22 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 712

Indiase deelstaat verbiedt film over Mohammed

1

De Indiase deelstaat Maharashtra heeft de Iraanse film Mohammed: De boodschapper van God verboden en de centrale regering in Delhi verzocht om dit ook te doen.

De film zal op 21 juli online gaan en vertelt het leven van de islamitische profeet Mohammed, waarin zijn jonge jaren centraal staan.

Omdat Mohammed niet afgebeeld mag worden in de mainstream islam is de film van Majid Majidi controversieel. Een islamitische organisatie in Maharashtra vroeg het verbod aan. Lokale autoriteiten in India zijn bang voor religieuze spanningen en honoreerden dit verzoek daarom.

In 1988 verbood India de roman De duivelsverzen van Salman Rushdie, die door veel moslims als blasfemisch werd ervaren. Rushdie trekt in zijn roman de goddelijkheid van Mohammeds openbaring in twijfel.

Medewerkers beschuldigen Artsen Zonder Grenzen van ‘white supremacy’

0

Meer dan duizend huidige en voormalige medewerkers van Artsen Zonder Grenzen hebben een brief ondertekend, waarin ze de organisatie van ‘institutioneel racisme’ en ‘white supremacy’ beschuldigen.

De zwarte verpleegster Margaret Ngunang is sinds 2017 actief bij Artsen Zonder Grenzen, zo vertelt ze aan de Amerikaanse National Public Radio (NPR). Ze dacht een fantastische organisatie aan te treffen, maar werd door haar witte collega’s vaak genegeerd en niet serieus genomen.

‘Je ervaart dat alles wat je doet onder de loep wordt genomen. Alles wat je doet wordt in twijfel getrokken.’

Christos Christou, voorzitter van de wereldwijde organisatie, geeft aan de NPR toe dat Artsen Zonder Grenzen op een problematisch fundament is gebouwd: het idee van de ‘white savior’ die in Afrika kleine kindertjes helpt. Hij vindt dat een achterhaald concept, dat moet worden omgegooid.

Turks-Armeense spanningen laaien op: ‘Armenië zal boeten’

0

De grensincidenten tussen Armenië en Azerbeidzjan hebben ook geleid tot spanningen tussen Armenië en Turkije. ‘Armenië zal boeten voor wat het gedaan heeft’, zei de Turkse minister van Defensie gisteren.

Armenië zal ‘begraven worden onder hun eigen complot, erin verdrinken en absoluut betalen voor wat ze hebben gedaan, zei de minister ook. Dat meldt de onafhankelijke Turkse nieuwssite Ahval.

Afgelopen zondag vonden schermutselingen plaats aan de grens tussen Armenië en Azerbeidzjaan. Beide landen beschuldigen elkaar het conflict te zijn begonnen. Turkije is een bondgenoot van Azerbeidzjan en beschouwt de Azeri’’s als een broedervolk.

De Turkse minister va Defensie zei dat de Turken ‘het dappere volk van Azerbeidzjan’ altijd zullen steunen. Erdogan sprak dinsdag al over een ‘doelbewuste aanval gericht op Azerbeidzjan’.

Armenië en Azerbeidzjan voerden in 1991 een oorlog om Nagorno-Karabakh, een regio waar de meerderheid van de bevolking Armeens is maar officieel bij Azerbeidzjan hoorde. Op dit moment bezetten de Armeniërs Nagorno-Karabakh. Azerbeidzjan wil het gebied terug.

Kritiek op Israël als dekmantel voor Jodenhaat?

3

Is kritiek op Israël een dekmantel voor Jodenhaat? Of is de beschuldiging van antisemitisme een dekmantel om gegronde kritiek te delegitimeren? 

Onlangs publiceerde onderzoeksbureau Kantar het rapport Antisemitisme op Twitter, websites, blogs en fora. Uit dit onderzoek, geschreven in opdracht van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), zou blijken dat meer dan de helft van de antisemitische uitlatingen op het Nederlandstalige deel van internet gerelateerd is aan de Joodse staat.

