5.2 C
Amsterdam

‘Men was tevreden met wat men had, dat zijn ze nog steeds’

Freek de Swart
Freek de Swart
Journalist gespecialiseerd in politiek en maatschappij. Verslaggever.

Lees meer

In Noord-Drenthe zijn de meeste mensen gelukkiger dan elders in Nederland, zo blijkt uit onderzoek. De Kanttekening toog naar het Noord-Drentse plaatsje Vries en vroeg bewoners wat hun zo gelukkig maakt.

Mensen in Drenthe zijn het gelukkigst van Nederland volgens een recent onderzoek van de Universiteit Utrecht. In het rapport De brede welvaartsindicator staat Noord-Drenthe bovenaan, gevolgd door de regio Zuidwest-Drenthe. Waar komt dit grote welzijnsgevoel onder deze noordelingen vandaan en wat kan de gestreste westerling leren van deze provinciale levensgenieters?

Paradijs
In het bosrijke gebied tussen Groningen en Assen ligt al meer dan 1.200 jaar het pittoreske dorpje Vries. Een plaatsje met 4.292 inwoners. Bij café Onder de Linden snappen ze de uitkomst van het onderzoek van de Universiteit Utrecht wel. ‘De relaties tussen de mensen is bepalend voor het geluk’, verklaart cafébaas Sietse Hamersma. Zijn goede vriend Mariano Salgado Escudero naast hem aan tafel is het daarmee eens. ‘Als je hier binnenkomt maakt Sietse meteen een praatje. In Groningen is dat heel anders, de mensen lachen hier meer.’ De in Mexico geboren oud-muziekdocent werd zelf in 1977 verliefd op het gebied tijdens een stage aan het conservatorium. Dat de Drentenaar in de rest van Nederland bekend staat als stug begrijpt hij niet. ‘Mensen in het westen praten makkelijk, maar ze laten je ook makkelijk vallen.’

Escudero herinnert zich hoe studenten hem hielpen met het behangen van zijn eerste Nederlandse woning. Ook kreeg hij van hen een kachel cadeau. ‘Ik dacht een kachel, wat moet ik met zo’n ding? Tijdens de winter stelde ik mijn mening bij. Ook moest ik in het begin wennen aan de stilte op het platteland.’ Niet gek wanneer je bedenkt dat hij zijn jeugd doorbracht in Mexico-Stad. ‘Toch waren het vooral de muzikale klanken die me voorgoed deden aarden in de ‘oer-Hollandse!’ klei. Je had in die tijd ontzettend veel symfonieorkesten, het was bijna een paradijs!’

Volgens Escudero denken mensen uit de rest van Nederland vaak onterecht dat Drenthe een achtergesteld gebied is waar alleen maar boeren wonen. ‘Wij zijn een vreselijk ontwikkeld gebied toch?’, zegt hij lachend tegen Hamersma. De barman merkt op dat zijn collega’s in de hoofdstad vaak Engels terug praten, ook als er in het Nederlands is besteld. Volgens hem een teken van gebrek aan gemeenschapsgevoel. ‘Ik praat Duits, Frans, Engels, Fries en Gronings terug tegen iedereen, dat is gastvrijheid.’ Dat is overigens geen overbodige luxe, want in de zomer weten ook redelijk wat toeristen de weg naar Vries te vinden. De gastvrije houding heeft de zaak ook financieel gezien geen windeieren gelegd. Uit een krantenknipsel aan de muur blijkt dat café Onder de Linden onlangs nog is uitgeroepen tot het beste bedrijf van de gemeente Tynaarlo. In de zaak die beschikt over twee zalen en een podium gebeurt dan ook veel meer dan bier drinken alleen. Zo spelen de vijf biljartclubs uit het dorp hier hun wedstrijden en komen ook de dertig andere Vriese verenigingen regelmatig over de vloer. ‘De fokclub van de boeren, maar ook de bingo of politieke partijen, alles kan en mag hier.’

Kleine boeren

Dat de Vriese gemeenschap hecht is blijkt ook wanneer de verslaggever terloops laat merken nog een lokaal historicus te zoeken. Tien minuten en een telefoontje van Hamersma later loopt Jan Zuurd de kroeg binnen. De man blijkt naast romanschrijver en klompenmaker ook lid te zijn van de Historische Vereniging Oud Vries. Zuurd zit al snel op zijn praatstoel en verhaalt over het Vries van 1800, een plek die voornamelijk bestond uit kleine boeren en ambachtslieden met vaak ook een paar koeien op stal. ‘Het was een aparte gemeenschap, men keek niet over de grens en veel grond was gemeenschappelijk gebied.’

Jan Zuurd

Dit gevoel is volgens de amateurhistoricus nog steeds terug te vinden in de autochtone Vries. Zo is de Brink in het dorp nog steeds voor een gedeelte in gemeenschappelijk bezit. In tegenstelling tot veel andere plaatsen kende het dorp ook geen echte elite die voor kosmopolitische problemen kon zorgen. ‘Havezaten had je in Vries niet, daarom is het zo’n rustig dorp gebleven.’ Ook in latere tijden duurde het vaak lang voordat de regio aansluiting vond bij de rest van Nederland. Soms letterlijk. De eerste verharde weg van Assen naar Groningen werd pas in 1932 aangelegd. ‘Men wist niet anders en was tevreden met wat men had, dat zijn ze nog steeds.’

Zuurd zelf hecht overigens weinig waarde aan de titel van ‘gelukkigste regio van Nederland’. ‘Net zoals iedereen getrouwd is met de mooiste vrouw ter wereld, moet je vooral je eigen geluk maken’, vindt hij.

Tot slot vertelt Zuurd een typerende anekdote over de eerste smederij in Drenthe die een fiets in de etalage had staan eind 1800. ‘Dat heeft hem al zijn klanten gekost. Soms houden de mensen hier wat te veel vast aan het verleden, dat zie je ook terug in het lokale verenigingsleven.’ Tegelijkertijd wordt dat bij de jongere generatie volgens hem wel steeds minder. Zo is Vries het eerste dorp in Nederland met een horseballvereniging, een nieuwe paardensport die waarschijnlijk weinig mensen iets zal zeggen.

Bot
De huidige fietsenmaker van het dorp, Purshottama Bhardvaj (gefingeerde naam), vindt het vooral prettig hoe de mensen met elkaar omgaan in het dorp. ‘Als je in het westen ‘hoi’ tegen iemand zegt kijken ze je verwilderd aan. De mensen daar zijn meer met zichzelf bezig.’ Dat Drentenaren meestal eerst de kat uit de boom kijken betekent volgens hem niet dat nieuwkomers niet geaccepteerd worden. Ook asielzoekers zijn volgens hem onder bepaalde voorwaarde van harte welkom. ‘Ik ben niet racistisch, maar ze moeten wel gewoon doen en een beetje aanpassen.’ Een tip voor westerlingen om gelukkiger te worden heeft hij ook. ‘Minder verheven doen en vriendelijker zijn. Moet je zien wat er gebeurt als je iemand per ongeluk aanstoot op straat in Amsterdam en dan zeggen ze dat wij in het noorden bot zijn.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -