25.4 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 778

Gebedsoproep op de speaker: teken van acceptatie of provocatie?

1

De Blauwe Moskee in Amsterdam-West wil de aanwezigheid van de islam in Nederland normaliseren door op vrijdagmiddag de azan – de gebedsomroep – versterkt door de buurt te laten schallen. We vroegen de leden van het dK-panel naar hun mening.

Stephano Stoffel (57), ZZP’er, bestuurder en columnist

‘We hebben in het verleden de verzuiling gehad in Nederland, waarbij allerlei groepen – protestanten, katholieken, liberalen en socialisten – heel duidelijk hun eigen zichtbare cultuur hadden. De laatste vijftig jaar zijn die gescheiden bevolkingsgroepen minder zichtbaar geworden en inmiddels zitten we nu in een vergevorderd stadium van ontzuiling en ontkerkelijking. Vandaar dat het voor veel mensen een beetje een schok is dat we nu opeens een nieuwe culturele en religieuze zuil hebben die zich in de samenleving wil manifesteren: de islam – meegekomen met de migranten uit Turkije en Marokko. Het seculariseringsproces in die groepen, waar sommige mensen op hopen, laat denk ik nog lang op zich wachten.

‘Wat doen we nou moeilijk?’

Maar goed, de Azan over de luidsprekers: juridisch staan ze helemaal in hun recht. En ik heb er zelf ook geen probleem mee. Ik ben opgegroeid in Suriname, een door en door multicultureel land. En ik ging met iedereen om: javanen, marrons, hindoestanen, ik had Joodse vrienden. Je ging gewoon naar feestjes van elkaar, je wist niet niet beter. Het was normaal. Althans, dat is mijn eigen ervaring. Er zijn ook andere verhalen. Het ligt misschien ook een beetje aan je eigen persoonlijkheid. Ik werd overal met open armen ontvangen en ik heb genoten van al die verschillende culturen.

Hier in dit kleine landje moeten we nog een beetje wennen aan de multiculturele samenleving. In de tijd van Michiel de Ruyter waren ‘wij’ alleen ‘daar’. Nu zijn ‘zij’ ook ‘hier’ – en ze gaan niet meer terug. Toen ik een tijdje geleden met vakantie in Macedonië was hoorde ik de Azan ook door de hele stad galmen en niemand maakte zich druk. En ik ook niet. Ik denk wel eens: wat doen we nou moeilijk? De eerste maandag van de maand heb je ook een landelijke alarmsirene. Ligt iemand daar wakker van?’

Ibrahim Özgül (35), finance- en project professional

‘Aan de ene kant is de Nederlandse grondwet voor iedereen gelijk. Als kerken hun klokken mogen luiden waarom zou een moskee dan geen versterkte gebedsoproep mogen doen? Eigenlijk is het van de zotte dat we het er überhaupt over moeten hebben. Aan de andere kant heb je binnen de islam ook de stelregel dat jouw leven en hoe je dat invult anderen beter niet tot last kan zijn.

‘Ik zeg: leven en laten leven’

Toch vind ik de beweegreden achter het plan wel charmant: het normaliseren van de islam in Nederland. Want we zeggen wel dat we de islam accepteren binnen onze vrijheid van godsdienst, maar in de praktijk wordt de islam in de uiterlijke verschijning door sommige mensen het liefst helemaal onzichtbaar gemaakt. Is dat acceptatie van de ander?

Ik vind wel dat er netjes overleg moet zijn met de buren. Maar waar hebben we het over? Vijf minuten in een week, op een vrijdagmiddag. Als het nou vijf keer per dag zou zijn, of ook in de nacht, dan zou ik de ergernis snappen. Als je mensen hoort over hoe ze de Azan vinden als ze op vakantie zijn in Turkije, dan vinden ze het mooi. Ik zeg: leven en laten leven.’

Pritam Soekhradj, (18), scholier havo 5

‘Ik vind dat het gewoon moet kunnen, de Azan op de versterker. Ten eerste hebben moslims gewoon dezelfde rechten als christenen of wie dan ook. We hebben in Nederland vrijheid van godsdienst. De gemeente mag wel iets zeggen over de lengte en het volume van gebedsoproepen. Maar het is heus niet zo dat heel Amsterdam straks die Azan hoort. Eigenlijk is het gewoon vergelijkbaar met het luiden van kerkklokken. Zolang het op een normaal volume gaat en niet twee uur lang, is het prima.

‘Het gezeur is zwaar overdreven’

Mensen zeuren vaak om het zeuren, vooral over dingen die nieuw zijn. Ik vind het allemaal zwaar overdreven. Ook als het bij mij om de hoek zou zijn: ik slaap er geen nacht minder om. Veel mensen gunnen het moslims niet om hun geloof uit te dragen in Nederland. Ze willen graag kunnen blijven leven in de gedachte dat er geen islam in Nederland is – terwijl dit allang een realiteit is. Ik kan me wel voorstellen dat meer moskeeën de gebedsoproep nadrukkelijker willen laten uitgaan. Maar dat vind ik niet per se een zorgelijke ontwikkeling. Laat ze. Ik ben zelf ook in Marokko geweest en had er geen last van.’

Salma Karim (25), CEO en graphic designer

‘Het is een recht in Nederland om gelovigen te attenderen op het begin van een geloofsdienst, dus die vrijheid geldt ook voor moslims. Maar zelf zou ik het echt in overleg met de buurt doen. Voor mijzelf is het niet nodig. Ik vind dat het geloof een beetje voor jezelf is. Iets dat je niet aan anderen moet opdringen. En ik vind het eigenlijk een beetje te overdreven. We konden twintig jaar zonder. Iedereen heeft gewoon een lijst in huis. Dus het is niet nodig. Je kunt ook een app voor de moskee maken, die de Azan laat horen, zodat de andere mensen er geen last van hebben.

‘Sommige mensen vinden het gewoon eng’

Ze zeggen dat het de bedoeling is om de islam te normaliseren in Nederland, maar ik denk dat het gevolg juist het tegendeel is. Sommige mensen vinden het gewoon eng. En die mensen gaan denk ik niet de moeite nemen om zich naar aanleiding van zo’n omroep te verdiepen in de islam. Ze weten niet dat het in veel Arabische landen – in ieder geval in Marokko en Egypte – helemaal niet raar is om kerkklokken en moskee oproepen door elkaar te horen. Maar mensen die bang zijn voor de islam willen dat ook niet weten, de Azan laten horen gaat daar niks aan veranderen.’

Lourdes Boasman (69), gepensioneerd en taalvrijwilliger

‘Waar ik woon zijn geen moskeeën of kerken in de naaste omgeving. Een ervaringsdeskundige ben ik dus beslist niet. Maar ik vind dat mensen die een geloofsovertuiging aanhangen vrij moeten zijn om dat te kunnen doen. Dat de manier waarop dat gebeurt tot irritatie kan leiden of zelfs als overlast of ongewenst worden ervaren door derden is duidelijk.

‘Overleg is nodig’

In een land waar meer dan 50 procent van de inwoners geen geloofsovertuiging – meer – heeft, is het verstandig ervoor te waken dat ondoordachte uitingen, zoals klokkengeluid of de oproep tot gebed via geluidsinstallaties van de eigen overtuiging, niet leiden tot aversie van bewoners van een wijk of dorp.

