19.2 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 244

BIJ1 wil naast Keti Koti nog vier feestdagen

0

BIJ1 wil niet alleen dat 1 juli (Keti Koti) een nationale feestdag wordt, maar pleit in haar verkiezingsprogramma voor nog vier andere antikoloniale feestdagen.

Het gaat om 17 augustus (Tuladag en Indonesische Onafhankelijkheidsdag), 10 oktober (Dag van de Marrons en het opheffen van de Nederlandse Antillen), 25 november (Onafhankelijkheidsdag van Suriname) en 18 maart (Arubaanse Dag van het Volkslied en de Vlag).

Ook wil BIJ1, in navolging van Jerry Afriyie, 3 mei herdenken als ‘dag van de empathie’. Dit moet een aanvulling worden op de herdenkingen en vieringen rondom 4 en 5 mei. Op de dag van de empathie moet het Nederlandse koloniale verleden worden herdacht en de slachtoffers die Nederland daarbij heeft gemaakt, aldus BIJ1.

Daarentegen worden 5 juni (Viering Hindoestaanse immigratie) en 9 augustus (Dag der Inheemsen) geen nationale feestdagen als het aan BIJ1 ligt. Ook 15 maart (Internationale Dag tegen Islamofobie) wordt door BIJ1 niet genoemd.

Antiracisme en dekolonisatie zijn belangrijke speerpunten in het verkiezingsprogramma van BIJ1. De partij wil ‘breken met het beleid van de Nederlandse staat waarin de infrastructuur voor het koloniale gedachtegoed en het witte superioriteitsdenken wordt voortgezet’. Dat betekent dat de curricula in het onderwijs ook moeten worden ‘gedekoloniseerd’ en ‘de waarde van niet-Westerse kennis en cultuur’ in de lessen moet worden erkend.

Behalve een nationaal slavernijmuseum in Nederland moeten er ook verwante musea  komen in het Caribische gedeelte van het koninkrijk, vindt BIJ1.

Duitse kranten: pro-Israël omdat dit contractueel moet

0

Duitse media zijn nog meer pro-Israël dan Amerikaanse media, aldus critici. Dat heeft niet alleen met het Duitse schuldgevoel over de Holocaust te maken, aldus NRC, maar ook omdat de Springer-kranten verplicht Israël moeten steunen.

Het meest expliciet pro-Israël zijn de media van Axel Springer, schreef NRC zaterdag. Het concern heeft in 1967 vijf beginselen geformuleerd, en een daarvan is de ‘verzoening tussen Joden en Duitsers en de ondersteuning van de rechten die van levensbelang zijn voor de staat Israël’. Medewerkers van Springer-kranten, zoals de tabloid Bild en het conservatieve dagblad Welt, zijn contractueel verplicht om zich aan de in 1967 op schrift gestelde beginselen te houden.

In 2021, toen het Israëlische leger en Hamas slaags raakten, hing voor het Axel Springer-gebouw in Berlijn de Israëlische vlag uit. CEO Mathias Döpfner zei destijds die iedereen die de pro-Israëlische positie niet onderschreef maar moest vertrekken.

Sinds 7 oktober is de Israëlische vlag opnieuw gehesen voor het hoofdkantoor in Berlijn. Bild en Welt richten hun pijlen nu op pro-Palestijnse demonstraties in Duitsland, waar veel moslims aan meedoen. Dat moslims het Duitse schuldgevoel over de Holocaust niet hebben geïncorporeerd is volgens de kranten een teken dat de integratie en de multiculturele samenleving zijn mislukt.

Taalonderwijs voor inburgeraar niet eenvoudig

0

Vluchtelingen in Nederland zijn niet altijd tevreden met het taalonderwijs dat ze volgen. Wat kunnen ze hieraan doen? 

‘Onze taallessen verlopen rommelig. De planning is onduidelijk en de datum van het examen onbekend,’ vertelt statushouder Ayse, die anoniem wil blijven (haar naam is bij de redactie bekend). Ze volgt lessen aan een grote taalschool in Rotterdam, maar dat is volgens haar niet de enige plek waar regie ontbreekt. ‘Ook mijn vrienden in andere steden hebben problemen’.

‘De wereld van de inburgering is best complex’, vertelt Sylvia de Groot Heupner, directeur van Het Begint met Taal. De organisatie koppelt samen met honderden lokale organisaties overal in Nederland vrijwilligers aan nieuwkomers om Nederlands te oefenen, als aanvulling op de reguliere taallessen. Zelf staat ze als nt2-docente – nt2 betekent Nederlands als tweede taal – voor de klas. ‘Cursisten hebben soms lang moeten wachten voordat ze met taalles konden starten. Dat komt vooral doordat er een groot tekort aan docenten is’, zegt De Groot Heupner.

Een vluchteling die in Nederland asiel aanvraagt, kan met inburgeren beginnen zodra hij statushouder is. Dan is hij als vluchteling erkend en krijgt hij een verblijfsvergunning. Het duurt maanden en vaak nog veel langer voordat het inburgeringstraject met daarin taalonderwijs start. De inburgering bestaat uit taalcursussen, maatschappelijke oriëntatie en begeleiding bij het vinden van werk.

Er zijn drie inburgeringsroutes. De eerste is de zelfredzaamheidsroute. De cursisten leren er de Nederlandse taal en worden voorbereid om op een eenvoudige manier mee te doen in de samenleving.

De tweede route is de B1-route, waarbij cursisten in maximaal drie jaar Nederlands leren spreken en schrijven. Ten slotte is er de onderwijsroute die vooral door jongeren wordt gevolgd. Ze leren de Nederlandse taal en worden voorbereid op de instroom in het reguliere onderwijs.

