20.4 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 546

Het multiculturele debat verdient een nieuw normaal

Valt radicaal-rechts juridisch te verslaan? Nee, blijkt uit nieuw onderzoek door politicoloog Joost van Spanje (universiteit van Oxford). Door rechtszaken winnen zulke partijen zetels. Zo kreeg de PVV een tot vier zetels bij door alle media-aandacht voor de ‘Minder Marokkanen’-zaak, berekende Van Spanje. Bovendien stijgt het aantal haatdelicten tijdens zo’n proces.

Juridische stappen nemen tegen radicaal-rechts werkt dus contraproductief. Wat is dan het beste antwoord van multicultureel Nederland op radicaal-rechts?  Nou, dankzij de harde integratie- en racismedebatten in politiek en media wordt multicultureel Nederland zelf met de dag weerbaarder. Steeds vaker kruipen biculturele Nederlanders uit de passieve slachtofferrol leren zij hoe zij het spel van democratie moeten spelen.

De laatste jaren zien wij dagelijks hoe een nieuwe generatie biculturele Nederlanders in de pen klimt en aanschuift aan tafels op tv en lokale bijeenkomsten om mee te doen aan het publieke debat. We zien hoe moslims steeds vaker op sleutelposities terecht komen – zie een Aboutaleb, Arib of Marcouch. Of hoe zij met initiatieven komen om moslimhaat tegen te gaan, zoals Meld Islamofobie. Zwarte Nederlanders ageerden met succes tegen Zwarte Piet en racisme. En met Denk, BIJ1 en Nida ontstonden nieuwe politieke partijen voor mensen die zich niet gehoord voelden.

Ja, dit alles schuurt soms. Het wringt bij veel Nederlanders dat biculturele Nederlanders vertellen wat zij van de samenleving vinden en een andere stem laten horen, dat zij een plek in de publieke ruimte opeisen. Maar dat hoort erbij. Hier is niets raars of on-Nederlands aan.

Sterker nog: in ons land van minderheden is het bij uitstek oer-Nederlands te noemen dat groepen zich vanuit hun eigen zuiltje proberen te emanciperen in de bredere samenleving. Dat is hoe de joden, katholieken en protestanten het al eerder deden. En zo doen moslims en zwarte Nederlanders dat nu.

Dit emancipatieproces is zeker nu hard nodig. Tot tien jaar geleden was Geert Wilders dagelijks in het nieuws om zijn standpunten en uitspraken, maar inmiddels is zijn gedachtegoed sluipenderwijs onderdeel geworden van het nieuwe normaal. De PVV mag dan electoraal niet zo’n bedreiging lijken, maar Wilders trok het politieke landschap zoals VVD, CDA en zelfs de PvdA naar rechts. Ondertussen probeert Forum van Democratie bijna wekelijks de grenzen van het multiculturele debat verder naar rechts op te rekken, door ook ras en allerlei complottheorieën zoals over ‘omvolking’ in het debat te betrekken.

Na twintig jaar tijd wordt het tijd om te stoppen met de polarisatie

De processen van biculturele emancipatie en politieke verrechtsing gooien olie op elkaars vuur. Het gevolg: hyperpolarisatie. We zien dit in het publieke debat: stemmen uit het midden worden zwakker, omdat mensen in het debat gedwongen worden een kant te kiezen. We zien het ook in Den Haag: vroeger vormden middenpartijen CDA en PvdA samen een ruime parlementaire meerderheid, nu hebben ze bij elkaar nog maar 24 zetels.

De polarisatie binnen het multiculturele discours is sinds de opkomst van Pim Fortuyn aan de gang. Na twintig jaar wordt het langzamerhand tijd om hiermee te stoppen. Er moet een nieuw evenwicht komen in dit debat. Niet door de vrijheid van meningsuiting juridisch in te perken – zie wat politicoloog Van Spanje zegt over de zaak-Wilders. Wel door op de ingeslagen weg te blijven emanciperen en participeren. Totdat hopelijk iedereen gaat inzien dat biculturele Nederlanders onderdeel zijn van het nieuwe normaal in dit land.

Pssst, redacties: ook witte mensen kunnen terroristen zijn

0

In Trouw verscheen maandag een artikel over terrorisme waarvan ik dacht: ‘Tja, zo komt het nooit goed met media, moslims en terrorisme.’ Het artikel is geschreven naar aanleiding van de vorige week gearresteerde groep ‘IS-aanhangers’in Eindhoven, en begint als volgt:

‘Er was een tijd dat het op een drukke plek altijd even bij iedereen de gedachte was: zou hier een terroristische aanslag gepleegd kunnen worden? Maar inmiddels is die angst – met het verdwijnen van het kalifaat – wat weggesijpeld. Ook is het dreigingsbeeld, dat door de AIVD bepaald wordt, sinds 2019 gedaald van ‘reëel’ naar ‘aanzienlijk’.’

‘Oei’, dacht ik bij deze eerste zinnen, ‘als het verder in het stuk maar goedkomt.’ Ik had goede hoop dat er wel nuancering zou volgen op de eenzijdige link tussen ‘angstvermindering voor terroristische aanslagen’ en ‘het verdwijnen van het kalifaat’. Alsof het kalifaat de enige bron is van terreur op deze wereld? We lezen verder:

‘Dat dat allerminst betekent dat jihadisme in Nederland passé is, bleek vrijdag. De politie arresteerde negen mannen op verdenking van het voorbereiden en trainen voor een terroristisch misdrijf. Ze zouden sympathiseren met ISIS en worden verdacht van deelname aan een terroristische organisatie.’

Nope, er volgde geen nuancering. Integendeel: de koppeling tussen terreur en moslims werd nog meer bestendigd. Dit komt ook door het eenzijdige gebruik van de term ‘jihadisme’, dat overigens (let op, witte redactie!) met een simpel adjectief, namelijk ‘de gewapende jihad’, opgelost kan worden. Daarbij wordt de goede jihad, de jihad van de liefde en om een goed mens te zijn, als een kind met het badwater weggegooid.

Kwalijker is dat in het bericht andere vormen van terreur helemaal niet aan de orde komen. Dit terwijl extreemrechtse terreur in opkomst is, in Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten, Canada en Duitsland, maar ook in Nederland. Hierdoor wordt, bewust of onbewust, gedaan alsof terreur een moslimding is. De duivelse werking van de beeldvorming zit dus ook in een detail van een krantenbericht op de middenpagina’s.

Voor eens en altijd: terreur kent geen religie, natie of kleur

En dan is het voor kwaliteitsmedia niet voldoende om bijvoorbeeld te zeggen: ‘Ja, maar we hebben in dit bericht specifiek over moslimterreur.’ Nee, dat is niet goed genoeg. En bovendien onverantwoord. Als een groep mensen – moslims in dit geval – al zo lang gebukt gaat onder negatieve stereotyperingen in de media, dan mogen zulke fouten niet meer gemaakt worden.

Voor eens en altijd: terreur kent geen religie, natie of kleur. Witte mensen kunnen dus ook terroristen zijn, of oproepen tot geweld. Kijk maar eens naar het Twitter-account van dr. Marina, zou ik zeggen. Marina Meeuwisse laat elke dag zien wat voor dreiging er doemt vanuit de witte, seculiere kant van cultuurnationalisten. Iedereen die niet past in het völkische idee van een wit en autochtoon Nederland wordt als een dreiging weggezet door mensen die spreken over de ondergang van dit polderland.

En het is extra wrang voor islamitische en zwarte Nederlanders als deze dreiging alleen een punt van discussie wordt wanneer Joden op antisemitische wijze in de hoek worden gedrukt. De verontwaardiging was terecht groot toen – een voormalige held voor velen – Thierry Baudet in een nare tweet Joden aansprak over de Tweede Wereldoorlog. Die oorlog zou niet alleen van hen zijn.

Ten eerste hebben Joden dat nooit beweerd. Maar de Holocaust, die deze gevaarlijke volksmenner tussen aanhalingstekens plaatste, is wél van de Joden, en uiteraard ook van de Sinti en de Roma. En voor Joden betekent de oorlog automatisch de Holocaust. Er is een wereld van verschil wanneer Joden naar de oorlog refereren, en wanneer niet-Joden dat doen.

Dat ik dit aan een mafketel als Baudet moet spellen, is precies waar het misgaat binnen antisemitisme- en Holocaustonderwijs in Nederland. Als het om de Holocaust gaat, moeten vooral moslims en mensen van kleur paternalistisch onderwezen worden in Nederland. Urker nazi’s en Harskampers krijgen altijd het voordeel van de twijfel. Hun witheid is kennelijk voldoende bewijs van hun geschiedkundige integratie.

Jaja. Totdat je wordt geconfronteerd met Jodensterren op wappiedemonstraties.

Frankrijk verbiedt zwarte beweging: ‘Racistische haatgroep’, aldus minister

0

De Franse regering gaat de Ligue de Défense Noire Africaine (Zwart-Afrikaanse Defensie Liga, afgekort: LDNA) ontbinden, melden Franse media. Deze zwarte organisatie zou oproepen tot ‘haat, discriminatie en geweld op basis van afkomst en seksuele geaardheid’ en ‘de openbare orde verstoren’ met haar demonstraties, waarbij vaak geweld is gebruikt.

LDNA wordt op sociale netwerken gedefinieerd als een ‘revolutionaire beweging voor de verdediging van de rechten van Afro-afstammelingen en Afrikanen’. Bijna 300.000 mensen zijn geabonneerd op de Facebookpagina van LDNA. LDNA-voorzitter Egountchi Behanzin omschrijft zich op Twitter als ‘politiek activist, pan-Afrikaanse verzetsstrijder, vrijheidsstrijder, revolutionair’.

In 2019 ageerde LDNA tegen een tentoonstelling over de Egyptische farao Toetanchamon, omdat het Oude Egypte zwart zou zijn en witte mensen de geschiedenis bewust zouden vervalsen. De beweging kreeg pas echt vleugels in 2020, dankzij de Black Lives Matter-protesten in de Verenigde Staten.

Verschillende partijen hebben vorig jaar de ontbinding van de LDNA geëist. Zo vroegen de rechtse Les Républicains eind 2020 om ontbinding van LDNA, nadat de LDNA-activisten stelden dat oud-president Charles de Gaulle (1890-1970) verantwoordelijk was voor de dood van miljoenen Afrikanen en dat ze daarom binnenkort zouden spugen op zijn graf, in naam van de ‘Afrikaanse martelaren’.

De directe aanleiding voor de ontbinding van LDNA waren de gebeurtenissen in de Franse gemeente Val-de-Reuil op 11 september. LDNA had opgeroepen tot demonstraties tegen de burgemeester, na een week van spanningen door een vechtpartij tussen twee kinderen. Dertig LDNA’ers bestormden het stadhuis en bestrooiden de burgemeester met bloem. Ook werd een ambtenaar omver geduwd.

Kort na de gebeurtenissen van 11 september zei de Franse minister Gérald Darmanin al dat hij LDNA, volgens hem een ‘racistische’ beweging die oproept tot ‘haat en discriminatie’, wil verbieden.

Een regeringswoordvoerder beschrijft de ontbinding van LDNA als een ‘krachtige maatregel’. ‘Onze hand beeft niet als het gaat om de verdediging van de Republiek tegen degenen die denken hem te kunnen buigen.’

De Franse staat treedt sinds de onthoofding van de Franse leraar Samuel Paty van vorig jaar harder op tegen radicaal geachte organisaties. Vorige week besloot de Franse Raad van State de ontbinding van het Collectief Tegen Islamofobie in Frankrijk en de islamitische NGO BarakaCity te bekrachtigen. Beide waren eind 2020 al ontbonden om hun ‘islamitische propaganda’.

Polen duwt illegaal Afghaanse migranten terug, vermoedt Amnesty

0

Er zijn ‘sterke aanwijzingen’ dat Polen illegale pushbacks uitvoert bij Afghaanse asielzoekers. Dat meldt Amnesty International aan de hand van een digitale analyse van satellietbeelden en videomateriaal.

Uit het onderzoek blijkt dat op 18 augustus een groep van 32 Afghaanse asielzoekers zijn ingesloten door de Poolse grensdiensten. Een dag later wordt exact dezelfde groep aan de overkant van de grens met Belarus gelokaliseerd door het onderzoeksteam van Amnesty.

Mogelijke pushbacks maken van Polen automatisch een verdachte van mensenrechtenschendingen. Als EU-lid en als ondertekenaar van het VN-vluchtelingenverdrag heeft Polen de plicht om asielzoekers op te vangen en hun asielaanvraag in behandeling te nemen.

Het is al langer bekend dat asielzoekers aan hun lot worden overgelaten in het niemandsland tussen Polen en Belarus. De Volkskrant meldde eerder dat er hierdoor vijf migranten vanwege uitputting en de kou zijn gestorven.

‘Polen houdt op een wrede manier deze mensen voor weken tegen in mensonterende condities’, aldus Amnesty International.

Polen en andere EU-landen beschuldigen juist Belarus van het inzetten van migranten als vergelding tegen EU-sancties. Belarus kreeg deze sancties aan zijn broek vanwege het onderdrukken van vreedzame demonstraties.

‘Turkije en Rusland handhaven status-quo in Syrië’

0

Turkije en Rusland zullen de status-quo in de Syrische regio Idlib behouden. Dit spraken president Erdogan en zijn Russische collega Vladimir Poetin gisteren af tijdens een topontmoeting in de Russische badplaats Sotsji, meldt een Turkse functionaris aan Middle East Eye.

De ontmoeting vond plaats te midden van een toename van aanvallen in Idlib, waar Russische gevechtsvliegtuigen stellingen van de pro-Turkse rebellen aanvallen.

In maart 2020 bereikten Turkije en Rusland een staakt-het-vuren-overeenkomst, die van Idlib een de-escalatiezone maakte. Maar afgelopen weken kwam de wapenstilstand onder vuur te liggen, met lucht- en grondbombardementen op posities van de pro-Turkse rebellen.

De Turkse minister van Defensie waarschuwde Moskou eerder deze week dat bij luchtaanvallen op door de oppositie bezette gebieden burgers omkomen en de bevolking radicaliseert. ‘We verwachten dat Rusland de gemaakte afspraken handhaaft’, zei hij.

Er bevinden zich nu meer dan drie miljoen Syrische vluchtelingen in Idlib. Verdere Russische en Syrische aanvallen zouden hen naar Turks grondgebied kunnen drijven, wat een nieuwe vluchtelingencrisis kan veroorzaken. In Turkije is het sentiment tegenover vluchtelingen verhard.

Turkije hoopte meer speelruimte te krijgen om de Syrisch-Koerdische YPG-strijders te kunnen aanpakken, die volgens de Turkse regering gelieerd is aan aartsvijand PKK. Maar dat staat Rusland niet toe.

Dankzij de Russische steun en het verslaan van IS zit het Syrische regime van Bashar al-Assad steeds steviger in het zadel. Toch is Amerika niet van plan om de diplomatieke banden met Syrië te normaliseren of te verbeteren, meldt de Arabische nieuwszender al Jazeera. Washington schortte in 2012 zijn diplomatieke aanwezigheid in Syrië op. Ook legde Amerika sancties op aan het Assad-regime.

Van Doorn wil schadevergoeding na aanhouding: ‘Dit was machtsmisbruik’

0

Het Haagse raadslid Arnoud van Doorn van de islamitische Partij van de Eenheid wil een schadevergoeding van de overheid.

Van Doorn werd zondagochtend door de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB) aangehouden en maandagavond weer vrijgelaten. Hij liep in een buurt waar Mark Rutte toevallig ook was en vertoonde volgens de autoriteiten ‘verdacht gedrag’.

De zaak tegen hem is inmiddels geseponeerd en dus is hij geen verdachte meer. Hij zet nu in op een klacht en een schadevergoeding, laat hij zijn volgers op Facebook weten. Er zal een rechtszaak komen tegen de NCTV, meldt de Arabische nieuwszender al Jazeera.

Van Doorn: ‘Wat mij is overkomen was machtsmisbruik en ik heb materiële en morele schade geleden als gevolg van mijn arrestatie. Ze willen me treiteren en de methode om mij te arresteren is niet verenigbaar met een rechtsstaat.’

Eerder deze week gaf Van Doorn al aan dat hij vermoedt te zijn opgepakt omdat hij een ‘kritische moslimpoliticus’ is.

Onder zijn Facebookvrienden krijgt het Haagse raadslid veel bijval. ‘Stelletje mafkezen echt waar. En we leven in een rechtsstaat?’, reageert er een.

‘Wat een hufters! Natuurlijk hadden ze de verkeerde. Laat ze een keer echt op zoek gaan naar de criminelen in plaats van een onschuldige burger oppakken’, schrijft een ander. ‘Zet hem op en moge Allah je beschermen.’

