19.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 684

Opeens vraag je je af: waarom moet BIJ1 eigenlijk de Tweede Kamer in?

0

Ik kijk een video met Sylvana Simons die door een Amsterdamse straat loopt. Ze vertelt dat BIJ1 een landelijke politieke partij is die ‘op lokaal niveau het beleid en de gesprekken al radicaal verbeterd heeft’. Volgens Simons wordt het tijd dat dit ook in de Tweede Kamer gebeurt. Ook daar verdienen de ongehoorde stemmen het om gehoord te worden. BIJ1 vindt dat iedereen recht heeft op zekerheid, zeggenschap en zelfbeschikking. Grote bedrijven moeten gaan meebetalen aan een rechtvaardiger economie, en klimaatverandering en een pandemie mogen niet leiden tot meer ongelijkheid. Daarom wil BIJ1 de Tweede Kamer in.

Waarom eigenlijk? Even afpellen. BIJ1 wil een rechtvaardigere economie. Dat willen andere linkse partijen ook. BIJ1 lijkt op de SP, die dat ook wil maar werkelijk geen poot aan de grond krijgt. Klimaatproblemen mogen niet tot meer ongelijkheid leiden, zegt Simons, maar dat vindt Jesse Klaver ook en die zit al in de Tweede Kamer. En eigenlijk kunnen we er rustig vanuit gaan dat de PvdA en de SP dat volmondig met Klaver eens zijn. Dus voor meer rechtvaardigheid en een betere verdeling van de welvaart, of hogere belastingen voor grote bedrijven, hebben we al wat partijen en is BIJ1 overbodig.

Je zou kunnen zeggen: al die mooie doelen zijn door linkse partijen nog niet bereikt. Klopt: Klaver staat continu schreeuwend aan de zijlijn dat er beter op het klimaat moet worden gelet. In de praktijk gebeurt er niet zoveel. De grote vraag is dan of als Simons naast Klaver gaat staan schreeuwen, de kans op meer rechtvaardigheid toeneemt. Je zou kunnen zeggen dat het ene geschreeuw het andere niet is. Misschien is Simons effectiever dan Klaver. Dat is echter onwaarschijnlijk want BIJ1 wordt vrijwel zeker niet groter dan GroenLinks.

Waarom gaat Simons niet gewoon bij GroenLinks?

Vernieuwing is goed, maar heeft Simons die echt in Amsterdam gebracht? Ze zegt dat BIJ1 het beleid en de gesprekken verbeterd heeft en suggereert dat ongehoorde stemmen nu beter gehoord worden. Concreet maakt ze het echter niet. Dat ligt voor de hand: in Amsterdam vraagt BIJ1 veel maar het levert relatief weinig op. Wat had je dan gedacht met één zetel? De vraag is of het niet beter zou zijn als Simons in een grote fractie zou zitten. Laten we zeggen: een club als GroenLinks, die het meestal met haar eens is en veel meer gewicht in de schaal kan leggen.

Om een effectief Kamerlid te worden, moet je een paar jaar meedraaien, je dossiers van voor tot achter kennen en weten hoe je je invloed het beste kunt aanwenden. Wie heb je nodig en hoe werken de procedures? Nieuwe Kamerleden zijn daar heel druk mee, en die zijn dan meestal nog onderdeel van een fractie waar ervaren collega’s en medewerkers hen kunnen helpen. Zo bezien begrijp je waarom nieuwe partijen in hun eerste jaren in de Kamer nauwelijks iets voor elkaar krijgen, zoals Denk, Forum voor Democratie of 50Plus. Hoe kun je migratie effectief bestrijden? In ieder geval niet met Forum. Als je iets aan de pensioenen wilt veranderen, is het CDA een logischer partner dan de ouderenpartij. Racisme bestrijden? GroenLinks is een betere keuze dan Denk.