Journalist en socioloog Martijn de Rooi, werkzaam bij pro-Palestinastichting The Rights Forum, heeft kritiek op de manier waarop Kantar het onderzoek heeft uitgevoerd. Hij vindt tevens dat het CIDI kritiek op Israël in de sfeer van antisemitisme probeert te trekken: ‘De bezorgdheid van het CIDI en van politieke partijen als de ChristenUnie over antisemitisme is misschien deels zuiver, maar heeft mede een politieke bedoeling. Doel is dan om de politiek van de staat Israël te steunen en kritiek daarop verdacht te maken.’

De Kanttekening sprak met De Rooi en met het CIDI over het Kantar-rapport en de relatie tussen antisemitisme en Israëlkritiek. Is Israëlkritiek, zoals het CIDI in zijn persbericht stelt, vaak een dekmantel voor Jodenhaat? Of wordt de antisemitismebeschuldiging tegenwoordig vaak te lichtvaardig gemaakt, met als doel om legitieme kritiek op Israël verdacht te maken?

‘Foute’ Joden

De Rooi heeft zich gestoord aan de titel van het persbericht van het CIDI: ‘Kritiek op Israël op internet vaak dekmantel voor antisemitisme.’ Volgens hem wordt daarmee de indruk gewekt dat achter kritiek op Israël ‘vaak’ antisemitisme schuilgaat. ‘Maar Kantar heeft geen onderzoek gedaan naar de kritiek op Israël op internet, maar naar antisemitisme op internet. Als je wilt weten of achter Israëlkritiek vaak antisemitisme schuilgaat, moet je Israëlkritiek onderzoeken en dan kijken hoe vaak deze kritiek antisemitisch van aard is.’

Volgens De Rooi gooit het CIDI antisemitisme en Israëlkritiek vaak welbewust op één hoop, omdat de organisatie opereert met een dubbele pet op. ‘Aan de ene kant is het CIDI een organisatie die opkomt voor Israël, maar aan de andere kant monitoren ze ook het antisemitisme. The Rights Forum pleit ervoor deze twee dingen uit elkaar te halen. Het monitoren van antisemitisme moet door een onafhankelijke instantie gebeuren.’

Het CIDI is volgens De Rooi daarnaast slordig met de interpretatie van cijfers. ‘Opvallend is dat het CIDI onder verwijzing naar zijn eerder dit jaar gepubliceerde rapport Monitor Antisemitische Incidenten opnieuw beweert dat er nog nooit zoveel antisemitische incidenten werden geregistreerd als in 2019. Dat is een volstrekt onverantwoorde conclusie, die op basis van de Monitor helemaal niet te trekken valt. Wij hebben dat in een analyse toegelicht. Het illustreert nogmaals dat het monitoren van antisemitisme bij het CIDI niet in goede handen is.’

Ook over het Kantar-rapport is De Rooi kritisch. ‘De context ontbreekt. Het rapport ontdekte 1.033 antisemitische uitingen op Twitter en internet in één jaar, maar is dat veel of weinig? Natuurlijk is elke antisemitische uiting er één te veel, maar zijn er verhoudingsgewijs meer antisemitische uitingen dan bijvoorbeeld islamofobe, homofobe of racistische uitingen? Ontwikkelt antisemitisme zich langs dezelfde lijnen als andere vormen van racisme, of is er sprake van een zelfstandige ontwikkeling? Daarop geeft het onderzoek geen antwoord.’

‘Het monitoren van antisemitisme is bij het CIDI niet in goede handen’

Verder heeft De Rooi kritiek op enkele tweets die als ‘antisemitische’ voorbeelden worden aangehaald door Kantar, die volgens hem helemaal niet antisemitisch zijn.

‘Het komt door het Zionisme’, schrijft een twitteraar. ‘Dat wordt geassocieerd met Judaïsme, maar dat is erg fout. Er zijn heel veel Joden die het Zionisme sterk afkeuren. Semieten zijn niet alleen Joden, maar ook Arabieren en Palestijnen. Dus anti wat? Slechte scholing en media.’

De Rooi vindt het onbegrijpelijk dat deze tweet als antisemitisch wordt aangemerkt. ‘Hier stelt iemand dat Israëls politiek van bezetting en illegale kolonisering voortkomt uit het zionisme en niet inherent ‘Joods’ is. Mag je dat alsjeblieft zeggen zonder voor antisemiet te worden uitgemaakt?’.

