20.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 237

GroenLinks-PvdA blijft geloven in tweestatenoplossing, Palestina-activisten kritisch

0

GroenLinks-PvdA houdt vast aan de tweestatenoplossing als antwoord op het Israëlisch-Palestijns conflict, zo blijkt uit het concept-verkiezingsprogramma. Voor Palestina-activisten is dit een flinke tegenvaller: ‘Het lijkt wel 1998′, post Edwin van ’t Pad van The Rights Forum op X.

‘In het Israëlisch-Palestijnse conflict streven we naar een rechtvaardige tweestatenoplossing’, staat er in het conceptprogramma te lezen. GroenLinks-PvdA veroordeelt alle vormen van geweld, het Israëlische geweld, maar ook het Palestijnse geweld. Tegelijk gaat het volgens GroenLinks-PvdA om een ‘asymmetrisch conflict’: Israël blijft maar nederzettingen bouwen op Palestijns grondgebied en werpt economische belemmeringen op die Palestijnen hard raken en een duurzame vrede in de weg staan. GroenLinks-PvdA wil dat Nederland de Palestijnse staat erkent, dringt er bij de Palestijnse Autoriteit op na vrije verkiezingen te organiseren, vindt dat Israël aan de democratische rechtsstaat moet vasthouden, en heeft kritiek tegen het valselijk labelen van producten uit de bezette gebieden, die het opschrift ‘made in Israel’ krijgen.

Hoewel GroenLinks-PvdA dus kritiek heeft op Israël is deze kritiek veel te voorzichtig, vindt Edwin van ’t Pad van The Rights Forum. ‘Buitengewoon teleurstellend voor wat een progressief verbond zou moeten zijn. Dit is aantoonbaar gefaald beleid voorzetten’, schrijft hij op X.

‘GroenLinks-PvdA heeft een mooi links programma opgeleverd, waar ik als lid ontzettend blij mee ben’, legt Van ’t Pad uit aan de Kanttekening. ‘Maar die ambitie en realiteitszin mis ik in de Palestina-Israël paragraaf.’

Het ‘krampachtig vasthouden aan de tweestatenoplossing’ noemt Van ’t Pad ‘fantasie-beleid’: ‘De realiteit van annexatie, kolonisatie en de expliciete wens van Israël die oplossing onmogelijk te maken heeft ons ingehaald. Het is verder aan de partijen zelf om te beslissen wat de oplossing moet worden binnen de huidige éénstaat-realiteit. Gelijke rechten en respect voor internationaal recht staan daarbij voor ons als internationale gemeenschap voorop.’

Van ’t Pad vindt het daarnaast kwalijk dat GroenLinks-PvdA niet benoemt dat Israël aan ‘apartheid’ doet: ‘Er is een consensus ontstaan onder mensenrechtenorganisaties zoals Human Rights Watch, Amnesty International, Al Haq en B’tselem dat Israël zich schuldig maakt aan apartheid. Het is een misdaad tegen de menselijkheid. Een meerderheid van de geïnformeerde Nederlanders weet al dat het zo is. Voormalig GroenLinks-Europarlementariër Judith Sargentini benoemde het 8 jaar geleden al. En Frans Timmermans was in 2011, toen hij Tweede Kamerlid was, al kritisch over rechtsongelijkheid in Israël-Palestina. De apartheidsbeschuldiging kan daarom niet genegeerd worden, maar moet erkend worden en voorgelegd aan een bevoegde rechter.’

Ten slotte vindt Van ‘t Pad dat Nederland zich moet inzetten voor het internationaal recht in Israël en Palestina. ‘We zeggen al veertig jaar ons te verzetten tegen de nederzettingen, maar ze groeien harder dan ooit. Het moet concreet gemaakt worden; door de relatie met Israël afhankelijk te maken van respect voor internationaal recht. Dit kan betekenen het opschorten van het EU-associatieakkoord, het stoppen met het intensiveren van de economische banden, en het stoppen met de militaire samenwerking met Israël. De zaak die nu is begonnen bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag over de legaliteit van de bezetting-met-open-einde van Palestina, moet ook door Nederland ondersteund worden. 51 landen, waaronder Frankrijk, Ierland en Luxemburg, hebben schriftelijke bijdragen geleverd, maar Nederland niet. Dit kan alsnog in het verdere verloop van de procedure.’

Canada: proces gestart tegen witte man die moslims doodreed

0

In Canada staat Nathaniel Veltman voor de rechter voor het ‘doelbewust inrijden op een moslimfamilie’ in 2021. Voorgangers van de moslimgemeenschap en mensenrechtenactivisten in Canada willen dat de witte man expliciet veroordeeld wordt voor een ‘islamofoob haatmisdrijf’. Zo meldt de Arabische nieuwszender Al Jazeera.

‘We zullen deze zaak nauwlettend volgen’, zegt de Canadese Raad van Moslims over deze kwestie.

De 42-jarige National Veltman reed twee jaar geleden met een pick-up truck in op de moslimfamilie Afzaal. Salman Afzaal, zijn vrouw Madiha, hun 15-jarige dochter Yumma en Salmans moeder Talat kwamen daarbij om het leven. De 9-jarige zoon raakte zwaargewond.

‘Het recht moet zegevieren’, zegt familielid Shaukat Rizvi. Hij heeft vertrouwen in het Canadese rechtssysteem. De Canadese jury beschuldigt hem van vier maal moord en poging tot moord. Veltman zelf ontkent alle beschuldigingen.

