16.4 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 167

Palestijnse smeekbede is aan dovemansoren gericht

0

In de film No Other Land, vertoond op het Haagse Movies that Matter Festival, zien we vijfennegentig minuten lang de afbraakwoede van de Israëlische staat. De Palestijnen zijn veroordeeld tot een leven van strijd voor hun bestaansrecht. We zien hoe hun huizen keer op keer worden platgegooid. Hoe het Israëlische leger met papiertjes komt met daarop vonnissen van hun rechters, die met hun wetten hebben bepaald dat deze Palestijnen niet meer daar mogen wonen. We zien Palestijnen schreeuwen tegen de Israëlische soldaten en vragen hoe zij het zouden vinden als iemand hen komt vertellen dat hun dorpje vanaf nu illegaal is. De soldaten schreeuwen terug dat ze hun werk gewoon doen en dat de Palestijnen zich bij de Israëlische bevelen moeten neerleggen, want mahkama, het Israëlische recht, heeft gezegevierd. En zo wordt, dag na dag, het leven uit de Palestijnen gezogen.

Het verstikkende karakter van de Palestijnse realiteit deed denken aan een voorval in de film The Mother of All Lies, die ook draaide op het filmfestival. Filmmaker Asmae El Moudir met haar familie en buren teruggaat naar een traumatische dag in hun gedeelde verleden: 20 juni 1981. De broodrellen in Casablanca in Marokko. De opstand werd hard neergeslagen door het leger, dat in het wilde weg schoot. De straten waren bezaaid met lichamen die ‘s nachts in massagraven werden verstopt. Duizenden mensen werden gearresteerd. Zo ook buurman Abdullah. Hij nam ons kijkers mee en liet de gevangenis zien van nog geen twaalf vierkante meter, waarin hij samen met tientallen anderen was gegooid. Het was destijds een hete zomerdag. Door de stoom van de hitte en van de lichamen kregen de politieke gevangenen geen lucht meer. Urenlang smeekten ze om lucht, maar niemand kwam ze verlossen. Eén voor één vielen ze neer. Toen de deur uiteindelijk werd geopend, klauterde Abdullah over de lichamen naar buiten. Daar zakte hij in elkaar van uitputting. De soldaten brachten de lijken naar buiten. Abdullah telde er zesendertig. Allen gestikt in onverschilligheid.

Toen de deur uiteindelijk werd geopend, klauterde Abdullah over de lichamen naar buiten

Om niet geraakt te worden door de smeekbedes van mensen die onder jouw toezicht aan het vergaan zijn is een proces van ontmenselijking nodig. Zoals de smeekbedes van de Marokkaanse gevangenen op die afgrijselijke dag werden genegeerd, worden de smeekbedes van de Palestijnen die strijden voor hun bestaansrecht al decennia niet gehoord. De roep om verlossing van de mensen die creperen in concentratiekamp Gaza wordt overstemd door geweld.

In de film I Shall Not Hate wordt een Palestijnse vader door de westerse media gevierd, omdat hij weigert door haat overmand te worden nadat Israël tijdens de bommenregen in Gaza in 2009 zijn drie dochters heeft vermoord. De vader werkte als arts in Israëlische ziekenhuizen en was bevriend met een Israëlische journalist. Zijn hartverscheurende geschreeuw na het besef dat zijn dochters slachtoffer waren van Israëlisch geweld werd live op televisie uitgezonden. Het Israëlische publiek was geschokt over wat er in hun naam was aangericht. Deze Palestijnse vader was wél goed en zijn dochters waren wél onschuldig. Het vuur werd vrijwel meteen gestaakt.

Aan het einde van beide films over de Palestijnse zaak wordt de dystopische realiteit getoond waarin Palestijnen vandaag zijn beland. Waar de dorpelingen in de film No Other Land nog aan het protesteren waren tegen het Israëlische leger, hebben ze nu met eigen handen hun huizen moeten afbreken en zijn ze op de vlucht geslagen. Gewelddadige Israëlische kolonisten verdrijven de Palestijnen van hun land, en worden beschermd door het Israëlische leger.

In de film I Shall not Hate klaagde één vader de Israëlische staat aan voor de dood van zijn dochters. Nu is heel Gaza verwoest en zien we live-beelden van duizenden andere vaders die hun dochters kwijt zijn. Maar hun smeekbedes blijven aan dovemansoren gericht.

De ontmenselijking is compleet. Niet voor niets sloot de Egyptische komiek Bassem Youssef zijn interview over Palestina met de conservatieve Britse journalist Piers Morgan af met de cynische woorden: ‘They die. It’s fine, it’s fine.’

