6.1 C
Amsterdam

‘U moet weten dat onze school er voor iedereen is’

Lody van de Kamp
Lody van de Kamp
Rabbijn en publicist.

Lees meer

Onverdeeld naar de Openbare School. In iedere klas van de Enschedese Montessorischool waar ik als kind naar toe ging, hing de poster met deze kreet voor het raam. En onze klas was ‘onverdeeld’.  Als Joods knulletje vond ik daar mijn plekje. Naast mij zat de dochter van de dominee van de kerk om de hoek. De vaders van twee van mijn vriendjes in de klas waren lid van de toenmalige Communistische Partij Nederland (CPN). Maar voor iedereen was er ruimte. Op woensdagochtend kwam dominee naar school voor het wekelijkse catechisatie-uurtje. Wij als Joodse leerlingen gingen dan met een werkje dat de juf ons op had gegeven voor dat ene uurtje naar het naastgelegen lokaal. Zo gauw de dominee klaar was kwam hij ons ophalen om ons terug te brengen naar de eigen klas. We kregen altijd een handje van de goede man.

Natuurlijk vierde de school het kerstfeest met een prachtig kerstspel, dat weken van tevoren door de kinderen werd ingestudeerd. Ook ik zat bij de repetities altijd braaf in de zaal en zong de kerstliedjes luidkeels mee. Op de dag van het kerstfeest zelf? Dan kregen wij, net als onze ‘communistische’ vriendjes vrij. Kerst was immers niet voor ons. Meneer Postma, het hoofd van de school, gaf wel elk jaar de eer aan de Joodse kinderen om de kerstboom te versieren. Dan hadden die toch ook een beetje feest. Zo openbaar was onze school.

Op het voortgezet onderwijs dat toen nog de hbs heette, was het niet anders. In de jaren zestig was er ook nog school op de zaterdagochtend. Alleen wij, de Joodse kinderen, hadden dan vrij. Tijdens die schooluren zaten wij immers in de synagoge. Om te voorkomen dat wij toch niet te veel lessen misten, paste de directeur het lesrooster van de klas met Joodse leerlingen wel altijd aan. Ik herinner mij nog steeds het lesrooster van de zaterdag tijdens mijn laatste jaar op school. Eén uur biologie, één uur Frans. Verder was het één uur gym, één uur tekenen en één uur vrij. Zo hoefden wij op de zondag bij een van onze klasgenoten alleen maar de leerstof voor de vakken biologie en Frans in te halen. Zo openbaar dacht onze directeur, die zelf overigens van christelijke huize kwam.

‘Wat is nou belangrijker? Jouw geloof of jouw toekomst?’

Mijn leraar Nederlands vond het maar niks dat Lody tijdens al die Joodse feestdagen in de herfstperiode, nota bene aan het begin van het schooljaar, iedere keer weer een of twee dagen niet op school zat. De ene week vierde hij het Joods Nieuwjaar, de andere week was het Grote Verzoendag. ‘Lody, je moet maar eens goed nadenken. Wat is nou belangrijker? Jouw geloof of jouw toekomst?’ Op de een of andere manier kwam dit gesprek de directeur ter ore.

Een paar dagen later moest ik op de kamer van de directeur komen. Tot mijn verbazing zat mijn vader daar ook. Blijkbaar was hij zo uit de fabriek op zijn fiets gestapt en naar mijn school gereden. En die docent Nederlands zat er. De directeur keek een beetje streng naar die leraar. ‘Nou, collega, zeg het maar.’ Deze begon wat schuchter. ‘Lody, het spijt me. Ik wil mijn excuses aanbieden. Aan jou en aan jouw vader. Van dat geloof en van die toekomst had ik niet tegen jou mogen zeggen’. De man gaf mij een hand en wij waren weer dikke vrienden. De directeur knikte goedkeurend in de richting van mijn vader. ‘U moet weten dat onze school er voor iedereen is.’

Die gebeurtenis staat mij, ook na meer dan zestig jaar, haarscherp voor de geest. Voor mij is dit tot en met vandaag ‘Onverdeeld naar de Openbare School’. Al het andere is geen neutraal onderwijs. Het is uitsluitend onderwijs.

De schoolstrijd over openbaar of bijzonder onderwijs werd in 1917 landelijk al min of meer beslecht. Vanaf dat moment moest er ruimte zijn voor allebei. Nu, honderd jaar later, lijkt het erop dat deze strijd, voornamelijk over de hoofden van de scholieren met die voor Nederland ‘nieuwe’ religieuze achtergrond, opnieuw wordt uitgevochten. Maar we hoeven niet te somberen. Onze minister-president zal ooit wel eens zijn excuses gaan aanbieden voor dit gebrek aan respect voor religie. Net als mijn leraar Nederlands destijds op de hbs. Toen openbaar onderwijs gewoon nog openbaar was. Voor iedereen.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -