisme op deze manier veel te breed wordt gedefinieerd.

‘Sommige mensen die zich keren tegen het beleid van de staat Israël, die misschien zelfs wel het bestaansrecht van Israël ontkennen, kunnen ook antisemitisch zijn (…) maar dit is geen reden om de gerechtvaardigde handeling van het bekritiseren van het beleid van de staat Israël te delegitimeren. En wat betreft het bestaansrecht van de staat Israël: je moet vragen kunnen stellen of een éénstaatoplossing of een tweestatenoplossing levensvatbaar is. Waarom mogen we deze discussie niet voeren?’

In Nederland vorig jaar november een vergelijkbare kwestie. Toen nam de Tweede Kamer een SGP-motie aan die de regering opdraagt de IHRA-definitie van antisemitisme te hanteren. Die luidt:

‘Antisemitisme is een bepaalde perceptie van Joden, die kan worden uitgedrukt als haat tegen Joden. Retorische en fysieke manifestaties van antisemitisme zijn gericht tegen Joodse of niet-Joodse individuen en/of hun eigendom, jegens instellingen van de Joodse gemeenschap en religieuze voorzieningen.’

Deze definitie, opgesteld door de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA), haalt volgens tegenstanders antisemitisme en kritiek op de Israëlische regering door elkaar. D66 en de linkse partijen stemden daarom tegen. Een Ander Joods Geluid (EAJG) wees de IHRA-definitie ook af.

De hijab: keuze of dwang? We spraken vijf jonge moslima’s

8

De hoofddoek is opnieuw in opspraak. Nu de discussie over het boerka- en niqaabverbod oud nieuws is, hebben nieuwsberichten van over de grens een nieuw debat aangezwengeld. De vraag die hierin centraal staat: hebben moslima’s keuzevrijheid over het dragen van een hoofddoek? Wij vroegen het aan vijf jonge moslima’s.

Het debat over hoofdbedekking is terug van nooit echt weggeweest. Eens in de zoveel tijd laait de discussie in Nederland weer op, zoals recentelijk door het boerka- en niqaabverbod. Ook werden in de afgelopen weken een aantal nieuwsitems uit Frankrijk en België opgepikt door de Nederlandse media.

In Frankrijk was er ophef toen een politicus van Rassemblement National felle kritiek had op een moeder met een hoofddoek, die haar zoon op een schoolreisje naar een regionaal parlement begeleidde. Ook werden er in Frankrijk recentelijk twee opvallende pamfletten gepubliceerd: één waarin 101 moslima’s zich uitspreken tégen de hoofddoek en één waarin duizend politici zich uitspreken tegen stigmatisering van moslims.

En in België is de nieuwe Vlaamse regering voorstander van een hoofddoekverbod in het onderwijs. ‘We zorgen voor levensbeschouwelijke neutraliteit voor leerkrachten en leerlingen’, staat in het regeerakkoord van N-VA, CD&V en Open VLD. ‘Vintage Vlaams Blok’, vindt de Groene partij in Vlaanderen. De discussie werd nog heviger toen eind oktober een school besloot een foto van een leerlinge niet op Facebook te plaatsen omdat ze een hoofddoek draagt.

In Nederland discussieerden we over het op 1 augustus in werking getreden boerka- en niqaabverbod. Een inmiddels uitgekauwd debat. Misschien was de hoofddoek wel een welkom nieuw onderwerp. Hoe dan ook werden in de afgelopen weken in de media verschillende islamitische feministen aan het woord gelaten die hun afkeur uitspraken over de hoofddoek. ‘Wanneer bedekking de norm is, staan ongesluierde vrouwen te boek als minder goede moslims’, zo stelde de Franse moslimfeministe Fatiha Agag-Boudjala begin november in Trouw.

Agag-Boudjala’s visie is niet zo controversieel meer als die ooit was. Het wantrouwen tegenover de islam is de laatste twintig jaar gegroeid en de hoofddoek wordt vaak geassocieerd met vrouwenongelijkheid. Critici geloven dat vrouwen geen echte keuzevrijheid hebben. Zij denken dat meisjes niet in alle vrijheid voor de hoofddoek kiezen en dat die keuze hen is opgelegd door hun (mannelijke) familieleden. Maar klopt dit wel?

