11.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 865

‘AKP is partner van imperialisme’

0
Fatih Mehmet Macoglu is de eerste en enige communistische burgemeester van Turkije. ‘De AKP tolereert geen tegengeluid en doet er alles aan om de oppositie vanuit de arbeidersklasse uit te schakelen.’

De val van het communisme vond decennia geleden plaats. In Europa maakten communistische regimes één voor één plaats voor democratische besturen. Hoewel Turkije nooit een communistisch land was, had het vooral tijdens de Koude Oorlog te maken met een bloedige strijd tussen linkse en rechtse groepen, wat leidde tot de coup van 1980. Naast rechtse nationalisten werden ook honderden communisten opgepakt, gemarteld en zelfs opgehangen. Wanneer ze meer geluk hadden, trokken ze naar Europa als politieke vluchtelingen. Het woord communist werd als het ware een scheldwoord in Turkije.

Tijdens de lokale verkiezingen van 2014 in Turkije gebeurde echter iets heel opvallends. Zorgmedewerker Fatih Mehmet Macoglu (Ovacik, 1968), kandidaat namens de Communistische Partij van Turkije (TKP), een partij die lang verboden was in het land, won de verkiezingen in zijn geboorteplaats Ovacik, in de provincie Tunceli, met bijna 37 procent van de stemmen. Daarmee werd hij de eerste en voorlopig enige communistische burgemeester van Turkije. De Kanttekening sprak hem onder meer over de toekomst van het communisme en wat men in Turkije vindt van een communistische burgemeester.

Wat maakt u anders dan andere burgemeesters?
‘Wat ons communisten anders maakt dan de rest is dat we in ons programma alle macht reguleren via volksvergaderingen en het volk betrekken in alle besluitvormingsmechanismen. Ons model is gebaseerd op productie, transparantie en is tegen alle vormen van corruptie. Huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg en openbaar vervoer is gratis en alle andere diensten worden eerlijk geleverd door de gemeente.’

Voert u strijd tegen het kapitalisme?
‘Ja, omdat ook in Turkije het kapitalisme de primaire bron van sociale ongelijkheid is hebben we als de TKP de strijd tegen het kapitalisme centraal gesteld en het socialisme als uitgangspunt genomen in ons programma. We strijden al jaren voor meer rechtvaardigheid en gelijkheid.’

Wat maakt dat u zich vandaag de dag nog steeds communist noemt, terwijl het communisme is mislukt in zoveel landen?
‘Het communisme werd op veel plekken in de wereld gelanceerd als een boeman. Er werd letterlijk gejaagd op communisten. Als gevolg van dit soort internationale lastercampagnes, waar het kapitalistische Westen het voortouw in nam, zag de massa, ook in Turkije, communisme als iets slechts. Dat is merkwaardig, omdat het communisme juist staat voor het recht op alle vormen van leven. Het communisme spoort mensen aan om de natuur, de mensheid en alle levende wezens te respecteren. Het communisme betekent dat alle mensen, dus ook de mensen die zonder enige kennis anti-communistisch zijn, niet het slachtoffer worden van een klassenstrijd en in vrede kunnen leven. Hoe kan iemand tegen dit soort idealen zijn, vraag ik me vaak af.’

Wat voor problemen kwam u de afgelopen jaren als burgemeester tegen?
‘Turkije heeft iets wat veel landen niet hebben, namelijk ondergrondse en bovengrondse rijkdommen. Door de jaren heen hebben verschillende regeringen en gemeentes daar misbruik van gemaakt. Ze hielden geen rekening met het milieu en natuurgebieden. Ze keken puur naar wat het financieel oplevert. Nadat ik aan de macht kwam in Ovacik heb ik daar een stokje voor gestoken. Dat vonden de grote bedrijven die profiteren natuurlijk niet leuk. Die zijn niet anders gewend dan plunderen en vernielen. Dat we daardoor onder druk staan heeft niet zozeer te maken met het feit dat ik een communistische burgemeester ben. Iedereen, ongeacht ideologie, die het de machthebbers lastig maakt kan problemen krijgen.’

Hoe reageren burgers op uw burgemeesterschap?
‘De Turkse geschiedenis zit eigenlijk vol met grote communistische helden. De bekende dichter en schrijver Nazim Hikmet was bijvoorbeeld een belangrijke vertegenwoordiger van de Turkse communistische traditie. Het is een gegeven dat mensen uit Dersim (het huidige Tunceli, red.), maar vooral ook uit Ovacik, een verleden hebben met het communisme en er sympathie voor hebben. In andere delen van Turkije is dat anders zijn, maar hier bestaat er geen negatief beeld van het communisme. Sterker nog, hier kan vrijwel iedereen zich vinden in de idealen van het communisme.’

Heeft het communisme nog een toekomst in Turkije?
‘Ik moet zeggen dat het communisme voor mij helemaal niet utopisch is. Ik geloof honderd procent dat het communisme levensvatbaar is en dat we het prima kunnen toepassen als bestuurlijk model in Turkije. We moeten niet vergeten dat het een ideologie is waarin historische wortels verscholen zitten van een lange klassenstrijd die nog lang niet is gestreden.’

U buigt zich over de problemen van Ovacik, maar volgt ook de landelijke politiek. Wat zijn de meest urgente problemen van Turkije?
‘De strijd tussen de AKP-regering en de onderdrukte arbeidersklasse, maar ook tussen de AKP en de mensen met verschillende etnische, religieuze achtergronden en genders is in volle gang en wordt met de dag groter. De AKP is een strategische partner van het internationale imperialisme. Het is een partij die fascistische methodes toepast. De AKP tolereert geen tegengeluid en doet er alles aan om de oppositie vanuit de arbeidersklasse uit te schakelen. Het verzet van de onderdrukte volkeren tegen dit soort fascisten en barbaren zal slagen en een eind maken aan zulke praktijken.’

Jonge hindoes willen niet gecremeerd worden

0
Hindoes wassen en cremeren zich al eeuwenlang in de rivier de Ganges, maar er is nu een jonge generatie die kanttekeningen plaatst bij deze rituelen. Onze correspondent Sara-May Leeflang doet verslag vanuit India.