Voor 2022 waren nieuwkomers zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Ze ontvingen van de overheid een budget in de vorm van een lening waarmee ze zelf taallessen konden inkopen bij taalscholen. ‘Mensen moesten zelf een taalschool kiezen, maar die taak bij hen leggen was niet reëel’, vertelt De Groot Heupner. ‘Er was te weinig zicht op wat leerlingen aan het doen waren. Ze waren zelf verantwoordelijk voor het behalen van hun examens binnen de gestelde termijn. Als je niet op tijd je examen haalde, kon je een boete krijgen.’

Op 1 januari 2022 werd mede daarom een nieuwe inburgeringswet van kracht. Sindsdien zijn niet langer de nieuwkomers zelf maar de gemeenten in Nederland verantwoordelijk voor de inburgering en taallessen. Gemeenten maken samen met de inburgeraars een persoonlijk plan (een PIP) waarin staat wat de nieuwkomer moet doen om in te burgeren. Zij wijzen de inburgeraars een taalschool of -leraar toe. Daarnaast is het mogelijk om zelf een taalschool uit een lijst met gecertificeerde taalaanbieders van de gemeente te kiezen.

‘Dankzij de nieuwe wet kunnen gemeenten hun inburgeraars veel meer maatwerk bieden. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld duale trajecten aanbieden, bijvoorbeeld naast de taallessen oefenen met een taalmaatje en taal op de werkvloer’, zegt De Groot Heuper.

Maar er zit een keerzijde aan deze aanpak. ‘Het lastige is dat elke gemeente, binnen de  wettelijk kaders, de inburgering op zijn eigen manier kan invullen. Daardoor kan het zijn dat een traject in Utrecht er heel anders uitziet dan in Friesland.’

‘Voor taalscholen is het best moeilijk om groepen te maken van leerlingen met een hoger onderwijsniveau’

‘Inburgeraars die klagen dat alle niveaus in een en dezelfde taalgroep zitten, kunnen gelijk hebben’, zegt De Groot Heupner. ‘Zo heeft een grote gemeente vaak meer statushouders die moeten inburgeren, dan een kleine gemeente, en dus meer mogelijkheden om taalklassen met leerlingen van verschillende niveaus te vormen. Maar een goede nt2-docent kan differentiëren en daarmee omgaan.

Ook kan het voor taalscholen moeilijk zijn om groepen te maken van leerlingen met een hoger onderwijsniveau. ‘De leerlingen hebben uiteenlopende opleidingsachtergronden. Vooral de hogere niveaus die voor het staatsexamen willen opgaan, zijn daarin ondervertegenwoordigd. Dat maakt het best wel ingewikkeld om op dat niveau klassen samen te stellen.’

Wat kan een leerling als Ayse doen om een probleem aan te kaarten? ‘De eerste stap is een klacht indienen bij de taalschool,’ vertelt een Robertjan Uijl, directeur-bestuurder van Blik op Werk, de organisatie die de kwaliteit van de taalaanbieders bewaakt. ‘De taalschool moet namelijk eerst de mogelijkheid krijgen om de klacht zelf op te lossen. Lukt dat niet, dan kan er contact met ons worden opgenomen, gewoon via de mail. Wij gaan dan met school en cursist in overleg om tot een oplossing te komen. Als die er niet komt, kan de cursist naar ons college van arbitrage. Die doen een bindende uitspraak.’

De statushouder die contact met de redactie zocht, geeft aan dat ze niet naar de taalschool durft te stappen met een klacht. Daar kunnen verschillende oorzaken voor zijn. Cursisten zijn bang niet goed te worden begrepen vanwege de taalbarrière of ze komen uit culturen waarin het niet gebruikelijk is om een klacht in te dienden. Een andere vrees is dat ze ervoor afgestraft worden bij het inburgeringsexamen. Maar die vrees is niet nodig, zegt Uijl. ‘Wij houden ook toezicht op de taallessen, de kwaliteit van de docenten en of een school goed omgaat met klachten. Dus als ze het idee hebben dat er fouten gemaakt worden of de lessen niet op hun niveau zijn, en de school doet niks met de klachten, dan kunnen ze bij ons aan de bel trekken.’

Ingewikkeld blijft het. Er zijn vele gemeentes en drie onderwijsniveaus plus nog een heleboel aparte regelingen voor specifieke groepen. De Groot Heupner merkt dat er veel vragen over zijn, zowel van nieuwkomers zelf als van de mensen om hen heen. ‘Er zijn vluchtelingen die verplicht een inburgeringsproject moeten volgen, zoals Syriërs en Eritreeërs. Vluchtelingen uit Oekraïne, die een aparte status hebben, kennen die plicht niet. Dan zijn er arbeidsmigranten en nieuwkomers die gezinsmigrant zijn, die soms wel of soms niet de inburgering moeten doen. Die enorme variëteit in cursisten vereist maatwerk.’

White: ‘Kinderen moeten met een volle maag naar school’

0

‘Als je bestaansrecht belangrijk vindt, moet je op mij stemmen’, zegt Raoul White. De Amsterdammer staat op plek 21 van de kandidatenlijst van Verenigd Links.

Raoul White (51) verhuisde vlak na de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 naar Nederland. Bijna was hij profvoetballer geworden, maar zijn carrière nam een gans andere wending. Hij werkt nu al jarenlang in het sociale domein, waar hij zich hard maakt voor zijn medemens en een vuist maakt tegen de wooncrisis. Hij ziet het als zijn persoonlijke missie om mensen met elkaar te verbinden en het vertrouwen in elkaar en in de overheid weer in orde te maken. White is lid van GroenLinks en sinds vorig jaar lid van het dagelijks bestuur van Amsterdam Zuidoost. En nu staat hij op plek 21 van de gezamenlijke GroenLinks-PvdA-lijst en hoopt hij in de Tweede Kamer te worden verkozen.

Hoe zit het met die afgebroken voetbalcarrière?

