Terwijl de spanningen en zorgen in Gaza voortdurend toenemen – na de aanval van Hamas op Israël en vóór de invasie van Israël – ligt de internationale focus op twee topprioriteiten voor beide partijen in het uiterst bloedige conflict: het redden van burgerlevens en het bereiken van een staakt-het-vuren.
Voor beide doelstellingen zijn de ogen gericht op drie regionale actoren – Egypte, Turkije en Qatar. Veel internationale leiders, waaronder de Amerikaanse president Biden, lijken zich steeds meer zorgen te maken over de onvoorspelbare gevolgen van een massale Israëlische operatie om Gaza geheel of gedeeltelijk over te nemen.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan, die bekend staat als een ‘vriend’ van Hamas, slaat nu een toon aan die we niet van hem gewend zijn. Hij herhaalde onlangs wat hij in juli vorig jaar over het onderwerp had gezegd: ‘Het vestigen van een onafhankelijke Palestijnse staat met Oost-Jeruzalem als hoofdstad binnen de grenzen van 1967, gebaseerd op de maatstaven van de Verenigde Naties, is essentieel voor de vrede en stabiliteit van onze hele regio.’
Erdogan richt zijn felle retoriek op de Verenigde Staten, wier recente militaire manoeuvres voor de kust van Israël hij scherp bekritiseerde. ‘Wat hebben jullie daar te zoeken?’ Ondertussen geeft Ankara voortdurend signalen af dat het bereid is te bemiddelen voor de vrijlating van gijzelaars die Hamas in Gaza vasthoudt en voor een eventueel staakt-het-vuren.
Onlangs voegde Annalena Baerbock, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, zich bij degenen die hopen dat Turkije of Egypte bemiddelt. In Turkije staan dergelijke oproepen ook op de agenda, inclusief van vertegenwoordigers van de kleine en angstige Joodse gemeenschap in Istanbul.
Maar is Erdogans Turkije acceptabel als bemiddelaar? Er zijn twee grote bezwaren. Ten eerste de relaties met Hamas, die door Israël, Frankrijk en de Verenigde Staten als ‘veel te innig’ worden beschouwd. Ten tweede de Turkse aanvallen op de door Koerden gedomineerde Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) in Noord-Syrië, die door het Westen gesteund worden vanwege de oorlog tegen IS.
Ankara verleende het Turkse staatsburgerschap aan minstens twaalf hooggeplaatste Hamasleiders
Turkije is een van de weinige landen die Hamas geen terroristische organisatie noemt. Integendeel, Turkije heeft de banden met Hamas juist geïntensiveerd. In 2012 opende Hamas kantoren in Istanbul als onderdeel van een reeks strategische stappen. Dit wekte verder argwaan in Israël, waarmee de betrekkingen al ernstig waren verslechterd vanwege een Israëlische aanval in 2010 op een scheepskonvooi dat onderweg was naar Gaza.
In 2021 beweerde het Jerusalem Center for Public Affairs in een rapport dat het Istanbulse hoofdkantoor van Hamas niet alleen honderden terreuraanvallen tegen Israëli’s heeft gecoördineerd, maar ook miljoenen dollars heeft witgewassen.
Ook verleende Ankara het Turkse staatsburgerschap aan minstens twaalf hooggeplaatste Hamas-figuren en was de Turkse regering van plan dit ook aan andere leden te verlenen, zo meldde de Britse krant the Telegraph.
‘Erdogan onderhoudt warme banden met topfunctionarissen van Hamas, waaronder Ismail Haniyeh en Saleh al Arouri, twee van de vermoedelijke breinen achter de recente aanslagen’, schreef Sinan Ciddi, een vooraanstaande Turkije-expert verbonden aan een Amerikaanse denktank. En in 2015 was Khaled Mashal, medeoprichter en oud-voorzitter van Hamas, eregast en spreker op een bijeenkomst van Erdogans AK-partij in Konya.
In Israël en ook in het Amerikaanse Congres gaan nu stemmen op Erdogan om tekst en uitleg te vragen over zijn betrekkingen met Hamas. Ze eisen dat hij de kantoren van Hamas sluit en de Turkse paspoorten van Hamas-leiders intrekt. Het is de vraag of Erdogan hiertoe bereid is, en zo niet, hoe Ankara dan wel als bemiddelaar kan worden geaccepteerd.
Een tweede hindernis zijn de betrekkingen van Turkije met de Koerden, die net als de Palestijnen ook geen eigen staat hebben. Erdogan beschouwt Hamas niet als een terreurorganisatie, maar de gewapende tak van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) wel, vanwege hun banden met de Koerdische Arbeiderspartij PKK. Erdogan beschuldigt Zweden van het herbergen van terroristen en blokkeert daarom het NAVO-lidmaatschap van dit Scandinavische land, tot grote irritatie van de VS.
De situatie verslechterde verder toen Turkije, naar aanleiding van een recente terreuraanslag in Ankara, de aanvallen op SDF-gebieden in Noord-Syrië intensiveerde, met burgerdoden en schade aan infrastructuur tot gevolg. Een Turkse drone-aanval in de buurt van een Amerikaanse basis leidde tot een reactie van de VS. Biden besloot – met een ongebruikelijk presidentieel decreet – de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in het gebied te verlengen. Kennelijk beschouwt de Amerikaanse regering de voortdurende Turkse acties als een strategische zet om de SDF volledig uit Syrië te verdrijven. Beleid dat de zegen krijgt van Rusland en Iran.
Dit verklaart ook waarom de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken Turkije oversloeg toen hij een reeks landen in het Midden-Oosten bezocht. De betrekkingen tussen de VS en Turkije liggen nu op een historisch dieptepunt. Gezien deze giftige situatie is het aannemelijk dat Biden niet akkoord gaat met Erdogan als bemiddelaar in het Gaza-moeras. De verwachting is dat Egypte deze rol op zich gaat nemen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!