Overleg is nodig om acceptatie binnen een woongemeenschap te behouden. Eenzijdig overgaan tot dit soort, niet door de gehele gemeenschap gesteunde maatregelen leidt alleen maar tot verdeeldheid. Er is al teveel ergernis tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Dat een imam nu stelt dat ‘Amsterdam er maar aan moet wennen, want het is toch een tolerante stad?’, dat lijkt mij geen goed uitgangspunt voor het op gang brengen van een dialoog.’

Duitsland neemt maatregelen: dreiging extreemrechts geweld zwelt aan

0

De Duitse federale politie en veiligheidsdienst hebben nieuwe maatregelen aangekondigd om extreemrechts geweld aan te pakken. Deze zijn hard nodig, aldus politiechef Holger Münch: ‘Extreemrechtse misdaden bedreigen onze democratie.’

Afgelopen week meldde Horst Seehofer, de Duitse minister van Binnenlandse Zaken, al dat er op dit moment 24.000 rechtsextremistische Duitsers rondlopen. 450 daarvan zijn ‘ondergronds’ gegaan: dit betekent dat de politie geen informatie over hen kan verzamelen. 12.000 Duitsers zijn potentieel gewelddadig, aldus Seehofer.

De politie zegt nu 43 rechtsextremisten ‘op de radar’ te hebben die zo gevaarlijk zijn dat ze plannen voor een aanslag hebben. Ter vergelijking: in 2016 had de politie 22 van zulke figuren in het vizier, en aan het begin van dit jaar 33.

Uit de cijfers van de politie lijkt het dat extreemrechtse Duitsers zich massaal zijn gaan bewapenen. De politie nam in 2018 welgeteld 1.091 wapens af van rechtse extremisten. Dat is een stijging van 61 procent ten opzichte van 2017: toen werden er 676 wapens ingenomen. De in beslag genomen wapens variëren van pistolen tot geweren en explosieven.

Ook het aantal extreemrechtse geweldsincidenten is in 2018 toegenomen: er waren toen 1.088 gewelddadige incidenten, een stijging van 3,2 procent ten opzichte van 2017. Het gaat hier met name om aanvallen gericht tegen moslims en Joden. Ook politici zijn soms het slachtoffer, zegt politiechef Münch.

De politie registreerde alleen al in de eerst helft van 2019 609 aanvallen op vluchtelingen, waarbij 102 personen gewond raakten. De daders kwamen allemaal uit extreemrechtse hoek, meldt de politie.

Extreemrechtse geweldsdelicten met dodelijke afloop zijn de afgelopen maanden uitgebreid in het nieuws geweest. In juni vermoordde een rechtsextremist de CDU-politicus Walter Lübcke. En vorige week woensdag probeerde de 27-jarige Duitser Stephan Billiet tevergeefs de synagoge van Halle binnen te komen, waarna hij langs een joodse begraafplaats en een dönerzaak ging om slachtoffers te maken. Er vielen twee doden.

Volgens de Duitse politie spelen nieuwe extreemrechtse clubs als de Identitäre Bewegung een belangrijke rol in het kweken van de ‘ideologische vereisten’ voor zo’n terreurdaad als van Billiet. Ook extreemrechtse retoriek die gebruikers van sociale media en online spellen verspreiden dragen bij aan een klimaat van waaruit extreemrechts geweld kan opborrelen, besluit de politie.

Met deze nieuwe statistieken rechtvaardigen de politie en de veiligheidsdienst de nieuwe maatregelen die ze willen treffen om extreemrechts geweld in te dammen. Onder de nieuwe nieuwe maatregelen vallen meer personeel en een intensievere monitoring op het internet. Ook willen ze meer inzetten op het verzamelen van bewijs om Identitäre Bewegung en soortgelijke bewegingen tegen te houden.

Turkse voetballer van Duitse club steunt Syrië-inval, wordt ontslagen

0

De Turkse verdediger Cenk Sahin van St. Pauli uit het Duitse Hamburg kan zijn biezen pakken.

De club uit Hamburg ontsloeg hem nadat hij steun betuigde aan het Turkse leger, dat vorige week een offensief is gestart in het noorden van Syrië.

Op Instagram sprak Sahin (25) zijn steun uit voor het militaire offensief in Syrië: ’Wij staan aan de kant van ons heldhaftige leger. Onze gebeden zijn met jullie (de soldaten, red.)’.

Hierna riepen fans van St. Pauli, bekend vanwege hun linkse opvattingen, op tot zijn ontslag. Ook spraken zij steun uit voor de Koerden.

De redenen van zijn ontslag zijn ‘het negeren van de clubwaarden en de noodzaak om  de speler te beschermen’, liet St. Pauli weten.

Sahin is niet de enige speler die nadelige consequenties ondervindt van zijn standpunt over Syrië. De UEFA is een onderzoek is gestart naar spelers  van het Turkse nationale voetbalteam. In de EK-kwalificatiewedstrijd tegen Frankrijk van afgelopen maandag bezegelden zij hun goal (1-1) met een militaire groet.

Bekende Fransen doen oproep aan president Macron: ‘Stop islamofobie’

1

‘Hoe lang blijven we haat tegen moslims nog tolereren?’ Dat is de titel van een open brief die vandaag in de Franse krant le Monde is verschenen. In de brief roepen negentig publieke figuren president Macron op iets te doen tegen de ‘stigmatisatie’ van moslims in Frankrijk.

Aanleiding voor de brief is een incident van vorige week in het regionale parlement van het Franse departement Bourgondië. Tijdens een zitting vroeg parlementariër Julie Odoul van de radicaal-rechtse partij Rassemblement National – het vroegere Front National – aan een moslima op de tribune om haar hoofddoek af te doen.

‘Het is secularisme, de wet van de Republiek’, verdedigde Odoul zich. ‘We kunnen niet met een minuut stilte beginnen voor de slachtoffers van het politiebureau en dat (de hoofddoek, red.) accepteren. Daarbij refereerde hij aan de aanval op een politiebureau in Parijs van twee weken geleden, waarbij een agent vier collega’s doodstak. Politiemensen vonden aanwijzingen dat de man een geradicaliseerde moslim is.

President Emmanuel Macron zou de ‘agressie’ van Odoul tegen de gesluierde moslima publiekelijk moeten veroordelen. Dat staat te lezen in de brief in le Monde, ondertekend door bekende Fransen zoals filmacteur Omar Sy (bekend van de film Intouchables) en komiek Kev Adams.

De zaak-Odoul is niet het enige islam-gerelateerde incident dat de afgelopen week ophef veroorzaakte in Frankrijk. Yves Threard, Adjunct-hoofdredacteur van de Franse krant Le Figaro, zei in een tv-debat over de hoofddoek: ‘Ik haat de islam’. En Macrons eigen minister van Onderwijs, Jean-Michel Blanque, zei de hoofddoek ‘niet wenselijk te vinden in onze samenleving’.

De president moet volgens de ondertekenaars van de brief veroordelen dat in Frankrijk ‘moslims worden gestigmatiseerd en aangeklaagd vanwege de eenvoudige beoefening van hun religie’: ‘Hoe lang gaan we accepteren dat secularisme, het fundament van onze Republiek, wordt gebruikt voor een verdeling zaaiende, racistische, xenofobe, dodelijke visie op onze samenleving? 

Franse moslims zijn steeds vaker het doelwit van moslimhaat, aldus de Organisatie tegen Islamofobie in Frankrijk (CCIF). Het CCIF registreerde vorig jaar 52 procent meer ‘islamofobe incidenten’ dan in 2017.

‘Trump maakte de juiste keuze.’ Syrische christenen zijn niet onverdeeld pro-Koerdisch

4

Behalve Koerden en soennitische Arabieren wonen in Syrië ook groepen oosterse christenen. Hoe kijken de christenen aan tegen de Turkse inval in Noord-Syrië?

Je zou misschien verwachten dat christenen in Syrië massaal anti-Erdogan zijn en de Koerden steunen. Zo berichtte het Amerikaanse Christian Broadcasting Network over Syrische christenen die samen met de Koerden tegen de Turken en jihadisten ten strijde trokken. Maar de werkelijkheid ligt anders. Veel Syrische christenen zijn niet zo rouwig wanneer de Koerden zullen vertrekken.

Onder Syrische christenen wordt Arabisch en Aramees (Suryoyo) gesproken. Arameestalige christenen noemen zichzelf ‘Suryoye’ in hun eigen taal. Dat vertalen ze in het Nederlands met Arameeërs of Assyriërs. De meeste Syrische christenen die in Nederland wonen noemen zichzelf Arameeërs, een minderheid noemt zich Assyrisch. De Arameeërs menen dat de christelijke Suryoye van de oude Arameeërs afstammen, die rond 1000 voor Christus in Zuidoost-Turkije en Noord-Syrië allerlei stadsstaatjes oprichtten. De Assyriërs geloven dat de oude Assyriërs, die rond 700 voor Christus heersten over een enorm wereldrijk, de voorouders van de Suryoye zijn.

De afgelopen decennia zijn honderdduizenden Syrische christenen Turkije, Irak en Syrië ontvlucht voor oorlog en geweld. Het is onduidelijk hoeveel er nu nog in het Midden-Oosten wonen. In Syrië zullen het er niet meer dan een miljoen zijn, in Irak maximaal 200.000, in Zuidoost-Turkije zijn het er ongeveer tweeduizend, zegt Johny Messo, voorzitter van de Wereldraad van Arameeërs, in het Engels de World Council of Arameans (Syriacs).

‘De Koerden hebben hun hand overspeeld’

Johny Messo behartigt wereldwijd de belangen van de Arameeërs. Hij zegt dat Koerdische strijders veel Arameeërs hebben verjaagd door voor een onafhankelijk ‘Koerdistan’ te strijden, nota bene in het hart van het gebied waar de Arameeërs wonen.

‘In Irak is dit bijna gelukt, in Syrië leek het even zo. In Zuidoost-Turkije strijd de Koerdische PKK sinds 1984 tegen de Turkse staat. En wij Arameeërs belandden er ongewild tussen. Hierdoor zijn veel Arameeërs naar West-Europa gevlucht en hebben de Koerden dankbaar onze achtergelaten gebieden ingenomen.’

Messo beschouwt de YPG als het kind van de door Turkije als terroristisch aangemerkte PKK. ‘Dat erkent iedereen, zelfs Koerden.’ Volgens Messo heeft de YPG geprofiteerd van de strijd tegen IS, want hierdoor kregen ze Amerikaanse wapens en geld om zo hun eigen Koerdische regio te stichten.

‘Hierbij hebben ze hun macht misbruikt. Aramese dorpen die door de Koerden werden ‘heroverd’ op IS kwamen stevig in Koerdische handen. De Arameeërs kregen hun landerijen niet terug. De Koerden zetten overal hun eigen mensen neer, christelijke scholen en kerken ontvingen officiële brieven waarin stond dat ze de Koerden moesten erkennen als nieuwe heersers. De Koerden vermoordden enkele Arameeërs, sloten scholen en verplichtten kinderen Koerdisch te leren. Ook dwongen ze Arameeërs uit Noordoost-Syrië vorig jaar mee te vechten tegen de Turken in Afrin, in het noordwesten van het land.’

‘Koerdificatie is het doel’

Volgens Messo hadden de Koerden de Turkse invasie in Noord-Syrië kunnen voorkomen als ze zich meer verantwoordelijk hadden gedragen. ‘Turkije wilde niet nog een Koerdische entiteit aan zijn grens. De Koerden hebben hun hand overspeeld. Donald Trump heeft de juiste beslissing gemaakt. Andere landen zouden de terugtrekking van Amerika en wapenleveranties aan groepen in Syrië óók moeten volgen voor de terugkeer van veiligheid, vrede en stabiliteit in ons vaderland.’

Maar zijn Erdogans bommen en door Turkije gesteunde islamitische milities niet veel gevaarlijker voor de christenen dan de Koerden? Messo antwoordt ontwijkend: ‘Of het nu jihadisten zijn of nationalistische Koerden, we willen gewoon vrede. Koerden zijn uiteraard meer voor rede vatbaar, maar mede door hun autoritaire gezag de laatste jaren hebben zij ons vertrouwen verloren.’

En Erdogan dan? Messo vertelt dat hij op uitnodiging van de Syrisch-orthodoxe kerk in de Amerikaanse staat New Jersey eerder dit jaar met hem in gesprek mocht. ‘Je kunt van alles van Erdogan vinden wat je wilt, maar we hebben het met hem te doen in Zuidoost-Turkije. Wij gaan daarom ook met hem het gesprek aan. Dat impliceert niet dat we zijn politiek steunen, maar dankzij gesprekken als deze komt er in Istanbul een Syrisch-orthodoxe Kerk, de eerste nieuwe kerk sinds de geboorte van Turkije in 1923. Praten met Erdogan heeft zin.’

‘Wij zijn de oorspronkelijke bevolking’

Attiya Gamri van de Assyrian Confederation of Europe is net als Messo kritisch over de Koerden: ‘De Koerden leven nog maar een paar honderd jaar in de gebieden waar wij al meer dan drieduizend jaar wonen. Zij zijn de nieuwkomers, wij zijn de oorspronkelijke bevolking. Onze relatie met de Koerden is problematisch. We vochten bijvoorbeeld in Irak zij-aan-zij met de Koerden tegen Saddam Hoessein, maar de Koerdische regering in Noord-Irak heeft daarna de Assyriërs en de Jezidi’s monddood gemaakt. Koerdificatie is het doel.’

Ook noemt Gamri de moord in april 2015 op David Jendo, een Assyrische militieleider die volgens het internationale tv-station Assyria TV door de Koerdische YPG werd vermoord. De YPG gaf IS de schuld voor de moord, maar dat is volgens Assyria TV een leugen. De moord op Jendo is niet door de grote media opgepikt, wel door het Turkse persbureau Anadolu Agency, dat dit inpaste in het Turkse narratief dat de YPG-milities slecht zijn.

Volgens Gamri heeft 80 procent van de Koerden uit Syrië wortels in Turkije en Irak. ‘Zij wonen pas heel recent in Syrië, gevlucht voor het geweld tussen de PKK en de Turkse regering of voor Saddam Hoessein. Maar de nieuwkomers zijn in Noord-Syrië wel de dominante politieke kracht geworden.’ Dit komt volgens haar vanwege hun hoge geboortecijfers en ook door geweld tegen christenen. De Koerden die nog niet heel lang in Syrië wonen hebben van Assad ook geen identiteitsbewijs gekregen. De Assyriërs kregen dat wel. ‘Ik ben het niet eens met Assad hoor, maar nu snap ik zijn beslissing wel.’

