India zit midden in een escalatie van een ‘anti-moslimcampagne’ op sociale media. Dat concludeert de Indiase NGO Equality Labs in een nieuw rapport.
Toen in India de coronacrisis uitbrak kregen moslims vaak de schuld. Op Twitter waren de hashtags #Coronajihad, #Quranovirus en #BanTheBook trending.
Volgens hindoe-extremisten willen moslims doelbewust het coronavirus verspreiden om India schade te berokkenen. Haattweets worden door prominente politici van de nationalistische regeringspartij BJP geretweet, wat zou bijdragen aan deze haatcampagne tegen moslims.
De haatcampagne op sociale media leidde tot een boycot van islamitische bedrijven en het lastigvallen van islamitische straatverkopers. Sommige Indiase kranten en tv-zenders droegen hun steentje bij aan het demoniseren van moslims, aldus Equality Labs.
Ook enkele hindoegeestelijke zijn volgens de NGO schuldig aan moslimhaat. Zo riep de invloedrijke Narsingh Vani zijn 229.000 YouTube-abonnees op om moslims te boycotten via een ‘hindoeïstische heilige oorlog’. Vani beweerde tevens op een Indiase tv-zender dat moslims doelbewust het virus verspreiden door op mensen te spugen.
Sinds 2014 wordt India geleid door minister-president Narendra Modi (foto) van de hindoe-nationalistische BJP-partij. De spanningen tussen de hindoe-meerderheid en de moslimminderheid zijn onder zijn bewind toegenomen. Zo vonden in maart in Delhi de hevigste religieuze rellen in jaren plaats, waarbij hindoenationalisten moslims aanvielen.
Onder de slachtoffers van deze rellen bevonden zich ook hindoes die protesteerden tegen de nieuwe burgerschapswet. Volgens critici maakt deze wet van moslims tweederangs burgers. Het geweld leidde tot 47 doden en ruim tweehonderd gewonden, waarvan de grote meerderheid moslims.
In Europa en Canada hebben Koerdische activisten dit weekend geprotesteerd tegen het ontslag van HDP-burgemeesters in Zuidoost-Turkije en het schenden van graven van omgekomen PKK-strijders.
45 van de 65 pro-Koerdische HDP-burgemeesters die vorig jaar de lokale verkiezingen wonnen zijn inmiddels ontslagen. Zij zijn vervangen door Erdogan-getrouwen. In Canada, Duitsland, Zweden en Frankrijk gingen Koerden hiertegen demonstreren.
Tijdens de actie in de Zweedse hoofdstad Stockholm zei een activist: ‘De soeverein in een democratie is meestal het volk. Maar in Turkije is de soeverein Recep Tayyip Erdogan, die een oorlog voert tegen de Koerdische lokale politiek.’
In de Franse stad Straatsburg protesteerden Koerdische activisten, naast het ontslag van de HDP-burgemeesters, tegen aanvallen op de begraafplaatsen van omgekomen PKK-strijders. Enkele activisten hingen een PKK-vlag op aan de muur van het consulaat. De PKK staat in Turkije, de Verenigde Staten en de EU op de lijst van terroristische organisaties.
Ook in het Duitse Stuttgart demonstreerden Koerdische activisten tegen de anti-Koerdische grafschennis. ‘Voor het fascistische Turkse regime is het doden van Koerden niet genoeg. Ze vernietigen nu onze graven en verbranden onze doden.’
In Toronto, Canada vroegen de demonstranten (foto) daarnaast aandacht voor geweld tegen Koerdische vrouwen in Turkije. Alle Turkse vrouwenorganisaties die dit tegengaan zouden door Erdogan verboden zijn. Dit, vanwege de noodtoestand die nu in Turkije heerst.
In het Duitse Frankfurt am Main zijn tenminste 107 mensen besmet geraakt met het coronavirus, nadat ze twee weken geleden een kerkdienst hebben bezocht.
