18.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 765

Indiase Nederlanders zijn verdeeld over Modi’s ‘anti-moslim’-beleid

2

Recente ‘anti-moslim’-maatregelen in India laten Indiase en Hindoestaanse Nederlanders niet onberoerd. De Kanttekening sprak met voorstanders en tegenstanders.

In India zijn er massale protesten tegen de Citizenship Amendment Bill (CAB), ingevoerd door de regering van premier Nerandra Modi. Vluchtelingen die hindoe, sikh, christen of jaïnist zijn kunnen daarmee makkelijker Indiaas burger worden, moslims niet. Volgens de demonstranten komt met deze wet, die op 10 december door het parlement werd aangenomen, het seculiere karakter van de Indiase staat in gevaar en worden moslims gediscrimineerd.

Tegelijkertijd dreigen met de National Register of Citizens (NRC) veel moslimburgers die al jaren in India wonen tot illegale burgers te worden verklaard, omdat ze niet over de juiste papieren beschikken. Ook hiertegen wordt gedemonstreerd. Afgelopen zomer hield India zo’n volkstelling in de noordelijke provincie Assam. Ruim twee miljoen Assamezen, voornamelijk moslims, konden niet bewijzen dat hun Indiase wortels teruggingen tot vóór 1971 en verliezen daardoor hun Indiase staatsburgerschap.

Vorige week demonstreerden tegenstanders van de CAB in Den Haag en op de Dam in Amsterdam. Op die laatste locatie spraken we met Imran Ahmad, geboren in India, maar nu woonachtig in Lelystad en werkzaam in Amsterdam. Hij is moslim en voelt zich erg bij de gebeurtenissen in India betrokken.

Toen Ahmad nog in India woonde, heeft hij zelf weleens discriminatie ervaren. ‘De universiteit waar ik studeerde, de Aligarh Muslim University, was slachtoffer van politieagressie’, vertelt hij. ‘En de Jamia Millia Islamia Public University in New Delhi, waar mijn vrouw heeft gestudeerd, was de eerste universiteit die door de politie werd aangevallen.’

Amhad zegt dat de seculiere democratische staat in India op het spel staat. ‘De meerderheid van de Indiërs in hindoe, maar India is geen hindoe-staat. De radicale ideologie van het hindoe-nationalisme brengt het seculiere karakter van de staat in gevaar. Dat zien we nu ook bij de Citizenship Amendment Bill, die moslims overduidelijk discrimineert.’

Ook de vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht zijn in gevaar, aldus Ahmad. ‘De politie treedt keihard op tegen demonstranten. Als je tegen de regering protesteert, dan word je in elkaar geslagen. De Indiase regering blokkeert het internet in de deelstaat Kashmir, maar nu ook in veel andere delen van het land.’

‘Hindoe-nationalisten lijken op IS’ers’

Wat motiveert Modi? Dat leidt volgens Ahmad geen twijfel. ‘De hindoe-nationalistische regering van Modi wil niet over de echte problemen waarmee India kampt praten, maar gebruikt moslims als afleidingsmanoeuvre, als zondebokken’, zegt hij. India moet volgens hem wat doen aan de werkloosheid, hongersnood, de groeiende kloof tussen arm en rijk en ‘dat het nog steeds allerbelabberdst is gesteld met de vrouwenrechten. Maar nee, het gaat over migranten en over moslims.’

Ahmads verhaal wordt onderschreven door Hasrat Bagkari, die in Mumbai is geboren maar al 23 jaar in Nederland woont. Ook hij is moslim, maar hij zegt dat niet alleen de Indiase moslims tegen Modi’s nieuwste maatregelen zijn. ‘De meerderheid van de demonstranten in Den Haag was hindoe. Ook zij vinden India een seculiere staat en het hindoe-nationalisme van Modi verkeerd.’

Bagkari ziet dat de Indiase discussie Nederland niet onberoerd laat. ‘We kunnen hier gelukkig vrij demonstreren en op straat wordt ik niet geïntimideerd door hindoe-nationalisten, maar op social media roeren zij zich wel. Ik reageer daar niet op, want het heeft geen zin. Hindoe-nationalisten lijken op IS’ers. Ze denken zelf niet na, zijn geïndoctrineerd en verblind door haat.’

‘Die animositeit is eeuwenoud’

Spreekbuis van het hindoe-nationalistische geluid in Nederland is de rechtse opiniemaker Shashi Roopram van het Youtube-kanaal UP! Network NL. Op zijn Facebookpagina deelt hij pro-Modi-berichten, zoals een cartoon van een koe die door Modi hoogstpersoonlijk onthaalt wordt in India.

De koe in de cartoon is bedoeld als symbool voor minderheden uit de grotendeels islamitische landen Pakistan, Bangladesh en Afghanistan. Achter het dier, dat een traan uit zijn oog laat glippen, staat een bebaarde man met een bebloed kapmes. De échte vluchteling, waarvoor India de CAB bedoeld zegt te hebben, vlucht juist voor de moslim, zo is het idee.

Ook de Hindoestaanse Kamla Sitaram*, die zich meer met India verbonden voelt dan met Suriname, staat achter het beleid van Modi. ‘Er komen heel veel moslims uit Afghanistan en Bangladesh illegaal India binnen, onder andere via Assam. Zij hebben geen verblijfsvergunning en moeten gewoon worden teruggestuurd.’ Ze steunt ook het terugdraaien van de autonomie van het grotendeels islamitische Kashmir door India, zegt ze resoluut.

‘Ik heb niet zoveel met moslims, met al dat terroristische gedoe’, legt Sitaram uit als we haar naar de achtergrond van haar standpunten vragen. ‘Moslims zien anderen als kaffers. Ze willen anderen afmaken.’

Maar zijn de bijna tweehonderd miljoen moslims in India dan allemaal terroristen? ‘Als het puntje bij paaltje komt wel’, meent ze. ‘Moslims steunen uiteindelijk alleen elkaar. Dat weet ik uit mijn eigen ervaring.’

Hebben moslims dan wel dezelfde rechten als andere mensen? Sitaram: ‘Daar ben ik eigenlijk tegen. Nederland wordt overspoeld door moslims, net als India. Jullie waren eerst een katholiek land, daar blijft niets van over. Moslims maken misbruik van hun rechten. Daarom stemmen veel hindoes in Nederland PVV en Forum voor Democratie.’

‘Moslims zien anderen als kaffers. Ze willen anderen afmaken’

Rajesh Ramnath, die net als Sitaram ook Hindoestaans is, drukt zich een stuk gematigder uit. ‘Er komen nu veel illegale mensen India binnen, dat is slecht voor het land. India is aan de ene kant best wel vol, met meer dan een miljard mensen, en het is volkomen begrijpelijk dat je dan op de rem wilt trappen. Maar ik maak mij tegelijkertijd zorgen over het feit dat het zo extreem is. Illegalen zijn ook mensen, je moet wel naar mensen kijken. En ik vind het een slechte zaak dat moslims gediscrimineerd worden.’

En wat vindt Ramnath van de moslimhaat onder sommige hindoes? ‘Die haat is eeuwenoud. India is door moslimveroveraars binnengevallen, waaronder door het Mogol-rijk. Islamitische veroveraars hebben tempels verwoest en onschuldige burgers vermoord. Ik ken die verhalen van mijn ouders, die ze weer van hun ouders hebben.’

Ramnath ziet zichzelf niet als gelovige, maar hij snapt wel waar die animositeit vandaan komt. ‘Ik ben ook kritisch over de islam, wat overigens niet – even voor de duidelijkheid – betekent dat ik tegen moslims ben. Pakistan is een terroristenland, maar lang niet alle moslims zijn terroristen, natuurlijk. Ik vind dat moslims en hindoes in India een vreedzame oplossing moeten zoeken voor elkaar.’

* Kamla Sitaram is een pseudoniem. Ze wil niet onder haar eigen naam in de media verschijnen.

Netanyahu beschuldigt Internationaal Strafhof van Jodenhaat

1

De Israëlische minister-president Benjamin Netanyahu heeft het Internationaal Strafhof in Den Haag van antisemitisme beschuldigd. Reden van zijn beschuldiging: het strafhof wil een onderzoek doen naar Israëlische oorlogsmisdaden in de Palestijnse gebieden.

Netanyahu deed zijn uitspraken afgelopen zondag tijdens het chanoekafeest bij de Klaagmuur in Jeruzalem. ‘Nieuwe decreten worden uitgevaardigd tegen het Joodse volk. Antisemitische decreten van het Internationaal Strafhof, die ons vertellen dat wij Joden, die bij deze muur staan… in deze stad, in dit land, niet het recht hebben om hier te wonen. En omdat we dit wel doen plegen we een oorlogsmisdaad.’

Afgelopen vrijdag kondigde de hoofdofficier van justitie, Fatou Bensouda, aan dat hij een onderzoek gaat starten tegen de oorlogsmisdaden die Israël zou hebben gepleegd op de Westbank, Oost-Jeruzalem en de Gazastrook. Volgens Netanyahu laat het Internationaal Strafhof zich leiden door ‘puur antisemitisme.’

Israël lijfde in 1967 de Westbank en Oost-Jeruzalem in. Uit de Gazastrook heeft Israël zich in 2005 volledig teruggetrokken, maar het Israëlische leger voert nog regelmatig bombardementen uit tegen Hamas-strijders in dit gebied.

India: regering maakt video om protest tegen ‘anti-moslimwet’ te sussen

0

De Indiase regeringspartij BJP heeft een animatiefilmpje gemaakt met daarin twee bebaarde mannen in traditioneel islamitische kledij. De twee zeggen dat de nieuwe ‘anti-moslimwet’ helemaal niet tegen moslims is gericht.

Sinds twee weken zijn er door heel India protesten tegen de controversiële Citizenship Amendment Bill. Die wet maakt het makkelijker voor migranten die hindoe, sikh, jaïnist of christelijk zijn om een verblijfsstatus te krijgen. Moslims worden niet genoemd in de wet.

Critici geloven dat de ‘hindoe-nationalistische’ regering van premier Narendra Modi en zijn BJP-partij van moslims tweederangs burgers willen maken. De meerderheid van de meer dan 1 miljard Indiërs is hindoe, maar er woont een aanzienlijke minderheid van bijna 200 miljoen moslims in het land.

Bij de protesten zijn vanwege hard optreden van de politie minstens 25 doden gevallen, meldt Al Jazeera. Om de onrust te bezweren heeft de BJP nu een korte animatievideo gemaakt. Daarin zien we twee geanimeerde ‘moslims’ die betogen dat zij niet worden gediscrimineerd.

Het zijn allemaal spookverhalen, aldus de figuren in de video. De BJP-regering zegt dat de Citizenship Amendment Bill juist een geste is naar vervolgde minderheden uit andere landen die asiel willen aanvragen in India.

Het filmpje maakt deel uit van een bredere campagne om het Citizendship Amendment Bill te verkopen aan het publiek. De BJP heeft belooft contact op te nemen met 30 miljoen families over de wet en landelijke bijeenkomsten te houden.

Zondag zei premier Modi in een toespraak dat moslims zich ‘helemaal geen zorgen hoeven te maken’ over de nieuwe wet. Hij beschuldigde de oppositiepartijen, die tegen de wet zijn, ervan het land in een collectieve ‘angstpsychose’ te hebben gestort. ‘Ze proberen alles om de macht af te pakken.’

Van kugel naar tajine: Chanoeka in Marokko

1

Rabbi Levi Banon en zijn vrouw Chana Banon vieren dit jaar voor de elfde keer Chanoeka in Marokko. In een hotel in Casablanca staken zij zondag de eerste kaars aan van de chanoekia (de achtarmige kandelaar), in het gezelschap van ongeveer zeshonderd andere Marokkaanse joden.

De Banons waren niet de eerste joden die als shluchim (afgezanten) naar Marokko verhuisden. De Chabad, een ultraorthodoxe, chassidische beweging waar zij deel van uitmaken, kreeg voet aan de grond in Noord-Afrika in de jaren vijftig, toen de joodse gemeenschap in Marokko nog 350.000 mensen telde.

Sinds het ontstaan van de staat Israël in 1948 is de Marokkaans-joodse gemeenschap echter in rap tempo gedecimeerd. Tegenwoordig wordt de joodse gemeenschap geschat op minder dan drieduizend mensen. Toch besloten rabbi Levi en zijn vrouw in 2008 te verhuizen naar het islamitische land, om zo bij te dragen aan het versterken van de gemeenschap en de filosofie van de Chabad-beweging te verspreiden. De familie vestigde zich in Casablanca, waar de meerderheid van de Marokkaanse joden woont.

Chanoeka in een islamitisch land

In het luxe Barcelo Anfa hotel in Casablanca komen deze Marokkaanse joden dit jaar samen om Chanoeka te vieren. In de gang van het hotel staat een grote opblaas-chanoekia, er worden kleine kandelaren verkocht en bedienden brengen de traditionele sufganiyot (jamdonuts) rond. Het is een avond vol activiteiten. Een kinderkoor treedt op, een goochelaar geeft een show en natuurlijk wordt de eerste kaars van de grote chanoekia aangestoken.

De joden vieren tijdens Chanoeka de herovering van de Tweede Tempel in Jeruzalem. Om de tempel opnieuw in te wijden werd een olielamp gebrand, maar de lamp bevatte slechts genoeg olie voor een dag en de olie zou niet op tijd bijgevuld kunnen worden. Wonder boven wonder bleef de lamp toen acht dagen branden, aldus het verhaal, en doofde pas toen er nieuwe olie was. Daarom duurt Chanoeka acht dagen.

‘In mijn ervaring is Marokko hét voorbeeld van hoe joden en moslims samen kunnen leven’

‘Chanoeka en Purim zijn voor Chabad de grootste evenementen’, vertelt Banon. In andere grote steden, van Parijs tot Sydney, wordt Chanoeka gevierd met een grote chanoekia in het centrum van de stad, maar in een islamitisch land als Marokko kan dat niet. ‘Dat is het grootste verschil tussen andere landen en Marokko. Hier moet de Chanoekia binnen staan.’ Maar voor Banon maakt dat weinig uit. ‘Het blijft een geweldig feest en ieder jaar komen we hiervoor bij elkaar.’

Van Brooklyn naar Casablanca

Voor rabbi Levi was de keuze om naar Marokko te verhuizen snel gemaakt. Levi Banon is geboren in Marokko, maar verhuisde op driejarige leeftijd naar Canada en groeide op in Montreal. ‘Mijn vader was hier rabbi en is nu rabbi in Montreal. Daarnaast was dit de eerste vestiging van Chabad. Ik heb een persoonlijke connectie met het land, en Chabad heeft die connectie ook.’

Voor Chana Banon, de vrouw van rabbi Levi, was de verhuizing een stuk minder vanzelfsprekend. Chana is Asjkenazisch en groeide op in Brooklyn in New York, waar één van de grootste joodse gemeenschappen in de wereld zich gevestigd heeft.

‘Het was geen makkelijke overgang voor haar. Er zijn veel culturele verschillen, maar het was een mooie uitdaging en ze heeft zich er doorheen gesleept’, vertelt Banon. Tegenwoordig kookt Chana tijdens Rosh Hashana (joods nieuwjaar) vistajine in plaats van kugel (een zoet nagerecht van pasta of aardappelen) en spreekt ze vloeiend Frans en Arabisch.

‘Mensen verwachten altijd dat jood-zijn in een islamitisch land heel moeilijk is, maar dat is helemaal niet zo’, zegt Banon. ‘Iedereen hier is gastvrij, mensen zijn vriendelijk en het maakt hen eigenlijk niet uit of ik joods of moslim ben.’

Volgens Banon kunnen andere landen nog veel leren van hoe Marokko met zijn joodse gemeenschap omgaat. ‘Marokko is een land waar mensen opzoek gaan naar overeenkomsten in plaats van verschillen. En dan kom je erachter dat we eigenlijk best wel veel met elkaar gemeen hebben. Zowel de joodse cultuur als de joodse religie lijken op de islamitische.’

‘Bijzonder hè, dat er mensen zijn die naar Marokko verhuizen om aan antisemitisme te ontsnappen?’

Toch betekent dat niet dat de Banons nergens mee worstelen. Vooral het verschil in ontwikkeling tussen de Verenigde Staten of Canada en Marokko is een uitdaging waar rabbi Levi nog steeds tegenaan loopt. ‘Marokko is minder modern, maar het is het waard.’

Bij aankomst kijken de afgezanten van de Chabad altijd als eerste naar wat de gemeenschap nodig heeft en welke faciliteiten er ontbreken. In de meeste gevallen zijn dat orthodoxe scholen en synagogen. Tot Banons verbazing was dat in Casablanca niet nodig.