De autoriteiten vonden in 2021 al meteen dat hij de omgekomen moslims vanwege hun islamitische geloof heeft aangevallen en spraken toen ook over ‘terrorisme’.

De moordaanslag op de moslimfamilie zorgde destijds voor hernieuwd trauma bij Canadese moslims. Velen waren al diep geschokt door de dodelijke aanslag op een moskee in Quebec in 2017 en een steekpartij in Toronto in 2020.

Coups in Afrika: kan Turkije profiteren nu Franse invloed wankelt in de Sahel?

0

Nu de ene na de andere coup wordt gepleegd in Afrika, lijkt Turkije te proberen om de rol van voormalig kolonist Frankrijk over te nemen. Toch zijn militaire experts van mening dat Ankara niet de capaciteit of motivatie heeft om echt een doorslaggevende rol te spelen in Afrika. Zo meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye

De coups in Niger en Gabon maken het gebied kwetsbaar voor buitenlandse interventies, meldt Middle East Eye.

Historisch gezien was Frankrijk heer en meester in Afrika. Maar nu de Franse invloed verdwijnt, verschijnen er steeds meer kapers aan de kust. Rusland heeft bijvoorbeeld het huurlingenleger Wagner ingezet, de Verenigde Staten hebben aanzienlijke veiligheidsbelangen in West-Afrika, China investeert fors in het continent, en de Arabische landen, zoals Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten, tonen ook druk interesse. Turkije mengt zich nu in deze drukte.

Toch is Turkije al tientallen jaren bezig om zijn politieke invloed in Afrika uit te breiden. En daarbij lijkt het ook gebruik te maken van het anti-Franse en anti-westerse sentiment, dat groot is in Afrika. Turkije wil dat nu in eigen voordeel benutten.

Volgens Erdogan heeft Turkije historisch gezien een “onbevlekt verleden” in Afrika en beschouwt het zichzelf als een “Afro-Aziatisch land” (buiten Pax Ottomana gerekend dan, red.). Turkije heeft intussen militaire basissen in Libië en Somalië en biedt militaire training aan verschillende Afrikaanse landen. Onder Erdogan is het aantal Turkse ambassades in Afrika in twintig jaar gegroeid van twaalf naar 43.

Ook in culturele zin is er Turkse invloed, met 175 Turkse scholen in 26 landen, beheerd door de Maarif Foundation.

Maar het is vooral militair dat Turkije iets in de melk kan brokkelen. Militaire regimes in Afrika willen wel drones en andere Turks apparatuur hebben. En daar lijkt Turkije niet de capaciteit voor te hebben, volgens Mehmet Özkan, professor aan de Nationale Defensie Universiteit in Istanbul. ‘Turkije is niet in de positie om ontwikkelingen in Afrika te dicteren vanwege gebrek aan capaciteit.’ De economische crisis in het land zal dat niet snel doen veranderen.

Turkse gewetensgevangene Osman Kavala genomineerd voor Vaclav Havelprijs

0

Miljonair en filantroop Osman Kavala, die een levenslange gevangenisstraf uitzit in Turkije, is genomineerd voor de Vaclav Havel Award. Dat schrijft Deutsche Welle.

De 65-jarige Osman Kavala staat bekend om zijn liefdadigheidswerk en zijn jarenlange inzet voor de Turks-Armeense dialoog.

De Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa heeft Kavala nu genomineerd voor de Vaclav Havel Mensenrechtenprijs. Hij neemt het op tegen twee andere finalisten: de Poolse advocate en vrouwenrechtenactiviste Justyna Wydrzynska en Yevgeniy Zakharov uit Oekraïne, oprichter van de actiegroep ‘Tribunaal voor Poetin’.

Sinds oktober 2017 zit Kavala in hechtenis, omdat hij verdacht werd het brein te zijn achter de Geziprotesten in 2013 tegen de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. In april vorig jaar werd hij tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij ook betrokken zou zijn bij de mislukte staatsgreep tegen Erdogan op 15 juli 2016. Critici spreken van een politiek proces en ondanks inspanningen van de Europese Unie is Turkije niet overgegaan tot zijn vrijlating.

De Vaclav Havel Award is vernoemd naar de Tsjechische schrijver, dissident en president Vaclav Havel (1936-2011), een van de oprichters van Charta 77. Havel heeft tussen 1970 en 1989 drie keer gevangengezeten en in totaal vijf jaar in gevangenschap doorgebracht in het toen communistische Tsjechoslowakije.

Sommige scholen willen niet gemengd zijn

0

Schooldirecteur Cordula Rooijendijk schreef een boek over witte en zwarte scholen. Een gesprek over selecteren aan de poort, hoge ouderbijdrage en het risico van islamitisch onderwijs.

Basisschool Montessorischool Op de Kade staat te midden van twee uiteenlopende Amsterdamse wijken. Aan de ene kant de vooroorlogse Indische buurt, aan de andere kant een nieuwbouwwijk van rond het jaar 2000. De school heeft 250 leerlingen en is gemengd, vertelt directeur en schrijver Cordula Rooijendijk. Ongeveer dertig procent van de leerlingen heeft een niet-westerse achtergrond. Hemelsbreed een paar honderd meter verder staat een zeer geliefde basisschool die te boek staat als ‘wit’.