Anderen zien in de arrestatie van Van Doorn een complot tegen moslims: ‘De werkwijze van media en NCTV begint enge vormen aan te nemen…razzia’s op moslims’, zegt iemand. Een bericht waar Van Doorn ‘Ameen’ op zegt.

Van Doorns gevoel van humor is in elk geval niet achter de tralies blijven liggen, zo bleek gisteravond op Twitter. ‘Beste Politie Den Haag en NCTV, als politicus heb ik zoals jullie weten regelmatig te maken met (ernstige) bedreigingen. Het valt mij de laatste tijd op dat minister-president Rutte vaak op dezelfde plaats is als ik. Dat voelt bedreigend. Wanneer pakken jullie hem op voor verhoor?’

Eergisteren werd Van Doorn wel nog veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur voor het opruien tot geweld. In 2018 twitterde Van Doorn onder meer: ‘Moge Allah de zionisten vernietigen’. Dit, na het zien van beelden van neergeschoten Palestijnse jongeren.

Van Doorn werd in 2015 ook al eens veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, omdat hij geheime stukken had gelekt, drugs aan minderjarigen had verkocht en in het bezit was van een alarmpistool.

Hij was tot eind 2011 lid van de Haagse PVV-fractie. In 2013 bekeerde hij zich tot de islam en sloot hij zich aan bij de Haagse islamitische Partij van de Eenheid. Hij is nu fractievoorzitter in de gemeenteraad van Den Haag. In maart wilde hij met deze partij de Kamer in, maar dat mislukte.

Man bedreigt Wilders, krijgt taakstraf

0

De rechtbank in Utrecht heeft Bilal el M. (21) honderd uur taakstraf opgelegd vanwege het bedreigen van Geert Wilders, meldt RTV Utrecht.

‘Vieze kanker jood. Als k je tegenkom krijg je kogel door je hoofd kanker varken’, schreef El M. op de Instagrampagina van de PVV-leider.

De verdachte moest tegelijkertijd terechtstaan voor het veroorzaken van een verkeersongeluk in 2018, waarbij hij vervolgens doorreed, en het rondrijden zonder rijbewijs diezelfde dag.

De verdachte zei zich niet te herinneren dat hij Wilders had bedreigd, onderwijl achterover leunend. De rechter kon zijn houding niet waarderen en besloot tot honderd uur taakstraf of vijftig dagen vervangende hechtenis, het dubbele van wat het Openbaar Ministerie had geëist. El M. kreeg ook een celstraf van twee jaar opgelegd, maar dan voorwaardelijk.

‘Ik til vooral erg zwaar aan de bedreiging van de heer Wilders’, zei de rechter. ‘Steeds vaker zien we dat bedreigingen digitaal geuit worden. Er worden om die reden ontzettend veel mensen beveiligd en dat kost de samenleving handenvol geld.’

Bilal el M. is woedend over de uitspraak. Hij kondigde direct aan in hoger beroep te zullen gaan.

BIJ1 en Quinsy Gario steggelen door in aanloop naar partijvergadering

0

De ruzie tussen BIJ1 en de nummer 2 van de partij, kunstenaar-activist Quinsy Gario, wordt binnenkort op een extra ledenvergadering beslecht. De aanloop is vol hobbels: beide kampen werden het maar niet eens over de datum waarop dit zou moeten gebeuren.

In enkele tweets bijt Gario van zich af: BIJ1 zou steeds te weinig rekening hebben gehouden met zijn beschikbaarheid.

Deze zomer besloot het partijbestuur tot een royement vanwege ‘signalen dat niet iedereen zich veilig voelde binnen de partij’ bij de persoon van Gario. Hiertegen ging Gario in beroep. Daarom riep BIJ1 een extra ledenvergadering in het leven, waarop de beëindiging van het lidmaatschap van Gario op de agenda staat. Datum: 9 oktober. Alleen deze datum was niet in overleg gekozen, tweet Gario.

Volgens BIJ1 is dat Gario’s schuld. ‘We hebben Quinsy op 22 en 25 aug een mail gestuurd om een datum vast te leggen’, aldus de partij in een eerdere tweet. ‘In de tweede mail hebben we 3 data voorgesteld en verzocht voor 30 aug te reageren. Aangezien een reactie is uitgebleven en leden volgens de statuten recht hebben op een snelle ALV, is 9 okt gekozen.’

Betekent dit dat BIJ1 wel zijn best deed om een datum te prikken en Gario niet? Volgens Gario is dit allerminst het geval. ‘Ze logen dat ik niet openstond om een datum te prikken.’

Hoe dan ook: 9 oktober gaat alsnog niet door, zo kregen de leden een week geleden te horen. De extra ledenvergadering werd verplaatst naar 16 oktober. Alleen wederom niet in samenspraak met Gario, zegt Gario zelf. ‘16 oktober werd gekozen nadat ze wisten dat ik niet kon’, tweet hij.

Gisteren werd bekend dat het bestuur heeft besloten 16 oktober óók niet door te laten gaan. In een mail aan alle BIJ1-leden staat dat ‘Dhr. Gario’, zoals het bestuur hem nu noemt, zijn advocaat had ingeschakeld om de datum te wijzigen.

‘Nu schuiven ze de verantwoordelijkheid op mij af’, tweet Gario over hoe BIJ1 de datumwijziging heeft gecommuniceerd.

Veel leden zijn niet te spreken over de almaar dooretterende ruzie in de partij. Zo zegt een BIJ1-lid op Twitter: ‘In de mails die ik van BIJ1 bestuur krijg over de aankomende ALV lees ik tussen en in de regels dat het steeds verschuiven van de datum vooral aan “Dhr. Gario” ligt. Ik hoop dat mensen zich bewust zijn dat deze mails van een van de twee partijen in een conflict komen.’