Tijdens deze dienst werd de anderhalve meter afstand wel in acht genomen, schrijft het lokale dagblad Frankfurter Rundschau.
Het vermoeden bestaat dat de kerkgangers besmet zijn via de luchtventilatie. In Frankfurt en omgeving waren kerkdiensten sinds twee weken weer toegestaan.
Mondkapjes waren verplicht, maar werden niet gedragen. ‘Achteraf gezien zou het voor ons gepast zijn om tijdens de dienst mondkapjes te dragen’, schrijft de baptistengemeente op haar website.
Ook betuigt het kerkgenootschap spijt over het feit dat er samen werd gezongen. Dit zou de circulatie van het virus alleen maar verder hebben verspreid.
In Nederland heeft het coronavirus zich mede via kerkdiensten relatief snel kunnen verspreiden. Dit was onder meer het geval op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee en in het noordelijke deel van Limburg, aldus Dagblad 010.
Het Rotterdamse dagblad denkt dat we uit de zaak rond de Frankfurter kerkdienst een les kunnen trekken: ‘Nederland gewaarschuwd’, kopt de krant.
Sommige moskeeën hebben de deuren ook weer geopend, waaronder de Blauwe Moskee in Amsterdam. Hier werd zondag het einde van de ramadan met dertig mensen gevierd.
Nayib Bukele won vorig jaar de presidentsverkiezingen in El Salvador. Al jaren probeert hij een betere diplomatieke relatie met Israël op te bouwen. Zijn Palestijnse achtergrond staat hem daarbij geenszins in de weg. Ook de coronacrisis grijpt hij aan voor een betere band met Israël.
De president van El Salvador is 38 jaar jong. Zijn grootouders waren Palestijnse christenen, zijn vader bekeerde zich later tot de islam en is nu imam. Zelf is Bukele naar eigen zeggen niet erg religieus, al gelooft hij in Jezus. Zijn jonge, energieke houding maakte hem geliefd onder veel Salvadoranen. En net als andere millennials is hij regelmatig op Instagram te vinden. Daar plaatst hij foto’s van zijn prachtige vrouw, zijn nog geen jaar oude dochter en selfies: niet in pak maar in vrijetijdskleding, met een hip sportjasje en zijn baseballcap achterstevoren op zijn hoofd. Slechts af en toe zit er een foto van een vergadering tussen.
Tijdens de coronacrisis plaatste Bukele een heel ander bericht. Op de afbeelding waren meerdere brieven aan verschillende landen te zien, waaronder een brief aan de Israëlische premier Benjamin Netanyahu. In die brief vraagt Bukele premier Netanyahu persoonlijk om hulp. Hij hoopt honderdduizend testkits van de joodse staat te ontvangen. ‘De mensen van El Salvador zullen eeuwig dankbaar zijn en niet vergeten dat de staat Israël aanwezig was op ons moment van hoogste nood’, schreef Bukele aan het slot van de brief.
Oude banden
Dat nota bene een president van Palestijnse komaf Israël om hulp vraagt is opmerkelijk. Maar El Salvador heeft al meer dan zeventig jaar een relatie met Israël. Het eerste belangrijke moment in de relatie tussen de twee landen vond plaats in 1947, een jaar voordat de staat Israël werd uitgeroepen. De Verenigde Naties hadden een verdelingsplan opgesteld, een resolutie waarin het mandaatgebied Palestina werd opgedeeld in twee onafhankelijke staten. El Salvador weigerde samen met tien andere landen te stemmen over het plan. Kort nadat de resolutie werd opgesteld brak de oorlog uit en verdween het plan van tafel. Niet veel later, op 14 mei 1948, werd de staat Israël uitgeroepen. El Salvador erkende op 11 september dat jaar de nieuwe staat. Het was de eerste stap richting een betere relatie.