Zo komen we op de vraag die nauwelijks aan al die nieuwe politici wordt gesteld: wat ga je echt toevoegen in Den Haag en op basis waarvan denk je dat dit ook echt iets oplevert? Waarom zou je de belangen van je stemmers beter vertegenwoordigen dan bestaande partijen met globaal dezelfde mening? En als je daar al een antwoord op hebt: waarom doe je dan zelfstandig mee, als je weet dat je vervolgens jarenlang hulpeloos je weg in de Haagse kaasstolp moet zoeken? Waarom kun je dat niet beter onder de paraplu van een geoliede machine doen? Waarom gaat Simons niet gewoon bij GroenLinks?

Ik ben bang dat Simons daar geen antwoord op heeft.

Kuzu ‘uitgescholden’ door Armeense Nederlanders om steunen Azerbeidzjan

0

Denk staat achter Azerbeidzjan en Turkije in de oorlog tegen Armenië om de regio Nagorno-Karabach. Op social media wordt Denk-parlementariër Tunahan Kuzu door boze Armeense Nederlanders lastiggevallen, schrijft de politicus.

‘Mijn pagina is ontdekt door een hele groep mensen waarvan de achternaam eindigt op -ian of -yan’, bericht Kuzu op Facebook. Deze Armeense Nederlanders ‘hebben blijkbaar met elkaar afgesproken dat ze heel agressief moeten doen en moeten schelden.’

Kuzu eindigt zijn bericht met de hashtag #KarabagAzerbaycandir: hij vindt dat de regio bij Azerbeidzjan moet horen.

Onder zijn bericht staan veel instemmende reacties. Volgens gebruiker Aygun zijn de Armeniërs ‘een mega onbeschoft, asociaal en leugenachtig volk. 30 jaar lang bezitten ze ‘gejat/gestolen’ grondgebied en nog schamen ze zich niet.’ Sommige reacties zijn wat bloeddorstiger, zoals het bericht van gebruiker Walid: die hoopt dat ‘Turkije dat klein [sic] landje ff plat gooit.’

De strijd tussen Armenië en Azerbeidzjan wordt in Nederland voortgezet door social mediagebruikers met een achtergrond uit beide landen en door Turkse Nederlanders, onthulde de Kanttekening onlangs. Het gaat bijvoorbeeld om Armeense Nederlanders die juichen bij foto’s van dode Azerbeidzjaanse soldaten of Azerbeidzjaanse Nederlanders die Armeense Nederlanders bedreigen. Ook Turkse Nederlanders mengen zich in de ‘strijd’, bijvoorbeeld door te betreuren dat de Armeense Genocide niet voor 100 procent gelukt is.

Een groep prominente Nederlanders stuurde gisteren een open brief aan de regering om zich in te spannen het conflict rond Nagorno-Karabach te beëindigen. De ondertekenaars willen vrede voor Artsach, zoals de Armeniërs de regio noemen. De schuld van het conflict ligt volgens hen bij Azerbeidzjan en Turkije, dat de Azerbeidzjanen moreel en vermoedelijk ook militair steunt.

Onder de ondertekenaars bevinden zich veel Armeense Nederlanders, waaronder GroenLinks-Statenlid Armine Stepanyan en UvA-politicoloog Armen Hakverdian. Ook arabist Jan Jaap de Ruiter, ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind en SGP-leider Kees van der Staaij hebben hun naam onder de brief gezet, net als het Amsterdamse duoraadslid Jazie Veldhuyzen (BIJ1) en enkele leden van de Internationale Socialisten.

 

Frankrijk: gesluierde moslima’s neergestoken vlakbij Eiffeltoren

0

In Frankrijk zijn twee vrouwen aangeklaagd voor het neersteken van twee gesluierde moslima’s. De aanval vond afgelopen zondag plaats in Parijs, vlakbij de Eiffeltoren.

De verdachten zouden de sluiers van de moslima’s met geweld hebben willen afrukken en hen racistische woorden naar het hoofd hebben geslingerd, meldt het Franse persbureau AFP.

Een vrouw van veertig heeft zes steekwonden opgelopen en ligt nu in het ziekenhuis, waar ze wordt behandeld aan een geperforeerde long. De negentienjarige vrouw liep drie steekwonden op. Zij is inmiddels uit het ziekenhuis ontslagen.

De aanval begon nadat de moslima’s hadden aangegeven zich bedreigd te voelen door de hond van de vrouwen. De slachtoffers zeggen dat ze werden uitgescholden voor ‘vieze Arabier’ en dat de aanvallers zeiden dat Frankrijk niet hun land was. Volgens AFP zouden de verdachten dronken zijn toen ze de twee moslima’s aanvielen.

In Frankrijk zijn de maatschappelijke verhoudingen enorm gepolariseerd na de brute moord op de Franse geschiedenisleraar Samuel Paty. Hij werd een week geleden onthoofd omdat hij de Mohammedcartoons van Charlie Hebdo in zijn lessen had vertoond.

Sommige social mediagebruikers vinden dat de Nederlandse mainstreammedia met twee maten meten. Ze berichten wel uitgebreid over de moord op Paty, maar geven aan het steekincident geen aandacht, is hun argument.

Zo twittert duoraadslid Sheher Khan van Denk Amsterdam: ‘Twee gesluierde moslima’s zijn gisteren neergestoken, vermoedelijk als ‘vergelding’ op de afschuwelijke moord van Samuel Paty. Waarom hebben alleen alternatieve media hierover geschreven?’

 

Verontwaardiging hoef je niet zo openlijk te uiten

0

Toen in 2015 de redactieleden van het Franse satirisch weekblad Charlie Hebdo op koelbloedige wijze werden vermoord voor het tekenen en publiceren van cartoons waarop volgens hen de profeet Mohammed was afgebeeld, wist ik het zeker. Voorlopig zal ik Parijs als de pest vermijden. Daarmee brak ik mijn eigen mode-minnend hart en was ik het voor het eerst oneens met stijlicoon Audrey Hepburn, die in de film Sabrina (1954) zei: ‘Paris is always a good idea.’

Non cherie, pas du tout. Niet voor mij als moslima.

Ik had sterk het vermoeden dat ik – toen nog een gesluierde moslima – eenmaal in Parijs constant op mijn hoede moest zijn voor mensen die mij beperkten in mijn bewegingsvrijheid. Mensen die mij vroegen wat ik van de aanslag vind, en waarom ik er niet openlijk tegen uitsprak. Daar had ik geen zin in, dus sindsdien geen Parijs voor mij. Achteraf gezien was dit best naïef, omdat ik ook in Nederland deze vragen naar mijn hoofd kreeg toegeworpen.

Dit leidde ertoe dat ik de dag na de aanslag in 2015 me geroepen voelde om er een Facebookpost over te schrijven. Daar waar Facebookgebruikers met de hashtag Je suis Charlie hun steunbetuiging uitten voor de redactie van Charlie Hebdo en de vrijheid van meningsuiting, was ik Je suis désolée. Het spijt me, schreef ik. Alsof ik excuses moest maken. Alsof alle moslims zich verantwoordelijk moesten voelen voor wat doorgeslagen idioten besloten te doen in naam van Allah. Inmiddels weet ik wel beter.

In mijn post schreef ik ook dat ik me als moslima distantieer van de grove schending op de vrijheid van meningsuiting. Dit is niet de islam. Ik veroordeelde de gruwelijke wijze waarop de daders hun verontwaardiging op de smakeloze cartoons besloten te uiten. Met hun wandaden besloten de moordenaars ook dat zij zich keerden tegen alle moslims in Europa, maar dat terzijde.

Die verontwaardiging fascineert mij. Blijkbaar zien sommigen een gevoel van verontwaardiging als rechtvaardiging om gruweldaden te verrichten. Dat mensen door verontwaardiging bereid zijn te moorden om kronkelige spotprenten die zogenaamd de profeet Mohammed moeten voorstellen. Dat een verontwaardigde moslimouder zogenaamd een fatwa uitriep (wat overigens niet kan, omdat fatwa’s alleen kunnen worden uitgeroepen door islamitische rechtsgeleerden, die hun leven hebben gewijd aan fiqh, islamitische jurisprudentie – en zelfs dan gelden fatwa’s niet als verplichting, maar als richtlijn) omdat de Franse docent Samuel Paty besloot dezelfde cartoons aan zijn klas te vertonen. En dat een Tjsetsjeense tiener zijn verontwaardiging vervolgens reden genoeg vond om Paty te onthoofden.

Wat ik ook fascinerend vind, is dat sommigen blijkbaar verwachten dat je je net zo verontwaardigd voelt over iets dat zij belangrijk vinden. En dat je wordt verwacht die verontwaardiging openlijk te uiten. ‘Waar blijft die openlijke geschokte reactie in Nederland?’, vroeg presentatrice Fidan Ekiz zich hardop af in De Vooravond, vlak na de moord op de Franse docent.

Moet Nederland net zo openlijk verontwaardigd zijn als de Franse minister van Binnenlandse Zaken, die islamitische organisaties nu wil verbieden? Is dat openlijk geschokt genoeg?

Dan kies ik er liever voor om met waardigheid mijn verontwaardiging niet zo openlijk te uiten. Want je verontwaardiging openlijk uiten, zoals de moordenaars van de redactieleden van Charlie Hebdo en de Tsjetsjeense tiener dat deden, maar ook zoals de Franse regering dat nu doet, daar zie ik het nut niet van in.

Het feit dat een ander jouw mening niet deelt, laat jou of datgene waar je in gelooft niet in waarde dalen

Er is altijd reden om radicalisering aan te pakken, niet alleen wanneer het zich voor je ogen afspeelt. Dat doe je vervolgens niet door van alles te verbieden, maar door met elkaar in gesprek te gaan. En er zullen altijd mensen zijn die hun kritiek uiten op een manier waar jij het niet mee eens bent. Maar dat is hun mening, en dat heb je te respecteren.

Het feit dat een ander jouw mening niet deelt, laat jou of datgene waar je in gelooft niet in waarde dalen. Dat doe je zelf wanneer je je verontwaardiging openlijk uit met de intentie om de ander te kwetsen of om zijn recht op vrijheid te ontnemen.

Verontwaardiging hoef je dus wat mij betreft niet zo openlijk te uiten. Zeker niet als we daardoor met z’n allen geen steek verder komen.

Ras en religie zijn twee verschillende zaken

0

De afslachting van een Franse leraar vanwege een les over vrijheid van meningsuiting heeft ons er weer op gewezen dat we niet alleen een probleem hebben met gewelddadige rechts-radicalen, maar ook met geradicaliseerde moslims. Extremisten die aan hun geloof het recht menen te ontlenen om de vrijheid van meningsuiting in bloed te smoren. En evenzeer als het onjuist is om dat als ‘inherent’ aan de islam te beschouwen, is het om te doen alsof het er helemaal niets mee te maken heeft: voor de moordenaar vloeide zijn terreurdaad daaruit regelrecht als goddelijke verplichting voort.

Het essentialistische idee dat er maar één ‘ware islam’ bestaat, is nu net iets wat fundamentalisten met hun felste tegenstanders delen, waarbij de eersten dit dan alleen positief en de tweeden dit negatief duiden. Vredelievende moslims zullen onder ogen moeten zien dat hun religie nu eenmaal, naast hun eigen, ook gewelddadige interpretaties kent, die onder verwijzing naar bepaalde passages in heilige geschriften pretenderen alle andere interpretaties als vals te kunnen verdoemen.

De Franse overheid heeft nu besloten er hard tegenin te gaan, en ook de morele aanstichters te vervolgen – zij die de moord hebben toegejuicht of goedgepraat, dan wel de munitie voor de religieuze legitimatie ervan hebben geleverd.

Bij dat laatste loopt zij onvermijdelijk tegen het dilemma op, of je de vrijheid van meningsuiting kan, mag en moet redden door verkeerde meningen te vervolgen. De wet maakt immers onderscheid tussen droom en daad – gedachten zijn vrij, omdat anders de gedachtenpolitie van de totalitaire staat op de loer ligt.

Ik moet denken aan het beroemde citaat dat lange tijd werd toegeschreven aan Voltaire, maar eigenlijk uit een boek over hem van Evelyn Beatrice Hall komt: ‘Ik verafschuw uw opvatting, maar ik ben bereid te sterven voor uw recht hem uit te dragen.’ Wijze woorden, maar gelden die ook voor de vrijheid van fundamentalisten om te verkondigen dat anderen moeten sterven?

Religie is uiteindelijk een keuze, etniciteit is dat niet

Hun opvattingen over religieuze eigenrichting zijn deels door buitenlandse internetsites, deels door geïmporteerde imams gevoed. Eén van de Franse clubs die daarom nu onder vuur ligt, is het Collectif Contre l’Islamofobie en France. Dit brengt mij op een cruciaal punt.

In het kielzog van Black Lives Matter klonken er ook in Nederland stemmen op om islamofobie op één lijn te stellen met racisme. Maar religie is geen ras. Religie is uiteindelijk een keuze, etniciteit is dat niet. Verandering van geloof is mogelijk, verandering van huidskleur niet. En hoezeer bij tal van radicaal-rechtse politici en kiezers hun haat jegens de islam inderdaad door algehele generalisatie niet vrij is van tenminste xenofobe trekken, is kritiek op een geloof als zodanig volstrekt legitiem – ook als dat zaken en taboes betreft die de gelovigen zélf als heilig en onaantastbaar beschouwen.

Te makkelijk wordt zulke kritiek, en daarmee ook de criticaster, soms als racistisch weggezet, waarmee een veto over mogelijke bestrijding van bepaalde geloofsaxioma’s wordt uitgesproken – of dat nu boerka of besnijdenis betreft. Geloofsvrijheid betekent niet vrijwaring van geloofskritiek; het recht op het één is onlosmakelijk met het ander verbonden, zoals ook geloofsafval voor elk individu toegestaan is, en diens voormalige medegelovigen zich daarbij dus uiteindelijk gewoon hebben neer te leggen, de familie inclusief.

Daar komt nog een wezenlijk verschil met BLM bij. Wat de zwarte activisten in Amerika en Europa verlangen is in feite niet meer dan dat de blanke meerderheid zich aan haar eigen officiële principes uit de Grondwet houdt: gelijke behandeling voor iedereen, ongeacht etniciteit. Zij onderschrijven in beginsel alle essentiële westerse waarden en eisen slechts, terecht, één ding: jullie normen dienen ook voor ons te gelden.

Radicale moslimfundamentalisten eisen het omgekeerde: jullie normen gelden niet voor ons, wij hebben recht op onze eigen. Waar BLM met de westerse waarden strijdige zaken bestrijdt, bestrijden zij juist die westerse waarden. Zij claimen ook in het Westen het recht om daarnaar te handelen en om hun normen desnoods met geweld op te leggen. Zij weigeren het gezag van de neutrale staat te erkennen en keren zich, anders dan BLM, tegen de open democratische samenleving. Dat is de boodschap van die Tsjetsjeense terrorist en van degenen die hem tot zijn daad inspireerden. En dat anderen voor deze vorm van islam enige fobie ontwikkelen lijkt mij volkomen terecht.

Miss Marokko zegt sorry voor beledigen Egyptische vrouwen

0

Miss Marokko Ibtissam Moumni heeft haar verontschuldigingen aangeboden voor het maken van beledigende opmerkingen aan het adres van Egyptische vrouwen, schrijft Marokko.nl.

Moummi nam het op voor de Marokkaanse zanger Saad Lamjarred, die drie vrouwen zou hebben aangerand. In haar gewraakte uitspraak suggereerde Miss Marokko dat Egyptische vrouwen te lelijk waren om verkracht te worden, omdat ze op mannen zouden lijken. Egypte had een concert met Lamjarred afgezegd, nadat Egyptische feministen met succes tegen zijn komst hadden geprotesteerd.

Miss Marokko heeft op Instagram nu haar excuses aangeboden. ‘Egypte is een broederland. Het is ons dierbaar, samen met haar vrouwen en bevolking. Ik respecteer het. Het is het land van cultuur en beschaving.’