‘Deze kleine joodse gemeenschap heeft 22 synagogen, kan je dat geloven? We gingen daarom kijken naar wat er wel nodig was. Toen bleek dat er vooral extra curriculaire activiteiten nodig waren voor zowel kinderen als volwassen.’ De Chabad in Casablanca organiseert nu onder andere zomerkampen en bijlessen.

Toekomst van de joodse gemeenschap in Marokko

Ondanks de hechte gemeenschap in Casablanca neemt het aantal joden in Marokko nog steeds af. Veel joods-Marokkaanse jongeren verhuizen naar Israël voor een opleiding, betere kansen en om aan antisemitisme te ontsnappen.

Rabbi Levi zegt zelf weinig antisemitisme te ervaren. Toch toont een recent onderzoek van onderzoeksinstituut ADL aan dat 80 procent van de Marokkaanse volwassenen gelooft in antisemitische stereotypen. Het is niet ongebruikelijk dat boekenwinkels Mein Kampf verkopen. Ook heeft de steun voor de Palestijnse zaak onder Marokkanen een negatief effect op de houding tegenover de joodse gemeenschap.

Volgens Roy Mittelman, deskundige op het gebied van de Joodse gemeenschap in Marokko en hoogleraar aan het City College in New York, ligt het percentage van het ADL-onderzoek te hoog. Hij gelooft dat het antisemitisme in Marokko minder sterk is. ‘In mijn ervaring is Marokko hét voorbeeld van hoe joden en moslims samen kunnen leven. Er is een lange geschiedenis van wederzijds respect.’

‘Sommige mensen zeggen dat er over een paar jaar geen joden meer zullen zijn in Marokko, omdat er veel jongeren vertrekken. Maar ik kan mij niet voorstellen dat de Joodse gemeenschap helemaal verdwijnt. De gemeenschap is al zo lang een integraal onderdeel van Marokko en het leven in Marokko. Het zou ontzettend zonde zijn als dit verdwijnt.’

Banon denkt dat er voor altijd een vorm van joodse aanwezigheid in Marokko zal blijven bestaan. ‘Ik ben God niet, ik kan niet in de toekomst kijken. Het is mogelijk dat er uiteindelijk helemaal geen joden meer in Marokko wonen, maar ik denk dat er wel altijd joodse aanwezigheid zal blijven. Zoveel joden hebben hun roots hier, er is hier zoveel joodse geschiedenis, joden zullen Marokko altijd blijven bezoeken om dat te zien.’

Ook Banon erkent dat jongeren vertrekken, maar hij benadrukt dat er ook joden naar Marokko emigreren. Volgens Banon gaat het vooral om Franse joden die Frankrijk vanwege antisemitisme ontvluchten. Vorig jaar nam het aantal antisemitische incidenten in Frankrijk met 74 procent toe. ‘Bijzonder, hè. Dat er mensen zijn die naar Marokko verhuizen om aan antisemitisme te ontsnappen?’

Via evenementen als het Chanoeka-feest hoopt de Chabad meer Joodse mensen naar Marokko te trekken. ‘We zijn een hechte gemeenschap en ik hoop dat meer Joden hier deel van willen uitmaken in de toekomst.’

Ik wens Nederland voor 2020 een dialoog zonder eind

1

Vandaag ben ik 35 geworden. Moge Allah me nog vele jaren van geluk, gezondheid en voorspoed geven met familie, vrienden, kennissen en collega’s. In deze column wil ik kort terugkijken en de balans opmaken.

Wat heeft 35 jaar Nederland mij opgeleverd? En nog veel belangrijker: wat heeft Tayfun in die 35 jaar aan Nederland gegeven en wat heeft hij nog meer voor ons in petto in 2020?

35 is niet zomaar een leeftijd. Toen mijn vader 35 was had hij al drie kinderen, was hij geëmigreerd naar een ander land én was hij in bezit van een eigen huurwoning. Een migrantenkind dient minstens de eigen ouders te evenaren, en het liefst te overtreffen.

Dat betekent sowieso een goede baan, niet het schoonmaakwerk waar de gastarbeiders voor waren gekomen. Daarna gelijk trouwen, zo veel mogelijk kinderen op aarde brengen, woningen kopen in Nederland, het land van herkomst en zelfs in Amerika. The sky is the limit!

Dat is mijn geval dus faliekant misgelopen. Van de eerste Balcik die trots naar de universiteit ging, en droomde van een baan bij de VN of de NAVO, werd ik de werkeloze Turkse landverrader. Altijd maar klagen over de eigen gemeenschap, terwijl exact dezelfde gemeenschap mij onvoorwaardelijk lief had en mij in mij levensbehoeften voorzag en nog steeds ten dele voorziet. Hoe ondankbaar kan je zijn?

En dan de ontvangende samenleving. De Hollanders. Die kwam ik eigenlijk pas na zeventien jaar tegen op de HBO-geschiedenisopleiding aan de Amsterdamse Wibautstraat. Daarvoor kende ik eigenlijk alleen maar Turkse en Marokkaanse Nederlanders in Amsterdam Oud-West en Nieuw-West.

De Hollanders, ja die waren anders. In taalgebruik, gedachten en eten. Wezensvreemd aan de urban getto-mentaliteit, maar daarom ook zo interessant. Ik moest wennen. Mij aanpassen. Maar het lukte nooit helemaal.

Van de eerste Balcik die trots naar de universiteit ging werd ik de werkeloze Turkse landverrader

En waarom zou ik überhaupt moeten integreren? Ik ben toch een Nederlander? Dat klopt.