Benares is één van de oudste constant bevolkte steden in de geschiedenis. Het bestaat al ruim 2.800 jaar. Het is één van de zeven heilige steden in India. Veel hindoes komen er om te sterven. Maar ook eren zij er de goden door zich te ‘reinigen’ in het water van de voor hindoes heilige Ganges om zich te ontdoen van hun zonden. Hindoes geloven dat in het water van de Ganges helende krachten schuilen. Dagelijks komen rond de 1.500 pelgrims naar de Ganges om een bad te nemen. Veel jonge Indiërs worstelen daarmee en stellen de milieuvervuiling die met deze eeuwenoude traditie gepaard gaat aan de kaak.

IT’ers Ranjith (26) en Santhosh (28) komen oorspronkelijk uit Kerala en zijn een paar dagen op vakantie in de stad. Het is hun eerste keer en ze zijn onder de indruk van de stad. ‘We baden in de rivier. We geloven dat we onze zonden wegwassen en weer met een schone lei beginnen’, zegt Ranjith. Veel mensen nemen het water van de Ganges mee naar huis, zo ook Ranjith en Santhosh. Santosh: ‘We hebben twee flessen gevuld. Onze familie gebruikt dit water voor rituelen.’

Om zeven uur s avonds is er altijd een ceremonie bij de beroemde traptreden van de Dashashwamedh Ghat (ghat betekent trap in het Hindi). De ceremonie heet Ganga Aarti, dat het aanbidden van de rivier betekent. Het gaat gepaard met veel vuur, dans en gezang. Er zijn 88 ghats, dat zijn trappen die naar de Ganges leiden. De meeste ghats worden gebruikt om te baden en voor ceremoniële doeleinden en een paar worden gebruikt voor crematies. De Manikarnika Ghat is één van de meest bekende ghats waar de lichamen van talloze hindoes al eeuwenlang worden gecremeerd. De aantallen verschillen, maar per dag worden rond de tachtig tot driehonderd mensen gecremeerd. Het is strikt verboden om foto’s te maken, maar veel toeristen die een boottrip maken op de Ganges trekken zich daar weinig van aan. In het donker flitsen overal de camera’s. De ghats hebben allemaal een eigen legende. Zo is de Dashashwamedh Ghat erg bekend, omdat volgens de overlevering Brahma (de schepper) tien paarden offerde om Shiva (de vernietiger) te verwelkomen.

Lee (32), ingenieur in Benares, woont sinds een paar jaar in de stad. Hij wil in Benares gecremeerd worden. ‘We geloven dat je dan meteen naar God gaat. Voor Indiërs is het water van de Ganges het puurste en heiligste dat er bestaat.’ Volgens Lee maakt het niet uit waar het lichaam precies wordt verbrand. ‘Als je as maar in de Ganges in Benares wordt uitgestrooid.’ Ondanks dat men weet dat er veel menselijke resten – er gaan verhalen dat sommige lichamen niet volledig worden gecremeerd en er nog lichaamsdelen rondzwerven – en afval in de rivier zwermen, blijft Lee optimistisch. ‘Als je het water van de Ganges in een fles stopt en na driehonderd jaar drinkt, is het nog steeds van dezelfde kwaliteit, honderd procent puur.’ Lee is niet de enige met deze gedachte. Veel Indiërs zwemmen in de Ganges en drinken het water. Volgens Lee is het water niet vervuild. ‘Als je mensen cremeert blijven er alleen maar natuurlijke stoffen over zoals ijzer en zilver. Er is alleen veel modder, dus het lijkt vervuild.’

De statistieken laten echter andere cijfers zien. De Ganges behoort tot één van de meest vervuilde rivieren ter wereld. De Ganges komt van de westelijke Himalaya’s en mondt ruim 2.500 kilometer verder uit in de Baai van Bengalen. Naast het baden en wassen van mensen, kleren en dieren en natuurlijk de crematies wordt er ook riolering en industrieel afval op grote schaal in de Ganges geloosd. De rivier gaat door bijna dertig steden en 48 dorpen. Het is een belangrijke levensader.

Ashok (25) is werkzaam in de toeristenbranche en is geboren en getogen in Benares. Hij hij heeft kritiek op de eeuwenoude traditie van zijn stad. Zijn familie is hindoe, maar hij gelooft niet in leven na de dood. ‘Er is zoveel vervuiling en ontbossing door de crematies, ik wil daar niet aan bijdragen. Ik wil begraven worden.’ Volgens Ashok hebben degenen die de lichamen cremeren er een monopolie op en zijn ze daar stinkend rijk mee geworden. ‘Ze hebben niet alleen een monopolie op het verbranden, maar ook op het hout, het vuur en ga zo maar door. Ze kijken hoeveel geld je hebt en stemmen dan de prijs af. Families kunnen hier niets tegen doen.’

Sash (26) uit Azamgarh zegt dat zijn generatie sceptisch is over het ritueel. ‘Wij zijn goed opgeleid en denken wetenschappelijk. De meesten geloven niet in de mythe. We weten dat de rivier vervuild is. Ik kan me voorstellen dat als je dichtbij de oorsprong zit en je dan aan het mediteren bent, dat het water dan een speciale betekenis krijgt. Maar het water in Benares is erg ver weg van de bron.’ Toch zijn er veel oudere mensen voor wie het ritueel heel belangrijk is. Deze mensen zijn volgens Sash vaak laagopgeleid en opgeroeid in conservatieve omgevingen.

Leraar Vishak (42) uit Gorakhpur zegt dat Indiërs het geloof praktiseren zonder de achterliggende context mee te nemen. ‘Mensen aanbidden goden, bomen, rivieren en beelden, omdat deze ooit heilig zijn gemaakt. Mensen aanbaden voorheen grote bomen, omdat die een belangrijke rol vervulden in hun leven. Om deze bomen te beschermen werden ze gelinkt aan religie, zodat ze niet gekapt konden worden. Nu bidt iedereen tot de boom zonder te weten waar het eigenlijk over gaat. Ze gebruiken religie voor hun eigen doeleinden.’ Dat is volgens Vishak ook het geval met de Ganges. ‘Mensen zijn vergeten waarom de rivier heilig is. Want als iets heilig is, dan bescherm je het. Maar in plaats daarvan wordt het vervuild.’

