13.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 771

Op familiebezoek in Marokko of Turkije? Voor velen nog even niet

1

Veel Nederlanders met een biculturele achtergrond gaan dit jaar niet op familiebezoek naar bijvoorbeeld Turkije of Marokko. Door de coronacrisis durven of mogen ze nog niet. Hoe voelt dat? We vroegen het, op anderhalve meter afstand, aan voorbijgangers in hartje Rotterdam.

Veel mensen zijn bezorgd over hun ouders in het buitenland. Damla (22) kon tot recent haar oma en opa in Turkije niet bezoeken. Sinds vorig weekend mogen Nederlanders weer naar Turkije, maar Damla durft het nog niet aan. ‘Het is voor hun eigen bestwil. Of nu even een jaartje hen niet zien of heel, heel lang niet, omdat ze er niet meer zijn.’

‘Mijn grootmoeder in Marokko is 85 en het gaat niet zo goed met haar. Ik ben bang dat ik haar nooit meer zie én dat ik niet bij de begrafenis kan zijn,’ zegt Esmaa*, een jonge Marokkaans-Nederlandse vrouw. Marokko kent een noodtoestand en een bijbehorend vliegverbod tot in ieder geval 10 juli.

Kawtar, een generatiegenoot van Esmaa*: ‘Mijn oma dementeert. Ze wordt onrustig van videobellen, want dat snapt ze niet meer. Als ze mensen lang niet ziet, dan vergeet ze hen. Ik ben bang dat ze me niet meer herkent als ik niet snel naar Marokko kan reizen. Hoe langer we wegblijven, hoe groter de kans dat ze niet meer weet wie we zijn. Heel verdrietig, ook voor haar.’

Het idee dat je iemand kunt besmetten en jezelf dit niet kunt vergeven, speelt nogal binnen de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap, vertelt opiniepeiler Aziz el Kaddouri van het Opiniehuis. Hij heeft er al velen over gehoord, maar het is niet de enige reden waarom mensen niet naar Marokko durven als het na 10 juli eventueel weer mondjesmaat mag.

‘Stel je voor dat er een tweede besmettingsgolf komt. Wat dan? Weer een lockdown? Dat vormt een risico voor oudere mensen, maar ook voor jongeren. Qua afstand is Marokko ver weg. Je moet vliegen, of met de auto en de boot. Hoe moet dat met je werk, je financiële verplichtingen? Voor veel mensen in Marokko was de lockdown een complete verrassing.’

Nederland was ongeveer twee weken eerder op slot gegaan. ‘In Marokko had je meer vrijheden. Daarom zijn sommige mensen willens en wetens snel naar dit land afgereisd.’ Maar El Kaddouri vindt dat je dit deze reizigers niet moet nadragen. ‘Iedereen heeft recht op repatriëring. Wie terug wil, moet terug kunnen komen.’

De situatie in Marokko

Sinds medio maart zaten tenminste drieduizend Nederlanders, waaronder velen met een Marokkaanse achtergrond, vast in Marokko. Pas in eind april landde de eerste repatriatievlucht vanuit Marokko in Nederland, waarna andere vluchten mondjesmaat volgden.

‘Maar mijn vader zit in de risicogroep. Wat gebeurt er als hij ziek wordt in Marokko?’

Volgens El Kaddouri vinden veel Marokkanen de stroeve communicatie tussen de Nederlandse en Marokkaanse regering frustrerend. De onderhandelingen over het repatriëren van reizigers verliepen niet goed, iets waarvan de regeringen elkaar de schuld geven. Nederland zou autochtone Nederlanders bevoordelen in de snelheid waarmee mensen gerepatrieerd worden, stelde Marokko.

El Kaddouri: ‘Het blijft gissen, waardoor het nu in de lucht blijft hangen. Een heleboel mensen durven zich niet uit te spreken. Denk aan de mensen die hier onder te lijden hebben. Geef hen uitsluitsel.’

De medische zorg in Marokko is vergeleken met Nederland relatief slecht. Daarom is ook El Khaddouri bezorgd over zijn vader, die in Nederland woont. ‘Mijn vader is begin tachtig. Net als veel leeftijdgenoten wil hij naar zijn familie in Marokko. Daar is bovendien meer bewegingsvrijheid. Maar mijn vader zit in de risicogroep. Wat gebeurt er als hij daar ziek wordt? Dan is het einde verhaal. Daarom laten we hem niet vertrekken.’