‘Christenen worden altijd vergeten’

Gamri stoort zich aan Nederlandse politici en aan de ‘eenzijdige’ berichtgeving van Nederlandse media. ‘Gert-Jan Segers van de ChristenUnie noemde de Koerden toen hij de Turkse aanval veroordeelde, maar vergat ons. En journalist Brenda Stoter Boscolo vraagt terecht aandacht voor de genocide op de Jezidi’s, maar dat Assyrische christenen in Irak in 2015 ook werden vermoord door IS-strijders en Assyrische vrouwen ook werden verkracht en tot seksslaaf gemaakt, daar is helemaal geen aandacht voor. Christenen worden altijd vergeten.’

Hoewel ze kritisch is op de Koerden, juicht Gamri de Turkse invasie van Noord-Syrië niet toe. Gamri: ‘We zitten niet op Erdogan te wachten. We vinden jihadistische milities beangstigend, die staan voor ons gelijk aan moord, verkrachtingen en berovingen.’

Vorige week deelde Gamri op Facebook een artikel uit de christelijke krant Christianity Today over Kamishli. Deze Syrische stad werd honderd jaar geleden, ten tijde van de Armeense en Assyrische Genocide, gesticht door Syrische christenen die op de vlucht waren geslagen voor de Ottomaanse Turken. Gamri: ‘Assyriërs vermoord in Kamishli… Mijn familie woont hier meer dan honderd jaar. Na de genocide hier een nieuw leven gestart. Nu worden ze opnieuw door Turkse wapens aangevallen.’

‘Christenen noodgedwongen pro-Assad’

Daniel Altunkaynak ziet het anders. Hij is vertegenwoordiger van de European Syriac Union, een pro-Koerdische groepering die een minderheid van de Syrische christenen vertegenwoordigt. ‘In Syrië zijn de meeste christenen na decennialange angstpolitiek en dictatuur noodgedwongen pro-Assad’, zegt Altunkaynak. ‘Dat betekent niet dat ze zijn moordpartijen en martelgevangenissen steunen, maar Assad doet alsof hij de christenen beschermt. Ook zijn mensen bang voor de Syrische geheime dienst, die ook in Noord-Syrië actief is.’

Volgens Altunkaynak is het niet waar dat de Koerden in Syrië de christenen onderdrukken. ‘Sowieso hebben de christenen het moeilijk in het Midden-Oosten. De afgelopen twee decennia vond er een heuse exodus plaats en besloten honderdduizenden oriëntalistische christenen het Midden-Oosten te verlaten. Maar het is niet waar dat dit door de Koerden komt.’

Altunkaynak ontkent ook dat de Koerden er verantwoordelijk voor zijn dat christelijke scholen in Syrië moesten sluiten. Er zouden Syrische staatsscholen zijn gesloten, die pro-Assad waren. En de protesten van christenen hiertegen zouden mede zijn georganiseerd door de geheime dienst van Assad.

‘Syrië kun je niet vergelijken met Nederland. Suryoye en christenen zijn nog steeds heel bang voor Assad en zijn geheime dienst. Daarom gingen ze demonstreren.’ Altunkaynak voegt toe dat die staatsscholen maar twee tot drie uur in de week Aramees gaven.

Hebben christenen die Assad steunen of de invasie van Erdogan verdedigen last van een ‘dhimmi-mentaliteit’? Altunkaynak laat dat in het midden. ‘Ik wil absoluut geen polemiek tussen ons en onze broeders en zusters van de Aramese en Assyrische bewegingen.’

Waar de pro-Koerdische christenen wél voor staan? ‘Ons denken is gegrond in socialisme en revolutionair-nationalisme. Wij strijden voor ons volk, de Suryoye, komen op voor onze rechten, onze taalrechten, onze religieuze rechten, en voor gelijke rechten voor iedereen. Ook voor de rechten van andere volkeren dus. De tijd dat wij ons lieten behandelen als tweederangsburgers is voorbij.’ Altunkaynak ontkent dat de pro-Koerdische Syrische christenen ‘pionnen’ van de Koerden zijn. ‘We komen in de eerste plaats op voor de Suryoye, we zijn geen Arabische, Jezidi of Koerdische partij.’

Elke week leest Kathaline voor aan Omar, Russel en Zeinnedin uit Syrië: ‘Een verrijking’

1

Gezinnen die kampen met een taalachterstand kunnen terecht bij de VoorleesExpress. Duizenden vrijwilligers gaan twintig weken lang iedere week op bezoek bij een gezin met een taalachterstand.

In Waddinxveen bezoekt vrijwilligster Kathaline Roelofs iedere week een Syrisch gezin. Ze is al eerder geweest voor hulp aan de oudste zoon Omar (7) en nu is Zeineddin (3) aan de beurt. Wellicht komt Roelofs nog een keer terug om ook de jongste dochter Russel (1) te laten kennismaken met taal. ‘Het is leuk om terug te komen in een gezin, ik ken die mensen al en dat maakt het wat gemakkelijker. Zij weten ook al wat ze aan mij hebben’, vertelt ze.

Roelofs gaat altijd naar plaatselijke bibliotheken om boeken en spelletjes te halen die ze meeneemt naar het gezin. ‘De kinderen weten al precies wat er komt, want ik sluit altijd af met een spelletje met ballonnen. Voor mij is het ook een verrijking om bij deze gezinnen te komen, ik leer zo andere culturen kennen en hun gewoontes. En ik word soms ook met mijn eigen vooroordelen geconfronteerd.’

Taalachterstand en maatwerk

‘Veel mensen die nieuw in Nederland zijn denken dat ze hun kinderen alleen in het Nederlands moeten leren lezen’, vertelt directeur Anne Heinsbroek. ‘Dat hoeft echt niet, de taalvaardigheid is belangrijk. Of je dat nou in je moedertaal leert of in het Nederlands, het belangrijkste is dat er gelezen en gepraat wordt met kinderen.’

Omdat veel ouders de Nederlandse taal niet goed beheersen lezen ze vaak niet voor en doen ze weinig andere talige activiteiten. Heinsbroek vindt dit jammer: ‘De taalvaardigheid wordt beter als een kind veel taal hoort. Ik kwam hiermee in aanraking toen de kinderen van mijn nicht een taalachterstand bleken te hebben. Ik ben met ze gaan lezen, maar dat bleek van een te hoog niveau en ze waren heel snel afgeleid. Daarom nam ik makkelijkere boeken mee en begon ik met prentenboeken. Bij ieder gezin is weer wat anders nodig.’

De samenwerking met de lokale bibliotheken zorgt ervoor dat er diverse middelen beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld ook kinderboeken in andere talen, zodat ouders in hun eigen taal kunnen voorlezen. ‘We komen meestal bij gezinnen met peuters en voor hen zijn leesboeken teveel gevraagd’, vertelt Heinsbroek. ‘Maar we kunnen prentenboeken en spelletjes meenemen, waardoor ze toch woorden leren. Spelletjes als memory en kwartet zijn bijvoorbeeld heel goed te doen. Maar het verschilt per gezin. Dat onze vrijwilligers geen gepaste vooropleiding hebben is juist heel goed, want iedereen stapt blanco een gezin binnen en kijkt naar wat er nodig is.’

Asmaa, de moeder van het gezin waar Roelofs komt, gaat drie keer in de week naar Nederlandse les. Het aanleren van een nieuwe taal gaat bij de kinderen makkelijker en daardoor ook veel sneller. Omar gaat naar school, waardoor zijn woordenschat nog sneller groeit. Regelmatig is hij tolk voor zijn moeder. De vader van het gezin is volledig ingeburgerd en werkt veertig uur per week. Hij is een jaar langer in ons land en liet zijn gezin naar Nederland overkomen.

