18.7 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 389

Vrouw én Turks: hierdoor kreeg Esra Coskun (29) minder schadevergoeding toegewezen

0

De nachtmerrie van elke ouder: je kind krijgt een verkeersongeluk en zal door ernstig letsel nooit meer de oude worden. Maar voor sommige slachtoffers houdt de beproeving daar niet op. Zij belanden in een jarenlange strijd met de verzekeraar van de dader over de hoogte van de schadevergoeding. Een pijnlijke en ingewikkelde discussie, waarin meisjes soms minder ‘waard’ blijken te zijn dan jongens. En waarin een Turkse achtergrond kan leiden tot een schadevergoeding die tonnen lager uitpakt.

De nu 29-jarige Esra Coskun kreeg in 2003 een ernstig verkeersongeluk, toen zij in de Haagse Schilderswijk de straat overstak en werd aangereden door een motorrijder. Maandenlang lag zij in coma. Ze heeft ernstig hersenletsel en is nooit meer de oude geworden. Ze is op dit moment volledig arbeidsongeschikt verklaard. Maar de kwelling hield hiermee niet op.

Wie na een ernstig ongeluk niet meer kan werken, krijgt een schadevergoeding voor het ‘verlies van verdienvermogen’. Er wordt gekeken naar iemands positie op de arbeidsmarkt of opleiding om in te schatten hoe diens carrière zich zou hebben ontwikkeld. Voor kinderen, zoals Esra Coskun in 2003, geldt de vraag welk beroep het kind zou kiezen. Ook wordt vaak gekeken naar de interesses en naar schoolrapporten. Tevens spreken de advocaat en schaderegelaar van de verzekeringsmaatschappij met leerkrachten van het kind. Voor het salaris en het urenaantal dat het kind zou hebben gewerkt, wordt gekeken naar statistieken.

In het geval van Esra Coskun ontstond discussie over de aannames die gedaan werden. Haar familie en Reaal, de verzekeraar van de dader, kwamen overeen dat ze waarschijnlijk kapster zou zijn geworden. Reaal stelde dat zij van haar zeventiende tot en met haar 26e fulltime gewerkt zou hebben en daarna getrouwd zou zijn en kinderen hebben gekregen. Omdat zij een vrouw was, zou zij volgens de verzekeraar van de dader vanwege de komst van de kinderen tien jaar niet gewerkt hebben, en daarna tot haar pensioen 50 procent hebben gewerkt.

De familie van Esra Coskun was het hier niet mee eens. De berekening van verzekeraar Reaal zou gebaseerd zijn op verouderde cijfers, die haar onterecht benadelen omdat ze een meisje is.

‘Mijn idee is: of het een meisje of jongen is, dat maakt niet uit. Zij kunnen allebei overal werken. Je kan niet zeggen: dat is een meisje, dus zij kan niet werken’, vertelt vader Nail Coskun in de woonkamer van hun huis in de Schilderswijk, waar Esra Coskun en haar ouders nog steeds wonen.

Toch gaf de Haagse rechtbank in 2013 de verzekeraar gelijk, tien jaar na het ongeluk. De rechter voegde toe dat het vanwege Esra Coskuns – Turkse – ‘culturele achtergrond’ aannemelijk was dat zij na haar huwelijk en het krijgen van kinderen gestopt zou zijn met werken. Op basis van deze uitgangspunten kwam uit de schadeberekening geen 550.000 euro, zoals bij een autochtone jongen zou zijn gebeurd, maar 70.000 euro schadevergoeding.

De familie Coskun vindt deze uitspraak onbegrijpelijk. ‘Ze willen het niet zien’, zegt Esra Coskuns broer Emirhan, ‘Ik ben hier geboren, ik ben hier getogen, ik zat hier op school. Ik ken de regels van A tot Z. Man of vrouw, dat is gewoon één en hetzelfde. We hebben allemaal dezelfde rechten.’ Volgens hem willen verzekeraars geld besparen door onderscheid te maken tussen jongens en meisjes: ‘Zij doen alsof een meisje niet even goed is als een jongen.’

De uitspraak van de Haagse rechter in 2013 leidde tot maatschappelijke verontwaardiging. De toenmalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Lodewijk Asscher, vond het een onrechtvaardige uitspraak. Hij adviseerde Esra Coskun en haar familie om naar het College voor de Rechten van de Mens te stappen. Dat college oordeelde in 2014 dat de verzekeraar Esra Coskun had gediscrimineerd op grond van geslacht. Over de aanname van de rechter over haar Turkse achtergrond deed het college geen uitspraak.

Ondanks alle commotie en de uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens is, bijna tien jaar na de uitspraken en bijna twintig jaar na het ongeluk, de discussie tussen Coskuns familie en de verzekeraar anno 2022 nog niet voorbij.

‘Ik denk echt: ik ga eerst dood, en dan pas gaan ze het met geld oplossen. Ik vind het niet normaal; ik wil als ik nog in leven ben het geld hebben’, zegt Esra Coskun zelf.

‘Ik denk echt: ik ga eerst dood, en dan pas gaan ze het met geld oplossen’

Haar familie wordt er soms moedeloos van. Toch geven ze niet op. ‘Het gaat om de toekomst van Esra, dus ik kan niet stoppen’, zegt vader Nail. ‘Zij willen een klein bedrag betalen, terwijl de toekomst van mijn dochter is afgelopen, en die van ons ook.’

Advocaat Arnoud Fuchs (Haagrecht Advocaten) staat Esra Coskun en haar familie al jarenlang bij. Hij vertelt dat het argument dat ze niet alleen minder zou werken omdat ze een meisje is, maar ook omdat ze Turks is, niet door de verzekeraar maar door de rechter is bedacht. De verzekeraar gebruikt volgens de familie de uitspraak van de rechter als argument om een lager schadebedrag te betalen.

‘Omdat de rechter dat zegt, hoort de verzekeraar dat en profiteert hij ervan. Hij neemt dat argument over en staat er sterker mee’, geeft Esra’s Coskuns vader aan.

Dat het College voor de Rechten van de Mens in 2014 korte metten maakte met het onderscheid dat de verzekeraar tussen jongens en meisjes maakte, heeft de familie Coskun tot nu toe dus niet geholpen. Van verzekeraar Reaal hebben zij nooit excuses gekregen voor de manier waarop met de zaak van Esra Coskun is omgegaan. Ook van journalisten of politici hebben zij na 2014 niet meer gehoord.

De familie Coskun heeft dankzij deze geschiedenis nauwelijks vertrouwen meer in Nederland en de rechter. ‘Vertrouwen hebben wij sowieso niet meer in Nederland, op dit punt’, vertelt broer Emirhan. ‘Terwijl wij eerder heel anders waren. Wij hebben het rode paspoort. Als wij ergens lopen, dan hoor je ons nooit Turks praten. We doen gewoon als een Nederlander en we leven hier als een Nederlander’.

Volgens hem was de situatie heel anders geweest als de rollen waren omgedraaid en een Turkse motorrijder een Nederlands meisje zou hebben aangereden. Emirhan: ‘Ik weet zeker: als het andersom was gebeurd, dan hadden ze ons uitgeput en stonden we nu op straat.’

De zorg voor Esra Coskun is inspannend en duur. Alleen al aan medicijnen moet maandelijks een groot bedrag worden uitgegeven. De familie krijgt voorschotten van de verzekeraar, maar ook daarvoor moet moeite worden gedaan en moeten aanvragen worden ingediend. Intussen lijdt ze dagelijks onder de fysieke en mentale gevolgen van het ongeluk en de slepende discussie met de verzekeraar.

‘Bijna altijd ben ik verdrietig’, zegt ze. ‘Hij (de motorrijder, red.) heeft mijn leven verpest en hij wil niet betalen.’

‘Bijna altijd ben ik verdrietig. Hij heeft mijn leven verpest en wil niet betalen’

Esra Coskun zou graag willen werken, voor zover zij dat nog kan. Maar dat is moeilijk, zegt haar broer: ‘Als zij zich aanmeldt, dan zien werkgevers haar uiterlijk, en dan zeggen ze: ‘Nee’. Dat is het erge. Dus willen of niet willen, dat maakt niet uit. Het nare is dat zij door het ongeluk zo is geworden, dat zij vanwege haar uiterlijk wordt afgewezen.’

