Zijn IS-strijders moslims? Kunnen teruggekeerde Syrië-gangers integreren in onze samenleving? ‘Als je deze mensen nu vrij laat rondlopen is dat levensgevaarlijk.’
Nu IS zo goed als verslagen is wordt de vraag wat Nederland moet doen met terugkerende Syrië-gangers steeds prangender. De teruggekeerde Laura H. kreeg onlangs elf maanden gevangenisstraf opgelegd. Met aftrek van haar voorarrest is ze nu weer een vrije burger in Nederland. Eerder dit jaar is de 22-jarige Yusuf S. uit Den Haag tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld voor het deelnemen aan de gewapende strijd. Zijn neef Ahmet U. (23) kreeg een gevangenisstraf van achttien maanden. Kunnen deze mensen na hun gevangenisstraf weer reintegreren in onze samenleving? De Kanttekening vroeg dat aan vier Nederlandse moslims.
Hbo-docent Bestuurskunde Zouhair Saddiki (31) vindt dat IS-strijders streng moeten worden aangepakt en voor de rechter moeten verschijnen om zich voor hun daden te verantwoorden. Tegelijk is hij kritisch over het idee dat mensen die zich in IS-gebied hebben bevonden alleen op grond daarvan strafbaar zijn. ‘Je moet kunnen bewijzen of mensen daar daadwerkelijk misdaden hebben gepleegd, want dat is strafbaar, maar het verblijf in IS-gebied is dat op zich niet.’
[blendlebutton] Boubker* (27) werkt als begeleider bij een zorginstelling. Hij stelt dat de Nederlandse IS-gangers zich te gemakkelijk hebben laten verleiden door ‘de sprookjes van de IS-propaganda’. Maar het ligt volgens hem ook aan de opvoeding. ‘Ik hoor soms ouders zeggen dat de ouders van IS-strijders hun kinderen niet goed hebben opgevoed, dat ze niet voldoende betrokken waren bij hun kinderen. Dat klopt. Het is namelijk ook een kwestie van hechting. In mijn werk zie ik dat Marokkaans- en Turks-Nederlandse jongeren niet altijd goed gehecht zijn aan hun ouders en opvoeding. Onthechte jongeren zijn vatbaarder voor verleiding van IS-ronselaars.’ Hij benadrukt dat niet iedere Syrië-ganger voor IS heeft gewerkt. Hij vindt daarom dat we Syrië-gangers niet collectief kunnen veroordelen. In algemene zin vreest hij voor de problemen die Syrië-gangers meenemen uit dat land. ‘Als Syrië-gangers terugkomen, moeten ze intensief worden begeleid. Tbs kan een goede maatregel zijn. Syrië-gangers, in het bijzonder IS-strijders, lijden aan posttraumatische stress. Ze zijn getraumatiseerd. Ze kunnen daardoor sneller domme dingen. Hun eigen familie aanvallen bijvoorbeeld of in het ergste geval plegen ze een aanslag. Elk incident zal door de media enorm worden uitvergroot, vandaar dat het belangrijk is dat we hier bovenop zitten.’
De tot de islam bekeerde antropoloog Sandra Doevendans (34) vindt ook dat de terugkeerders in de eerste plaats berecht moeten worden. Ze benadrukt daarnaast het aspect van rehabilitatie. ‘Als we het hebben over terugkeerders: een Nederlander blijft altijd een Nederlander. Dus ik ben van mening dat terugkeerders gewoon toegang tot Nederland moeten hebben. Daarbij is het belangrijk om te bekijken of iemand criminele feiten heeft gepleegd en de mensenrechten heeft geschonden. Als dat zo is dan moeten deze mensen vervolgd worden via ons rechtssysteem. Wel is het belangrijk om naast straf ook in te zetten op rehabilitatie. Uiteindelijk zal men namelijk na zijn of haar straf weer terugkeren in de maatschappij. Het is voor ons als maatschappij belangrijk dat we investeren in de terugkomst van deze burgers.’