‘Jaren geleden heb ik in het jeugdelftal gezeten van A1 van AZ in Alkmaar. Maar ik kon dit moeilijk combineren met school. Bepaalde lessen moest ik missen, vanwege de training, en andersom. Dat was niet fijn. Mijn moeder geloofde in goed onderwijs en vond voetbal niet zo belangrijk. Ze wilde dat ik naar een amateurelftal ging. Ze heeft maar een voetbalwedstrijd van mij gezien, geloof ik. Ik had het gevoel dat voetbal niet zo belangrijk was. Tegenwoordig worden kinderen met voetbaltalent gepusht om profvoetballer te worden, maar dat was toen ik jong was niet het geval.’

Maar heeft u hier achteraf spijt van? Dat u geen profvoetballer bent geworden?

‘Nee, ik ben heel gelukkig met mijn leven. Want waar een deur dicht gaat, gaat een andere deur open. Ook geloof ik dat ons leven een beetje uitgestippeld is. Je kunt natuurlijk wel bijsturen. Op dit moment zit ik op een positie waar ik iets voor mensen kan betekenen, als bestuurder van Amsterdam Zuidoost. Ik kom van ver. Ik begon in de min, maar heb nu een mooi leven.’

Maar heeft u wel eens gedacht, als u Edgar Davids of Clarence Seedorf zag scoren, dat had ik kunnen zijn?

‘Ik ken hen wel, Davids en Seedorf. En ook Michael Reiziger. En ik heb met hen gevoetbald. Onder andere een keertje op het Kwaku Festival. Dat mocht niet van onze trainer, maar we deden het stiekem toch. Hij betrapte ons en toen moesten we voor straf enkele minuten extra lopen op het trainingsveld. Maar dat had ik ervoor over.’

U bent in de politiek beland. Wat moet er in Nederland veranderen? Waar gaan de verkiezingen écht over, vindt u?

‘Wat mij betreft heeft bestaansrecht voor iedereen de hoogste prioriteit. Kijk, ik heb het zelf niet per se makkelijk gehad tijdens mijn jeugd. Wel gelukkig hoor, maar we waren niet bepaald rijk. Veel mensen in Nederland leven in armoede. Ook veel kinderen. Ze hebben ouders die hard werken, maar toch te weinig verdienen. Als stadsdeelbestuurder spreek ik veel ouders. Ghanese ouders, Antilliaanse ouders. Ze werken hard om hun gezinnen te onderhouden. Maar ze verdienen onvoldoende en leven in armoede. In Zuidoost heb ik campagne gevoerd voor lunches voor schoolkinderen, die zonder ontbijt naar school gaan. Kinderen moeten met een volle maag naar school. Dan letten ze beter op, krijgen ze betere schoolresultaten.’

Waarom heeft u gekozen voor GroenLinks?

‘Vanwege mijn werk in Amsterdam wilden meerdere partijen mij hebben. Ik hield aanvankelijk de boot af, omdat ik met meerdere partijen om de tafel moest voor mijn werk. En je bereikt minder als je lid bent van een partij. Ik kom uit een links nest en was dus links georiënteerd. Uiteindelijk heb ik voor GroenLinks gekozen. Dat had ook te maken met de klik die ik voelde met de mensen. Het is de partij voor de toekomst. Bij bijeenkomsten van GroenLinks tref je altijd veel jonge mensen aan.’

Waarom zou ik op u moeten stemmen? Wat heeft u Nederland te bieden? Wat heeft u de Nederlandse kiezer (van kleur) te bieden?

‘Ik geloof heel erg in voorbeeldgedrag, in rolmodellen. Ik ga, als ik in de Kamer word verkozen, uiteraard opkomen voor mensen van kleur. Dat ben ik zelf ook. Ik wil aan de jeugd laten zien dat het allemaal kan. Dat je moet durven dromen, ambities moet hebben, volhardend moet zijn, dat er een weg naar boven is. Het vertrouwen in de politiek is nu niet bijster hoog. Veel mensen stemmen niet en zijn negatief over politiek. Ze voelen zich niet betrokken bij de politiek en hebben niet het gevoel dat de politiek het voor hen gaat regelen. Maar als je niet stemt verandert er ook niks. Ik geloof in een links blok. Ik vind dat we het geloof terug moeten brengen dat de politiek iets kan veranderen. We gaan het echt anders doen.

‘Veel mensen in Nederland leven in armoede’

‘En waarom mensen op mij moeten stemmen: ik maak mij hard voor het bestaansrecht en heb hier als bestuurder veel voor betekend. Als je dat belangrijk vindt moet je op mij stemmen.’

Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen die een afstand ervaren tot de politiek, meer bij de politiek worden betrokken? En hoe zorg je ervoor dat ze zich echt vertegenwoordigd voelen? Is daarvoor een politicus nodig met dezelfde achtergrond als de stemmer?

‘In linkse politiek geloof ik echt. Daar moeten we voor gaan. Als je kijkt naar de afgelopen jaren: we hebben alleen maar rechtse kabinetten gehad. Op dit moment zijn er slechts 22 parlementariërs met migratieachtergrond. Dat is niet echt representatief, want 26 procent van de Nederlanders heeft migratieachtergrond. Dit moet je in Kamer terugzien. Rechtse lijsten zijn weinig divers. Als je meer draagvlak wil voor beleid moet je diversere lijsten hebben.’

‘Verder moet je als politicus zeggen wat je denkt en doen wat je zegt. Het moet anders. Het kan ook anders. Wat betreft representatie, maar ook wat betreft vertrouwen. Het kabinet wekt geen vertrouwen. Het kabinet heeft ook niet de belangen alle burgers in het achterhoofd. Er zijn verkeerde keuzes gemaakt, ook op basis van beperkte representatie. Denk aan de Toeslagenaffaire, die mensen van kleur buitenproportioneel raakte. Of denk aan de aardbevingen in Groningen, waar Den Haag weinig aandacht voor had vanwege de beperkte representatie van het noorden.’