‘Ik heb het ‘rapport’ nog steeds niet ingezien’, tweet Gario daarbovenop. Met het ‘rapport’ bedoelt hij een besloten rapport van BIJ1 waarin klachten tegen Gario zouden zijn verzameld.

De nieuwe datum van de extra ledenvergadering wordt nu 7 november, meldt het BIJ1-bestuur.

Koerden en Gülen-sympathisanten slaan handen ineen met ‘Turkey Tribunal’

0

Van 20 tot 24 september vond in Genève een symbolisch ‘Turkey Tribunal’ plaats. De onderdrukking door Erdogan verenigt Gülen-sympathisanten en Koerden in hun slachtofferschap, maar niet zonder ongemak. ‘Gülenisten moeten de rol die ze hebben gespeeld in de onderdrukking van ons Koerden onder ogen zien.’

Slachtoffers van het Turkse regime vertelden op dit fictieve tribunaal tegenover internationale rechters over ontvoeringen en martelingen die ze op geheime locaties in Turkije hebben ondergaan. Ze willen dat de daders vervolgd worden door het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag.

De slachtoffers die aan het woord kwamen zijn voornamelijk naar Europa gevluchte Gülen-sympathisanten en Koerden. Een onverwacht gezelschap, want de Koerden voelden zich al slachtoffer toen Gülen-sympathisanten nog samenwerkten met het Erdogan-regime, een verbond dat tot het begin van vorig decennium standhield.

Het Turkey Tribunal heeft beide groepen nu bij elkaar gebracht, maar het Koerdische ongemak blijft hangen. Zo stelde de Koerdische journaliste Meltem Oktay dat de Gülen-sympathisanten die hier hun verhaal deden onderdeel waren van het onderdrukkende Turkse staatsapparaat.

‘Zij zei eigenlijk wat iedereen dacht op dat moment’, vertelt Johan Vande Lanotte aan de Kanttekening. Hij is emeritus hoogleraar, voormalig vicepremier van België en de drijvende kracht achter het Turkije Tribunaal. ‘Maar het gaat uiteindelijk om de mensenrechten, die ongeacht tot welke groep je behoort of niet, eigen zijn aan ieder mens.’

En daar draait het om bij het tribunaal. Ontvoeringen, martelingen en vermissingen in en buiten Turkije tegen opponenten van het Erdogan-regime. Het is een initiatief dat twee jaar geleden is ontstaan, vertelt Vande Lanotte. ‘Door corona werd het vorig jaar uitgesteld. We waren gefrustreerd dat een aantal individuele zaken voor de Verenigde Naties en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens maar niet ten uitvoer werd gebracht.’

De drijvende krachten achter het tribunaal besloten het daarom structureler aan te pakken, met als resultaat dit brede tribunaal, dat niet één specifieke slachtoffergroep dient. Vande Lanotte: ‘Het was een van de doelstellingen om het op deze manier te doen, met allemaal verschillende slachtoffergroepen. Als iedereen in het eigen hokje blijft gebeurt er weinig.’

‘We zijn er in ieder geval in geslaagd om de stilte te doorbreken’

Het Turkey Tribunal zal, als het aan Vande Lanotte ligt, tot een aantal individuele zaken tegen daders van ontvoeringen buiten Turkije moeten leiden. Turkije maakt namelijk geen onderdeel uit van het Statuut van Rome, dat het Internationaal Strafhof heeft geïnstitutionaliseerd, en kan dus niet aangeklaagd geworden bij het ICC voor mensenrechtenschendingen die in het land zelf zijn gepleegd. Vande Lanotte: ‘We zijn er in ieder geval in geslaagd om de stilte te doorbreken, daar zijn we wel tevreden over.’

In het InterContinental Hotel springt die boodschap op het paneel achter de vijf rechters ook gelijk in het oog: ‘Because silence is the greatest enemy of fundamental human rights.’ Vijf dagen lang werd ‘de stilte doorbroken’ door diegenen die in de mainstream Turkse media geen stem hebben of als ‘terroristen’, ‘landverraders’ en ‘separatisten’ worden opgevoerd.

Advocaat en rapporteur Johan Heymans uit België zegt op de eerste dag dat de Turkse staat geen effectief onderzoek doet naar klachten van vermissingen. ‘Niemand is ooit opgepakt voor de ontvoeringen en martelingen. Turkije doet dit openlijk om politieke tegenstanders in het binnen- en buitenland angst aan te jagen, om hen uit te schakelen.’ Op de vraag van de rechter of Turkije daarmee – naast internationale regels – ook de eigen Turkse wet schendt, antwoordt Heymans bevestigend: ‘Er zijn minimaal drie provisies in de Turkse wet die ontvoeringen, martelingen en vermissingen verbieden.’

Bloedsporen op de muur

Vande Lanotte vertelt dat Turkije druk heeft uitgeoefend op België en Zwitserland om het tribunaal stop te zetten. Desondanks bood het tribunaal Turkije elke dag de kans om zichzelf te verdedigen. Dat gebeurde niet, met als gevolg dat de slachtoffers meer spreektijd hadden.

Beeld: Erhan Dogan

Een van deze slachtoffers is de veertigjarige Erhan Dogan, vader van drie kinderen, en een Koerdische Gülenist uit Elazig. Tot de mislukte coup van 15 juli 2016 was hij in Ankara geschiedenisdocent aan een privéschool. Net als tienduizenden anderen werd hij vervolgd, omdat de Gülenbeweging volgens president Recep Tayyip Erdogan verantwoordelijk is voor de coup.