Wij vroegen het de Turks-Nederlandse Merve (24), bestuurder van de jongevrouwentak van haar moskeevereniging, de Marokkaans-Nederlandse Latifa (21 jaar) en de Turks-Nederlandse Rabia (22 jaar). Alle drie dragen een hoofddoek. Ook praatten we met Dikra (21 jaar), die zowel een Marokkaanse als een Turkse achtergrond heeft, en haar Marokkaans-Nederlandse studievriendin Hanane (22 jaar, niet haar echte naam). Zij dragen geen hoofddoek.

Keuzevrijheid

Alle meiden vinden dat zij keuzevrijheid hebben in het wel of niet dragen van de hoofddoek. ‘Ik ben altijd vrijgelaten in mijn keuze tot het dragen van een hoofddoek’, vertelt Rabia. Ze heeft zelf op een christelijke basisschool gezeten, daarna op een openbare middelbare school. ‘Hier kreeg ik de mogelijkheid om na te denken over welk geloof ik wilde volgen. Ik denk dat veel moslima’s met hoofddoek wel vinden dat het een keuzemogelijkheid moet zijn. Echter zullen velen ook zeggen dat dit een plicht is volgens de islam.’

Bij Merve en Lativa, die beiden ook een hoofddoek dragen, was het geloof belangrijk in hun keuze om de hoofddoek te dragen. Merve ging zich op haar zestiende meer verdiepen in de islam en wilde toen een hoofddoek op doen, maar haar ouders vonden het te vroeg. Zij dachten dat het een bevlieging was en wilden dat ze er goed over nadacht. Hier waren kleine conflicten over.

‘Ze weten dat het dragen van een hoofddoek een belangrijke stap is. En dat er niet echt positief over gedacht wordt als je hem weer afdoet nadat je hem hebt gedragen. Daarom wilden ze gewoon dat ik er goed over nadacht.’ Drie maanden later ging Merve de hoofddoek toch dragen. ‘En toen wisten ze van: ja oké, nu is er geen weg meer terug. Maar daarna waren ze er eigenlijk wel blij mee, omdat ze zagen dat ik er best serieus over was. En daarna heb ik hem ook nooit afgedaan.’

‘Ik voel me meer compleet met mijn hoofddoek om’, aldus Latifa. ‘Ik merk dat ik heel sterk in mijn schoenen ben gaan staan sinds mijn hoofddoek. Voor mij is mijn hoofddoek echt een reminder voor mijn identiteit en mijn band met God. De enige reden waarom ik een hoofddoek ben gaan dragen is omdat God dit mij vroeg. En voor mij is dat genoeg.’

‘Ik ben altijd vrijgelaten in mijn keuze voor de hoofddoek’

Volgens Latifa is het dragen van een hoofddoek absoluut een keuze die je als vrouw zelf hoort te maken. Ze heeft ook thuis de vrijheid ervaren om hier voor te kiezen en ze heeft dus geen druk gevoeld. Toch geeft ze aan dat ze zich niet altijd volledig vrij heeft gevoeld.

‘Eigenlijk wilde ik mijn hoofddoek al veel eerder dragen, maar ik was altijd enorm bang voor wat mensen in mijn omgeving hiervan zouden vinden’, vertelt ze. Latifa doelt vooral op haar medestudenten en collega’s van een niet-islamitische achtergrond.

‘Ik dacht dat zij heel erg moeite zouden hebben om mij te begrijpen en mij hierop zouden beoordelen. Dus in zekere zin heb ik niet volledig de vrijheid gevoeld om mijn hoofddoek op te doen, terwijl die vrijheid er formeel wel was. Ik hield mijzelf tegen, omdat ik dacht dat anderen mij zouden veroordelen.’

Dikra en Hanane hebben er allebei voor gekozen om geen hoofddoek te dragen. Dikra heeft altijd het gevoel gehad dat ze hier zelf verantwoordelijk voor was. Er is haar nooit letterlijk gevraagd wanneer ze een hoofddoek zou gaan dragen. Ook is er nooit voor haar beslist, zegt ze.

‘Indirect hebben mijn ouders wel een keuze gemaakt, omdat ik als kind geen hoofddoek hoefde te dragen. Daardoor ben ik nooit belast met de keuze om een hoofddoek af te doen.’ Ook Hanane ervaart keuzevrijheid:  ‘Ik weet dat ik vrij ben om zelf te kiezen.’