Nederlanders, dat zijn ook mensen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst. Nederland is van ons allemaal. Maar niet alle Nederlanders willen dat. Want wat de boer niet kent, dat vreet hij niet, luidt een oer-Hollands spreekwoord. Maar ons lusten ze rauw. We moeten integreren of opdonderen.

Dan kan je zeggen: ‘Pleur zelf op, ik heb geen boodschap aan wat die kaaskoppen vinden.’ Je hebt natuurlijk het volste recht om dit te zeggen, maar heel constructief is dit niet. Uiteindelijk moeten we namelijk allemaal door diezelfde Nederlandse deur.

Dus hierbij mijn visie voor 2020 en de komende 35 jaar. En ja, die is niet zo anders dan de weg die ik samen met anderen heb ingeslagen sinds 2015, toen het vredesproces tussen Turkije en de PKK was mislukt.

Hoe luidt die visie van mij? Heel eenvoudig: ‘Dialoog, dialoog en nog eens dialoog.’

Ik wens Nederland, vrij naar de beroemde historicus Pieter Geyl, een dialoog zonder eind. Want Nederland is gesegregeerd, op cultureel gebied en in sociaaleconomische zin. Deze kloof moet echt worden gedicht.

Hoe we dat gaan doen? Daar moeten we dus gezamenlijk invulling aan geven. En dat bereik je met dialoog. Niet iedereen staat hierom te springen. Maar dat hoeft ook niet. Het is alleen belangrijk te beseffen dat er meerdere wegen naar Rome leiden. En zoals een wijs man ooit zei: ‘Als we elkaar niet kunnen vasthouden, dan moeten we leren elkaar los te laten.’

Fijne feestdagen en een geloegloeg nieuwjaar!

‘Erdogan vraagt aanhangers op te klimmen binnen Europese overheden’

1

Erdogan heeft zijn aanhangers vorige week met klem verzocht om belangrijke functies te bemachtigen binnen overheden van Europese landen, meldt Nordic Monitor.

De Turkse president zou dit hebben gezegd tijdens een vergadering in Genève met vertegenwoordigers van de Union of International Democrats (UID), een internationale lobbygroep gelieerd aan de Turkse AKP-partij. Erdogan zou daarbij de hulp van de Turkse overheid hebben toegezegd.

Tientallen Turkse Europeanen waren aanwezig bij de door de AKP georganiseerde UID-workshop, zegt Nordic Monitor, maar ook een aantal Turkse ministers. De UID bestaat sinds 2004 en zit in zeventien Europese landen, waaronder Nederland.

Nordic Monitor is een website van de Turks-Zweedse onderzoeksjournalist Abdullah Bozkurt. Eerder dit jaar gaf hij dit interview aan de Kanttekening: ‘Erdogan kan zijn koers niet langer volhouden.’

Separatisten Westelijke Sahara dreigen met oorlog tegen Marokko

0

De onafhankelijkheidsbeweging in de Westelijke Sahara, Polisario, dreigt met een oorlog tegen Marokko.

Polisario stelt dat een oorlog misschien wel de enige oplossing is voor het conflict met Marokko om de Westelijke Sahara. In het Spaanse blad El Salto Diario meldt Mohamad el-Ouali Akeik, de leider van Polisario, dat ‘de gewapende strijd niet is uitgesloten’.

Een groot deel van het Afrikaanse continent zal meegezogen worden in zo’n oorlog, waarschuwt Akeik. Marokko’s buurland Algerije heeft in het verleden meermalen steun uitgesproken voor een onafhankelijke Westelijke Sahara.

Polisario heeft als doel een eigen staat te creëren voor de oorspronkelijke bewoners, aangeduid als Sahrawi. Voorman Akeik wil de bewoners van de Westelijke Sahara via een referendum de vraag voorleggen of het land onafhankelijk moet worden, maar Marokko weigert dit vooralsnog.

Polisario heerst nu over een klein deel van de Westelijke Sahara, waar de Arabische Democratische Republiek Sahara (ADRS) is uitgeroepen. Deze staat wordt door 45 landen erkend. De ADRS eist het gezag in de gehele Westelijke Sahara op.

Van 1884 tot 1975 was de Westelijke Sahara een Spaanse kolonie. Na de dood van de Spaanse dictator Franco werd het gebied door de Marokkaanse koning Hassan II ingelijfd, een jaar later riep Polisario de onafhankelijkheid uit. Tot 1991 is er om de Westelijke Sahara gevochten. Sindsdien heerst er een wapenstilstand.

Kolonialisme was ‘grote fout’, aldus Franse president Macron

0

Volgens de Franse president Emmanuel Macron was het kolonialisme ‘een fout’ van Frankrijk. Dit verklaarde hij zaterdag tijdens een staatsbezoek in Ivoorkust, melden Franse media.

Emmanuel Macron was dit weekend in Ivoorkust om de betrekkingen tussen de landen aan te halen. Ivoorkust was tot 1960 een Franse kolonie.  ‘Ik behoor tot een generatie die niet van kolonisatie is’, sprak de Franse president tijdens zijn toespraak in hoofdstad Abidjan.

Macron zei dat velen denken dat Frankrijk trots kijkt naar het koloniale verleden, maar hij verklaarde dat dit een ‘grote fout’ was van de Franse Republiek. Hij riep op tot een nieuw hoofdstuk in de relatie tussen Frankrijk en haar voormalige Afrikaanse koloniën.

In de 19e en 20e eeuw bezat Frankrijk één van de grootste koloniale rijken ter wereld, met vooral West-Afrikaanse landen als Marokko, Ivoorkust en Senegal. Nog steeds telt het Franse rijk zestien kolonies wereldwijd.