Nasrdin Dchar ergert zich aan verkeerde beeldvorming

2
Nasrdin Dchar ergert zich aan de negatieve beeldvorming over Marokkaanse Nederlanders. Met zijn theatervoorstelling Dad wil hij tegenwicht bieden.

Acteur Nasrdin Dchar (Steenbergen, 1978) is onder meer bekend van de televisieseries Shouf shouf! (2006-2009), Deadline (2008-2010) en De jacht (2016-) en de films Rabat (2011), Infiltrant (2014) en Undercover (2015). Hij staat op dit moment in het theater met Dad, een persoonlijke monoloog over zijn vader. Grote thema’s worden afgewisseld met de kleinst mogelijke details. Zijn vader heeft een belangrijke rol binnen het stuk, net als zijn moeder dat had in zijn vorige monoloog, Oumi.

‘De band met mijn vader is een heel bijzondere’, vertelt Dchar aan deze krant. ‘Ik zie mezelf een beetje als een troostkind, al klinkt dat raar. Dat is omdat ik voor hem op een fijn moment ben gekomen, aangezien hij toen door een wat moeilijke tijd ging. Mijn vader maakte me ervan bewust dat je de kansen moet grijpen die je krijgt. Zo hamerde hij bijvoorbeeld ook heel erg op het volgen van een opleiding, omdat hij die mogelijkheid zelf nooit heeft gehad. Hij was een man uit de eerste generatie die hiernaartoe is gekomen om te werken. Hij leerde me om altijd door te gaan en daar pluk ik nog steeds de vruchten van.’

Dchar heeft dus nu zowel een voorstelling over zijn moeder als over zijn vader gemaakt. ‘Dad is wel wat explicieter’, zegt hij. ‘Deze show is iets meer uitgesproken, terwijl mijn vorige stuk een kleiner verhaal vertelde.’ Dchars vader was ‘gastarbeider’. Dad vertelt het verhaal van een familie die een leven heeft moeten opbouwen in een nieuw land. Het is een actueel en herkenbaar verhaal. ‘Ik ben de actualiteit’, zegt Dchar.

De acteur benadrukt dat de problematiek van migratie en integratie hem erg bezig houdt. ‘Ik erger me vaak. Dan heb ik het met name over de verkeerde beeldvorming over bepaalde zaken. Zo kan ik me bijvoorbeeld ergeren als het weer eens gaat over ‘de gewone Nederlander’. Laatst zag ik een foto van een witte Nederlander die een hand geeft aan een vrouw in een boerka. Hoe vaak zie je dit nou daadwerkelijk gebeuren? Het beeld dat dan wordt geschept is gewoon niet de realiteit. Door dit soort voorbeelden ontstaan er vooroordelen. Het grappige is dat ik die stigmatiseringen dan weer probeer om te zetten in iets positiefs. Dat kan perfect in een theaterstuk.’

Ook de politiek houdt Dchar erg bezig. ‘Ik vind dat er op een lelijke manier met de samenleving wordt omgegaan. Negatieve dingen krijgen meer aandacht dan positieve dingen, dat vind ik heel erg’, zegt hij. ‘Het zijn heftige tijden, er ontstaan gevaarlijke groepen. En toch, als ik in een theatervoorstelling sta heb ik ontzettend veel hoop, dan zie je de mensen voor wie ze zijn, mensen die normaal omgaan met elkaar.’

Toen Dchar zes jaar geleden een Gouden Kalf in ontvangt nam gaf hij onder toeziend oog van zijn zichtbaar geëmotioneerde ouders een toespraak waarin hij inging op zijn achtergrond en de invloed van Geert Wilders. Dchar zei dat jonge mensen moeten blijven dromen, liefde boven angst moet staan en iedereen, ondanks afkomst, Nederlander is. ‘Het was de uitgelezen kans om mijn moment te pakken. Ik spreek me graag uit en dat doe ik altijd op een niet-beledigende manier. Toen had ik de kans om iets aan te kaarten en dat deed ik.’

Dchar noemt de Gouden Kalf ‘een geweldige erkenning’. ‘Al heeft het niet eens zo veel effect gehad op het vervolg van mijn carrière. Natuurlijk is het goed voor je nationale bekendheid, maar ik had echt niet de rollen voor het oprapen.’

Op de vraag wat hij nog wil bereiken is hij duidelijk. Hij richt zich vooral op de boodschap die hij zijn publiek, maar misschien ook wel een breder publiek wil meegeven. ‘Ik zou graag willen dat we allemaal nieuwsgierig blijven, dat is zó belangrijk. We moeten open staan voor elkaar en dat ook altijd blijven. Kijk met een goede blik naar de wereld, want die is zo mooi. Dat zal ik mijn zoon en dochter ook zeker meegeven.’

Heb je de Egyptenaar al geprobeerd?

0
Niets mis met de Italiaan of de Griek, maar heb je de Egyptenaar al geprobeerd?

Nederland en Belgiё huizen talrijke restaurants waar je allerlei multiculturele smaken kunt proeven. De Kanttekening bezocht een Australisch, een Maleisisch en een Egyptisch restaurant. ‘Ik hoop dat Egyptisch eten populair wordt in Nederland, ik vecht er zeker voor.