Een situatie die overal in de grote steden voorkomt en wordt beschreven in Rooijendijks pas verschenen boek 15 lessen die kleurrijke scholen ons leren (Atlas Contact). Daarin gaat ze te rade bij collega-directeuren van andere gemengde en zwarte scholen, waarbij meer dan zestig procent van de kinderen van niet-westerse komaf is. Deze zoektocht was nodig, zegt Rooijendijk, omdat ze maar weinig pasklare kennis vond over het leiden van een gemengde school.

Heeft u de directeur van de naburige witte school weleens gesproken over hun homogene leerlingenpopulatie?

‘Nee maar ik vind er wel wat van. Dat vind ik van alle scholen die monocultureel zijn. Uit onderzoek blijkt dat het voor kinderen essentieel is dat ze in een diverse omgeving opgroeien. Zo leren ze dat er verschillen zijn tussen mensen in culturele achtergrond, seksualiteit, geloof en huidskleur. Kinderen moeten met elkaar in aanraking komen. Op mijn vorige – witte – school wees een van de kleuters een zwarte pop als stoute pop aan in de documentaire van Sunny Bergman. Daar schrok ik van.’

Vooral hoogopgeleide witte ouders lijken voor zo’n ongemengde school te kiezen.

‘Je ziet bij alle ouders een voorkeur voor scholen met een populatie die op henzelf lijkt. Veel ouders van kinderen met een migratieachtergrond zetten hun kind ook niet graag op een helemaal witte school. Dat is heel logisch en ook goed, want voor je kind is identiteitsvorming belangrijk. Maar mengen, dus met een grotere groep, is wel heel verstandig.’

 ‘De één zit op hockey en celloles, de ander heeft een leven met vrienden op een pleintje’

‘Mengen gaat niet vanzelf. Ik kwam erachter tijdens het schrijven van mijn boek dat ik als directeur me ook, onbewust, op de hoogopgeleide ouders richtte. Zij kwamen vooral op de informatieochtenden af. We hebben daarom een nieuwe schoolgids en website gemaakt die wat minder talig zijn. Ook gaan we meer rekening houden met feestdagen uit andere culturen. Tijdens het Suikerfeest is nu een studiedag gepland voor leerkrachten zodat de kinderen vrij zijn. Eigenlijk ontneem je kinderen onderwijstijd als je dat niet doet. Dan begin je met ongelijkheid. Ook in het werven van ouders met een niet-westerse afkomst kan ik nog wel wat meer doen. Door aan ouders te vragen: wat zoek je nou in een school en wat spreekt je aan?’

Denkt u dat directeuren van witte scholen hier ook mee bezig zijn?

‘Het is moeilijk om daar een algemene uitspraak over te doen. Ik weet wel dat als je als witte school een hoge ouderbijdrage vraagt, je niet probeert om een gemengde school te zijn. Je weet dan dat je hoogopgeleid publiek krijgt. Witte praktisch opgeleide mensen trek je er ook niet mee aan. Er zijn scholen die zeggen dat die hoge ouderbijdrage nodig is. We moeten verrijkingsonderwijs kunnen geven aan hoogbegaafde kinderen. Maar eigenlijk selecteren ze gewoon aan de poort, de kinderen van de welgestelde ouders komen binnen.’
‘Door de wet ‘Meer ruimte voor nieuwe scholen’ is het eenvoudiger om een nieuwe school op te richten. Dat zijn vaak conceptscholen waarvan je vanaf het begin al weet dat ze monocultureel worden. Ze vragen een hele hoge ouderbijdrage of geven ‘vrij onderwijs’. Kinderen die op basis van hun eigen gevoel mogen leren of de hele dag onder een boom liggen. Als school weet je dat een ouder van wie het kind baat heeft bij goed taalonderwijs daar niet heen gaat. Veel nieuw opgerichte scholen hebben zo’n doelgroep in gedachten. Dat kan niet anders.’

Hoe kijkt u aan tegen islamitische scholen?

‘Net zoals ik tegen gereformeerde en joodse scholen aankijk. Er is nu eenmaal een vrijheid in Nederland om zulke scholen te hebben, maar ik vind dat ze wel hun uiterste best moeten doen om cultureel gemengd te worden. Van islamitische scholen weet je dat het geen school wordt waar kinderen met een niet-islamitische achtergrond naartoe gaan. Ik denk dat het beter is om gemengd op te groeien, niet met maar een afkomst of één geloof.’

In uw boek schrijft u over de bekende onderwijssocioloog Jaap Dronkers. Hij beweerde het tegenovergestelde.

‘Hij haalde een onderzoek aan waaruit zou blijken dat kinderen op niet-gemengde scholen hogere cognitieve resultaten halen dan op gemengde scholen. Maar dat onderzoek zat niet goed in elkaar, zeiden wetenschappers later. Hij baseerde zijn uitspraak bijvoorbeeld op buitenlandse gegevens die niet over Nederlandse kinderen gaan. Dronkers had uit die gegevens nooit een dergelijke conclusie mogen trekken. Toenmalig onderwijsminister Marja van Bijsterveldt greep het destijds meteen aan om te zeggen: ‘We gaan niet meer ons best doen om scholen te mengen, want kinderen presteren beter als ze op monoculturele scholen zitten.’ Maar behalve dat het niet klopt, is het ook nog eens heel eenzijdig kijken naar wat belangrijk is voor de ontwikkeling van een kind en de maatschappij. Als kinderen niet leren samenleven dan krijg je een veel minder fijne maatschappij. Daar heeft uiteindelijk iedereen last van. Ook hoogopgeleide mensen die bijles kunnen inkopen en hun kinderen naar het gymnasium sturen.’