‘Voor mij is het ook een verrijking om bij deze gezinnen te komen’

Plaatjesboeken en ballonnen

Op dit moment krijgen 5.500 gezinnen hulp van vrijwilligers. Volgens Heinsbroek is dit onvoldoende. ‘Omdat er te weinig vrijwilligers zijn, staan mensen die de Nederlandse taal willen leren nu op een wachtlijst. Dat is heel jammer, want we zouden veel meer willen doen.’

Bij het Syrische gezin gaat Roelofs een prentenboek voorlezen. Ze heeft bewust eentje met weinig tekst gekozen, want Zeineddin is erg snel afgeleid en wil alleen naar de plaatjes kijken. Daarom is het ook een zoekboek, waar erg veel gebeurd op de plaatsjes. Op elke pagina komen een paar dezelfde figuren voor, wat het interessant maakt. Roelofs zegt het woord voor het figuur in het Nederlands en Zeineddin praat in het Arabisch. ‘Zo steek je er nog wat van op’, grapt Roelofs.

Als de drie boeken met plaatjes doorgewerkt zijn, komt een dominospel aan de beurt. Dat heeft Roelofs gekocht bij een kringloopwinkel, zodat ze niet alleen afhankelijk is van de spelletjes in de bibliotheek. Op het dominospel staan allemaal dieren getekend, een mooie kans om de dieren te benoemen en de geluiden die ze maken. Ook Omar en Russel bemoeien zich met het spel. Omar wil laten zien wat hij al weet en Russel wil niet onderdoen voor haar grote broers.

Aan het einde van het uur haalt Roelofs haar tas voor de laatste keer tevoorschijn met daarin de ballonnen. Eerst gaan de boeken en het spel terug in de tas, met hulp van de kinderen. Dan proberen de kinderen een ballon op te blazen, Roelofs doet dat toch maar zelf. Ze gooit en schopt de ballon over met de kinderen.

Als het uur voorbij is vertrekt Roelofs met de mededeling dat ze volgende week weer terugkomt. ‘Dit gezin ken ik al redelijk goed, dat is wel fijn’, vertelt ze. ‘Ze vroegen mij terug voor Zeineddin, nadat ik al bij Omar als vrijwilligster was geweest.’ Roelofs heeft plezier in haar vrijwilligerswerk, ook al is het soms best intensief. ‘Het maakt mij blij, ik krijg er juist energie van. De gezinnen waar ik kom, laten keer op keer blijken dat ze heel blij zijn met mij. Het is voor ons allemaal een ervaring waar we van groeien.’

Turkije vervolgt steeds meer oppositiepolitici met kritiek op inval Syrië

0

Terwijl de ogen van de wereld gericht zijn op de situatie in Noord-Syrië, is president Erdogan in het binnenland bezig critici op de Turkse inval te vervolgen.

Sezgin Tanrikulu, een Istanbulse parlementariër voor de linkse CHP, krijgt een strafrechtelijk onderzoek aan zijn broek. Eergisteren twitterde hij: ‘Dit is een onrechtvaardige oorlog tegen de Koerden.’

Overigens lijkt Tanrikulu een dissident te zijn binnen zijn eigen partij. Officieel steunt de CHP, de grootste oppositiepartij in het Turkse parlement, de inval in Syrië.

Turkije heeft daarnaast negen Istanbulse politici van de pro-Koerdische HDP gearresteerd. De HDP’ers hadden zich verzameld voor hun partijbureau in Istanbul om een persconferentie te geven met bezwaren tegen de Turkse inval in Syrië.

De politie voorkwam dit. Ze worden ervan beschuldigd propaganda te verspreiden voor een terroristische organisatie en zich niet te houden aan de wet openbare manifestaties.

Vorige week besloot Turkije een strafrechtelijk onderzoek in te stellen tegen enkele kopstukken van de HDP, waaronder covoorzitters Sezai Temelli en Pervin Buldi. Zij worden ervan beschuldigd  ‘propaganda voor een terroristische organisatie’ te maken en openlijk de Turkse staat te beledigen.

De Turkse overheid ziet kritiek op het militaire offensief in Syrië als ‘steun voor een terroristische organisatie’. Daarmee bedoelt zij de gewapende Koerdische strijders van de PKK en de Syrische SDF, waarmee Turkije nu in gevecht is.

Niet alleen politici worden opgepakt. Ook burgers die zich op sociale media kritisch betuigen over de inval lopen het risico gearresteerd te worden. Eind vorige week meldde de Turkse minister Suleyman Soylu (Binnenlandse Zaken) al dat hierom ruim 120 mensen waren opgepakt.

‘Onzekerheid is onze enige zekerheid.’ De nieuwe tijd volgens trendwatcher Farid Tabarki

0

Onzekerheid is in deze tijd troef, stelt trendwatcher Farid Tabarki, maar je moet hierop inspelen. ‘We kunnen niet terug naar vroeger, naar de jaren vijftig of de tijd van de Renaissance.’

Farid Tabarki onderzoekt als trendwatcher de veranderde tijdgeest en is oprichter van Studio Zeitgeist. In zijn boek Het einde van het midden (2016) kondigde hij het einde van het sociaaleconomische midden en politieke midden aan. En onlangs schreef hij in een essay voor het blad Humanitas van de gelijknamige vrijwilligersorganisatie: ‘Onzekerheid is onze enige zekerheid.’ De Kanttekening sprak met deze interessante denker over zijn werk, de grote veranderingen die ons te wachten staan en over de multiculturele samenleving.

Vloeibare revolutie

Studio Zeitgeist is gevestigd op het Marineterrein Amsterdam, naast het Scheepvaartsmuseum. Tabarki, informeel en joviaal, begroet mij enthousiast en laat mij het kantoor zien. Een collega zorgt voor koffie en thee. Ik vertel Tabarki dat ik graag met hem wil spreken vanwege zijn inhoudelijke kijk op de zaken, niet omdat hij een ‘nieuwe Nederlander’ is, maar dat ik toch die vraag moet stellen over zijn etnische achtergrond. Speelt zijn Noord-Afrikaanse achtergrond nog een rol in zijn werk? Vindt Tabarki het niet vervelend dat journalisten – ik ook, maar ik heb mij bij dezen ingedekt – hierover beginnen tijdens een interview?

Hij is inderdaad een man van de inhoud. ‘Natuurlijk speelt mijn half-Tunesische achtergrond een rol, maar we moeten hier niet krampachtig mee omgaan. Diversiteit is in onze samenleving een voorwaarde om met elkaar om te gaan.’ Tabarki noemt columnist Maxim Februari als voorbeeld. Februari is een transgender, maar we beoordelen zijn columns puur op de inhoud. Identiteit speelt een rol, maar het moet daar niet alleen maar over gaan.

‘We zijn nu in het tijdperk van de vloeibare revolutie beland’, vertelt Tabarki over zijn werk bij Studio Zeitgeist, waarvan hij de oprichter is. Hij legt uit: ‘De Industriële Revolutie leidde tot een bepaalde manier van werken, politiek en organiseren. De klok was heel belangrijk, want de fabriek ging om zo laat open en om zo laat dicht. Bedrijven waren hiërarchisch georganiseerd, top-down. De natiestaat was de politieke vertaling van de Industriële Revolutie: die staat zorgde bijvoorbeeld voor nationaal onderwijs en de aanleg van wegen en spoorlijnen. Maar het industriële tijdperk loopt ten einde, we leven nu in de tijd van de vloeibare revolutie. De manier van hoe onze samenleving is georganiseerd moet op de schop, want de maatschappelijke veranderingen waarmee we nu te maken krijgen zijn permanent. Onzekerheid is de nieuwe zekerheid.’