Een ander bericht is als antisemitisch aangemerkt, terwijl het gaat om citaat uit een artikel van De Rooi op The Rights Forum. De tweet luidt ‘Op die manier is de definitie geen instrument om joden tegen antisemitisme te beschermen, maar om joden met onwelgevallige opvattingen – ‘foute’ joden – als antisemiet het zwijgen te kunnen opleggen.’ #ihra #antisemitisme #zionisme #nazisme #bds #israel’.

‘In mijn artikel had ik kritiek op de definitie van het antisemitisme van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA), die de mogelijkheid biedt vormen van Israëlkritiek tot antisemitisme te bestempelen’, vertelt De Rooi. ‘Ik ben zelf Joods, dus ik vind het extra pijnlijk door geharnaste Israëlfans als Bart Schut van het Nieuw Israëlietisch Weekblad als antisemitisch te worden weggezet vanwege mijn kritiek op Israël. Maar nu word ik zelfs door Kantar als antisemiet aangemerkt, omdat ik kritiek heb op de foute IHRA-definitie. Dit bewijst helaas dat de definitie wordt misbruikt om Joden met andere opvattingen de mond te snoeren. Ook critici van de IHRA-definitie van antisemitisme zijn nu antisemiet.’

Reactie CIDI

Hidde van Koningsveld werkt bij het CIDI en ziet het anders. ‘Als The Rights Forum de overduidelijke connectie tussen antizionisme en antisemitisme blijft ontkennen, en zegt een stichting te zijn die zich enkel bezighoudt met het Arabisch-Israëlisch conflict, waarom vinden ze het dan telkens nodig om te reageren op antisemitismecijfers en deze te bagatelliseren?’

Van Koningsveld juicht een breed onderzoek naar antisemitisme toe, waarin ook de vergelijking wordt gemaakt met andere vormen van discriminatie. Hij ontkent dat het CIDI slordig is met cijfers.

‘We hebben nu een andere registratiemethode. Als een persoon bijvoorbeeld twintig antisemitische mails stuurt, geldt dit nu als één incident. In de eerdere Monitors zou dit worden gerekend als twintig incidenten. Daarnaast tellen hakenkruisen en Hitlergroeten tegenwoordig pas als antisemitisch incident in de Monitor als deze gepaard gaan met een expliciete Joodse connectie of verwijzing. Ook telt het Meldpunt Internet Discriminatie (MDI) antisemitische incidenten op internet tegenwoordig enkel als deze daadwerkelijk strafbaar zijn.’

Van Koningsveld vindt dat de twee tweets die De Rooi noemt wel degelijk antisemitisch zijn. ‘In de eerste tweet wordt de suggestie gewekt dat het zionisme geen basis heeft in de Joodse identiteit, terwijl dit uiteraard per definitie wel zo is. Een klein aantal antizionistische Joden wordt zo als token Jew ingezet. In de tweede tweet wordt zionisme gelijkgesteld aan nazisme – zie de hashtags #zionisme en #nazisme.’

‘De kritiek op Israël zelf is niet antisemitisch, maar mondt uit in antisemitisme’

De CIDI-medewerker staat helemaal achter de IHRA-definitie van antisemitisme. ‘Je hebt een definitie van antisemitisme nodig, om op die manier antisemitisme goed te kunnen bestrijden. De IHRA-werkdefinitie is een goede definitie, die ook door veel parlementen, internationale organisaties, universiteiten, enzovoort is aangenomen, onder andere door het Amerikaanse Congres, het Britse Lagerhuis en onze Tweede Kamer’, vertelt hij.

‘De kritiek op Israël zelf is niet antisemitisch, maar mondt uit in antisemitisme. Vooral online. Het is antisemitisme in een nieuw jasje. Antisemitische clichés als het beruchte bloedsprookje – dat de Joden christelijke kinderen zouden vermoorden om hun bloed in de matses voor Pesach te verwerken – komen in een andere vorm terug. Bijvoorbeeld dat Israël zou handelen in de organen van Palestijnse kinderen.’

Van Koningsveld noemt ook de complottheorie dat Joden op allerlei slinkse manieren proberen om de wereld te beheersen. ‘Dat wordt nu ook op Israël geprojecteerd. Denk aan de controverse rond Yasmina Haifi, de ambtenaar die zei dat de islamistische terreurorganisatie ISIS een zionistisch complot was. Er is een sterke overlap tussen klassiek antisemitisme en antisemitische kritiek op Israël.’