Zij merkt zelf ook vaak te worden afgerekend op haar uiterlijk, of dat mensen op straat nare opmerkingen tegen haar maken: ‘Ik moest huilen tot ik thuiskwam toen dat gebeurde, en mijn moeder ook. Als je gehandicapt raakt, is alles klaar.’

Hoe nu verder?

In mei dit jaar oordeelde het College voor de Rechten van de Mens wéér dat er discriminatie speelde in een zaak waarin een meisje minder schadevergoeding kreeg. Volgens advocaat Willem Caudri (Lina Advocaten), die het meisje in kwestie juridisch bijstaat, ontvangen meisjes nog regelmatig een lager schadebedrag. Hij bepleit een rekenmethode die recht doet aan het specifieke kind waar het om gaat en rekening houdt met het feit dat vrouwen tegenwoordig vaak wél blijven werken als zij kinderen krijgen.

Ook het College voor de Rechten van de Mens benadrukte in mei dat statistieken vooral waarde hebben als beschrijving van het verleden, niet van de toekomst. Het college deed verzekeraars de aanbeveling om voor meisjes de statistieken die gebruikt worden bij de schadeberekening te ‘neutraliseren’. Dat betekent dat het gemiddelde tussen mannen en vrouwen qua verwachte inkomsten en arbeidsduur wordt gehanteerd. De vraag is dan of voor jongens ook deze sekseneutrale berekening zal worden gebruikt. Zo niet, dan krijgen meisjes nog steeds een lagere schadevergoeding dan jongens.

De familie blijft intussen hopen op een eerlijke uitkomst voor Esra Coskun. Zij geven niet op, want het is een principekwestie. Haar broer begrijpt wel dat het om een groot bedrag gaat, maar vindt dit een logisch gevolg van de fout van de motorrijder.

‘Dan moet je gewoon normaal rijden. Dan moet je niet daar gaan inhalen, dat is een fout. Een kind heeft altijd voorrang. Waarom kan die verzekeraar twintig jaar lang niet betalen?’ ‘Hij heeft mijn leven verpest’, zegt Esra Coskun over de motorrijder, ‘dus moet hij alles betalen.’

Volgens Esra Coskuns advocaat Fuchs hebben de onderhandelingen met de verzekeraar een belangrijk punt bereikt, en zou de discussie over het schadebedrag na twintig jaar eindelijk opgelost kunnen worden. Toch is de familie voorzichtig. Haar vader en broer blijven er rekening mee houden dat ook dit keer de discussie bij de rechter zou kunnen eindigen. Wel hebben ze voorzichtige hoop.

‘Het is tijd om er een streep onder te zetten. Wij willen dat zij erkennen hoe erg het is’, zegt broer Emirhan. ‘Wij willen ons recht. Op papier.’

Verzekeraar Nationale Nederlanden, die Reaal inmiddels heeft overgenomen, ging niet in op vragen van de Kanttekening. Het bedrijf wil over ‘individuele zaken’ geen uitspraken doen.

‘Uniform moet neutraal zijn’ – maar hoe zit het met de mens die het draagt?

0

‘Zolang ik minister van Justitie ben, zijn uniformen van de politie neutraal. Daar hoort geen hoofddoek of wat voor een toevoeging dan ook bij. Daarom heet het uniform.’

De woorden van mevrouw Dilan Yesilgöz – ‘Zolang ik minister ben’ – geven hoop. In het beste geval gaat een minister de volle vier jaar van een regeringsperiode mee. Heel weinigen mogen nog een tweede rondje meedraaien. En dan zijn er andere excellenties die al ruim voor het einde van de rit sneuvelen…

Hoe dan ook, meer dan twee regeringsperiodes zijn nauwelijks weggelegd voor deze dienaren van onze democratie.

Hoe vergankelijk de carrière van een minister kan zijn, werd mij onlangs nog eens door de chauffeur van zo’n excellentie verteld. ‘Een aantal jaren sleep je met deze mooie limousine de minister van hot naar her, overdag maar ook bij nacht en ontij. Maar er komt altijd een laatste rit. Nog eenmaal houd ik de deur open voor meneer of mevrouw. Ik haal de tas uit de kofferbak, reik deze aan. Terwijl de nu wel voormalig excellentie door het tuinhekje naar de voordeur loopt, zwaai ik nog een laatste keer en geef gas. Ik rij de straat uit in deze glimmende wagen. Meneer of mevrouw moet het vanaf nu weer alleen gaan redden. Desnoods met de fiets, de bus of de tram. Het ministerschap is vergankelijk.’

Er gaat ook een moment komen dat deze bewindvoerder op justitie en veiligheid afscheid moet gaan nemen. Volgens haar woorden zal er dán pas de ruimte komen voor een keppeltje, hoofddoek, tulband of andere uitingen van geloof of levensbeschouwing.

Nu wij weten dat deze minister, door haar woorden, haar lot als bewindspersoon hieraan heeft verbonden, gloort er hoop. De chauffeur zal ook met haar ooit een laatste rit hebben.

Nu wij weten dat Yesilgöz haar lot als minister hieraan heeft verbonden, gloort er hoop

Waarom zij zo pertinent is in haar weigering, is duidelijk. ‘Uniformen moeten neutraal zijn. Daarom heet het uniform.’

Luisterend naar de speech van minister Yesilgöz bekruipt mij het vage gevoel dat de betekenis van haar eigen woorden toch niet helemaal doordringen tot mevrouw zelf. ‘Uniformen moeten neutraal zijn.’ Uniformen, ja? Maar hoe zit het met de mens die dit uniform draagt?

De recente NPO-documentaire ‘De Blauwe Familie’, over heftig racisme en interne discriminatie binnen de politie, galmt nog steeds na. Ook wordt van hoog tot laag bij de politie gezocht naar een modus hoe om te gaan met etnisch profileren binnen en buiten het korps. Taalgebruik in de richting van burgers met een immigratieachtergrond laat weinig heel van de illusie van onbevooroordeeldheid van dienders tegenover de burger. Dit alles, natuurlijk, de goeden niet te na gesproken.

Maar met dit alles spreekt de minister toch maar over de neutraliteit van het uniform. Wat de dragers zelf van dat politiepak betreft, daar heeft ze het vooralsnog niet over. Terwijl die, nog meer dan de uniformen zelf, onder haar verantwoordelijkheid vallen.

Goed, zolang deze minister nog aan de regeringstafel zit, blijft het volgens haar dus bij het oude.

Maar ook na haar laatste rit in die dienstauto wordt het tijd om de boel dus om te draaien. Eerst de neutraliteit van het menselijk deel van de politie. En daarna maar eens kijken of er nog reden is om zo boven op de neutraliteit van de dienstkleding te gaan zitten.

Ik ben er heilig, ook vanwege mijn religie, van overtuigd dat ambtenaren die de vrijheid hebben om een religieus symbool te mogen dragen toleranter zijn dan een minister die met krampachtige neutraliteitbeginselen diezelfde neutraliteit met de voeten vertrapt.

‘Strijdbaar, een leermeester met een groot hart: dat was Mohamed Rabbae’

0

Gisteravond stond de balzaal van het monumentale zestiende-eeuwse Paushuize in Utrecht in het teken van oud-GroenLinks-politicus Mohamed Rabbae (1941-2022). Een herdenking, precies een halfjaar na zijn dood. ‘Rabbae was er niet alleen voor Marokkanen, maar hij was er voor iedereen.’

Rabbae was van 1994 tot 2002 Kamerlid voor GroenLinks en werkte als directeur van Nederlands Centrum Buitenlanders. Rabbae overleed 17 mei en werd 81 jaar oud. Hij kon tijdens zijn leven niet accepteren dat Nederlanders met een migrantenachtergrond niet als volwaardige burgers werden gezien. Hij stond bekend als iemand die er alles aan deed om de positie van migranten te verbeteren. Door te schrijven, door te lobbyen bij politieke partijen, of – zoals in de zaak-Wilders – bij het gerechtshof.

Rabbae was een voorbeeldfiguur voor Marokkaanse Nederlanders, vertelt Saïd Bouddouft (57). Bouddouft is één van de organisatoren van de herdenking en werkte in 1991 voor Rabbae bij het Nederlands Centrum Buitenlanders. Hij raakte daarna goed bevriend met Rabbae.

‘Dankzij zijn harde inzet konden Marokkaanse Nederlanders ook de Nederlandse nationaliteit krijgen, wat heel ingewikkeld was omdat zij vroeger nog geen afstand konden nemen van hun oorspronkelijke Marokkaanse nationaliteit. Ook kreeg hij veel weerstand omdat hij vocht tegen het regime in Marokko én tegen discriminatie hier in Nederland.’