Jaarlijks vieren veel Marokkaanse Nederlanders hun vakantie in het land van herkomst. Veel ondernemers en dagloners zijn van die inkomsten afhankelijk. De Marokkaanse Nederlander Abdessamad (41) heeft een haat-liefde verhouding met deze badgasten.

‘Als dit jaar de badgasten wegblijven, dan is dat een enorme klap voor de lokale economie van Marokko. Maar veel vakantiegangers geven niet om het land of om de mensen die er wonen. Ze beschouwen zichzelf als consument. Zij betalen en krijgen daar een mooie vakantie voor terug. Ze maken zich niet druk om mensenrechten, arbeidsvoorwaarden, schade aan natuur of milieu of wat dan ook.’

Wel of geen vakantie of familiebezoek in Marokko? Het is volgens Abdessamad een duivels dilemma. Geen toerisme is de economische ondergang voor veel mensen, maar je familie roekeloos bezoeken of vakantie vieren zonder inachtneming van de RIVM-richtlijnen kan dodelijke gevolgen hebben.

‘Volgens mij kun je een slimme lockdown verzinnen en slim op vakantie gaan. Helaas is de ketting zo sterk als de zwakste schakel. Als tien mensen zich keurig aan de regels houden en één niet, dan zijn ze alle tien potentiële dragers van het virus, met alle gevolgen van dien.’

Bonaire en Curaçao

Niet alleen mensen met familie in Marokko of Turkije worden getroffen door de reisbeperkingen, maar ook vele andere nieuwe Nederlanders. Otty (49 jaar) kan niet naar zijn familie op Curaçao, vertelt hij.

‘Het doet pijn, maar de gezondheidszorg op Curaçao is beperkt. Vliegen blijft spannend, want in een vliegtuig zit je dicht op elkaar. Ik wil absoluut niet op mijn geweten hebben dat ik op Curaçao iemand besmet.’ De Caraïbische eilanden hebben aangekondigd per 1 juli pas weer vluchten van en naar EU-landen toe te laten.

‘Vliegen blijft spannend, want in een vliegtuig zit je dicht op elkaar’

Moos (68 jaar) heeft ons gesprek gehoord. Zijn dochter zit vast op Bonaire. ‘Eerst werd er gezegd dat ze op 4 juni terug zou mogen komen. Daarna werd het begin juli en nu wordt er over augustus gepraat.’

Gelukkig had Moos’ dochter vorig jaar een huisje op Bonaire gekocht. ‘Ze heeft daar vrienden. Bovendien kan ze blijven werken, want ze werkt bij de gemeente Amsterdam en indien mogelijk moet ze toch al vanuit huis werken.’

De Rijksoverheid beveelt alle Nederlanders aan om het reisadvies te checken voor het vakantieland dat zij op het oog hebben. ‘Bij een opleving van het coronavirus kunnen landen opnieuw strenge maatregelen nemen’, schrijft het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het ministerie zegt geen Nederlandse toeristen te zullen repatriëren. ‘Als ergens een grote corona-uitbraak is, kan een land of regio zo maar weer op slot gaan. Of u dit risico wilt nemen, is een keuze die u zelf maakt.’

*Gefingeerd. Naam bij de redactie bekend.

Hoe maatschappelijk betrokken zijn Turks-Nederlandse ondernemers?

0

Bijna 10 procent van de Turkse Nederlanders is ondernemer en verdient zo een eigen boterham. In Amsterdam is dat zelfs 25 procent – meer dan bij ‘autochtone’ Amsterdammers en tegenover 2 procent van de Marokkaanse Amsterdammers. We kunnen dus wel stellen dat er iets bestaat als de ‘Turkse ondernemersgeest’. Maar hoe zit het met hun maatschappelijke betrokkenheid?

Onderzoek in opdracht van de Rijksoverheid (2019) laat zien dat de binding van Turkse Nederlanders met Nederland dubbel is; ze voelen zich zowel Turks als Nederlands. In hoeverre zijn Turks-Nederlandse ondernemers bereid maatschappelijk verantwoord te ondernemen en vanuit filantropische overwegingen bij te dragen aan een mooier Nederland?

Ik zal eerst uitleggen wat ik bedoel met ‘filantropie’. Simpel gesteld: het vrijwillig bijdragen aan het algemeen maatschappelijk belang of nut. Het Nederlandse bedrijfsleven geeft in totaal jaarlijks zo’n twee miljard euro uit aan filantropie. In de vorm van het sponsoren van een goed doel (met een tegenprestatie) of het doneren van een deel van de bedrijfsomzet in de vorm van een gift (zonder tegenprestatie). Bedrijven hebben verschillende redenen om te investeren in een beter Nederland. Deze redenen variëren van het willen oppoetsen van het bedrijfsimago tot een oprechte idealistische overtuiging.

Filantropie smaakt het lekkerst als het recht uit het hart komt

Voor goede doelenorganisaties zijn deze financiële bijdragen vanuit het bedrijfsleven van wezenlijk belang om projecten mee te kunnen financieren waarmee de beoogde ‘maatschappelijke impact’, zoals dat in jargon heet, te realiseren. Sommige goede doelen zouden zelfs volledig omvallen als een aantal bedrijven zich zou terugtrekken als financier.

Nu het multiculturele Nederland verkleurt en er steeds meer biculturele ondernemers opstaan, is het interessant om te zien of de mate van ‘bedrijfsfilantropie’ in stand blijft. Met name bij Turks-Nederlandse ondernemers is dat interessant. Turkse Nederlanders vormen de grootste groep biculturele Nederlanders en zijn dus veel vaker actief als ondernemer dan anderen. Tegelijkertijd ervaren Turkse Nederlanders een binding met twee landen, waardoor het ook mogelijk is dat deze ondernemers zich liever in Turkije dan in Nederland filantropisch opstellen.

Ik laat het graag aan wetenschappers en onderzoekers over dit onderwerp nader te bestuderen. Ondertussen richt ik me als directeur-bestuurder van een goed doel, Nationaal Jeugdfonds Jantje Beton, op de dagelijkse praktijk. En in die praktijk rondom buiten spelende kinderen in Nederland ben ik erg blij met een specifieke Turks-Nederlandse ondernemer: Suleyman Gogüs.

Suleyman is een dertiger, vader, echtgenoot en oprichter van vier ondernemingen met in totaal 150 medewerkers. Ik leerde hem in 2015 kennen toen hij finalist was bij ‘The Other Businessman’, een verkiezing voor de beste multiculturele ondernemer van Nederland. Zelf mocht ik toen finalist zijn voor ‘The Other Manager’ en sindsdien hebben we als ex-finalisten contact onderhouden.

Suleyman is onder meer verantwoordelijk voor Sensa Zorg, een interculturele zorginstelling. Vanuit Sensa Zorg wil Suleyman bijdragen aan de natuurlijke omgeving van cliënten (en alle Nederlanders), omdat een groene, natuurlijke omgeving bevorderlijk is voor de gezondheid van de mens. Zo heeft hij geïnvesteerd in een minibos met een inclusieve natuurspeeltuin voor jong en oud, voor kinderen met en zonder beperking. Wie kan er tegen zo’n nobel doel zijn?

Als initiatiefnemer investeert Sensa Zorg samen met enkele andere (grotendeels) Turks-Nederlandse ondernemers € 48.000 in dit project. Daarnaast is Sensa een actie gestart om nog eens € 30.000 te verzamelen.

Ik hoop van harte dat Suleyman Gogüs niet een uitzondering blijkt te zijn onder Turks-Nederlandse ondernemers. Vanuit visie, overtuiging en oprechte maatschappelijke betrokkenheid investeren in een beter Nederland: een good practice die navolging verdient. En eerlijk gezegd niet alleen van Turks-Nederlandse ondernemers, maar van en door iedere ondernemer die daartoe financieel in staat is.

Het is immers de samenleving die bijdraagt aan het economische succes van een onderneming en dan mag je als ondernemer diezelfde samenleving ook iets teruggeven. Zonder verplichting, want filantropie smaakt het lekkerst als het recht uit het hart komt. Welke ondernemer stapt er in de voetsporen van Suleyman?

Armeense federatie wil af van ‘ongewenste’ Atatürkstraat in Rotterdam

0

De tijd is rijp om de naam van de Atatürkstraat in Rotterdam te veranderen. Dat stelt de Federatie Armeense Organisaties Nederland.

Hoewel een motie van Denk om onderzoek te doen naar ‘foute’ straatnamen is verworpen, komt het onderwerp alsnog op de agenda van de Rotterdamse gemeenteraad. Meerdere partijen willen nu een debat over ‘foute helden’. De Federatie Armeense Organisaties Nederland (FAON) heeft laten weten dat ook de Atatürkstraat kritisch onder de loep moet worden genomen, aldus AD Rotterdam.

Atatürk, die in 1923 het moderne Turkije stichtte, voerde een nationalistisch beleid van turkificering in. Minderheden als Armeniërs en Koerden moesten verplicht hun naam verturksen en mochten alleen nog maar Turks spreken.

‘Velen in de Armeense gemeenschap, die afkomstig zijn uit Turkije, hebben het daar nog altijd héél moeilijk mee’, stelt de FAON. ‘Haat tegen Armeniërs is een hardnekkig en kwalijk verschijnsel onder nationalistische, maar ook gematigde Turken. Wij gaan niet over straatnamen, maar een Atatürkstraat lijkt ons duidelijk ongewenst.’

Atatürk noemde de Armeense Genocide een ‘schandelijke daad’, maar heeft de verantwoordelijken nooit gestraft. Turkse ambtenaren die bij de genocide betrokken waren kregen hoge posities in Atatürks nieuwe Turkije.

Ook noemde Atatürk de massaslachting op Armeniërs in 1919 ‘het gevolg van brute afsplitsingspolitiek die zij gevolgd hebben.’ Volgens FAON is dit een onjuiste bewering, waarmee Atatürk de Armeniërs zelf de schuld probeerde te geven.

Bovendien zorgde Atatürk ervoor dat de Armeniërs die de genocide hadden overleefd niet meer naar hun huizen terug mochten. Hun bezittingen waren definitief geconfisqueerd.

Aan het eind van Atatürks regeerperiode, in 1937-1938, legde het Turkse leger een slachting aan in de zuidoostelijke streek Dersim. Daarbij kwamen tienduizenden Koerden en geïslamiseerde Armeniërs om. FAON: ‘Zelfs Erdogan, zelf toch ook geen heilige, heeft daarvoor in 2011 zijn verontschuldigingen aangeboden.’

OM vervolgt ‘reaguurders’ om haatreacties onder livestream Keti Koti

2

Het Openbaar Ministerie vervolgt twee mannen die discriminerende reacties op internet zouden hebben geschreven. De reacties stonden onder een livestream over Keti Koti op de Facebookpagina van AT5 en NOS. Dit schrijft de Amsterdamse nieuwszender AT5.

Op 1 juli wordt in Suriname en Nederland de afschaffing van de slavernij in 1863 herdacht. Deze dag wordt Keti Koti genoemd, wat ‘ketenen gebroken’ betekent.

De twee mannen, waarvan één in België woont, zouden beledigende teksten hebben geschreven. ‘Suriname is een vergaarbak van waardeloze minkukels’, was een van de reacties. ‘Heeft de apenheul een nieuw park geopend?’ En: ‘De slaven mogen met de krans slepen.’

‘Vrijheid van meningsuiting is een groot goed in Nederland, maar die is niet onbeperkt. Als er strafbare uitlatingen worden gedaan, zullen we daar ook mensen voor vervolgen’, aldus het Openbaar Ministerie.

Het Openbaar Ministerie zegt erbij dat lang niet alle strafbare uitlatingen die op sociale media worden gedaan tot een rechtszaak leiden. ‘We kunnen onmogelijk alles vervolgen, maar als er aangifte wordt gedaan, pakken wij dat serieus op.’

Aruba schaft zwart geschminkte pieten af

1

Er zullen dit jaar bij de Sinterklaasintocht op Aruba geen zwart geschminkte pieten aanwezig zijn. Dit meldt de Arubaanse minister van Cultuur.

De minister zegt dat het eiland op deze manier de mogelijke beschuldigingen van racisme wil wegnemen. Bij de Sinterklaasintocht mogen alleen gekleurde Pieten of ongeschminkte Pieten komen.

Het eiland Curaçao organiseert dit jaar geen Sinterklaasfeest. Dit komt door de coronacrisis. Ook is de organisatie bang voor kritiek, omdat er mensen zijn die het feest vanwege Zwarte Piet racistisch vinden.

Culinair racisme: ‘Moorkop, dat kan niet meer in deze tijd’

4

‘Negerzoen’, ‘moorkop’ en de ‘Jodenkoek’: de laatste jaren lagen al deze benamingen onder vuur. Waar komen deze woorden vandaan? En zijn ze voor biculturele Nederlanders een doorn in het oog, of valt het wel mee?

Eerder dit jaar kwam bakker Jurgen Verwoerd uit Monster in het nieuws. Net als veel (banket)bakkers verkoopt hij in zijn bakkerij moorkoppen: een soes met room van binnen, pure chocola erover en een toef slagroom er op. Verwoerd besloot dat het woord ‘moorkop’ niet meer van deze tijd is en zou het voortaan ‘roomkop’ noemen. Dit zorgde voor een stroom reacties, positief én negatief, tot bedreigingen aan toe.

Het resultaat was dat hij om de veiligheid van zijn medewerkers te waarborgen de zaak zelfs even moest sluiten. Uiteindelijk mocht Verwoerd het niet zo noemen omdat hij veganistische producten verkoopt en er dus niet echt room in zit, maar dat is een ander verhaal. De discussie rond de benaming ‘moorkop’ is op gang gekomen.

Het doet denken aan een rel van jaren geleden. Jarenlang hebben consumenten een product uit de schappen gepakt waar met grote letters ‘negerzoenen’ op stond. Ongeveer twee eeuwen geleden ontstond deze traktatie in Denemarken, waarna deze ook de Belgen (‘Negerinnentet’), Duitsers (‘Negerkuss’) en ons land bereikte. Sinds 2010 staat er wat anders op de verpakking: ‘feestzoenen’, ‘schuimzoenen’ of ‘choco(lade)zoenen’.

Dat is voor een groot deel te danken aan de Stichting Eer en Herstel Betalingen Slachtoffers van Slavernij in Suriname, dat er sinds 2005 voor streed om de benaming ‘negerzoenen’te veranderen. Voorzitter Roy Kaikusi Groenberg vertelt er nog steeds vol trots over.

‘We hebben zelfs Van Dale gedaagd voor de Commissie Gelijke Behandeling. Van Dale voerde aan dat het woord onderdeel is van de Nederlandse taal. Dat haal je niet zomaar uit woordenboeken. Maar in de nieuwe editie stond wel vermeld dat dit woord voor sommige mensen kwetsend kan zijn. Wij vonden dit al een hele stap. Van Dale had ons wijsgemaakt dat woorden pas uit woordenboeken verdwijnen als ze niet meer leven in de taalwerkelijkheid. Wij constateren echter dat het woord ‘neger’ niet meer speelt in de taalwerkelijkheid van een heleboel mensen.’

Wat Groenberg betreft beschikt Nederland over genoeg zelfreinigend vermogen, gezien na de ‘negerzoen’ de pijlen nu gericht zijn op Zwarte Piet en de moorkop. ‘Dat ding hoeft helemaal geen ‘moorkop’ te heten’, aldus Groenberg. Hij vind dat veel witte – en andere- Nederlanders er nog steeds van uit gaan dat iets wat zij niet kwetsend vinden ook door de gekwetsten als onschuldig of humoristisch moet worden ervaren. ‘Vrijheid van meningsuiting betekent niet: beuk er maar op los! It takes two to tango. Samenleven doe je samen.’

Zigeunersaus en Jodenkoeken

Wat is, na ‘negerzoen’ en ‘moorkop’, aan de beurt om een andere benaming te krijgen? De zigeunersaus, misschien? Ongeveer zeven jaar geleden kwam er in Duitsland protest op gang tegen de benaming zigeunersaus, een pittige saus die onder andere geproduceerd wordt door Wijko en Remia. Deze pittige saus is vooral populair onder de rivieren en wordt vooral gegeten bij de zigeunerschnitzel. Een woordvoerder van Remia geeft aan nooit klachten te krijgen.

‘Toen destijds de discussie over de negerzoen woedde, is er contact geweest met een organisatie die Roma en Sinti (twee zigeunergroepen, red.) vertegenwoordigen. Het was geen enkel probleem dat deze saus zo genoemd wordt’, aldus de woordvoerder.

Misschien de Jodenkoeken, dan? Het recept voor Jodenkoeken staat al in het Nationaal Kookboek uit 1893. Er doen veel verhalen de ronde over het ontstaan van de naam ‘Jodenkoek’. Een joodse bakker uit Amsterdam zou in de jaren ‘20 zijn eigen zeer geheime recept aan Lotus Bakeries hebben verkocht. Volgens een andere versie zouden de koeken zijn bedacht door een bakker die De Joode van zijn achternaam heette. De derde optie is minder amusant. In vroeger tijden werd alles wat goedkoop was ‘Joods’ genoemd, omdat Joodse mensen gierig zouden zijn.

Bij het CIDI, het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël, komen soms vragen over de Jodenkoek. ‘De leeftijd of andere achtergronden van de mensen weten we helaas niet,’ aldus CIDI-directeur Hanna Luden. Vivien Waszink van het Instituut voor Nederlandse Taal in Leiden weet dat de discussie over de benaming Jodenkoek af en toe even oplaait, maar tot nu toe ging het protest weer liggen.

We vroegen Waszink of ‘moorkop’, ‘negerzoen’ en ‘zigeunersaus’ taalkundig gezien wel kwetsend zijn. ‘De verklaring voor het protest is de onprettige associatie. Dat maakt het voor sommige mensen beladen’, vertelt ze. ‘Bij woorden als ‘negerzoen’ en ‘moorkop’ denken de meesten van ons aan iets lekkers. De woorden ‘moor’ en ‘neger’ erin vallen veel mensen niet eens zo op, maar als ‘neger’ en ‘moor’ los worden gebruikt zijn het wel kwetsende woorden. Zo hoeft de Jodenkoek geen associatie op te roepen met Joden.’

Neem zo ook het woord ‘moorkop’, dat sinds de jaren veertig wordt gebruikt. Waszink: ‘Het woord ‘Moor’ werd oorspronkelijk gebruikt voor een inwoner van Mauritanië. Later werden er donkergetinte mensen mee bedoeld en werd het bovendien ook wel als scheldwoord of in ieder geval als onaardige benaming gebruikt. Verder heeft de term ‘Moor’ geen prominente rol in onze samenleving.’

‘Taal laat zich niet makkelijk veranderen’

In principe is de lading van het woord ‘neger’ een stuk negatiever dan van de term Moor. Helaas wordt ‘moorkop’ volgens Waszink vaak gebruikt als scheldwoord, onder andere door voetbalsupporters. Daarom brengt het een aantoonbare ongewenste associatie met zich mee.

Hoewel het woord ‘negerzoen’ is verdwenen is van de verpakkingen, gebruiken sommigen het woord ‘negerzoen’ nog steeds. ‘Als taalkundige weet ik dat taal zich niet makkelijk laat veranderen’, vertelt Waszink. ‘Op een gegeven moment raakt het echter uit gebruik.’

Of er sprake is van een cultuuromslag, laat Waszink in het midden. Er is in ieder geval tijd voor nodig om dingen te veranderen, zo geeft ze aan.

De mening op straat

Wat vindt men op straat van deze culinaire benamingen? In het centrum van Rotterdam, waar we dit op gepaste afstand vragen, reageren veel witte mensen nogal laconiek. Het is onzin, tijdverspilling, de woningnood is veel belangrijker, gezeik en ‘tegenwoordig kan niks meer’.

Er is ook iemand die vindt dat als ‘ze’ er zo’n last van hadden, ze dan maar naar ‘hun eigen land’ moesten gaan. Eén mevrouw schudt haar hoofd als ze hoort dat ‘moorkop’ door voetbalsupporters als scheldwoord wordt gebruikt. ‘Ach, die lui moet je niet serieus nemen.’