Waar Van Koningsveld ook moeite mee heeft is de uitdrukking ‘van de rivier tot de zee’. ‘Dit werd tijdens de anti-Israëldemonstratie begin juli op het Museumplein geroepen, maar wordt bijvoorbeeld ook verkondigd door de Belgische schrijver Dyab Abou Jahjah. Hiermee bedoelen ze dat het hele gebied gezuiverd moet worden van Joden. En die zuivering zal uiteraard niet vreedzaam verlopen.’

Toch is kritiek op Israël is niet per definitie antisemitisch, benadrukt Van Koningsveld. ‘De Rooi en anderen maken een karikatuur van de IHRA-definitie.’ De CIDI-medewerker onderbouwt zijn bewering met een passage uit de werkdefinitie: ‘Kritiek op Israël die vergelijkbaar is met kritiek tegen een ander land kan niet worden beschouwd als antisemitisch.’

‘Je hoeft de Tweede Wereldoorlog er helemaal niet bij te halen om het beleid van Israël af te keuren’

Van Koningsveld legt uit dat er tegenwoordig grofweg drie bronnen van antisemitisme zijn: extreemrechts antisemitisme, extreemlinks antisemitisme en islamitisch antisemitisme. ‘Lange tijd was extreemrechtse Jodenhaat marginaal in Nederland, maar dankzij de opkomst van de alt-right zien we ook steeds meer antisemitisme van die kant’, vertelt Van Koningsveld. ‘Volgens clubjes als Erkenbrand zouden de Joden verantwoordelijk zijn voor de vluchtelingencrisis en op de achtergrond aan de touwtjes draaien.’

Hij benadrukt dat de alt-right ook fel anti-Israël is. Ook is extreemrechts antisemitisme volgens hem nog steeds zichtbaarder dan islamitisch en extreemlinks antisemitisme. ‘Extreemlinks antisemitisme is het meest geraffineerd. Zij zeggen bijvoorbeeld dat Hitler samenwerkte met zionisten. Of noemen Gaza een concentratiekamp.’

De Rooi heeft ook grote moeite met Holocaust-analogieën. ‘Die doen mij pijn. Mijn familie is zwaar getroffen door de Holocaust. Bovendien, je hoeft de Tweede Wereldoorlog er helemaal niet bij te halen om het beleid van Israël af te keuren. Israël schendt het internationaal recht en de universele mensenrechten al tientallen jaren. Dat is het criterium dat wij bij The Rights Forum hanteren, en dat geldt voor alle betrokken partijen even zwaar. In essentie draait het politieke debat om gelijke rechten voor Israëli’s en Palestijnen. Daarbij kunnen we Holocaust-analogieën en bizarre beschuldigingen van antisemitisme missen als kiespijn.’

Een monument verplaatsen: dat gebeurt dus al

2

Sinds een aantal weken is één rijstrook van een belangrijke uitvalsweg bij mij om de hoek in Amsterdam afgezet. Men is bezig met de constructie van een groot gedenkteken: het zogeheten Holocaust Namenmonument, ter nagedachtenis van de in de Tweede Wereldoorlog vermoorde Joden aan de Weesperstraat. Daarover is in de voorafgaande maanden het nodige te doen geweest, omdat buurtbewoners het gevaarte veel te groot vonden, en bovendien vreesden dat het tot een te grote toeloop zou leiden. Maar de lobby van de initiatiefnemers bleek sterker.

Bij alle commotie waartoe een en ander leidde, is één aspect wat onderbelicht gebleven, dat juist relevant is voor de discussie die naar aanleiding van Black Lives Matter is opgekomen omtrent de mogelijke verwijdering van openbare standbeelden voor dubieuze Nederlandse historische figuren. Hierbij werd de focus vooral gericht op het beeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn uit 1893. Van Heutsz, niet minder omstreden, heeft in dit opzicht het ‘geluk’ dat zijn monument in Amsterdam-Zuid niet heel concreet hemzelf voorstelde, maar uit een tegen een pyloon geplaatste symbolische vrouwenfiguur bestond. Dat kon zo in 2004, na jarenlange moedwillige (?) verwaarlozing, veel makkelijker tot een veel neutraler klinkend ‘Monument Indië-Nederland’ worden omgedoopt.

Tegen verplaatsing van Coen naar een minder prominente plek (of zelfs naar het naburige Westfries Museum) wordt wel als argument ingebracht dat dit geschiedvervalsing zou zijn, omdat zo een deel van het Nederlandse verleden – te weten de 19de-eeuwse heldenverering voor de VOC – zou worden uitgewist. Een bevriend historicus heb ik zich eens zeer boos zien maken over het idee alleen al – waarbij hij overigens nog geen tien minuten later zonder mankeren zijn vreugde uitsprak over het verdwijnen van al die ‘vreselijke’ Leninbeelden in Oost-Europa. Alsof die niet ginds even goed deel van hún geschiedenis waren…

Die inconsistentie even daargelaten, was zijn boodschap helder: probeer niet het verleden te corrigeren door de fysieke herinnering aan opvattingen uit te wissen die wij nu op grond van onze hedendaagse normen verfoeien. Wel: precies dat is met het nieuwe Holocaustmonument het geval – er moet een ouder monument voor wijken.

Een monument dat inmiddels door de betrokkenen als niet minder pijnlijk wordt ervaren dan het Hoornse standbeeld voor Coen: het zogeheten Monument van Joodse Erkentelijkheid, opgericht uit naam van de Joodse overlevenden als dank aan de Amsterdammers die hen tijdens de Bezetting geholpen zouden hebben. Het stamt uit 1950: uit een tijd dat het Nederlandse zelfbeeld wilde dat zo’n beetje elke Nederlander in het verzet zat, van die paar procent notoire NSB’ers afgezien.

Daar wordt inmiddels, zacht gezegd, wat genuanceerder tegen aangekeken. En met het oog op het internationaal ongekend hoge percentage Nederlandse Joden dat de oorlog niet heeft overleefd, wordt deze Nederlandse zelffelicitatie inmiddels door velen als tamelijk gênant beschouwd. Het is vast niet toevallig dat het nu wijken moet voor een nieuw monument dat niet de dankbaarheid van het bescheiden aantal overlevenden, maar, naam voor naam, het ongelofelijk grote aantal niet-overlevenden memoreert.

Het belichaamt daarmee de historische visie van 2020 en corrigeert zo die van 1950, toen de Jodenvervolging nog veel minder het kernstuk van de nationale oorlogsherinnering vormde en nog veel meer als slechts één van de talloze aspecten van de periode ’40-’45 werd beschouwd. Hierbij werd deze genocide nog niet in een morele buitencategorie geplaatst, maar slechts gezien als extreme uitwas binnen een algehele orgie van geweld.

De geschiedenis ‘vervalsen’ door een pijnlijk gedenkteken te verplaatsen – het kan dus wel

Weliswaar bestaat het voornemen om het monument van 1950 elders weer op te richten – en wel op de plek waar het oorspronkelijk stond alvorens het vanwege de aanleg van de metro moest wijken – maar met de vervanging door het Holocaustmonument wordt toch indirect de geschiedenis vervalst. Althans niet minder dan bij een verplaatsing van het standbeeld van Coen naar een minder prominente plek, of het ‘hergebruik’ van het monument voor Van Heutsz. Men had er immers ook voor kunnen kiezen het nieuwe Holocaustmonument op een andere plek in de buurt op te richten. Maar het moest per se daar.

Kortom: de geschiedenis ‘vervalsen’ door een pijnlijk gedenkteken te verplaatsen – het kan dus wel. Of het in een concreet geval dan ook gebeurt, hangt van de (overtuigings)kracht van de voorstanders af.

De nieuwe AOC? Deze Marokkaans-Amerikaanse (34) wil het Congres in

1

‘Ik ben Donald Trumps ergste nachtmerrie – een moedige vrouw van kleur, klaar om een einde te maken aan de gierigheid van het grootkapitaal.’ Getekend: Ihssane Leckey (34), een progressieve Democrate met roots in Marokko. Op haar twintigste emigreerde ze van dat land naar Amerika.

‘Toen ik hier kwam, was het eerste dat ik leerde dat je huidskleur, je naam en je school bepalen welke kansen je hebt’, aldus Leckey tegen een lokale krant uit de oostelijke staat Massachusetts. Ze doet er in september mee aan de Democratische voorverkiezingen. Als ze wint, komt ze volgend jaar in het Huis van Afgevaardigden terecht.