Een van de lessen in uw boek is ‘omarm de straatcultuur’. Veel ouders willen de straatcultuur helemaal niet omarmen en sturen hun kinderen daarom naar een gesegregeerde school.

‘Om de straatcultuur te begrijpen moet je eerst weten waarom hij bestaat. De opvoedkundige Hans Kaldenbach zegt dat de straatcultuur een reactie is op de dominante burgerlijke cultuur die door de hoogopgeleide stedelingen wordt uitgedragen. Leden van de burgerlijke cultuur krijgen voortdurend respect, terwijl kinderen uit de straatcultuur het gevoel hebben dat mensen op hen neerkijken – wat vaak ook zo is.
Straatcultuur is niet alleen maar iets van kleurrijke scholen. Je hebt het net zo goed op scholen in achterstandswijken met mensen zonder migratieachtergrond. Die straatcultuur is ook heel belangrijk voor sommige kinderen, omdat ze daar hun identiteit aan ontlenen. De één zit op hockey en celloles en verkeert in theoretisch opgeleide kringen, maar een ander heeft een leven met vrienden op een pleintje. Wij denken bij straatcultuur aan overlast, maar het heeft ook elementen die heel mooi zijn. Kinderen leren er allerlei sociale vaardigheden die hen sterker maken. Ze leren er voor zichzelf op te komen, weerbaar te worden, en wat broederschap is. Alleen moeten kinderen wel leren dat de straatcultuur en de taal die daarbij hoort, niet op school hoort. ‘

Maar misschien zeggen hoogopgeleide ouders wel: ‘Voor de ontwikkeling van mijn kind is het niet belangrijk dat hij de straatcultuur leert kennen.’

‘Dat mag, maar het zou ze in elk geval aan het denken moeten zetten. Als je je kind wilt beschermen door ze ver van de straat te houden, ontneem je ze een belangrijke ontwikkeling. Weerbaarder worden en omgaan met een omgeving die anders is.’

Er zijn ook ouders die niet willen dat hun kinderen lessen over seksualiteit volgen. Denk aan de ophef rond de Week van de Lentekriebels. Kleuters zouden leren over seks, in werkelijkheid ging het om de fysieke verschillen tussen jongens en meisjes.  

‘Er waren allerlei waanideeën over wat scholen in de klas zouden vertellen. Het sloeg werkelijk nergens op. Ik kreeg er ook mee te maken op mijn school, ouders die niet meer wilden dat hun kinderen die lessen zouden horen. Toen heb ik de directeuren uit mijn boek nog een keer gebeld en gevraagd, hoe pakken jullie dit eigenlijk aan? Op scholen waar hierover goed werd gecommuniceerd ontstonden weinig problemen. De volgende keer houd ik voorafgaand aan de Week van de Lentekriebels een ouderochtend en laat ik ons materiaal en boeken zien. Dat voorkomt ruis, angst en onvrede, denk ik.’

Waar zijn die ouders dan bang voor?

‘Dat verschilt natuurlijk, maar sommige ouders geven aan bang te zijn dat wij dingen gaan zeggen die hun kinderen aanzetten tot dingen dat zij niet oké vinden.’

Zijn ze bang dat hun kinderen homoseksueel worden?

‘Ja, dat schijnen sommige ouders inderdaad te denken. Of dat je kinderen op ideeën brengt en ze vroeger beginnen met seks bijvoorbeeld. Terwijl juist uit onderzoek blijkt dat goed geïnformeerde kinderen er later aan beginnen. Bovendien helpt het meiden om grenzen te kunnen aangeven, wat erg belangrijk is. Kijk, ik snap ergens ouders wel die zeggen dat het een opvoedtaak is en geen taak van school. Dat vind ik eigenlijk ook. We moeten ons op school concentreren op de kernvakken, op rekenen en lezen. Zeker nu die in deze tijd achteruitgaan. Maar als voorlichten niet goed gebeurt thuis, dan begrijp ik ook wel dat het ministerie zegt dat we dat moeten doen. Het is een morele verplichting.‘

Zo kunt u zelf uitspraken van politici over migratie factchecken

0

Het kabinet viel in juli over het asielbeleid. In aanloop naar de verkiezingen zal het vaak over immigranten en asielzoekers gaan en zal er worden gegoocheld met cijfers. In dit artikel worden de belangrijkste cijfers op een rij gezet. Dan kunt u zelf de uitspraken van politici factchecken.

Wat wordt bedoeld met asielzoekers, statushouders, nareizigers en arbeidsmigranten?

We beginnen met een korte begrippenlijst.

Immigranten zijn personen die zich vanuit het buitenland in Nederland vestigen. Ze worden meegeteld als immigrant wanneer ze zich hebben ingeschreven in een gemeentelijk bevolkingsregister.

Asielzoekers zijn personen die hun eigen land verlaten hebben en bescherming zoeken in een ander land. Wanneer ze asiel aanvragen, willen ze erkend worden als vluchteling. Tijdens de asielprocedure moeten ze bewijzen dat zij gevaar lopen in hun land van herkomst en recht hebben op bescherming in Nederland. Asielzoekers worden pas ingeschreven in het bevolkingsregister wanneer ze langer dan een half jaar in een centrale opvangvoorziening verblijven.