Australisch
De barbecuetijden liggen nog maar net achter ons. Voor mensen die ze nog niet kunnen loslaten, is misschien het Australische restaurant Southern Cross in het Noord-Hollandse Heemstede een optie. Het rooster neemt daar een belangrijke plaats in. ‘Dertien jaar geleden toen wij openden, waren wij een nieuwigheid. Nu zien de mensen in de omgeving ons gewoon als een leuk buurtrestaurant’, zegt kok Peter Edwards. ‘Als mensen bij ons twee exact dezelfde gerechten bestellen, vraag ik hun altijd om eentje te verwisselen met iets anders van het menu, zodat ze die ook kunnen proeven.’ Het is niet de enige eetgelegenheid uit Down Under in Nederland. Zo is in Amsterdam Drovers Dog te vinden met twee filialen. ‘De klantenkring bestaat vooral uit oudere mensen die decennia geleden naar Australiё geёmigreerd waren en nu weer teruggekomen zijn. Maar wij hebben ook jongeren die op het punt staan te gaan backpacken, en hier hun afscheidsfeestje houden’, vertelt Edwards. Waarom bijvoorbeeld Chinese en Italiaanse restaurants populairder zijn, weet hij niet zeker. ‘Wellicht omdat dat gevestigde keukens zijn. Die bestaan al tientallen jaren.’ Behalve gebarbecued wordt er ook geroosterd in de Australische cuisine. Bijvoorbeeld vis, die in de oven gedaan wordt. De producten, zoals vlees, worden ingevlogen en komen per boot. Veel voorkomende ingrediёnten zijn gember en Aziatische groenten. De keuken is een mengelmoes van onder meer Chinese, Griekse en Italiaanse invloeden. Hoewel de originele bewoners de Aboriginals zijn, wordt er pas geregistreerd vanaf de tijd dat de Britten voet op het continent zetten en daar gingen wonen. Daarna volgden de immigranten. Zij hebben hun stempel gedrukt op de Australische eetcultuur.

Maleisisch
Xavier Hoh, de zoon van de eigenaar van het restaurant Kuala Lumpur, kan gerust een ambassadeur voor het Maleisische eten worden genoemd. Het restaurant dat zich in Antwerpen bevindt, heeft als clientѐle diamantairs die er zaken met hun eigen klanten doen, maar evengoed de ‘gewone’ Vlaamse familie. Ook in Nederland zijn er enkele Maleisische eetgelegenheden, zoals de restaurants Wau en Kampong Kita. De gasten komen er voor de keuken die een fusion is van de keukens van verschillende Aziatische landen. ‘Door de Maleisische handelsroutes heeft het veel invloeden gekend’, vertelt Hoh. ‘De centrale ligging van het land in Zuidoost-Aziё heeft het eten van het volk gevormd. De Maleisische cuisine is divers en uniek, het lijkt niet op bijvoorbeeld Thais of Chinees eten. Het heeft wat weg van het Indonesische voedsel, maar ook weer niet helemaal.’ Een typisch gerecht is er niet. Maar de officiёle nationale schotel is Nasi Lemak, gekookte rijst met kokosmelk. Verder zijn kokos en curry sleutel-ingrediёnten. ‘We wokken, stomen, grillen en frituren’, zegt Hoh. De eetgelegenheid importeert bestanddelen als kruiden en slaat ook in bij Aziatische supermarkten.

Egyptisch
Falafel kent iedereen. De gefrituurde gekruide balletjes zal menigeen als Israёlisch brandmerken, maar ‘het is toch echt een typisch Egyptisch gerecht’, beweert Ali Mourad, die eethuis Habibi in Rotterdam leidt. Mourad, die oorspronkelijk uit Egypte komt, verbetert en vertelt verder. ‘De Israёlische versie is vervangen door kikkererwten. Wij gebruiken tuinbonen, wat het gerecht luchtig maakt.’ Het Rotterdamse hotel New York kan daar helemaal mee instemmen. De restaurateur levert voor dit hotelbedrijf. ‘Ik hoop dat Egyptisch eten populair wordt in Nederland, ik vecht er zeker voor’, zegt Mourad. Habibi houdt kookworkshops en wil wellicht sociaal netwerk Facebook op. Hij stelt de enige met een dergelijke zaak te zijn. In Vlaanderen is er een etablissement in Brugge en in een ander wordt de Egyptische kaart gecombineerd met de Italiaanse. Mourad opende zijn deuren zeven jaar geleden. Mensen die met Egyptenaren getrouwd zijn of zelf een Egyptische vader of moeder hebben, frequenteren de zaak. De basisingrediёnten in het land van de farao’s zijn de ui en het knoflook. Mourad krijgt uit Egypte voedingsmiddelen als komijn en tomatensaus aangeleverd. ‘Egyptische bedrijven in Nederland voeren die in.’

‘Discriminatie is als een heroïneverslaving’

0
Nederlandse moslims voelen zich vaker gediscrimineerd dan moslims in bijna alle andere Europese landen, blijkt uit een recent onderzoek. De Kanttekening sprak daarover een anti-discriminatie-expert, een socioloog en een politicus.

Nederland komt er slecht vanaf in het eind vorige maand gepubliceerde onderzoek van het Bureau voor de Grondrechten van de Europese Unie naar de discriminatiebeleving van moslims. Van de landen in Europa met een grote moslimpopulatie voelt alleen de Griekse moslim zich meer gediscrimineerd. Zo zegt ruim dertig procent van de respondenten de afgelopen vijf jaar te maken hebben gehad met discriminatie in ons land. Meer dan zeventig procent gelooft dat discriminatie op grond van geloofsovertuiging, etniciteit en huidskleur wijdverspreid is in Nederland. In vergelijking met andere landen is het vertrouwen van moslims in de politie laag. Ze worden vaker aangehouden en voelen zich het minst verbonden met het land waarin ze wonen.

Cyriel Triesscheijn, directeur van het anti-discriminatie-bureau Radar (Regionale Anti-Discriminatie Actieraad), kijkt niet op van de uitkomsten van het onderzoek. ‘Het komt overeen met conclusies van eerdere onderzoeken. Moslims hebben over het algemeen weinig vertrouwen in de Nederlandse instanties.’ Volgens Triesscheijn is de politieke belangstelling voor moslimdiscriminatie gering in vergelijking met andere vormen van discriminatie. ‘De bestrijding van antisemitisme wordt al sinds de jaren tachtig serieus genomen gezien de geschiedenis van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Racistisch geweld neemt sinds een aantal jaar af en geweld tegen moslims neemt toe. Als je kijkt naar de cijfers is er reden voor bezorgdheid. Moslims hebben het gevoel dat er met twee maten wordt gemeten. Ze vinden dat je tegen moslims van alles kunt roepen zonder dat er wordt opgetreden, terwijl dat bij de belediging van andere minderheidsgroepen wel gebeurt. Denk aan de demonstrant op de Dam in Amsterdam in 2008. Hij droeg een pamflet bij zich met uitspraken van Wilders. De woorden moslim en islam had hij veranderd in jood en jodendom, hij werd prompt gearresteerd voor discriminatie.’