Sociale druk

Merve heeft nog nooit ervaren dat iemand haar hoofddoek ‘minder cool’ vindt, of dat ze hierdoor een lagere sociale status kreeg, zegt ze. ‘Nee, ik kan mij zo niks bedenken. Ik heb zoiets niet meegemaakt. Ik heb hiervoor bij de gemeente en verschillende scholen gewerkt. En nooit hebben ze laten merken dat ik minder geaccepteerd werd doordat ik een hoofddoek droeg.’

Rabia benadrukt dat ze door haar ouders en omgeving altijd vrij is gelaten in haar keus om de hoofddoek te dragen. ‘Hierdoor heb ik nooit druk ervaren.’

In de vriendencirkel van Latifa zitten veel niet-moslims met wie ze heel goed omgaat, vertelt ze. Dat zij een hoofddoek draagt maakt hen niet uit. Het recept? ‘Ik geloof echt dat het om wederzijds respect gaat, maar ook om communicatie. Zij hebben mij wel eens vragen gesteld over mijn hoofddoek. Ik probeer zulke vragen altijd zo uitgebreid mogelijk te beantwoorden, zodat zij mijn perspectief kunnen begrijpen. Dus wat dat betreft voel ik geen sociale druk.’

Misschien komt dit ook wel omdat de hoofddoek ervoor gezorgd heeft dat Latifa zichzelf kan zijn, zegt ze.  Het maakt haar weinig uit wat andere mensen van haar hoofddoek vinden. ‘Mijn hoofddoek is een deel van mij. Ik hecht er enorm veel waarde aan.’

‘De reden waarom ik een hoofddoek ben gaan dragen is omdat God mij dit vroeg’

Voelt Dikra wel eens druk om toch de hoofddoek om te doen? ‘Ik voel geen druk van ouders, directe en verre familie, en ook niet van mijn vrienden of de gemeenschap.’ Wel weet ze dat haar toekomstige schoonfamilie het fijn zou vinden wanneer ze in de toekomst een hoofddoek zal dragen. Dat vond ze lastig. Ze heeft er toen lang met haar vriend over gepraat. ‘Na goed en lang communiceren besloten wij dat enkel ik invloed zou moeten hebben op die keuze. Hierdoor nam meteen de druk af.’

Ook Hanane heeft wel eens last gehad van sociale druk. Op school merkte ze dat klasgenoten een negatief vooroordeel hadden over de meiden in haar klas die een hoofddoek dragen. Docenten waren meer betrokken bij studenten die ‘helemaal Nederlands’ zijn, vertelt ze.

‘Over de jaren heen is dit wel veranderd. Binnen mijn vriendengroep van de middelbare school zitten meiden met en zonder hoofddoek. Ik weet dat er geen onderscheid tussen ons wordt gemaakt. Bij de vrienden die ik heb gemaakt op de hogeschool weet ik dat het anders is, al zie ik ook dat dat niet expres wordt gedaan.’

Mening over andere moslima’s

We vroegen hijabdraagsters Merve, Rabia en Latifa hoe zij kijken naar andere moslima’s als Dikra en Hanane, die geen hoofddoek om hebben. Merve vertelt dat ze vroeger best bevooroordeeld was tegenover sommige meiden die veel bezig waren met de islam, maar op een gegeven moment bedacht ze dat je je geloof ook van binnen kan beleven.

‘Ik dacht altijd: als je zoveel bezig bent met de islam, waarom neem je die stap dan niet en kies je voor de hoofddoek? Wat is er zo moeilijk? Maar zo ligt het dus niet. Je kunt ook heel serieus bezig zijn met geloof in die andere aspecten.’

De hoofddoek moet een keuzemogelijkheid zijn, aldus Rabia. ‘Hierdoor kijk ik normaal naar mensen die geen hoofddoek dragen. Er zijn genoeg mensen in mijn omgeving die geen hoofddoek dragen, of op een verkeerde manier. Uiteindelijk ieder zijn eigen ding.’

Ook Latifa benadrukt het belang van keuzevrijheid: ‘Ik vind dat elke moslima zelf die keuze moet maken. Ik vind het belangrijk dat je een bewuste keuze maakt, dan dat je een hoofddoek draagt omdat iedereen dat doet.’

