12.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 196

Wie zijn er schuldig aan de moord op Congo’s ex-premier? 

0

Op 17 januari 1961 werd de Congolese ex-premier Patrice Lumumba geëxecuteerd door rebellen uit het betwiste gebied Katanga. Niet alleen de Belgen, maar ook de CIA zijn bij de moord betrokken. Dat schrijft de Amerikaanse journalist Stuart A. Reid in het onlangs vertaalde boek Het Congo complot.

De Foreign Affairs-journalist laat overtuigend zien hoe het net onafhankelijke Congo, mede door inmenging van de Amerikaanse CIA, van een linkse democratie veranderde in een pro-westerse dictatuur.

‘Het idee om dit boek te schrijven ontstond tien jaar geleden’, vertelt Reid. ‘Ik maakte in 2014 een reis door Congo om te schrijven over de conflicten waarmee het land kampte. Ik las veel over de geschiedenis van het land. Ook over de Congocrisis van 1960-1961, vlak nadat Congo onafhankelijk werd van België, en over de moord op premier Patrice Lumumba (1925-1961).

‘Wij in de Verenigde Staten zijn deze geschiedenis helemaal vergeten, terwijl deze gebeurtenissen toen bijna elke dag de voorpagina van de New York Times haalden. Ik besefte dat hier een groot verhaal lag. Helemaal omdat de Verenigde Staten nauw bij deze gebeurtenissen betrokken waren. Bovendien waren de hoofdpersonen fascinerend. VN-baas Dag Hammarskjöld, legerleider Joseph Mobutu en last but not least Patrice Lumumba.’

Op 30 juni 1960 werd Congo onafhankelijk. Al snel breekt er een crisis uit. Hoe kwam dat?

‘De directe aanleiding van de Congocrisis was een muiterij in het Congolese leger, op 5 juli. De soldaten kregen te weinig salaris en hadden nog steeds Belgische officieren. Congo was officieel onafhankelijk, maar dat voelde niet zo als je in het leger zat. Je kreeg nog steeds je orders van witte meesters.

‘De muiterij in het leger en enkele geweldsincidenten tegen Belgen zorgden voor een massale witte exodus. Daarna waren er te weinig mensen om het land te runnen, want de Belgen hadden nauwelijks geïnvesteerd in onderwijs voor de zwarte bevolking. En toen besloot tot overmaat van ramp op 11 juli de regio Katanga zich af te scheiden van de rest van Congo.’

Wie waren er verantwoordelijk voor deze chaos?

‘De Belgen dus. Ze waren heel paternalistisch met Congo omgegaan. In 1955 schreef een Belgische professor een plan voor de toekomst van Congo. De kolonie kon over dertig jaar onafhankelijk worden, schreef hij. De professor werd bijna ontslagen, want de Belgen vonden dit idee veel te progressief.’

Hij was een populair en charismatisch politicus

Wat voor iemand was Patrice Lumumba, de eerste premier van het land?

‘Een fascinerende en complexe figuur. Een Afrikaanse nationalist. Hij wilde vrijheid. Hij was tegen buitenlandse inmenging. En hij was voor een sterk en verenigd Congo. Na de onafhankelijkheid discussieerden Congolezen over de vraag hoe hun land georganiseerd moest worden. Moest Congo een centraal geleide eenheidsstaat zijn, of een federatie? Lumumba vond het eerste.

‘Hij was een kundige organisator, een populair en charismatisch politicus. Ook zijn vijanden erkenden dit. Hij beschikte over een fluwelen tong, zeiden ze. Toch maakte de eerste premier van Congo ook fouten. Hij was onhandig met westerse diplomaten. Ik wilde in mijn boek Lumumba menselijk maken. Hij kwam extreem wreed aan zijn einde. Dat was een tragedie voor hemzelf, zijn familie maar ook voor zijn land.’

Lumumba nodigde de Verenigde Naties (VN) uit om met een vredesmissie de Congocrisis te bezweren. Maar toen wilde hij opeens alle vredestroepen het land uit sturen. Waarom die omslag?

‘Lumumba wilde de VN-troepen inzetten tegen rebellen van de separatistische provincie Katanga. Hij vond dat hij, als premier van Congo, daarover mocht beslissen. VN-chef Dag Hammarskjöld was het daar niet mee eens. De VN-soldaten waren verantwoording schuldig aan de VN, niet aan Congo. Ook wilde hij eerst kijken naar een diplomatieke oplossing, voordat er militair ingegrepen zou worden. Er speelde ook een ander conflict tussen de twee mannen. Lumumba kwam ongeduldig, brutaal en ondiplomatiek over op Hammarskjöld. Hij trok Lumumba slecht.’

Zijn vijanden in Katanga executeerden Lumumba

Waarom werd Lumumba vermoord?

‘Deze moord stond niet op zichzelf. Er ging een keten van gebeurtenissen aan vooraf. Op 14 september 1960 pleegde Mobutu een staatsgreep. Lumumba werd afgezet als premier en onder huisarrest geplaatst. Hij ontsnapte in november en vluchtte naar Stanleystad. Onderweg werd hij gearresteerd door de troepen van Mobutu. Omdat hij vreesde dat Lumumba weer aan de macht zou komen besloot Mobutu de ex-premier uit te leveren aan zijn vijanden in Katanga. Zij executeerden Lumumba in januari.’

In uw boek schrijft u dat CIA-agent Larry Devlin Mobutu groen licht gaf om Lumumba te vermoorden. Hoe zit dat precies?