Dan maar eens naar de Rotterdamse West-Kruiskade, een buurt waar veel Chinese en Surinaamse toko’s zijn. Hoe reageren mensen met een Afro-Caraïbische achtergrond op deze discussie? ‘Ik ben niet zo van de chocola,’ zegt Lucy (62). ‘Ik ervaar het niet als kwetsend, maar ik begrijp dat anderen hier op een andere manier in staan. Iedereen vat dit anders op.’

Een andere mevrouw kijkt boos na het horen van de vraag en geeft kort maar krachtig antwoord. ‘Ik vind zulke dingen niet kwetsend. Anders was ik hier geen 45 jaar gebleven!’

Jamila* (55) kan er niet mee zitten. ‘Ik ervaar het niet als kwetsend en ik lust het niet.’
Amayi* (begin twintig) ervaart het wel degelijk als kwetsend. ‘Ik ben erg gepest op school. Er werd onder andere ‘moorkop’ naar me geroepen.’ Ze is blij met het initiatief van bakker Jurgen Verwoerd en vindt het erg dat zijn winkel even moest sluiten vanwege bedreigingen. Verbazen doet het haar niet. Daarvoor zit de haat bij racistische pestkoppen te diep, zegt ze.

‘Op school werd er ‘moorkop’ naar me geroepen’

Nicole (37 jaar, blank) en Natasha (24 jaar, getint) zijn vriendinnen en lopen samen op het Binnenwegplein. ‘Moorkop, dat kan niet meer in deze tijd,’ vindt Nicole. Natasha trekt de discussie breder.

‘Racistische opmerkingen maken mag sowieso niet. Bij Joodse mensen gaat het vaak om verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog, bij donkere mensen met slavernij. Het heeft allemaal met vooroordelen te maken. Sommige blanke mensen beweren dat ze slachtoffers van rassendiscriminatie worden, maar dat kán helemaal niet. Er is namelijk geen blank ras.’

‘We zijn allemaal ménsen’, sluit Nicole af.

*Naam gefingeerd.

Turkse christenen smeken Trump: laat Hagia Sophia geen moskee worden

0

Een groep oosters-orthodoxe christenen heeft de Amerikaanse president Donald Trump een open brief gestuurd. Daarin vragen ze hem in te grijpen zodat Turkije de Hagia Sophia in Istanbul niet in een moskee verandert. Dit schrijft de christelijke website Aleteia.

De Turkse president Erdogan wil de Hagia Sophia weer in een moskee veranderen. Oorspronkelijk was de Hagia Sophia een Byzantijnse kathedraal. Toen de Turken in 1453 Constantinopel veroverden werd de kerk een moskee. In 1935 maakte Kemal Atatürk van de moskee een museum.

Erdogans plan is een ‘aantasting van de godsdienstvrijheid’ en een ‘onjuiste en provocatieve handeling’, aldus briefschrijver Anthony Limberakis. Hij is commandant van de Orde van Sint Andreas, die verbonden is aan het Oecumenische Patriarchaat van Constantinopel.

Erdogan zou de kleine christelijke minderheid in Turkije nog meer willen marginaliseren en de christelijke geschiedenis van het land ‘zo veel mogelijk willen uitwissen’. Limberakis vraagt Trump daarom deze ‘schandalige en heiligschennende beslissing’ tegen houden.

Op 2 juli zal de Turkse Raad van State naar verwachting een uitspraak over de toekomst van de Hagia Sophia. De verwachting is dat Erdogan zijn zin krijgt.

Aangifte Indische Nederlanders tegen pro-Indonesische ‘beeldenstormers’

0

Federatie Indische Nederlanders doet aangifte tegen de pro-Indonesische actiegroep Aliansi Merah Putih. Die zou hebben opgeroepen tot vernieling, discriminatie, haat en geweld.

Vorige week werd het standbeeld van VOC-oprichter Johan van Oldenbarnevelt aan de Hofvijver in Den Haag beklad. Aliansi Merah Putih eiste de bekladding op via een Facebookbericht, waarin het ook opriep om 268 andere monumenten te bekladden of te vernielen.