‘Mensen willen veranderingen aan een systeem dat al zo lang is gerund door rijke witte mannen’, zegt ze in een van haar campagnevideo’s. Het is haar doel om meer kansen te creëren voor de lagere klassen, migrantengezinnen, mensen van kleur en ‘anderen die zijn buitengesloten van het politieke proces’.

Leckey wil daarnaast meer rechten voor Inheemse Amerikanen, medicare for all, meer restricties aan wapenbezit, gender equality en een green new deal.

Ze wordt gesteund door Ilhan Omar, die als eerste islamitische, gesluierde vrouw van kleur in het Amerikaanse parlement zit. Omar is lid van de zogenoemde ‘Squad’, vier vrouwelijke, progressieve Democraten in het Huis van Afgevaardigden waarvan Alexandria Ocasio-Cortez de bekendste is.

Wellicht dat Leckey volgend jaar dus toetreedt tot dit illustere gezelschap. Ze deelt in ieder geval dezelfde standpunten, evenals de belofte dat ze geen stuiver zal aannemen van lobbyisten en bedrijven om haar campagne te steunen.

De primaries in Leckey’s district in Massachusetts beginnen op 1 september. Haar kansen lijken in tijden van Black Lives Matter te groeien. Ze is de enige vrouw van kleur die meedoet, en niemand van de kandidaten springt zo luid op de bres voor social justice als haar. Mocht ze de primaries winnen, dan staat haar naam op het stembiljet bij de verkiezingen van november.

Nieuwe Franse premier: strijd tegen ‘radicaal islamisme’ topprioriteit

0

De nieuwe Franse premier Jean Castex heeft beloofd ‘compromisloos’ voor de Franse scheiding tussen kerk en staat op te komen. Hij zegt van ‘radicaal islamisme in al zijn vormen’ een absolute ‘topprioriteit’ te willen maken.

Castex kondigt dat hij na de zomer een nieuwe wet tegen ‘separatisme’ zal voorstellen aan het parlement. De wet is ervoor bedoeld om segregatie van ‘bepaalde groepen langs religieuze en etnische lijnen’ terug te draaien.

Critici vrezen dat Castex het met ‘bepaalde groepen’ enkel en alleen over moslims heeft. De term ‘separatisme’ ‘is specifiek gericht op moslims, van wie de recente mobilisatie tegen racisme en islamofobie het dominante, conservatieve deel van Frankrijk heeft geïrriteerd.’ Dat stelt Yasser Louati, baas van een Franse antiracisme-NGO.

De centrumrechte Castex was tot voor kort burgemeester van het Zuid-Franse Prades, een stadje van nog geen tienduizend inwoners. Begin deze maand nam hij het premiersstokje over van Édouard Philippe, die na teleurstellende gemeenteraadsverkiezingen ontslag nam. Castex en Philippe behoren allebei tot La République En Marche!, de partij van Macron.

 

Manifest tegen ‘cancel culture’ triggert debat vrijheid van meningsuiting

3

Een nieuw manifest door Nederlandse academici, politici en mediamakers tegen ‘cancel culture’ wordt wisselend ontvangen op social media. 

‘We moeten de vrijheid van meningsuiting niet laten kapen door een kleine groep intoleranten,’ zeggen de initiatiefnemers van de open brief in de Telegraaf. Het manifest is geschreven door promovendi Raisa Blommestijn en Bart Collard (Universiteit Leiden).

Onder de eerste honderd ondertekenaars bevinden zich oud-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali, opiniemaker Jan Roos, de Leidse rechtsfilosofen Andreas Kinneging en Paul Cliteur, Forum-voorman Thierry Baudet en zangeres Marga Bult.

‘Als gevolg van het optreden van radicale groepen die (institutioneel) racisme zeggen te willen bestrijden, komt de vrijheid van meningsuiting onder druk te staan’, aldus de brief.

‘Deze groepen willen anderen die niet ‘de juiste mening’ voorstaan, het recht op het geven van hun mening ontnemen.’ Wie deze groepen zijn en hoe dit gebeurt, staat niet in de brief.

De initiatiefnemers claimen dat er inmiddels enkele duizenden keren is ondertekend.