Maar wat is die ‘vloeibare revolutie’ precies? Tabarki: ‘We zijn terechtgekomen in een instabiel systeem waarin mensen verschillende verbindingen met elkaar aangaan. Vroeger was alles strak. Vaste regels, vaste banen, vaste zekerheid. Maar die zekerheid is er niet meer. Nu is er een flux, een stroom. De vraag is, wat betekent die flux voor de mens, voor organisaties, voor leiderschap?’

Tabarki vertelt dat zijn maatschappijanalyse ook een praktische kant heeft. Hij helpt bedrijven en inspireert ze zodat ze niet achter de feiten aanlopen en beter aansluiting kunnen vinden bij de nieuwe tijdgeest. ‘Het is makkelijker handelen als je weet wat de trends voor de toekomst zijn.’ Studio Zeitgeist ondersteunt organisaties om toekomstgericht beleid te maken, organiseert workshops en traint professionals om de vloeibare samenleving beter te begrijpen.

Van grote invloed op het denken van Tabarki is het in 2000 verschenen boek Liquid Modernity van de Duitse filosoof Zygmunt Bauman, waarin het begrip ‘vloeibare moderniteit’ voor het eerst wordt gemunt. Tabarki: ‘Dit boek is heel politiek-filosofisch. Mijn boek Het einde van het midden is concreter, ik werk dingen praktisch uit. In het Industriële Tijdperk was het ‘midden’ een gegeven, maar die tijd is nu voorbij.’

Contextgebonden onderwijs

Betekent dit ook dat de middenklasse als sociaaleconomische groep verdwijnt, waardoor we straks alleen nog maar een elite hebben en een grote arbeidersmassa zonder perspectief? ‘Dat is wel een gevaar’, vertelt Tabarki. ‘Mijn boek heb ik daarom aangeboden aan toenmalig onderwijsminister Jet Bussemaker, omdat ik vind dat Nederland beter op de grote sociaaleconomische veranderingen in moet spelen. Veel beroepen komen door robotisering steeds meer in de knel. Denk aan de financiële administratie en de retail. Winkelpersoneel wordt vervangen door zelfscankassa’s. Het doemscenario is dat veel mensen ‘onrendabel’ worden en een proletariaat zullen vormen. Je moet mensen met een mbo-achtergrond daarom niet afschrijven, maar opnieuw klaarstomen.’

Tabarki wil een optimist zijn. ‘De uitdaging is om mensen op het mbo nieuwe skills aan te leren, zodat ze flexibeler inzetbaar zijn en blijven meedraaien in de economie. Ook kunnen we nadenken over belasting op robots en aan het basisinkomen. Het debat moet niet gaan over de hoogte van het basisinkomen, maar of een gegarandeerd inkomen onze fundamenteel veranderende maatschappij verder kan helpen.’

De bijstand is ook een vorm van basisinkomen, maar aan de bijstand is de sollicitatieplicht verbonden. Tabarki heeft daar zo zijn vragen bij, maar vindt niet dat een basisinkomen vrijblijvend moet zijn. ‘Ik ben voor levenslang leren. Cruciaal is dat we ervoor zorgen dat mensen zich blijven ontwikkelen, dat ze voldoende aansluiting vinden bij een steeds veranderende samenleving. Het moet niet om geld gaan, maar om hoe de transitie van onze samenleving in goede banen wordt geleid.’

Maar gebeurt dat nu ook? ‘Dat valt tegen. Het onderwijs sluit slecht aan bij de veranderende samenleving. Het is nog steeds gebaseerd op de samenleving van de Industriële Revolutie. De school is een leerfabriek, kinderen zitten in klassen en moeten elk uur naar een ander klaslokaal toe om een ander vak te volgen. Ze leren te weinig verbanden, in contexten. Nu is het systeem dat je wordt ingedeeld op basis van het vak waarin je het slechtst bent. Als je bijvoorbeeld slecht bent in wiskunde ga je naar de havo, terwijl je in Frans, geschiedenis en andere vakken veel beter bent. Dat werkt heel demotiverend. Je moet meer contextgebonden onderwijs krijgen, waarbij diverse vakken met elkaar gemixt worden. Het onderwijs moet met andere woorden beter aansluiten op onze toekomst. Op de havo en het vwo moet veel veranderen, maar ook het vmbo en de ROC’s in het land moeten harder aan de bak.’

Foto: YouTube 

‘De natiestaat is op zijn retour’

De samenleving in het tijdperk van de vloeibare moderniteit moet vooral geen asociale samenleving worden, is Tabarki’s boodschap. Het zou bijvoorbeeld meer los moeten lopen met hypotheken, zodat woningen betaalbaar blijven. Huurders moeten volgens Tabarki ook meer invloed krijgen op de energierekening. ‘Op dit moment beslissen de woningbouwcorporaties. Die hebben weinig zin in zonnepanelen omdat die veel geld kosten, terwijl de energierekening van de huurders oploopt. Huurders moeten meer inspraak hebben, samen invloed uitoefenen. Ook de politiek moet hier iets mee doen.’

Oplossingen moeten niet alleen op nationaal niveau worden gezocht, maar vooral op Europees en mondiaal niveau. ‘De natiestaat is op zijn retour. De staat kan proberen bedrijven belastingen te laten betalen, maar als die te hoog zijn openen ze een kantoor in een land waar de belastingen voor bedrijven heel laag zijn, zoals Nederland. We moeten internationaal samenwerken om bedrijven toch belasting te laten betalen.’

Ook de diverse regio’s moeten – veel meer dan nu het geval is – invloed krijgen, vindt Tabarki. ‘Ik denk aan regio’s als Groot-Rotterdam en Groningen-Assen. Op dit moment neemt het Rijk minder verantwoordelijkheid, legt het alles op het bordje van de gemeente. Maar de gemeentes hebben nauwelijks geld en vrijheid om te handelen. Ik geloof in het idee van de participatiemaatschappij, mits dit goed wordt uitgevoerd. Regio’s moeten voldoende budget hebben om zorg en andere zaken te regelen, maar ook de vrijheid hebben om het anders te doen dan andere regio’s. Het is helemaal niet erg als er regionale verschillen ontstaan. Daar moet Den Haag niet moeilijk over doen. Nu krijgen de gemeenten wel verantwoordelijk, maar niet de middelen. Gemeentes worden afgeknepen, terwijl ze juist belangrijk zijn. Dat moet anders.’

Middenpartijen en referenda

Ook in de politiek krijgt het midden het moeilijk, vertelt Tabarki. Hij ziet een wereldwijde trend. ‘In Nederland liepen we een tijdlang voor de troepen uit, met ons gefragmenteerde systeem. Maar ook in landen als Spanje hebben de grote middenpartijen hun overwicht op de rest van de politiek verloren.’ Niet alleen verkeren middenpartijen in zwaar weer, maar door de aangescherpte tegenstellingen bewegen ze zich ook meer naar de flanken. ‘Het CDA is rechtser geworden, de PvdA linkser en D66 en GroenLinks worden juist progressiever. Iedereen beweegt zich van het midden af. Ook zie je dat kiezers meer shoppen en niet meer trouw zijn aan een partij.’