‘Het belang van Devlin kan niet worden onderschat. Hij financierde Mobutu en zag hem als de sterke man, de steunpilaar voor Washington. Devlin werd altijd geraadpleegd door Mobutu en zijn kliek.

‘In januari 1961 hoorde Devlin dat Mobutu van plan was om Lumumba uit te leveren aan de separatisten in Katanga, wat een zekere dood betekende. De CIA-agent deed toen twee dingen. Ten eerste praatte hij niet op Mobutu in, opdat de legerleider van zijn voornemen af zou zien. Ten tweede stelde Devlin doelbewust het CIA-hoofdkwartier in Langley niet op de hoogte, omdat hij wist dat de CIA het uitleveren van Lumumba dan zou proberen te voorkomen.’

Stuart A. Reid (links) geïnterviewd over zijn boek, Youtube

Waarom?
Begin januari 1961 was Dwight D. Eisenhower nog president, maar John F. Kennedy zou op 20 januari aantreden als de nieuwe president. De CIA wilde geen grote, verregaande beslissingen maken in de periode vlak voor de inauguratie. Dat was de verantwoordelijkheid voor de nieuwe president en zijn regering.

‘Devlin voorkwam dat Washington intervenieerde. Dus, voor de gebeurtenissen van 17 januari is Devlin verantwoordelijk. Maar er zullen vast wel mensen blij geweest zijn met de moord op Lumumba, schat ik zo in.’

Toch was de CIA wel indirect betrokken bij de moord. Om dit te begrijpen moeten we een stukje terug. Welke rol speelde de CIA tijdens de Congocrisis?

‘De CIA verwachtte niets spannends in Congo, toen het land op 30 juni 1960 onafhankelijk werd. Daarom stuurden ze Devlin erheen, hij was niet zo belangrijk. Devlin kwam bovendien te laat aan in Congo, tien dagen na de onafhankelijkheid. De Congocrisis verraste iedereen, ook de CIA.

Eisenhower zei dat er met Lumumba moest worden afgerekend

‘Washington wilde eerst kijken wat Lumumba zou doen. Maar in augustus veranderde deze  opstelling, toen Lumumba dreigde de VN het land uit te zetten en bij de Sovjet-Unie aan te kloppen om de afvallige provincie Katanga te heroveren. Op 18 augustus zei president Eisenhower dat er met Lumumba moest worden afgerekend. Zijn woorden werden door de aanwezigen in de zaal geïnterpreteerd als een opdracht tot moord.

‘Kijk, de Amerikaanse buitenlandse politiek tijdens de Koude Oorlog werd beheerst door paranoia. De vijand, de Sovjet-Unie, was overal aanwezig. Daarom maakte Washington grove fouten. Ze beseften onvoldoende dat niet iedereen geïnteresseerd was in de Koude Oorlog. Lumumba wilde dat Congo een onafhankelijk land werd. De Belgen waren net weg. Lumumba wilde niet dat zijn land overheerst zou worden door de Sovjet-Unie.’

Cover Het Congo Complot © Nieuw Amsterdam

In uw boek staat dat de CIA toen het plan had om Lumumba te vergiftigen. Maar dit plan is nooit uitgevoerd. Waarom niet?

‘Toen het gif waarmee hij vermoord moest worden eindelijk in Congo was, had Lumumba geen macht meer. Hij had huisarrest. Hij kon niet vergiftigd worden, omdat zijn woning werd bewaakt door VN-troepen. Wel werkte de CIA op andere manieren aan de ondermijning van Lumumba. De inlichtingendienst financierde demonstraties tegen de ex-premier en steunde legerleider Mobutu met geld. Toen Lumumba in november ontsnapte, hielp de CIA Mobutu met zijn zoektocht om hem in de kraag te vatten.’

Uw noemde Mobutu en Devlin al, maar wie waren er nog meer verantwoordelijk voor de moord op Lumumba?

‘De Belgen en Katanga. Toen Congo nog een kolonie was, waren de Belgen tegen het onafhankelijkheidsstreven van Katanga, maar na de onafhankelijkheid werd Katanga Plan B. Toen Katanga zich onafhankelijk verklaarde, besloten de Belgen met rebellenleider Moïse Tshombe samen te werken.

‘Tshombe had zijn eigen redenen voor onafhankelijkheid. Katanga was rijk aan grondstoffen. Hij wilde de inkomsten hieruit niet overdragen aan de centrale regering in Leopoldsville (de huidige Congolese hoofdstad Kinshasa, red.). De Belgen werkten met Katanga samen, omdat ze op deze manier nog politieke en economische invloed hadden in Afrika.

‘Het Katangese leger was in tegenstelling tot het Congolese niet geafrikaniseerd. Belgische officieren waren betrokken bij de executie van Lumumba, hoewel het vuur van de lokale soldaten kwam. Tshombe en zijn kabinet hadden tijdens een drinkgelag tot de executie van Lumumba en twee van zijn ministers besloten. Toch wist iedereen dat dit zou gebeuren. Daarom had Mobutu, die Lumumba zelf niet uit de weg durfde te ruimen, hem aan Katanga overgeleverd.’

De moord op Lumumba maakte de weg vrij voor Mobutu

Wat waren de gevolgen van Lumumba’s dood?

‘De moord op Lumumba maakte de weg vrij voor Mobutu. Feitelijk was Mobutu in september 1960 al aan de macht in Congo, maar officieel werd het land geleid door president Joseph Kasavubu. Het wegsturen van president Kasavubu in 1965 was slechts een formaliteit. Mobutu was al die tijd de macht achter de troon.’

Waarom steunden de Amerikanen, in het bijzonder Devlin, Mobutu? Hij was door en door corrupt en nam het met de mensenrechten niet zo nauw.

‘Mobutu was pro-Amerikaans. Zijn misdragingen werden daarom getolereerd. Devlin beschouwde hem als de sterke man die Congo zou behoeden voor het communisme en steunde hem vanaf begin.

‘Nadat Mobutu in 1965 officieel alle macht naar zich toe had getrokken en een dictator bleek, gedroeg hij zich helemaal niet zo pro-Westers meer. Hij stuurde twee Amerikaanse ambassadeurs weg, omdat ze hem onvoldoende respect hadden betoond. Ook nam hij militaire adviseurs uit Noord-Korea in dienst.

‘Mobutu was financieel afhankelijk van de VS. Toen de financiële steun na de Koude Oorlog was opgedroogd stortte zijn regime in. Dit was in 1997. Het land kampte met enorme economische problemen, Mobutu was oud geworden en zijn tegenstanders hadden aan kracht gewonnen.’

Wat zijn, volgens u, de belangrijkste lessen uit deze geschiedenis?

‘Voor mij is dat de les dat je niet moet denken dat je vijand oppermachtig is. De Verenigde Staten zagen tijdens de Koude Oorlog overal het communistische spook rondwaren. Maar de Sovjet-Unie vond Congo helemaal niet zo belangrijk, zo bleek later.

Azerbeidzjan stapt uit parlement in Strasbourg wegens verslechterde relatie

0

Azerbeidzjan staakt de samenwerking met het Parlement van de EU Council (PACE) vanwege verslechterde verhoudingen met Brussel. Zo meldt de nieuwssite RFE.

De Azerbeidzjaanse delegatie verklaart dat het parlement in Strasbourg wordt gebruikt als ‘platform om andere lidstaten op de korrel te nemen’.

De terugtrekking volgt twee dagen na een kritische toespraak van de Duitse delegatie, waarin de geloofwaardigheid van Azerbeidzjan in twijfel werd getrokken. Zo noemde de Duitse voorzitter de status van politieke gevangenen in Azerbeidzjan, de gewelddadige verjaging van mensen uit Nagorno-Karabakh en dat rapporteurs van PACE het gebied niet konden bezoeken in tenminste drie gevallen.

Meer dan 100.000 etnische Armeniërs vluchtten vorig jaar uit de enclave, nadat Azerbeidzjan het hele gebied in september veroverde.

Azerbeidzjan ging niet in op de beschuldigingen van Duitsland en verklaarde dat ‘Azerbeidjanfobie en islamofobie’ zich meester hebben gemaakt van de PACE. Het zou een ‘politiek corrupt, discriminatoir en arrogant zooitje ongeregeld’ zijn in Strasbourg.

Berlijn schrapt omstreden anti-discriminatieregel voor kunstfonds

0

Het Berlijnse stadsbestuur heeft een omstreden anti-discriminatieclausule voor kunstfondsen geschrapt. In deze clausule werd kritiek op de staat Israël vereenzelvigd met antisemitisme. De maatregel werd aangenomen na het uitbreken van de Gaza-oorlog, maar na een dreigend boycot van kunstenaars neemt Berlijn een stap terug. Zo meldt de nieuwssite NME.

De clausule was gebaseerd op de IHRA-definitie, een definitie van antisemitisme die in 2016 is aangenomen door de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA).

‘We zijn blij dat Berlijn is teruggekomen van deze beslissing. De clausule vertegenwoordigde alles waar wij tegen waren’, meldt het kunstenaarscollectief Strike Germany. ‘Door de IHRA-definitie van antisemitisme over te nemen, zou het nieuwe anti-discriminatiebeleid mensen straffen die de staat Israël bekritiseren, op het moment dat Israël een genocide pleegt op Palestijnen in Gaza’, staat in de verklaring van het collectief.

Meer dan 1500 kunstenaars ondertekenden een petitie en dreigden met een boycot als Berlijn de clause niet zou schrappen.

Volgens Strike Germany is de strijd nog lang niet gestreden. ‘Dit gaat alleen om een kleine overwinning in Berlijn, in de rest van Duitsland stikt het van de initiatieven om subsidievoorwaarden aan te scherpen. De IHRA-definitie is nog steeds een federale richtlijn en beperkt nog steeds de toegang en het recht tot cultureel werk.’

De dialoog is de enige uitweg

0

Vorig jaar schreef ik op deze plek ten aanzien van de Palestijns-Israëlische kwestie dat het een vraagstuk is dat toen – vóór 7 oktober – al zo precair was, dat erover berichten evenwichtskunst vergde. Bij dit onderwerp luistert elk woord nauw. We willen er onpartijdig over schrijven, schreef ik toen.

Na 7 oktober is dat nog moeilijker geworden met de toegenomen polarisatie. We konden destijds niet vermoeden dat het Palestijns-Israëlische conflict een jaar later het nieuws gruwelijk zou domineren. Ging het toen over het provocerende bezoek van een Israëlische minister aan de Tempelberg, nu gaat het over de aanslag van Hamas en het daaropvolgende ongekende Israëlische wraakgeweld en tienduizenden burgerslachtoffers.

In mijn omgeving hoor en zie ik dat de polarisatie in onze samenleving zulke vormen heeft aangenomen dat men het onderwerp in het openbaar beter vermijdt. Onze demissionaire regering vaart een pro-Israëlische koers. Op sociale media vliegen de verwijten heen en weer. De afkeuring van het geweld tegen de Palestijnse burgers kan zomaar als toejuichen van geweld tegen Israëliërs worden opgevat – en vice versa.

Het grote stille midden van Nederland houdt de mond. Zij staan versteld, betreuren de doden aan beide kanten of willen simpelweg niet meedoen aan een oneindige zinloze discussie over de kleur van het leed. Een demonstratie tegen de oorlog in Gaza slaan ze over. Niet omdat zij niet meeleven met de Gazanen, maar uit angst dat de sfeer omslaat in een antisemitische manifestatie. Ze willen hun joodse en Israël-gezinde kennissen niet kwijtraken. Ze willen hen in de ogen kunnen kijken. Ik denk dat dit een moreel dilemma is voor velen onder ons.

Het grote stille midden van Nederland houdt de mond

Tegelijkertijd moet je zelfs over deze kwestie, hoe moeilijk het ook is, op een respectvolle manier van mening kunnen verschillen. Wanneer het grote midden echter stil is, wordt het podium gedomineerd door de flanken die de polarisatie en haat verder opvoeren.

Het grote midden bestaat uit mensen met allerlei achtergronden en juist meer genuanceerde geluiden klinken te weinig tijdens het oorlogsgekletter. In mijn omgeving veroordelen bijna alle moslims de aanslag van Hamas op Israëlische burgers, maar ze willen ook over de duizenden omgekomen onschuldige Palestijnse kinderen, vrouwen en burgers spreken. Ze houden echter hun mond, omdat ze bang zijn dat ze dan gezien worden als pro-Hamas en antisemiet.

Ooit was het begrip ‘emotionele intelligentie’ populair: emotioneel worden op het juiste moment, in de juiste mate, op de juiste wijze. Vooral dat ‘op de juiste wijze’ is essentieel.

Ook voor de Kanttekening is het belangrijk om kalm te blijven. De emotie wel voelen en benoemen, maar niet de emotie worden. Hoe moeilijk dat soms ook is. De gebeurtenissen in de wereld emotioneren ons. Wij zijn ook mensen en in sommige gevallen hebben we een emotionele band met de slachtoffers. Wij zien de video´s die worden gedeeld en volgen de berichtgeving.

Daarom is het verstandig om je eigen kompas te volgen. Liefst een moreel kompas waarin medemenselijkheid het zwaarste weegt.

Laten we ons inspireren door de vermoorde journalist en vredesactivist Hrant Dink, waarover Tayfun Balcik schreef. Dink zette zich in voor de Turks-Armeense verzoening en vond dat die twee naties met elkaar moesten praten ondanks een genocide en vijandigheid in het verleden.

Hoe moeilijk het ook is, vergevingsgezindheid en verzoening zijn de enige oplossingen om conflicten en oorlogen te stoppen. Sinds de couppoging in Turkije in 2016 ben ik honderden keren door een aantal vrienden, kennissen en zelfs sommige familieleden beschuldigd van landverraad, terrorisme, betrokkenheid bij de coup, zionisme, lidmaatschap van de Mossad, spionage voor Amerika en Israël, afvalligheid, enzovoort. Tot nu toe heb ik nooit gereageerd en ben ik geen enkele discussie aangegaan. Ik heb altijd geloofd dat de tijd de beste genezer is en dat uiteindelijk duidelijk zal worden wie gelijk heeft. Niet iedereen, maar sommigen hebben mij inmiddels gebeld om zich te verontschuldigen voor hun eerdere uitspraken. Kortom, verbreek het contact niet en blijf in gesprek.

Het is essentieel dat Palestijnen en Israëliërs zo snel mogelijk met elkaar in gesprek gaan en proberen de oorlog te beëindigen. Anders vrees ik dat het conflict niet alleen daar, maar ook hier de diepe kloof zal verbreden en de polarisatie zal vergroten.

Dialoog is uiteindelijk de enige weg die we ook in Nederland moeten afleggen.
We moeten over onze schaduw heenstappen en in gesprek raken. Dat is iets anders dan zwijgen omdat het onderwerp te gevaarlijk is.

Turkije en Iran zoeken toenadering om escalatie te voorkomen

0

De regionale grootmachten Turkije en Iran willen samenwerken om verdere escalatie in het Midden-Oosten te voorkomen. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan ontving in Ankara zijn Iraanse collega Ebrahim Raisi. Zo meldt de Arabische nieuwszender Al Jazeera.

De oorlog in Gaza staat hoog op de agenda tijdens het bezoek van de Iraanse president. ‘De inhumane Israëlische aanvallen moeten per direct stoppen’, zei Erdogan, die dat als een eerste noodzakelijke vereiste ziet voor vrede.

Wat betreft de rol van Iran in de regio was de Turkse president voorzichtiger. ‘Het is van belang om terughoudend te zijn en geen stappen te nemen die de veiligheid en stabiliteit nog meer bedreigen’, zei hij tegen het Iraanse staatshoofd.

Daarmee verwijst de Turkse president vermoedelijk naar de aanvallen die Iran heeft uitgevoerd op Israëlische en westerse bondgenoten in Irak en Syrië. Turkije maakt zich ook zorgen over aanvallen op schepen in de Rode Zee door de Houthi’s, met steun van Iran. Dit omdat Turkije handel drijft met Israël en het Westen.

Turkije: wapens voor Israël zijn voor sport, niet oorlog

0

Turkije ontkent dat naar Israël geëxporteerde wapenonderdelen in de Gaza-oorlog worden gebruikt. Ze zijn bedoeld voor ‘jachtsport’, aldus het Turkse Instituut voor de Statistiek (TÜIK). Zo meldt de Turkse nieuwssite Duvar.