Heeft de afstand tot politiek ook met ‘klasse’ te maken?

‘Ja, ik denk het wel. Ik geloof dat in alle sociale groepen zich mensen bevinden met weinig vertrouwen in de politiek. Toch zullen mensen met een hoger inkomen eerder naar de stembus gaan. Dat komt omdat stemmen daar meer de gewoonte is, ze zijn meer gesocialiseerd, maar ze zijn zich ook meer politiek bewust. Onder de lage inkomens is er minder politiek engagement, maar mensen zijn ook met andere dingen bezig. Ze hebben soms drie banen tegelijk om hun gezin te onderhouden. Hebben ze wel tijd voor politiek? Ga je een debat volgen of een paar doorwerken? Politieke betrokkenheid is tegenwoordig helaas ook een luxe. We hebben als politiek de taak om ook voor die groepen meer bewustzijn te scheppen. Maar tegelijkertijd moeten we helder zijn: als ze niet stemmen gaat dit ten koste van het linkse geluid en kunnen wij minder stem geven aan hun zorgen en hun vragen.’

Wanneer is Nederland ook uw land?

‘Je kunt de vraag ook zonder ‘ook’ stellen. Want ‘ook’ suggereert dat Nederland niet mijn land is. Kijk, Nederland is mijn land als we aantal zaken goed geregeld hebben. Bestaansrecht. Gelijkwaardigheid. Klimaatrechtvaardigheid. En ook als we vorm geven aan wat er achter de komma komt te staan, de komma die volgde op het excuses van Mark Rutte over het slavernijverleden.’

U bedoelt herstelbetalingen?

‘Ik heb een aantal speerpuntjes, die ik op mijn whiteboard heb geplakt. Het gaat om vier pijlers. Ten eerste moet er in het onderwijs meer aandacht komen voor koloniale verleden en slavernijverleden. Verder moet er niet alleen een slavernijmuseum komen in Nederland zelf, maar ook een voor het Caribisch gebied. Ik wil dat 1 juli, Keti Koti, een nationale vrije dag wordt. En ten slotte moeten we de verhalen vertellen over de helden van onze gedeelde geschiedenis, zoals Tula (de leider van de slavenopstand op Curaçao, red.) en Anton de Kom (de auteur van Wij Slaven van Suriname, red.).’

‘Een dubbel paspoort zegt niets over je loyaliteit aan Nederland’

Wat hoopt u te kunnen doen, als u in de Tweede Kamer wordt verkozen?

‘Voor die boodschap zal ik strijd voeren. Bestaansrecht. De ‘achter de komma-strijd’. Gelijkwaardigheid. Zo moeten we bedrijven aanpakken die zich schuldig maken aan stagediscriminatie. Leerlingen krijgen nog steeds niet dezelfde kansen die ze wel zouden moeten krijgen, op basis van hun cv. Als discriminerende bedrijven worden gepakt dan moet dit consequenties hebben. Ze moeten worden uitgesloten van overheidsopdrachten. We moeten hier meer werk van maken.’

Welke politicus inspireert u? En waarom juist die politicus?

‘Een politicus die mij enorm inspireert is Nelson Mandela, vanwege zijn strijd tegen de apartheid, de persoonlijke offers die hij heeft gebracht en zijn politiek van verzoening.

‘Veel respect heb ik ook voor de Amsterdamse wethouder Rutger Groot Wassink, met wie ik veel samenwerk. Hij zet zich echt in voor de mensen in onze stad.’

Een PVV-vraag: heeft u een dubbel paspoort? Zou u uw niet-Nederlandse paspoort moeten inleveren om Kamerlid te worden?

‘Ik heb geen dubbel paspoort. Dat had ik wel kunnen hebben. Een Nederlands en een Surinaams paspoort. Maar ik heb geen moeite met een dubbel paspoort, want dat zegt niets over je loyaliteit aan Nederland. Sterker nog, als je mensen dwingt hun buitenlandse paspoort in te leveren dan zorgt dit voor nog meer verdeling in onze samenleving. Die discussies over loyaliteit vind niet goed.’

Is de klimaatbeweging te wit? En moeten mensen van kleur zich meer zorgen maken over het klimaat?

‘De klimaatbeweging kan inderdaad wat meer kleur gebruiken. Dat de klimaatdiscussie onder veel mensen van kleur nu weinig leeft komt omdat velen van hen bezig zijn met overleven. Natuurlijk vinden ze klimaat belangrijk, maar ze hebben de tijd en energie niet om hier prioriteit aan te verlenen. Deze mensen moet je het perspectief laten zien. Klimaatverandering heeft gevolgen voor de planeet. Wij, volwassenen, willen graag iets goeds achterlaten. Een legacy. Onze kinderen moeten opgroeien op een leefbare planeet. Het gaat niet alleen om de wereld van vandaag, maar ook om die van morgen. Als je wakker wordt en er is geen morgen, dan hebben je kinderen er niets aan.’

‘Werken aan het klimaat kost geld. Maar het is een investering voor morgen. We weten wat de impact van oorlog is voor je portemonnee. Dankzij de oorlog in Oekraïne stegen de gasprijzen en andere prijzen. Klimaatverandering zal ook voor hogere prijzen zorgen. Daarom moeten we investeren in de toekomst. Want in de toekomst leveren deze investeren ook echt iets op. Tegelijkertijd is het belangrijk dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Arme mensen mogen niet buitenproportioneel geraakt worden in hun portemonnee, zoals dat nu het geval is met de inflatie.’

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november interviewt De Kanttekening kandidaten van verschillende partijen. Alle gepubliceerde artikelen over de Tweede Kamerverkiezingen vindt u hier

Marokkaanse Nederlanders doen aangifte tegen burgemeester Den Bosch

0

De Marokkaanse gemeenschap in Nederland is verbolgen over een discriminerende uitspraak over Marokkanen van de burgemeester van ‘s-Hertogenbosch. Moslims in Amsterdam roepen op massaal aangifte te doen.