Macron sloot zijn toespraak af met de wens ‘dat dit jonge Afrika instemt met een vruchtbare vriendschapsrelatie met een nieuw Frankrijk.’

‘Met gesegregeerd onderwijs is de samenleving niet gediend’

1

Tolerantie en gelijkheid leken zulke Nederlandse waarden. Maar de afgelopen decennia neemt de segregatie in de maatschappij en op scholen toe. Zwarte en witte scholen zijn een veelvoorkomend fenomeen. Filosoof Kees Vuyk schrijft erover in zijn recente boek De feilbare mens. ‘We zijn in veel opzichten harder geworden.’

Zijn ouders hebben alleen lagere school, net als zijn familieleden van toen. Voor Kees Vuyk (1953), een late babyboomer, waren er in de snel groeiende naoorlogse welvaart veel meer kansen. Hij volgde het gymnasium en bezocht daarna de universiteit. Een paar generaties verder is deze opwaartse onderwijsmobiliteit in de meeste autochtone families voltooid.

Dit heeft grofweg twee groepen tot gevolg, stelt filosoof Vuyk in Oude en nieuwe ongelijkheid, dat in 2018 bekroond werd met de Socratesbeker voor het beste filosofieboek. Het gaat hier om de hoogopgeleiden en de achterblijvers, twee groepen die steeds minder contact met elkaar hebben. Ze richten hun vrije tijd anders in, kijken naar andere programma’s en hebben eigen interesses.

Ook in zijn vorige maand verschenen boek De feilbare mens gaat Vuyk in op de ongelijkheid tussen deze twee groepen. Het fenomeen van zwarte en witte scholen is hierop terug te leiden, waarbij er lange tijd vanuit werd gegaan dat wit staat voor hoogopgeleid en zwart voor laagopgeleid – al begint daarin iets te veranderen.

Waarom is er sterke segregatie op scholen in grote steden?

‘Dat heeft te maken met de keuze van ouders en de vrijheid van onderwijs. Hoogopgeleide ouders maken vaak een weloverwogen keuze voor een bepaalde school of type onderwijs. Ze willen voor hun kinderen net als voor zichzelf een goede positie in de samenleving. Dat doen ze door de juiste school te kiezen, bijlessen en examentrainingen te kopen en hun kind te helpen bij ingewikkelde schoolopdrachten. Lager opgeleide ouders hebben niet zo’n uitgesproken toekomstambitie voor hun kinderen. Zij kiezen een school vaak omdat hij makkelijk bereikbaar is.

‘Migrantenkinderen hebben gemiddeld geen gelijke kans vergeleken met witte kinderen’

Daar komt bij dat de meeste ouders voor een school met ouders en kinderen kiezen waarin ze zich herkennen. Hoogopgeleiden, vaak witte ouders, zijn geneigd om hun kinderen op een witte school te plaatsen. Lager opgeleide ouders, al dan niet met een migratieachtergrond, komen bij de zwarte school in de buurt terecht – die vaak minder goed is.’

Twintig jaar geleden gebeurde het regelmatig dat hoogopgeleide ouders met een groepje naar een zwarte school in de buurt gingen. Dat hoor je nu bijna nooit meer.

‘Het aantal mensen met een niet-westerse migratie-achtergrond in de steden nam toe, daardoor nam de acceptatie af. Twintig jaar geleden was onze samenleving idealistischer en toleranter, we zijn in veel opzichten harder dan toen. Dat komt ook door de economie. De competitiementaliteit is sterker geworden. Ook in het onderwijs. Kinderen van hoogopgeleiden moeten naar de beste scholen want ze moeten presteren. We knokken voor een hoog inkomen, de beste posities, een mooi huis. Op de juiste sportclubs leer je contact leggen met goede milieus.

Wat heb je aan vrienden uit een achterstandsmilieu? Allemaal ballast. Je kunt beter iemand leren kennen die ook de dochter van een dokter of advocaat is. Er is geen sterk geluid meer dat het ook anders kan. De wens bij ouders om kinderen gemengd naar school te laten gaan, sluimert vast nog wel ergens. Maar die wordt overstemd door andere motieven die de overhand hebben.’

Je hoort hoogopgeleide ouders vaak zeggen dat het gaat om het onderwijsmodel of zelfontplooiing.

‘Maar ondertussen worden er op die scholen ranglijsten opgesteld, alles wordt gemeten en bekend gemaakt. Welke scholen hebben de hoogste cito-score, hoeveel leerlingen stromen door naar havo en vwo? Je ziet het ook aan de universiteit. Studenten willen allemaal een bestuursbaantje, een stage, een extra studie. Is dat zelfontplooiing? Nee, dat is allemaal voor het cv. Ze zijn zo bang om economisch te falen. Ze denken in winners en losers en willen geen mislukkeling zijn.’

Geldt dat ook voor de laagopgeleide ouders?

‘De lagere en middengroepen zijn ook bezorgd. Terecht, want ze zitten vaak in de verdrukking. Van de huidige groei van de economie merken ze weinig. Qua bestedingspatroon zitten ze al heel lang op de nullijn, of zelfs daar beneden. Maar zij schroeven hun ambitie niet op. In plaats daarvan haken ze af en geloven niet meer dat een goede opleiding voor hun kinderen belangrijk is.