Dan zijn er nog de feiten over discriminatie op de Nederlandse werkvloer. ‘Werkzoekenden met een Arabische of een Turkse naam worden minder vaak uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek en vinden uiteindelijk minder vaak een passende baan’, zegt Lieselotte Blommaert, socioloog aan de Radboud Universiteit Nijmegen. ‘De kans dat het cv van een autochtone sollicitant wordt bekeken is vijftig procent groter, de kans dat een autochtoon wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek is zestig procent groter. Stereotypebeelden die werkgevers hebben van bepaalde groepen sollicitanten spelen bewust en onbewust een rol. Werkgevers nemen snel een beslissing op basis van beperkte informatie, bijvoorbeeld van een cv. Onbewust houden ze bij die beoordeling rekening met wat ze weten of denken te weten over de groep waartoe ze denken dat de sollicitant behoort. Zo’n aanname is bijvoorbeeld het beeld dat autochtone sollicitanten minder goed de taal beheersen. Veel mensen die discrimineren doen dat niet vanuit een sterke antipathie voor een bepaalde groep, ze laten zich leiden door vooroordelen zonder dat ze dit in de gaten hebben.’ De uitkomst blijft: moslims in Nederland voelen zich vaker gediscrimineerd dan moslims uit andere Europese landen. ‘Een andere verklaring daarvoor is de constante stroom van anti-islam-uitspraken van Wilders’, denkt Triesscheijn. ‘De nadruk op de islam in de politiek is hier veel sterker dan in andere Europese landen. Er is geen partij in Europa die de islam zo sterk agendeert als de PVV. Maar ook voormalig VVD-leider Bolkestein waarschuwde al in de jaren negentig in toespraken voor de islam. Afgelopen maand is het extreem-rechtse AfD de derde partij van Duitsland geworden. Het AfD legt de nadruk op immigratie, vluchtelingenstromen en bovengrenzen, het onderwerp islam is pas vrij laat een rol gaan spelen in de verkiezingscampagne van de partij.’

Sandra Doevendans, Statenlid voor de PvdA in Noord-Holland, noemt discriminatie door instituties ‘extra schrijnend’. ‘Gediscrimineerd worden door medeburgers is vervelend, maar discriminatie door instituties komt nog harder aan. Het tast je gevoel van veiligheid aan. Dat geldt voor jongeren die etnisch worden geprofileerd, maar ook voor burgers die te maken hebben met discriminatie binnen het onderwijs en op de arbeidsmarkt.’ Volgens Doevendans moet de ervaren discriminatie van moslims in een breder licht worden bekeken. ‘De Zwarte Piet-discussie wordt op het scherp van de snede gevoerd, zelfs politieke partijen spreken zich erover uit. Er is steeds weer discussie over de Nederlandse identiteit waarbij een ‘wij-zij-situatie’ wordt gecreëerd. Kijk bijvoorbeeld naar de coalitieonderhandelingen waarin is gesproken over het verplicht leren van het Wilhelmus en een bezoek aan het Rijksmuseum.’ Maar volgens Doevendans is ‘de laatste tijd iets gaan kantelen’. ‘Moslimdiscriminatie wordt serieuzer genomen. Zo worden bijeenkomsten georganiseerd over islamofobie, anti-discriminatie-bureaus houden meldingen bij en er is meer bewustwording bij de politie. Aan de andere kant zie je echter dat veel mensen het onderwerp discriminatie een beetje zat zijn. Ik denk dat dat komt omdat het zo gevoelig ligt. Het tast hun zelfbeeld aan. Ze vinden dat ze niet discrimineren en überhaupt dat het wel meevalt met die discriminatie. Discriminatie is als een heroïneverslaving, je kunt het pas bestrijden als je het erkent.’

‘Acta non verba’

0
De Kanttekening spreekt ‘nieuwe’ Nederlanders die op weg zijn naar de top. Deze week: Ghanese Nederlander Jefferson Osei (28).

Wat doe je?
‘Ik studeer sportmarketing, speel voetbal, maak muziek en run het Amsterdamse streetcouture label Daily Paper Clothing, die ik heb opgericht samen met Abderrahmane Trabsini en Hussein Suleiman.’

Waar wil je heen?
‘Op dit moment wordt ons merk verkocht in bijna honderd winkels verdeeld over vijfentwintig landen. Onze ambitie met Daily Paper is om pionier te worden in de nichemarkt waarin wij opereren. We willen ook meer winkels openen in verschillende wereldsteden.’

Heb je een kruiwagen?
‘Dat is mijn passie en affiniteit met mode. Daarin speelt mijn cultuur en achtergrond een belangrijke rol. Dat geldt voor alles wat ik doe in het dagelijks leven. Ik ben te allen tijde mezelf en laat me niet beïnvloeden door wat men van mij vindt. Onze eerste collectie bestond slechts uit vijf t-shirts die we hebben gefinancierd met onze studiefinanciering. Zo hebben wij langzaam verder gewerkt tot aan de huidige collectie. Verder heb ik een hecht collectief van broeders om mij heen die hun dromen najagen in hun eigen creatieve discipline. We helpen, inspireren en motiveren elkaar.’

Zijn er beren op de weg?
‘Ik probeer mijn cultuur en achtergrond op een moderne manier te verwerken in kleding. Dat creëert een sterke merkidentiteit, maar tegelijkertijd zorgt het  ervoor dat veel winkels overal ter wereld Daily Paper niet commercieel genoeg vinden. Het is te niche in hun ogen waardoor het soms moeilijk is grote stappen te maken. Daarnaast zijn mensen nog steeds stomverbaasd als ze horen dat een Somaliër, een Marokkaan en een Ghanees dit alles hebben opgezet. Een groot deel van de Nederlandse bevolking, ook ‘nieuwe’ Nederlanders, heeft een ouderwets beeld van jonge ondernemers. Dat merk ik ook in de industrie waarin wij opereren.’

Heb je tips?
‘Mijn beste tip is om het gewoon te doen. Acta non verba, geen woorden, maar daden. Ik heb geen modeopleiding gedaan, mijn partners ook niet. Mijn passie, discipline en mentaliteit heeft mij gebracht tot waar ik nu ben. En wie weet waar ik over een paar jaar ben.’

