Vandaag mogen we weer allemaal meedoen aan ‘het feest van de democratie’. Al sinds ik stemgerechtigd ben (2003), vind ik de gang naar de stembus een buitengewoon fascinerende gebeurtenis. Ik volg debatten, kijk hoe partijen denken over dingen die mijn aandacht hebben – samenvattend: ‘allochtonenzaken’ – en spoor iedereen in mijn omgeving aan om te stemmen.
Gezien mijn sociale omgeving – althans, wat daarvan overgebleven is – is dat geen onbelangrijk advies. Al jaren wordt onderzoek gedaan naar de opkomst van mensen met een migratieachtergrond tijdens de verkiezingen. Daarbij valt op dat die stukken lager ligt dan bij mensen zonder migratieachtergrond: 58 procent van Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond gaat stemmen, tegenover 83 procent bij Nederlanders zonder migratieachtergrond.
Dit is dubbel zo zuur, omdat we leven in een consequent rechtsconservatief land. Ik heb even gekeken naar de verzamelde zetelaantallen van GroenLinks, SP, PvdA, D66, PvdD en later ook Denk in de Tweede Kamer sinds 2003. Al bijna twintig jaar is dat niet meer dan 71 zetels (2012) geweest. En als we de peilingen mogen geloven worden dat er dit jaar, in het meest optimistische geval, niet meer dan 66.
Elke stem telt, maar elke stem van een biculturele Nederlander telt voor twee. Ook hier blijkt namelijk dat mensen van kleur extra hard moeten werken om tenminste dezelfde opkomstpercentages te halen. En dan moet bovendien nog maar blijken of die stemmen naar BIJ1, Nida of Denk, of überhaupt naar links gaan.
Er zijn immers genoeg rechtse allochtonen die doen alsof hun neus bloedt bij alle racistische beleid van de afgelopen jaren. Die vrijheid hebben ze uiteraard. De Azmani’s, Yesilgöz’en en Ellians van deze wereld.
Maar die vrijheid komt met een prijs. Hun tokenistische representatie bij rechtse én linkse partijen beknot de vrijheid van duizenden mensen van kleur. Mensen die dagelijks worden gediscrimineerd op school, op de werkvloer, in huisvesting, in de media en zelfs op de begraafplaats waar, las ik op de Kanttekening, islamitische Amsterdammers eeuwige grafrust wordt ontzegd.
Hoe vaak is het wel niet uit de mond van Rutte, of van een andere witte gezagsdrager, gerold: ‘In Nederland kan je van alles bereiken, je kan zelfs burgemeester van Rotterdam of Kamervoorzitter worden. Als je maar je best doet en hard werkt.’ Om vervolgens de Belastingdienst los te laten op duizenden hardwerkende allochtonen in een jacht op hun zuurverdiende geld, waarmee uiteindelijk ook beslag is gelegd op een waardige toekomst, voor hun én die van hun kinderen, in Nederland. Het land waar ze ondubbelzinnig altijd hun loyaliteit aan moeten betonen op commando van Wilders, Baudet en nog meer koloniale wensdenkers in de Tweede Kamer.
Ik heb twee woorden voor deze politiek van witte knechting: fok racisme! Wij Turken en Marokkanen waren al hier toen zij nog niet geboren waren.
Het is tijd dat de ongemakkelijkheid van kant wisselt
Ik hoop op verandering, op politici die daadwerkelijk de problemen van Ahmet met de pet ietsje kunnen verlichten. En daarbij is ondubbelzinnige, onvoorwaardelijke antiracistische én zwarte representatie van groot belang. Nog meer dan ooit.
Genoeg is genoeg. Stem BIJ1 de Kamer in. In zo groot mogelijke aantallen. Dit allemaal zodat de ongemakkelijkheid van een witte kamer ietsje makkelijker wordt gemaakt voor antiracistische allochtonen.
Het is tijd dat de ongemakkelijkheid van kant wisselt. Stem op gelijkheid. Stem zwart.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!