10.2 C
Amsterdam

Zestig jaar Turkse migratie

Mehmet Cerit
Mehmet Cerit
Hoofdredacteur.

Lees meer

De formatiebesprekingen tussen VVD, BBB, PVV en NSC zijn voorlopig gestopt. Het is wachten op de volgende militaire actie van Israël, een verwoestend grondoffensief in Rafah. De Russische oppositieleider Navalny is in gevangenschap overleden. Deze en andere sombere berichten domineren het nieuws. Maar ik wil deze maand een ander actueel thema belichten, een onderwerp dat leidde tot de val van het kabinet afgelopen zomer en waar de verkiezingen van 22 november om draaide: migratie.

Dit jaar is het precies zestig jaar geleden dat de eerste Turkse gastarbeiders naar Nederland kwamen. Op 19 augustus 1964 sloten Nederland en Turkije een verdrag, waardoor het mogelijk werd voor Nederlandse bedrijven om in Turkije personeel te werven. Het heeft de levensloop van vele duizenden Turkse jonge mannen bepaald – en generaties Turken na hen. In plaats van in de Turkse samenleving, belandden ze in het koude Nederland.

Ook mijn vader kwam zo naar Nederland. Je hoefde alleen maar gezond en sterk te zijn, vertelde hij ons vroeger. Hij werd in zijn blootje gekeurd door Nederlandse artsen die hem goed bevonden. In Hengelo ging hij aan de slag bij metaalfabriek Holec. Daar werkte hij dag en nacht. Taalcursussen waren er niet, maar dankzij zijn extraverte en sociale karakter kreeg hij binnen een jaar de Nederlandse taal onder de knie en begon hij te tolken voor anderen.

Je hoefde alleen maar gezond en sterk te zijn

Het was wel een Turkse mannenwereld. Hij woonde samen met tientallen anderen in een pension. Zijn leven bestond toen alleen maar uit werken, eten, drinken en slapen, iedere dag opnieuw. Zijn plan was om een tijdje te werken, totdat hij genoeg geld had om een tractor te kopen om daarmee het lapje Turkse familiegrond te bewerken.

Maar toen kwam mijn moeder ook naar Hengelo, samen met de kinderen. Zij ging aan de slag in een kippenslachterij. Doordeweeks logeerde ik als kleuter bij een Nederlandse familie. Mijn ouders haalden mij ieder weekend op.

De spoedige terugkeer naar Turkije bleek een mythe. Ons gezin begon te wennen aan de kou hier. Nederland voelde mettertijd als thuis. Mijn ouders woonden hier bijna vijftig jaar. Mijn vader kwam als jonge, sterke man naar Nederland, oud en ziek keerde hij terug naar Turkije.

Het verhaal van mijn ouders is ook de geschiedenis van duizenden andere Nederlanders met een migratieachtergrond. Velen bleven, lieten hun vrouw en kinderen overkomen, of stichtten hier een gezin. Dit is ook het verhaal van de arbeidsmigranten die in de kassen van het Westland werken. De meesten gaan terug naar de landen waar ze vandaan komen, zoals Polen en Roemenië, maar anderen blijven.

Ons land is al lang afhankelijk van migranten. Willen we onze rijkdom en welvaart behouden, dan hebben we migratie nodig. Misschien kunnen we Den Haag van ons belang voor de economie en samenleving overtuigen door een maand lang collectief te staken. Zonder biculturele Nederlanders blijven de vakken van supermarkten leeg, worden postpakketten niet bezorgd, stagneert de bouw. En is er een tekort aan artsen, onderwijzers, ambtenaren, IT’ers, bestuurders enzovoort. In 2023 startten 23 duizend niet-Nederlanders bovendien een bedrijf, aldus cijfers van het CBS.

Technologiebedrijf ASML maakte het nog eens duidelijk. Als het nieuwe kabinet met plannen komt om de arbeidsmigratie te beperken, vertrekt de chipmachinemaker naar het buitenland. De fabriek draait op hoogopgeleid personeel, dat in Nederland moeilijk te vinden is. Ook de Adviesraad Migratie zegt dat er jaarlijks 50 duizend arbeidsmigranten nodig zijn om huidige welvaart te behouden.

Het is goed om stil te staan bij de zegeningen van de migratie. Den Haag spreekt neerbuigend over migranten, helemaal na 22 november, maar dat is niet terecht. Natuurlijk, er zijn ook problemen. Maar alles in het leven heeft positieve en negatieve kanten. Ook migratie.

De progressie die de Nederlands-Turkse gemeenschap heeft gemaakt, sinds Ali Cerit – mijn vader – in 1964 in Hengelo aankwam, is groot. Twee procent van het bruto nationaal product in Nederland wordt verdiend door Turkse ondernemers. Zij creëren samen meer dan 50 duizend banen. 46 procent van Turks-Nederlandse volwassenen heeft een eigen huis. In 2020 had 26 procent van de Turkse Nederlanders ouder dan 15 jaar een hbo- of wo-niveau, zo blijkt uit cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau. In de jaren dat Nederland multicultureler werd, is de economie hard gegroeid. Dat is ook de schuld van migranten.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -