Deze week werd de wereld opgeschrikt door een extreemrechtse terreurdaad in het Duitse Halle, die twee slachtoffers eiste. Hoe bang moeten we in Nederland zijn voor aanslagen vanuit deze kant? We vroegen het aan mensen op straat en aan deskundigen.
Woensdag probeerde de 27-jarige Duitser Stephan Billiet tevergeefs de synagoge van Halle binnen te komen, waarna hij langs een joodse begraafplaats en een dönerzaak ging om slachtoffers te maken. Zijn doel: zoveel mogelijk ‘anti-witten’ doden, waarvoor hij in eerste instantie een moskee had uitgekozen. Dit valt te lezen in zijn manifest, dat hij voor zijn daad op extreemrechtse fora zette.
Door dit manifest en omdat hij zijn daad live filmde op het videoplatform Twitch, lijkt Billiets werkwijze geïnspireerd te zijn door die van Brenton Tarrant. Die pleegde in maart twee aanslagen op moskeeën in het Nieuw-Zeelandse Christchurch, waarbij 51 mensen om het leven kwamen. Ook Tarrant filmde zijn aanslag en schreef een manifest. Hierin verdedigt hij onder andere het vermoorden van kinderen van moslimmigranten: zij vormen volgens hem een ‘slangennest’ dat vernietigd moet worden.
Tarrant inspireerde er meer: Patrick Wood Crusius, die in het Amerikaanse El Paso 22 mensen doodschoot, en de Noor Philip Manshaus, die moskeegangers probeerde te vermoorden maar gelukkig tijdig werd overmeesterd. Extreemrechts geweld lijkt een steeds groter probleem te worden. Maar leeft het wel in Nederland?
De mensen in de straat
We peilden de stemming in een Rotterdamse winkelstraat en vroegen aan voorbijgangers: bent u bang voor een aanslag door extreemrechts? De meeste mensen antwoorden bevestigend, zoals Amina, 33 en moeder van drie kinderen: ‘Ja, net als veel moeders die ik ken. Maar wat kun je ertegen doen? Met mijn oudste praat ik al over extreemrechts. Ik wil haar hiervoor waarschuwen.’
De 18-jarige Sheyenne maakt zich ook zorgen: ‘Er kan een dergelijk aanslag komen in Nederland’. Soraya, die even oud is als Sheyenne, twijfelt. Voordat de 20-jarige Mo antwoord kan geven moet hem eerst uitgelegd worden wat extreemrechts is. We leggen hem uit dat extreemrechtse mensen tegen nieuwe Nederlanders, homo’s en moslims zijn.
‘O, die gasten. Ik weet het niet,’ antwoordt hij nuchter. Hij loopt door, maar komt weer terug. ‘Ja, ik denk toch van wel,’ zegt hij wat serieuzer. Mo is niet de enige jongere die niet weet wat extreemrechts eigenlijk inhoudt. Vooral ondervraagden van rond de twintig weten niet dit niet.
‘God beschermt mij’
De 58-jarige Raymond, die van Surinaamse afkomst is, is de eerste voorbijganger die zegt niet bang te zijn voor een dergelijke aanslag. ‘Weet u waarom? God beschermt mij.’ Bedoelt hij dat God Nederland tegen een aanslag beschermt? ‘Dat hoort u mij niet zeggen’, antwoordt hij. ‘Ik ben ervan overtuigd dat God mij beschermt.’ Als hij hoort dat veel jongeren niet weten wat extreemrechts is, schudt hij zijn hoofd. ‘Ze houden het nieuws niet goed in de gaten’, zegt hij met afkeur in zijn stem.
Even later krijgt Raymond bijval van de 73-jarige Simon die bij een stand staat van het Palestina-Komitee. Ook Simon is niet bang voor een aanslag in Nederland door extreemrechts. ‘Ik zie het niet zo gebeuren. Zoiets staat haaks op de Nederlandse nuchterheid.’
De 46-jarige Esther, die van Joodse komaf is, houdt wél serieus rekening met een extreemrechtse aanslag. ‘Niet alleen de haat tegen moslims groeit, maar ook het antisemitisme. Volgens mij is het een fabeltje dat alleen sommige moslims antisemiet zijn. Ik ervaar Jodenhaat ook uit rechts-extremistische hoek. Het is niet voor niets dat synagogen en joodse instellingen worden bewaakt.’
De deskundigen
Hanna Luden, directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), is het met Esther eens dat antisemitisme niet een exclusief islamitisch probleem is. ‘Dat herhalen wij voortdurend. Het aantal meldingen bij het CIDI over antisemitisme groeit. De daders komen echt niet van één kant. Slachtoffers hebben verschillende ervaringen, ook wat betreft de achtergrond van de daders.’
De angst voor een aanslag in Nederland onder Joodse mensen is volgens Luden individueel bepaald. ‘Sommigen durven niet meer naar bijeenkomsten met een Joods karakter te gaan of durven niet herkenbaar als joods over straat. Anderen vinden dat je je juist actief moet gaan manifesteren.’ Luden en het CIDI hebben zorgen over het steeds ‘gewoner’ worden van extreemrechtse en neonazistische demonstraties. Ze hopen dat politici en bewindslieden hun afkeer publiekelijk uitspreken.
‘Internationaal lijkt er een extreemrechtse beweging te ontstaan’
Onderzoeker Bart Schuurman, verbonden aan de Universiteit Leiden, is gespecialiseerd in terrorisme en schreef zijn proefschrift over het ontstaan van de Hofstadgroep. Hij stelt dat we de dreiging van extreemrechts in de Nederlandse context moeten bekijken.
‘In 2016 was er een aanslag op een moskee in Enschede. Daar is het in Nederland bij gebleven. In sommige andere West-Europese landen is het een heel ander verhaal, zoals in het Verenigd Koninkrijk of in Duitsland, waar extreemrechts geweld vaker voorkomt. Toch was dodelijk geweld uit extreemrechtse hoek tot voor kort relatief zeldzaam in Europa.’
In Nederland lijkt er momenteel geen acute dreiging voor terrorisme van extreemrechtse zijde, vertelt Schuurman. ‘Voor alle vormen van terrorisme geldt in Nederland dat het risico om er persoonlijk door getroffen te worden erg klein is. Maar gezien de expliciet gewelddadige wijze van handelen bij aanslagen van terroristen is het niet zo vreemd dat deze dreiging toch angst kan inboezemen. Ik begrijp dat heel goed, maar wat mij betreft zouden mensen hun leven niet moeten aanpassen vanwege vrees voor een aanslag. Je moet er niets voor laten.’
In Nederland is er, volgens Schuurman, voldoende aandacht voor de dreiging van extreemrechts. In de Verenigde Staten, waar extreemrechtse aanslagen en extreemrechts geweld wel voorkomt, is die aandacht er volgens Schuurman te weinig.
‘Internationaal lijkt er een extreemrechtse beweging te ontstaan, maar de onderlinge doelstellingen lopen zeer uiteen. Ze hebben wel gemeenschappelijke ideeën, denk aan moslimhaat en het idee dat de blanke mens wordt ‘vervangen’ door andere bevolkingsgroepen.’
Vroeger was er volgens Schuurman sprake van extreem nationalisme. Nu gaat het er meer om dat extreemrechts ‘de blanken’ vertegenwoordigt en zich keert tegen het jodendom, de islam en allerlei groepen migranten. Het verbaast Schuurman dan ook niet dat ook sommige Joodse mensen ook bang zijn voor een extreemrechtse aanslag. ‘Joden kunnen rekenen op haat vanuit jihadistische en extreemrechtse kringen.’
Ten slotte merkt Schuurman op dat de aandacht voor extreemrechts vanuit regeringswege en de AIVD verstandig is, maar het mag de aandacht voor het jihadisme niet verdringen. ‘Dat blijft in Nederland de voornaamste dreiging wat terrorisme betreft. Helaas is dreiging van extreemrechts daar ook bij gekomen.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!