Het aantal asielzoekers dat jaarlijks wordt erkend als vluchteling verschilt sterk per jaar. In 2022 werd 85 procent van de aanvragen erkend. Dat was relatief hoog in vergelijking met voorgaande jaren.

Statushouders zijn voormalig asielzoekers die erkend zijn als vluchteling en met een verblijfsvergunning in Nederland mogen verblijven.

Nareizigers zijn gezinsleden van de statushouder. Een statushouder kan direct na toekenning van de verblijfsvergunning leden van het kerngezin (partner, thuiswonende kinderen onder 25 jaar) laten overkomen via een nareisaanvraag. Alleenstaande minderjarige asielzoekers (jonger dan 18 jaar) mogen ook een aanvraag indienen voor de komst van ouders, broers en zussen. Deze aanvraag moet wel binnen drie maanden na het verkrijgen van de asielvergunning worden ingediend.

Opa’s, oma’s, ooms, tantes, neven, nichten enzovoort behoren niet tot het kerngezin. Alleen in uitzonderlijk schrijnende gevallen is er een mogelijkheid om voor hen, via artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, een procedure te starten.

Het CBS gebruikt ook het begrip asielmigranten. Dat zijn asielzoekers, statushouders of uitgenodigde vluchtelingen die zijn opgenomen in het gemeentelijk bevolkingsregister.

Hoeveel mensen immigreerden er in 2022 naar Nederland?

Volgens het CBS kwamen er in 2022 iets meer dan 403.000 mensen als immigrant naar Nederland.

Komen er ieder jaar zoveel mensen naar Nederland?

Nee, het waren er in 2022 veel meer dan in voorgaande jaren (zie het blauwe lijntje in de grafiek). Niet iedereen die naar Nederland komt, blijft hier ook. Een groot deel vertrekt na een aantal jaren weer. In 2022 emigreerden er meer mensen dan ooit uit Nederland: 179.000 (het groene lijntje). Omdat de immigratie sterker toenam dan de emigratie, was ook het migratiesaldo (de immigratie min de emigratie) met een kleine 224.000 personen (het grijze lijntje) hoger dan ooit.

Hoe is de forse toename van immigratie in 2022 te verklaren?

De toename van het aantal immigranten in 2022 is voor een belangrijk deel het gevolg van de oorlog in de Oekraïne. Van 403.000 immigranten kwamen er 108.000 uit de Oekraïne naar Nederland door gebruik te maken van de zogenaamde ‘richtlijn tijdelijke bescherming’. Dit is een richtlijn van de Europese Commissie die vluchtelingen uit Oekraïne onder andere tijdelijk recht geeft op opvang, medische zorg en de mogelijkheid om te werken. De richtlijn gold aanvankelijk tot 4 maart 2023 en is door de Europese Commissie verlengd tot 4 maart 2024.

Welk deel van de immigranten bestaat uit asielzoekers?

Van de 403.000 immigranten in 2022 waren er volgens het CBS 35.000 asielzoeker. Daarnaast kwamen er in 2022 een kleine 11.000 nareizigers, gezinsleden van statushouders, naar Nederland.

De 46.000 asielzoekers en nareizigers waren samen goed voor ruim 11 procent van het totaal aantal immigranten in 2022. Dat was, zoals uit de grafiek blijkt, de afgelopen tien jaar een heel gemiddeld aandeel.

Hoewel het aantal asielzoekers en nareizigers in 2022 in absolute zin wel beduidend hoger lag dan in de voorgaande jaren, waren het geen records: in 2015 bijvoorbeeld waren er 43.000 asielzoekers en 14.000 nareizigers. Samen vormden ze in dat jaar ruim een kwart (28 procent) van het totaal aantal immigranten.

Wat zijn derderlanders?

Derdelanders zijn niet-Oekraïners die in Oekraïne werkten of studeerden toen vorig jaar de oorlog uitbrak. Er verblijven in Nederland ongeveer 3600 derdelanders. Voor hen gold een tijdelijke opvangregeling tot 4 september 2023. Ongeveer 700 van hen willen asiel aanvragen in Nederland. Wat er met de 2200 anderen gaat gebeuren, is nog onduidelijk. 

Uit welke landen komen de meeste asielzoekers?

In 2022 kwam 42,8 procent (bijna 20.000 mensen) van alle asielzoekers en nareizigers uit Syrië. Op ruime afstand volgden asielzoekers en nareizigers uit Turkije (8,1 procent van het totaal), Afghanistan (6,2 procent), Jemen (6,1 procent) en Eritrea (4,1 procent).

De grootste groep asielzoekers/nareizigers komt al jaren uit Syrië. In de periode 2013-2022 vormden Syriers 37 procent van het totaal aantal asielzoekers en nareizigers, gevolgd door asielzoekers uit Eritrea (10,3 procent), Afghanistan (4,1 procent), Turkije (3,8 procent), Irak (3,6 procent) en Iran (3,3, procent).

Hoeveel nareizigers komen er per asielzoeker naar Nederland?

Het kabinet Rutte IV viel over ‘de nareizigers’. De VVD wilde een onderscheid maken tussen twee verschillende groepen vluchtelingen: mensen die vluchten vanwege directe persoonlijke bedreiging (categorie A) en mensen die vluchten vanwege oorlog of geweld (categorie B). Voor de laatste groep wilde de VVD het aantal nareizende familieleden beperken tot maximaal 2400 per jaar. Dat werd door de ChristenUnie afgewezen.

Van de 11000 nareizigers die in 2022 naar Nederland waren gekomen, kwamen er ruim 8100 mensen uit oorlogslanden (categorie B). Ze kwamen voornamelijk uit Syrië (7220) en in mindere mate uit Eritrea (530) en Jemen (375). Als het voorstel van de VVD in 2022 van kracht was geweest, waren er 5700 minder nareizigers uit oorlogslanden toegelaten.

Na de val van het kabinet suggereerde minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz (VVD) in de talkshow Op1 dat nareizigers op hun beurt weer veel andere familieleden zouden laten overkomen. In het NRC werd deze bewering aan verschillende experts voorgelegd, die stuk voor stuk verklaarden dat deze suggestie van de huidige lijsttrekker van de VVD onjuist is.

Lang niet alle asielzoekers maken gebruik van de mogelijkheid gezinsleden over te laten komen. Er zijn daardoor veel meer asielzoekers (eerste aanvragers) dan nareizigers. In de periode 2013-2022 kwam er per asielzoeker slechts 0,4 nareizigers.

Uit welke landen komen de meeste immigranten?

De afgelopen decennia kwam het overgrote merendeel van de immigranten (88 procent) dus niet als asielzoeker naar Nederland, maar om andere redenen naar Nederland. Uit welke landen kwamen deze immigranten?

Allereerst is er een grote groep Nederlanders die een tijd in het buitenland heeft gewoond en terugkeert naar Nederland. In 2022 ging het volgens het CBS om bijna 44.000 immigranten.

Het CBS maakt daarnaast een onderscheid tussen twee groepen: immigranten die uit landen van de Europese Unie en de EFTA landen ( Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland) komen en immigranten uit andere landen. Dit onderscheid wordt gemaakt omdat EU-burgers en burgers van EFTA-landen onder andere het recht op vrij verkeer hebben binnen Nederland en andere EU/EFTA-landen. Ze hebben geen visum nodig om in Nederland te komen en te verblijven voor werk, studie of andere doeleinden.

Sinds 1999 komen de meeste immigranten meestal uit de EU/EFTA-landen. In 2022 was dat door de komst van 108.000 mensen uit de Oekraïne niet het geval. Toen kwamen er 129.000 mensen uit EU/EFTA-landen en, inclusief de Oekraïners, 230.000 uit niet EU/EFTA-landen.

Wanneer naar de werelddelen gekeken wordt, dan kwam in 2022 bijna twee derde (68,5 procent) van de immigranten uit Europa. Na Europa kwamen de meeste immigranten uit Azië (17,3 procent), Amerika (7,6 procent) en Afrika (6,2 procent).

In 2022 kwam ongeveer een kwart van de immigranten uit de Oekraïne. Verder kwamen er in 2022 vooral immigranten uit Polen (6,5 procent van het totaal immigranten), Syrië (4,2 procent), Turkije (4 procent), India (3,7 procent), Roemenië (3,2 procent), Bulgarije (2,7 procent), Duitsland (2,6 procent), Spanje (2,1 procent) en Italië (2 procent).

Om wat voor reden komen die andere immigranten dan naar Nederland?

Veel immigranten zijn door het bedrijfsleven naar Nederland gehaald om te werken. Het aantal arbeidsmigranten is tussen 2006 en 2021 verviervoudigd, blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek. Naar schatting wonen en werken er in Nederland 800.000 mensen uit vooral Oost-Europa. Het grootste deel van hen is werkzaam in de land- en tuinbouw, de bouw, de verschillende distributiecentra en de bezorging. Het gaat vaak om slecht betaalde banen. Daarnaast komen er ook steeds meer immigranten naar Nederland als kennismigrant. Bijna de helft (46 procent) van de arbeidsmigranten uit niet EU/EFTA-landen was eind 2021 kennismigrant.

Een groeiend aantal immigranten komt naar Nederland om te studeren. Volgens het CBS verbleven er in het studiejaar 2021/22 115 duizend internationale studenten in Nederland, waarvan 42 duizend nieuwkomers, die samen een kwart van het totaal aantal eerstejaarsstudenten vormden. Het merendeel (76 procent) van de internationale studenten komt uit Europa.

Asielzoekers/vluchtelingen wereldwijd

 Hoeveel asielzoekers/vluchtelingen zijn er wereldwijd?

Eind 2022 waren er volgens de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, wereldwijd in totaal 108,4 miljoen mensen op de vlucht. Dat was een recordaantal.

Het grootste deel van hen, namelijk 62,5 miljoen mensen, zijn ‘binnenlands ontheemden’. Deze mensen zijn op de vlucht in hun eigen land.

Ongeveer 35,3 miljoen mensen zijn vluchtelingen die hun land hebben moeten verlaten. Hiertoe behoren 5,9 miljoen Palestijnse vluchtelingen die worden geregistreerd door de organisatie UNRWA.

De overige 29,4 miljoen mensen vallen onder de verantwoordelijkheid van UNHCR.

Uit welke landen komen de meeste vluchtelingen?

Meer dan de helft van het totaal aantal UNHCR vluchtelingen kwam eind 2022 uit drie landen: Syrië (6,5 miljoen), Oekraïne (5,7 miljoen) en Afghanistan (5,7 miljoen). Verder kwamen er ook meer dan een miljoen vluchtelingen uit Zuid-Soedan (2,3 miljoen) en Myanmar (1,2 miljoen).

Welk deel van de vluchtelingen wordt in de regio opgevangen?

Van de ruim 35 miljoen vluchtelingen wordt 70 procent in een buurland opgevangen.

Welke landen vangen de meeste Syriërs en Oekraïners op?

In totaal waren er eind 2022 volgens de UNHCR 13,3 miljoen Syriërs op de vlucht. Meer dan de helft ( 6,8 miljoen mensen) is vluchteling in eigen land. De overige 6,5 miljoen heeft onderdak gezocht in het buitenland. Van hen verblijft ongeveer 80 procent in een buurland: 54 procent in Turkije, 12 procent in Libanon, 11 procent in Jordanië en 5 procent in Irak. Bijna 9 procent van de gevluchte Syriërs verbleef eind 2022 in Duitsland en iets minder dan 1 procent in Nederland.

Eind 2022 waren er 11,6 miljoen mensen uit Oekraïne op de vlucht. Ook in dit land is meer dan de helft (5,9 miljoen mensen) opgevangen in het eigen land. Van de overige 5,7 miljoen verblijft een grote groep in Rusland (22 procent). Het is niet bekend hoeveel van hen vrijwillig naar Rusland zijn gegaan. Verder verblijven er veel Oekraïners in Duitsland (18 procent), Polen (17 procent) en Tsjechië (8 procent). Een kleine 2 procent van de 5,7 miljoen gevluchte Oekraïners verbleef eind 2022 in Nederland.

Welke landen vangen de meeste vluchtelingen op?

Turkije vangt in absolute aantallen de meeste vluchtelingen op. De top 5 zag er volgens de UNHCR eind 2022 als volgt uit: 1) Turkije (4,9 miljoen); 2) Iran (3,4 miljoen); 3) Colombia (2,5 miljoen); 4) Duitsland (2,1 miljoen); 5) Pakistan (1,7 miljoen)

Van de landen die veel vluchtelingen opvangen, vangt Turkije volgens de UNHCR ook in verhouding tot het aantal inwoners de meeste vluchtelingen op. Eind 2022 vormden vluchtelingen 4,3 procent van de bevolking in Turkije. In Oeganda was 3,5 procent van de bevolking vluchteling, daarna volgden Polen (3,2 procent), Duitsland (2,7 procent) en Soedan (2,5 procent).

Bij het samenstellen van dit artikel is gebruik gemaakt van open data van het CBS, de UNHCR en Eurostat. Meer lezen?

Kijk bijvoorbeeld bij het CBS: hoeveel asielzoekers komen naar Nederland?

Vluchtelingenwerk geeft op haar site veel achtergrondinformatie, bijvoorbeeld over de asielaanvraag. Daarnaast produceert VluchtelingenWerk jaarlijks een update van het document  Vluchtelingen in getallen.

Orkun Kökcü uitgeroepen tot voetballer van het jaar

0

Orkun Kökcü (22) is maandagavond uitgeroepen tot voetballer van het jaar in de Eredivisie. Hij is de eerste Turks-Nederlandse speler die deze prijs in ontvangst mag nemen.

De middenvelder, die vorig jaar kampioen werd met Feyenoord, hield het niet droog. Zo meldt de sportsite ESPN. ‘Ik ben hartstikke blij en trots dat ik deze prijs heb mogen winnen’, zei de geëmotioneerde Kökcü, die de trofee uit handen van zijn ouders ontving. ‘Het zijn fantastische spelers die ook kans maakten op de prijs. Ik ben vooral blij om dit als een stempel op het afgelopen seizoen te hebben. Het zal voor altijd een speciaal plekje in mijn geheugen hebben.’

Kökcü had een moeizame start van het seizoen vorig jaar vanwege slaapproblemen. Hij is uiteindelijk zelfs op bedevaart naar Mekka gegaan om weer de oude Kökcü te worden. Dat heeft hem geholpen, zegt zijn broer in een filmpje tijdens de prijsuitreiking.

Kökcü’s islamitische religie bracht hem vorig jaar niet alleen soelaas, maar ook problemen toen hij ‘om religieuze overwegingen’ de regenboogband weigerde te dragen. Dat leidde tot veel kritiek in de Nederlandse media.

Kökcü speelt nu voor het Portugese Benfica en speelt aanstaande vrijdag hoogstwaarschijnlijk in de EK-kwalificatiewedstrijd Turkije tegen Armenië.

Nieuwe burgemeester Barcelona herstelt stedenband met Tel Aviv

0

Burgemeester Jaume Collboni van Barcelona heeft de stedenband van zijn stad met Tel Aviv hersteld, bericht Middle East Eye. Zijn voorganger beëindigde de stedelijke samenwerking afgelopen februari vanwege het Israëlische ‘apartheidsbeleid’ tegen de Palestijnen.

Collboni verzekerde de Palestijnen dat zijn besluit ‘niet schadelijk’ zou zijn voor de banden van Barcelona met de Palestijnse Autoriteit. Ook wordt het eerste bezoek van Collboni buiten Europa een bezoek aan Palestina, zei hij.

