Bij het ministerie van Buitenlandse Zaken kwam onlangs institutioneel racisme aan het licht. Een intern rapport laat zien dat medewerkers het ‘n-woord’ gebruikten en over mensen met een niet-westerse afkomst spraken als ‘apen’ en ‘bokito’s’. De Tweede Kamer reageerde geschokt op de onthulling. We vroegen ons panel: waarom duurt racisme bij de overheid voort, ondanks het feit dat dit onderwerp al jaren hoog op de agenda staat? En hoe kunnen we dit probleem voorkomen?
Leontine Vreeke (46), salesmanager, wijkraadslid Katendrecht-Wilhelminapier Rotterdam (D66), zangeres
‘Over wat gebeurde op het ministerie van Buitenlandse Zaken ben ik niet verbaasd. In een ver verleden wilde ik graag voor een Nederlandse ambassade werken, maar tijdens de voorlichting werd mij al duidelijk dat ik niet in het diplomatenklasje zou komen. Het was een grote, witte bedoening en absoluut niet mijn wereld. En dat liet men mij ook merken.
‘Racisme kent vele gezichten. Als zwarte vrouw had ik op de werkvloer wel eens te maken met microagressies. Mensen zeiden dat ik zo goed Nederlands sprak, of meenden dat ik vast heel goed kon dansen, koken of gospel zingen. Een paar jaar geleden werkte ik voor een multinational. Toen er een Sinterklaasfeest werd aangekondigd, vroeg ik of er ook Zwarte Pieten kwamen. Mijn collega’s vonden dat maar een rare vraag en vervelend dat ik dat aankaartte.
‘Niet één cursusje doen: zo’n proces duurt langer’
‘Er moet daarom een enorme cultuuromslag gemaakt worden bij de overheid. Organisaties moeten de intrinsieke wil hebben om te veranderen. Daarnaast moeten ze aan de slag gaan met hun mensen om discriminatie aan te pakken. Niet één cursusje doen: zo’n proces duurt langer. Belangrijk is dat onbewuste vooroordelen worden aangepakt en dat het aannamebeleid wordt veranderd. Mensen kiezen onbewust toch voor kandidaten die op hen lijken. Dat moet veranderen.
‘Ook moet er meer sensitiviteit komen voor andere culturen. Nu worden mensen met een niet-westerse achtergrond vaak minder geaccepteerd. Als een expat opeens Duits gaat praten, vinden we dat normaal. Maar als een Turkse Nederlander Turks spreekt op de werkvloer, wordt dat niet geaccepteerd.’
Anushka Soekhradj (29), sociaal werker
‘Zelf heb ik nooit bewust last gehad van racisme, misschien ook omdat ik lang naïef geweest ben en eventuele discriminerende opmerkingen negeerde. Ik werkte lange tijd voor witte instanties, als enige vrouw van kleur. Nu werk ik echter voor een bedrijf waar heel veel mensen van kleur werken en daar voel ik mij als een vis in het water. Er wordt niet achter mijn rug over mij geroddeld. Bij witte organisaties gebeurt dat wel, denk ik.
‘Het racisme bij het ministerie van Buitenlandse Zaken vind ik choquerend. Het is verontrustend dat er een cultuur is ontstaan waar mensen zich vrij voelen om zich zo grof over mensen van kleur uit te drukken. Ik denk dat dit lang door heeft kunnen etteren omdat mensen sociale wezens zijn. Je wil graag ergens bij horen. Dan spreek je je niet gauw uit tegen misstanden op de werkvloer, zoals racisme. Want dan ben je een spelbederver.
‘De overheid ontbeert nu compassie’
‘Aan de andere kant staat wat gebeurde bij Buitenlandse Zaken niet op zichzelf. In sommige WhatsApp-groepen van de politie waren witte agenten ook zeer grof over mensen van kleur en bij de Belastingdienst werden mensen met een kleurtje extra gecontroleerd op fraude.
‘We hebben meer compassie nodig. Maar dat ontbreekt nu bij de overheid. Moet je nagaan wat voor effect het heeft nu Nederland tegelijkertijd excuses aanbiedt voor het slavernijverleden. Ik snap dat veel Surinamers nu denken: ‘Steek die excuses maar in je reet.’’
Mostafa Hilali (48), militair, actief in het maatschappelijk middenveld
‘Het is dieptriest. Ik kan er geen andere woorden voor bedenken. Weer een rapport en bericht over racisme en discriminatie in Nederland. Er schuilt menselijk leed achter deze statistieken en cijfers.
‘Dit laat zien dat Buitenlandse Zaken, met al zijn hoogopgeleide werknemers, ook een afspiegeling is van de Nederlandse maatschappij. Dat bevestigt dat sommige Nederlanders zich schuldig maken aan racisme – ook hoogopgeleide mensen die juist met zoveel verschillende culturen in aanraking komen.
‘De overheid moet burgers beschermen – niet andersom’
‘Daarnaast is het ontzettend pijnlijk dat zoveel medewerkers van het ministerie hier het slachtoffer van zijn, omdat ze juist wel naar eer en geweten werken. Zij moeten nu op verjaardagen uitleggen dat ze geen racisten zijn, vanwege een kleine groep die de boel heeft verziekt. In die zin denk ik dat de minister van Buitenlandse Zaken het bij het juiste eind heeft: het gaat om een kleine groep. Desalniettemin heeft hun gedrag mega impact.
‘Zelfs één racistisch incident is er één te veel. Buitenlandse Zaken herkent en erkent dat en dat is goed. Nu is de fase van verkenning uitgebroken. Hoe gaat het ministerie in die verkenning verandering teweegbrengen? Wat gaan ze doen? De overheid moet proactief zijn. Zij heeft een beschermende taak tegenover al haar burgers. En niet andersom.’
Ibrahim Özgül (38), finance- en project professional
‘Vroeger had ik meer hoop en dacht dat racisme met de tijd minder zou worden, maar het lijkt met de dag erger te worden. Ik geef de hoop niet op, maar er is veel werk aan de winkel.
‘Onder het mom van ‘grapjes’ worden minderheden systematisch gekleineerd. De overheid heeft de afgelopen jaren – onbewust – laten zien dat ze er niet aan werkt, maar het probleem groter maakt. Vroeger had ik het gevoel dat racisme vooral bij burgers plaatsvindt, maar nu blijkt dat de overheid er even hard aan meewerkt. Als je er wat van zegt, krijg je als reactie dat de ‘witte man’ tegenwoordig niks meer zeggen.
‘Hoe hoger op de ladder, hoe racistischer het wordt’
‘Allochtonen hebben jarenlang gezwegen over racisme, ook omdat witte mannen nog steeds een onevenredige machtspositie hebben binnen overheidsinstanties. Bovendien: hoe hoger je komt op de maatschappelijke ladder, hoe racistischer het wordt. Elitaire kringen zijn in hun racisme vaak rancuneuzer dan laagopgeleide witte Nederlanders. Die laatsten komen tenminste nog in achterstandswijken allochtonen tegen.
‘Dit wordt dan ook wel de integratieparadox genoemd. Jonge allochtonen die hogerop klimmen, botsen tegen een witte muur van Nederlanders die nooit met allochtonen zijn opgegroeid. Niet waar ze zijn geboren en ook niet op werk. Deze witte Nederlanders zien hen als een bedreiging en kiezen voor discriminatie – de weg van de minste weerstand – in plaats van zichzelf aan te passen aan de multiculturele samenleving.
‘Toch denk ik: de beste manier om te reageren op een belediging is om beter te presteren. Dat gaan we ook doen.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!