Moummi zegt dat haar beledigingen alleen bedoeld waren voor de feministen die Lamjarred hadden aangevallen. Ze wilde niet alle Egyptische vrouwen kwetsen. Ze benadrukt dat de Marokkaanse zanger weliswaar van verkrachting is beschuldigd, maar hiervoor niet is veroordeeld. ‘Niets tegen hem is bewezen.’

Duitse regering gaat racisme bij politie onderzoeken

0

Berlijn wil alsnog een onderzoek naar racisme en etnisch profileren bij de Duitse politie, meldt het Duitsland Instituut. Een tijdlang heeft binnenlandminister Horst Seehofer (van de conservatieve CSU) zo’n onderzoek tegengehouden.

Seehofer wil dat er niet alleen gekeken wordt naar racisme bij de politie, maar ook naar geweld en haat tegen de politie.

In juni had de Duitse regering aangekondigd een onderzoek te willen starten naar racisme bij de politie, maar Seehofer stak hier als verantwoordelijke minister toen een stokje voor. Hij wilde eerst een bredere studie naar de infiltratie van rechtsextremisten binnen de politie, het leger en de veiligheidsdiensten afwachten.

Die studie concludeerde dat er tussen 1 januari 2017 en 31 maart 2020 maar liefst 377 gevallen van rechtsextremisme werden geregistreerd bij de politie en de veiligheidsdiensten. Seehofer was echter van mening dat rechtsextremisme geen structureel probleem is bij de politie en beschouwde deze gevallen als incidenten.

Omdat Seehofer aanvankelijk een onderzoek naar racisme en etnisch profileren bij de politie tegenhield, werd hij door de linkse partijen bekritiseerd. Bovendien besloten enkele deelstaten een eigen onderzoek in te stellen. Vicekanselier ën en SPD-lijsttrekker Olaf Scholz, die erg op het belang van dit onderzoek hamerde, overlegt met Seehofer over de invulling van de studie.

Denk: meer corona-voorlichting in Turks en Arabisch

0

De Rotterdamse fractie van Denk wil dat de overheid meer voorlichting over het coronavirus geeft in het Turks, het Arabisch en het Pools. Er zijn namelijk relatief veel mensen met een migratieachtergrond die sterven aan corona, schrijft Dagblad 010.

‘Sommige Rotterdammers met een migratieachtergrond hebben kinderen die het journaal kunnen vertalen, maar dat is niet bij iedereen het geval’, zegt Denk-fractievoorzitter Stephan van Baarle in raadsvragen aan burgemeester Ahmed Aboutaleb.  ‘Bent u het daarom met ons eens dat dit zorgt voor een mogelijk gevaarlijke situatie?’

Denk denkt aan borden, flyers, websites en medewerkers die burgers met een migratieachtergrond informeren.

Al eerder heeft Denk gepleit voor coronavoorlichting in vreemde talen, maar tevergeefs. Vooral Leefbaar Rotterdam is hier een tegenstander van. De partij vindt dat mensen moeten integreren en de Nederlandse taal moeten leren. Denk is echter van mening dat hier, zeker met de coronacrisis, coulanter mee moet worden omgegaan.

Eerder uitten het Inspraakorgaan Turken in Nederland en Fatos Ipek-Demir, adviseur in het sociale domein, op de Kanttekening hun zorgen over de voorlichting richting migrantengroepen. Ipek-Demir: ‘Migrantengroepen worden helaas onvoldoende bereikt. Ze worden aan hun lot overgelaten. En dan moet het komen via eigen initiatieven, die dat never nooit alleen aankunnen.’

Vaccin tegen radicale islam

0

Een reactie op een terreurdaad is nooit afdoende. Het is meestal te laat, en pakt vaak alleen symptomen aan in plaats van de grondoorzaken. Kijk maar naar de barbaarse moord op de Franse onderwijzer Samuel Paty afgelopen week en de reacties die daarop volgden.

Tijdens een les over de vrijheid van meningsuiting vertoonde hij cartoons van profeet Mohammed. Dat leidde tot boze reacties van enkele leerlingen en hun ouders. De prijs die Paty hiervoor betaalde was te groot. Hij werd buiten zijn school onthoofd door een achttienjarige Tsjetsjeense migrant. Volgens de Franse minister van Binnenlandse Zaken had de vader van een schoolmeisje en een bekende islamitische militant de dader aangezet om Paty te vermoorden. Zij hadden een fatwa tegen de leraar uitgeroepen, aldus de minister.