Niettemin veroordeelde de BDS-beweging – BDS staat voor Boycot, Desinvesteringen en Sancties – het besluit. ‘Het schaadt bewust de inheemse Palestijnen en onze strijd voor vrijheid, gerechtigheid en gelijkheid’, verklaarde de pro-Palestijnse lobbygroep op X, voorheen Twitter.

Tel Aviv daarentegen reageerde verheugd op de beslissing van Collboni.

‘Ik ben blij dat de gekozen burgemeester van Barcelona onze stedenband-overeenkomst heeft hersteld en onze gezamenlijke democratische waarden erkent’, zei Ron Huldai, de burgemeester van Tel Aviv, verheugd.

Het besluit in februari om de banden met Tel Aviv te verbreken volgde op een petitie, die meer dan 4.000 handtekeningen opleverde en werd aangeboden op het stadhuis. Hierin riepen pro-Palestijnse activisten Barcelona op de banden met Tel Aviv te verbreken, vanwege de apartheidspolitiek tegen de Palestijnen.

Dood vakantiegangers leidt tot spanningen tussen Marokko en Algerije

0

De dood van twee Marokkaanse toeristen leidt tot nieuwe spanningen tussen Marokko en Algerije. De Algerijnse kustwacht schoot de toeristen (waarvan één de Franse nationaliteit heeft) vorige week dood. Ze waren met hun jetski de Algerijnse zeewateren binnengevaren.

Marokko, maar ook het Franse ministerie van Justitie onderzoekt de dood van de Marokkanen. Zo meldt Marokko nieuws. Een van de overlevenden wist te ontkomen en heeft het incident gemeld bij de Marokkaanse autoriteiten. Een andere overlevende werd gearresteerd door de Algerijnen en is – binnen vijf dagen – veroordeeld tot een celstraf van 18 maanden. Marokkaanse mensenrechtenactivisten spreken van een ‘schijnproces’.

De twee slachtoffers waren met twee anderen op jetski’s vertrokken vanaf het Marokkaanse strand Saïdia, vlak bij de Algerijnse grens. Ze waren verdwaald in zee toen ze dodelijk werden getroffen door vuur van een Algerijnse patrouilleboot. Het Algerijnse ministerie van Defensie heeft zondag pas voor het eerst gereageerd en meldt dat de kustwacht ‘eerst waarschuwingsschoten heeft afgevuurd’, aldus de Vlaamse nieuwssite HLN. Toen ze weigerden te stoppen zou de Algerijnse kustwacht uit ‘zelfverdediging’ hebben gehandeld tegen de ongewapende burgers.

In Marokko gaan mensen uit protest de straat op, meldt NRC. Volgens Marokkaanse media gaat het om ‘een doelbewuste actie van Algerije’. De twee landen hebben al langer een gespannen relatie.

Yavuz Baydar nieuwe columnist bij de Kanttekening

0

Yavuz Baydar (1956) schrijft vanaf vandaag iedere drie weken een column voor de Kanttekening. Met hem halen we een zwaargewicht in huis. De journalist, die tegenwoordig redacteur is bij de onlangs gelanceerde nieuwssite FTP, was tussen 1999-2013 de eerste onafhankelijke nieuwsombudsman van Turkije.

In 2013 was hij een van de medeoprichters van het onafhankelijke mediaplatform P24, dat als doel had toezicht te houden op de mediasector en de staat van de journalistiek in Turkije.

Na de mislukte coup tegen president Recep Tayyip Erdogan in juli 2016 leeft Yavuz Baydar als exil-journalist in Europa, net als vele andere kritische, onafhankelijke Turkse journalisten. In ballingschap schreef Baydar het veelgeprezen boek Die Hoffnung stirbt am Bosporus (De hoop sterft aan de Bosporus), dat in 2018 uitkwam. Tussen 2017 en 2022 was Baydar hoofdredacteur van Ahval News Online – een drietalige website (Turks, Engels, Arabisch) die onafhankelijk nieuws over Turkije bracht.

Daarnaast levert Baydar bijdragen aan het Syndication Bureau, Tagesspiegel en Süddeutsche Zeitung. Hij schrijft bovendien kronieken voor de cultuursectie van Svenska Dagbladet, een Zweeds dagblad. Zijn opinieartikelen zijn verschenen in The Guardian, Süddeutsche Zeitung, New York Times, El Pais, Arab Weekly en Index on Censorship. Baydars analyses en deskundigheid beperken zich niet tot Turkije. Hij weet ook veel van het Midden-Oosten, de Balkan, Europa, de Amerikaans-Turkse betrekkingen, mensenrechten en geschiedenis. Baydar wordt algemeen beschouwd als autoriteit op het gebied van de mediasector, de stand van de journalistiek, vrije meningsuiting en censuur in Turkije.

Baydars journalistieke werk is vaak in de prijzen gevallen. In 2014 ontving Baydar de European Press Prize (EPP), voor ‘uitmuntendheid in de journalistiek’. Drie jaar later kreeg hij de prestigieuze ‘Journalistenpreis’ van het SüdostEurope Gesellschaft in Duitsland en de Morris B Abram Human Rights Award van UN Watch. Baydar ontving bovendien twee Italiaanse persprijzen: de Umbria Journalism Award en de Caravella ‘Mare Nostrum’ Award, die laatste werd uitgereikt door de organisatie ‘Journalisten van de Middellandse Zee’.