Het Veiligheidspact tegen Discriminatie droomt van een samenleving zonder discriminatie. ‘Als we elkaar opnieuw leren kennen zullen we zien dat we veel gemeen hebben.’
Het Veiligheidspact tegen Discriminatie bestaat uit islamitische, christelijke, joodse en homobelangen organisaties. Het is vijf jaar geleden opgericht om alle vormen discriminatie te bestrijden, waaronder haat tegen moslims en de LHBTQ+-gemeenschap. Het vierde op 1 oktober zijn eerste lustrum in de Westerkerk in Amsterdam. De Kanttekening was ook aanwezig en sprak met sprekers en gasten.
De agenda stond volgepland met toespraken van vertegenwoordigers van de verschillende organisaties die onderdeel zijn van het Veiligheidspact. Voordat het programma begon werd een bloementocht langs symbolische plekken gehouden, zoals het homomonument, het Anne Frank-beeldje, de Fatih-moskee en het pand van Amnesty International.
Tijdens de inloop was de sfeer opgewekt en ongedwongen. Iedereen leek elkaar te kennen. ‘Dat komt omdat de meeste mensen elkaar tegenkomen bij verschillende evenementen per jaar. De harde kern is altijd hetzelfde’, legt Marieke (ze wil niet met achternaam in de krant) uit. Zij was onderdeel van het kleine groepje dat zich bezighield met de oprichting van het Veiligheidspact. Deze dag is ze echter enkel toeschouwer. ‘Als christen vind ik het belangrijk dat we in solidariteit leven. Ondanks onze verschillen zijn we allemaal gelijkwaardig in de ogen van God. Hoewel het pact voornamelijk een symbolische waarde heeft, is het toch al meerdere keren ingeschakeld. Denk bijvoorbeeld aan de keer eerder dit jaar dat de Blauwe moskee in Nieuw-West bedreigd werd en de vertegenwoordigers van de organisaties die in het pact zitten toezicht hielden om de moskee te beschermen.’
Vijf jaar geleden ontstond bij Harry Polak van de Liberaal-Joodse Gemeente en activist Mohammed Rabbae het idee om elkaar te steunen in strijd tegen islamofobie en antisemitisme. Ondanks het feit dat er tegen beide groepen fysiek en verbaal geweld werd gebruikt door andere groepen in de samenleving, discrimineerden leden van de achterban elkaar ook.
Daarom vindt Marzouk Aulad Abdellah, theoloog aan de Vrije Universiteit Amsterdam en imam van de Amsterdamse moskee al-Kabir, het belangrijk om met elkaar in de dialoog te gaan. ‘De personen die vandaag naar deze conferentie zijn gekomen zijn hier als representant van hun achterban. Helaas blijkt de achterban vaak conservatiever te zijn dan de representanten, maar juist om die reden moeten we de dingen die we hier leren weer overbrengen tijdens onze eigen evenementen of diensten.’
Aulad Abdellah is ervan overtuigd dat hij als vertegenwoordiger bruggen kan slaan. ‘We hebben een enorme invloed op de samenleving en kunnen dus veel betekenen voor elkaar als we samen dingen proberen op te lossen. Die verdraagzaamheid vertalen we dan weer naar de achterban. De joodse en islamitische gemeenschappen van Amsterdam organiseren al langere tijd programma’s om met elkaar in dialoog te gaan. Zo komen kinderen samen om met elkaar te praten over hun opvattingen over het geloof, zowel in de synagoge als in de moskee.’ Op de vraag of het onderling weleens botst zegt de imam resoluut ‘nee’. ‘Dialoog is de toekomst. Onderling zijn er geen problemen, omdat onze moskee progressief is. We begonnen in 1974 zelfs in de kelder van een kerk, dat is een mooie metafoor voor onze samenwerking met andere religies.’
Volgens Roemer van Oordt, woordvoerder van de lustrumconferentie, is samenwerking tegen discriminatie hard nodig. ‘Het is vandaag de dag nog even hard nodig als vijf jaar geleden, misschien nog wel meer. In een wereld vol chaos en geweld is het belangrijk om te laten zien dat je er voor elkaar bent, ondanks de onderlinge verschillen. Het gezegde ‘samen in de zon, solo in de regen’ blijkt vaak op waarheid gebaseerd te zijn en dat is kwalijk. Daar willen wij van af door te stellen ‘ook in de regen ben je niet alleen, we zijn er voor je’. Vandaar dat we dialogen en wandelingen organiseren wanneer er ergens in de wereld een aanslag is gepleegd. Op die manier laten we verbondenheid zien, zodra we dat niet meer doen hebben ze gewonnen. Met ze bedoel ik de haatzaaiers in de wereld.’
Ondanks de opgewektheid klinkt er ook teleurstelling door in Van Oordts woorden. ‘Iedereen die hier is heeft een netwerk en dat is mooi. Toch is het belangrijk om deze dialogen meer aan de man te brengen. Nu zijn er nog veel lege stoelen, over vijf jaar wil ik die gevuld zien. De pers focust zich liever op nieuws dat een hoger actualiteitsgehalte heeft. Maar niet veel dingen zijn actueler en belangrijker dan het bestrijden van discriminatie en het belang van verdraagzaamheid. Om ons initiatief toch te verspreiden hebben we vrijwilligers die gastcolleges geven op basis- en middelbare scholen.’