Wat ook bijdroeg aan de relatie was dat El Salvador, samen met Costa Rica, tot 2006 het enige land was met een ambassade in Jeruzalem. Dat was toentertijd uniek. Zowel de Palestijnen als Israël claimen Jeruzalem als hoofdstad van hun staat, een kwestie die het tot op de dag van vandaag onmogelijk maakt om een oplossing te vinden voor het decennialange conflict. Een ambassade in Jeruzalem betekent een punt erbij op Israëls scorebord, een reden voor de meeste landen om hun ambassade in het neutralere Tel Aviv te plaatsen.
De Salvadoraanse ambassade verhuisde uiteindelijk ook naar Tel Aviv. Volgens sommige critici was de verhuizing het gevolg van de sterke invloed van de Arabische gemeenschap en de persoonlijke belangen van de toenmalige Salvadoraanse president, Antonio Saca, die van Arabische afkomst is.
‘El Salvador zal eeuwig dankbaar zijn en niet vergeten dat Israël aanwezig was op ons moment van hoogste nood’
Een hoogtepunt in de decennialange relatie tussen El Salvador en Israël kwam in 2010. De Salvadoraanse diplomaat Jose Castellanos kreeg toen de titel van ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’, een eretitel die Israël geeft aan gojim (niet-joden) voor het beschermen van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. José Castellanos redde samen met de Joods-Roemeense zakenman George Mantello 40.000 joden, door hen te voorzien van Salvadoraanse identiteitspapieren en hen naar El Salvador te smokkelen.
Een bijzonder moment, maar van weinig diplomatieke waarde. Dat denkt John Tofik Karam, hoogleraar aan de universiteit van Illinois en gespecialiseerd in Latijns-Amerika. ‘De Joodse geschiedenis van El Salvador betekent weinig als het gaat over Israëlisch beleid, zeker onder de huidige rechtse regering.’
Onlangs besloot Israël de ambassade in San Salvador, de hoofdstad van El Salvador, te sluiten. De Salvadoraanse ambassadeur in Israël, Werner Matias Romero, deed tevergeefs een poging Israël te overtuigen de ambassade open te houden: ‘Ik geloof dat Israël, in plaats van afstand te doen van Latijns-Amerika, juist dichterbij zou moeten komen en de relatie moet voeden als een plant.’
Toen Israël toch de deuren van de ambassade sloot, dreigde El Salvador zijn ambassade van Tel Aviv te verplaatsen naar Ramallah, een stad in Palestijns gebied. Niet uit steun aan de Palestijnse kwestie, maar als wraak op Israël. Van die verplaatsing is verder niets terecht gekomen.
Militaire relaties
De relatie tussen Israël en El Salvador heeft meerdere deuken opgelopen, maar dat betekent niet de twee landen geen relatie meer onderhouden, benadrukt Karam. Hij illustreert dit aan de hand van een belangrijke periode in de jaren zeventig, vlak voordat de Salvadoraanse Burgeroorlog uitbrak. In deze tijd bouwden Israël en El Salvador een militaire band op die ook tegenwoordig nog van grote waarde is. Tussen 1975 en 1979 kwam 83 procent van El Salvadors militaire import uit Israël, aldus het Stockholm Instituut voor Internationale Vredesonderzoek. In 1980 brak de Salvadoraanse Burgeroorlog uit, waarbij het linkse Front Farabundo Martí voor Nationale Bevrijding tegenover het leger en de grootgrondbezitters stond.
Israël, dat het leger en de grootgrondbezitters steunde, had een belangrijke maar grotendeels onzichtbare rol in deze oorlog. Naast de verkoop van wapens verzorgde Israël de opleiding van ANSESAL. Deze geheime politie van El Salvador zou later berucht worden vanwege de brute moorden op tienduizenden Salvadoranen, met name burgeractivisten.