Burgemeester Jack Mikkers deed zijn gewraakte uitspraken dinsdagavond, zo bericht NOS, tijdens een bewonersbijeenkomst over de komst van twee asielzoekerscentra in de stad. Een bezoeker maakte een video, waarop te zien en te horen is dat iemand uit de zaak kritische noten kraakt over asielzoekers uit Syrië. ‘Dat zijn de ergste die er zijn’, zegt de vrouw. ‘Syriërs hebben geen hulp nodig. Alles wat er gebeurt: Syrië staat bovenaan.’ In plaats van dit racisme te veroordelen gaat Mikkers in het xenofobe discours mee en geeft een andere groep de schuld. ‘Dat is niet waar, dat is Marokko’, reageert hij.

De video wordt massaal gedeeld op social media. Marokkaanse Nederlanders, moslims en activisten zijn woedend. Hoewel de burgemeester spijt heeft van zijn gewraakte uitspraken is dit in hun ogen niet genoeg. De burgemeester moet ontslagen worden.

Veel Marokkaanse moslims doen vandaag aangifte tegen Mikkers. Op WhatsApp gaat onderstaande boodschap rond:

Beste mensen,

De uitspraken die de burgemeester van Den Bosch heeft gedaan omtrent Marokkanen heeft veel stof doen opwaaien. Vandaag kunnen we collectief aangifte doen. De aangifte staat klaar, je hoeft alleen het politiebureau binnen te lopen en de aangifte te ondertekenen. De politie is bekend met onze komst.

Wij vragen aan eenieder om zijn stem te gebruiken en  ook aangifte te komen doen. Wij zeggen NEE tegen racisme en discriminatie.

Locatie : Politiebureau Allebeplein, naast moskee Al oumma.
Adres: Postjesweg 179, Amsterdam
Tijd : Meteen na duhr-gebed..Vanaf ongeveer 13.30 uur.

We zien je graag daar om aan te geven dat we samen onze stem laten horen tegen racisme en discriminatie.

Kwart Canadezen vertrouwt moslims niet

0

Islamofobie is een hardnekkig probleem in Canada. Er zijn concrete maatregelen nodig om de groeiende golf van haat te keren, aldus een Canadees overheidsrapport dat gister verscheen.

‘Het bewijs is duidelijk. Islamofobie is een acute bedreiging voor Canadese moslims en er is dringend actie nodig’, aldus senator Salma Ataullahjan, voorzitter van de mensenrechtencommissie van de Canadese overheid. ‘We moeten ons inzetten voor de opbouw van een inclusiever land en voor het beter neerzetten van onze familieleden, vrienden, buren en collega’s.’

Het rapport over islamofobie, het eerste rapport van de senaat over dit onderwerp, kostte een jaar tijd om samen te stellen. De mensenrechtencommissie organiseerde hiervoor 21 openbare bijeenkomsten en sprak met 138 betrokkenen.

De conclusies zijn hard en duidelijk. Voor veel Canadese moslims zijn islamofobe incidenten helaas dagelijkse realiteit. Ook vertrouwt een kwart van de Canadezen moslims niet en hebben er in Canada relatief veel moorden op moslims plaatsgevonden die gemotiveerd werden door islamofobie. Uit het rapport blijkt ook dat er meer dan drieduizend islamofobe sociale mediagroepen en websites actief zijn in Canada.

Moslimvrouwen zijn het belangrijkste doelwit van islamofobie op straat, vanwege hun hoofddoek. Als gevolg hiervan zijn veel moslima’s bang om hun huis te verlaten en naar hun werk te gaan, of naar school. Sommige vrouwen kiezen er zelfs voor om hun hoofddoek af te doen, om zo hun kans op werk te vergroten. Islamofobie op de werkvloer is niet incidenteel maar structureel, aldus het rapport. Vanwege islamofobie is werkloosheid onder Arabische vrouwen in Canada het hoogst.

Het rapport doet een aantal aanbevelingen. Ambtenaren moeten verplicht een training over islamofobie volgen. Op school moet aandacht komen voor islamofobie. Hate crimes moeten harder worden aangepakt en strenger bestraft. Er moet meer diversiteit komen op televisie. Online haat moet harder worden aangepakt. De veiligheidswetgeving moet worden herzien om islamofobie tegen te gaan, en ten slotte moet de Wet op de Arbeidsgelijkheid worden gemoderniseerd en islamofobie daarin worden meegenomen.

Cidi-debat: ‘Vrede maar niet ten koste van alles’

0

Gisteravond organiseerde het Centrum Informatie en Documentatie Israël (Cidi) een debat over de situatie in het Midden-Oosten. De Kanttekening was erbij.

In het debatcentrum Rode Hoed aan de Amsterdamse Keizersgracht staan de Cidi-banieren fier overeind. ‘Voor Israël, voor vrede’, luidt de tekst op de ene vaandel. ‘Een samenleving zonder antisemitisme’ staat op de andere.

Ruim een kwartier voordat het Midden-Oosten verkiezingsdebat begint, loopt Derk Boswijk, Tweede Kamerlid voor het CDA, strak in het pak de zaal in. Hij hoopt dat het een ‘respectvol debat’ wordt, ‘waarbij we elkaar geen vliegen afvangen’.

‘De meeste partijen hier vinden dat Israël het recht heeft om zichzelf te verdedigen, maar een Palestijns leven weegt net zo zwaar als een Israëlisch leven’, zegt hij. ‘We moeten ook scherp zijn op Israël, dat het geweld proportioneel en binnen het humanitaire oorlogsrecht blijft.’

De vraag is of die proportionaliteit niet al lang is overschreden. Dat vindt Boswijk moeilijk te beoordelen. ‘Ik haal mijn informatie net als zoveel mensen van X’. Hij noemt het bombardement van een ziekenhuis in Gaza-stad. Daar zat volgens hem ‘iedereen ook naast’.

Intussen heeft Israël meerdere malen vluchtelingenkampen, andere ziekenhuizen en civiele infrastructuur gebombardeerd, met vele burgerslachtoffers.

‘Het klopt dat een ziekenhuis geen militair doelwit mag zijn. Er liggen mensen die heel kwetsbaar zijn. Maar dat verandert als vanaf die locatie wordt geschoten of raketten worden afgevuurd. Die context is wel belangrijk. Dat neemt niet weg dat mijn hart ook huilt om al die onschuldige kinderen die ik zie. Dat maakt het conflict zo ingewikkeld’, aldus Boswijk. Hij benadrukt dat ‘de terreurorganisatie Hamas’ de Palestijnse bevolking ook als ‘menselijk schild’ gebruikt.

Bij pro-Palestijnse partijen worden oordelende termen zoals ‘terreur’ ook over Israël gebruikt. Er zou sprake zijn van ‘staatsterreur’. Hoe ziet Boswijk dat?

‘Met Hamas in Gaza is er geen duurzame vrede mogelijk’

‘Laat ik vooropstellen dat ik niet alles goedkeur wat Israël doet. Ik sta niet achter het nederzettingenbeleid. Het gaat mij alleen te ver om een democratisch gekozen regering, waarop je allerlei aanmerkingen kunt hebben, gelijk te stellen aan een terreurorganisatie.’

Voor in de zaal, zit Rien Koert alleen het debat af te wachten. ‘Ik ben hier, omdat ik betrokken ben bij Israël’, zegt hij. Hij wil duidelijkheid over de standpunten van politieke partijen over Israël. De steun voor Israël is volgens hem nu te ‘wollig’ en ‘ondergewaardeerd’ in de verkiezingsprogramma´s.

De meeste partijen in Nederland zijn toch pro-Israël?  Koert: ‘Het probleem is dat er een media-oorlog gaande is, waarin Hamas terrein wint. Maar de informatie die we krijgen, zijn niet de feiten. Iedereen wordt hier op het verkeerde been gezet. Dat is mijn grote bezorgdheid op dit moment. Ik hoop dat de politiek daar wat verandering in kan brengen.’

Koert wil zichzelf niet als pro-Israëlisch omschrijven. ‘Ik wil graag dat er vrede komt, maar niet ten koste van alles. Met Hamas in Gaza is er geen duurzame vrede mogelijk.’

Hoe zit het met de Israëlische acties, brengen die de vrede dan wel dichterbij?  Koert gelooft niet echt dat er meer dan 8000 Palestijnse doden zijn zoals de Palestijnse autoriteiten verkondigen. ‘Ik denk dat Israël heel zorgvuldig te werk gaat’, zegt Koert. ‘Al lees je in de media wat anders.’ ‘Israël is heel eerlijk. Zij zeggen nu er dat er 17 soldaten zijn omgekomen, buiten de 1400 Israëliërs die zijn afgeslacht, en nog eens 250 die zijn gegijzeld’, aldus Koert.

Ook collega-journalist Jan van Benthem van het Nederlands Dagblad is aanwezig. Hij zit naar eigen zeggen heel ‘blanco’ in de zaal. Hoe zou hij de redactionele lijn van het protestants-christelijke Nederlands Dagblad in dit conflict willen omschrijven?

‘Het bestaansrecht van de staat Israël staat voor ons niet ter discussie. Het recht van de staat om zijn burgers te verdedigen dus ook niet. Maar denk ook aan de burgers aan de andere kant, bij die verdediging. Het uitschakelen van Hamas kan een doel zijn, maar in Gaza leven ook twee miljoen mensen. Die zijn lang niet allemaal Hamas’, zegt hij.

Benthem vertelt dat hij zelf in Gaza is geweest en dat hij genoeg mensen kent die daar op Hamas schelden. ‘En niet zo’n klein beetje ook.’

Wat vindt hij van het Israelische geweld in Gaza? ‘Als je getalsmatig uitgaat van 1 op 1, nee, dan is het niet proportioneel wat Israël doet. Dat is het nooit geweest. Maar als jij je wilt verdedigen, moet je meer geweld gebruiken, harder toeslaan en terugslaan, dan de vijand aanvalt, anders is je verdediging niet succesvol. Zoals Shakespeare ooit schreef in Macbeth, hij die het zwaard trekt, is ook verantwoordelijk voor het bloed dat het zwaard van de tegenstander veroorzaakt.’

Jordanië

Tijdens het debat dat door Elsevier-redacteur Geerten Waling en publiciste Aylin Bilic wordt geleid scharen de politieke partijen (minus BIJ1 en Denk) zich achter Israël en het Joodse volk. ‘Israël is de enige democratie, een baken van licht voor Joodse mensen’, roept Annabel Nanninga van JA21 die de Palestijnse leus ‘From the river to the Sea, Palestine will be free’ als een oproep tot genocide bestempeld. Ze kan er met haar gedachten niet bij dat de rechter dat niet strafbaar heeft gemaakt.

‘Wij staan pal voor Israël’, zegt Caspar Veldkamp van Nieuw Sociaal Contract, de partij van Pieter Omtzigt. Marjolein Faber van de PVV gelooft niet in de tweestatenoplossing. Er zou al een staat voor Palestijnen zijn: Jordanië. Nanninga gelooft ook niet meer in een tweestatenoplossing. ‘Het is echt klaar nu. Er is geen compromis mogelijk met Hamas’, zegt ze en krijgt de klappers in de zaal mee.
Ruben Brekelmans van de VVD is het daarmee oneens en blijft de tweestatenoplossing verdedigen.

GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger van Verenigd Links, die PvdA-parlementariër Kati Piri vervangt, heeft het zichtbaar moeilijk met de stelling dat Nederland onvoorwaardelijk achter Israël moet staan. ‘We staan onvoorwaardelijk achter het Israëlische bestaansrecht, maar niet onvoorwaardelijk achter het Israëlische beleid. Het geweld is niet proportioneel met een collectieve afstraffing van Palestijnen’, zegt ze.

Faber van de PVV reageert provocerend. ‘Mensen staan nu te mauwen over burgerslachtoffers’, zegt ze. Volgens haar doet Israël het ‘keurig’ en gebruikt Hamas burgers als menselijk schild. Even later trekt ze ook een verband tussen het aantal ‘niet-westerse allochtonen’ in Nederland en de toename van antisemitisme. Op de vraag op welk onderzoek ze deze bewering baseert, geeft ze geen antwoord. Schoorvoetend erkent ze dat er ook extreemrechts antisemitisme bestaat, maar dat zou beduidend minder zijn dan het antisemitisme van ‘niet-westerse allochtonen’.

‘Mensen staan te mauwen over burgerslachtoffers’

Israëlkritische geluiden – Krögers oproep tot een staakt-het-vuren en Jasper van Dijk (SP) die het kolonistengeweld op de Westbank benoemt – vallen in het niet bij de pro-Israëlische standpunten. Boswijk van het CDA zegt dat als we niet achter Israël blijven staan ‘er straks geen Israël meer bestaat’. Diederik van Dijk van de SGP veroordeelt het kolonistengeweld op de Jordaanoever, maar legt de schuld toch neer bij volgens hem antisemitische moslims. ‘Moet een Palestijnse staat dan Judenrein zijn? Er wonen toch ook Arabieren in Israël, dat gaat toch prima?’

Na het debat wil Christine Teunissen, Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren, nog wel even evalueren met mij. ‘Ik miste vooral het lijden van de mensen in Gaza vanavond. Dat is veel te weinig aan bod gekomen.’ Ze denkt dat er vanavond ‘geen stappen naar vrede’ zijn gezet.

‘Je ziet dat de meeste politieke partijen nog steeds de escalatie vanuit Israël steunen. Maar die onvoorwaardelijke steun aan Israël is juist heel problematisch. De Partij voor de Dieren staat er ook niet achter. Wij willen een onmiddellijk staakt-het-vuren. Het is schandalig dat Nederland de VN-resolutie, die daartoe opriep, niet heeft gesteund.’

Het is volgens Teunissen niet te rechtvaardigen dat Israël zoveel burgerslachtoffers maakt. ‘Er moet meer oog zijn voor de context vóór 7 oktober’, vindt ze. ‘Al die mensenrechtenschendingen toen waren ook afschuwelijk.’

Kamerleden niet bij gesprek Knesset

0

Het is onduidelijk of de Tweede Kamer komende maandag een videogesprek heeft met het Israëlische parlement. Knesset-lid Ariel Kallner van Likud zal bij dit gesprek aanwezig zijn. Hij heeft vorige maand opgeroepen tot etnische zuivering van de Palestijnen.

Op 7 oktober, vlak na de aanval van Hamas op Israël, schreef Kallner op X, voorheen Twitter: ‘Nu hebben wij één doel: Nakba! Een Nakba die de Nakba van 1948 zal overschaduwen. (…) Schakel de vijand nu uit. Dit is onze Pearl Harbor.’

D66-buitenlandwoordvoerder Sjoerd Sjoerdsma heeft grote moeite met deze uitspraak. ‘In het algemeen ben ik bereid met iedereen te spreken, maar ik trek een grens bij mensen die oproepen tot haat en geweld, of in dit geval een etnische zuivering, zaken die ook in Nederland strafbaar zijn.’ Als Kallner de Israëlische delegatie leidt dan is D66 niet van de partij, aldus Sjoerdsma. Dit is ook de mening van de fracties GroenLinks-PvdA, SP en Partij voor de Dieren. CDA-Kamerlid Derk Boswijk staat in dubio: ‘Als deze parlementariër (Ariel Kallner, red.) dat inderdaad zo gezegd heeft, heb ik geen behoefte met hem in gesprek te gaan.’

Derk Jan Eppink van BBB wil wel een gesprek met Kellner. Hij vindt het verkeerd dat Nederland gaat bepalen welk Knessetlid welkom is en welke niet. Ook zegt hij dat Kellner zijn uitspraak op 7 oktober deed, vlak na de aanval van Hamas. ‘Misschien was hij erg geëmotioneerd, dat zou ik hem willen vragen. Je moet het wel in de context zien.’

BIJ1 en Denk willen de aanval van Hamas ook in context zien, de context van 75 jaar apartheid en bezetting door Israël. Zij nemen maandag niet aan het gesprek deel.

De straat op voor Palestina

0

De bloedige oorlog is het zoveelste hoofdstuk van het nu meer dan honderdjarige Israëlisch-Palestijnse conflict dat een lange lijdensweg kent, voornamelijk voor de Palestijnen. Er zijn in Gaza al duizenden slachtoffers gevallen, waaronder veel kinderen. Het is belangrijk om te kijken naar de achterliggende oorzaak van dit lijden: een geleidelijke en voortdurende genocide op de Palestijnen, die begon met de oprichting van een koloniale nederzetting gestoeld op de principes van het zionisme.

Het zionisme is ideologisch gefundeerd in het Europese imperialisme van het midden van de negentiende eeuw, wetenschappelijk racisme en kolonialisme. Vroege zionistische leiders, zoals Theodor Herzl (1860-1904), waren heel open over hun doel om een Joods thuisland in Palestina te vestigen via koloniale vestiging. Zo was er een officieel Zionistisch Koloniaal Ministerie, en spraken zionisten openlijk over Joodse kolonisten versus de inheemse Arabische bevolking in Palestina.