Ook student Rechten Abdulkadir* (22) hoopt dat het recht zijn beloop zal hebben. ‘De rechter moet een oordeel vellen, daar ga ik niet over.’ Volgens hem is reintegratie mogelijk, maar moet er wel heel zorgvuldig mee om worden gesprongen. ‘Deze mensen moeten therapie krijgen. Ze moeten behandeld worden, zodat ze in toekomst weer goed kunnen functioneren in de samenleving. Ze vormen namelijk een gevaar. Voor de ‘gewone’ Nederlanders, maar ook voor moslims.’ Tbs is noodzakelijk volgens Abdulkadir. Daarnaast vindt hij dat Syrië-gangers onderwezen moeten worden in waar de islam voor staat. ‘We moeten deze moslims ook als moslims begrijpen. IS-strijders geven een specifieke invulling aan de islam die in strijd is met waar de islam echt voor staat. Ze moeten door moslims op andere, betere uitleg gewezen worden.’ Abdulkadir gelooft dat Syrië-gangers met een afkickprogramma kunnen worden genezen van hun radicalisme. ‘Ze moeten een traject doorlopen, oprecht berouw tonen en beseffen dat ze misdadige daden hebben gepleegd voor een misdadige organisatie.’ Hij concludeert: ‘Het punt is: ze moeten echt afkicken van deze gedachtes. Als je deze mensen nu vrij laat rondlopen is dat levensgevaarlijk. Het zijn tikkende tijdbommen.’
IS riep in 2014 het kalifaat uit en liet zich al snel kennen als een gewelddadige en extremistische organisatie. Het nieuws dat ook Nederlandse jongeren naar Syrië afreisden om te vechten voor IS kwam hard aan bij de geïnterviewden. Saddiki vertelt dat hij stomverbaasd was dat mensen het in hun hoofd hadden gehaald om naar Syrië af te reizen. ‘Wat moet ik hiermee? Persoonlijk niets. Mijn levenshouding, levensopvatting staat hemelsbreed van hen af.’ Abdulkadir vult aan: ‘Ik was heel boos op die mensen die naar Syrië gingen. Ik maakte mij ook grote zorgen. Wat zal men over ons moslims zeggen?, vroeg ik me af.’ Doevedans vindt het droevig dat jongeren toentertijd naar Syrië vertrokken. De Syrië-gangers die president Bashar al-Assad wilden bestrijden kan ze nog enigszins begrijpen. ‘Ik kan me goed voorstellen dat mensen zich boos kunnen maken over de situatie in de wereld en daarmee ook de situatie in Syrië.’ Ze maakt een onderscheid tussen de mensen die naar Syrië zijn gegaan om humanitaire hulp te bieden of om tegen Assad te vechten en de mensen die zijn vetrokken om te vechten voor een organisatie als IS en Jabhat al-Nusra. ‘Je hebt ook Syrië-gangers die juist gegaan zijn om tegen IS te vechten. Dat maakt het ingewikkeld’, zegt Doevedans. ‘In een oorlogssituatie zijn dingen niet zo zwart-wit.’
Op de vraag of IS-strijders moslims zijn, antwoordt Saddiki: ‘Volgens mijn definitie van een moslim is een IS-strijder geen moslim, maar dat is mijn definitie, dat zeg ik er nadrukkelijk bij. Het probleem is namelijk dat je binnen de islam niet zoiets hebt als excommunicatie. Je kunt als gelovige wel afvallig worden, door de islam te verwerpen, maar je kan andere moslims niet als afvallig verklaren. IS doet dat trouwens wel, maar niet terecht. In de islam heb je een individuele relatie met God. De gemeenschap heeft dus niets te zeggen over jou als moslim. Hooguit dat je een slechte moslim bent, als je je niet aan de islamitische regels houdt.’
Doevendans onderschrijft dat. ‘Als antropoloog heb ik altijd geleerd dat als iemand zegt dat hij of zij moslim is, hij of zij dat ook is. Dus wie ben ik om over de IS-strijders te zeggen dat ze niet islamitisch zijn? Dat weet alleen Allah.’ De antropoloog benadrukt dat de islam van IS niet haar islam is. ‘Ik heb een andere visie op wat islam is. Zo is vrijheid voor mij een islamitische waarde. Mensen mogen zelf bepalen hoe ze hun leven inrichten en daarmee hoe ze hun ‘test des leven’ doorstaan.’
‘Of IS-strijders moslims zijn? Daarover laat ik me in principe niet uit’, zegt Boubker. ‘Ik beschouw IS primair als een wraakgroep. Het is een reactie op de Amerikaanse inval in Irak van 2003. De soennitische minderheid in Irak raakte haar macht kwijt en wil die terugpakken. IS manipuleert mensen. De meeste slachtoffers die IS maakt zijn moslim. Dit is voor mij een duidelijk teken: jullie zijn niet voor de moslims.’
Abdulkadir heeft lang geworsteld met de vraag of IS-strijders wel moslims zijn. Zijn eerste reactie was emotioneel. ‘Mensen die andere mensen onthoofden of in brand steken zijn voor mij niet islamistisch.’ Maar hij benadrukt dat hij daar niet over gaat. ‘God oordeelt over wie moslim is, ik niet.’
*Boubker en Abdulkadir willen niet met hun achternaam in de krant.[/blendlebutton]
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!