De burgeroorlog duurde meer dan een decennium. De militaire banden die Israël en El Salvador in die tijd hebben opgebouwd bestaan volgens Karam nog steeds. Het beeld in El Salvador is dat Israël het land helpt in tijden van nood. Dat maakt Bukeles oproep aan Israël in de huidige coronacrisis dan ook niet geheel onverwacht.
‘Net als veel andere reactionaire regeringen gebruikt Bukele het coronavirus als een excuus om drastische maatregelen door te voeren. Gezien de eerdere hulp van Israël aan militaire regeringen in Latijns-Amerika is zijn vraag om hulp spijtig voor de Palestijnen, maar voorspelbaar’, legt Karam uit.
Dat Israël zich mengde in de Salvadoraanse Burgeroorlog kwam ook door de Verenigde Staten, die net als Israël het leger en de grootgrondbezitters steunden. In 1983 verzochten de Amerikanen Israël om hulp in dit conflict. Israël moest helikopters, vrachtwagens, geweren, munitie en infanterieadviseurs sturen.
Ook nu zorgen de Amerikanen er mede voor dat El Salvador pro-Israël is. Bukele is fan van de Amerikaanse president Donald Trump en noemde hem na zijn bezoek aan Witte Huis ‘very nice and cool’. Trump op zijn beurt is een fan van de Israëlische premier Netanyahu. Onder zijn presidentschap verhuisde de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem.
Nayib Bukele samen met zijn vrouw tijdens een honkbalwedstrijd (Foto: Wikimedia Commons)
Briefje in de Klaagmuur
Als president heeft Bukele een sterke positie om actief aan sterkere diplomatieke band met Israël en de VS te werken. Maar ook voor zijn verkiezing tot president werkte Bukele aan betere banden met de twee landen. In 2018, toen Bukele nog burgemeester was van San Salvador, bracht hij een bezoek aan Israël. Het bezoek werd gedeeltelijk gefinancierd door de Israëlische overheid. De reis bracht hem naar Tel Aviv en Jeruzalem, waar hij onder andere de Klaagmuur en het Holocaustmuseum Yad Vashem bezocht.
Tijdens deze reis stelde Bukele zijn vrouw Gabriele Rodriguez voor aan het internationale publiek. Tijdens een ontmoeting met de toenmalige burgemeester van Jeruzalem, Nir Barkat, vertelde Bukele dat zijn vrouw Rodriguez een joods-Sefardische achtergrond heeft. Hij probeerde daarmee sympathie te kweken.
Een jaar later, het jaar dat hij de Salvadoraanse presidentsverkiezingen won, deed Bukele opnieuw zo’n poging: hij postte foto’s en filmpjes van zichzelf bij de Klaagmuur op Twitter en Instagram. Hierop staat hij diep in gedachten verzonken, met ogen dicht en met beide handen tegen de muur aan. Ook schreef hij bij de foto’s dat hij een papiertje in de muur heeft achtergelaten. Het is traditie voor joden om kleine briefjes achter te laten in de Klaagmuur, met daarop gebeden aan God.
Bukele had als burgemeester en heeft nu als president helemaal geen aandacht voor de Palestijnse kant van de zaak. Hij wil een goede band met Israël, om hier in de toekomst de vruchten van te kunnen plukken. Volgens Karam past Bukeles presidentschap in een wereldwijde trend.
‘Ik heb overal ter wereld uiteenlopende reactionaire en rechtse bewegingen zien opkomen. Ik denk niet dat je het een ‘mondiaal rechts’ kunt noemen vanwege het gebrek aan consistentie en coördinatie, maar onder andere Bukele, Trump en Netanyahu halen inspiratie en energie uit elkaar.’
Palestijnen in El Salvador
Toen Bukele president werd hoopten de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook dat ze er een bondgenoot bij hadden, die voor hun zaak zou opkomen. Dat bleek behoorlijk tegen te vallen. Maar de Palestijnse gemeenschap in El Salvador is sowieso niet zo nauw betrokken bij het Israëlisch-Palestijnse conflict.