Turkije wordt al langer bekritiseerd vanwege de export naar Israël, die toeneemt ondanks de anti-Israëlretoriek van de regering. Naar verluidt zou er in november voor 80.000 dollar aan wapenonderdelen zijn verkocht aan Israël, van munitie tot andere militaire accessoires.

Volgens het TUIK zijn deze onderdelen niet bedoeld voor de oorlog in Gaza. Het gaat om export in de categorie 93, aldus de autoriteit. Deze categorie bevat niet-gevechtsvuurwapens, revolvers en onderdelen, delen van pistolen, zwaarden, machetes en bayanotetten’, meldt Duvar.

‘Ik hoorde vaak dat ik geen moslim was’

0

Theatermaker Ferhat Kaplan (31) vertelt in de voorstelling Kind van het licht over zijn Turks-alevitische achtergrond en opgroeien in Nederland. ‘Het is stiekem ook wel leuk dat je anders bent.’

 Hoe voelt het om aleviet te zijn?

‘Toen ik jonger was voelde het als iets heel bijzonders. Mijn ouders vertelden mij altijd dat ik anders was. Ik merkte het ook in de opvoeding. Ik werd opgevoed met muziek, verhalen en gedichten, terwijl anderen niet zo werden grootgebracht.

‘Dat was mooi om mee te krijgen, maar aleviet zijn heeft ook een keerzijde. Tijdens een vakantie in Turkije zaten mijn zusje en ik in een opblaasboot die richting de rotsen dreef. Toen we om hulp schreeuwden, kwamen twee jongens, rond de zestien jaar, ons helpen. Toen ons geloof ter sprake kwam, stopten ze gelijk met helpen en duwden ze ons weer richting de rotsen. Dat was de eerste keer dat ik de haat jegens mijn religie opmerkte.

‘Bij veel alevieten is er ook een enorm gevoel van trots. Trots op de religie en de geloofsgenoten. Als een bekende zanger of acteur aleviet is, dan zeggen andere alevieten vaak: ‘o bizden biri’. Dat betekent hij is een van ons.

‘Het alevitisme zorgt bij mij voor een gevoel van broederschap met andere alevieten en voornamelijk positieve gevoelens. Het is stiekem ook wel leuk dat je anders bent.’

In welk opzicht worden alevieten anders behandeld?

‘Voor mijn voorstelling heb ik in Turkije onderzoek gedaan naar mijn religie. Ik werd daar door een gids begeleid en sprak veel mensen. De mensen die wij tegenkwamen zeiden allemaal hetzelfde: ‘Ik heb nooit iets slechts van een aleviet gezien.’

‘Sommige Turkse mensen worden opgevoed met angst en haat. Dat gebeurt ook in Nederland. De huidige politiek van Turkije heeft daar ook invloed op. Je moet nu een stuk beter opletten tegen wie je zegt dat je aleviet bent.

‘Zelf heb ik daar maling aan. Ik zeg gewoon wie ik ben en als iemand daar raar op reageert ga ik het gesprek aan. Ik ben benieuwd waar die haatgevoelens vandaan komen en waarom iemand zo denkt.’ 

Wat zeggen ze dan?

‘Het is een beetje gelijk aan racisme of homofobie in Nederland. Vaak kennen ze gewoon niemand van die groep of hebben ze in ieder geval geen relatie met ze. Dat geldt ook voor alevieten. Zo van: ik zie ze wel, maar ik ben niet bevriend met ze dus dan ben ik maar boos op ze.’

‘Ik probeer te zeggen dat bevestiging van buitenaf geen voldoening geeft’

In je voorstelling laat je ook zien hoe het is om in Nederland aleviet te zijn.

‘Toen ik opgroeide kwamen mensen regelmatig naar mij toe met verhalen die ze hadden gehoord over levieten. Ik hoorde vaak dat ik geen moslim was en een zondaar. Als je dit hoort heb je volgens mij twee opties: of meegaan met deze onzin of laten zien wat de waarheid is.’ 

Waarom vind je het belangrijk om met deze voorstelling jouw verhaal te laten zien?

‘Het is onderdeel van mij en mijn identiteit. Ik ben opgegroeid in een periode waarin alevieten heel stil waren over hun afkomst en ik wil juist mijn stem laten horen. Wij zijn een nieuwe generatie met onze eigen vragen.

‘Wat ik belangrijk vind is om de verhalen niet verloren te laten gaan. Het alevitisme bevat geen boeken of geschriften, de verhalen rond onze religie worden doorgegeven binnen onze gemeenschap.

‘Onze generatie gaat steeds minder naar een cemevi (gebedshuis), waardoor de verhalen verdwijnen. Ik vind het belangrijk om ze te archiveren. Je kunt een mening hebben over het geloof zelf, maar het belang om kennis van de religie te behouden blijft.’ 

Foto: Bas de Brouwer

Voel jij je ergens wel thuis aangezien je in Turkije en Nederland wordt gediscrimineerd?

‘Het is misschien een gekke gedachte, maar als je geen thuis hebt voel je je eigenlijk overal thuis. Ik word in Nederland gediscrimineerd vanwege mijn uiterlijk en in Turkije door de tak van de islam waar ik in geloof. Ik zeg daarom in mijn voorstelling dat ik mij niet Nederlands of Turks voel, maar een minderheid.’ 

Waarom maakte je eigenlijk een reis door Turkije voor je voorstelling?

