Ik blijf het wonderbaarlijk vinden hoe verschillende mensen naar dezelfde situatie kunnen kijken om vervolgens met totaal tegenovergestelde inzichten, analyses en meningen te komen.
En natuurlijk denk ik, bij degenen die het niet met mij eens zijn en mijn linkse, inclusieve wereldbeeld niet delen: wat gaat er in die persoon zijn hoofd om? Hoe kom je erbij? Weet je dan echt niets? Je kent je eigen geschiedenis niet. Hoezo “terug naar hun eigen land”? Verkapte racist!
Het is makkelijk om de ander weg te zetten als dom, niet goed geïnformeerd, woke, linkse leugenaar of PVV-wappie. Veel makkelijker dan samen in gesprek gaan om te achterhalen waar bepaalde gevoelens vandaan komen, om begrip voor elkaars standpunt op te brengen en misschien wel nader tot elkaar te komen.
Kijkend naar de discussies op de verschillende socialmediaplatformen en de talkshows is het naïef van mij om te denken dat er ruimte is voor een goed gesprek. Onderbuikgevoelens, woede over ervaren achterstelling en een te simpele gedachte van linkse politici, die ervan uitgaan dat als je de mensen te eten geeft, de geldzorgen weghaalt en zorgt voor goede, betaalbare huisvesting, het wel goed komt met die Ander.
Nu zien mijn linkse vrienden de verkiezingsuitslag als een overwinning op rechts. Met het oog op New York, waar een jonge Democraat, immigrant, moslim nu burgemeester mag worden, is het voor hen de start van een nieuw tijdperk. Mensen over de hele wereld zijn klaar met de negativiteit van rechts, de haat, de angst, de polarisatie. We gaan nu weer vooruit!
Maar.
De andersdenkenden in mijn omgeving zien juist een groot blok van rechts dat wederom buiten wordt gesloten door de linkse elite. Een PVV die door de anderen niets voor elkaar heeft kunnen krijgen, terwijl ik alleen maar de bestuurlijke onkunde van een niet-democratische partij zie.
‘Er is jarenlang geïnvesteerd in haat zaaien’
Mijn politiek actieve vrienden zijn van de ene campagne in de andere campagne gerold. Vol goede moed, gesteund door het behaalde succes bij de landelijke verkiezingen, gaat men nu voor de gemeenteraad.
De buurvrouw in de lift zucht. Zij is helemaal klaar met al die politici, het geklets over niks, de loze woorden en beloftes. Mag het nu alsjeblieft ergens anders over gaan?
In de Uber heb ik een mooi gesprek met de chauffeur.
Taxichauffeurs vind ik enorm interessant. Op de een of andere manier weten ze veel van veel verschillende onderwerpen, werpen ze altijd een ander licht op een thema en kunnen ze vaak heel goed hun denken verwoorden.
Deze chauffeur gelooft niet in de opkomst van links of een Europese ommekeer. Hij ziet een voorzichtig stapje vooruit. ‘Er is jarenlang geïnvesteerd in haat zaaien, in het wij-versus-zij-denken. Dat is niet vandaag of morgen weg. Ik was een Rotterdammer, nu ben ik een immigrant, een gelukzoeker. Ken je plek.’
Wat volgt, is een gesprek over hoe onze ouders en voorouders geknokt hebben voor een beter leven voor ons, de vernederingen die ze moesten doorstaan, en hoe wij, hun nazaten, beter geschoold zijn, betere banen hebben, beter Nederlands spreken.
Familie en vrienden in het buitenland kijken naar ons en zien een walhalla. De pijn van de afwijzing, het altijd maar moeten invechten, de mislukte integratie van de witte Nederlander en het genormaliseerde praten over remigratie ziet men niet.
Op mijn bestemming aangekomen draait hij zich naar mij toe en geeft me een warme hand. ‘Dankjewel voor het mooie gesprek.’
Ik bedank hem ook en stap uit de auto. De koude wind blaast in mijn gezicht, maar het deert me niet. De warmte van de bubbel waarin ik zat gloeit nog in mij. En daarmee ook een sprankje hoop.
Het kan wel.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!