‘Houd kinderen van verschillende niveaus en achtergronden zo lang mogelijk bij elkaar’

Er is nog een ander aspect. Er is een soort afroomeffect geweest. Autochtonen hebben hun opleidingsplafond bereikt, gemiddeld neemt hun niveau niet meer toe. Het in gescheiden groepen leren en leven van hoog- en laagopgeleiden heeft gevolgen. Leervermogen, intelligentie is erfelijk. Slimme mensen ontmoeten vooral slimme mensen en worden samen slimme ouders. Die krijgen meestal slimme kinderen. Het omgekeerde is ook het geval. Laagopgeleide mensen ontmoeten laag opgeleiden en krijgen kinderen die minder intelligent scoren.

Het komt nog wel eens voor dat er in de autochtone middengroep kinderen met meer intellectuele begaafdheid bijkomen, maar die kans is kleiner dan vroeger. Bij migrantengroepen is dit overigens niet het geval, die staan nog maar aan het begin van de ladder van sociale stijging. Dáár zitten op dit moment de slimme kinderen die door onderwijs maatschappelijk enorm gaan stijgen.’

Krijgen zij die kans wel? Anders dan de babyboomers zitten ze vaker op zwakke scholen.

‘Kinderen uit migrantengezinnen hebben gemiddeld genomen geen gelijke kans om vooruit te komen vergeleken met witte kinderen. Ouders met een migratieachtergrond kennen de Nederlandse schoolcultuur vaak niet goed. Ze kiezen zwakke buurtscholen waar al die slimme blanke kindertjes waarop ze kunnen meeliften, niet op zitten.’

Maar er ontstaat toch ook een gekleurde bovenklasse?

‘Zeker. En dat brengt een nieuw fenomeen met zich mee. De grote kloof tussen hoog- en laagopgeleide Nederlanders kan óók ontstaan in de migrantengemeenschappen. Mijn ongunstigste scenario is dat de slimme kinderen met Turkse en Marokkaanse wortels wel opgenomen worden in de samenleving en een goede baan krijgen, maar alle anderen juist achterblijven. Hogeropgeleide migranten en autochtonen vormen al steeds meer één groep.’

Vormen die lager opgeleide migranten op dezelfde manier één groep met lager opgeleide autochtonen?

‘Ik ben bang dat daar problemen ontstaan. Deze twee groepen moeten met elkaar concurreren. Er zijn te weinig betaalbare woningen. Banen met vastigheid, sociale voorzieningen en een goed pensioen worden schaarser. De weinige mogelijkheden die er zijn gaan wellicht eerder naar autochtone laagopgeleiden omdat die de taal en cultuur beter kennen. Er is ook discriminatie. Particuliere woningbezitters, waar steeds meer gezinnen op zijn aangewezen, verhuren minder snel aan mensen met een Arabische naam.’

‘Waarom zeggen we niet: het moet afgelopen zijn met die zwarte en witte scholen?’

Hebben hoogopgeleide ouders een verantwoordelijkheid om een minder segregerende schoolkeuze te maken?

‘Ouders die een school kiezen denken ‘hoe meer gelijkvormigheid, hoe beter het is voor onze kinderen’. Het kan best zijn dat je als individu gelukkiger bent tussen gelijkgestemden. De vraag is alleen of de samenleving gediend is bij gesegregeerd onderwijs. Ik denk het niet.

In mijn nieuwe boek De feilbare mens doe ik een voorstel voor middenscholen: houd kinderen van verschillende niveaus en achtergronden zo lang mogelijk bij elkaar. Dat hoeft niet bij wiskunde, maar wel bijvoorbeeld bij een vak als maatschappijleer. Het wordt pas echt interessant als gymnasiasten en vmbo’ers samen discussiëren. Zo begrijpen ze hun toekomstige maatschappij beter. Ik denk daarom dat we moeten nadenken over het inperken van de vrije schoolkeuze. We hebben sinds kort een vrouwenquotum in de top van grote bedrijven.

Waarom zeggen we niet: het moet afgelopen zijn met die zwarte en witte scholen? Scholen moeten aan bepaalde quota voldoen en zo verplicht mengen. Artikel 23 van de Grondwet, de vrijheid van onderwijs, mag niet betekenen dat we ons neerleggen bij segregatie.’

Is er niet gewoon een nieuwe vorm van verzuiling?

‘De verzuiling had niets met intellect en huidskleur te maken. Eigenlijk bracht het uiteenlopende groepen juist bij elkaar. In de katholieke zuil zaten arbeiderskinderen bij de kinderen van de dominee en de notaris in de klas. Ze leerden verschillende milieus kennen. In het dorp waar ik opgroeide gingen alle mensen op zondag naar de kerk. Aan die diversiteit is na de verzuiling steeds meer een eind gekomen. Plekken waar mensen uit verschillende milieus op een vanzelfsprekende manier bij elkaar komen, zijn er veel minder.’

Wat zochten wij eigenlijk in Afghanistan?

1

Herinnert u het zich nog? Die fraaie foto van premier Jan Peter Balkenende en minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer in Washington in 2003, samen met George Bush? Stralend als brave schooljongetjes die net een pluim gekregen hebben van de rector?

Die pluim: die was omdat zij zich na lang mitsen en maren achter de invasie in Irak hadden geschaard. Nee, niet militair – in dat opzicht bleef de Haagse bijdrage toen beperkt tot het beheer van een afgelegen provincie die voornamelijk uit onbewoonbare woestijn bestond – maar politiek.

En ofschoon ook bij Irak onduidelijk was hoe de Amerikanen er ooit weer met goed fatsoen weg zouden kunnen komen – of beter gezegd: al snel duidelijk werd dat dat eigenlijk niet met goed fatsoen zou lukken – deed Nederland actief mee met die andere oorlog van de Amerikanen in de regio. Met de als antwoord op 9/11 bedoelde, of tenminste als zodanig gepresenteerde, operaties in Afghanistan. Eerst in Uruzgan, dan in Kunduz.