Op Twitter leidt de brief tot het nodige debat. Sommigen waarderen dit pleidooi voor het vrije woord, anderen vinden het aanstellerij en plaatsen kanttekeningen bij de lijst van ondertekenaars.

Zo vindt classicus en universitair docent Miko Flohr (Universiteit Leiden) dat de vrijheid van meningsuiting helemaal niet wordt bedreigd:

Rechtfilosoof Eva Vlaardingerbroek, collega-promovenda (Universiteit Leiden) van initiatiefnemers Blommestijn en Collard en prominent FvD-lid, is het niet met Flohr eens. Zij geeft een paar voorbeelden van hoe de vrijheid van meningsuiting wel degelijk zou worden bedreigd:

Ook op de set aan ondertekenaars is kritiek. Zo schrijft communicatiestrateeg en prominente Groenlinkser Huub Bellemakers:


Met ‘de eugenistische emeritus hoogleraar uit Nijmegen’ bedoeld Bellemakers Juliaan van Acker, die in 2017 een boek publiceerde met als titel Een moslimvrij Europa voor wereldvrede.

NRC-columnist Aylin Bilic vindt dat Bellemakers aan verdachtmakingen doet: volgens haar is niet wie tekent maar de inhoud van belang:

Vorige week tekenden onder meer J.K. Rowling, Margaret Atwood en Salman Rushdie een open brief met een soortgelijke boodschap. De auteurs schrijven dat de recente antiracistische protesten hebben geleid tot een intellectueel keurslijf, waardoor het vrije debat meer en meer wordt beknot.

Media- en opiniemakers betichten elkaar steeds meer van het willen weren van ‘foute’ meningen. Zo waren er in Nederland de recente oproepen aan de NPO om een debat over racisme niet te laten leiden door Jort Kelder. Ook besloten adverteerders het voetbalpraatprogramma Veronica Inside te boycotten, na de beruchte Pieten-‘grap’ van Johan Derksen over rapper Akwasi.

Tevens schaarden ruim driehonderd journalisten en opiniemakers zich onlangs achter een nog op te richten ‘Meldpunt Media Racisme & Discriminatie’ in het leven te roepen. Tegenstanders vrezen dat manifestschrijvers journalisten en opiniemakers met ‘foute’ meningen willen laten ontslaan.

Debat met ‘racisme-ontkenners’ is hard nodig

4

Black Lives Matter heeft zijn eerste resultaat bereikt: racisme staat hoog op de agenda. De NPO organiseerde er een debat over, maar vreemd genoeg hadden veel genodigden er opeens geen zin in. De veelgehoorde reden: over racisme moet je niet in debat gaan, je moet er iets aan doen. Debatteren over racisme laat zien dat racisme een mening is, terwijl het toch echt een feit is wat boven elke discussie verheven is. Een begrijpelijke reactie, maar helaas is deze toch onzin.

Sinds ik bezig ben met een boek over Forum voor Democratie (FvD) krijg ik weleens de vraag hoe we deze partij moeten definiëren. Elke partij verdient een label dat duidelijk maakt wat het voor partij is. De SP is links, de SGP gereformeerd en de Partij voor de Dieren ecologisch verantwoord. Veelzeggend zijn labels die sleets en daarmee betekenisloos zijn: D66 noemt zichzelf regelmatig sociaal-liberaal maar niemand heeft enig idee wat dat is, en niemand is tegenwoordig nog in staat uit te leggen waar de christendemocratie voor staat. Niet gek dus dat middenpartijen niet goed van elkaar te onderscheiden zijn.

Bij nieuwe partijen is het allemaal nog veel erger. Wat is FvD voor partij? Politieke tegenstanders laten vooral zien hoe relatief al die etiketten zijn. Zomaar wat voorbeelden: fascistisch, racistisch, homofoob, islamofoob, antisemitisch, extremistisch, radicaal rechts, populistisch, white supremacist. Kiest u maar. Ik maak me er altijd gemakkelijk vanaf en noem FvD rechts-populistisch: de partij staat rechts van het midden, bijvoorbeeld bij migratie, en zegt op te komen voor gewone Nederlanders. Populistisch dus. Dit is het meest nietszeggende label en levert ook de minste discussie op.