Dogan werd gearresteerd op de werkvloer en vervolgens naar een sportsalon in Ankara gebracht in een oranje overall. Daar werden de arrestanten geslagen. ‘Het was de meest moeilijke periode in mijn leven’, zegt hij geëmotioneerd tegen de rechters. ‘Mijn vrouw werd bedreigd. Vijftig mensen zaten opeengepakt in kleine zalen. Het ergste is wel dat ik de verkrachting van vrouwen kon horen. Ik hoorde ze schreeuwen: ‘Niet doen, niet doen.’ Dat geschreeuw krijg ik maar niet uit mijn hoofd in de nacht. Het zit in mijn oren.’

Dogan moest namen geven van tien Gülen-sympathisanten, anders zouden ze zijn leven in een hel veranderen. Met moeite komt hij uit zijn woorden. Het gescheld, de bedreigingen… Dogan kon niet geloven in wat voor positie hij terecht was gekomen, iemand die naar eigen zeggen nog nooit een vlieg kwaad had gedaan. Hij vertelt over de bloedsporen die hij aan de muur zag. De vernedering van naakt betast worden bij zijn geslachtsdelen. Het werd hem te veel. Met vastgebonden armen werd hij door zijn folteraars achter zijn rug omhooggetrokken. Het ging hier om de strappado, of ‘Palestijnse ophanging’, die tot de ontwrichting van de schouders leidt. ‘Ik dacht dat al mijn botten waren gebroken’, zegt hij tegen de rechters.

Na achttien maanden werd Dogan vrijgelaten. Maar hij was een maatschappelijke paria geworden en kon geen werk meer vinden. Bovendien ging een groot deel van zijn familie pijnlijk mee in de staatspropaganda. Zij gingen hem ook als een terrorist zien. Dat was de druppel die hem deed besluiten om te vertrekken uit Turkije.

Smeken voor de dood

De 46-jarige Mustafa Özben, een Turkse Gülenist die als docent werkte aan de universiteit, start zijn betoog met een video van hoe hij eruitzag na 92 dagen te zijn ontvoerd. We zien een vermagerde, onverzorgde man in pyjama’s en op blote voeten. Het is zwart onder zijn ogen – heel anders dan de gladgeschoren man die in de zaal in een keurig overhemd met veel energie en handgebaren spreekt over wat hem is overkomen.

Beeld: Mustafa Özben

Op klaarlichte dag werd Özben, nadat hij zijn dochter naar school had gebracht en geld wilde pinnen, op straat in Ankara ontvoerd. Hij kreeg een zak over zijn hoofd, werd in een zwarte transporter gegooid en aan zijn enkels en handen met metaal geboeid, waar hij verwondingen aan heeft overgehouden. Hij hoorde ze praten in de auto. ‘Moeten we hem naar 34 of 06 sturen?’ Hij sluit zijn ogen en zegt: ‘Ik ken Ankara goed. Uit de bewegingen van de auto probeerde ik te achterhalen waar we heen gingen. Hier naar links, daar was er een gat in de grond, enzovoort, enzovoort.’

Uiteindelijk kwamen ze aan in een soort warenhuis, waar hij in een cel van drie bij twee meter, en tweeënhalve meter hoog werd geplaatst. ‘Er was ook een camera die ons 24 uur lang volgde. Geen zonlicht, een donkere ruimte met een ventilatiesysteem dat de hele dag door zoemgeluiden maakte.’ Özben vertelt dat dat ook een vorm van marteling is.

Vanaf het eerste moment moet hij orders opvolgen. Knielen als er aan de deur werd geklopt. Direct meegaan voor verhoor. ‘92 dagen lang’, zegt hij, terwijl hij probeert om zijn emoties in toom te houden. ‘Diegenen die ons dit aandeden, waren zelf ook in een soort van paniek. Ze deden alles om niet gezien te worden. We moesten tegen de muur, kregen een zak over ons hoofd als we van A naar B gingen. En ze liepen zelf met maskers. Op de eerste dag vroegen ze aan mij: ‘Weet je wel waar je bent?’ Toen zei ik: ‘Bij de MIT (de Turkse inlichtingendienst, red.) waarschijnlijk.’ ‘Hoe weet je dat nou?’, riposteerden ze. ‘Misschien zijn we wel van de gendarme of de politie.’ Ik zei: ‘Wat maakt het nou uit welke dienst mij heeft ontvoerd? Het is in ieder geval de staat.’’

Toen werd hij bedreigd. ‘Dit is een geheime locatie, hier weet niemand wat van af, wij zijn hier de staat.’ Ze probeerden hem over te halen om als spion voor de staat te werken en voegden daar nogmaals een dreigement aan toe: ‘Wij weten precies hoe de anatomie van de mens in elkaar zit, over een paar dagen gaat de dosis van de marteling omhoog. Je zult uiteindelijk smeken voor de dood.’ Ze hadden zijn tand al gebroken tijdens de ontvoering.

Özbens stem breekt als hij over zijn vrouw en kind begint. ‘Je vrouw blijft niet stilzitten, hè’, zeiden ze steeds tegen hem, refererend naar de activiteiten van zijn vrouw bij ministeries en in de media om hem te vinden. ‘Ik weet dat zij buiten hemel en aarde voor mij bewoog, maar ik was echt bang dat ze haar wat zouden aandoen. ‘We gaan ook je vrouw en kinderen pakken’, zeiden ze.

Uiteindelijk wordt Özben na 92 dagen vrijgelaten. ‘Ze zagen in dat ze mij niet konden gebruiken.’ Hij vluchtte in 2017 naar Griekenland en vroeg later asiel aan in Duitsland.