Twee Marokkaanse vrouwen scheidsrechter bij Olympisch voetbal

0

Marokkaanse voetbalvrouwen blijven aan de weg timmeren. In de aankomende Olympische Spelen in Parijs mogen Bouchra Karboubi en Fatiha Jermouni als scheidsrechter fluiten bij het Olympische voetbal.

Zo meldt Morocco News. De gelukkige twee mogen in Parijs fluiten bij zowel het mannenvoetbal als bij de wedstrijden van de vrouwen.

Karboubi, de meest ervarene van de twee, mag dienst doen als veldscheidsrechter. Ze heeft al in verschillende prestigieuze competities gefloten, waaronder de Africa Cup voor vrouwen en het WK vrouwenvoetbal in Australië en Nieuw-Zeeland vorig jaar.

Ook schreef zij geschiedenis door als eerste vrouwelijke scheids in Marokko te fluiten bij de eerste (mannen)divisie van het Marokkaanse voetbal. Jermoumi was toen haar assistent, de rol die ze ook zal vervullen bij de Olympische Spelen in Parijs.

Voor het Olympisch voetbal in Parijs zijn in totaal negenentachtig scheidsrechters geselecteerd uit vijfenveertig verschillende landen.

Erdogan verliest, en toch kan ik niet meejuichen

0

De lokale verkiezingen in Turkije die door de seculiere Republikeinse Volkspartij (CHP) zijn gewonnen, zijn de verkiezingen waar ik mij het minst over heb opgewonden. Althans, voor zover ik mij dat kan herinneren. Het afgelopen decennium zat ik elke keer weer op het puntje van mijn stoel de resultaten af te wachten, als er in Turkije verkiezingen waren. Maar dit jaar merk ik dat ik Turkije-moe ben, in de politieke zin althans.

Want wat kan je verwachten van een land dat Erdogan tien maanden terug opnieuw tot president heeft verkozen? Notabene luttele maanden na de rampzalige aardbeving van februari vorig jaar, die aan meer dan 50.000 Turken het leven heeft gekost? Turkije is stuk, dacht ik toen Erdogan zijn recht op de zetel verlengde.

En dat denk ik nog steeds. Natuurlijk begrijp ik de Turken die massaal de straat op gaan en vieren dat Erdogan een ‘historische nederlaag’ heeft geleden. Veel Turken in Turkije zijn het regime van de dictatoriale president meer dan zat. En terecht. De islamistische arrogantie van hem én zijn achterban kan wel wat tegengeluid gebruiken.

Ik kan niet meejuichen met de seculiere oppositie

Toch kan ik niet meejuichen met de seculiere oppositie. Dat heeft verschillende redenen. Ten eerste, omdat ik precies weet wat voor rottend vlees er bij hen in de kuip zit. De seculiere nationalisten die Mustafa Kemal Atatürk volgen zijn geen haar beter dan de islamistische nationalisten die in Recep Tayyip Erdogan geloven. Het Turkse superioriteitsgevoel krijgt met deze verkiezingswinst slechts een accentverschil. De ’traditionele’ islamist zet Turkije op één, evenals de ‘moderne’ kemalist.

De Turkse nationalisten zijn bovendien niet uit principiële democratische overwegingen overgelopen naar de oppositie maar vanwege de dramatische daling van de koopkracht. Met de waardeloze lira’s in je portemonnee kun je nauwelijks nog iets kopen.

Zolang het economisch goed gaat, boeit het Turken niet

Jarenlang hebben kiezers op Erdogans AKP gestemd, ook toen hij onophoudelijk kritische journalisten, Koerdische politici en mensenrechtenactivisten achter de tralies zette. Zolang het economisch goed gaat, boeit het Turken niet. Zij hadden er zelf immers geen last van. Zo denkt men: het zijn toch alleen maar ‘Koerdische PKK’ers’ of ‘Gülenistische coupplegers’ die worden vervolgd.

Maar als het aankomt op de Koerdische kwestie, de Armeniërs en mensenrechten in het algemeen hoeven we van de CHP niet veel te verwachten. De CHP heeft ook een rode lijn: de eenheid en ondeelbaarheid van de Turkse staat. Wie die lijn overschrijdt en de seculiere belangen van de CHP schaadt, kan ook een Erdogan-behandeling krijgen: repressie en onderdrukking.           

Het gaat bij de seculieren, net als bij de Erdogan-aanhangers, om een egoïstisch ‘vrijheidsbegrip’. Als ik maar mijn raki kan drinken, dan zit het goed en is Turkije vrij, denken seculiere Turken. Maar is dat wel vrijheid? Een terechte vraag.

Waar ik me nog het meeste zorgen over maak, en waarom het bij mij dus aan een feeststemming ontbreekt, is wat er straks met de vluchtelingen gaat gebeuren. De seculieren houden niet van vluchtelingen. Zij willen ‘de Arabieren’ en masse uit Turkije verdrijven.

Onder Erdogan was er voor de Syriërs nog een zekere vorm van moslimsolidariteit te bespeuren

Onder Erdogan was er voor de Syriërs nog een zekere vorm van moslimsolidariteit te bespeuren. Van de seculieren hoef je zulke solidariteit absoluut niet te verwachten. Zij beschuldigen Erdogan er juist van dat hij al die ‘wilde’ Arabieren het land heeft binnengehaald om Turkije te ‘islamiseren’ en ‘arabiseren’. Het is de Turkse variant van het racistische en islamofobe omvolkingsdenken.

Met illegale vluchtelingendeals met het Turkse regime wist Europa nog ongewenste vluchtelingen in Turkije te houden. Dat gaat als de seculiere winst zich straks doorzet tot aan de volgende presidentsverkiezingen nog wel een ‘dingetje’ worden.

Eh, straks? Erdogan zit er nog tot 2028. Dus waarom hangt de vlag uit?

Frans parlement veroordeelt massamoord op Algerijnse demonstranten, 63 jaar na dato

0

Het Franse parlement keurde eind vorige week een resolutie goed, waarin de massamoord op tientallen Algerijnse demonstranten in Parijs in 1961 als ‘bloedige en moorddadige repressie’ werd veroordeeld. Dit bericht het Franse persbureau AFP.

Net als Nederland worstelt Frankrijk met zijn koloniale verleden. De zwartste bladzijde in Algerije, waar tussen 1952 en 1962 een bloedige oorlog werd uitgevochten, die uiteindelijk leidde tot de onafhankelijkheid van Algerije. Om de Algerijnse vrijheidsstrijders te stoppen zetten de Franse autoriteiten grof geschut in: dorpen vol onschuldige burgers werden gebombardeerd, gevangen genomen onafhankelijkheidsstrijders werden gemarteld en veroordeelde ’terroristen’ belandden dikwijls onder de guillotine, het apparaat waarmee Frankrijk tot 1977 de doodstraf uitvoerde.

Een van de dieptepunten van de Algerijnse Oorlog was het bloedig neerslaan van een protest in Parijs, op 17 oktober 1961. Op bevel van het hoofd van de Parijse politie, Maurice Papon (1910-2007), viel de Nationale Politie 30.000 Algerijnse demonstranten aan. Hierbij vielen tientallen, misschien wel honderden doden. Velen verdronken in de rivier de Seine, waarin politieagenten hen hadden gegooid. Duizenden Algerijnen werden gearresteerd en afgevoerd naar verschillende detentiecentra, die tijdens de Tweede Wereldoorlog nog gebruikt waren door het met nazi-Duitsland collaborerende Vichy-regime.

Papon zelf was ook een collaborateur en zou in 1998 tot tien jaar gevangenisstraf worden veroordeeld. Dit was overigens niet vanwege zijn rol bij het neerslaan van de demonstratie in Parijs, maar voor zijn betrokkenheid bij het afvoeren van honderden Joden naar de vernietigingskampen.

De Franse overheid heeft het bloedbad van oktober 1961 lange tijd in de doofpot gehouden. Onder president Emmanuel Macron kwam er een kentering. Hij noemde de massamoord in 2021 ‘onvergeeflijk’. Het Franse parlement benadrukt in zijn resolutie nu dat het harde optreden plaatsvond onder Maurice Papon en spreekt uit dat het bloedbad officieel moet worden herdacht.

Demonstreren is een recht, intimideren is dat niet

Gisteren werden wij opgeschrikt door de column van onze columnist en rabbijn Lody van de Kamp. Uit het niets werd hij in het centrum van Amsterdam mishandeld door een voorbijganger, daarna werd zijn auto onder handen genomen. De politie onderzoekt of zijn Joodse afkomst een rol speelde bij dit incident. Van de Kamp zou niet de eerste Nederlander zijn die na 7 oktober vanwege zijn Joodse achtergrond persoonlijk geïntimideerd en bedreigd wordt. Het is schandalig en zorgwekkend dat dit soort dingen gebeuren.

Sinds de oorlog in Gaza zijn Joden doelwit van acties, gedreven door de verschrikkingen in Gaza waarvan de beelden door de ziel snijden. Er zijn al meer dan 32.000 Palestijnen omgekomen, waaronder twaalfduizend kinderen. De strijd is nog lang niet voorbij, de hongersnood die er gaande is wordt groter en groter.

De boosheid en het gevoel van onmacht daarover en de onrust in ons land en de rest van de wereld nemen navenant toe. Er zijn dagelijks demonstraties, op stations, op universiteiten en onder ambtenaren. Ook in de media en op social media spreken mensen zich uit. Maar de politiek lijkt nauwelijks te bewegen. Afgelopen maandag nog trok voormalig VVD-politicus Han ten Broeke, tegenwoordig directeur politieke zaken van The Hague Centre for Strategic Studies, in tv-programma Op1 het aantal doden in Gaza in twijfel. Is niet de dood van ieder kind of onschuldig mens er een te veel? Zulke uitspraken raken mensen diep. Net als de voortdurende polariserende uitspraken van sommige politici en opiniemakers die vreedzame pro-Palestina demonstranten wegzetten als Hamas-terroristen.

Laten we ons leiden door compassie voor de ander, niet door haat

Helaas zijn Ten Broekes woorden in Den Haag gemeengoed. Het ontbreekt daar aan expliciete afkeuring van het leed in Gaza. Er lijkt geen compassie te zijn met de Gazanen, er mist afgrijzen op de gezichten.

Verdriet en boosheid daarover kennen geen grenzen, maar de reacties en gedragingen moeten beheerst blijven. Nederlandse Joden aanspreken en verantwoordelijk houden voor het handelen van de extreemrechtse Israëlische regering is verwerpelijk. Fysiek en intimiderend geweld tegen onschuldige mensen is nooit gerechtvaardigd. Afgelopen vrijdag bereikte ons het nieuws van de aanval op een rabbijn in een winkelcentrum in Utrecht. Twee Marokkaanse dames vingen de klappen voor hem op, verklaarde de oude man. Het siert deze vrouwen dat zij dat deden. In diezelfde week kreeg een vrouw in Amstelveen bezoek aan huis van Palestina-activisten. Ze kwamen verhaal halen voor haar dochter die als dienstplichtige aan de kant van Israël staat.

Laten we ons leiden door compassie voor de ander, niet door haat. Demonstreren is een recht, intimideren is dat niet.

Denk: Wilders is lange arm van Israël

0

Denk-leider Stephan van Baarle heeft felle kritiek op PVV-leider Geert Wilders, omdat hij in het verleden gulle donaties heeft gekregen van extreemrechtse, pro-Israëlische organisaties uit de Verenigde Staten.

In het debat over Russische beïnvloeding van Europese politici wilde Denk het hebben over Israëlische beïnvloeding. Geert Wilders zei tijdens dit debat dat zijn standpunten niet worden ‘gekocht’, maar volgens Denk-fractievoorzitter Stephan van Baarle is dat niet helemaal waar.

‘Voorzitter, ik zou aan de heer Wilders willen vragen waarom hij dan in het verleden tonnen heeft gekregen van extreemrechtse clubs uit, met name de Verenigde Staten, maar ook van de Stichting Friends of the Israel Defense Forces, dus een stichting die het Israëlische leger steunt’, aldus Van Baarle.

Wilders reageert geprikkeld op de kritiek van Denk met een persoonlijke aanval op Van Baarle. ‘Weet u, ik was al een groot vriend van Israël toen u nog op de kleuterschool zat.’ Van Baarle is blij met deze reactie, omdat Wilders niet ontkent dat hij geld heeft kregen van extreemrechts, indirect. De Denk-voorman hekelt de kritiek van Wilders en anderen op Nederlanders met een migratieachtergrond die niet loyaal aan Nederland zouden zijn, maar ‘de lange arm’ van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan of de koning van Marokko. Van Baarle: ‘Ik zou tegen de heer Wilders willen zeggen, al deze voorbeelden tonen aan: daar staat de lange arm, de lange arm van de regering van Israël en van Netanyahu.’

In 2021 onthulden onderzoeksjournalisten van Follow the Money dat Geert Wilders in het geheim grote sommen aan buitenlands geld had ontvangen. Een van zijn belangrijkste sponsors was Robert Shillman, een extreemrechtse filantroop die ook Donald Trump financieel heeft ondersteund. De Joods-Amerikaanse ondernemer zit in het bestuur van de Friends of the Israel Defense Forces, de Jewish Foundation for the Righteous en het David Horowitz Freedom Center. Shillman betaalde Wilders’ advocaat tijdens de ‘minder Marokkanen’-rechtszaak.

Belgen eten samen aan tweekilometerlange iftartafel

0

Het samenvallen van ramadan en Pasen dit jaar zorgde voor gezellige taferelen in het Belgische Borgerhout. Een iftartafel van twee kilometer bracht op eerste Paasdag moslims, christenen en vele anderen samen. Zo meldt het Belgische VRT Nieuws.

De lange tafel was ook meteen goed voor een Belgisch record. ‘Op deze manier brengen we heel veel mensen samen’, verklaart de organisatie trots.

‘Mijn neefje, mijn zus, mijn grootouders’, somt de puberdeelnemer Bram Wellens de gasten aan tafel op en vervolgt, ‘mijn tante, Abdul mijn buurman’. Hij kijkt zijn ogen uit met alle lekkernijen voor zijn neus.

‘Het gaat hier niet over moslims of christenen. Iedereen is welkom’, vertelt Latifa El Morabit van FMV, een koepelorganisatie van 140 verenigingen van voornamelijk Belgen met een migratieachtergrond.

‘Je ziet ook oude kennissen voorbijkomen en ontmoet nieuwe mensen’, meldt Busra Anil tegen VRT nieuws en verbreekt even later ‘smakelijk’ het vasten.

Een oudere  vrouw ziet in de samenkomst van culturen aan tafel het bewijs voor dat het allemaal wel goed gaat in Borgerhout. ‘Er wordt altijd heel negatief over Borgerhout gesproken, maar dat is helemaal niet zo. We komen samen wel door één deur en delen hier ons eten en andere zoetigheden.’

Verkozen Koerdische burgemeester vervangen door AKP-kandidaat

0

Koerden zijn furieus over wat zij de frauduleuze verkiezingen in het zuidoosten van Turkije noemen. Zo zouden er bussen vol kiezers uit Turkse gebieden zijn ingezet, ten faveure van de regerende AKP. In de stad Van is de verkozen Koerdische burgemeester uit zijn ambt ontheven en vervangen door de kandidaat van de AKP, terwijl de Koerdische partij ruim 55 procent van de stemmen kreeg. Zo meldt de Turkse nieuwssite Duvar

De provinciale kiesraad in Van rakelde een strafzaak uit het verleden tegen de Koerdische kandidaat Abdullah Zeydan op als excuus. Hij zou zich in 2016 hebben vergrepen aan ‘terreurpropaganda’ en had nooit op de lijst hebben mogen staan, aldus de Turkse autoriteiten.

In de stad Van waar de Koerdische Dem-partij overtuigend de grootste partij werd (de AKP haalde 27 procent van de stemmen) braken hierop protesten uit. De Turkse gouverneur, die over de veiligheid gaat in de Koerdische provincie en door de president wordt benoemd, heeft de komende 15 dagen demonstraties verboden.

Op dit moment zijn er veel ordediensten in Van aanwezig. Ze proberen met traangas en waterkanonnen Koerdische demonstranten te verjagen. Er zouden inmiddels al meer dan 89 demonstranten zijn gearresteerd.

Ook in de stad Bitlis, waar de AKP nipt heeft gewonnen (38 procent van de stemmen ging naar AKP en 37 procent naar Dem) braken onlusten uit, omdat de Koerden de uitslag betwisten. De gouverneur heeft er voor de komende twee weken een protestverbod ingesteld. In beide provincies mag bovendien gedurende 15 dagen niemand in- of uitreizen.

De gevangen Koerdische politicus Selahattin Demirtas laat weten dat de gang van zaken in Van ‘onacceptabel’ is. ‘Het volk en het recht zal dit nooit goedkeuren’, aldus Demirtas.

Ook na de lokale verkiezingen in 2019 en eerder werden Koerdische burgemeesters vervangen door zogenoemde ‘curatoren’, oftewel regeringsgezinde apparatsjiks.

Rechtbanken verdeeld over bescherming derdelanders

0

In de afgelopen twee weken kregen meerdere derdelanders te horen dat ze voorlopig toch in Nederland mogen blijven. Bovendien besloot de rechtbank Amsterdam duidelijkheid te vragen aan de hoogste rechter binnen de Europese Unie (EU), het Hof van Justitie. 

De Raad van State, de hoogste rechter van Nederland, gooide gisteren het roer om. Eerder was het juist deze afdeling die oordeelde dat derdelanders hun recht op bescherming per 4 maart 2024 zouden verliezen. Maar in een zaak waarin drie derdelanders in beroep gingen tegen dit besluit, oordeelde het gisteren: ‘Zij mogen nu toch blijven in afwachting van antwoorden van het Hof van Justitie in Luxemburg.’

Het zal de verwarring over de verblijfsstatus van derdelanders niet wegnemen. Thomas van Houwelingen-Boer, advocaat-partner bij Everaert Immigration Lawyers, stond een derdelander bij in een beroepsprocedure bij de rechtbank Haarlem. Het beroep werd gegrond verklaard, ook zijn cliënt mag voorlopig blijven. In een interview met de Kanttekening legt hij uit hoe dit kon, en wat het kan betekenen voor andere derdelanders die nog in Nederland verblijven. 

Nederlandse invulling

De tijdelijke bescherming van derdelanders is een EU-richtlijn, die moest worden toegepast op Oekraïners, vluchtelingen, staatlozen en mensen met een permanente verblijfsvergunning in Oekraïne die als gevolg van de oorlog ontheemd waren geraakt. De toepassing van de EU-richtlijn op derdelanders met een tijdelijke vergunning in Oekraïne was echter niet verplicht en de afzonderlijke EU-lidstaten hebben daar ieder op eigen manier gevolg aan gegeven. Nederland besloot hen aanvankelijk wel op te vangen, maar een half jaar later besloot staatssecretaris Van der Burg (Justitie) de bescherming voor deze groep te beëindigen, eerst per 4 maart 2024 en later per 4 september 2023.

Dit leidde tot hevige discussies over de vraag of dat juridisch wel kon. Om duidelijkheid te scheppen besloot de staatssecretaris een pilot te starten om een oordeel te krijgen van de hoogste bestuursrechter van Nederland, de Raad van State. Op 17 januari 2024 kwam dat oordeel. Het hield kort gezegd in dat de staatssecretaris niet de bescherming per 4 september 2023 had mogen beëindigen, maar dat de bescherming voor derdelanders wél ten einde kwam op 4 maart 2024. Derdelanders die al in Nederland waren moesten Nederland verlaten of asiel aanvragen. Ook dat oordeel zorgde voor veel onrust.

‘Het is zelfs voor ons advocaten soms onduidelijk’

‘Het is zelfs voor ons advocaten soms onduidelijk, laat staan voor de derdelanders zelf’, zegt van Houwelingen-Boer hierover. ‘Maar er is nu inderdaad een aantal rechtbanken dat ingaat tegen de lijn van de Raad van State. Vorige week druppelden de uitspraken binnen. Drie rechtbanken – Roermond, Den Bosch en Haarlem – oordeelden in het voordeel van de derdelanders: zij mogen voorlopig blijven, tot 4 maart 2025. Daarentegen kwamen vijf rechtbanken – Rotterdam, Utrecht, Arnhem, Den Haag en Zwolle – tot uitspraken die daar haaks op stonden: zij oordeelden dat de bescherming inderdaad eindigde per 4 maart 2024 of verwezen naar de uitspraak van de Raad van State. 

Van Houwelingen-Boer is van mening dat de Raad van State het niet bij het rechte eind had. ‘Juridisch gezien lijkt er wat te rammelen. Het is de vraag of je een groep kunt uitsluiten van een tijdelijke bescherming en bovendien of dit kan met terugwerkende kracht. Ik krijg sterk de indruk dat de Raad van State heel graag duidelijkheid wilde scheppen. Ironisch genoeg was er zoveel aan te merken op het oordeel van de Raad, dat er alleen maar meer onduidelijkheid kwam.’

Wel of niet definitief?

Tegen een uitspraak van de Raad van State kun je niet in beroep. Daarom is de indruk ontstaan dat de beslissing definitief was. Een groot aantal derdelanders is al uit Nederland vertrokken, anderen staan op het punt te vertrekken. Toch zijn er nu mogelijkheden voor een aantal van hen. Daarbij gaat het vooral om de derdelanders die al eerder in beroep gingen, voordat de Raad van State zich over de tijdelijke bescherming uitsprak of mensen die in hoger beroep zijn gegaan tegen één van de uitspraken die verwezen naar de Raad van State. 

‘De zaken die nu lopen zijn oude zaken, die al waren gestart in augustus 2023, beroepen tegen de eerdere beëindiging van de tijdelijke bescherming per 4 september 2023’, legt de advocaat uit. Tegen dit oude besluit konden derdelanders destijds in beroep gaan. Het feit dat er inmiddels een vervangend besluit ligt met een nieuwe einddatum van de tijdelijke bescherming, creëert een nieuwe situatie. ‘Wat ik heb gedaan, is de nieuwe informatiebrief beschouwen als vervanging van een oud besluit. Daarmee hield ik het beroep in stand.’ 

‘Je kunt stellen dat je het niet eens bent met het terugkeerbesluit’

Die informatiebrief is de brief waarin de IND aankondigt dat de tijdelijke bescherming eindigt en dat er een terugkeerbesluit aankomt wanneer de derdelander er niet voor kiest zijn asielverzoek door te zetten. De IND stuurt vervolgens een los terugkeerbesluit, waarin staat dat je binnen 28 dagen moet vertrekken ‘Tegen een terugkeerbesluit kun je ook in beroep gaan’, legt Van Houwelingen-Boer uit. Deze optie ligt er dan ook als je nog niet in beroep was gegaan tegen een eerder besluit. ‘Je kunt in zo’n geval stellen dat je het niet eens bent met het terugkeerbesluit op basis van de Raad van State. De zaak komt dan opnieuw voor bij de lagere rechter.’ 