Docent schat capaciteit leerling vaak niet goed in

1

Docenten zijn medeverantwoordelijk voor onderwijsongelijkheid, om verschillende redenen, zoals de verwachting van docenten van leerlingen. Sociaal psycholoog Lee Jussim legt het verloop van deze verwachting uit in drie stappen. Ten eerste ontwikkelt de docent een bepaalde verwachting van wat de leerling kan bereiken. Vervolgens handelt de docent daarnaar. Dus als de docent veel verwacht van de leerling, biedt hij of zij de leerling veel aan en andersom. In de laatste stapt maakt de leerling de verwachting waar. Deze cyclus kan zowel positief als negatief uitpakken. Als een leerling hoge verwachtingen bij de docent schept, heeft de leerling daar meestal baat bij, omdat hij of zij dan meer van de docent aangeboden krijgt. Het kan negatief uitpakken als de leerling zijn of haar capaciteit minder laat zien. Dan is het mogelijk dat de docent minder verwacht en daarom minder aanbiedt. Leerlingen uit kwetsbare groepen, bijvoorbeeld met een lagere sociaal-economische status, hebben meer kans om te lijden onder de lagere verwachtingen van de docent. Deze leerlingen hebben een bepaalde achtergrond die in de praktijk wordt gezien als een potentiële achterstand ten opzichte van de andere leerlingen. Realistisch gezien is de achtergrond van de leerling echter niet bepalend voor zijn of haar capaciteiten. Wel kan er enigszins vanuit worden gegaan dat de leerling wellicht andere normen en waarden heeft en over een culturele erfenis beschikt die niet altijd identiek is aan wat er op school wordt verwacht. Het is een feit dat veel onderzoeken bewijzen dat de verwachting van de docent veel invloed heeft op de prestaties van de leerling. Dat roept de vraag op in hoeverre binnen docentenopleidingen wordt gereflecteerd op de verwachting van de docent. Wordt er wel voldoende stilgestaan bij het feit dat je als docent leerlingen hun kansen kunt ontnemen? Ik ken mensen die door docenten veel lager zijn ingeschat dan dat ze aankunnen, waardoor ze een veel langere weg moesten afleggen naar het hoger onderwijs. Sommigen verliezen op die lange weg hun motivatie. Docenten zouden zich daarom heel goed bewust moeten zijn van hun verwachting van leerlingen. Een diamant werd ook ooit gevormd uit een koolstof, zo luidt een Turks gezegde. Docenten zouden ervan uit moeten gaan dat elke leerling een potentiële diamant is.

Eberhard redde een Indiaas gezin

0

Burgemeester Eberhard van der Laan is onlangs begraven. Er zijn al veel verhalen over hem verteld. Over zijn werklust, zijn gevoel voor ons Amsterdammers, zijn liefde voor de stad. Toch wil ik ook mijn verhaal eraan toevoegen. Ook mijn leven heeft Eberhard geraakt of liever gezegd, het leven van Shares uit India.

Ik leerde Eberhard kennen in het stadhuis. Ik was daar een keer met een aantal kinderen, ik weet niet precies meer waarvoor. Wat ik wel vaker doe als ik ‘machtige’ mensen ontmoet, dan vraag ik hun telefoonnummer. Het is erg nuttig om een netwerk te hebben, vooral van mensen die ergens iets in de melk te brokkelen hebben. ‘Mag ik uw nummer hebben?’, vroeg ik aan Eberhard toen ik naast hem stond. ‘Kan jij dat even regelen?’, zei hij tegen zijn medewerker. Aanvankelijk was de assistente nogal terughoudend, ze vroeg aan een ambtenaar die erbij was en die ik toevallig kende ‘kan dat of denk je dat ze er misbruik van zal maken?’

Kort daarna kwam er een leerling in mijn klas die met zijn moeder en zijn twee zusjes vanuit India naar Nederland was gekomen. Zijn vader was achtergebleven in India en zijn moeder was hier opnieuw getrouwd met een Indiase man. Met hem had ze ook nog twee kinderen gekregen. Ze waren hier al een tijdje, toen bleek dat ze de papieren voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning niet goed hadden ingevuld. Drie keer begonnen ze een procedure om ondanks de verkeerd ingevulde papieren toch te mogen blijven, maar tevergeefs. Shares en zijn twee zusjes moesten terug naar India. De twee nieuwe kindjes, de biologische vader en de stiefvader van Shares mochten wel blijven.

‘Dat kan toch niet’, zei een collega van mij. ‘Een familie zo totaal uit elkaar scheuren.’ Ik was het met haar eens, dat kon niet. Dus ik begon te mailen en te bellen, Defence for Children, de Tweede Kamer, ik weet niet wie ik allemaal heb benaderd. Op een gegeven moment had ik contact met een ambtenaar van de gemeente die ging over asielzaken. ‘Nou, mevrouw Coenen’, zei hij, ‘ik kan u zeggen, dit gaat niet lukken, ze hebben hun papieren niet goed ingevuld, er is geen grond om de afwijzing te herzien’.

Maar ik wilde het niet opgeven. Via, via kwam ik terecht bij Sander Terpstra, actief lid van de PvdA. Hij is zelf ruim vijfentwintig jaar geleden gevlucht uit Iran. Hij probeerde te helpen en legde contact met het ministerie, maar ik kreeg op een zeker moment een mailtje van een assistent van Fred Teeven, de toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. ‘U hoeft mij niet meer te mailen, het is echt kansloos.’ Onderaan de mail stond zijn 06-nummer, dus ik bestookte hem iedere week weer met een belletje, een vraagje, een opmerking. Misschien was het uit pure irritatie of wanhoop (‘wanneer houdt dat mens in godsnaam op met bellen’) dat hij op een gegeven moment begon over de discretionaire bevoegdheid van de minister, dat de staatssecretaris in zekere mate de vrijheid heeft om in concrete gevallen naar eigen inzicht te beslissen. ‘Maar als u dat in eigen persoon vraagt, dan zal hij daar zeker geen gebruik van maken’, zei hij. ‘U moet een gezaghebbend iemand weten te vinden.’