‘Acteur Sadettin Kırmızıyüz is mijn mentor en onder de vleugels van de stichting Sadettin K maak ik de voorstelling. Toen ik zei dat ik er niet uitkwam, stelde hij voor om op reis te gaan naar Turkije. Daar maakte ik een spirituele reis naar mijn religie.

‘Ik kwam op verschillende plekken waaronder de wijk Gazi in Istanbul. Gazi is eigenlijk een ghetto waar de alevitische bevolking  is gehuisvest. Ik kom zelf ook uit een achterstandswijk in Bergen op Zoom dus ik voelde me er wel iets meer op mijn gemak dan de meeste bezoekers daar.

‘Wat mij verbaasde was het grote verschil met de rest van Turkije. Je zag overal posters van de alevitische profeet Ali, alevitische artiesten, dichters et cetera. Dat is een  groot contrast met de rest van Turkije waar alevieten zich verbergen. Het leek op een apart land van alevieten in Turkije.’

In je voorstelling geef je aan dat je geen activist wil zijn. Waarom niet?

‘Vroeger stond ik op elk protest, deelde ik alle berichten en was ik constant bezig met thema’s rondom activisme, racisme, discriminatie en uitsluiting. Ik merkte op een gegeven moment dat ik er erg depressief van werd. Ik was tegen iets aan het vechten waar geen vooruitgang in zat.

‘In vergelijking met andere landen waar ik ben geweest stelt Nederland mij vaak teleur op gebied van emancipatie. Integratie komt vanuit twee kanten. De mensen die hier komen passen zich aan, maar mensen passen zich niet aan ons aan.’

‘Ik werd er helemaal ongelukkig van. Toen besloot ik op een dag weg te lopen van dit activisme.  Ik merkte gelijk dat ik een stuk gelukkiger werd. Ik heb geleerd om balans te creëren voor mezelf. Ik ben nu activistisch in mijn werk. Ik zeg dingen die nooit zijn gezegd op een podium en ik probeer de mensen die komen wat bij te brengen.’

In je voorstelling beschrijf je jezelf als een kind van het licht dat is afgewezen. Wat bedoel je daarmee?

‘Ik wil niet dat zeggen dat ik afgewezen ben door mijn religie, want iedereen uit mijn religie is supertrots op mij en wat ik doe. Ik probeer te zeggen dat bevestiging van buitenaf geen voldoening geeft. Je moet jezelf kunnen waarderen. Je moet niet afhankelijk zijn van wat anderen denken, maar de kracht vanuit jezelf vinden.

Je bent ook acteur en je vertelde dat je vaak wordt getypecast. Hoe zit dat eigenlijk? 

‘Ja, de meeste audities die ik aangeboden krijg, zijn voor een rol als crimineel of terrorist. Nederland loopt daarin best achter als je kijkt naar andere landen. In Amerika en de UK is het normaler dat karakters van kleur zijn.

‘Ik vind het zelf niet altijd vervelend om getypecast te worden. Ik vind het prima om een crimineel te spelen, want aan de ene kant vind ik ze wel inspirerend. Ze doen hun best om te roeien met de riemen die ze hebben. Ik vind het belangrijk als acteur de ontwikkeling van een karakter te laten zien. Als dat een crimineel is, so be it.’

De theatervoorstelling Kind van het licht is tot 22 februari te zien.

Commotie over Poolse arbeiders die te langzaam zouden werken

0

Op sociale media is ophef ontstaan over een filmpje in een distributiecentrum van Albert Heijn, waarin Poolse arbeiders worden uitgebuit. Er zouden namen worden omgeroepen van Poolse uitzendkrachten die ‘te langzaam’ werken. Vakbondmedewerkers luiden de noodklok en verwijzen naar een filmpje op YouTube.

‘Hier hebben we een voorbeeld waarin Poolse coördinatoren via luidsprekers, in het Pools, een lijst voorlezen van mensen die te ‘langzaam’ hebben gewerkt, dus niet samen met de rest van de vaste AH-medewerkers en anderen op pauze kunnen gaan of het werk kunnen verlaten’, schrijft Imke Gardingen die bij de vakbond FNV werkt. ‘Vernederd’, voegt ze daar nog aan toe.

In december vorig jaar berichtte het tv-programma Kassa dat Poolse migranten gebukt gingen onder ‘ziekmakende werkomstandigheden’.

‘Uit een enquête van de vakbonden bleek al dat onder 666 vaste krachten en uitzendkrachten van de distributiecentra – waarvan het overgrote merendeel Pools – dat maar liefst 90 procent negatieve gevolgen ervaart door werkdruk. Dat gaat onder meer om klachten zoals stress, lichamelijke klachten en minder goed functioneren’, schreef opiniesite Joop toen.

Marjon de Koning, hoofd logistiek Albert Heijn, zei vorig jaar bij Kassa dat ze het ‘heel erg’ vond dat medewerkers dit ‘zo ervaren’ en dat er al ‘gesprekken’ gaande waren. Op de nieuwe beelden van het Zaanse distributiecentrum is er nog reactie bekend van haar.

Duitse rechter blokkeert partijfinanciering extreemrechtse NPD

0

Het grondwettelijk hof in Duitsland heeft de partijfinanciering van de extreemrechtse NPD (Nationaal-Democratische Partij van Duitsland, of sinds kort Die Heimat) voor de komende zes jaar stopgezet. De Duitse rechter deed dat op basis van het ontbreken van ‘enig democratisch bewustzijn’ bij de partij. De partij verwerpt volgens het hof de democratie en wil ‘een autocratie voor één etnische bevolkingsgroep’. Zo meldt Trouw

De rechter gooit zo roet in het eten van de extreemrechtse partij die met een schone lei ( en nieuwe naam Die Heimat) wilde beginnen. Ook het idee van een thuisland dat zij willen behouden voor ‘etnische Duitsers’, is ondemocratisch, zoals de oude neonazistische ideologie, aldus het hof, dat voor het eerst zo’n besluit neemt.