Tabarki vindt dat onze representatieve democratie verbeterd moet worden. Een mooi voorbeeld vindt hij het volksparlement van het Duitstalige deel van België, dat door loting is samengesteld – net als in de klassieke Atheense democratie. ‘Democratie moet meer een gesprek tussen burgers worden. Ook de Belgische schrijver David van Reybrouck heeft een lans gebroken voor het idee van loting. Loting is representatief en zorgt ervoor dat de politiek niet meteen gedomineerd gaat worden door de usual suspects.’ Interessant vindt hij ook het experiment in Barcelona met wijkraden. ‘We moeten niet aan één model voor alles denken. Dat is industrieel denken, maar onze samenleving is anders geworden. Daar past niet één model bij.’

En wat vindt Tabarki van het referendum? Is daar nog toekomst voor, na het debacle met de Brexit? ‘We moeten het kind niet met het badwater weggooien’, antwoordt hij. ‘Zwitserland heeft al decennialang ervaring met referenda, een typische referendacultuur. Wij moeten dat in Nederland nog in de vingers krijgen. Sowieso was het referendum over de Brexit raar. Één referendum en Groot-Brittannië ging uit de EU.’

Wat kan er dan beter, als wij in Nederland opnieuw naar het middel van referenda zouden grijpen? ‘Sowieso moet je je lot niet verbinden aan één referendumuitslag’, zegt Tabarki beslist. ‘Het referendum is interessant, maar je moet hier lerend mee omgaan. Het beste voor Nederland is dat we in de toekomst een nieuwe poging wagen, maar dan op een hele andere manier en wellicht over andere thema’s. We hebben een reset nodig.’

Tabarki noemt als positief voorbeeld Nieuw Caledonië, een eilandje in de Stille Zuidzee dat bij Frankrijk hoort. Ze hebben ook over onafhankelijkheid gestemd, maar in twee referenda waar vijf jaar tussen zat. Als bij beide keren een meerderheid voor onafhankelijkheid is, dan zal Nieuw Caledonië zich van Frankrijk losmaken. ‘Tijdens het eerste referendum was een meerderheid tegen uittreden, het tweede referendum wordt binnenkort gehouden. Als de eilandbewoners dan wél voor onafhankelijkheid zijn, dan moet er weer een nieuw referendum worden georganiseerd.’

‘De Brexit zal juist de voor-stemmers financieel in de problemen brengen’

Robotisering en automatisering

Tabarki juicht nieuwe technologische ontwikkelingen toe, maar vindt dat we meer moeten nadenken over waar we met onze samenleving naartoe willen. ‘We moeten opnieuw bespreken wat we belangrijk vinden’, zegt hij. ‘Er verdwijnen bepaalde taken in bijvoorbeeld de zorg door robotisering. Ik denk niet dat we de robotisering moeten tegenhouden, maar wel dat we goed moeten nadenken over wat we precies willen met de zorg. Robots zijn efficiënt, technologie is een prachtige aanvulling op wensen die we hebben. We moeten vragen in de goede volgorde stellen. De vraag ‘Wat is goede zorg?’ komt voor de vraag ‘Wat kunnen we met deze technologie bereiken?’ Op dit moment worden deze vragen in de verkeerde volgorde gesteld. Eerst de technologie, dan pas de toepassing. Dat is verkeerd.’

Tabarki heeft ook oog voor de schaduwzijden van technologische ontwikkelingen. ‘Sommige mensen kunnen al deze ontwikkelingen niet bijbenen. Je hebt de haves en de have-nots. Mensen die niet goed met technologie kunnen omgaan worden buitengesloten.’ Als voorbeeld noemt Tabarki de gezondheidskloof.

‘Mensen die laagopgeleid zijn leven ongezonder en krijgen slechtere zorg. Deze ontwikkeling moeten we een halt toeroepen. De kloof wordt nu verbreed, omdat hoogopgeleide mensen preventieve kennis gebruiken om gezond te blijven. Zij hebben veel gemakkelijker toegang tot deze kennis. Laagopgeleide mensen maken geen gebruik hiervan, omdat ze het niet weten.’

Een ander voorbeeld van dit buitensluiten is het UWV, vertelt Tabarki. ‘Er was een tijd dat je alleen online met het UWV kon communiceren. Dat sloot digibeten uit, mensen die juist geholpen moeten worden om weer op de arbeidsmarkt te komen. Gelukkig heeft het UWV die beslissing weer teruggedraaid. De balans van de toepassingen moet positief uitslaan voor mensen. De zogenoemde ‘onrendabelen’ moeten rendabel worden gemaakt.’

Tabarki noemt in dit verband het banenverlies in de retail: er is steeds minder personeel nodig om winkels draaiende te houden. Ook wordt er steeds meer online verkocht. ‘Maar verkopers zijn eigenlijk een soort gastheren en gastvouwen. Ze moeten deze vaardigheden leren op school, ervoor zorgen dat mensen die iets willen kopen zich goed voelen. Dit betekent dat mensen die nu worden opgeleid om in de winkel te werken breder moeten worden opgeleid en basisvaardigheden moeten worden bijgebracht, waardoor ze breed inzetbaar zijn en in verschillende sectoren aan de slag kunnen.’

Maar sommige beroepen kun je toch nooit wegautomatiseren? Journalisten en historici, die niet alleen feiten opzoeken maar ook interpreteren, doen toch dingen die een computer nooit zal kunnen? ‘Dit is een interessant punt. Sowieso moet je niet denken in een tegenstelling tussen mens en technologie, wat nu nog veel te veel wordt gedaan, maar dat mens en technologie moeten samenwerken. Niemand zit er op te wachten dat mensen niet meer van nut zijn. Maar technologie kan je wel helpen dingen beter te maken. Archieven die gedigitaliseerd zijn, met goede mogelijkheden om daarin te zoeken, besparen historici en andere onderzoekers een boel tijd. En vertaalmachines, die nooit perfect zullen zijn, helpen je om krantenartikelen in talen te lezen die je niet of niet goed genoeg beheerst. Maar hoe je dit interpreteert, welke verbanden er zijn, welke contexten relevant zijn, dat bepaalt de mens zelf nog steeds.’ Ook artsen zullen zich meer met interpretatie bezig gaan houden, stelt hij. ‘Computers en robots kunnen veel overnemen, maar patiënten vinden het fijn als de dokter dit goed uitlegt. En hij moet op basis van de gegevens ook de keuzes maken.’

De kloof overbruggen

De witte onderklasse, die de nieuwe ontwikkelingen vaak niet goed kan bijbenen, laat zich volgens Tabarki door populisten een rad voor de ogen draaien. ‘We kunnen niet terug naar vroeger, naar de jaren vijftig of de tijd van de Renaissance. Je houdt mensen voor de gek als je zegt dat je die tijden wil doen laten terugkeren. Maar we moeten kwetsbare groepen, de witte onderklasse en ook mensen van kleur in een penibele sociaaleconomische positie, niet aan hun lot overlaten. We moeten juist in ze investeren.’ Overigens zijn sommige beroepen helemaal niet zo kwetsbaar meer, vertelt Tabarki. ‘Vroeger behoorden loodgieters tot de kwetsbare groep, maar nu kun je als loodgieter veel verdienen.’

Tabarki vindt het belangrijk dat mensen uit kwetsbare groepen die een transformatie doormaken mee kunnen gaan met de nieuwe tijdgeest. ‘Populisten als Geert Wilders en de Brexiteers bieden in deze onzekere tijden schijnzekerheid. Maar dat helpt niet. En de Brexit zal juist mensen die hiervoor hebben gestemd financieel in de problemen brengen.’ We moeten de kloof met de PVV-kiezers overbruggen en begrip hebben voor hun kwetsbare positie in deze veranderende samenleving, zonder mee te gaan in het PVV-discours, aldus Tabarki.