Er wonen tussen de 60.000 en 100.000 mensen in El Salvador met een Palestijnse achtergrond. ‘We hebben het niet over een minderheid als we het hebben over de Palestijnen in El Salvador. We zijn een grote groep en we zijn goed geïntegreerd’, vertelt Siman Khoury van het Salvadoraans-Palestijnse Comité aan de Arabische nieuwszender al Jazeera.
‘Bukele, Trump en Netanyahu halen inspiratie en energie uit elkaar’
De banden met het moederland zijn nog niet verdwenen. Hoewel de meeste Palestijnen in El Salvador geen Arabisch spreken zijn er hier en daar nog wel restaurants waar pita en humus gegeten wordt. Ook bestaat er een club speciaal voor Palestijnse Salvadoranen. Voor sommigen is het lot van de Palestijnen in Palestina een moeilijk onderwerp. ‘We leven met de pijn van het onrecht dat er een Israëlische staat is gebouwd op ons land en dat veel Palestijnen hebben moeten vluchten’, zegt Khoury.
Toch hadden de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza meer steun verwacht vanuit de Salvadoraanse gemeenschap. Volgens historicus Jeffrey Lesser, die gespecialiseerd is in de geschiedenis van Latijns-Amerika, was die verwachting onterecht. ‘De band van mensen in de diaspora met hun land van herkomst is vaak helemaal niet zo sterk. Denk aan Donald Trump. Zijn wortels liggen in Duitsland, maar hij heeft met dit land nauwelijks nog een band.’
Daarnaast verandert het land van herkomst ook. ‘De verhalen die latere generaties te horen krijgen van de eerste generatie komen niet overeen met de huidige realiteit in het land van herkomst. Het Palestina van hun grootouders bestaat niet meer.’ Bovendien zijn veel Palestijnen die begin twintigste eeuw naar El Salvador zijn geëmigreerd christen. ‘De Palestijnen in El Salvador herkennen zich niet in de Palestijnen in Palestina, die in overgrote meerderheid moslims zijn. Zij hebben een hele andere cultuur’, zegt Lesser.
Het is volgens Lesser dan ook niet verrassend dat Bukele het maar weinig over zijn achtergrond heeft en juist een sterkere band met Israël wil opbouwen. ‘Als politicus moet je doen wat goed is voor je land. Israël is een rijke staat met een goed zorgsysteem, Palestina heeft dat niet. Het is daarom alleen maar logisch dat Bukele zich op Israël richt, en daarbij niet nadenkt over zijn Palestijnse achtergrond.’
Eergisteravond speelden verschillende moskeeën in het district Izmir de Italiaanse protestsong Bella Ciao: de omroepsystemen waren gehackt. Ook de Turkse president Erdogan heeft nu gereageerd: hij noemt de daders ‘lafaards’.
Vanuit de Turkse autoriteiten werd eerder al woedend gereageerd. ‘Wie deze lelijke daad heeft begaan, zal zeker worden gevonden’, liet een woordvoerder van Erdogans AKP-partij weten.
De Turkse staatkerk Diyanet heeft een officiële klacht ingediend. Volgens Diyanet-baas Ali Erbas ‘deed het incident in de heilige maand ramadan alle moslims pijn’ en zal hij ‘tot het einde’ erop toezien dat het tot een vervolging komt.
Gisteren zijn twee mensen in Izmir opgepakt, van wie er een is vrijgelaten. Een vrouw zit nog vast.
Bella ciao was oorspronkelijk een protestlied onder arbeiders, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog nam de Italiaanse verzetsbeweging tegen het fascisme van Hitler en Mussolini het over. Ook in linkse Turkse kringen staat het nummer bekend als folkloristische strijdsong.
Het nummer werd in 2018 plots weer populair. Het nummer kwam in dat jaar voor in de populaire Netflixserie La casa de papel, die gaat over fictieve een grootschalige bankoverval op de centrale bank van Spanje.