Gelukkig had ik nog een telefoonnummer. Ik legde Eberhard de zaak voor. ‘Ik wil het toch nog een keer proberen’, besloot ik. Hij zou erover nadenken. Een paar dagen later belde die ambtenaar van de gemeente die ik eerder al gesproken had. ‘Ik weet niet waarom’, zei hij, ‘maar hij doet het’.

Door toedoen van Eberhard kregen Shares, zijn moeder en twee zusjes een verblijfsvergunning. Een paar jaar later ontmoette ik de burgemeester op de nieuwjaarsreceptie van de gemeente. Hij stelde me voor aan zijn vrouw. ‘Dit is Trudy, Trudy die van heel veel jongeren Amsterdammertjes heeft gemaakt’, zei hij. Heel mooi dat hij dat zo zei, maar ik moest meteen denken aan Shares van wie ik zonder Eberhard nooit een Amsterdammertje had kunnen maken.

De duistere kant van diversiteit

0

Multiculturalisme is uit de mode geraakt. ‘De multiculturele samenleving is mislukt’, konden we politici in Europa niet lang geleden horen roepen. Multiculturalisme wordt geassocieerd met wegkijken, vrijblijvendheid, cultureelrelativisme en verkeerd beleid. Tegenwoordig zal je nog weinig mensen tegenkomen die er een warm gevoel bij krijgen.

Des te opmerkelijker dat het begrip diversiteit niet meer is weg te slaan uit ons dagelijks spraakgebruik. Je zou zeggen dat multiculturalisme toch op zijn minst een variant is van diversiteit. Je zou kunnen veronderstellen dat degene die te hoop lopen tegen multiculturalisme, ook iets tegen diversiteit moeten hebben, maar dat blijkt anders te liggen. Diversiteit is goed en nastrevenswaardig. Diversiteit is de nieuwe mantra van het moderne beleidsjargon, de oplossing voor allerlei maatschappelijk onrecht. Het duikt op in beleidsnotities en organogrammen van zorginstellingen, ministeries en diensten. Vrijwel elke zichzelf respecterende organisatie heeft tegenwoordig een diversiteitsbeleid en een diversiteitsmanager die de ontwikkelingen op het gebied van diversiteit monitort en aanstuurt. Als het niet goed gaat met de organisatie dan zou dat wel eens kunnen liggen aan een gebrek aan diversiteit.

Hoe kan dat? Hoe komt het dat de critici van multicultureel beleid tegelijk diversiteit propageren als een grondkenmerk van een moderne samenleving? Voor een deel zit hem dat in de vaagheid van begrippen, de manier waarop zij gebruikt worden en waarmee ze geassocieerd worden. Neem multiculturalisme. Dat is van oorsprong een plaats en tijd gebonden begrip dat vooral in de negentiende eeuw werd gebruikt om het opkomend nationalisme in Centraal-Europa te begrijpen. Het dook decennia later weer op in de literatuur over naoorlogse arbeidsmigranten in West-Europa. In de politieke filosofie wordt het gedefinieerd als een politiek ideaal dat is gebaseerd op de gelijkwaardigheid van mensen met verschillende culturele achtergronden. Het gaat om rechten en om evenredigheid in de verdeling van welvaart, macht en invloed op het democratische besluitvormingsproces.

In de jaren negentig groeide het idee dat precies deze principes het beleid van de Nederlandse overheid in de jaren tachtig bepaalden. Terugkijkend op die periode beweerden critici dat die multiculturele politiek en de erkenning van culturele verschillen één van de belangrijkste redenen was waarom er nog steeds sprake is van grote maatschappelijke ongelijkheid tussen verschillende bevolkingsgroepen. Hoewel dat een volkomen verkeerde lezing van het Nederlandse beleid in de jaren tachtig is, ligt hier wel de oorsprong van de harde aanval op het ‘multiculturalisme’ die volgde, met als hoogtepunt het essay van Paul Scheffer, Het multiculturele drama uit 2000.

Diversiteit als principe, nastrevenswaardig doel en erkenning dat de samenleving bestaat uit mensen met verschillende kenmerken en verschillende achtergronden is misschien breder dan multiculturalisme, maar het gaat in wezen om hetzelfde idee. De diversiteit beperkt zich niet tot cultuur, etniciteit of religie, maar gaat ook over huidskleur, gender, seksuele geaardheid. Ja eigenlijk alle kenmerken waarop mensen zichzelf willen onderscheiden of door anderen worden onderscheiden.

Maar de weg die het begrip diversiteit in de loop van de tijd heeft afgelegd is anders dan die van multiculturalisme. Natuurlijk ligt het principe ten grondslag aan het terechte streven van bedrijven, instellingen en overheden om hun personeelsbestand een afspiegeling van de samenleving te laten zijn. Neem het diversiteitsbeleid van de politie dat onlangs in het nieuws kwam.

Diversiteit heeft ook een onmiskenbaar duistere kant. Want wie bepaalt welke verschillen relevant zijn? Diversiteit is geen objectief gegeven, maar is gebaseerd op de vraag welke kenmerken als belangrijk worden gezien. Daarover denkt niet iedereen hetzelfde. Welke diversiteit is (on)aanvaardbaar en voor wie? Als CDA-leider Sybrand Buma het heeft over ‘gewone’ mensen dan maakt hij met een beroep op het diversiteitsprincipe onderscheid tussen mensen op basis van kenmerken die hij kennelijk belangrijk vindt. Hoewel velen, onder wie ikzelf, niet bij zijn clubje ‘gewone’ mensen willen horen, sluit Buma diegenen uit die wat hem betreft niet tot de categorie ‘gewone’ mensen behoren. Thierry Baudets waarschuwing tegen ‘homeopathische verdunning’, het ‘gevaar’ dat ‘de’ Nederlandse cultuur zou verdwijnen door teveel migranten, is precies hetzelfde streven. Het idee dat er zoiets bestaat als een ‘zuivere’ cultuur die verdedigd moet worden tegen vermenging, vinden we ook terug bij de extreem-rechtse ‘identitaire’ bewegingen die overal in Europa opkomen. Het Zuid-Afrikaanse apartheidssysteem was ook gebaseerd op een bepaald soort diversiteit. Daar ging het over de mythe van raszuiverheid, volgens aanhangers een cruciaal kenmerk. Ook de nazi-ideologie was gebaseerd op een bepaalde opvatting van diversiteit.

