De rapper Nicki Minaj is nog lang niet klaar over haar naar eigen zeggen ‘walgelijke arrestatie’ en ‘racistische behandeling’ op Schiphol, waardoor ze een optreden in Manchester moest cancelen. Ze zou vanwege haar kleur etnisch geprofileerd zijn door de Koninklijke Marechaussee.
Zo meldt Sky News. De marechaussee laat weten dat ze het vervelend vinden dat Minaj zich ‘slecht behandeld’ voelt, maar ontkent alle beschuldigingen over racisme en houdt vol dat ze is opgepakt vanwege drugsbezit. Ze zouden in actie zijn gekomen omdat er strafbare zaken aan het licht waren gekomen. Dit gebeurt volgens hen ‘ongeacht wat je achtergrond is, wie je bent, waar je vandaan komt of waar je naartoe gaat’, aldus een woordvoerder van de marechaussee.
Minaj is het daarmee oneens en claimt dat de gevonden drugs niet van haar was. Ze denkt dat de arrestatie puur te maken heeft met haar ‘zelfverzekerde uitstraling’ in combinatie met haar kleur. De arrestatie zou haar doelbewust een ‘laag gevoel’ hebben moeten bezorgen, wat volgens haar ook gelukt is. ‘Ik heb me in tijden niet zo rot gevoeld’.
Intussen is bekend geworden dat het optreden van Minaj bij Ziggo Dome in Amsterdam ook niet doorgaat.
Het Christelijk Collectief, een pro-Palestijnse christelijke actiegroep, organiseert in zes Nederlandse steden kerkdiensten in de open lucht. Doel is om linkse christenen te mobiliseren voor Gaza.
‘Zes zondagen lang houdt Christelijk Collectief in zes steden vieringen’, aldus het X-account van Kairos Sabeel. ‘We nodigen allen die vinden dat de kerken zich te weinig uitspreken over Gaza uit om hun kerk rechts te laten liggen en met ons te vieren!’
De eerste linkse kerkdienst vindt komende zondag om 11:00 uur in Utrecht plaats in het park bij Lepelenburg. Daarna volgen kerkdiensten in Rotterdam, Zwolle, Groningen, Almere en Den Bosch.
Het Christelijk Collectief is de actietak van de pro-Palestijnse stichting Kairos Sabeel. Drijvende kracht achter het Christelijk Collectief is de linkse, pro-Palestijnse theoloog en journalist Remco van Mulligen, oud-redacteur van de Kanttekening.
Enkele weken terug organiseerde het Christelijk Collectief een sit-in op het partijbureau van de ChristenUnie, om te protesteren tegen de pro-Israëlische opstelling van deze partij.
Ook in de kerken is het Christelijk Collectief teleurgesteld. Remco van Mulligen, die achter het X-account van Kairos Sabeel zit, citeert met instemming de tot de islam bekeerde zangeres Sinéad O’Connor: ‘Take me to church – but not the ones that hurt’ (breng me naar de kerk, maar niet die pijn doen). Van Mulligen: ‘Laten we samen werken aan een kerk die trauma’s geneest in plaats van ze te negeren of zelfs veroorzaken.’
In Wageningen hebben pro-Palestijnse studenten een protestkamp opgezet. De universiteit reageert met gemeenplaatsen en drogredenen, schrijft Joost Jongerden.
Op 15 mei hebben studenten van Wageningen University hun tenten opgezet op de campus om hun eis te onderstrepen voor het verbreken van de banden met onderwijs- en onderzoeksinstellingen in Israël. Het college van bestuur heeft hierop gereageerd met de gemeenplaats van ‘dialoog’ en ‘veilige ruimte’. Onder verwijzing naar academische vrijheid zegt de universiteit een veilige omgeving te willen creëren waar deze tegengestelde opvattingen samen kunnen komen.
Deze reactie van de universiteit is gebaseerd op drie drogredenen.
De eerste drogreden is dat de aard van de academische boycot gaat over het beëindigen van gesprekken. Dat is niet zo. Integendeel, degenen die actief zijn in de campagne voor een boycot van academische instellingen in Israël openen juist ruimte voor discussie en debat — met name over de machtsstructuren die leiden tot het geweld, de onteigening en de verdrijving die we vandaag de dag zien. Dit is een dialoog die zich niet beperkt tot de grenzen van de kolonisator-gekoloniseerde relatie, de beide kanten, maar deze juist ter discussie stelt ten behoeve van een hoger doel: sociale rechtvaardigheid.
De tweede drogreden is dat een dialoog en boycot elkaar uitsluiten. Dat doen ze niet. Het faciliteren van verkenningen van de achtergronden en oorzaken van het geweld, de onteigening en verdrijving die we vandaag de dag zien, kan en moet hand in hand gaan met het nemen van de institutionele verantwoordelijkheid. Dit betekent de organisatorische banden te verbreken met instellingen die betrokken zijn bij illegale bezetting en, binnen de muren van hun instituut, apartheid.
De derde drogreden is het idee dat academische vrijheid een soort vrije keuze is om te doen wat je maar wilt. Dat is het niet. Academische vrijheid is de vrijheid van wetenschappers en studenten om kennis na te streven en kritisch te zijn op dominante perspectieven, zonder inmenging van autoriteiten. Dit is niet het geval in Israël.
´Academische vrijheid is de vrijheid om kennis na te streven en kritisch te zijn op dominante perspectieven´
In haar boek, Towers of Ivory and Steel, toont de Joods-Israëlische auteur Maya Wind overtuigend aan hoe academische instellingen kritiek op de dominante ideologie onderdrukken. Ze laat ook zien hoe kennisinstellingen zijn veranderd in voertuigen van bezetting. Daarbij is de Hebrew University van Jeruzalem een duidelijk voorbeeld. Delen van de campus zijn gebouwd op illegaal bezet land, wat de universiteit verandert in een buitenpost voor de onteigening en verdrijving van Palestijnen.
Het Wageningse college van bestuur blijft relaties onderhouden met Israëlische instellingen in het algemeen, en de Hebrew University van Jeruzalem in het bijzonder, met een beroep op de ‘dialoog’. Daarmee creëert het bestuur een tegenstelling tussen boycot en dialoog die niet bestaat. Het continueren van de relatie dient de academische vrijheid niet, maar draagt het bij aan de schending ervan.
Het argument rond het creëren van een ‘veilige ruimte’ voor iedereen is even problematisch. Natuurlijk, we hebben een ruimte nodig voor kritiek, een veilige ruimte waar mensen zichzelf kunnen uiten, een ruimte waar we veilig uit onze comfortzones kunnen worden gehaald. Maar dat kan ook een ruimte zijn die ideeën uitsluit, ideeën waarin het bestaan van de andere als existentiële bedreiging wordt gedefinieerd. De ruimte wordt veilig, door deze ideeën geen ruimte te geven. Die kijk op de ander als existentiële bedreiging is namelijk een basis waarop ontmenselijking gedijt – de resultaten daarvan zien we vandaag in Palestina.
Edward Said, in een interview met de Israëlische krant Haaretz in 2000, trachtte op gepassioneerde wijze voorbij te gaan aan deze uitsluitende identiteitspolitiek door zichzelf te definiëren als een ‘ware volgeling van Adorno’ en een ‘Joodse Palestijn’. ‘Ik kan geen houding accepteren van jij zult sterven opdat wij kunnen opstaan,’ zei hij.
Het studentenkamp in Wageningen, dat nu zijn derde week ingaat, staat daar in de geest van Edward Said. De protesterende studenten roepen het college van bestuur op om de banden met Israëlische instituten te verbreken om daarmee het leven te omarmen. Niet voor enkelen, maar voor iedereen.
Schijnheiligheid is troef in de wereldpolitiek. Ook als het gaat om soft politics. Europa doet bar weinig voor Turkse journalisten in ballingschap. Ze worden genegeerd en bewust buitengesloten. Dit staat in schril contrast met exiljournalisten uit Rusland en Belarus, die terecht wel worden ondersteund. Hoe komt dit? EU-landen vrezen dat als ze president Erdogan tegen zich in het harnas jagen, hij de vluchtelingen op hen zal loslaten. Bovendien is Turkije NAVO-bondgenoot.
Een collega-journalist in ballingschap, Metin Cihan, onthulde vervolgens een veel groter onrecht: de EU-subsidies, gefinancierd door de Europese belastingbetalers, zijn sinds 2018 op onevenredige wijze toegekend aan Turkse mediaorganisaties en lobbyorganisaties die president Erdogan steunen.
‘Wie financiert de Europese Unie in Turkije? Ik onderzoek dit en opnieuw zie ik hypocrisie’, schreef Cihan op X. Hij ontdekte dat de Turkse staatsomroep TRT, een spreekbuis van Erdogans AK-partij, tot de topontvangers van EU-subsidies behoort. De omroep heeft tot nu toe ongeveer 400.000 euro ontvangen. Een ander voorbeeld is Fahrettin Altun, het hoofd van Erdogans presidentiële communicatieafdeling. Deze man, die verantwoordelijk is voor het massaal censureren van de media, kreeg van de Europese Unie 40.000 euro.
Verder kregen pro-regeringsjeugdfondsen royale subsidies van de Europese Unie, zoals TÜGVA en TÜRGEV (waarbij de zoon en dochter van Erdogan, respectievelijk Bilal en Esra, in het bestuur zitten), IHH (de Stichting voor Mensenrechten en Humanitaire Hulpverlening, een islamitische groep die de omstreden Gazavloot van 2010 organiseerde), ÖNDER (een islamitische vereniging die afgestudeerden van imamscholen vertegenwoordigt), DEK (World Ethnosport Foundation, voorgezeten door Bilal Erdogan), en ENSAR (een islamitische stichting die wordt beschuldigd van grootschalige pedofiliezaken op kostscholen).
Afgezien van deze gongo’s (op de overheid gerichte ngo’s), is er nog een opmerkelijke subsidieontvanger: de SETA-stichting, de denktank van Erdogans AK-partij. Deze stichting is bekend en berucht vanwege vijandige uitlatingen tegen Turkse en Koerdische journalisten in ballingschap in Europa, evenals aanvallen op de westerse media.
‘De lange arm van internationale mediabedrijven in Turkije’ was de titel van een rapport dat SETA in juli 2019 publiceerde. Dit 200 pagina’s tellende rapport noemde veel journalisten die werken voor onder meer BBC, Deutsche Welle, Voice of America en Euronews bij naam. Ook publiceerde SETA screenshots van hun activiteiten op X. Het rapport brandmerkte hen als verraders en suggereerde dat ze buitenlandse agenten waren.
Tientallen journalisten kwijnen weg in Turkse gevangenissen
Cihan toont met zijn onderzoek aan dat SETA in de periode 2023-2026 maar liefst 290.000 euro van de Europese Unie heeft ontvangen voor diverse projecten. TÜGVA kreeg 700.000 euro, DEK ook, en ÖNDER 134.000 euro. Het is een lange lijst. EU-subsidies aan Turkije komen regeringsgezinde media- en lobbyorganisaties ten goede, die de democratische rechtsstaat, de vrije pers en de mensenrechten nou niet bepaald een warm hart toedragen.
‘De fondsen die aan echte ngo’s en media in Turkije worden overgemaakt zijn kruimels, een druppel op de gloeiende plaat’, schreef professor Ceren Sözeri, een expert van de Universiteit van Galatasaray in Istanbul.
Sommigen zullen misschien zeggen: er is toch niets mis met het steunen van ngo’s in het buitenland? Dat argument zou hout snijden, als de situatie in Turkije vergelijkbaar was met die in landen als Griekenland, Portugal of Slovenië. Maar dat is niet zo.
Herinnert u zich Osman Kavala nog? Een vooraanstaande filantroop in Turkije, die zich inzette voor de dialoog. Hij zit al acht jaar achter de tralies. Hij heeft verzwaard levenslang gekregen, alleen maar omdat hij, ja, gewoon zichzelf is. Tientallen journalisten kwijnen weg in Turkse gevangenissen.
In Duitsland gaan nu stemmen om subsidies aan de zogenoemde gongo’s in Turkije kritisch tegen het licht te houden. Een goede zaak. Ik hoop dat in andere EU-landen deze discussie ook aangezwengeld wordt.
Ondertussen doen Turkse journalisten in ballingschap in Europa hun best om het hoofd boven water te houden. Ze willen graag hun beroep, dat ook hun roeping is, blijven uitoefenen. Lukt dat niet, dan kunnen ze binnenkort misschien beginnen met het schoonmaken van de ramen en vloeren van de EU-gebouwen in Brussel. De Europese Unie heeft dan een probleem, omdat er geen betrouwbare nieuwsbronnen over de werkelijke dramatische toestand in Turkije meer zijn.
Tijdens een bezoek van Arabische leiders aan Peking heeft de Chinese president Xi Jinping opgeroepen tot het organiseren van een vredesconferentie voor Gaza.
‘Sinds afgelopen oktober is het Palestijns-Israëlische conflict dramatisch geëscaleerd’, zei Xi. Dit heeft volgens hem geleid tot een verschrikkelijk lijden. ‘De oorlog kan niet oneindig voortduren. Rechtvaardigheid mag niet voor altijd wegblijven.’
Xi pleitte ook voor de vestiging van een onafhankelijke staat én een internationale vredesconferentie die het conflict moet oplossen.
22 Arabische landen nemen deel aan de Arabisch-Chinese conferentie die vandaag van start is gegaan in de Chinese hoofdstad. China wil een actievere rol spelen in het Midden-Oosten om de Verenigde Staten dwars te zitten. Xi pleitte voor een multipolaire wereldorde, waarin de VS niet meer de dominante macht is.
Sinds 7 oktober heeft Israël meer dan 36.000 Palestijnen in Gaza vermoord. Westerse landen, de VS voorop, staan echter nog steeds achter Israël.
Hoewel China verbaal de Palestijnse zaak steunt en gerechtigheid bepleit, heeft het communistische regime in eigen land meer dan een miljoen islamitische Oeigoeren opgesloten in heropvoedingskampen. Ook worden Oeigoerse moskeeën vernietigd door de Chinese overheid en worden Oeigoerse moslims gedwongen om varkensvlees te eten en in sommige gevallen gesteriliseerd.
De leider van de ultrarechtse partij Reform UK Richard Tice roept op tot een schoonmaakactie onder Turkse kapsalons omdat er witwaspraktijken zouden plaatsvinden in de cash-only winkels.
De politicus levert geen bewijs voor de beschuldiging, zo meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye. De aanname werd door Tice geuit in een bericht op X, waarin hij stelt dat men bang is dat er drugsgeld wordt witgewassen, aldus de politicus.
In een andere post klaagt hij dat de politie en lokale autoriteiten niks doen. Ze zouden ‘onbewust en incompetent’, ‘bewust en corrupt’ of ‘gewoon bang’ zijn.
Middle East Eye meldt dat Turkse kapsalons een herkenbaar fenomeen zijn geworden in het Britse straatbeeld. Ook zouden ze populair zijn, omdat Turkse kappers ‘uitmuntende kwaliteit’ en service bieden en overweg kunnen met verschillende haarstijlen.
De voormalige directeur van de Israëlische geheime dienst (Mossad), Yossi Cohen, zou een aanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) heimelijk onder druk hebben gezet om het onderzoek naar Israëlische oorlogsmisdaden op te schorten. Zo heeft the Guardianonthuld op basis van verklaringen van anonieme Israëlische bestuurders.
De aanklager van het Internationaal Strafhof, Fatou Bensouda, zou in een serie ontmoetingen met het hoofd van de Israëlische geheime dienst onder druk zijn gezet om af te zien van het onderzoek naar Israëlische oorlogsmisdaden.
Het ICC deed al sinds 2021 onderzoek naar oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in bezette Palestijnse gebieden. Vorige week cumuleerde dit in een verzoek om een arrestatiebevel – van Hamas-kopstukken, de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de minister van Defensie Yoav Gallant.
In afgelopen jaren heeft Cohen zich persoonlijk met de zaak bemoeid. Dit zou zijn geautoriseerd door ‘seniore’ bestuurders uit Israël, omdat het Hof een bedreiging zou vormen voor Israëlisch militair personeel, aldus een anonieme Israëlische bestuurder die the Guardian heeft gesproken.
Volgens een andere Israëlische bestuurder zou Bensouda ingekapseld moeten worden om haar uiteindelijk te laten werken voor Israëlische belangen. Weer een andere bron vertelt dat Cohen destijds heeft geopereerd als Netanyahu’s ‘officieuze loopjongen’.
The Guardian heeft binnen het Internationaal Strafhof navraag gedaan naar de druk die vanuit Israël is uitgeoefend. Vier bronnen binnen het Hof bevestigen dat Bensouda onder druk is gezet, en dat zij daar melding van heeft gemaakt aan een kleine groep van seniore ICC-aanklagers.
Hoogleraar internationaal strafrecht Göran Sluiter vertelde vorige week bij Buitenhof dat de kans groot is dat er ook een daadwerkelijk arrestatiebevel wordt uitgevaardigd tegen de Israëlische premier en minister van Defensie.
Tzachi Hanegbi, de nationale veiligheidsadviseur van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, zegt dat de oorlog in Gaza nog wel tot eind 2024 kan duren.
‘De gevechten in Gaza zullen nog minstens zeven maanden aanhouden’, zei Hanegbi op de Israëlische radio KAN. Hij zei ook dat het Israëlische leger nu 75 procent van de bufferzone langs de grens tussen Gaza en Egypte onder controle heeft, terwijl militairen de zuidelijke stad Rafah blijven aanvallen.
Dinsdag zei een woordvoerder van het Israëlische leger dat Hamas op een ‘zeer gerichte’ manier wordt bestreden in de stad, waar meer dan een miljoen Palestijnen naartoe zijn gevlucht. Bij Israëlische aanvallen op Rafah zijn tientallen burgers omgekomen, waaronder vrouwen en kinderen. Afgelopen zondag werd een vluchtelingenkamp aangevallen, waarbij sommige slachtoffers levend zijn verbrand. Netanyahu zei later dat deze aanval een fout was.
Is de Nederlandse democratie in gevaar nu? Historicus Robin te Slaa maakt zich zorgen. ‘De parlementaire democratie is onlosmakelijk verbonden met de rechtsstaat, waarvan de PVV-leider de fundamenten dolgraag wil slopen.’
Het nog niet aangetreden kabinet van beoogd minister-president Dick Schoof leunt op een coalitie van drie protestpartijen: PVV, NSC en BBB. De PVV is niet alleen de grootste van de drie, maar ook de radicaalste.
Protestpartijen bestaan in Nederland sinds de invoering van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging in 1917. Sommigen van deze partijen, waaronder de Rapaille Partij, hadden een link met het fascisme. Historicus Robin te Slaa schreef hierover een fascinerend boek, De Rapaille Partijen, met een belangrijke boodschap voor nu.
De parlementaire democratie bestaat nu amper honderd jaar. Er was aanvankelijk veel weerstand tegen parlementaire politiek. Waarom?
‘Met het nieuwe systeem was nog niet iedereen vertrouwd. En niet alle partijen waren voorstander van het algemeen kiesrecht. Het stelsel van evenredige vertegenwoordiging, dat in 1917 het districtenstelsel verving, zorgde voor een getrouwe afspiegeling van de politieke opvattingen die leefden onder het electoraat. Het zorgde echter ook voor een toename van het aantal partijen in de Tweede Kamer omdat het veel gemakkelijker was geworden om één of meer zetels te behalen. Het gevolg was een politieke versplintering in de Kamer die de politieke besluitvorming niet altijd ten goede kwam.
‘Het stelsel van evenredige vertegenwoordiging had bovendien als neveneffect dat partijbestuurders een steeds dominerendere rol gingen spelen. Zij bepaalden wie er op de kieslijst kwam en waren natuurlijk genegen om te kiezen voor loyale partijgenoten. Dit had vervolgens weer zijn weerslag op hoe er door burgers tegen politici werd aangekeken.
‘Het stelsel van evenredige vertegenwoordiging, dat bedoeld was om het parlementaire stelsel verder te democratiseren, droeg er dus opmerkelijk genoeg toe bij dat de klachten over het functioneren van het democratische bestel en ‘de politiek’ flink toenamen.’
Uit welke hoek kwam deze weerstand?
‘Deze weerstand liep door verschillende klassen, standen en partijen heen. Het werd in de pers vooral verwoord door veel gelezen dagbladen als de Telegraaf en de Nieuwe Courant. Maar ook liberale tijdschriften als de Groene Amsterdammer en kranten als het Algemeen Handelsblad klaagden over de geesteloze debatten, de gezapige verkiezingscampagnes en de dominerende posities van de partijbesturen. Zij weten die voor een belangrijk deel aan het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
‘Je zou daartegen ook kunnen stellen dat er eigenlijk nog geen volgroeide democratische cultuur bestond in ons land. Het grootste deel van het electoraat maakte deel uit van een bepaalde levensbeschouwelijke zuil – protestanten, katholieken, socialisten en liberalen – en stemden vrijwel automatisch op de partijen die daarbij hoorden en lazen de kranten van hun eigen zuil. Deze waren dikwijls weinig kritisch waar het hun eigen partijen en politici betrof. Ze droegen hun opvattingen verder uit.’
Was er alleen kritiek op het functioneren van deze democratie (de kleine crisis van de democratie), of ook principiële kritiek op het democratische ideaal an sich (de grote crisis van de democratie)?
‘De meeste partijen op levensbeschouwelijke grondslag aanvaarden de parlementaire democratie aanvankelijk voor een belangrijk deel om pragmatische redenen: het was niet per se hun ideale staatkundige model, maar stelde hen wel in staat om effectief de belangen van de eigen achterban te behartigen. Zo beschouwden bijvoorbeeld sociaaldemocraten de parlementaire democratie in de eerste plaats als een stelsel dat hen in staat stelde het lot van arbeiders te verbeteren dat tegelijkertijd de mogelijkheid schiep om op termijn langs hervormingen het socialisme te verwezenlijken.
‘In de praktijk zie je wel degelijk dat vrijwel alle politieke partijen de geestelijke grondslagen van het parlementaire stelsel en onze rechtsstaat op principiële gronden aanvaarden. Dit blijkt bijvoorbeeld heel duidelijk als zij op basis hiervan in de jaren dertig stelling nemen tegen de NSB.
‘Kritiek was er voornamelijk op het functioneren van de democratie, met name de trage politieke besluitvorming en versplintering in de Tweede Kamer die het gevolg waren van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Als premier uitte Colijn daar in 1937 nog publiekelijk kritiek op. De dreiging die er in de jaren erna uitging van nazi-Duitsland en de bezetting leidde uiteindelijk tot een duidelijke herwaardering van de parlementaire democratie in zijn huidige vorm. Sindsdien geldt deze als onomstreden.’
Het wereldbeeld van Boer Braat
Een van de protestpartijen die in het parlement komt is de Plattelandspartij van Arend Braat. U schrijft dat hij het aanzien van de politiek schaadde. Hoe deed hij dat?
‘Hij deed dat door zijn lompe gedrag in de Tweede Kamer en door zijn van elke nuance verstoken retoriek. ‘Boer Braat’, zoals hij werd genoemd, had geen flauw benul van de parlementaire gebruiken en verdiepte zich al evenmin in de details van het regeringsbeleid.
‘In zijn simplistische wereldbeeld werd het platteland uitgebuit ten gunste van de verkwistende overheid en parasiterende stedelingen. Zo sprak hij ‘over de hetze tegen de plattelandsbevolking’ en ‘het domme Regeeringsintellect’. Het tweede kabinet van de katholieke politicus Ruys de Beerenbrouck (1922-1923, red.) hekelde hij zelfs als een ‘vreedzame Sovjet-regeering’ die ervoor verantwoordelijk was dat ‘het werkzame, nijvere deel der maatschappij tot slaven der werkschuwe elementen werd gemaakt’. Het waren geen alledaagse geluiden op het Binnenhof.
In hoeverre is de Plattelandspartij een voorloper van de BBB?
‘Tussen beide partijen zijn onmiskenbare parallellen aan te wijzen. Ze presenteren zichzelf allebei als buitenstaanders in Den Haag en hebben een verwrongen voorstelling van de werkelijkheid. Daarin zijn het de boeren die verreweg het meeste bijdragen aan de samenleving en is het de overheid die recht tegen de belangen van de boeren in handelt. Het is kortom een karikatuur.
‘Natuurlijk zijn er ook verschillen. De BBB benadrukt veel minder dat er een tegenstelling tussen het platteland en de stad bestaat. Hiernaast is er ook sprake van een hele andere maatschappelijk context. Zo bestond er ten tijde van ‘Boer Braat’ nog geen agro- en bio-industrie en evenmin een stikstofprobleem.’
‘De beroemdste kandidaat was natuurlijk de alcoholistische straatzwerver Had-je-me-maar’
Een andere protestpartij was de Rapaille Partij. Hoe schaadde deze partij het aanzien van de politiek?
‘De Rapaille Partij en haar navolgers, die zich meestal met dezelfde naam tooiden, schaadden het aanzien van de politieke in de eerste plaats door schertskandidaten verkiesbaar te stellen op basis van een onzinnig programma. De beroemdste kandidaat was natuurlijk de alcoholistische straatzwerver Had-je-me-maar. Eenmaal gekozen in vertegenwoordigende lichamen zouden deze kandidaten zich volstrekt onaangepast moeten gedragen en de boel zoveel mogelijk moeten ontregelen. In hun verkiezingsacties en propaganda verkneukelden de Rapaille Partij en haar navolgers zich daar bij voorbaat al over. Zij maakten hierin ook een persiflage van ‘de politiek’ en parlementaire democratie. Het enige wat Kamerleden en andere volksvertegenwoordigers volgens hen dreef was persoonlijk gewin en het in stand houden van het kapitalisme. Dit speelde zich voornamelijk af in de vroege jaren twintig, waarin politiek grotendeels nog een zaak van deftige notabelen was.’
Was de Rapaille Partij een succes?
‘De verkiezingsstunt met Had-je-me-maar kan in verschillende opzichten als een succes worden beschouwd. Ten eerste electoraal. De lijst waarop Had-je-me-maar bovenaan prijkte, kreeg bij de Amsterdamse gemeenteraadverkiezingen maar liefst 14.246 stemmen, oftewel 5,2 procent. Niet alleen hij, maar ook de nummer twee werd gekozen. De actie bracht tot tevredenheid van de initiatiefnemers een geweldige beroering te weeg bij de pers, het publiek en de politiek. Vrij breed bestond de vrees dat ook andere volstrekt onhandelbare types zouden worden gekozen in vertegenwoordigende lichamen.
‘Had-je-me-maar zag echter af van zijn raadszetel en de nummer twee, de anarchistische straatcolporteur Bertus Zuurbier, beperkte zich in de gemeenteraad tot een incidentele kwinkslag, maar leverde vrijwel geen enkele inhoudelijke bijdrage.
‘Bij de Tweede Kamer verkiezingen in 1922 hoopte de Rapaille Partij op vier zetels, maar er werden ruim drieduizend stemmen minder gehaald dan bij de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen. Het was kortom een gênant fiasco. Slechts in een paar plaatsen, waaronder Rotterdam en Haarlem, werden hierna nog een enkele vertegenwoordiger van de lokale Rapaille Partij in de gemeenteraad gekozen.
‘Het verschijnsel ‘Rapaille Partij’ leek uiteindelijk het meeste op een ballon die snel heel hoog stijgt en vervolgens leegloopt. De parlementaire democratie had deze onvoorziene uitdaging met glans doorstaan.’
Aantrekkingskracht van het fascisme
Een van de drijvende krachten achter de Rapaille Partij was de anarchistische kunstenaar Erich Wichmann. Hij werd later fascist. Waarom?
‘In tegenstelling tot andere drijvende krachten achter de Rapaille Partij was Erich Wichman geen anarchist. Hij wilde met de verkiezingsactie voor Had-je-me-maar ook het algemeen stemrecht an sich belachelijk maken. Mensen waren volgens hem niet gelijkwaardig en verdienden dus ook niet allemaal dezelfde rechten. De grote massa was in zijn optiek onbekwaam om haar eigen vertegenwoordigers te kiezen. Democratie was dus in beginsel al fout.
‘Wichman was al vroeg in zijn leven beïnvloed door de antiliberale en antidemocratische denkbeelden van de hegeliaanse filosoof Gerard Bolland, de wijsgeer Friedrich Nietzsche en de grondlegger van het futurisme Filippo Tommaso Marinetti. In mijn boek ga ik in op deze invloeden en laat ik zien dat er in de opvattingen van Wichman over de jaren heen een grote mate van continuïteit bestond. In het vroege fascisme, dat onder andere ook door de denkbeelden van Nietzsche en het futurisme waren beïnvloed, herkende hij veel van zijn eigen opvattingen.
‘Het bijzondere van de verkiezingsactie voor Had-je-me-maar en de oorspronkelijke Rapaille Partij is dat er sprake was van een monsterverbond tussen extreemlinkse anarchisten en Wichman, die er extreemrechtse opvattingen op nahield.’
Had-je-me-maar, de Amsterdamse zwerver die raadslid werd, 1921. Beeld: Nationaal Archief
Het fascisme oefende een sterke aantrekkingskracht uit op nogal wat Nederlanders in de jaren twintig. Wat maakte het fascisme zo interessant?
‘De opmerking dat het fascisme in de jaren twintig een sterke aantrekkingskracht uitoefende op veel Nederlanders, vraagt om enige nuancering. De eerste fascistische partij hier – het Verbond van Actualisten – behaalde bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1925 slechts 2253 stemmen, ofwel 0,07 procent van het totaal.
‘Twee jaar later kozen de lezers van het liberale Algemeen Handelsblad bij een enquête in oktober 1927 Mussolini tot de op een na grootste figuur van zijn tijd. Dit duidt erop dat veel Nederlanders hem als een kundig en geschikt leider beschouwden voor een land als Italië, maar niet het fascisme wilden invoeren. Pas in de jaren dertig kregen partijen die dat nastreefden hier werkelijk aanhang van enige betekenis.’
‘Veel Nederlanders beschouwden Mussolini als een kundig leider’
Waarin verschillen de fascistische partijtjes uit de jaren twintig van de in 1932 opgerichte NSB van Anton Mussert?
‘Allereerst was de NSB veel beter en hechter georganiseerd dan haar voorgangers en concurrenten. Duizenden leden kregen bovendien een functie met een fraai klinkende titel die hen een gevoel van eigenwaarde gaf. Dat was een psychologische factor van niet te onderschatten belang. Leden werden ook voortdurend bij de activiteiten van de beweging betrokken. De NSB had hiernaast een duidelijke politieke stijl met massabijeenkomsten, uniformen en vlaggen die velen aansprak.
‘Anton Mussert genoot bovendien een gunstige reputatie als hoofdingenieur van de Provinciale Staten van Utrecht en hij had naam gemaakt in nationalistische kringen in de jaren twintig als initiatiefnemer en secretaris van het Nationaal Comité van Actie tegen het Verdrag met België. Hoewel de NSB-leider weinig charismatisch was, stak hij gunstig af bij veel andere fascistenleiders, zoals bijvoorbeeld Jan Baars, die het fascisme op dezelfde rumoerige wijze aanprees als voorheen zijn koopwaar op de markt.
‘Ten slotte verkondigde de NSB vanaf haar begin een revolutionair-utopische ideaal waarvan een mobiliserende aantrekkingskracht uitging. Dit was het ideaal van de klassenoverstijgende en solidaire volksgemeenschap. Dit gold niet alleen als alternatief voor het moeizaam functionerende parlementaire stelsel en het ontspoorde kapitalisme, maar ook als alternatief voor het marxisme.
‘Onder bekoring van fascistisch Italië werd het ideaal van de volksgemeenschap aanvankelijk vooral geassocieerd met de corporatieve staat, maar in de loop van de jaren dertig kreeg het door de invloed van het nazisme steeds meer de vorm van een etnisch homogeen Groot-Nederland.’
Protestpartijen van nu
Als we de jaren twintig van de vorige eeuw vergelijken met die van nu: wat zijn de belangrijkste overeenkomsten tussen de protestpartijen van toen, met die van thans?
‘Een belangrijke overeenkomst is dat protestpartijen vinden dat de belangen van bepaalde maatschappelijke groepen, bijvoorbeeld boeren, of zelfs van het volk in zijn geheel, zoals populisten verkondigden, bewust worden veronachtzaamd door de gevestigde partijen en het politieke establishment. Hun politiek boodschap en streven staat hierbij vrijwel volledig in dienst van deze eenzijdige visie. Een andere overeenkomst is dat verreweg de meeste protestpartijen opereren binnen de kaders van het parlementaire stelsel.’
En wat zijn de belangrijkste verschillen?
‘Een belangrijk verschil is dat de protestpartijen van toen slechts één of twee zetels behaalden en geen werkelijke politieke invloed uitoefenden, terwijl de belangrijkste protestpartijen nu deel gaan uitmaken van het kabinet en grotendeels de politieke agenda bepalen. De twijfelachtige houding van de grootste protestpartij – de PVV – tegenover de parlementaire democratie wekt verontrusting.’
‘Wilders is een aanhanger van de racistische omvolkingstheorie’
Hebben we in Nederland, nu de PVV de grootste partij is en de leiding neemt in de nieuwe coalitie, te maken met een grote crisis van de democratie?
‘Als politieke partij opereert de PVV ogenschijnlijk binnen de wettelijke kaders van het parlementaire stelsel. Tegelijkertijd ondermijnt Wilders met zijn uitlatingen over ‘nepparlement’, ‘totaal gestoorde D66-rechters’ en journalisten als ‘tuig van de richel’ welbewust en al jarenlang het vertrouwen in de parlementaire democratie.
‘Bovendien is parlementaire democratie onlosmakelijk verbonden met de rechtsstaat waarvan de PVV-leider de fundamenten dolgraag wil slopen. Het basisprincipe van de rechtstaat is dat alle burgers gelijke rechten hebben en dat die door de staat worden beschermd. De PVV wil een hele grote groep burgers bepaalde grondrechten ontnemen en daarmee degraderen tot tweederangsburgers. Last but not least, Wilders is een aanhanger van de racistische omvolkingstheorie. In 2011 verklaarde hij letterlijk voor de rechtbank: ‘Door heel Europa vechten de multiculturalistische elites een totale oorlog uit tegen hun bevolkingen, met als inzet de voorzetting van de massa-immigratie, uiteindelijk resulterend in een islamitisch Europa – een Europa zonder vrijheid: Eurabië.’
‘Het feit dat de PVV de grootste partij is geworden en dankzij de bereidwillige houding van andere partijen, waaronder een liberale partij, de leiding neemt in een nieuwe coalitie, lijkt erop te duiden dat Nederland balanceert op het randje van een grote crisis van de democratie. Ook als Wilders er niet in slaagt om de discriminatoire bepalingen uit zijn partijprogramma te verwezenlijken, kan dat niet verhullen dat met het salonfähig maken van deze abjecte politicus een morele grens is overschreden.’
Robin te Slaa, De Rapaille Partijen – Antipolitieke sentimenten 1918-1931, Boom uitgevers, 448 blz., €32,90.
Na maanden onderhandelen ligt er eindelijk een regeerakkoord op tafel. Hoe kijkt ons panel naar de politieke ontwikkelingen? Voelt Nederland nog wel als hun land met een extreemrechtse partij in het kabinet?
Ahmed Abdillahi, postbezorger
‘Nee, Nederland voelt echt niet meer als mijn land. Ik snap dat er veel onvrede is in de samenleving. Dat heeft te maken met de stijgende kosten voor levensonderhoud, een zorgverzekering die bijna niet meer te betalen is en de permanente huisvestingscrisis. Maar om dit allemaal in de schoenen van nieuwkomers, statushouders en migranten te schuiven, dat gaat echt te ver.
‘Ja, de crisis raakt de gemiddelde Nederlander, wiens kinderen ook niet meer een huis kunnen vinden. En we weten dat in tijden van crises vreemdelingenhaat komt bovendrijven. Maar wat los je hiermee op? De vluchtelingen hebben er toch niet voor gezorgd dat er minder huizen worden gebouwd? Het is verschrikkelijk om vreemdelingen daar de schuld van te geven, zij kunnen er niks aan doen. Het wordt niet opgelost, zoals extreemrechts redeneert, wanneer de nieuwkomers allemaal verdwijnen. Hoe kun je dat van mensen in nood, die voor oorlog en geweld zijn gevlucht, verwachten? Ongelofelijk, dit is niet meer het land waar ik ooit als vluchteling ben gekomen. Dit kan zo niet langer. Het land wordt langzaam de nek omgedraaid, door extreemrechts. Tijd voor actie.’
‘Dit is niet meer het land waar ik ooit als vluchteling ben gekomen’
Mostafa Hilali, militair
‘De mooie woorden in het regeerakkoord geven mij een dubbel gevoel. Hoop, lef en trots. Prima, maar voor wie dan? Het lijkt me met de trackrecords van de PVV en BBB geen inclusief, klimaatvriendelijk en pro-Europees verhaal. Maar als we die discussie even parkeren, dan blijken al die beloftes van minder zorgkosten ook nog eens een wassen neus. Het eigen risico gaat pas na drie jaar omlaag. Hebben we dan nog wel een kabinet? Uiteindelijk zullen mensen toch meer zorgkosten moeten ophoesten, omdat de premies omhoog zullen gaan, want de zorgkosten verdwijnen niet zomaar als je het eigen risico verlaagt. Die zullen worden gemaakt in een vergrijzend land. Dan kan je incidenteel misschien minder eigen risico betalen, maar structureel gaan we er allemaal op achteruit.
‘Met andere woorden, het regeerakkoord roept veel meer vragen op dan het oplossingen biedt. Je kunt wel trots zijn op een Nederland uit de jaren vijftig, toen iedereen nog stamppot at en vrouwen minder rechten hadden, maar we leven in 2024. We hebben een modern regeerakkoord nodig. Geen nostalgische prietpraat.’
Leontine Vreeke, salesmanager
‘Nederland voelt nog steeds als mijn land, ondanks een extreemrechtse partij in het kabinet. En juist nu is het belangrijker dan ooit om te laten horen en zien voor welke normen en waarden Nederland staat. Wie ook Nederlands is. Teveel mensen houden zich stil. Teveel mensen zijn niet naar de stembus gegaan. Dit moet echt anders. Als iedere stemgerechtigde zou stemmen en voor de eigen belangen zou opkomen, dan hadden we nooit dit kabinet gehad.
‘Dit nieuwe kabinet heeft kiezersbedrog gepleegd. Als je kijkt naar de bezuinigingen op het onderwijs, op preventie in de zorg, het terugdraaien van de verhoging van het minimumloon en naar de tegenstrijdigheden die in het beleid zitten als het bijvoorbeeld gaat om Europa, migratie en het milieu, dan kun je niet anders dan concluderen dat de kiezers van dit kabinet veel verloren hebben. Net als de rest van Nederland. Het enige goede aan dit kabinet? Een deel van de mensen is wakker geworden en meldt zich massaal aan als lid bij meer linkse en progressieve partijen zoals GroenLinks-PvdA en D66.
‘Ik hoop dat de oppositie, de Eerste Kamer en vooral het volk van zich laten horen. Opdat dit coalitieakkoord geen werkelijkheid wordt en dit kabinet bij elke stap weerstand tegenkomt. Dat ze maar mogen struikelen.’
Ibrahim Özgül, ondernemer en bestuurder
‘Ik houd mijn hart vast met dit nieuwe kabinet. De eerste uitspraken van politici zoals Mona Keijzer – die een bijna directe link legt tussen antisemitisme en de islamitische cultuur – vind ik walgelijk. Heeft ze de geschiedenis van haar eigen land er weleens op nagelezen? De Holocaust heeft zich mede in Nederland voltrokken. Voor een tientje gaven Nederlanders hun eigen Joodse buren aan bij de Duitse bezetter, die hen daarna op transport hebben gezet. Ze moesten zelfs hun eigen treinkaartje bij de NS betalen. Ongelofelijk in wat voor nachtmerrie we zijn beland. Ik hoop dat de VVD en NSC snel een einde maken aan dit extreemrechtse avontuur. Ik weet niet of dat met de huidige bestuurders van de VVD en NSC gaat lukken. Ze lijken een pesthekel aan links en buitenlanders te hebben.’
‘Laten we optimistisch wachten op de zon van Wilders die weer over Nederland zal schijnen’
Ruben Arnhem, docent
Foto: Ruben Arnhem
‘Die hele angst voor, volgens sommigen, extreemrechts vind ik nogal overdreven. Allereerst is het de vraag of wij echt extreemrechtse partijen hebben. Een verlaging van het eigen risico vind ik heel sociaal en links. Daar word ik als rechtse rakker niet blij van. Ik bestempel dit nieuwe kabinet meer als rechtsconservatief met een vleugje midden door NSC. Het volk heeft hierom gevraagd. Net als in vele andere landen in de wereld, is het volk klaar met links, woke, de regenbooglobby en klimaatgedram. Mensen willen gewoon werken, voldoende overhouden van hun salaris, in een veilige omgeving wonen, genieten van een biefstukje en een all inclusive vliegvakantie naar Alanya. Bemoeienis en opdringerig gedrag van links werkt alleen averechts. Laten we optimistisch wachten op de zon van Wilders die weer over Nederland zal schijnen. Ik kijk er in ieder geval naar uit.’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.