De avond begint met een voorvertoning van een nieuwe documentaire over Rabbae, waarna een Koranrecitatie weerklonk door de imposante, met schilderijen beklede zaal. Daarna neemt het Utrechtse oud PvdA-raadslid Abdou Najib (68) de bijeenkomst over. Een gedreven man die heel principieel was, maar ook een man met ontzettend veel humor, zo herinnert hij Rabbae zich.

‘Mohamed was een uniek persoon. Hij was er niet alleen voor de Marokkanen, maar hij was er voor iedereen. Als een vrouw onrecht werd aangedaan, dan zijn we allemaal vrouwen, zo beweerde Rabbae. Als iemand onrecht pleegt tegenover een homoseksueel, dan zijn we allemaal homoseksuelen. En als een jood onrecht wordt aangedaan, dan zijn we allemaal joden volgens Rabbae.’ vertelt Najib aan de bezoekers in de zaal.

Rabbae was één van de eerste pioniers in de strijd tegen uitsluiting en discriminatie en was daardoor een onmisbaar persoon voor de migrantengemeenschap. ‘Genoeg is genoeg’ luidde de slogan van Rabbae, die zich ergerde aan de groeiende polarisatie in de samenleving en aan het ‘wij-zij’ denken. Dat vertelt voorzitter van de Turkse arbeidersvereniging, Mustafa Ayranci (70).

Ayranci is één van de sprekers tijdens de bijeenkomst die een korte ode aan hem uitbrengt. Hij ontmoette Rabbae tijdens een demonstratie voor pensioen voor gastarbeiders in Den Haag en heeft sindsdien veel met hem samengewerkt in de strijd tegen discriminatie.

‘Hij had een groot hart. Hij wilde dat iedereen in de samenleving zich veilig zou voelen. Mohamed verzette zich daarom tegen het tekortschietende integratiebeleid van Verdonk, de polariserende en stigmatiserende woorden van het kabinet’, vertelt Ayranci. In 2005 organiseerde hij samen met Rabbae een demonstratie op de Dam in Amsterdam.

Het woord is daarna aan professor Rinus Penninx (Universiteit van Amsterdam), één van de auteurs was van het boek Mohammed Rabbae: Strijd voor rechtvaardigheid (2016). De aanslagen van 11 september, de moord op Theo van Gogh en op Pim Fortuyn deden de Nederlandse samenleving kantelen; een anti-immigratiesentiment ontstond. En al gauw werd door politici geroepen dat er een nieuw integratiebeleid moest komen waarbij nieuwkomers de plicht hadden om hun plek in de samenleving te ‘verdienen’. Er ontstond een eenzijdige kijk op de islam, vertelt Penninx, waarbij de islam onverenigbaar zou zijn met de democratie en de integratie zou belemmeren. Rabbae kwam daardoor op het idee een gedragscode voor politici te ontwikkelen en om racistische ideologieën te bestrijden, wat uiteindelijk in 2014 leidde tot een aanklacht tegen Wilders om zijn ‘minder minder Marokkanen’ uitspraak.

Samen met Rabbae werkte Penninx in 2006 aan de oprichting van een beweging die boven partijpolitiek uitstak en waarbij een tegengif tegen een uitsluitende manier van denken werd gegeven: de beweging ‘Eén land, één samenleving’.

Al snel liet toenmalig fractieleider Femke Halsema in 2010 blijken dat Rabbae niet namens GroenLinks sprak. De uitspraken van Wilders moesten op een democratische wijze en alleen binnen de Kamer worden weerlegd, vond Halsema destijds. Dit leidde tot grote teleurstelling bij Rabbae omdat hij vond dat links niet hard genoeg tegen polariserende uitspraken optrad. Het werd voor Rabbae uiteindelijk de reden om GroenLinks te verlaten.

‘Precies deze strijdbare houding van Rabbae, die hebben we nodig in de politiek’ vertelt advocaat Ina Brouwer (72), in 1994 duo-lijsttrekker van GroenLinks samen met Rabbae, aan het publiek.

‘Precies deze strijdbare houding van Rabbae, die hebben we nodig in de politiek’

‘Halsema nam destijds afstand van Rabbae, terwijl het een zware tijd was met ingrijpende gebeurtenissen. Neem de aanslagen van 11 september op de Twin Towers, die zo’n impact hadden dat de vrees voor moslims en de islam de overhand nam. Terrorisme werd gelinkt aan islam. Rabbae zei altijd: ‘iedere stroming heeft zijn extremen. Daar moet je een heel geloof niet op afrekenen.’ Maar hij werd steeds meer roepende in een woestijn. Naar nuances werd niet meer geluisterd. Maar dit thema van racisme in de politiek komt steeds terug. En het blijft een principieel gevecht.’

Scherp op inhoud, zacht op de persoon, zo typeert Brouwer Rabbae. ‘Wat ik bijzonder vind. is hoe hij altijd respect voor de tegenstander hield, zelfs als het mensen waren met ideeën die haaks stonden op de zijne. Hij verdedigde het vrije woord en bleef tegelijkertijd principieel.’

Ze vervolgt: ‘Mohamed verdedigde in de islamitische gemeenschap zelfs de vrijheid om, desnoods, het geloof te beledigen. Tijdens de Rushdie-affaire, toen ik samen met hem lijsttrekker was, verdedigde hij Rushdie, maar vroeg zich wel af: hoe ver mag je gaan? Hij snapte niet waarom Rushdie boeken als De Duivelsverzen schreef. Maar was tegelijkertijd fel tegen de fatwa uit Iran. Ook in Marokko had Mohamed voor hete vuren gestaan, vanwege de felle kritiek op het Marokkaanse regime. Intussen bleef hij het racisme in de Nederlandse politiek bestrijden. Hij danste daarmee op een koord tussen de liberale Nederlandse traditie en respect voor geloof en de moslimgemeenschap, waarbij hij iedereen in zijn waarde liet. Een heel bijzondere manier van koorddansen boven een diep ravijn.’

Bouddouft: ‘Wat ik het meest inspirerend vond, was zijn bescheidenheid, zijn scherpe analyse en bereidheid om iedereen te helpen. Mohammed had nooit ruzie met mensen, midden in nacht tijd om te luisteren. Hij heeft ons geleerd om als Nederlanders met een migrantenachtergrond voor onze rechten te vechten, en dat als we dat niet doen het racisme alleen maar zal verergeren. Hiermee vormt hij een inspiratie voor de jongere generatie. Wat hij toen zag bij Wilders, dat gebeurt vandaag de dag ook bij Forum voor Democratie.’

‘Onze strijd van gelijke rechten zal moeten worden doorgezet door de jongere generatie, we moeten blijven knokken.’

Bouddouft hoopt dat deze herdenkingsbijeenkomst een begin is, dat er meer initiatieven zoals een jaarlijkse lezingen worden gehouden over Rabbae. ‘Misschien wordt er een straatnaam naar hem vernoemd. Met de organisatie willen we op onze website verhalen verzamelen van mensen die net als wij door hem geïnspireerd voelen.’

Ayranci: ‘Mohamed was voor mij een leraar, leermeester, strijdbaar, had een groot hart. Maar de strijd tegen ongelijkheid en racisme en discriminatie is nog niet af. Wij als migranten zijn burgers van dit land geworden, maar polarisatie moet bestreden worden. Onze strijd van gelijke rechten zal moeten worden doorgezet door de jongere generatie, we moeten blijven knokken.’

Turkije: drie jaar cel voor journaliste

0

Een Turkse rechtbank heeft journalist Beritan Canözer veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Dit, omdat zij op social media ‘terroristische propaganda’ zou hebben verspreid.

Met ‘terreurpropaganda’ bedoelt de rechtbank het delen van nieuws en foto’s aangaande leden van Koerdische YPG-strijdkrachten in Syrië, en dat in de periode 2014 tot 2016.

Turkije beschouwt de YPG, die samenwerkte met Amerika in de strijd tegen IS, als een terreurorganisatie omdat het een verlengde zou zijn van de militante Koerdische beweging PKK, die ook in Europa en Amerika op de terreurlijst staat.

Het gaat om meerdere berichten via een account onder Canözers naam en een anoniem account, waarvan ze claimt dat het helemaal niet van haar is. Haar advocaat gaat waarschijnlijk in beroep.

Turkije is een van de landen met de meeste gevangengenomen journalisten ter wereld. Op de huidige World Press Freedom Index staat Turkije op plaats 149 van de 180.

Binnenkort in Almere: de eerste ‘groene’ moskee van Nederland

0

In de Almeerse nieuwbouwwijk Oosterwold komt de eerste ‘groene’ moskee van Nederland. Dat melden lokale media.

Volgens initiatiefnemer Sheriel Nabie wordt de moskee klimaatneutraal. Op het dak komen zonnepanelen en op de parkeerplaats geen steen, maar gras en houtsnippers.

Rond de moskee komt een voedselpark. Nabie: ‘Het voedselpark wordt aangelegd en onderhouden door de gelovigen. Daarnaast hebben we ook een kas waar we kouseband verbouwen.’

Nabie verwacht tussen de vijftig en honderd bezoekers per dag voor de gebedsruimte voor mannen en vrouwen, de bibliotheek, leslokalen en kantoren die het islamitische centrum zal herbergen.

Er komt geen geluidsinstallatie om het gebed op te roepen. De moskee zal waarschijnlijk vooral gebruikt worden door moslims met een Surinaamse achtergrond.

Als de moskee eenmaal af is, wordt het de zevende moskee in Almere.

Erdogan stuurt Turkse Duitsers brief: ‘Stem op mij in 2023’

0

De Turkse president Erdogan voert ook in het buitenland campagne om na de komende presidentsverkiezingen aan de macht te blijven. Zijn partij AKP heeft een brief verspreid in Duitsland, waarin hij Turkse Duitsers vraagt in 2023 op hem te stemmen.

De Duitse liberaal-conservatieve krant Die Welt heeft Erdogans brief in handen, waarin staat: ‘De volgend jaar te houden verkiezingen zijn cruciaal, zowel voor de bekroning van het honderdjarig bestaan van onze republiek als voor de verwezenlijking van de visie van 2053. Ik heb er het volste vertrouwen in dat u de toekomst van ons land zo goed mogelijk zult blijven steunen.’

Erdogan wil van Turkije een ‘logistieke supermacht’ maken rond het jaar 2053. Het doel is een ‘Groot Turkije’, en daarom heeft de Turkse president het al jaren over neo-Ottomaanse en panturkistische ideeën, schrijft het Duitse links-liberale weekblad Stern. Erdogan zou gebieden van Syrië, Irak en Griekenland willen opnemen.

Erdogan beschouwt de 1,5 miljoen stemgerechtigde Turken in het buitenland als ‘onze burgers’, zegt hij in de brief. ‘Waar een burger van ons ook woont, wij als staat zullen u bijstaan’. Hij zegt ook dat zijn regering de eerste is ‘die een verkiezingsprogramma opstelt voor burgers in het buitenland’. De afgelopen weken zijn AKP-parlementsleden al tientallen keren naar Duitsland gereisd.

Toch staat Erdogan er niet florissant voor. De Turkse economie kampt officieel met een inflatie van 80 procent, maar deskundigen schatten de inflatie nog veel hoger in. Veel Turken in Turkije zijn ontevreden over Erdogan. Maar veel Turkse Europeanen in de diaspora hebben hier geen last van. Ook vinden velen van hen Erdogan een held vanwege zijn antiwesterse spierballentaal.

De Duitse inlichtingendienst zegt dat de AKP probeert Turkse organisaties te mobiliseren tijdens de Turkse verkiezingscampagne in juni 2023. Lobbyvereniging Union Internationaler Demokraten, de internationale tak van de AKP die ook in Nederland actief is, kan in Duitsland veel mensen mobiliseren. Dit gebeurde ook bij het Turkse referendum over een presidentieel systeem in 2017 en bij de Turkse verkiezingen in 2018, aldus die Welt.

Activisten protesteren bij Nederlandse schaakbond tegen WK in Jeruzalem

0

Pro-Palestijnse activisten organiseren vanmiddag om twee uur een demonstratie in Haarlem voor het kantoor van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond KNSB. Ze protesteren tegen de deelname van Nederland aan het WK schaken in Oost-Jeruzalem.

Het schaaktoernooi voor teams zal vanaf morgen worden gehouden in het Dan Jerusalem Hotel, dat in het door Israël bezette Oost-Jeruzalem staat.

De BDS-beweging (BDS staat voor boycot, desinvesteringen en sancties) organiseert momenteel wereldwijd protesten tegen de internationale schaakbond FIDE.

‘Je zou zeggen dat schakers kunnen nadenken en begrijpen dat een illegale nederzetting niet de plaats is voor zo’n prestigieus evenement. Door hiervoor te kiezen verleent de FIDE zijn goedkeuring aan bezetting en landroof’, schrijft BDS Nederland in een persbericht.

Vorige week riep BDS Nederland de achterban op een e-mail te sturen naar de Nederlandse schaakbond KNSB en om Nederlandse schakers via social media te benaderen. De Nederlandse pro-Palestijnse organisaties The Rights Forum en Een Ander Joods Geluid sloten zich bij dit protest aan.

Deze filosoof waarschuwt voor extreemrechts: ‘1933 kan weer gebeuren’

0

In Dagboek 1933: Het gevaar van extreemrechts legt de Vlaamse filosoof en publicist Dirk Verhofstadt een link tussen uiterst rechtse partijen zoals de PVV, Forum voor Democratie, Vlaams Belang en Fratelli d’Italia en de opkomst van het nazisme in Duitsland. Hij vindt het taboe op vergelijkingen met Hitler – vaak ‘Godwin’ of ‘reductio ad Hitlerum’ genoemd – onterecht. Hij ziet ‘zóveel overeenkomsten tussen het extreemrechtse gedachtegoed van vandaag en dat van de jaren dertig, dat we dit niet langer mogen negeren en verzwijgen’.

Het motto van uw boek is een citaat van de Joods-Italiaanse schrijver en Auschwitz-overlevende Primo Levi: ‘Het is gebeurd, dus het kan opnieuw gebeuren.’ Bedoelt u daarmee een herhaling van de jaren dertig? Of bent u bang voor een nieuwe Holocaust? 

‘Het gaat mij om de ondermijning van rechten en vrijheden, de rechtsstaat, de democratie. Dat was al voor 1933 bezig in Duitsland, maar kwam volledig tot uitdrukking vanaf de machtsovername van Adolf Hitler. Primo Levi zegt dat dit opnieuw gebeuren kan. Dat mensen rechteloos worden. Dat willekeur heerst. Dat de rechtsstaat niet meer bestaat.

‘In mijn slotbetoog citeer ik Nobelprijswinnaar José Saramago, die zegt dat de fascisten van de toekomst niet zullen lijken op Hitler of Mussolini. ‘Ze zullen niet dat harde militaire hebben. Het zullen mannen zijn die praten over wat de meerderheid wil horen. Over vriendelijkheid, familie, goede manieren, religie en ethiek. Op dat moment duikt een nieuwe duivel op en weinigen zullen zien dat de geschiedenis zich herhaalt.’ 

‘Uiteraard herhaalt de geschiedenis zich nooit op dezelfde manier. Maar er zijn wel patronen en je kunt wel van de geschiedenis leren. Dát is de essentie van mijn boek.’

Politicologen zijn terughoudend met het label extreemrechts. Ze noemen partijen als de PVV, Forum voor Democratie of Vlaams Belang liever radicaal-rechts, omdat zulke partijen niet direct oproepen tot geweld. U spreekt daarentegen wel onomwonden over extreemrechts en schaart al deze partijen daaronder. Waarom?

‘Het is een semantische discussie. Het gaat mij erom dat er een groeiende, wereldwijde beweging is, die politici als Poetin, Bolsonaro, Trump en de Indiase minister president Modi aan de macht heeft geholpen. Onder extreemrechts versta ik alle extremistische stromingen die binnen het politiek rechtse veld ageren. Het gaat over neonazi’s, neofascisten, ultranationalisten, mensen die voor etnonationalisme zijn, die tegen elke vorm van migratie ageren, tegen een samenleving waar mensen van verschillende etniciteiten bij elkaar wonen. In mijn boek wil ik duidelijkheid scheppen: het gaat telkens om extreemrechts.’

Maar de partijen waar u op doelt zijn natuurlijk niet allemaal nazistisch.

‘Inderdaad. Toch zijn de parallellen tussen toen en nu te opvallend om daarover onze ogen te sluiten. In mijn boek schets ik 33 parallellen. Er is geen discussie over de vraag dat wat in 1933 in Duitsland gebeurde extreemrechts is. Natuurlijk is niet alles wat de nazi’s deden van toepassing op alle extreemrechtse partijen van nu. Maar je ziet op verschillende plekken wel veel van die parallellen terug. Daarnaast: de Nederlandse en ook de Belgische inlichtingendienst wijzen in nieuwe rapporten op de toenemende dreiging van extreemrechts geweld. Het is een urgent probleem.’

Hoe antisemitisch zijn de partijen die u extreemrechts noemt? De PVV Geert Wilders is pro-Israël en heeft altijd afstand genomen van neonazi’s. En Marine Le Pen van Rassemblement National heeft haar antisemitische vader Jean-Marie uit de partij gezet.

‘Klopt. Maar bij verschillende extreemrechtse partijen zie je dat wel. Zoals bij Alternative für Deutschland, waar een politicus het Holocaustmonument in Berlijn een schande heeft genoemd. De voormalige woordvoerder van de AfD-fractie Christian Lüth vond dan weer de mogelijkheid van het beschieten en vergassen van migranten acceptabel. ‘Neerschieten of vergassen, of wat je maar wilt. Kan me niet schelen!’ Zelfs de Franse presidentskandidaat Éric Zemmour, die Joods is, heeft zich antisemitisch uitgelaten. Hij beweerde dat maarschalk Pétain, die met de nazi’s collaboreerde in de Tweede Wereldoorlog, de Franse Joden had gered. Dat is een grove leugen. Zijn Vichy-regime nam sterke anti-Joodse wetten aan en liet 76.000 Franse Joden deporteren naar de concentratie- en vernietigingskampen in het Oosten.’

‘Het antisemitisme is nooit helemaal verdwenen bij extreemrechts. Het is een beestje dat blijkbaar moeilijk uit te roeien is. Soms komt het weer aan de oppervlakte. Het is niet zo dat alle extreemrechtse partijen antisemitische ideeën hebben. Maar het komt wel veel voor.

‘In mijn boek schrijf ik ook uitgebreid over antisemitisch vandalisme, onder andere op Joodse begraafplaatsen. Deze vorm van vandalisme komt in heel veel landen voor, ook in Nederland. In Oosterhout bekladden neonazi´s al in 2001 Joodse graven met hakenkruisen, en op de muur rond de begraafplaats de tekst ‘Wir sind zurück’ – ‘Wij zijn terug’. Dat vind ik heel veelzeggend. Het antisemitisme is terug. Extreemrechts is terug.’

Is antisemitisme niet veel breder?

‘Inderdaad. Het komt aan bod in een specifiek discours. Neem bijvoorbeeld de Hongaarse premier Viktor Orbán, die een kruistocht voert tegen de Hongaars-Amerikaanse miljardair George Soros, die van Joodse afkomst is. Soros is in de Hongaarse propaganda de baarlijke duivel die achter de schermen aan de touwtjes trekt. Als je door Hongarije rijdt, zie je ook reclameborden langs de weg met beeltenissen van een lachende Soros. Hij mag niet als laatste lachen, vindt Orban.

‘Verder heb je het probleem van antisemitisch geweld. In de VS zijn er extreemrechtse groepen die expliciet antisemitisch zijn. En in 2018 pleegde een rechtsextremist een aanslag op een synagoge in Pittsburgh. De dader was geïnspireerd door de Noorse extreemrechtse terrorist Anders Breivik, die in zijn manifest 2083 ook negatief was over Joden.’

Maar uw boek gaat vooral over antisemitisme bij politieke partijen, toch?

‘Daar zien we het ook vaak terug. Nikolaos Michaloliakos, de leider van de extreemrechtse Griekse partij Gouden Dageraad, is bijvoorbeeld een Holocaustontkenner. Net als Volen Siderov, de leider van een Bulgaarse extreemrechtse partij. De Vlaamse tv-zender VRT maakte in 2018 een documentaire over de extreemrechtse Vlaamse jongerenbeweging Schild & Vrienden. In een groepsapp werden daar de meest grove en vernederende memes over Joden gedeeld.’

Memes over Joden in een groepsapp: dat lijkt op het antisemitismeschandaal bij de FvD-jongeren. Is FvD een antisemitische partij?

‘Bij Thierry Baudet zelf is het antisemitisme vaak subtiel. Hij schreef bijvoorbeeld ‘Mooi’ onder een Twitterbericht dat indirect verwees naar De Protocollen van de Wijzen van Zion, een berucht antisemitisch schotschrift dat beweert dat de Joden uit zijn op de wereldmacht.’

‘Bij Baudet is het antisemitisme vaak subtiel’

In uw boek kijkt u naar de parallellen tussen 1933 en nu. Wat is volgens u de belangrijkste overeenkomst tussen de nazi’s toen en partijen als FvD vandaag? 

‘De kritiek op de rechterlijke macht. Die bestond ook in 1933. Voordat ze aan de macht kwamen, waren nazi’s boos op onwelgevallige rechterlijke uitspraken. Daarna poogden ze – met succes – om de rechterlijke macht onder controle van het regime te brengen. Berucht waren de zogenoemde rechterbrieven: rechters in nazi-Duitsland kregen richtlijnen van het regime, waarin stond welke uitspraken ze moesten doen in een bepaalde zaak. De rechterlijke macht was volledig ondergeschikt gemaakt aan de uitvoerende macht.’

En hoe zien we dat vandaag terug?

‘Thierry Baudet, Geert Wilders, Donald Trump, Theo Francken (van de Vlaams-nationalistische N-VA, red.), Matteo Salvini, Marine Le Pen en anderen proberen de rechterlijke macht in diskrediet te brengen. Baudet sprak over de ‘diskatocratie´, Wilders over ‘D66-rechters’, Trump over ‘Obama-rechters’, het Vlaams Belang over wildvreemde en activistische rechters. De Britse tabloid Daily Mail voerde een hetze tegen drie rechters die tegen de Brexit waren. Zij kwamen met hun naam en foto op de voorpagina van de krant met als bijschrift: ‘Vijanden van het volk.’ In Polen en Hongarije is de greep van de regeringspartijen op de aanstelling van rechters zo groot, dat van een ware onafhankelijkheid geen sprake meer is.’

De partijen uit uw boek zijn geen fan van journalisten. FvD-parlementariër Gideon van Meijeren noemde mij en mijn collega’s in een berucht filmpje ‘rioolratten’.

‘De nazi’s moesten ook niets van de vrije pers hebben. Ze spraken over de Lügenpresse, de leugenpers, waarmee ze eerst de linkse pers en de liberale pers bedoelden – en, nadat ze aan de macht waren gekomen, ook vaak de buitenlandse pers. De term ‘Lügenpresse’ is nu door AfD en de Duitse extreemrechtse beweging Pegida weer omarmd, en we zien het begrip ook op andere plekken terug opduiken.

‘Trump zei als president over de pers: ‘They are truly the enemy of the people.’ Na zijn inauguratie in 2017, waarbij veel minder mensen aanwezig waren dan bij de inauguratie van zijn voorganger Barack Obama, spraken Trump en de zijnen over alternative facts. De pers komt met feiten, extreemrechts plaats daar alternatieve feiten en fake news tegenover. In Nederland keren Wilders, Baudet, Van Meijeren en anderen zich tegen de vrije pers, maar ze steunen omroep Ongehoord Nederland, dat alternatieve feiten en complottheorieën promoot.

‘Opvallend is daarnaast dat Baudet, Wilders, Filip Dewinter, Le Pen, Salvini en anderen lange tijd Poetin hebben gesteund, of nog steeds steunen, een dictator die critici uit de weg laat ruimen. Extreemrechtse politici klagen dat ze in een dictatuur leven, maar hun grote voorbeeld zijn buitenlandse dictators die geen boodschap hebben aan de democratie en de vrijheid van meningsuiting.’

Ze zijn fan van een sterke leider, net als de nazi’s?

‘De hang naar het autoritarisme is inderdaad nog zo’n overeenkomst tussen 1933 en nu. Extreemrechtse politici stonden achter Trump en stonden achter Poetin, soms staan ze nu nog steeds achter de Russische president. In 2014 liep Salvini met een t-shirt rond: ‘Ik sta aan de kant van Poetin.’ Marine Le Pen steunde de annexatie van De Krim in 2014, Filip Dewinter van Vlaams Belang heeft goede contacten met Rusland, waar nu trouwens onderzoek naar wordt gedaan in België, en jullie Geert Wilders ook. Dat Baudet achter Poetin staat, dat weet iedereen.