Latifa zou het ‘simplistisch en oppervlakkig’ vinden als iemand zegt dat een vrouw met een hoofddoek een betere moslima is dan een vrouw zonder hoofddoek. ‘Mijn geloof leert mij om mensen niet te beoordelen op basis van hun uiterlijk of daden. Dit is iets tussen de persoon zelf en God. Ik denk dat de meeste vrouwen met een hoofddoek deze mening delen.’

‘Uiteindelijk ieder zijn eigen ding’

En hoe staan Dikra en Hanane tegenover moslima’s die wél een hoofddoek dragen? Ook op deze vraag is het antwoord van Hanane kort en bondig: ‘Geen probleem. Als zij ervoor kiezen om hun geloof op die manier te uiten, dan is dat prima.’

Maar Dikra worstelt met deze vraag. ‘Oei, dit vind ik best lastig. Ik had graag gezegd dat ik op dezelfde manier kijk naar moslima’s mét hoofddoek dan naar moslima’s zonder hoofddoek, maar onbewust doe ik dat niet.’ Ze merkt dat ze strenger oordeelt over moslima’s mét hijab.

‘Ik heb het gevoel dat moslima’s met een hoofddoek de islam meer vertegenwoordigen dan vrouwen als ik. Maar als zij zich onislamitisch gedragen, bijvoorbeeld door naar een club te gaan – wat sowieso helemaal fout is, want we horen daar helemaal niet te zijn –, dan neem ik dat hen meer kwalijk.’ Dikra vindt het niet goed van zichzelf dat ze zo denkt. ‘Super haram, ook.’ Ze wil het graag veranderen.

‘Koerdische leider krijgt hartaanval in cel, Turkije weigert medische zorg’

0

De Turkse autoriteiten hebben de Koerdische politicus Selahattin Demirtas medische zorg geweigerd na een hartaanval die hij kreeg in zijn cel. Dit beweert zijn zus en advocate Aygül Demirtas.

De Koerdische politicus en voormalige leider van de pro-Koerdische HDP zou een hartaanval hebben gekregen. Op Twitter stelt advocate Aygül Demirtas:

‘Onze cliënt en mijn broer Selahattin Demirtas verloor op 26 november omstreeks 05.30 uur zijn bewustzijn na een kramp op de borst en kortademigheid. Omdat hij lange tijd bewusteloos bleef, vroeg zijn celgenoot, de heer Abdullah Zeydan, om hulp.’

Demirtas en zijn arts willen dat hij voor nader onderzoek naar het ziekenhuis gaat, maar de Turkse autoriteiten willen dit niet en dus is zijn leven in gevaar, schrijft de advocate.

Vlak nadat Aygül Demirtas haar tweet schreef, twitterde de HDP dat haar broer alsnog naar het ziekenhuis mocht.

Selahattin Demirtas zit sinds 2016 in de gevangenis. Hij heeft volgens de Turkse autoriteiten terrorisme gesteund. Daarmee wordt gedoeld op de strijders van de Koerdische PKK-beweging, die ook in Europa en de VS op de terreurlijst staat.

Marokkaanse vlogger noemt Marokkanen ‘dom en onopgeleid’, wordt gearresteerd

1

De Marokkaanse politie heeft de populaire vlogger Mohammed Sekkaki gearresteerd, die vlogt onder zijn pseudoniem Moul Kaskita. Sekkaki had een video op Youtube gezet waarin hij het Marokkaanse volk en de Marokkaanse instituties zou hebben beledigd.

Sekkaki wordt ervan beschuldigd zich denigrerend over Marokkanen te hebben uitgesproken. Ook zou hij publieke instituties hebben beledigd. Sekkaki had tijdens zijn arrestatie drugs bij zich, zo stelt de procureur-generaal.

Hoewel de Marokkaanse overheid zijn originele video heeft laten verwijderen van Youtube, zijn er nu vele re-uploads op verschillende videokanalen.

In de gewraakte video richt Sekkaki zijn pijlen op Marokko, het Marokkaanse volk, de overheid en koning Mohammed VI. ‘Marokkaanse mensen zijn dom en onopgeleid. Marokkanen geven alleen om billen.’ De Marokkaanse koning is zelfs zó dom, dat hij de speeches die hij voorleest niet eens begrijpt, beweert Sekkaki.

Het Youtube-kanaal van ‘Moul Kaskita’ heeft meer dan 330.000 abonnees en ruim 64 miljoen views.