22.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 149

Saoedi-Arabië, het nieuwe Hollywood van de Arabische wereld?

‘Vrouwen in Saoedi-Arabië maken een opmars naar het witte doek. Ze zijn geïnteresseerd in de filmindustrie omdat ze daar hun stem kunnen laten horen’, vertelde Mohamad Ghazala, voorzitter van de School voor Filmische Kunsten in Jeddah tijdens een panelgesprek op het Arab Film Festival in Rotterdam. 

Van donderdag tot en met zondag kwam de Arabische filmwereld samen in de Nederlandse havenstad. Hier werden de meest opvallende en belangrijke films vertoond die de afgelopen jaren zijn gemaakt in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. In Verhalenhuis Belvédère vond afgelopen vrijdag een boeiend gesprek plaats over film als geweldloos verzet. Wat direct opviel, was de toenemende rol van Saoedi-Arabië in de filmwereld. 

‘Dit is iets van de afgelopen drie jaar’, legt discussieleider Rosh Abdelfatah uit. ‘Voorheen was Egypte het enige land in het Midden-Oosten met een filmindustrie. Maar Saoedi-Arabië wil de dominante speler worden. Het wil honderd films per jaar maken.’ Het is onderdeel van het nieuwe beleid van de Saoedische leiders. Tot 2018 waren bioscopen verboden in het koninkrijk, nu bloeit de filmindustrie op. En daar maken vrouwen dankbaar gebruik van.

Discussie in Verhalenhuis Belvédère. Beeld: Majorie van Leijen

‘Toen ik in 2013 een telefoontje kreeg uit Jeddah met de vraag of ik animatie wilde doceren aan de Effat Universiteit, krabde ik wel even achter mijn oren. Waarom willen ze dit, in een land waar geen bioscopen zijn? Het ging bovendien om een universiteit voor vrouwen’, zegt Ghazala, die toen nog in Egypte woonde. Maar hij nam de sprong in het diepe, en hij kwam aan het hoofd te staan van de opleiding.

‘Wat ik al heel snel merkte, was dat de vrouwen die voor deze opleiding kozen hun stem wilden laten horen en deze stem kon ik niet verloren laten gaan. De studentes lieten een wereld zien die tot op dat moment onzichtbaar was gebleven. Die van binnenshuis. Bijvoorbeeld over intimidatie. Daar maakten ze films over en sommige van deze films wonnen prijzen op filmfestivals. Dat was helemaal nieuw.’

Een keerpunt in Saudi-Arabië

Er is in de afgelopen jaren heel wat veranderd in Saoedi-Arabië. In 2016 presenteerde kroonprins Mohammed bin Salman de Saudi Vision 2023, een plan om meer diversificatie op economisch, sociaal en cultureel vlak te bewerkstelligen. De nadruk op media en entertainment leidde tot een grotere vraag naar filmproducties. Deze worden bovendien gefinancierd. De Cultural Development Fund en Red Sea Festival Fund pompen miljoenen in de Saoedische filmindustrie, die in 2021 een geschatte waarde had van 238 miljoen dollar. 

Op het Arab Film Festival in Rotterdam is duidelijk dat de films uit Saoedi-Arabië het internationale publiek hebben bereikt. We are Not Friends (2023) van Fahad Haddadi, Antidote (2023) van Hassan Saeed en Night Courier (2023) van Ali Kalthami schitterden vorige week in de verschillende bioscopen van Rotterdam. Het festival werd bovendien geopend met de film Hajjan (2023) van Abu Bakr Shawky. Hoewel deze film werd gemaakt door een Egyptische regisseur, speelt het zich af in de woestijn van Saoedi-Arabië, waar kamelenraces onder de bedoeïenbevolking bejubeld worden, zoals we in het Westen naar het wereldkampioenschap voetballen kijken. 

‘De film gaat niet alleen over kamelen. Het gaat over feminisme, over liefde en over rivaliteit’, vertelt Alshaima Tayeb, die de vrouwelijke hoofdrol vervult in de film. Tayeb oogt als een moderne, vrijgevochten vrouw die regelrecht van het witte doek komt stappen. Ook zij zit vrijdagmiddag in Verhalenhuis Belvédère om mee te praten over de ontwikkelingen in haar land. 

Alshayma Tayeb aan het woord. Beeld: Majorie van Leijen

‘Ik had nooit kunnen bedenken dat ik later actrice zou worden. Op een dag kwam er een regisseur naar me toe om te vragen of ik in zijn film wilde spelen. Ik had geen ervaring, maar hij koos mij uit.’ Sindsdien heeft ze zes films gemaakt. In Hajjan is ze de vrouw van een machtsbeluste man die koste wat het kost de kamelenraces wil winnen. Haar dochter is eigenlijk de beste jockey, maar niemand weet dat zij een vrouw is. Uiteindelijk besluiten ze de man te trotseren en voor de waarheid uit te komen. Als de jockey als winnaar over de finishlijn rijdt, trekt ze haar sjaal van haar hoofd en zwaait ze ermee in de lucht. 

‘Het bizarre is dat zelfs op YouTube en andere sociale media dit soort beelden niet getoond worden. Toen uiteindelijk de deuren opengingen voor de filmindustrie in Saoedi-Arabië, waren de films die getoond werden heel vrij van geest’, merkt Ghazala op. ‘Films werden veel radicaler dan wat je op sociale media voorbij ziet komen.’

Egypte nog steeds Arabisch Hollywood

Egypte is nog steeds het Hollywood van de Arabische wereld. Ook dit blijkt uit het programma van het filmfestival: om de zoveel uur draait er wel een film die gemaakt is of geacteerd wordt door een Egyptenaar. Maar waar in Saoedi-Arabië steeds meer films worden gemaakt, loopt het aantal in Egypte terug. In 2021 werden er 36 films gemaakt, negen minder dan in 2017. Ter vergelijking: Hollywood produceert 700 films per jaar. 

De productiviteit neemt af en dit is geen kwestie van geld, weet Bushra Ahmad Abdalla, een Egyptische actrice die deelneemt aan het panelgesprek in het Verhalenhuis Belvédère. ‘De aanname dat Saoedi-Arabië het geld heeft en Egypte niet, klopt niet. In Egypte is het geld er ook, maar het wordt niet op de juiste manier uitgegeven. Het gaat vooral naar commerciële films. Arthouse films verkopen niet.’

‘Veel producenten gaan nu naar Saoedi-Arabië’

Volgens Abdalla ligt de kunstsector op zijn gat in Egypte. Het maken van films die niet voor het grote publiek bedoeld zijn, worden zwaar belast. ‘Op een gegeven moment zijn we als artiesten naar het ministerie gestapt om te vragen om vrijstelling van belasting, maar dit is mislukt. Daarom gaan veel producenten nu naar Saoedi-Arabië.’

Iraakse influencers

In Irak is de situatie helemaal anders. Daar is nooit sprake geweest van bloei, alleen maar van opeenvolgingen van conflicten, zegt Dhea Subhee. De Irakees werkt momenteel voor UNESCO Irak, maar werkte hiervoor jarenlang in de journalistiek. Hij beschrijft de recente geschiedenis van film in zijn land als volgt: ‘Ten tijde van Saddam Hussein werden cinema’s gebruikt voor propaganda. Ze waren er, maar niemand gaf erom. Daarna kwam de burgeroorlog. Alle partijen gebruikten film als wapen. Bovendien veranderde het kijkgedrag. Omdat mensen thuis bleven werd digitale film populair. Dit ging ten koste van TV en cinema.’

V.l.n.r.: Dhea Subhee, Mohamad Ghazala, Moataz Abdelwahab en Rosh Abdelfatah

Inmiddels zijn er wel weer films te zien op TV, maar deze worden volledig gecontroleerd door de politieke partijen van Irak, gaat hij verder. ‘Deze partijen beslissen wat er op TV komt en wie de acteurs zijn. Het is dan ook niet verwonderlijk dat sociale media in de tussentijd aan populariteit hebben gewonnen. Maar wat er op platforms als TikTok of Instagram te zien is, komt niet overeen met de wensen van politici. Influencers worden dan ook vervolgd. In april werd TikTokker Umm Fahd doodgeschoten in haar auto. Ze was de derde influencer die vermoord werd.’

Niet alles is een serie

De mensen in de zaal zuchten. Tegelijkertijd is niemand van hen blij met de opkomst van digitale media. Niet vanwege onzedelijk gedrag, maar omdat het kijkgedrag totaal is veranderd. ‘Opeens worden films bekeken vanuit een klein schermpje. Kijkers hebben geen boodschap meer aan cinematografische hoogstandjes, ze willen special effects, zegt Tayeb. ‘Bovendien denkt iedereen altijd maar dat alles een serie is. Dan krijg ik de vraag: wanneer komt er een volgende deel? Nee, een film heeft gewoon een einde!’

Ghazala snapt haar frustratie. Ook in Saoedi-Arabië merkt hij dat digitale TV de speciale status van film verdringt. Saudi-Arabië heeft een van de hoogste aantallen YouTube-gebruikers ter wereld en bijna iedereen zit op sociale media. ‘Voorheen wilden vrouwen film studeren omdat ze wat wilden vertellen. Maar dat kan nu ook in een paar woorden, en het staat er met een klik op.’

Still van de film (trailer) Hajjan. Beeld: YouTube

Marokko: minister vindt dat stelletjes in hotel niet langer hoeven aan te tonen dat ze getrouwd zijn. Conservatieve vrouwen boos

0

De Marokkaanse Justitieminister Abdellatif Ouahbi ligt onder vuur, omdat hij voorstelt de eis aan stelletjes om huwelijkscontracten te laten zien als ze een hotelkamer willen boeken te verbieden. Dit bericht Morocco World News.

De vrouwenvleugel van de islamistische Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling reageert woedend. Het voorstel van de minister is ‘onverantwoordelijk’ en potentieel schadelijk voor de publieke moraal en het morele fundament van de Marokkaanse samenleving. De islamistische vrouwen roepen alle Marokkanen in binnen- en buitenland op om zich te scharen achter hun protest, omdat de minister de veiligheid van de Marokkaanse samenleving in gevaar zou brengen.

Ouahbi deed zijn voorstel in mei. Tijdens een parlementaire hoorzitting had hij kritiek op hotels in Marokko, omdat ze huwelijkscontracten eisen van gasten. Volgens de minister zijn er geen juridische gronden voor dergelijke verzoeken, die de privacyrechten van gasten schenden.

In Marokko, maar ook bijvoorbeeld in Egypte, kun je niet als ongetrouwd stel samen een hotelkamer boeken, omdat dit in strijd is met de conservatieve normen en waarden van veel gelovige moslims.

Seculiere Marokkanen zijn het eens met de minister en willen een einde maken aan het huns inziens paternalistische beleid van hotels. Orthodoxe moslims daarentegen vinden een liberaler beleid in strijd met de beginselen van de islam.

Een streep onder het verleden

0

De premier spreekt bij wat er gebeurt in Gaza over het overschrijden van een ‘rode lijn’. De Utrechtse burgemeester trekt na het laatste voetbalgeweld in haar stad ‘een streep door het zand’. Het is kennelijk de tijd van markeringen. Tot hier en niet verder.

Na lange voorbereidingen, die aan het eind van de negentiende eeuw al begonnen onder leiding van de eerste zionistische voormannen, werd in 1948 de Joodse Staat Israël opgericht.

Als joodse kinderen kregen wij dat moment mee als een teken van hoop. Onze ouders kwamen uit die verschrikkelijke Tweede Wereldoorlog. Terug uit de onderduik of als overlevenden van de vernietigingskampen. Zij kwamen terug binnen een nagenoeg vernietigde Joodse gemeenschap. Journalist Dick Houwaart stond naast mij in die grote synagoge. Hij wees op al die lege plekken die er waren. ‘Lody, elk van al deze lege banken is een aanklacht tegen de wereld om ons heen!’

Iedere blik op de toekomst leek niet meer dan een illusie. Joods Europa was vernietigd. Maar dan is er die Joodse Staat. Een plek waar de vervolgden na eeuwen van diaspora hun moede hoofd kunnen neerleggen.

Ik heb een foto van mijzelf uit die begin jaren van de Joodse Staat. Een klein joods jochie uit het oosten van Nederland, verkleed als een boertje uit de Israëlische Kibboets. Een blauwwit sjaaltje om mijn hals. Een mandje met echte Israëlische sinaasappelen over mijn schouder. Joods-zionistische opvoeding optima forma. In die nadagen van de Holocaust in Nederland heel begrijpelijk.

Nog in mijn studietijd breng ik mijn eerste bezoek aan Israël. Natuurlijk brengt mijn eerste gang mij naar de Klaagmuur en nog meer van die heilige plekken in het Joodse Land. Onschuldig of dom als ik was, vroeg ik mij toen wel af wat zoveel Arabieren daar nog deden. De meesten waren in 1948 toch al vertrokken?

Ook voor de Joodse gemeenschap is die sympathie er niet meer

Vanaf de Nederlandse zijlijn heb ik al die oorlogen daar meegemaakt. De Suezcrisis van 1956, de Zesdaagse Oorlog van 1967, de Jom-Kippoeroorlog van 1973, de oorlog in Libanon in de jaren tachtig en de afgelopen decennia de verschillende Gazaoorlogen. Het was altijd oorlog.

De Joodse Staat werd opgebouwd. Maar echt veel rust voor dat moede Joodse hoofd is er eigenlijk nooit geweest.

Nederland probeert op allerlei gebieden orde op zaken te zetten en daarbij horen markeringen. De minister-president noemt het een rode lijn trekken. De burgermeester van Utrecht heeft het over een streep in het zand. De tijd is gekomen om niet op dezelfde manier verder te gaan. Zo deden we het toen. Nu moet het anders gaan.

Op dit moment rouwt men aan de Israëlische kant van de grens om de gijzelaars, die nog steeds niet terug zijn. De strijd in Gaza en nu in de stad Rafah woedt voort. In alle hevigheid. De vrede die dit alles moet brengen is nog steeds niet zichtbaar aan de horizon.

Meer dan driekwart eeuw geleden werd de Joodse Staat opgericht. Dat kleine jochie met zijn mandje met sinaasappelen werd geknuffeld, ook door de niet-Joodse buren. De juf op school kneep hem in zijn wang. De Joden hebben hun eigen land. Met een volkslied met de mooie naam Hatikwa, wat ‘de hoop’ betekent.

Die 76 jaar hebben veel gebracht. Maar geen oplossing voor vrede. En ook nog geen oplossing voor de ingewikkeldheden in de regio.

Of het nu een rode lijn wordt of een streep door het zand, de tekst doet er niet toe.

De levensles van deze afschuwelijke tijd, tussen 7 oktober en vandaag, is dat er een streep onder moeten worden gezet. Een streep onder de fouten van het verleden. Een streep onder het ontbreken van de erkenning van wat er allemaal verkeerd is gegaan, vanaf die eerste stappen van de zionistische voormannen uit het verre verleden en de manier waarop hun zo goed bedoelde plannen uiteindelijk vorm werden gegeven.

De strijd van Israël zal mogelijk leiden tot de vernietiging van één vijand, Hamas. Maar wereldwijd heeft de Joodse gemeenschap gezien dat er duizenden vijanden zijn bijgekomen.

De Joodse Staat Israël was in het naoorlogse Nederland geliefd. Dat jochie met dat blauwwitte sjaaltje werd toen nog bewonderd. Maar dat is nu verdwenen, dankzij al die beelden van geweld en ellende die de hele wereld overgaan. Ook voor de Joodse gemeenschap is die sympathie er niet meer.

Daarom moet die streep worden gezet. Zodat er vrede komt voor Palestijnen en Israëliërs, moslims, christenen en Joden, voor iedereen.

Erdogan voelt zich ‘bedreigd’ door lokale verkiezingen in Noord-Syrië

0

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan voelt zich bedreigd door het Koerdisch Autonoom Gebied in Noord-Syrië. Niet vanwege Koerdische militanten die bivakkeren in dat gebied, maar omdat er verkiezingen worden georganiseerd. Zo meldt de Turkse nieuwssite Bianet.

‘We houden agressieve daden die de territoriale integriteit van Turkije en die Syrië bedreigen scherp in de gaten’, aldus Erdogan in een reactie op de lokale verkiezingen die op 11 juni plaatsvinden in Noord-Syrië.

De gang naar de stembus wordt door de Turkse president als een schijnvertoning gezien, ten behoeve van de vestiging van ‘terroristan’, een spottende verwijzing naar Koerdistan. ‘We zullen dat nooit toestaan in het noorden van Syrië en Irak’, zei hij en dreigde weer met een Turkse militaire operatie. ‘We zullen niet aarzelen.’

De belangrijkste bondgenoot van de Koerden in dat gebied, de Verenigde Staten, denken overigens ook dat de verkiezingen niet eerlijk zullen verlopen. Ze willen dat de gang naar de stembus uitgesteld wordt, meldt de Koerdische nieuwssite Rudaw.

De Koerdische oppositie (KNC, dus Koerden in dat gebied die niet onderdeel zijn van de YPG, PYD of SDF) boycot zelfs de verkiezingen omdat de eigen kandidaten zouden worden bedreigd door de PYD.

Turkije ziet de YPG als de Syrische vertakking van de Koerdische PKK, die laatste staat op de terreurlijst van de EU, VS en Turkije.

EU-lijsttrekker (PVV) Sebastiaan Stöteler kopieert wat Wilders doet

0

De Almelose Sebastiaan Stöteler gaat de PVV-lijst leiden deze Europese verkiezingen. In de peilingen van Ipsos gaat de PVV aan kop met maar liefst negen zetels. Maar bijna niemand weet wie Stöteler is. Hoog tijd dus voor een politieke profielschets.  

Sebastiaan Stöteler (1983) is geboren en getogen in Almelo. Hij heeft rechten gestudeerd aan de Hogeschool Utrecht. Daarna werkte hij een tijdje als deurwaarder. Voordat hij in maart 2018 werd verkozen in de Almelose gemeenteraad heeft Stöteler, ter voorbereiding, een halfjaar als beleidsmedewerker voor de PVV-fractie gewerkt van de Provinciale Staten van Overijssel. In december 2022 werd Stöteler ook Statenlid. Hij volgde PVV-Statenlid Erik Veltmeijer op.

Stöteler heeft de kroonjuwelen van Geert Wilders in ieder geval niet in de ijskast gezet. ‘De Partij voor de Vrijheid is de enige partij in de Nederlandse politiek die de islam ziet (en die ook benoemt) voor wat die is: een totalitaire ideologie die thuishoort in het rijtje van fascisme, nazisme en communisme’, schrijft hij op de PVV-site. ‘De islam is vandaag de dag de grootste bedreiging voor onze gewoonten, manieren, cultuur en vrijheid. Daar ben ik van overtuigd.’

A4’tje

In het PVV-verkiezingsprogramma voor de Europese verkiezingen ter grootte van één A4, pleit de partij niet langer voor een nexit, een uittreden van Nederland uit de Europese Unie. Wel ligt er een sterke nadruk op het tegengaan van immigratie, en verzet de PVV zich tegen verdere EU-integratie. Schrikbeeld voor de PVV is een ‘Verenigde Staten van Europa’. Daarom pleit de partij van Geert Wilders voor een terugkeer naar een Europese samenwerking die gebaseerd is op nationale soevereiniteit en zelfstandigheid. Het idee is om economische samenwerking mogelijk te maken zonder de nationale autonomie op te geven.

‘Stöteler  was in rep en roer over de bouw van het AZC’

In de Twentse regiokrant Tubantia wordt Stöteler beschreven als een rijzende ster. Hij zou ‘furore’ maken in de Almelose raad. Maar collega-raadsleden van andere fracties zien dit toch anders.

Opgeslokt door de PVV

Harry den Olde, fractievoorzitter van de rechtse fractie Partij Vrij Almelo (PVA), werd in 2014 benaderd om samen te werken met de PVV. Toen de PVV daadwerkelijk in de Almelose raad kwam, hebben ze ook een tijdje samengewerkt. ‘We hebben samen wat moties en amendementen ingediend, maar op een gegeven moment kreeg ik het gevoel dat wij werden opgeslokt door de PVV’, vertelt hij.

‘Veel lokale partij zijn in die tijd opgeslokt door de PVV, maar wij vinden dat het belangrijk is om een lokale partij te blijven. Wij gaan overal heen en zijn heel erg betrokken bij de lokale bevolking. De PVV en Stöteler houden zich daar echter niet mee bezig. Ze zijn onzichtbaar voor de lokale bevolking. Tijdens een debat over het nieuwe asielzoekerscentrum in Almelo zei Stöteler dat hij veel bewoners had gesproken, vertelt Den Olde. ‘Maar wij als PVA zijn langs de deuren gegaan en hebben de mensen gesproken. Een merendeel had er geen probleem mee.’

Fractievoorzitter Hans Buitenweg van GroenLinks onderschrijft de kritiek van Den Olde. ‘Het is belangrijk als raadslid om in de samenleving te staan. Dat heb ik bij Stöteler niet gezien’.

Bert Hümmels van de lokale linkse partij Leefbaar Almelo vindt de wijze waarop Stöteler politiek bedrijft gemakzuchtig. Het PVV-raadslid kijkt naar wat Den Haag doet en kopieert dat voor de lokale politiek. ‘Wat er ook speelt, er wordt altijd zo’n draai aan gegeven, waardoor het lijkt alsof een groep de boosdoener is. De PVV weet ook dat je hiermee veel aandacht en steun krijgt. Op dat punt lijkt Stöteler een Europese Wilders, hij weet heel goed de boel te bespelen.’

Volgens de raadsleden is Stöteler tegenwoordig meer bezig met zijn carrière. Volgens Den Olde zorgt dit ook voor een ‘rustigere’ houding richting migratie: ‘In het begin van zijn tijd in de raad pakte hij elke kans om een onderwerp aan migratie en de islam te haken, maar ik denk dat hij nu andere dingen aan zijn hoofd heeft.’

‘Hij blijft een goede prater en manipulator’

‘Wanneer de PVV-fractie haar visie mocht geven over de stad begon Stöteler eerst twee minuten te praten over de islam en wat er allemaal dicht moet in Almelo. Dat is natuurlijk ontzettend onrealistisch, maar dat weet hij zelf ook wel. Hij stond ook er een beetje bij te lachen. Het zal wel een reeks zijn van de grote leider die hij moest aftekenen,’ aldus GroenLinks-fractievoorzitter Buitenweg.

Opvallen in Brussel

Zal Stöteler een goede leider voor de PVV in Brussel zijn? Volgens Buitenweg heeft Stöteler weinig bewegingsvrijheid. ‘Stöteler is niet dom, maar het is wel lastig om eigen keuzes te maken binnen een partij waarin een man alles bepaalt. De rechtse partijen willen vooral de boel ontregelen binnen de EU.’

Volgens Hümmels zou Stöteler in Brussel misschien wel kunnen opvallen. ‘Hij blijft een goede prater en manipulator en zal ook vaak de aandacht trekken met zijn standpunten. Ik denk echter niet dat hij een goede leider zal zijn. Hij heeft wel de slimheid en sluwheid, maar als leider moet je meer hebben dan dat. Hij is vooral een goede misleider.’

Verslagenheid na mesaanval in Mannheim

0

‘Het verlies raakt ons allemaal heel hard en laat ons tegelijkertijd verbijsterd achter’, schrijft de Duitse politie in Mannheim in een condoleancebericht op Facebook. Afgelopen vrijdag vond een mesaanval plaats in de Duitse stad. Op zondag overleed een agent die hierbij betrokken raakte aan zijn verwondingen.

Op het marktplein van Mannheim was een demonstratie aan de gang van de islamofobe beweging Pax Europa onder leiding van Michael Stürzenberger toen een man met een mes meerdere mensen aanviel. Stürzenberger raakte gewond aan zijn gezicht en been, maar is niet in levensgevaar. De 29-jarige politieagent die hem wilde beschermen, bezweek gisteren aan zijn verwondingen.

Het onderzoek naar de motieven van de dader, een 25-jarige Afghaan die in Duitsland woont, is nog gaande. Magazine der Spiegel vermoedt dat het om een ‘islamistische gemotiveerde’ terreuraanslag gaat.

Ook in Nederland zijn mensen geschokt door de gebeurtenissen in Duitsland. ‘Ik blijf naar zijn gezicht kijken’, schrijft burgemeester Marianne Schuurmans (Haarlemmermeer) op Facebook. ‘Hij is bijna even oud als mijn zoon. Zijn moeder, vader, partner, mogelijk kinderen, overige familieleden en vrienden hebben vandaag gehoord dat hij er niet meer is. Hij komt niet meer thuis.’

Er is grote boosheid over de aanval in de Duitse politiek. De minister van Binnenlandse Zaken Herbert Reul (CDU) eist een hardere aanpak van de zogenoemde ‘messencriminaliteit’. Minister van Financiën en FDP-leider Christian Lindner wil meer toezicht op de gedragingen van islamisten. ‘We moeten ons consequent verdedigen tegen islamistisch terrorisme, en we zullen ook de veiligheidsautoriteiten financieel versterken. Geen valse tolerantie meer’, zei hij tegen Bild.

Verkiezingen in India: ‘Moslims zien geen uitweg meer’

De Vlaamse journalist Gie Goris onderzoekt in zijn nieuwe boek India: De onzichtbare gigant hoe het land een steeds grotere rol speelt op het wereldtoneel. ‘Wij hebben India veel te lang onderschat.’

Gie Goris is in de Vlaamse journalistiek bekend als voormalig hoofdredacteur van MO*magazine en als iemand die nu al meer dan drie decennia het belang van mondiale journalistiek bepleit. Met zijn boek wil hij lezers in de Lage Landen bekendmaken met de nieuwe grootmacht in Azië.

Gie Goris. Beeld: Jef Van Eynde

Goris reisde eind jaren tachtig voor het eerst naar India om daar met de lokale bevolking in contact te komen en meer over de politieke ontwikkelingen te leren. Sindsdien bezocht hij regelmatig het land, dat bekend staat als de grootste democratie ter wereld maar van mensenrechtenorganisaties steeds vaker kritiek krijgt. Voor zijn boek ging Goris met tientallen Indiërs in gesprek over de vraag wat hun land betekent voor de wereldpolitiek en onderzocht hij hoe het hindoe-nationalisme steeds meer grip op de maatschappij krijgt. 

Op 19 april is de grootste landelijke stembusgang ter wereld van start gegaan in India. Op dinsdag 4 juni wordt de uitslag bekendgemaakt. De belofte van de drie concurrerende leiders in India – de extreemrechtse premier Modi, de seculiere leider Rahul Gandhi en de minder bekende Arvind Kejriwal – is om er voor de gewone Indiërs te zijn. Terwijl veel journalisten in India met lede ogen toekijken hoe premier Modi blaakt van zelfvertrouwen, ziet zijn oppositie deze verkiezingscampagne als een laatste mogelijkheid om het seculiere India te redden.

Hoe wordt de nationalistische Modi door de gewone man in India ontvangen? Zien ze hem als een held?

‘Tijdens zijn verkiezingscampagnes wil Modi het Indiase volk ervan overtuigen dat hij de gewone Indiër, die zich door de elitaire en seculiere Congress-partij in de steek gelaten voelde, wil steunen. Er worden veel bijstandsbeloften gedaan om de armere laag te helpen. Toch zag ik tijdens mijn gesprekken met de lokale bevolking eigenlijk geen verandering in hun leefsituatie. De lonen van de afgelopen tien jaar zijn bijvoorbeeld nauwelijks toegenomen, ondanks het feit dat de Indiase economie wel gegroeid is. 

‘Ik kreeg niet het gevoel dat de extreme armoede achter de rug was’

‘Volgens aanhangers van Modi zouden de armoedecijfers omlaag zijn gegaan, maar toen ik de dorpen in India bezocht, kreeg ik niet het gevoel dat de extreme armoede achter de rug was. De Modi-regering beloofde bijvoorbeeld meer sanitaire voorzieningen voor de armen,  ik zag weinig toiletten in de dorpjes. Ook hebben veel huizen geen elektriciteit, iets dat partijleden van Modi hadden beloofd te regelen. Er is wel degelijk vooruitgang geboekt, maar minder dan de regering stelt. Anderzijds zullen de problemen van de meerderheid in India niet plots verdwijnen als de verkiezingen een andere regering zouden opleveren.’

De Indiase regering houdt de realiteit van het gewone volk dus achter voor de buitenwereld?

‘De BJP-partij wil inderdaad een imago creëren van een partij die er voor het gewone volk is, maar handelt daar niet naar. Het gevoel van veel mensen – economen, activisten, journalisten en academici – is dat dit een zoveelste poging is van de regering om met de cijfers over armoede en werkgelegenheid te rommelen, waardoor het plaatje van de Indiase samenleving veel hoopvoller oogt dan in werkelijkheid het geval is. De boeren die ik sprak zijn uiterst ontevreden over de gang van zaken in het land, al blijven ze wel positief over Modi zelf.

‘In 2020 en 2021 hebben Indiase boeren maandenlang geprotesteerd tegen nieuwe wetten die hun inkomens en toekomstperspectieven nog onzekerder maakten dan ze al waren. De BJP heeft dus misschien de meerderheid in het parlement, maar je mag niet vergeten dat ze tijdens de verkiezingen in 2019 niet meer dan 37 procent van de stemmen haalden. Dat betekent dat de overgrote meerderheid niet op de BJP stemde.’

Toch blijkt dat tijdens de huidige verkiezingen Modi opnieuw heel populair is. Hoe is dit te verklaren?

‘De grote kracht van de BJP, en dit geldt zowel voor de lagere als de hogere klassen, is een soort belofte op meer waardigheid van het land en meer erkenning vanuit het Westen voor het unieke belang van de geschiedenis van Bharat – de Sanskrietnaam voor India die ook verwijst naar de antieke hindoebeschaving van het land. Zodat het Westen het land zal erkennen als een soort hindoe-natie. Daarin verpakt zit de belofte dat elke Indiër een waardig persoon is. Bij veel Indiërs, voornamelijk die van de hogere klassen, heerst nogal het gevoel dat de seculiere partijen – die nu de oppositie van Modi vormen – deze waardigheid teniet hebben gedaan. En daar speelt Modi tijdens zijn verkiezingscampagne heel slim op in. 

Cover van INDIA De onzichtbare gigant

‘Je hebt een duidelijk kiezerspubliek van de BJP. Dat zijn in de eerste plaats de Indiërs van de stedelijke middenklasse. Tijdens gesprekken met boeren, arbeiders en andere armere Indiërs gaat het zelden over hindoe-nationalisme. Zij zijn meer bezig met brood- en boterproblemen: voldoende eten, een eigen dak boven het hoofd, veiligheid, werk, onderwijs. Dat is anders bij Indiase moslims. Bij hen merkte ik wel wanhoop. Ze zien geen uitweg meer.’

Wat is de plek van de moslim in het toekomstbeeld dat Modi voor India heeft? 

‘Hier zijn de aanhangers van de BJP heel onduidelijk over. Naar buiten toe, dus naar de westerse journalisten, houdt de BJP een inclusief plaatje voor waarin alle Indiërs van elke religie een plek hebben in een zogenaamde Hindu rashtra (Hindu natie, red.). Maar wie kritisch doorvraagt krijgt toch een heel ander discours te zien.

‘Ik sprak bijvoorbeeld met de ondersecretaris van de Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS), een Indiase vrijwilligersbeweging met een rechtse en paramilitaire kern die gelieerd is aan de BJP. Hij vertelde dat moslims en christenen een volwaardig deel mogen uitmaken van een Hindu Rashtra. Zijn verhaal was namelijk dat de term hindoe in eerste instantie, door de geschiedenis heen, niet een religieuze betekenis had maar eerder verwijst naar iemand die ten oosten van de Indus-rivier woonde. Een voorwaarde om onderdeel uit te maken van deze hindoenatie is dat de moslims en christenen erkennen dat zij afstammelingen zijn van hindoes en erkennen hoe belangrijk de hindoecultuur voor het Indiase landschap is. Van moslims wordt ook verwacht dat zij erkennen dat binnen een hindoenatie de hindoegod Ram belangijker is dan het geloof dat zij zelf aanhangen.’

Een inclusieve hindoenatie? Worden niet-hindoes hier niet bij voorbaat al buitengesloten?

‘Door Indiase BJP-leden worden er redelijk weinig doekjes om gewonden dat India het land is voor de hindoes. Zeker naar de lagere klassen toe heeft de BJP de boodschap dat zij voortaan kunnen rekenen op steun, en dat deze steun niet langer naar moslims zal gaan. Zo werd tijdens een verkiezingscampagne in een belangrijke deelstaat in het noorden van India duidelijk gezegd dat dit een campagne was van tachtig procent tegenover twintig procent; die tachtig procent dat zijn de hindoes en de rest zijn de moslims. Wat de campagne van de BJP zo aanlokkelijk maakt, is het verhaal dat de seculiere partijen, die voor Modi lange tijd de macht hadden, de banen van de lagere klassen afpakten en deze gaven aan de moslims. Volgens Modi zouden moslims dankzij de seculiere leiders allerlei privileges krijgen, waardoor het gewone hindoe-volk het altijd zwaar te verduren heeft.

‘Wat ik met mijn boek wil laten zien is dat de wil om een hindoenatie te vormen al véél langer bestaat. Dus voordat Modi de macht kreeg in India. Al meer dan een eeuw geleden, tijdens de Britse koloniale overheersing, ontstond het idee dat India allereerst tot de hindoes toebehoort en dat de moslim als tweederangsburger moest worden beschouwd. In historische teksten van hindoe-nationalisten die leefden tijdens de koloniale overheersing staat ook heel duidelijk dat moslims nooit volwaardig Indiërs kunnen zijn omdat zij niet India als een heilig land zien, maar Mekka in Saoedi-Arabië. Volgens de nationalisten zijn de moslims en hun islam bovendien een voortzetting van de vernederingen die de hindoes ondergingen tijdens de islamitische Mongoolse overheersing in India tijdens de Middeleeuwen. Alleen door de moslim als de ‘ander’ te behandelen, konden hindoes sinds de negentiende eeuw een eenheid vormen.’

Waarom waarschuwen mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty voor een stijging in haat- en geweldincidenten tegen religieuze minderheden?

‘Er zijn diverse onderzoeken gedaan waaruit blijkt dat de geweldincidenten tussen moslims en hindoes bijna nooit spontaan ontstaan, maar vanuit de politiek zijn ‘gechoreografeerd’. Dat wil zeggen dat de nationalistische partijen en aanhangers de dodelijke rellen sturen en opzettelijk geweldsuitbarstingen tegen moslims veroorzaken. Bij deze rellen weten de extremisten heel goed welke winkels ze in brand moeten steken en wie ze moeten aanvallen. Daarom beweren veel academici ook, en ik geloof dat dit waar is, dat de geweldincidenten een politieke boodschap zijn van de BJP. Een bekend voorbeeld zijn de Gujarat-rellen in 2002, waar de toen kersverse deelstaatpremier Modi de ordediensten niet inzette ter bescherming van de moslimbevolking. Duizenden moslims kwamen toen om. Sinds Modi de macht heeft in de nationale regering zie je ook steeds vaker dat criminelen en radicale groepen samenwerken met de politie, waardoor het plegen van geweldsincidenten tegen moslims steeds meer makkelijker wordt. 

‘Daarom beweren veel academici dat de geweldincidenten een politieke boodschap zijn van  de BJP’

Daarnaast kreeg India de afgelopen decennia te maken met gewelddadig islamisme, waarvan aangetoond is dat de aanslagen vanuit de Pakistaanse overheid gesteund worden. Een klein deel van de gewelduitbarstingen is hierdoor te verklaren. Moslims in India worden regelmatig verantwoordelijk gehouden voor het geweld. Die toenemende polarisering tussen religieuze gemeenschappen staat in scherp contrast met de aloude cultuur van verdraagzaamheid en syncretisme. Het was in India heel gewoon dat hindoes het Suikerfeest vierden met moslims en moslims op hun beurt worden uitgenodigd voor het hindoefestival Diwali.’

En toch zouden volgens cijfers in India steeds meer moslims op de partij van Modi stemmen. Hoe strookt dit met uw observaties?

‘Het gebeurt inderdaad. En het leert je om in een land als India te accepteren dat het een land is van paradoxen en tegenstellingen. Een verklaring die ik hoorde is dat de sjiitische moslims zich gemarginaliseerd voelen door de soennitische moslims die in India de meerderheid vormen. Daarnaast zijn er feministische moslima’s die de BJP willen steunen omdat de hindoe-nationalisten de mannendominantie binnen de moslimgemeenschap willen aanpakken, hoewel veel andere feministen dit in twijfel trekken.’

Nu heeft volgens Indiase journalisten de BJP alles uit de kast gehaald om de oppositieleiders de mond te snoeren. Welke hoop is er nog voor een inclusief en democratisch India?

‘Het is in elk geval opvallend dat de voorzitter van de oppositiepartij Aam Admi Partij, Arvind Kejriwal, net voor de verkiezingen in de gevangenis is gezet op beschuldiging van betrokkenheid bij corruptie. De ruimte voor kritisch debat, vrije media en autonome organisaties is zeker gekrompen de afgelopen jaren. Maar India heeft zo’n lange en robuuste democratische geschiedenis, en een bevolking die zo uitdrukkelijk op haar diversiteit staat, dat ik geloof in de veerkracht van de democratie. Mensen zijn bezorgd over de huidige ontwikkelingen, maar geven zeker niet op.’

In uw boek benadrukt u dat het cruciaal is voor politici in het Westen om India te begrijpen. Wat betekent India voor het Westen?

‘Dit is de vraag die ik aan veel Indiërs heb gesteld. Voor mijn boek sprak ik vorig jaar meer dan zeventig Indiase schrijvers, journalisten, activisten en leerkrachten die zich kritisch opstellen over de ontwikkelingen in hun land. Wat me opviel was dat als ik deze vraag stelde, alle kritiek op de samenleving plots verdween, en men ineens begon te praten over hoe divers het land is en vooral hoe belangrijk India is voor het wereldtoneel. Ik denk dat dit voor mensen in Europa een eerste indicatie zou moeten zijn om te begrijpen dat we een Aziatische eeuw tegemoet gaan. Meestal zie ik dat mensen zich richten op China, maar men vergeet dat India een opkomende grootmacht is in de wereldeconomie en geopolitiek. Zoals Barack Obama zei: ‘India is no longer an emerging power, it has emerged’ (India is niet langer opkomend, het is opgekomen).

‘Wij in Europa hebben India veel te lang onderschat. Tegen het eind van dit decennium wordt India de derde grootste economische speler ter wereld. Het heeft nu al het derde grootste budget voor militaire uitgaven. Het is de derde grootste uitstoter van CO2. En zo kun je nog een tijdje doorgaan. We moeten, met andere woorden, dringend af van onze koloniale blik op India en het land zien voor wat het in 2024 duidelijk geworden is: een speler van wereldformaat met de ambitie om mee te doen met het vormgeven van de wereld. India kiest voor een multipolaire wereld en wil daarbij optrekken met de EU. India is niet enkel een gigant, het is onze natuurlijke bondgenoot. Omdat we India niet zien, en ook niet begrijpen wat er zich binnen India afspeelt, missen we de kans op een vruchtbare samenwerking.’

India. De Onzichtbare gigant – Lannoo. €29,99. 336 blz. 

Pelgrimstocht naar Mekka weer van start voor moslims

0

Vandaag is een groep Turks-Nederlandse pelgrims vertrokken naar Mekka en Medina voor de hadj, de pelgrimage die moslims maken. 

Dit bericht de Turkstalige Nederlandse website Turkinfo.nl. De hadj vindt dit jaar plaats van vrijdag 14 juni tot woensdag 19 juni. Elk jaar maken twee tot drie miljoen moslims deze pelgrimstocht. Alleen tijdens de coronacrisis waren er veel minder pelgrims.

Voor moslims is de hadj een religieuze plicht. Elke moslim, mits hij of zij voldoende financiële middelen heeft en gezond is, moet de bedevaartstocht naar Mekka en Medina maken.

De hadj is één van de vijf zuilen van de islam, naast de geloofsbelijdenis (shahada), de rituele gebeden (salat), het geven van almoezen aan de armen (zakat) en het vasten tijdens de ramadan (saum).

De hadj vraagt flinke fysieke inspanningen van de deelnemers. Niet alleen de wandelingen rondom de Ka’aba en de Sa’i (waarbij moslims zeven keer heen en weer moeten lopen tussen de twee kleine heuvels van Safa en Marwa), maar ook de tocht naar de berg Arafat waar het heel heet kan zijn.

Duitse voetbalcoach veroordeelt ‘racistische’ opiniepeiling

0

De Duitse bondscoach Julian Nagelsmann is niet te spreken over een opiniepeiling van de Duitse publieke omroep ARD, waarin geënquêteerden werd gevraagd of er meer witte spelers in het nationale elftal moesten spelen. ‘Het is racistisch’, aldus Nagelsmann.

Uit de opiniepeiling van ARD bleek dat 21 procent van de respondenten het eens was met de stelling dat er meer witte spelers in ‘die Mannschaft’ moeten spelen. Nagelsmann vindt deze uitkomst niet fijn, maar ergert zich nog meer aan de enquête an sich. ‘Het is racistisch. Ik vind dat we wakker moeten worden’, reageerde de 36-jarige bondscoach. Hij zei het eens te zijn met de Duitse middenvelder Joshua Kimmich, die eerder al de opiniepeiling als racistisch omschreef. ‘Josh reageerde heel goed, met een zeer duidelijke en doordachte verklaring. Ik zie dit op precies dezelfde manier. Deze vraag is krankzinnig.’

ARD verdedigde zich door te zeggen dat ze deze vraag aan de respondenten hadden voorgelegd, omdat een verslaggever die werkte aan een documentaire over voetbal en diversiteit vaak vragen van mensen kreeg over de samenstelling van het nationale team. ARD zei de uitkomst van de enquête shockerend te vinden, maar ook dat deze uitkomst een uitdrukking geeft aan de maatschappelijke situatie in het Duitsland van vandaag.

De spelers van het Duitse elftal hebben diverse achtergronden. Aanvoerder Ilkay Gündogan heeft bijvoorbeeld Turkse wortels.

Het Westen staat niet boven de wet

Een week is lang in de politiek. En daarmee ook in de journalistiek. Het vooraf schrijven van een column die pas over een week wordt gepubliceerd, brengt dus ook risico met zich mee. Omdat ik tussentijds even weg ben, waag ik het er toch maar op.

Onlangs veranderde Utrecht in een slagveld door massaal geweld van grote groepen voetbalhooligans, bewust op ordeverstoring en vernieling uit. Toen aan de UvA een pro-Palestijnse demonstratie enigszins uit de hand liep was ultrarechts Nederland er als de kippen bij om keihard optreden te eisen. En zodra er maar één iemand met een islamitische achtergrond bijzit, wordt door de Geblondeerde Leider gebruld dat die het land moet worden uitgezet.

En bij de hooligans? Het kan natuurlijk nog komen, maar ik verwacht het niet. Dat stilzwijgen heeft bij de Partij Voor Vreemdelingenhaat namelijk een reden: de meeste hooligans zijn oer-Hollands blank, waarop dus niet het etiket van moslimterrorist te plakken valt. Anders geformuleerd: het betreft hier zíjn potentiële achterban. Ik weet niet in hoeverre hooligans überhaupt naar de stembus gaan – een deel vast niet – maar zo ja, dan acht ik de kans dat ze daar het hokje van de Partij voor de Dieren inkleuren klein.

Maandenlang werd er in Den Haag bij de barbaarse bombardementen weggekeken

Selectieve verontwaardiging: dat probleem begint rechts Nederland ook internationaal parten te spelen. Zie de volledige ontsporing van Israël in antwoord op de bloedige pogrom van 7 oktober, die natuurlijk slechts de zoveelste fase in een al decennia voortdurend conflict vormt, niet het begin. Maandenlang werd er in Den Haag bij de barbaarse bombardementen weggekeken of hooguit handenwringend toegekeken. Pas nu, nu het aantal Palestijnse burgerdoden in een half jaar tijd het aantal Oekraïense uit twee jaar ruimschoots is gepasseerd, schijnt men langzaamaan bij zinnen te komen.

En inderdaad slechts langzaam: wie de uiteenlopende westerse reacties op daden van het Russische, Noord-Koreaanse, Iraanse of Israëlische schurkenregimes ziet, kan zich niet aan de conclusie onttrekken dat in westerse ogen eigen bondgenoten (vrijwel) alles mogen. Juist die zo uiteenlopende reactie onttrekt aan onze pretentie pal voor de internationale rechtsorde te staan, de laatste bodem van geloofwaardigheid.

Durft Brussel – of Washington – eindelijk consequenties te trekken uit het feit dat Benjamin Netanyahu zich van niemand meer iets aantrekt? Zal het overschrijden van de rode lijn waarvan men van tevoren zo hard riep dat die toch echt niet overschreden mocht worden, eindelijk tot sancties leiden? Of blijft het bij loze woorden? Tegen de tijd dat u dit leest weet u daarover meer dan ik op dit moment dat ik het schrijf.

Ik heb mijn twijfels, gezien het westerse commentaar op de zware morele nederlaag die Israël zojuist in twee gremia geleden heeft, die ooit in het leven werden geroepen door vooral westerse steun. Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag heeft in de lopende genocide-aanklacht Israël bevolen onmiddellijk de aanval te staken. Het Internationaal Strafhof, ook in Den Haag, heeft een arrestatiebevel uitgevaardigd voor drie kopstukken van Hamas plus Netanyahu en zijn minister van Defensie.

Daarmee staat het Westen op een essentiële tweesprong. Tot nu toe betroffen dat soort arrestatiebevelen steeds Afrikaanse dictators. Het Westen vond dat prima. Daarna belandde de Russische president Vladimir Poetin op de opsporingslijst. Ook dat stuitte te onzent op weinig bezwaren, van Poetinpraatpaal Baudet afgezien. En nu? ‘Daar is het niet voor bedoeld!’, zo viel al achter de schermen te horen. Toch niet voor iemand ‘van ons’?! Niet alleen Israël zelf kwam weer met het inmiddels obligate gekrijs over ‘antisemitisme’, ook de Amerikaanse president Joe Biden heeft op absurde wijze gereageerd.

Het is juist deze reactie die het Westen in de ogen van de rest van de wereld moreel ongeloofwaardig maakt. Dat staat nu voor de keuze wat men belangrijker vindt: de internationale rechtsorde of de eigengerechtig­heid van Israël. Indien dat laatste, zwijg dan over Poetin.

En dat is ook de keuze waarvoor het komende ultrarechtse kabinet komt te staan. Decennialang verkocht Den Haag zichzelf aan de buitenwereld als Hoofdstad van het Internationaal Recht. Vandaar al die gerechtshoven die rond het Vredespaleis samenklonteren. Dat schept verplichtingen. Het betekent dat als één van de vijf gedaagden de Nederlandse bodem betreedt, die direct in de boeien dient te worden geslagen. Ohne wenn und aber (geen mitsen en maren), zoals dat zo mooi in het Duits heet.