Ook dat ging met hangen en wurgen, werd met veel voorwaarden omkleed, bij voorkeur met tal van voor een echte oorlogssituatie tamelijk irreële doelstellingen. Dat was, zoals hier al vaker is betoogd, nodig om het Nederlandse publiek mee te krijgen.

Nu ‘blijkt’ het allemaal voor niets te zijn geweest. Een recent na drie jaar procederen door the Washington Post in handen gekregen federaal rapport windt er geen doekjes om: men is in de achttien jaar dat Amerika inmiddels in Afghanistan is geen stap verder. 2.400 soldaten zijn voor niets gesneuveld. De Amerikaanse bevolking is daaromtrent sinds 2002 ‘constant voorgelogen’.

En waarom men er zat? Ook dat was al na een paar maanden onduidelijk geworden. En wie de vijand was, wie ‘goed’ was en wie ‘fout’: in Washington had men al snel eveneens geen flauw idee meer. Dat gold overigens al voor de vraag hoe je eigenlijk een Talibanstrijder van een eerzaam burger kon onderscheiden. Een baard en een geweer dragen ze immers ginds allemaal.

Het herinnerde mij aan een scene uit de film Apocalypse Now (1979) over de Vietnamoorlog – die andere Amerikaanse oorlog waar maar geen einde aan kwam totdat Amerika met de staart tussen de benen vertrok. In die scène belandt de hoofdfiguur, een militaire rambo van de gangbare Hollywoodsoort, op een plantage in de oerwouden van Cambodja. De Franse eigenaar ervan voegt hem tijdens een kort gesprek toe: ‘Jullie Amerikanen hebben geen flauw idee in wat voor land jullie bezig zijn.’ Dat geldt in Irak en Afghanistan opnieuw.

De oorlog in Afghanistan was al vele jaren aan de gang, toen tijdens een militair stafoverleg op een flapover een diagram verscheen, dat alle relaties tussen stammen en problemen uitbeeldde. Het was een onnavolgbaar ingewikkeld tableau van pijltjes in vele kleuren, dat een van de generaals cynisch deed opmerken: ‘Als we dit schema snappen, hebben we de oorlog vanzelf gewonnen.’

Nederland kon bij onvoldoende meegaandheid zijn plaatsje aan de G20-toptafels vergeten

En Nederland? Ook ons leger heeft 25 soldaten zien sneuvelen. Dat zijn er veel minder dan 2.400, maar toch. Wat hebben we bereikt, behalve het ‘opleiden’ en bewapenen van politiemensen die vervolgens vrolijk bewapend naar de vijand overliepen?

Het zorgt voor ongemak in Den Haag, maar tot nu toe bleef de reactie beperkt tot die van ex-Defensieminister Eimert van Middelkoop, die in Nieuwsuur verkondigde dat beweren dat het allemaal voor niets was, ‘een verkeerde vorm van cynisme’ zou zijn. Wat een goede vorm van cynisme zou zijn, legde hij helaas niet uit.

Dat ik het woordje ‘blijkt’, zes alinea’s hiervoor, tussen aanhalingstekens heb geschreven komt omdat dat al veel eerder gebleken was, of tenminste had kunnen blijken. Voldoende ter plekke ingevoerde journalisten hadden in een vroeg stadium de hopeloosheid van de militaire missies aangekaart – zowel de Amerikaanse, als de daarbij behulpzame Nederlandse. Net als in Washington bleven ook in Den Haag de verantwoordelijke bewindspersonen toen volhouden dat we ginds nuttig bezig waren en het toch echt de goede kant uitging.

Zelf heb ik daar tien jaar terug ook regelmatig kritische kanttekeningen bij geplaatst. Veelzeggend: toen ik in die tijd eens bij een forumdiscussie generaal Dick Berlijn tegenkwam, stapte hij meteen op mij af en zei: ‘U heeft volkomen gelijk – maar wat moeten we dan?’

Ja, wat moeten we dan? Een belangrijke reden dat ook Nederland het alsmaar bleef volhouden, en bleef volhouden dat het best goed ging, was omdat men anders tegenover de nabestaanden van de gesneuvelden moest toegeven dat die voor niets gesneuveld waren. En hoe meer dat er zijn, hoe moeilijker dat wordt.

Mede daarom duurde ooit de Eerste Wereldoorlog ook zo lang: capituleren voor de op verlies staande partij betekende erkennen dat al die miljoenen doden voor niets waren geweest – en dat had de politici en generaals de kop gekost. Dus smeten die laatsten er maar weer tienduizend man extra tegenaan, om dat ene heuveltje te veroveren waarmee dan toch echt, echt, écht de doorbraak zou komen.

En een andere reden had weinig met Afghanistan zelf uit te staan. Dat is een politieke: Nederland meent zich niet te kunnen veroorloven steeds ‘nee’ tegen Amerikaanse verzoeken om militaire assistentie te kunnen zeggen. Dat heeft namelijk al snel economische repercussies. Nederland kon bij onvoldoende meegaandheid zijn plaatsje aan de G20-toptafels vergeten.

Zoals de toenmalige Nederlandse VN-ambassadeur Boudewijn van Eenennaam erkende: wij deden het vooral voor de handel. In ruil voor militaire toezeggingen stroomden vanuit Washington de interessante orders voor het Nederlandse bedrijfsleven binnen.

Dat hebben 25 dode Nederlandse soldaten in elk geval dus opgeleverd, om van alle zinloze Afghaanse slachtoffers te zwijgen. De een z’n brood is immers de ander z’n dood, zoals een goed oud-Hollands spreekwoord luidt. Maar dat vindt Van Middelkoop vast cynisme van de foute soort.