Tijdens de naoorlogse periode hebben tal van westerse landen, met name de Verenigde Staten, langdurige allianties met Israël opgebouwd en onderhouden. De vorming van deze bondgenootschappen heeft aanzienlijke gevolgen gehad voor de dynamiek van het conflict. Volgens critici kan Israël nu ongestraft optreden tegen de Palestijnen, omdat het land van het Westen rugdekking krijgt.

Over het Israëlisch-Palestijnse conflict wordt in het Westen verschillend gedacht. Hoewel sommige individuen mogelijk bevooroordeelde of discriminerende perspectieven hebben, pleit een aanzienlijk aantal mensen actief voor een geweldloze oplossing en respect voor de rechten van zowel Israëliërs als Palestijnen. Toch is het duidelijk dat de westerse media bevooroordeeld zijn. Veel westerse landen, vooral de Verenigde Staten, hebben sterke historische, economische en politieke banden met Israël.

Veel commentatoren zijn er vast van overtuigd dat de staat Israël consequent agressief tegen de Palestijnen heeft opgetreden en dat nog steeds doet. We kunnen de verantwoordelijkheid voor het oplossen van het conflict echter niet uitsluitend bij één kant of bij een specifieke groep landen leggen. De internationale gemeenschap, die landen omvat met een aanzienlijke moslimbevolking, speelt een cruciale rol. De complexe dynamiek van de internationale diplomatie, geopolitieke belangen en regionale politiek beïnvloeden het handelen van deze landen. Desondanks blijven de meeste landen in de praktijk inactief. Alleen demonstranten, activisten en groepen, die vaak onder onderdrukking en zelfs vervolging lijden vanwege het uiten van de slogan ‘free, free Palestine‘ komen in beweging. Moedige en onafhankelijke onderzoeksjournalisten zijn tegenwoordig uiterst zeldzaam.

‘Het is overduidelijk dat Israël een racistisch koloniaal beleid voert’

In plaats van de andere kant te bashen, is het essentieel om de dialoog te bevorderen en te pleiten voor een tweestatenoplossing. De vereiste voor duurzame transformatie ligt in het bevorderen van vrede, begrip en samenwerking tussen het Israëlische en Palestijnse volk. Voor veel mensen overal ter wereld tonen de huidige en in toenemende mate rechtse Israëlische regeringen echter een totaal gebrek aan inzet voor het bereiken van vrede, aangezien hun belangrijkste doel de verdrijving van de Palestijnen met alle beschikbare middelen is. Voor velen heeft het Israëlisch-Palestijnse conflict rassendiscriminatie als een diepere oorzaak. Hoewel het een uiterst gevoelige kwestie is en sommige mensen er de voorkeur aan geven onpartijdig te blijven, is het overduidelijk dat Israël een racistisch koloniaal beleid voert, hoewel slechts een minderheid ervoor kiest dit te erkennen.

In de jaren tachtig ging ik de straat op in Londen en demonstreerde ik voor de bevrijding van de Al Aqsa-moskee van Israëlische bezetting. Maar sindsdien is het voor de Palestijnen alleen maar moeilijker geworden. Het is daarom van cruciaal belang dat er politieke en juridische sancties aan Israël worden opgelegd. Want als er geen sancties zijn, zal er geen einde komen aan het lijden van de Palestijnen. Wanneer de Palestijnen in Gaza – die door sommige fervente zionisten nauwelijks als menselijke wezens worden gezien – zoveel doden en bloedvergieten meemaken, is het voor een buitenstaander onmogelijk om onpartijdig te blijven.

Het zionisme is een krachtige kracht in de wereld. Veel mensen in het Westen durven Israël niet te bekritiseren omdat ze dan als antisemiet worden bestempeld. Maar het huidige antisemitisme is net zo belangrijk als de vernietiging die de Palestijnen nu ervaren, omdat ze geen stem, geen macht en geen invloed hebben op het internationale toneel. Daarom moeten we de straat opgaan en de machthebbers ter verantwoording roepen. Het is nu of nooit.

Video: burgemeester maakt racistische opmerking over Marokko

0

Bij een onrustige bijeenkomst over een nieuw asielzoekerscentrum in Den Bosch, maakte de burgemeester Jack Mikkers een omstreden grap over Marokko. In reactie op een boze vrouw die racistische opmerkingen maakte over Syrische vluchtelingen, reageert hij als volgt: ‘Dat is niet waar. Dat is Marokko.’

In het filmpje van de onrustige bijeenkomst over een nieuwe locatie voor een azc in Den Bosch, komt op een gegeven moment een vrouw aan het woord. Zij zegt dat Syriërs het ‘ergste zijn’, en ‘die douwen ze dus bij ons hier’.

‘Daar woedt oorlog’, brengt iemand daar nog tegen in. ‘Ok, mensen uit de oorlog moeten we accepteren, daar sta ik achter’, geeft ze toe, om daar vervolgens aan toe te voegen, ‘dat het wel mensen moeten zijn die we nodig hebben’ en zegt daarna iets onverstaanbaars.

Intussen geeft de maker van het filmpje ook zijn mening, ‘die zijn het niet eens met de westerse levensstijl’, zegt hij.

Volgens de vrouw zouden Syriërs – vermoedelijk – in alle onwelgevallige lijstjes ‘bovenaan’ staan. ‘Dat is niet waar’, reageert de burgemeester, en zegt: ‘Dat is Marokko’.

De zaal begint te giechelen. De burgemeester haalt zijn schouders op en doet of zijn neus bloedt.

‘Hee, dat staat erop’ zegt de maker van het filmpje nog, terwijl de burgemeester, nu ook glimlachend, om zich heen kijkt. ‘Geert Wilders zei ook zoiets’, concludeert de vermoedelijke eigenaar van de telefoon van het filmpje.