Het is een klasje met vijf leerlingen. Ze zijn veertien jaar oud. Vijf kinderen die het moeilijk hebben en daarom op deze speciale school zitten. Ik mag hen vertellen over die Tweede Wereldoorlog, over Anne Frank, over het Holocaust-verhaal van mijn eigen familie. Het gaat over Jodenhaat en vervolging. Ze luisteren aandachtig.
Midden in mijn verhaal spuwt het knulletje dat recht tegenover mij zit volkomen onverwacht zijn gal. ‘Ik haat homo’s!’ Niet zonder verbazing kijk ik hem aan. We hebben het over Joden. Hoe zou hij hier zo bij komen? ‘Julius, jij haat? Jij haat mensen?’ Julius herhaalt wat hij zojuist uitriep. Opnieuw klinkt er walging in zijn stem. ‘Ik haat homo’s!’. Mijn verhaal gaat niet verder over die oorlog. We hebben het nu over ‘haten’. ‘Haten betekent dat die ander er niet mag zijn.’ Er worden wat voorbeelden gegeven van mensen die er niet zouden mogen zijn omdat ze gehaat worden. Julius kijkt nu verdrietig voor zich uit. Ongetwijfeld gaat het in zijn jonge hoofd over hoe hijzelf hier in Nederland terecht is gekomen. Hoe hij met zijn familie van huis en haard is verdreven, omdat zij zelf ‘gehaat’ werden.
Ik ga verder met waar we gebleven waren in mijn verhaal. Hij blijft mij verdrietig aankijken. De bel klinkt. Julius blijft zitten. Met tranen in zijn mooie zwarte ogen kijkt hij mij verlegen aan. Met schorre stem klinkt het uit zijn mond. ‘Ik haat geen homo’s. Ik haat niemand. Iedereen mag er zijn. Nee, echt niet. Ik haat geen homo’s.’
Woorden brengen vaak de oplossing.
De kerk en de synagoge stonden de afgelopen dagen in ons land even lijnrecht tegenover elkaar. Een reis vanuit de christelijke gemeenschap naar Israël en Palestina riep bij de bezoekers een associatie tussen de Holocaust en het lot van de Palestijnen op. Een associatie die binnen de Joodse gemeenschap veel beroering veroorzaakte. Er vielen harde woorden. Harde woorden die de kerk en de synagoge niet nader tot elkaar brachten. Behalve dan, dat beiden inzagen dat we met deze woorden de vrede in het Midden-Oosten geen stap dichterbij gaan brengen.
Is zijn beleving van ‘free Palestine’ dezelfde als de mijne?
Natuurlijk ben ik voor de leerlingen op scholen vaak een ‘bezienswaardigheid’. Een jood, met keppeltje, baard, keurig in pak. Voor die knullen en die meiden ergens in het midden van ons land geen alledaags gezicht. ‘Free Palestine! Free Palestine!’ klinkt het uit de mond van een groepje van hen in de aula. ‘Free Palestine!’ Wat zullen we doen? Zullen we de jongens aanspreken? Mijn Marokkaans-Nederlandse collega en ik besluiten door te lopen.
We komen de klas in waar wij onze gastles gaan geven. Ook hier gaat mijn deel over die oorlog, over die Holocaust, over mijn familieverhaal. Nog voor ik mijn mond heb opengedaan klinkt het opnieuw, recht voor mij: ‘Free Palestine!’ Ik stap op de jongen op de tweede rij af, steek mijn hand uit. Ook hij steekt, wat schuchter, mij zijn hand toe. ‘Ja, free Palestine! Maar dat kan ik niet alleen, dat kun jij niet alleen. Dat moeten we samen doen!’ Onthutst kijkt hij mij aan. Hij grijpt mijn hand en knikt. Is zijn beleving van ‘free Palestine!’ dezelfde als de mijne? Is de oplossing die hij in zijn hoofd heeft dezelfde als die ik voorsta? Dat doet er nu even niet toe. Hij luistert aandachtig naar mijn verhaal. Na afloop van de les schudt hij opnieuw mijn hand. ‘Bedankt meneer.’
Woorden brengen vaak een oplossing.
Het waren pijnlijke dagen voor de christelijk-joodse verhoudingen in ons land, met de vrede van het Midden-Oosten als splijtzwam tussen ons in. Tussen de harde woorden is er inmiddels weer ruimte gekomen voor ook wijzere woorden. Woorden die ons niet tegenover elkaar plaatsen maar ons samen kunnen laten optrekken in dat verlangen naar vrede. Juist daar waar het zo hard nodig is. Tot zegen voor al diegenen die het daar in het Midden-Oosten nu zo moeilijk hebben. Het zijn woorden die ons nu weer dichter tot elkaar brengen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!