Over de meeste labels bestaat namelijk wel discussie. Neem islamofobie: voor sommigen staat dit voor moslimhaat, voor anderen betekent het angst voor de islam en weer anderen scharen er alle islamkritiek onder. FvD islamofoob noemen verheldert dus weinig als we willen weten wat de partij precies vindt. ‘Radicaal-rechts’ past volgens de theorie zeker bij FvD omdat de partij sommige onderdelen van de liberale democratie verwerpt. Maar helderheid brengt ook deze definitie niet: welke onderdelen dat zijn blijft vaag en het label ‘radicaal-rechts’ doet bij vrijwel niemand een belletje rinkelen.

Zonder debat blijft iedereen in zijn eigen definitie hangen

Het label racisme levert terecht hevige emoties op. Maar in de kern blijft het probleem hetzelfde: iedereen verstaat er iets anders onder. Volgens sommige antiracistische activisten leven er in Nederland mensen die ontkennen dat racisme bestaat. Dit zouden vooral FvD- en PVV-stemmers zijn: mensen die vinden dat het wel snor zit met de onderlinge verhoudingen in Nederland en zich niet ‘laten aanpraten’ dat Nederland een racistisch land is. Nu zijn er natuurlijk wel verschillen onder FvD- en PVV-kiezers, maar grosso modo klopt dit beeld: deze kiezers zien racisme meestal niet als een systematisch probleem.

Maar is dat hetzelfde als het ontkennen van racisme? Natuurlijk niet: sommige FvD- en PVV-sympathisanten vinden dat racisme vooral elders een probleem is, anderen zien racisme als universeel en onuitroeibaar en weer anderen denken dat racisme in Nederland wel bestaat maar schromelijk wordt overdreven. Het is niet moeilijk te zien dat al deze mensen racisme juist niet ontkennen, maar simpelweg verschillende invullingen aan dit begrip geven. Net zoals iedereen iets anders verstaat onder ‘sociaaldemocratie’ en ‘fascisme’.

Iedereen die PVV- en FvD-sympathisanten samenvat onder de noemer ‘racisme-ontkenners’ zegt vooral dat deze mensen de racisme-definitie uit de hoek van Black Lives Matter niet onderschrijven. Dat is natuurlijk naar voor mensen die dagelijks last hebben van racisme, maar dit is waar het racismedebat voor een groot deel over gaat: wat we onder racisme moeten verstaan en wanneer er wel en niet sprake van is. Kan racisme onbewust, niet-intentioneel of zelfs institutioneel zijn? En wat is dat dan?

De beste bestrijding van racisme is het voeren van zo’n gesprek. Dat gesprek levert bewustwording op van elkaars definities en geeft mensen een mogelijkheid zich in te leven in anderen. Zonder debat blijft iedereen in zijn eigen definitie hangen.

Brits antiradicaliseringsproject zorgt voor ‘islamofobie’, zegt hoogleraar

1

Het Britse antiradicaliseringsprogramma ‘Prevent’ is een totale mislukking, omdat dit juist vooroordelen over moslims versterkt. Dit schrijft de Londense hoogleraar Alison Scott-Baumann in the Guardian.

Volgens de Britse regering is radicalisering op universiteiten een groot probleem en is het lespakket Prevent nodig om dit te bestrijden. Maar voor radicalisering op universiteiten is helemaal geen bewijs, schrijft Scott-Baumann. Daarnaast zou Prevent vooroordelen over moslims juist versterken.

Uit onderzoek door Scott-Baumann blijkt dat 20 procent van de Britse studenten gelooft dat de islam niet te combineren is met ‘Britse waarden’, maar onder de studenten die Prevent steunen is dat 35 procent.

Het onderzoek is gedaan onder 2.022 studenten van 132 universiteiten, die een uitgebreide vragenlijst moesten invullen. Ook zijn er op zes universiteiten met studenten uitgebreide gesprekken gevoerd.

Uit Scott-Baumanns onderzoek blijkt ook dat Prevent discussies over cultuur, identiteit en religie ontmoedigt, helemaal als het over de islam gaat. Studenten en personeel wordt bovendien ontmoedigd om kritische vragen te stellen over Prevent. Dit leidt tot zelfcensuur, aldus het onderzoek, omdat mensen niet in het verdachtenbankje willen worden geplaatst.