Vervolgd sinds 1923

Later op dezelfde dag is het de beurt aan de gevluchte journaliste Meltem Oktay van het opgedoekte pro-Koerdische persbureau Dicle News Agency. Aanvankelijk lijkt Oktay een beetje zenuwachtig, maar eenmaal gestart doet ze rustig haar verhaal over de opnieuw losgebarsten strijd tussen de Turkse staat en de Koerdische strijders van de PKK, een organisatie die in Turkije, de EU en de VS op de terreurlijst staat.

Beeld: Meltem Oktay

‘Ik begon in de journalistiek tijdens het vredesproces tussen Turkije en de PKK. En daarna belandden we in 2014/2015 weer in de oorlogspolitiek. Een politieke genocide werd tegen de Koerdische politiek in gang gezet, waarop in verschillende steden van Koerdistan zelfbestuur werd uitgeroepen als democratische eis.’

Ze was in het zuidoostelijke Nusaybin, een stad aan de grens met Syrië, toen de gewapende strijd alles overnam. ‘Burgerdoelen werden gebombardeerd. Er waren gebiedsverboden afgekondigd. Soms negen of veertien dagen. Militaire operaties. Snipers die schoten. Hiertegen kwamen Koerdische jongeren in het geweer. Er was sprake van een gewapend conflict.’

Ze maakte zes maanden lang nieuws in het belegerde Nusaybin, waarbij zeven keer een gebiedsverbod werd ingesteld. Ze laat beelden van de verwoesting in de stad zien. ‘Wijken die met tankvuur, artilleriebombardementen en mortiergranaten met de grond zijn gelijkgemaakt’, vertelt ze aan de rechters.

Omdat ze verslag deed uit die verwoeste gebieden kwam Oktay in het vizier van de Turkse staat en werd ze beschuldigd van spionage voor de PKK. Op 12 april 2016 werd het huis waarin ze verbleef overvallen door speciale eenheden van de politie. Een aanwezige vriend werd gepakt, op de grond gesmeten en geslagen. ‘‘We zullen niet stoppen. Jullie gaan terug naar Kandil of Qamishli’, zei de speciale politie tegen ons’, vertelt Oktay. ‘Ze scholden ons uit en bleven ons bedreigen: ‘We weten wel hoe we jullie aan de praat krijgen.’’

De journaliste werd naar het politiebureau in Nusaybin gebracht en naakt gefouilleerd. Tot tweemaal toe. Toen begonnen ze op haar in te praten: ‘Je bent nog jong, denk aan je toekomst, werk mee.’ Maar Oktay weigerde.

Gelukkig voor haar schreven de media over haar verdwijning. ‘Bid maar tot God dat de media het over je hebben, anders wil je niet weten wat je allemaal te wachten stond’, zei de politie volgens Oktay. Ze werd daarop naar de gevangenis gestuurd.

Na vier maanden werd ze vrijgelaten, vanwege gebrek aan bewijs. Daarna kwam er nog een rechtszaak, waarin ze drie jaar gevangenisstraf kreeg opgelegd. Die uitspraak leidde tot haar eerste vluchtpoging via Bulgarije. Ze werd door de Bulgaarse politie opgepakt en illegaal teruggestuurd. Ze belandde daarmee alsnog in de Turkse gevangenis. In 2019 werd ze vervroegd vrijgelaten. Begin 2020 deed Oktay een tweede vluchtpoging. Deze keer naar Griekenland. Daar bleef ze ruim een half jaar, waarna ze besloot om naar Zwitserland te wandelen, waar ze asiel heeft aangevraagd.

De rechters horen het verhaal van de jonge Oktay zichtbaar verwonderd aan. Hoe heeft ze al deze risico’s kunnen nemen? Haar stekende antwoord is dat Koerden niet sinds 2016, zoals de Gülen-sympathisanten, het slachtoffer zijn van dergelijk geweld, maar al sinds de stichting van Turkije in 1923.

Haar vader is in 1995 opgepakt en gemarteld, vertelt ze. ‘Er zijn zoveel burgers omgekomen. De staat praat standaard over ‘terroristen’. Maar er zijn zoveel burgerslachtoffers gevallen, zoals Selamet Yesilmen, een huisvrouw, of Ahmet Sönmez, een man van 55 die helemaal is doorzeefd met kogels, alleen maar omdat hij zijn eigen voordeur opendeed in een conflictgebied.’

Slachtoffers van de slachtoffers?

Wat heeft het Koerdische verwijt van Oktay naar de Gülenbeweging – ‘Wij zijn ook slachtoffers van de slachtoffers hier’ – teweeg gebracht in Genève? We vroegen het achteraf aan de hoofdrolspelers uit het proces.

Volgens de Koerdische Gülen-sympathisant Erhan Dogan hadden Oktay’s woorden ‘wel degelijk effect in de wandelgangen. Alhoewel ik niet van mening ben dat je een gehele beweging hiervoor verantwoordelijk kunt houden, zijn de jaren 2005-2011 problematisch. Gülenisten waren aangesteld in sleutelposities in de regering en de staat. Er moet op dit punt zelfkritiek komen.’

Hij sprak op het tribunaal ook Koerden die zeiden dat de Gülenbeweging te weinig haar stem verhief tegen de operaties tegen de Koerdische koepelvereniging KCK. ‘Ik ben hier zelf nooit getuige van geweest, van zo’n Turks-nationalistische bloedlijn in de Gülengemeenschap die meedeed aan de Koerdische onderdrukking. Twintig jaar zit ik nu bij deze beweging, en ik heb mij vanwege mijn Koerdische identiteit nooit buitengesloten gevoeld. Ik zeg ook altijd dat ik hou van mijn Koerdische roots en taal. Koerdisch is mijn moedertaal.’