De rechts-radicale partij Vox vindt dat de Spaanse regering zich als het schoothondje van Marokko gedraagt. Volgens Vox doet de regering-Sanchez te weinig om af te komen van gestrande Marokkanen in Ceuta, een klein stukje Spaans grondgebied in het noorden van Marokko.
Terwijl Marokko vanwege corona zijn grenzen potdicht houdt, zitten in Ceuta 140 Marokkanen opgevangen in een sportcentrum. Ook een aantal ongedocumenteerde Marokkaanse migranten is aanwezig in de Spaanse enclave. Zij kunnen nu geen kant op.
Berichten over geweld en vernielingen in het sportcentrum gaan in Ceuta en de rest van Spanje als een lopend vuurtje.
Volgens Vox heeft Marokko als taak om alle Marokkanen in Ceuta terug te nemen en verzaakt het land hierin. Vox wil van premier Sanchez weten waarom hij niet harder optreedt tegen Marokko.
‘De regering van Pedro Sanchez neemt geen verantwoordelijkheid (…) en dat wil het ook niet’, aldus Vox-parlementariër Teresa Lopez (foto). ‘Spanje is een marionet in Marokko’s handen.’
De Spaanse regering antwoord dat in het sportcentrum alleen Marokkaanse burgers zitten die zelf graag ook weer terug willen naar hun land. Tegelijkertijd zouden ongedocumenteerde migranten gehuisvest zijn in tijdelijke detentiecentra.
Illegale migratie vanuit Marokko naar de Spaanse enclave is al langer een doorn in het oog van Vox en de plaatselijke burgemeester, die lid is van de conservatieve partij in Spanje.
Een hartverwarmend ramadan-initiatief in Amsterdam: vrijwilligers in stadsdeel Oost delen er elke dag tweehonderd warme maaltijden uit, meldt AT5.
De standplaats van de actie is het Dapperplein. De maaltijden zijn bedoeld voor zij die het nodig hebben, aldus de Amsterdamse stadszender.
Lokale horeca, buren en hotels zijn de initiatiefnemers, verenigd in Stichting Prachtvrouw, gaan helpen. Op die manier kon van het initiatief een nog groter succes worden gemaakt.
‘Amsterdammers zijn geweldig, iedereen wil helpen en zijn steentje bijdragen’, aldus een van de vrijwilligers.
Door het succes hopen ze door te gaan na 1 juni, de aanvankelijke einddatum van de actie. De initiatiefnemers zijn nu op zoek naar een pand in Amsterdam-Oost.
Aankomende maandag gaat Suriname weer naar de stembus om een nieuw parlement (‘De Nationale Assemblee’) samen te stellen. Vervolgens ontstaat er een regeringscoalitie en verkiest de ‘Verenigde Volksvergadering’ de president voor de periode 2020-2025. Aan het einde van deze periode bestaat de Republiek Suriname vijftig jaar. Hoe zal de eerste, halve eeuw van een onafhankelijk Suriname worden afgesloten? In mineur of in jubelstemming? Suriname staat op een tweesprong. De aanstaande verkiezingen zullen cruciaal zijn voor de toekomst van het land.
Suriname telt nog geen 600.000 inwoners, vergelijkbaar met de stad Den Haag. De bevolking is relatief jong, de gemiddelde leeftijd is zo’n 32 jaar. Ruim 407.000 Surinamers zijn kiesgerechtigd, van de kiesgerechte bevolking is 175.000 onder de veertig jaar. Met andere woorden: minimaal 43 procent van de Surinamers die naar de stembus gaan, heeft de onafhankelijkheid van 1975 niet meegemaakt en was tijdens de ‘donkere’ jaren tachtig en de militaire dictatuur onder leiding van Desi Bouterse veelal een jong kind of nog niet eens geboren.