‘Die hang naar autoritarisme zien we ook bij jongeren terug. Uit een onderzoek van de VRT in 2018 bleek dat maar liefst een kwart van de Vlaamse jongeren een autoritaire leider prefereert boven democratie. Ook Nederlandse extreemrechtse jongeren hebben autoritaristische opvattingen, zo bleek vorig jaar uit een proefschrift door onderzoeker Nikki Sterkenburg (Universiteit Leiden, red.).’

En hoe zit het met het demoniseren van ‘de ander’? 

‘Daarin zit ook een overkomst met 1933. De nazi’s dehumaniseerden hun tegenstanders, met name de Joden. In de film Der ewige Jude uit 1940 werden ze zelfs met ratten vergeleken. Hedendaags extreemrechts doet iets vergelijksbaars met andere bevolkingsgroepen. Trump noemde Mexicanen criminelen en verkrachters, de Oostenrijkse FPÖ zette migranten en ratten op één lijn. Wilders sprak over ‘het importeren van laffe Afrikaanse en Arabische roedels die in onze straten de gewone Nederlander als prooi opjagen’, Baudet had het over ‘kwaadwillende, agressieve elementen’ – enzovoort. Als je dit soort dehumaniserende taal maar blijft herhalen, dan zie je de ander niet meer als mens maar als een ding. Met als meest extreme voorbeeld Auschwitz, waar de mens een nummer werd dat op zijn of haar arm werd getatoeëerd.’

Moslims worden niet in treinwagons naar het oosten afgevoerd.

‘Maar wel heeft extreemrechts het – net als de nazi’s toen – over het deporteren van mensen. Voordat de nazi´s besloten om de Joden uit te roeien, waren er plannen om de Joden naar een andere plek te deporteren. Eerst naar het eiland Madagaskar. Toen dat onmogelijk bleek, moesten de Joden het Oeralgebergte over worden gejaagd. Maar toen operatie Barbarossa (1941, red.) bij Moskou stokte, was dat ook niet meer mogelijk en kwam het plan om de Joden allemaal maar te vermoorden.

‘Het nazi-idee van deportatie is nu salonfähig bij extreemrechts. De Franse presidentskandidaat Éric Zemmour wilde één miljoen migranten eruit zetten, de rechtse Britse ex-premier Boris Johnson wilde vluchtelingen naar Rwanda deporteren, een idee dat Vlaams Belang maar ook de rechtse partij N-VA meteen overnamen; ook de Deense sociaaldemocraten zijn niet vies van deportatie van ‘illegalen’. Deportatie is anno 2022 geen taboe meer. Ook de term ‘illegalen’ vind ik heel naar. Geen mens is illegaal. Het Vlaams Blok, de voorganger van Vlaams Belang, begon een meldpunt om ‘illegalen’ aan te geven.’

Want dat is ook een dingetje bij extreemrechts, anderen aangeven? 

‘In mijn boek spreek ik over verklikken. In de nazitijd leerden kinderen al om hun ouders eventueel te verklikken. Ze moesten schoolopstellen schrijven over het onderwerp ‘Waar praten je ouders over? En ze werden aangezet om ‘linkse’ leraars te verklikken.

‘Extreemrechts is ook voor het verklikken van andere mensen. Ik noemde het illegalenmeldpunt al. Wilders kwam met een Polenmeldpunt, en Yernaz Ramautarsing van FvD met een Meldpunt Linkse Leraren. Tom Van Grieken, de voorzitter van Vlaams Belang, zei dat ze – eenmaal in de Vlaamse regering na de komende verkiezingen van 2024 –  ‘de rekening gaan presenteren aan linkse leerkrachten’. Meteen daarop kwamen de jongeren van Vlaams Belang met een meldpunt om je leraren anoniem aan te kunnen geven. Alternative für Deutschland in de deelstaat Baden-Württemberg vraagt scholieren om hun docenten die kritisch zijn over AfD te melden. Ze kunnen dit online doen, en eventueel een filmpje als bewijs erbij voegen. Hierdoor voelen sommige docenten in streken waar AfD sterk staat zich beperkt in hun vrijheid om kritisch te kunnen zijn over het extreemrechtse gevaar.

‘Extreemrechts is ook voor verklikken. Wilders kwam met een Polenmeldpunt, FvD met een lerarenmeldpunt’

‘Sowieso is verklikken heel naar. Het zorgt voor willekeur en achterdocht, en ook voor een cultuur waarbij persoonlijke rekeningen worden vereffend. Je kunt bijvoorbeeld een leraar die jou een slecht cijfer geeft verklikken.’

Overdrijft u het extreemrechtse gevaar niet? Nazi’s sloegen hun tegenstanders bont en blauw en verheerlijkten geweld, maar bijvoorbeeld de PVV doet dat niet.

‘Dat klopt, maar extreemrechts geweld is een enorm probleem. Ik heb in mijn boek een opsomming gemaakt van hun ergste geweldsfeiten. Extreemrechtse terroristen hebben honderden mensen vermoord. Denk aan Anders Breivik, Payton Gendron, Tobias Rathjen, Patrick Crusius, Brenton Tarrant, Dylann Roof, enzovoort. In Duitsland werden in 2020 meer dan 26.000 extreemrechtse misdrijven gepleegd. De Britse Labour-politica Jo Cox werd in 2016 vermoord door een extreemrechtse Brexit-aanhanger, de Duitse CDU-politicus Walter Lübke werd in 2019 door een extreemrechtse activist vermoord omdat hij voor de komst van een asielzoekerscentrum was.

‘Ook in de Lage Landen kan een extreemrechtse aanslag plaatsvinden. Jürgen Conings, een Belgische ex-militair, bedreigde de bekende Belgische viroloog Marc van Ranst. Een extreemrechtse Facebookpagina die solidair was met Conings kreeg binnen enkele dagen bijna 50.000 likes. En in Nederland werd op 16 juni 2022 de beruchte extreemrechtse activist Ben van der Kooi door de rechtbank veroordeeld wegens doodsbedreigingen aan het adres van premier Mark Rutte en de Vlaamse viroloog Marc Van Ranst. Hij uitte sympathie voor Hitler en Breivik.’

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de jaren dertig en nu?

‘De omstandigheden zijn volledig anders nu. De informatieverstrekking is heel anders. Toen kreeg je nieuws binnen via kranten en het bioscoopjournaal, tegenwoordig haalt extreemrechts het nieuws van sociale media en hun eigen media, zoals Ongehoord Nederland.’

In Duitsland werden in 1933 de pers en de samenleving gelijkgeschakeld. In autoritaire landen als Hongarije, Rusland en Turkije gebeuren vergelijkbare ontwikkelingen. In hoeverre vormt extreemrechts een reëel gevaar voor onze democratie?

‘De democratie in de VS stond op 6 januari 2021 op de rand van de afgrond, toen Trump-aanhangers het Capitool bestormden. Trump deed een quasi-oproep tot geweld. Hij riep zijn aanhangers op om te vechten: ‘Fight much harder.’ Demonstranten riepen dat vicepresident Mike Pence en speaker Nancy Pelosi moesten worden opgehangen. Het heeft niet veel gescheeld of Pence was vermoord die dag. Het extremisme is nog steeds niet weggeëbd in de VS. Sommigen die de ‘Stop the Steal’-theorie aanhangen, zijn verkozen in het Congres.

‘Ook in andere landen bedreigt extreemrechts de democratische rechtsstaat. Vlaams Belang zei dat als de partij in 2024 de verkiezingen wint en een kabinet vormt, ze eenzijdig de Vlaamse onafhankelijkheid uitroept die zou ingaan in 2029. Maar dat is in strijd met de Belgische grondwet. De Spaanse extreemrechtse partij Vox wil twee linkse vakbonden verbieden als de partij aan de macht komt.

‘Ik hou nogal van de definitie van de Franse filosoof Claude Lefort dat de democratie het onophoudelijke gevecht is om de lege stoel van de macht. Die strijd moet er altijd blijven. Maar extreemrechts wil dat er een einde komt aan deze democratische strijd. De ‘wil van het volk’ moet op die stoel zitten. En zij beweert een uitvloeisel te zijn van die volkswil.’

Maar ze zitten niet op de stoel. Niet in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.

‘Dat klopt. Maar in Italië en in Zweden geven ze nu wel gedoogsteun. Ze komen niet meer in uniformen binnenmarcheren, zei Saramago al, maar ze zullen beetje bij beetje de democratische rechtsstaat ondermijnen. We moeten goed beseffen dat we onze rechten en vrijheden niet finaal hebben verworven. Veel mensen kiezen, in tijden van angst en onzekerheid, liever voor tucht en orde dan voor vrijheid en democratie. Daarom moeten we altijd de democratie blijven verdedigen.

‘De democratische instituties – de onafhankelijke rechtsspraak, de vrijheid van de pers, eerlijke verkiezingen – zijn een schild, maar dit schild is niet onkwetsbaar. Autoritaire leiders vernietigen de democratische instituties als ze democratisch aan de macht zijn gekomen. Dan geef je je lot in handen van een extremistische partij. Dan weet je niet wat er gaat gebeuren, hè?’

‘Extreemrechts wil een einde aan democratische strijd. De ‘wil van het volk’ moet op de stoel zitten’

Er zijn mensen aan de linkerzijde van het politieke spectrum die niet-progressieve geluiden en mensen onbeschroomd als extreemrechts, fascistisch, racistisch, ‘islamofoob’ of ‘transfoob’ veroordelen. Speel je zo extreemrechts niet in de kaart? 

‘Je moet heel zuinig zijn met dit soort beschuldigingen. Links doet dit soms te snel, inderdaad. Maar bedenk ook: áls iemand extreemrechtse uitlatingen doet, dan moet je je niet inhouden, dan moet je dit bestrijden. We mogen niet onverschillig blijven.’

Moet je de vrijheid van meningsuiting beperken om extreemrechts beter te kunnen bestrijden?

‘Ik ben groot voorstander van de vrijheid van meningsuiting. Ik ben de laatste om te zeggen: ‘Dit mag niet gezegd worden.’ Tegelijkertijd moet de democratie zich kunnen verdedigen tegen de krachten die de democratie willen vernietigen. Ik heb, geïnspireerd door het uitstekende proefschrift Weerbare Democratie van rechtsfilosoof Bastiaan Rijpkema (2016, red.), een boek geschreven tegen salafisten die onze democratie willen vernietigen. Maar als extreemrechts de democratie bedreigt, dan spreek ik mij daar ook over uit. In Duitsland gebeurt het al. Daar worden partijen en organisaties die een duidelijk antidemocratische boodschap verkondigen, verboden. Rijpkema citeerde in zijn proefschrift nazipropagandist Goebbels, die in 1928 zei dat de nazi’s de middelen van de democratie gebruikten om de democratie te vernietigen. ‘Wij komen als wolven’, zei hij. Welnu, we mogen ons dan niet als schapen gedragen.’

Hoe kijkt u aan tegen een partijverbod voor bijvoorbeeld FvD in Nederland?

‘Het moet eerst klaar en duidelijk zijn dat een politieke partij een reëel gevaar vormt voor onze democratie. Dat lijkt me nu nog niet het geval.’

Maar neem FvD-Kamerlid Gideon van Meijeren, die bedreigingen van zijn achterban tegen collega-Kamerlid Nilüfer Gündogan goedpraat. Hij speculeerde onlangs ook hardop over het bestormen van het Binnenhof, waarbij volgens hem ook doden kunnen vallen.

‘FvD heeft nog niet direct opgeroepen tot geweld. Baudet doet krankzinnige uitlatingen – laatst weer over reptielen en zijn loftuitingen over Poetin -, maar dat zijn geen directe oproepen tot geweld.

‘Als je oproept tot geweld, dan mag de vrijheid van meningsuiting worden ingeperkt, stelt de Britse filosoof John Stuart Mill. In On Liberty geeft hij één voorbeeld. Stel dat een graanhandelaar graan achterhoudt en een menigte voor zijn deur staat. Als iemand dan zegt ‘We gaan hem aanpakken´, dan mag dat niet. Dat is gevaarlijk, aldus Mill.

‘Het blijft echter een lastige discussie. Ook omdat er dankzij complottheorieën die door extreemrechtse partijen en omroepen worden verspreid lone wolves kunnen opstaan, die tot eigenrichting kunnen overgaan. Zoals Conings, die Van Ranst wilde aanpakken.’

Wat is de belangrijkste les uit de geschiedenis die u ons wil meegeven?

‘Het meest treffende vond ik de onwaarschijnlijke snelheid waarmee in 1933 de democratie de nek is omgedraaid in Duitsland. Het land veranderde in luttele maanden van een democratie in een dictatuur. Daarin ligt ook de boodschap voor vandaag. Die boodschap is niet: het zal weer gebeuren, maar wel: het kan weer gebeuren. En als het weer gebeurt, dan kan het ook weer heel snel gaan.’

Oud-correspondent Jan Keulen: pessimistisch over ‘zijn’ Midden-Oosten

0

Tientallen jaren werkte Jan Keulen (72) als correspondent in het Midden-Oosten. Later was hij directeur bij het Doha Centre for Media Freedom in Qatar. In zijn vandaag verschenen boek De oorlog van gisteren beschrijft hij zijn Midden-Oosten-ervaringen. ‘De oorlog maak je mee en die gaat niet meer weg.’

‘Ik heb me vaak afgevraagd wat me ertoe bracht telkens terug te gaan naar de Arabische wereld. Het was beslist geen liefde’, schrijft Keulen in zijn nieuwste boek. ‘Ik heb me altijd willen distantiëren van het predicaat oorlogsjournalist’, vertelt hij via Zoom. ‘Oorlog was nooit mijn drijfveer. Ik was gewoon oprecht geïnteresseerd in de landen en de problemen die daar speelden.’

Dat daar telkens oorlog woedt, is toeval. Of misschien wel gewenning. Zijn eerste ‘echte journalistieke ervaring’ doet Keulen op in de Westelijke Sahara, als hij meeloopt met onafhankelijkheidsbeweging Polisario, die strijd tegen de Marokkaanse bezetter. Daarna maakt hij als Spanje-correspondent reizen naar Algerije, Marokko en Soedan. ‘Ik voelde daar een soort verwantschap mee, interesse is zo een zakelijk woord. Waar dat vandaan kwam weet ik niet.’

In 1980 begint hij als correspondent in het Midden-Oosten, in Beiroet, terwijl de Libanese Burgeroorlog daar gaande is. Hij doet er uitgebreid verslag van voor de Volkskrant, de Standaard en verscheidende radionieuwsrubrieken van de publieke omroep. Later is hij onder meer correspondent in Egypte en Jordanië, en directeur van het Doha Centre for Media Freedom in Qatar.

‘Op een gegeven moment voelde ik de behoefte om terug te kijken, wat misschien normaal is op een bepaalde leeftijd. Ook om een rode draad te identificeren, te bedenken in wat voor een wereld ik eigenlijk heb gewerkt. Er kwam één woord bovendrijven voordat ik ook maar een woord had geschreven. Dat woord was ‘islam’.’

De islam speelt in die tijd – en nog steeds – een prominente rol in de regio, vertelt Keulen. De gebeurtenissen in 1979, het jaar voordat hij naar Beiroet vertrekt, hangen ermee samen: de Sovjet-Unie valt Afghanistan binnen, in Iran maakt de islamitische revolutie een eind aan het regime van de sjah en in Mekka wordt de Grote Moskee bezet door religieuze extremisten.  Het zijn allemaal factoren die hebben geleid tot een grotere rol van de politieke islam en van de islam in het sociale leven.

Als ik het boek zo lees, dan zie ik geweld ook als terugkerend motief. U ook?

‘Dat is ook een beetje een open deur, natuurlijk. Er was nauwelijks ooit geen geweld. Er is in het Midden-Oosten een totaal gebrek aan dialoog, aan diplomatie, aan de ander dusdanig respecteren dat je ermee aan tafel gaat. Kijk naar Israël en Palestina, maar kijk ook naar het Syrische conflict waarbij we Assad allemaal zo een klootzak vinden – ik zeg ‘we’, ik bedoel het Westen en veel Syriërs – dat we niet met hem willen onderhandelen.’

Is dat niet logisch, niet met een man willen onderhandelen die gifgas op zijn eigen bevolking gebruikt?’