Wanneer het programma begint, blijkt inderdaad dat er veel lege stoelen zijn. Toch laten de sprekers hun enthousiasme en passie daar niet door temmen. Wethouder Simone Kukenheim, die Onderwijs en Diversiteit in haar portefeuille heeft, spreekt over de steun die het Veiligheidspact van de gemeente Amsterdam heeft gekregen en nog kan verwachten voor de toekomst. ‘In dialoog gaan, is iets dat veel van jullie in het dagelijks leven al doen. Thuis of bij de koffieautomaat op werk. Toch blijkt het soms lastig om de achterban mee te krijgen, deze is vaak bang en vindt het moeilijk de hand te rijken naar een ander. Om die reden hebben we een maatschappelijk initiatief waanzinnig hard nodig, vooral in deze tijden van terreur. Micro-discriminatie blijkt voor veel mensen dagelijkse kost te zijn. Zinnen als ‘wat knap dat jij op het hbo zit’ geven aan dat stereotypes nog onderdeel zijn van de gedachtes van burgers. Democratie en mensenrechten vergen altijd onderhoud, elke dag opnieuw, daarom zijn we hier vandaag.’
Niet alleen de gemeente kwam steun betuigen, ook de politie was aanwezig. Hoofdcommissaris Pieter-Jaap Aalbersberg hield een toespraak over etnisch profileren. ‘De politie is waakzaam en dienstbaar en om die reden bij uitstek de dienst die discriminatie tegen moet gaan. Dat begint uiteraard intern met een actievere aanpak en een oplettend oog. Toch hebben we ook jullie nodig om de samenleving beter te maken. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen geen aangifte durven te doen of het idee hebben dat het hen niet verder helpt. Wij vragen u het toch te doen. Alleen op die manier kunnen wij u verder helpen en een politie creëren die humaan en daadkrachtig is.’
Aulad Abdellah en rabbijn Menno ten Brink putten inspiratie voor verdraagzaamheid uit hun religie. ‘God of Allah heeft ons als pluriforme mensheid geschapen en daarom doe ik een oproep om samen te werken. We moeten pluriformiteit als bron van kracht zien en niet als teken van zwakte’, zegt de imam. De rabbijn sluit zich daarbij aan: ‘We zijn allemaal gelijk, omdat we allemaal afstammen van Adam. Hij was de eerste mens en in een zekere zin ook de eerste transseksueel, omdat hij zich later ook ontpopte tot Eva. Niemand op aarde heeft de waarheid, maar we zijn allemaal op weg het te ontdekken. Daarom zou het mooier zijn als we elkaar zouden helpen. Het Veiligheidspact is een uitdaging aan onszelf, om niet bang te zijn en voor elkaar op te komen.’
Wat bijzonder is aan het pact is dat verschillende groepen waarvan leden elkaar vaak discrimineren, samenkomen om discriminatie tegen te gaan. Dat stemt ook Peter de Ruijter, voorzitter van COC Amsterdam, hoopvol. ‘Niet alleen de LHBTI-gemeenschap wordt gestigmatiseerd, hetzelfde geldt voor mensen die een religie aanhangen. Geloof wordt vaak gebruikt om anderen te discrimineren, terwijl gelovigen zelf ook gediscrimineerd worden. Tot elkaar komen is een langzaam proces dat zich moet ontvouwen met harde tegenwind. Het vereist maatschappelijke veranderingen en daar moet nog aan gewerkt worden.’
Jerry Afriyie van Nederland Wordt Beter, een stichting die zich verzet tegen racisme en uitsluiting, ziet nog veel beren op de weg. ‘Wij strijden voor een toekomst zonder racisme en uitsluiting. Dat kan alleen door het erfgoed van het koloniale verleden te erkennen. Helaas zijn veel mensen er nog niet klaar voor om de ogen te openen. In 2014 begonnen wij de Zwarte Piet is racisme-actie, die op veel weerstand stuitte. Onze achterban bestaat uit dichters, historici, filmmakers, kunstenaars en academici die allemaal hetzelfde doel voor ogen hebben. Solidariteit is welkom, maar begrip voor de strijd is belangrijker. Daarom sta ik hier met een dubbel gevoel. We hebben altijd onze hand uitgestoken naar anderen, but that backfired on us. Arabieren en Europeanen hebben onze vrijheid afgenomen. Ook de politie willen we vertrouwen, maar dat is onmogelijk als ze ons behandelen alsof we nooit van de plantage zijn afgekomen. We zijn blij om onderdeel te zijn van het Veiligheidspact, maar voor ons is dat nog geen reden voor een feestje.’ De toespraak van Afriyie was doordrenkt van emotie en frustratie en zorgde voor een lange stilte, gevolgd door een groot applaus.
Na de toespraken tekenden de vertegenwoordigers van de verschillende organisators het pact. ‘Een mooi initiatief, toch moet er meer gebeuren’, vindt Afriyie. ‘Het is mooi om in een pak iets te ondertekenen, maar de verandering moet ook van onder komen. We negeren elkaars ervaringen door te claimen dat één groep dé waarheid bezit. Daarom moeten we in dialoog, om elkaar opnieuw te leren kennen. Niet via de media, kinderboeken of de schoolbanken, maar persoonlijk. Als we elkaar opnieuw leren kennen zullen we zien dat we veel gemeen hebben. De ervaring van de één is niet superieur aan de ander. Iedereen moet zich veilig voelen en op dit moment voelt onze groep zich verre van veilig.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!