De Europese weg

De vraag is nu of het voor derdelanders zin heeft om dit soort opties af te wachten. Voor derdelanders die geen zaak hebben lopen, bestaat de kans dat ze in de illegaliteit belanden. Hun verblijfsrecht is immers verlopen, zo ook de opvang en het recht om te werken. Maar de gebeurtenissen van vorige week zouden daar verandering in kunnen brengen. 

‘Als meerdere rechtbanken beslissen dat de derdelanders toch tot maart 2025 in Nederland mogen verblijven, kan het zijn dat dit gevolgen heeft voor het oordeel van de Raad van State. Ze zouden eventueel in een nieuwe zaak van gedachten kunnen veranderen en dit zou gevolgen hebben voor alle derdelanders die in Nederland verblijven’, legt de advocaat uit.  

‘Dit had tot vorige week nog geen enkele rechtbank gedaan’

En dan er dus nog een derde mogelijkheid. In een zaak van een Nigeriaanse man uit Oekraïne die als derdelander tijdelijke bescherming kreeg in Nederland, vroeg de rechtbank Amsterdam de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de Europese Unie, om uitleg van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. ‘De tijdelijke bescherming is gebaseerd op deze EU-richtlijn, daarom kan de zaak worden voorgelegd aan het Europese Hof van Justitie. Dit had tot vorige week nog geen enkele rechtbank gedaan.’

Er is wel een kanttekening bij deze zaak. De antwoorden kunnen namelijk wel een jaar op zich laten wachten. ‘Tegen die tijd is de maximumtermijn van de tijdelijke bescherming misschien al bereikt. De rechtbank van Amsterdam heeft dan ook gevraagd om een versnelde procedure. Maar het valt niet uit te sluiten dat de EU de Tijdelijke Beschermingsrichtlijn nog een keer met een jaar verlengt, tot maart 2026. ‘In dat geval zou een uitspraak van het Europese Hof van Justitie relevant zijn voor alle derdelanders die nog in Nederland verblijven’, legt Van Houwelingen-Boer uit. 

Onnodig complex

Volgens de advocaat heeft Nederland het als enige EU-land onnodig complex gemaakt door eerst bescherming te verlenen en daarna deze bescherming te ontnemen. ‘Ik zou begrijpen als de staatssecretaris de tijdelijke bescherming stopzette voor toekomstige gevallen. Andere landen hebben besloten de tijdelijke bescherming helemaal niet te verlenen aan derdelanders, al vanaf het begin.’ 

‘Je kan niet eerst wel bescherming bieden en het daarna toch weer afnemen’

‘Nederland was erg ruimhartig aan het begin, toen de oorlog uitbrak. De staatssecretaris was daar naderhand niet blij mee. Hij wilde van deze derdelanders af, maar je kan niet eerst wel bescherming bieden en het daarna toch weer afnemen.’

‘De gang van zaken doet totaal geen recht aan de situatie waarin deze mensen zich bevinden. De opvang van derdelanders stopte vanaf 4 maart 2024, bovendien mogen ze niet meer werken in Nederland. Dit terwijl werken an sich waardigheid biedt’, zegt Van Houwelingen-Boer. ‘Als je werkt, ben je niet afhankelijk van giften. De client die ik bijsta heeft een vrouw die nog in Oekraïne woont. Ze kan daar niet weg omdat ze een jong volwassen zoon heeft die dienstplicht heeft. Hij ondersteunt ze financieel. Als hij het land uit had gemoeten, dan zou hij naar hen terugkeren, naar een oorlogssituatie dus.’

Een grimmige week

0

Het was een grimmige week. Deze begon voor mij op de Blauwbrug in Amsterdam. Daar werd ik mishandeld door een agressieve weggebruiker. Vervolgens moest mijn auto het met de nodige schade ontgelden. Ik weet niet of mijn Joodse identiteit bij deze geweldsuitbarsting een rol speelde. Dat wordt nu onderzocht.

Onderhand was mijn hoofd ook nog bezig met wat er zich de dag daarvoor in die zaal in Waalwijk afspeelde. Het optreden van zangeres Lenny Kuhr werd verstoord. Pro-Palestijnse demonstranten maakten haar tijdens haar optreden uit voor moordenaar en terrorist.

Gewelddadigheid en bruutheid komen dichtbij.