De Franse president Emmanuel Macron sprak van een ‘islamitische terreuraanslag’ en riep de Fransen om samen te staan tegen extremisme. ‘Een van onze landgenoten is vermoord omdat hij kinderen de vrijheid van meningsuiting leerde, de vrijheid om wel of niet te geloven’. De Fransen gingen terecht de straat op. Ze demonstreerden voor de vrijheid van meningsuiting en betoonden hun eer aan de overleden docent. Ook de islamitische gemeenschap bleef niet stil. Verschillende imams brachten een bezoek aan de school van de overleden docent en legde bloemen om hun respect te betuigen. Daarnaast riepen ze Franse moslims om zich achter de vrijheid van meningsuiting te scharen en islamisme ten volste te veroordelen.

Uiteraard dwingt de tragische moord op Paty ons tot nadenken over de veiligheid van docenten en leerlingen op school. Daarom heeft de Franse president niet voor niets aangekondigd om scholen beter te gaan beveiligen. Toch is dit symptoombestrijding. Je kunt camera’s en bewapende politiemensen op het schoolplein zetten, maar het is de vraag of je daarmee radicale krachten buiten de samenleving houdt. Het probleem waar wij in de Europese samenleving mee kampen is dieper dan het gebrek aan veiligheid. Wij lijden aan de paradox van vrijheid.

De sensationele H.J. Schoo-lezing van Edith Schippers, oud-minister van de VVD, uit 2016 droeg de titel ‘De paradox van vrijheid’, omdat zij daarin betoogde dat de samenleving soms vrijheidsbeperkende activiteiten moet verbieden om werkelijk vrij te zijn. Jouw vrijheid eindigt waar de vrijheid van de ander begint. Schippers hield dan ook een warme pleidooi voor het stellen van grenzen tegen conservatieve en radicale islamitische krachten die volgens haar de Nederlandse rechtsstaat bedreigden.

Als we de verspreiding van de radicale islam als een virus zouden behandelen, welke preventieve maatregelen zouden wij dan als samenleving moeten nemen?

De paradox van vrijheid wordt dus gekenmerkt door een scheve balans tussen het private en het publieke leven. Aan de ene kant mag de overheid zich niet bemoeien met wat burgers achter gesloten deuren uitspoken. Belijd jouw geloof. Denk en zeg wat je wilt. Verenig je met wie je wilt. Je hebt grondrechten. De grondwet garandeert dat de overheid jouw private sfeer niet mag binnendringen. Tegelijkertijd heeft diezelfde overheid de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dat alle burgers zich veilig voelen in de publieke ruimte. Daarom moet de overheid soms de vrijheid van het individu inperken om de collectieve vrijheid te waarborgen.

De manier waarop de overheid de coronacrisis aanpakt is daar het voorbeeld van. Je bent vrij om naar de kerk of moskee te gaan. Je mag ook met vrienden een feestje vieren. Maar omdat deze handelingen op dit moment de volksgezondheid in gevaar brengen, heeft de overheid het recht en de plicht om jouw vrijheid in te perken.

Daarom rijst de vraag: als we de verspreiding van de radicale islam als een virus zouden behandelen, welke preventieve maatregelen zouden wij dan als samenleving moeten nemen? Wat zou de rol van de overheid zijn? En de rol van organisaties en individuen?

Docenten moeten pal staan voor onze kernwaarden

0

Veel is al gezegd en geschreven, ook in Nederland, over de gruwelijke moord op Samuel Paty, de Franse geschiedenisleraar die werd onthoofd omdat hij de Mohammed-cartoons in zijn klas liet zien. In Frankrijk heeft het de strijd tegen het islamisme, die de Franse president Emmanuel Macron toch al wilde voeren, nog verder aangewakkerd. Het is de vraag of het hierbij blijft, of dat het zal escaleren tot een hetze tegen de islam en moslims. Beide ontwikkelingen zijn mogelijk. Daarnaast toont deze aanslag aan dat we in Europa allesbehalve klaar zijn met de dreiging die uitgaat van radicalisering en jihadisme. De radicale islam is nog steeds onder ons. Met name eenlingen, lone wolves, zijn levensgevaarlijk.