De erkenning van diversiteit kan dus een manier zijn om mensen, hoe verschillend ook, gelijkwaardig bij de samenleving te betrekken. Dat was de manier waarop de betreurde Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan het zag. Helaas wordt het begrip in toenemende mate ook opgeëist door politieke volksmenners die er juist anderen mee willen uitsluiten. Of erger!

Heeft iedereen vertrouwen in de toekomst?

0

In vergelijking met 2012 ging het begin dit jaar tijdens de verkiezingscampagne veel meer over immigratie en integratie. Immigratie was hoog op de agenda geplaatst door de toestroom van vluchtelingen in 2015 en het soms gewelddadige verzet daartegen op verschillende plekken in het land. Daarnaast was er in vergelijking met vier jaar geleden door de vele terroristische aanslagen in Europa de afgelopen jaren meer aandacht voor radicalisering en terrorisme. De linkse partijen hadden verder met D66, ChristenUnie en de nieuwe partijen Denk en Artikel 1 onderwerpen als de aanpak van verschillende vormen van discriminatie, etnisch profileren door de politie en aandacht in het onderwijs voor het koloniaal- en slavernijverleden geagendeerd.

VVD, CDA, D66 en ChristenUnie presenteerden onlangs het regeerakkoord dat als titel Vertrouwen in de toekomst heeft. Welke onderwerpen hebben uiteindelijk het regeerakkoord van Rutte III gehaald?

Immigratie
In het regeerakkoord wordt vooral veel aandacht besteed (ruim 3.000 woorden) aan een stringenter immigratiebeleid, dat duidelijk is ingegeven door de VVD en het CDA. De liberalen hadden bijvoorbeeld in hun verkiezingsprogramma gepleit voor een ‘adequate opvang in de regio, zodat asielaanvragen in Europa overbodig worden voor mensen van buiten Europa’. De voorstellen in het regeerakkoord komen hier dichtbij. Vluchtelingen moeten, als het aan Rutte III ligt, zoveel mogelijk opgevangen worden in gebieden aan de rand van Europa of in Jordanië en Libanon waar ze een asielprocedure moeten doorlopen. Wie buiten deze procedure toch naar Europa reist wordt teruggestuurd.

De ChristenUnie, die eerder nog tegen de Turkije-deal was, is nu akkoord gegaan met vergelijkbare deals met veilige andere landen dichtbij conflictgebieden. Ter compensatie gaat het aantal uitgenodigde vluchtelingen omhoog van 500 naar 750 per jaar, waarbij kwetsbare minderheden voorrang krijgen.

Inburgeren en integratie
Asielzoekers die uiteindelijk in Nederland komen en die een grote kans hebben te blijven worden opgevangen, zoals ChristenUnie en D66 wensten, in een kleine opvanglocatie waar ze direct taalles krijgen en met het inburgeringstraject beginnen. Asielzoekers die minder kansen hebben te blijven, komen in grotere centra. Asielzoekers die moeten vertrekken, maar nog niet uitgezet zijn, kunnen terecht op acht opvangplekken (bed-bad-brood-locaties).

De verantwoordelijkheid voor de inburgering en integratie ligt primair bij de nieuwkomers. Wanneer ze onvoldoende meewerken aan het inburgeringstraject, kunnen ze worden gekort op hun uitkering en maken ze minder kans op een permanente verblijfsvergunning. Vluchtelingen krijgen van het nieuwe kabinet de eerste twee jaar van hun verblijf geen recht meer op zorgtoeslag, huurtoeslag en bijstand. Gemeenten, die meer begeleiding bij de inburgering moeten bieden, keren deze sociale voorzieningen in het vervolg in natura uit.

Een asielvergunning zal voor drie jaar verleend worden en niet langer voor vijf jaar. Daarna kan de vergunning nog met twee jaar worden verlengd, waarna een vergunning voor onbepaalde tijd tot de mogelijkheid behoort. Iemand die de eerste vijf jaar een misdrijf heeft begaan, maakt geen kans op naturalisatie.

Volgende generaties migranten zullen geen dubbele nationaliteit meer kunnen hebben: op een bepaald moment zullen ze moeten kiezen voor één nationaliteit.

Discriminatie
Aan de aanpak van discriminatie worden in het regeerakkoord niet meer dan 200 woorden besteed. Dat is overigens meer dan in het akkoord van het vorige kabinet. Rutte III wil arbeidsdiscriminatie met kracht aanpakken en een actief diversiteits- en anti-discriminatie-beleid voeren. De coalitiepartijen schrijven: ‘Een democratische samenleving kan alleen functioneren als we een grens trekken als vrijheden van de ander worden bedreigd, als iedereen meedoet en discriminatie wordt bestreden. Voor homohaat, antisemitisme, moslimhaat, eerwraak, genitale verminking, kinderhuwelijken, gedwongen huwelijken, haatzaaien en geweld tegen andersdenkenden en tegen minderheden is geen plaats in onze samenleving.’

Radicalisering en terrorisme
Net als het vorige kabinet richt ook Rutte III zich vooral op radicalisering van moslims en is er weinig aandacht voor andere vormen van radicalisering. Het accent ligt daarbij in het regeerakkoord vooral op jihadgangers en minder op het tegengaan van radicalisering binnen de landsgrenzen.

Het nieuwe kabinet wil het verblijf in gebieden waar terreurgroepen de dienst uitmaken, strafbaar maken en terugkerende jihadgangers langer vast kunnen zetten, zodat er meer tijd is om bewijs te verkrijgen.

Daarnaast gaat de strafmaat voor haatzaaien omhoog van maximaal 1 jaar naar 2 jaar en komt er een verbod op radicale organisaties die tot doel hebben om onze democratische rechtsstaat omver te werpen of af te schaffen.

Aan onderwerpen als etnisch profileren en aandacht voor het koloniaal- en slavernijonderwijs wordt in het regeerakkoord geen aandacht besteed.