‘Het is uitermate begrijpelijk, maar tegelijkertijd onlogisch. Wat blijft er over als je niet praat? Geweld. En geweld lost weinig op. Dat klinkt als een vroom praatje. Maar als je kijkt naar de periode dat ik in het Midden-Oosten zat: de oorlog in Libanon, die vijftien jaar heeft geduurd, die hield op een gegeven moment op. Waarom? Niet omdat er een oplossing was gevonden voor de problemen die ten grondslag lagen aan het conflict. Ook niet omdat een partij gewonnen had. Maar omdat iedereen gewoon ontzettend moe was van die oorlog. Er was niks meer te winnen.’

‘Oorlog zorgt ook dat je hele intense goede ervaringen hebt, zoals vriendschap en solidariteit’

Wat gebeurt er met een correspondent die plots in een oorlogsgebied komt te wonen?

‘Het is geen fijne ervaring, niet iets waar ik met plezier op terugkijk – soms zelfs met pijn in mijn buik. Maar oorlog heeft ook tot gevolg dat je hele intense goede ervaringen hebt, zoals vriendschap en solidariteit. En het heeft nog iets heel idioots, dat je je schuldig voelt als je er niet meer bent.

‘Tijdens het beleg van Beiroet in 1982 heb ik mij ontzettend schuldig gevoeld. Ik woonde zelf in het westelijke gedeelte (gecontroleerd door de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie, red.), het gedeelte dat belegerd werd. En ik moest zo nu en dan over de groene lijn naar het oostelijke gedeelte (in handen van christelijke organisaties, red.) om kopij door te geven; in mijn stadsdeel werkte de telefoon niet meer. Soms bleef ik daar een nachtje slapen omdat het lastig was om ’s nachts terug te gaan. Dan zag ik dat mijn stadsdeel werd gebombardeerd en voelde ik me schuldig. Ik wilde niet daar zijn waar ik veilig was, ik wilde zijn waar mijn vriendin was, waar mijn vrienden waren.’

Wat deed de Libanese burgeroorlog uiteindelijk met u?

‘De oorlog die maak je mee en die gaat niet weg. Die blijft bij je. Het leidt soms ook tot enige vervreemding. Ik herinner mij dat ik uit Beiroet kwam, in Nederland aankwam, en op Schiphol al die vakantiegangers zag. Al die mannen in korte broeken. ‘Waar zijn die mee bezig?’, dacht ik. Daar zie ik wel gevaar in: dat mijn gevoel zegt dat het echte leven oorlog is. Niet dat zorgeloze, vrolijke oppervlakkige gedoe. Want dat is natuurlijk niet zo.’

In uw boek bent u kritisch op Israël. U schrijft: ‘Volgens mij is de Joodse staat in wezen sektarisch. Het is een staat waar de ander, de niet-Jood, wordt uitgesloten.’ Dat klinkt als apartheid.

‘Ik denk dat je zeker kunt spreken van een systeem van apartheid. Dan bedoel ik, als we het vriendelijk zeggen, dat er privileges zijn voor één groep en een andere groep achtergesteld wordt. Je ziet een enorme verharding in Israël. De politiek trekt nog verder naar rechts. Daar ben ik niet optimistisch over. Ik ben überhaupt niet optimistisch.’

Hoezo niet? De meeste mensen zeggen altijd wel een sprankje hoop te hebben.

‘Een sprankje is maar een sprankje. En als je geen sprankje hebt, wat doe je dan nog? Dan kan je net zo goed je mond houden. Ik heb ook wel een sprankje hoop, maar dat betekent niet dat ik optimistisch ben. Ik ben zelfs pessimistisch.’

Dat komt, vertelt Keulen, doordat er de veertig jaar nauwelijks conflicten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika zijn opgelost. Het ‘vredesproces’ tussen Israël en Palestina bestaat al jaren niet meer, Israël trekt naar nationalistisch rechts, wat het juist ingewikkelder maakt. De oorlog in de jaren tachtig tussen Irak en Iran kende geen overduidelijke winnaar – die is vooral beëindigd door oorlogsmoeheid, zegt hij. ‘We strijden nog steeds tegen de invloed van Iran, ook daar is niets opgelost.’

‘Ik denk dat je in het geval van Israël zeker kunt spreken van een systeem van apartheid’

Keulen: ‘Een ander conflict dat mij aan het hart gaat speelt zich af in de Maghreb. Het gaat om het zelfbeschikkingsrecht van de Sahrawi (een nomadisch volk dat in de Westelijke Sahara woont, red.). Het is misschien een klein volk, en een klein en stil conflict, een low intensity war. Maar het is ook een illustratief conflict. Dezelfde vluchtelingen die ik veertig jaar geleden bezocht in kampen in Algerije zijn ofwel dood of oud geworden in die kampen. En nieuwe generaties zijn erin opgegroeid.

‘Ik ben absoluut geen pessimistisch ingesteld persoon, alleen wel wat dit betreft. Daarbij komt nog eens kijken dat ik jarenlang bezig ben geweest met journalistiek in de Arabische wereld. Mijn idee was en is dat goede journalistiek overal belangrijk is, maar zeker in die regio. Wat we zien is dat na de Arabische lente de autoritaire regimes zich hebben versterkt en dat de persvrijheid is afgenomen. Alle lijntjes lopen naar beneden.’

In uw boek beschrijft u ook uw tijd als directeur van het Doha Centre for Media Freedom in Qatar. Daar wordt u uiteindelijk ontslagen. Bent u van een koude kermis thuisgekomen?

‘Nee, helemaal niet. Dit was iets waarvan ik wist dat het kon gebeuren, vanaf dag één. Toen ik er een paar jaar werkte was ik er ook van overtuigd dat het zou gebeuren. Daar werken was soms een beetje een soap.’

U zat daar niet voor de bühne? Dat de Qatari’s kunnen zeggen: kijk, we hebben iemand uit Nederland met veel journalistieke ervaring die het centrum leidt.

‘Ik was mij zeer wel bewust dat dit centrum deel was van het soft power-narratief van Qatar. Maar dat vond ik helemaal niet erg, want het deed niks af aan het werk wat ik kon doen. Het Doha Centre was gemodelleerd naar RSF (de internationale perswaakhond Reporters Without Borders, red.). Dus één van de dingen die wij deden was steun verlenen aan journalisten die in de problemen waren gekomen. In de gevangenis, in het ziekenhuis of zelfs overleden. Dat deden we in het Midden-Oosten, maar ook in Afrika. We hebben echt honderden journalisten kunnen helpen. Daarnaast hebben we trainingen kunnen geven aan journalisten en journalisten die moesten vluchten – uit Somalië bijvoorbeeld – kunnen opvangen.’

Beeld: Jurgen Maas

Wat was het lastigst aan dit boek schrijven?

‘Het moeilijkste vond ik om dicht bij mijzelf blijven. Ik heb absoluut geen boek willen schrijven wat nu eens even uitlegt hoe het Midden-Oosten in elkaar zit. Dus ik vond het lastig om mij in te houden, om niet te veel duiding te geven. Daar zijn andere boeken voor. Wat ik heb willen doen, en waarin de meerwaarde zit, is laten zien hoe míjn Midden-Oosten er uitziet. Mijn voorbeeld was De wereld van gisteren van de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig. Nu ben ik by far geen Stefan Zweig, maar qua vorm komt het overeen: een autobiografisch relaas gemengd met herinneringen uit een periode. Dat was het doel.’

‘Iraanse drones bezitten Amerikaanse en Israëlische technologie’

0

De meeste onderdelen in Iraanse drones, die Rusland momenteel inzet in Oekraïne, komen uit de Verenigde Staten. Dat blijkt uit Oekraïense inlichtingen, gebaseerd op uit de lucht geschoten Iraanse drones in Oekraïne. Dat betekent dat Iran Amerikaanse sancties weet te omzeilen, meldt nieuwssite Middle East Eye.

Het gaat om de levering van onderdelen voor de Iraanse Mohajer-6-drone die in de VS, Europa en bondgenoten van het Westen zijn gefabriceerd, en die dus het westerse sanctieregime tegen Iran zijn ontglipt.

Veel bondgenoten van de VS, inclusief Europese bondgenoten, doen niet mee aan sancties tegen het Iraanse droneprogramma. En de technologie van de Iraanse drones kan via internet naar Iran verscheept worden via derde landen, waardoor ze moeilijk te onderscheppen zijn.

Interessant detail is dat de hoge resolutie infrarood-lens voor surveillance identiek is aan dat van een bedrijf uit Israël, aartsvijand van Iran. Dat duidt er volgens Middle East Eye op dat ook Israëlische technologie in de drones zit verwerkt.