Maar ik wil het in deze column hebben over de verantwoordelijkheid die je hebt als docent. Bij het programma De Vooravond zat eerder deze week docente Lucelle Deneer aan tafel. Zij was kritisch over het tonen van onder meer de Mohammed-cartoons in de klas. Vrijheid van meningsuiting kwam volgens haar met een verantwoordelijkheid, een verantwoordelijkheid om mensen niet te hoeven kwetsen.

Voor een docent kan dit inderdaad een aantrekkelijk uitgangspunt zijn. Je kunt zo controverse zoveel mogelijk vermijden, alles en iedereen te vriend houden, en leerlingen waarvan je denkt dat ze niet teveel kunnen hebben vooral niet prikkelen. Het is een erg veilige en empathische manier van denken. Maar de vraag is of het genoeg is voor de docenten die we nodig hebben. In mijn eigen colleges behandel ik ook gevoelige onderwerpen, waaronder onderwerpen als radicalisering, terrorisme, sociale spanningen, migratie en racisme. Geregeld staan sommige studenten qua denkbeelden hier heel verdeeld in. Maar alles kan wat mij betreft gezegd worden in de collegezaal, mits dat met respect voor de medestudent en met inhoudelijke onderbouwing gebeurt.

Hoort daar dan ook het eventueel kunnen kwetsen of provoceren van je studenten bij als docent zijnde? Ik denk het wel, mits dit met een educatief doel gebeurt. Niet alleen het effect moet dus centraal staan bij je handelen als docent, maar ook het doel dat je ermee wilt bereiken. Soms kun je studenten wel degelijk kwetsen of provoceren of zelfs boos maken als docent. En dat hoeft niet altijd goed te zijn, maar soms kan het wel een positief effect op de langere termijn hebben. Ze worden aan het denken gezet. Zetten hun eigen heilige huisjes ter discussie.

Ook dát is een taak van docenten. Ja, je moet als docent een veilige omgeving bieden voor de leerlingen en studenten. Maar in die veilige omgeving mag vervolgens de controverse opgezocht worden, om ze daadwerkelijk iets te leren. Hier zijn verschillende manieren voor. En de manier waarop Samuel Paty zorgvuldig het tonen van deze cartoons inkaderde in zijn les over de vrije meningsuiting – waarbij hij vooraf een trigger warning gaf aan zijn leerlingen, zodat zij de mogelijkheid hadden om deze les over te slaan indien ze dat wilden – is daar één van.

Paty is niet alleen een martelaar van het vrije woord, maar ook een docent die met zijn open democratische houding het goede voorbeeld gaf

Graag zou ik meer van dit soort docenten zien in een land waar lessen over de Holocaust op sommige scholen niet meer onderwezen kunnen worden uit angst voor controverse en de reacties van sommige leerlingen. We hebben juist nu docenten nodig die pal staan voor de kernwaarden van onze samenleving. Staan voor educatie. Staan voor het vrije woord. Staan voor het voorbereiden van je klas op de uitdagingen van deze samenleving. Dat doe je niet als je ze als snowflakes beschouwt, die smelten als ze iets horen wat niet in hun straatje past. Tegelijk moet je leerlingen ook de ruimte geven om hun emoties te tonen, en je als docent kwetsbaar opstellen.

Maar het allerbelangrijkste: je moet dit kunnen doen zonder te hoeven vrezen voor je leven. Zoals ook journalisten, columnisten, cartoonisten en anderen in alle vrijheid hun werk moeten kunnen doen. We moeten daarom als open democratische samenleving pal staan voor onze kernwaarden, waarden die we in de eerste plaats in het klaslokaal en de collegezaal uitdragen. Paty is niet alleen een martelaar van het vrije woord, maar ook een docent die met zijn open democratische houding het goede voorbeeld gaf. Dat kostte hem zijn leven.