Deze ontwikkelingen speelden zich af op een moment waarop ik een beslissing zou moeten gaan nemen over iets wat ik tot dan altijd heel ver weg van mij had gehouden.

Enkele maanden geleden werd ik uitgenodigd om mij te laten interviewen over mijn studentenjaren en mijn tijd als rabbijn hier in Nederland. Het was een periode die veel voor mij heeft betekend. Het vraaggesprek zou gaan over de jaren zestig, zeventig en tachtig binnen de Joodse gemeenschap van Den Haag. Een tijdperk waarvan de gebeurtenissen de grondslag vormden van meerdere boeken die ik in de jaren daarna heb geschreven.

Het zijn de nadagen van die grote Haags Joodse gemeenschap, die vóór de oorlogsjaren ongeveer 17.000 zielen telde. In mijn tijd waren hier slechts enkele honderden Joodse Hagenezen van over. Natuurlijk zou in dit interview het voormalige Joodse leven in de Haagse binnenstad met zijn grote synagoge aan de orde komen. Het gebouw dat nu gesierd wordt door twee minaretten en waar de Hebreeuwse Tora-lezingen plaats hebben moeten maken voor het Arabische Koran-lezen. Kortom, het Joodse Haagse leven van toen. In de voorbereidingen naar het gesprek stapelden de vele anekdotes uit mijn geheugen zich op.

Het interview zou plaats vinden in een van de Haagse wijken waar de Joodse bevolking ooit volop vertegenwoordigd was, met kleine middenstanders, marktkooplieden. Ik heb velen van hen bij naam gekend. Zij waren trouwe bezoekers van de dagelijkse synagogediensten.

In het zaaltje dat voor de bijeenkomst was geregeld ben ik ook de afgelopen jaren vaker geweest. Ik heb mooie herinneringen aan die lieve mensen die zich daar inspannen voor de buurt en voor de huidige lokale wijkbewoners. Multiculturaliteit op zijn best.

Vooralsnog geen publiekelijk optreden van mij op dit moment in dat deel van de Hofstad

Wat is dan die beslissing die ik nu moest gaan nemen en die ik tot nu toe altijd verre van me heb kunnen houden? Dat besluit over de vraag of ik dit nu, in de huidige omstandigheden, wel zou moeten doen.

De verruwing, de agressie, de risico’s die daarmee verbonden zijn moeten we natuurlijk altijd meenemen in een afweging over deze zaken. Maar met de nodige voorzorgsmaatregelen en de ondersteuning van diegenen die ‘waken over onze veiligheid’ sloeg de balans altijd nog door naar de keuze om het wel te doen. Met al die prachtige ervaringen en stimulerende ontmoetingen van de afgelopen jaren.

Zijn de tijden dan nu echt veranderd? Het optreden van Lenny Kuhr? De man die mij het trottoir opgooide op de Blauwbrug? Op een plek aan de rand van de oude Joodse buurt in Amsterdam, waar zo’n tachtig jaar geleden vaker geloofsgenoten van mij in elkaar werden geslagen?

Helaas, mij werd geadviseerd om naar die nare stem van de samenleving te luisteren. Doe nu even een stapje terug. En ik besloot inderdaad die stem te volgen. Vooralsnog geen publiekelijk optreden van mij op dit moment in dat deel van de Hofstad. Het is nu wachten op betere tijden. Met gebalde vuisten en pijn in mijn hart.

En dan aan het einde van die week, niet lang voordat de vrijdag voor mij overgaat in de sjabbat, horen we het bericht dat een collega-rabbijn in Utrecht geslagen wordt om zijn Joods-zijn. Zo grimmig als de week begon, zo eindigde deze week ook.

Laten we het hier dan maar bij? Is dit dan het beeld waarmee we afscheid nemen van een verleden, om een wel heel duistere toekomst in te gaan?

Zeker niet.

Op de Blauwbrug parkeerde die onbekende jongedame meteen haar scooter. Zij belde de politie en bleef bij mij staan. Zij deed haar verhaal als getuige en toen alles geregeld was verdween zij weer in de drukte van de stad.  Ik heb geen idee wie zij was. Maar zij was wel een jonge Amsterdammer die niet zwijgend toekeek, maar ook handelde.

Het leven gaat verder. Deze week is niet als de week daarvoor. Opnieuw zijn we in gesprek met jongeren, met ouderen, met burgers die het gesprek willen voeren en zoeken. Die uit die spiraal van polarisatie willen. Ondanks al die tegengestelde meningen.

Daar, op die plaatsen waar het wel veilig is, gaan we door. Zwijgend toekijken, niets doen, is geen optie. Ik zag het bij die jongedame met haar scooter.

Opgewekt, wel op veilige plekken, ben ik begonnen aan deze nieuwe week.