Daar zal NPD overigens niks van merken, omdat ze de afgelopen twee jaar toch geen subsidie hebben ontvangen. Ze lopen wel belastingvoordelen mis bij donaties, meldt Trouw.

Of de uitspraak ook gevolgen heeft voor een andere extreemrechtse partij, Alternative für Deutschland, die het veel beter doet in de peilingen, is de vraag. Veel Duitsers zijn de straat opgegaan nadat een deportatieplan uitlekte waar leden van AfD bij betrokken waren. Ze eisen een verbod op die partij.

‘De geschiedenis vertelt ons dat we niet kunnen wachten totdat het te laat is en de fascisten aan de macht komen, we moeten opstaan tegen hen’, schreef covoorzitter van de Europese Groene partij Terry Reintke op sociale media, verwijzend naar de Tweede Wereldoorlog en de opkomst van de nazi’s.

Nederlands is een moeilijke taal

Elke maand gaat de Kanttekening in gesprek met vluchtelingen en statushouders in Nederland. Hoe zijn ze hier gekomen? En hoe hebben zij hun nieuwe leven in Nederland opgebouwd? Deze maand: Moueen Alborsh. Hij vertrok uit Palestina vanwege de gezondheid van zijn kinderen. Zijn dochter leek ook hier niet behandeld te kunnen worden. Nadat ze zich hadden gemeld in Ter Apel gingen er deuren open.

Moueen Alborsh gaf les aan de University of Palestine in Gaza in medische biochemie. Het leven van Alborsh en zijn gezin veranderde nadat het Israëlische leger bij een aanval op zijn dorp fosforgas had gebruikt. Dit heeft  ernstige gevolgen gehad voor de gezondheid van hun dochter en zoon. ‘Mijn vrouw was op dat moment zwanger en onze zoon heeft nu autisme.’ In het gebied waar de aanval met fosforgas heeft plaatsgevonden, hebben veel kinderen autisme en andere handicaps.

‘Bij mijn dochter van zes ging het om hartklachten en er was iets met haar linkervoet. Twee operaties, uitgevoerd in Gaza, waren niet succesvol. Er kwam met regelmaat een Duitse specialist naar Gaza, die zei dat mijn dochter in een modern ziekenhuis behandeld moest worden. Ik zocht contact met medische specialisten in Europa. Uiteindelijk kon ze in Duitsland terecht, op voorwaarde dat ze alléén zou komen.’

De ouders wilden beslist niet dat hun kind van zes jaar alleen vanuit Gaza naar Duitsland ging. Alborsh had ook contacten met het AMC in Amsterdam. Ze kregen  een visum voor Nederland, maar zijn dochter  kon niet zomaar de medische molen in. Dit deed Alborsh besluiten om zich op 7 januari 2019 samen met zijn dochter in Ter Apel te melden. Toen hij kon bewijzen dat zijn dochter medische hulp nodig had,  kwam ze redelijk snel in het AMC terecht.

Op tournee langs azc’s

In januari 2019 was de situatie in Ter Apel niet zo slecht als nu. Sterker nog, Alborsh omschrijft het als goed. ‘We zijn één week in Ter Apel geweest. Daarna waren we vier weken in Budel. Dat azc vond ik minder prettig. We kregen diepvriesmaaltijden. Ons budget was vijftig euro per week.’ Alborsh trekt nog steeds een vies gezicht bij de herinnering aan de maaltijden in het azc in Budel. ‘Na Budel gingen we naar Heerhugowaard. Daar was de situatie wat beter dan in Budel. Na zes maanden werden we overgeplaatst naar een azc in Wageningen. Dat was behoorlijk ver van het AMC in Amsterdam. Daarom kregen we een plek in het azc in Harderwijk. Daar kregen we zeventig euro per week en we konden er zelf koken. Een stuk prettiger. We zijn anderhalf jaar in Harderwijk gebleven, totdat we in februari 2022 een woning kregen toegewezen in Amsterdam.’

Tijdens de asielprocedure kwamen er extra problemen om de hoek kijken, want Palestina is geen erkend land. In die periode kregen zijn dochter en hij het predicaat ‘stateloos’. Hij benadrukt dat er meer asielzoekers zijn die op dit obstakel stuiten. Wat wel soepel verliep, was het krijgen van het burgerservicenummer. Destijds kreeg hij dit binnen een half jaar. Sinds augustus 2023 heeft hij de Nederlandse nationaliteit. Inmiddels is ook de rest van het gezin in Nederland. In zijn hart zou hij graag naar huis willen.

‘Bijna iedereen die is gevlucht, wil het liefste naar huis, maar ik voel me goed hier. Hier is het veilig en er is voedsel. Maar om weer les te kunnen geven moet mijn Nederlands beter worden. Nederlands is een moeilijke taal. Hier in Amsterdam spreekt bijna iedereen Engels. Handig, maar het helpt niet om beter Nederlands te leren spreken.’

‘Er kwamen extra problemen om de hoek kijken, want Palestina is geen erkend land’

Alborsh grijpt dit moment aan om een misverstand uit de weg te ruimen. Sommige mensen denken dat asielzoekers tienduizend euro in handen krijgen. Dát is niet waar, legt hij uit. ‘Dit budget is beschikbaar voor asielzoekers om de taal te leren. Het bedrag is bedoeld om je lessen te betalen totdat je een bepaald niveau hebt bereikt. Ik heb er vaart achter gezet. Mijn kosten bedroegen vijftienhonderd euro.’

De dochter met wie hij gevlucht is, spreekt heel goed Nederlands. Ze is nu twaalf jaar en zit op de havo. Het gaat beter met haar gezondheid. Zijn vrouw heeft haar eigen asielprocedure doorlopen, net als een van hun dochters. Die is namelijk boven de 16 jaar. Hun jongste kind is hier geboren. Tijdens een aanval in Gaza kwam een van hun kinderen, een zoontje van één jaar, om het leven. Hun huis in Gaza was twee keer doelwit van een aanslag, in 2006 en 2010. Recent is hun woning bij een van de bombardementen totaal verwoest. De foto’s van de overblijfselen van het huis en de omgeving spreken boekdelen. Het gevolg is dat dit gezin geen onderkomen meer heeft in Gaza.

Hoewel hij ontzettend blij is met hun woning in Amsterdam, hoopt hij dat zijn gezin op een moment een groter huis vindt, vooral in verband met zijn autistische zoon. ‘We hebben meer ruimte nodig, ook omdat mijn zoon wat te luidruchtig is voor gehorige woningen.’ Alborsh klaagt niet, maar in Gaza woonde hij met zijn gezin in een huis dat gerust een villa genoemd mag worden. Dan is een sociale huurwoning even slikken.

Meer een smalle kast dan een cel

Begin jaren 90 vond er in Gaza een opstand plaats tegen de bezetting door Israël, bekend als de Intifada. Een van de acties was het gooien van stenen richting Israëlische militairen. In sommige gevallen ging het om molotovcocktails, maar de jonge Moueen hield het bij stenen. ‘Iedere jongen van mijn leeftijd deed dat in die tijd. Het hoorde erbij. Ik ben drie keer neergeschoten, twee keer met echte kogels en één keer in de benen met rubberen kogels. Van die drie keer was één keer kantje boord.’

Veel jongeren gooiden met stenen, maar niet iedereen werd opgepakt. Alborsh wel. De eerste keer toen hij vijftieneneenhalf was, hij moest drie dagen naar de gevangenis. Een jaar later ging het om een straf van twee maanden. Tot slot werd hij op 22 juni 1991 midden in de nacht thuis opgepakt, zeventien jaar oud, en moest hij een jaar de gevangenis in.

‘De soldaten behandelden je niet als kind, maar als crimineel. Dat vond ik griezelig. Ik werd meerdere keren ondervraagd. Ze vroegen naar namen en feiten. In 1991 werd ik naar een cel gebracht die zo klein was dat ik er niet eens in kon liggen. In feite was het meer een smalle kast dan een cel. Het was bijna niet mogelijk om er te zitten en je benen goed te strekken. Daar ben ik eenentwintig dagen vastgehouden zonder dat iemand me mocht bezoeken.’ Wanneer je in Nederland in beperking zit, dan mag je advocaat je bezoeken. Bovendien werd Alborsh hard geslagen op gevoelige plekken.

‘Tijdens die eenentwintig dagen mocht ik me niet omkleden en ik kreeg amper de kans om me te wassen. Mijn eten was meestal koud. Ik kreeg iets om mijn behoeften in te doen, wat om de drie dagen werd geleegd. De verhoren vonden zowel overdag als ’s nachts plaats. Daarna ging ik naar een gevangenis in de Negev-woestijn, waar alle Intifada-activisten naartoe werden gebracht. Daar werd het vijfendertig tot veertig graden. We waren amper beschermd tegen de hitte. Deze gevangenis bestond niet uit een stenen gebouw, maar uit tenten. Op 23 juni 1992 kwam ik vrij. Die datum zal ik nooit vergeten!’

Na deze periode had Alborsh een nieuwe uitdaging: Roemeens leren. ‘Een jaar later ging ik naar Roemenië om daar te studeren. Mijn broer was daar al, ook voor zijn studie. We kozen voor een opleiding in Roemenië omdat in dit land studeren veel goedkoper was dan in andere landen. In 2004 keerde ik terug naar Gaza. Bij de grens werd ik aangehouden. Waar kwam ik vandaan? Wat had ik in Roemenië gedaan? Dat kon ik eenvoudig aantonen. Ik mocht Gaza in, maar tot 2006 mocht ik het gebied niet verlaten.’

Know their names

Alborsh is een van de mensen achter het initiatief Know their names. Op internet worden zoveel mogelijk namen verzameld van mensen die zijn omgekomen sinds de aanval van Israël op Gaza. Het motto luidt: Ze zijn geen nummers, ze zijn mensen. Ze hebben namen, ze hadden dromen. ‘We willen niet dat de slachtoffers worden vergeten en er alleen maar cijfers worden genoemd. Hun namen moeten worden genoemd, zodat ze herdacht worden als persoon.’

Het aantal familieleden dat zijn vrouw en hij hebben verloren is inmiddels opgelopen tot vijfenzeventig. ‘Voor zover bekend, want er liggen nog steeds mensen onder het puin.’

Alborsh is de organisator van het dagelijkse protest bij het Centraal Station in Amsterdam, met als doel een volledig staakt-het-vuren. Hij benadrukt dat hij geen hekel heeft aan Joodse mensen. ‘Wel aan de rechtse Israëlische regering die ons dit aandoet.’

Zijn gedachten gaan uit naar Gaza.