Deze journalist is Marokko ontvlucht: ‘Er is geen persvrijheid’

1

De Marokkaanse journalist Hamza Habhoub ontvluchtte vorige week zijn vaderland uit angst voor de Marokkaanse inlichtingendienst. Hij vroeg politiek asiel aan in Frankrijk.

Habhoub verliet Marokko uit angst voor vergelding van de overheid voor zijn werk als journalist bij de Arabische krant Akhbar al Yaoum. De journalist zou in dat geval het derde slachtoffer in korte tijd zijn. Eerder dit jaar werden al twee van Habhoubs collega’s van dezelfde krant veroordeeld tot een celstraf.

Hoofdredacteur Taoufik Bouachrine werd vorige week in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar nadat hij was beschuldigd van seksueel misbruik. Bouachrine ontkent de beschuldiging. Ook werd vorige maand de vrouwelijke journalist Hajar Raissouni veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. Raissouni zou abortus hebben gepleegd en seks voor het huwelijk hebben gehad, beide strafbare feiten volgens de Marokkaanse wet. De journaliste ontkent de abortus en is religieus getrouwd, maar niet wettelijk.

Akhbar al Yaoum is een van de weinige nationale kranten in Marokko die zich kritisch opstelt tegenover de overheid en de koning. Vanuit Frankrijk vertelt Hamza Habhoub hoe het steeds gevaarlijker werd om voor deze krant te werken.

Waarom moet de Marokkaanse overheid jou precies hebben?

‘Als je naar de feiten kijkt, gaat het eigenlijk om alle journalisten die kritische artikelen schrijven. Eerst werd Bouachrine gearresteerd, toen Raissouni en inmiddels worden ik en andere collega’s constant bedreigd. De pro-overheidsmedia schreven artikelen waarin ze mij in een kwaad daglicht zetten. Ze schreven dat ik betrokken was bij de zaak van Bouachrine, om zo de publieke opinie tegen mij te keren en mijn reputatie te schaden. In werkelijkheid was het bedoeld om mij de mond te snoeren nadat ik berichtte over de Hirak el-Rifbeweging, die sinds 2016 door middel van protesten een oplossing voor de werkloosheid in de regio eist.’

Geldt hetzelfde voor Raissouni?

‘Je kunt de zaak van Hajar Raissouni van twee kanten bekijken. Aan de ene kant heb je het wettelijke en wetenschappelijke aspect: de advocaten hebben bewijs dat haar veroordeling nergens op gebaseerd is. De andere kant is dat je kijkt naar wie zij is als persoon en wat voor werk ze doet. Niemand kan ontkennen dat wij als journalisten ontzettend dapper moeten zijn om in onze verhalen kritiek te uiten op de overheid om onze rechten te verdedigen. Hajar is een kritische journalist, dus natuurlijk werd zij een doelwit, omdat ze daarmee een bedreiging vormt voor de overheid. Hajar is een slachtoffer van het gebrek aan vrijheid in Marokko.’

Waarom richt de overheid zich zo vaak op jouw krant Akhbar al Yaoum? Is dat omdat de krant is gelieerd aan de islamitische partij PJD?

‘Ik denk niet dat onze link met de islamitische partij zo duidelijk is. We doen juist ons best afstand te nemen van alle politieke partijen. Ik geloof dat de krant steeds opnieuw het doelwit is van politieke ‘pesterijen’, omdat wij weigeren te gehoorzamen aan de instructies van de overheid en niet meegaan met alle journalisten die blind de regels volgen. De krant heeft ervoor gekozen om de stem van de onderdrukten te zijn en tegen de corruptie te strijden. We hopen zo bij te dragen aan het welzijn van Marokko en betalen daar de prijs voor.’

‘Marokko moet een democratie worden’

Waarom besloot je Marokko te verlaten?

‘Ik doe dit werk uit liefde en ik kan absoluut niet zonder journalistiek. In Marokko werd ik beroofd van mijn vrijheid van meningsuiting, dus wilde ik verhuizen naar een plek waar ik in veiligheid mijn werk zou kunnen doen, zonder angst voor de consequenties. Eerder dacht ik dat ik Marokko nooit zou verlaten en koos ik er juist voor om van binnenuit tegen het systeem te strijden, maar de toenemende druk en de verslechterde situatie trof mijn familie. Om veiligheidsredenen kan ik niet vertellen wat er de afgelopen tijd precies is gebeurd, maar het was tijd voor mij om Marokko te verlaten.’

Jij zag je gedwongen Marokko te verlaten, twee andere journalisten werden veroordeeld. Wat zegt dat over de persvrijheid in Marokko?

‘Het Marokkaanse medialandschap is in crisis. Er zijn maar weinig journalisten die zich uitspreken over de overheid. De meeste media worden gecontroleerd en alle media die kritiek durven hebben op de overheid worden onderdrukt. Er is geen persvrijheid en geen vrijheid van meningsuiting. Marokko heeft nog een lange weg te gaan voordat het zichzelf een democratie kan noemen.’

Je bent nu in Frankrijk. Ben je van plan je werk als journalist daar door te zetten?

‘Ja, ik wil blijven proberen de situatie in Marokko te verbeteren en zal altijd onze rechten blijven verdedigen. Ik ga door als journalist, voor onder andere Akhbar al Yaoum, en hoop vanuit hier bij te dragen aan de ontwikkeling van mijn land. Het vaderland is van ons allemaal, niet alleen van de onderdanen van het regime.’

Verwacht je binnenkort terug te kunnen naar Marokko?

‘Ik denk niet dat terugkeren naar Marokko in de nabije toekomst een optie is. De situatie is op dit moment erg slecht. Als in de toekomst de situatie verbetert, dan ga ik zeker terug. Maar dan moet er wel persvrijheid zijn en politieke gevangenen moeten worden vrijgelaten. Marokko moet een democratie worden.’

Iran ‘arresteert dissidente journalist’ die als balling in Frankrijk leefde

0

De Revolutionaire Garde van Iran zegt de dissidente journalist Ruhollah Zam te hebben gearresteerd. Zam leefde als balling in Parijs. Mogelijk is hij door de Iraanse inlichtingendienst ontvoerd.

Ruhollah Zam beheert de populaire website Amadnews. Volgens Iran is deze website verantwoordelijk voor het ontstaan van de anti-regeringsprotesten in 2017 en 2018.

Amadnews heeft zo’n 1,4 miljoen volgers die de website bezoeken via een versleutelde app. De site deelde video’s van de protesten en informatie over Iraanse hoogwaardigheidsbekleders.

De arrestatie van Zam is vol trots aangekondigd op de Iraanse staatstelevisie. Iran ziet dit als een overwinning op de westerse inlichtingendiensten die Zam moesten beschermen.

Zam werd in 2009, tijdens de mislukte opstand tegen het Iraanse regime, opgepakt en gevangen gezet. Na zijn vrijlating vluchtte hij naar Frankrijk. Daar zette hij Amadnews op. Amad is een Perzisch acroniem voor ‘kennis, strijd en democratie’.

De Iraanse Revolutionaire Garde heeft ook op het Twitteraccount van Zam zijn gevangenneming aangekondigd. Te zien is een hand die een geweer vasthoudt, ofwel het logo van de Revolutionaire Garde.