Op hun jonge schouders rust nu een grote verantwoordelijkheid: het verkiezen van parlementariërs die in staat zijn om Suriname uit de diepe economische en financiële crisis te halen. En dat niet alleen: het nieuwe parlement zal eens en voor altijd korte metten moeten maken met de wijdverbreide corruptie binnen en buiten het openbaar bestuur en politiek. Het gebrek aan integer en deugdelijk overheidshandelen door het kabinet-Bouterse is schrijnend.
Een goed voorbeeld hiervan is minister Hoefdraad van Financiën, die in april door het Openbaar Ministerie verdacht werd van elf strafbare feiten. Gilmore Hoefdraad, een partijgenoot van Desi Bouterse en een minister die inmiddels gekscherend ‘Boefdraad’ wordt genoemd, zou de Surinaamse Bankwet, de Anti-corruptiewet en het Wetboek van Strafrecht hebben overtreden.
Verder is het staatshoofd van Suriname, Bouterse dus, nog altijd een man die veroordeeld is voor meervoudige moord en drugshandel. De verdeeldheid in het land over Bouterse is groot. Een eventuele herverkiezing als president zal in de samenleving als een splijtzwam werken, maar datzelfde geldt wanneer hij verliest en vervolgens uiteindelijk zijn straf in de gevangenis of elders zal moeten uitzitten.
Maar liefst zeventien verschillende politieke partijen doen mee aan de verkiezingen, waaronder enkele nieuwkomers die geleid worden door jonge leiders als Maisha Neus en Curtis Hofwijks. De laatste opiniepeilingen verwachten echter een nek-aan-nekrace tussen de Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) onder leiding van Chan Santokhi en Nationale Democratische Partij (NDP) van Desi Bouterse.
Wordt de VHP de grootste partij, dan zal Santokhi een regeringscoalitie smeden die zal zorgen voor de grondige hervormingen – inclusief herstel van de relatie met voormalig kolonisator Nederland. Afhankelijk van de verkiezingsuitslag zal Santohki wellicht ook een nieuwe partij een plek in zijn kabinet gunnen.
Wint de NDP opnieuw de verkiezingen, dan blijft de situatie in Suriname zoals deze de afgelopen jaren was. Een continue teleurstelling in alle opzichten en een president om je kapot voor te schamen. Suriname kan, maar dat is mijn persoonlijke overtuiging, haar vijftigjarige verjaardag in 2025 dus alleen in jubelstemming vieren als de VHP de grootste partij wordt.
Hoe zal de eerste, halve eeuw van een onafhankelijk Suriname worden afgesloten? In mineur of in jubelstemming?
En op zulke memorabele momenten in de geschiedenis van Suriname denk ik terug aan wijlen mijn moeder. In het jaar 2000, twee maanden voor haar overlijden, waren we samen voor het laatst in haar geliefde Suriname. Daar, genietend van de warme zon, het heerlijke eten en de gastvrije, lieve mensen, bloeide mijn moeder op. Ondanks dat haar lichaam haar geest merkbaar in de steek liet, had het land een magisch effect op haar.
Mijn moeder voelde zich er thuis en was in haar element. Het feit dat ze niet in Suriname maar in Nederland woonde had te maken met het feit dat ze het land – haar land – in de jaren tachtig onder druk van Bouterse was ontvlucht.
Met mijn moeder zijn er vele Surinaamse Nederlanders die Suriname hun thuis noemen. Maar dit zijn tevens mensen die zich er niet veilig voelen, die de corruptie en vriendjespolitiek niet kunnen verdragen of mensen die menen er vanwege de falende economie geen droog brood te kunnen verdienen. Voor al die Surinaamse Nederlanders, maar stiekem ook voor mijn wijlen moeder, hoop ik dat 25 mei een absolute feestdag wordt, zoals een verkiezingsdag zou moeten zijn.
En dat kan alleen als de Bouterse en zijn NDP eindelijk worden verslagen. Niet omdat ik anti-Bouterse ben, maar omdat ik pro-Suriname ben. En het ideaal van een vrij, integer en welvarend Suriname is een ideaal dat de moeite waard is om voor te vechten. Door en voor jonge Surinamers.
Er zijn strijden om te strijden, wij zullen niet bang zijn, luidt niet voor niets de vijfde zin van het eerste couplet van het Surinaamse volkslied. God zij met ons Suriname.
Vanaf 1 juli gaan de moskeeën weer open. De Rotterdamse moskee Centrum De Middenweg heeft een app ontwikkeld die de toeloop naar de gebedsdiensten in goede banen moet leiden.
Via de app kunnen moslims een plek voor de gebedsdienst reserveren. Dankzij een QR-code kunnen ze naar binnen.
‘Veel mensen komen al jaren naar onze moskee’, vertelt vrijwilliger Zakaria Buhktari aan RTV Rijnmond. ‘Op het moment dat ze horen dat moskee weer opengaat, dan komen ze ook, want het gemis is groot. De app kan helpen voorkomen dat er straks een paar honderd mensen voor de deur staan.’
Hij vervolgt: ‘De gebedsruimte is gemaakt om zoveel mogelijk mensen bij dicht bij elkaar te brengen. Nu moet het tegenovergestelde gebeuren. Veel minder mensen en ver uit elkaar. Dat kost tijd.’
Ahmed Aboutaleb zorgt sinds gisteren voor nogal wat commotie. In een video-interview met een Riffijns medium zegt de Rotterdamse burgemeester dat Marokkaanse Nederlanders beter zijn geïntegreerd dan Turkse Nederlanders, mede vanwege ‘de hand van Erdogan’.
Turkse Nederlanders hebben volgens Aboutaleb hun blik te veel gericht op Turkije. ‘Vanuit Turkije wordt alles geregeld. Inmenging van de Turkse overheid met de Turkse gemeenschap in dit land is groot. De hand van Erdogan reikt hier tot in de moskeeën.’
Weinig Marokkaanse Nederlanders weten wie de premier van Marokko is, vervolgt Aboutaleb. Maar Turkse Nederlanders zouden, als hen gevraagd wordt wie er in Turkije regeert, alle namen kunnen noemen. Ook zijn Marokkaanse Nederlanders veel beter in de Nederlandse gemeenteraden vertegenwoordigd, aldus de burgemeester.
Nederlanders die sympathiseren met het regime van president Erdogan reageren kritisch op de uitlatingen van Aboutaleb. Fractieleider Stephan van Baarle van Denk Rotterdam vindt de uitspraken van Aboutaleb ‘weinig inclusief’. Publicist Önder Kaya schrijft dat Aboutaleb met zijn uitspraken de rechtse partij Leefbaar Rotterdam in de kaart speelt.
Ook Arnoud van Doorn van de islamistische Partij van de Eenheid is ontstemd. Hij stelt op Facebook dat Aboutaleb met zijn kritische uitlatingen Nederlanders met Turkse roots heeft beledigd. Onder zijn bericht delen reageerders zijn woede:
‘Werk keihard in de zorg en dit is mijn burgemeester. Dus omdat ik Erdogan support, ben ik niet goed geitegreerd [sic]. Donder toch op man!’, zegt er een. ‘Moge Allah de Verhevene Erdogan gezondheid en kracht en wijsheid geven. Mijn zegen heeft hij’, reageert een ander.
Ook Riffijnse activisten zijn kritisch, maar om een heel andere reden. De kritiek op de ‘lange arm van Ankara’ vinden zij terecht. Hun kritiekpunt: Aboutaleb wil de ‘lange arm van Rabat’ niet zien, zo is te lezen op de besloten Facebookgroep Riffijnen United. De geëngageerde nieuwssite Arif News wijst erop dat hij zou zijn geïnterviewd door een fervent aanhanger van de Marokkaanse monarchie.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.