Volgens Federatie Indische Nederlanders maken de pro-Indonesische activisten zich schuldig aan het oproepen tot geweld.

‘Dergelijke oproepen zijn absoluut ontoelaatbaar en kunnen niet worden beschouwd als onderdeel van het publieke debat. We moeten een grens trekken. Dit moet vandaag nog stoppen’, aldus Hans Moll, voorzitter van Federatie Indische Nederlanders.

Ook zouden de-activisten de Bersiap-periode vergoelijken. Tijdens de Bersiap (eind 1945 – begin 1946) vermoordden Indonesische strijders onder meer duizenden Nederlanders, Chinezen en christelijke Molukkers.

Aliansi Merah Putih bestaat naar eigen zeggen uit ‘dochters en zonen van Divisi Bambu Runcing’. Deze naam verwijst volgens Federatie Indische Nederlanders naar een in punt geslepen bamboestok, waarmee onder andere (Indische) Nederlanders tijdens de Bersiap op grote schaal zijn vermoord.

Op het beeld van Van Oldenbarnevelt werd ook de graffititekst ‘Kami bersiap’ gespoten, wat ‘Wij zijn paraat’ betekent.

De actiegroep zegt uit te zijn op ‘al jullie geliefde standbeelden’, ‘koninklijke erfgoederen’ en het Paleis op de Dam, ‘net zoals de roofkunst die wordt tentoongesteld in Nederlandse musea. Het vergoten bloed in de koloniën zal uw dijken doen overstromen.’

Inlichtingendiensten: ‘Washington D.C. mogelijk doelwit extreemrechts’

1

Amerikaanse inlichtingendiensten vermoeden dat Washington D.C. een aantrekkelijk doelwit is voor extreemrechtse terroristen. Dit schrijft Politico.

Het district Washington D.C. is ‘waarschijnlijk een aantrekkelijk doelwit voor gewelddadige aanhangers van de boogaloo-ideologie’. Dat stelt het National Capital Region Threat Intelligence Consortium (NCRTIC), verantwoordelijk voor de veiligheid van de hoofdstad.

De Boogaloo-beweging is een extreemrechtse anarchistische beweging, die bestaat uit burgers die het recht om wapens te dragen willen verdedigen. Volgens deskundigen bereiden deze mensen zich voor op een nieuwe Amerikaanse Burgeroorlog.

Het NCRTIC verwacht dat extreemrechtse activisten vanuit heel Amerika naar Washington D.C. komen om te rellen.

Binnenlandse terroristen willen waarschijnlijk misbruik maken van de Black Lives Matter-protesten om hun extremistische ideologie te promoten, stelde het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid eerder in een rapport.

Duitsland arresteert Syrische arts om ‘misdaden tegen de menselijkheid’

0

De Syrische arts Alaa M. zou mensen hebben mishandeld als arts in het militaire ziekenhuis in Homs. Duitse onderzoekers beschuldigen M. van misdaden tegen de menselijkheid. Dit schrijft het Duitse tijdschrift der Spiegel.

Alaa M. is vrijdag opgepakt door de Duitse autoriteiten en zit nu in hechtenis. Hij wordt verdacht mensen in het ziekenhuis te hebben mishandeld. Daarbij zou in 2011 één iemand om het leven zijn gekomen. M. heeft via zijn advocaat de aantijgingen ontkend.

De zaak tegen M. is vorig jaar door der Spiegel en de Arabische nieuwszender al Jazeera aan het rollen gebracht. In totaal hebben vier getuigen verklaringen afgelegd over M., die in 2015 naar Duitsland emigreerde.

Volgens twee getuigen heeft M. samen met een andere arts een man met epilepsie zo hard geslagen en geschopt, dat het slachtoffer overleed. De nabestaanden vonden het slachtoffer een dag later, met bloeduitstortingen op het gezicht en gaten in de schedel.

De Duitse autoriteiten vervolgen meer Syriërs die verdacht worden van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Het gaat om twee mannen die als leden van de Syrische geheime dienst mensen zouden hebben gemarteld en vermoord.

Het regime van Bashar al-Assad heeft tienduizenden politieke tegenstanders opgesloten. Veel gevangen zijn gemarteld, duizenden zijn vermoord.