De Turkse Gülen-sympathisant Mustafa Özben staat skeptischer tegenover Oktays verhaal. Voor hem staat de Gülenbeweging voor liefdadigheidswerk en goedheid. En volgens hem is er de afgelopen periode geen enkele groepering met zoveel zelfreflectie geweest als de Gülenbeweging.

‘Er zijn zoveel Koerden in het oosten van het land die dankzij de Gülenbeweging een opleiding hebben genoten. Velen zijn uit een situatie van onwetendheid gehaald. In zoverre dat zelfs Murat Karayilan, de nummer twee van de PKK, heeft toegegeven dat ze moeite hadden om mensen de bergen in te krijgen. Maar goed, het is belangrijk dat we een nieuwe, gemeenschappelijke taal ontwikkelen. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.’

Wat als de Koerden, na alles wat er is gebeurd, daar geen trek in hebben? Kan er volgens Özben ook ruimte zijn voor Koerdische onafhankelijkheid? Özben: ‘Het zou niet mijn eerste keuze zijn, want ik beschouw de Koerden als mijn broeders.’ Hij vindt het wel verwerpelijk hoe zij door de Turkse Republiek zijn behandeld: ‘Ze werden gedwongen om Turk te zijn.’

Volgens Özben is een federatieve oplossing mogelijk. ‘Kijk naar Amerika of Duitsland, daar heb je verschillende staten. Als Koerdische broeders zich zo veiliger voelen, en dat dit via een referendum ook bevestigd kan worden, zeg ik als jurist dat ik hiervoor opensta. Ik vind het sowieso een foute reflex om als Koerden met zulke ideeën komen ze gelijk als landverraders te bestempelen. Dat kunnen we niet maken. De bende die ons heeft gemarteld, dat zijn de echte separatisten. En de Grijze Wolven, die zich niet durven te laten zien in de Koerdische steden.’

‘Goed dat er een gezamenlijke groep, de slachtoffers van Erdogans politiek, bij elkaar is gekomen’

Het viel de Koerdische Meltem Oktay op dat Gülen-sympathisanten tijdens het tribunaal emotioneel hun verhaal vertelden. ‘Natuurlijk vond ik dat verdrietig voor hen. Maar ik moest daarbij ook gelijk denken dat bij ons Koerden – die al zo lang en zo veel hebben verloren, met altijd dood en oorlog om ons heen, hoe spijtig ook – een zekere normalisering en verharding tegen geweld is opgetreden, want we maken het al zo lang mee.’

Het gaat Oktay er niet alleen om dat de Gülenbeweging aan zelfkritiek doet: ze moeten ook openlijk erkennen dat ze fout zaten, vindt ze. ‘Gülenisten moeten de rol die ze hebben gespeeld in de onderdrukking van ons Koerden onder ogen zien. Zo zijn er in 2015 in Ceylanpinar twee agenten vermoord (waardoor het vredesproces uit elkaar viel, red.), en werd via de Turkse Veiligheidsraad MGK getracht om de Koerdische beweging eronder te krijgen.’ Hier werkten ook Gülen-sympathisanten aan mee, benadrukt ze. ‘De Gülenisten zaten ook in hogere posities, bij het leger en bij de speciale politie.’

Oktay trekt een verbaasd gezicht als ze hoort dat dat sommige Gülen-sympathisanten nu pas de Koerden zijn gaan begrijpen, omdat ze zelf ook slachtoffer zijn geworden. ‘Moet je het per se zelf meemaken om empathie te hebben? En dan zeggen ze dat ze een liefdadigheidsbeweging zijn. Hoe kan je het niet zien? Hoe kan je zo wereldvreemd zijn? Maar goed, het is een goede zaak dat er nu een zekere verandering van perspectief optreedt. En het is ook goed dat er een gezamenlijke groep, de slachtoffers van Erdogans politiek, bij elkaar is gekomen. Er zijn en worden grove mensenrechtenschendingen gepleegd door de Turkse staat. Dat dit op een internationaal platform is gedocumenteerd is heel belangrijk, zeker als dit een vervolg krijgt in Den Haag.’

‘Hooggeplaatste PKK-commandant gedood in Noord-Syrië’

0

Bij een gezamenlijke operatie van de Turkse inlichtingendienst en het leger is de PKK-commandant Engin Karaaslan gedood in Qamishli in Noord-Syrie. Dat meldt het Turkse staatspersbureau Anadolu.

Koerdische media hebben het bericht nog niet bevestigd of ontkend. Mocht Karaaslan daadwerkelijk gedood zijn, dan is hij de meest hooggeplaatste PKK-lid dat in Syrië is gedood. Hij stond ook op de rode lijst van Interpol.

Engin Karaaslan, met de codenaam Haydar Varto, zou lid zijn van het Centrale Comité van de PKK en in de jaren tachtig bij de PKK te zijn aangesloten. Hij zou ook persoonlijke training hebben ontvangen van Abdullah Öcalan in Damascus, de gevangen PKK-leider.

De strijd tussen Turkije en de PKK duurt al bijna veertig jaar en heeft aan meer dan 40.000 mensen het leven gekost, voornamelijk Koerdische burgers in Turkije.

Sinds het uitbreken van de Syrische burgeroorlog in 2011 vindt deze strijd ook steeds meer in het buurland Syrië plaats. Door Koerden wordt het gebied in Noord-Syrië Rojava genoemd – oftewel ‘West-Koerdistan’ -, waar de YPG actief is. Dit zijn Koerdische volksmilities die tegen IS hebben gestreden, maar door Turkije als een zusterorganisatie van de PKK wordt beschouwd.