Met haar nieuwste boek Witte schuld zoekt feminist en Volkskrant-columnist Elma Drayer de controverse op. Ze werd donderdag geïnterviewd door Parool-columnist Theodor Holman in het radioprogramma OBA Live.
Witte schuld is een reactie op het boek Witte onschuld van antropologe Gloria Wekker, die dat begrip van ‘witte onschuld’ ironisch bedoelde. In haar boek heeft Wekker het over een cultureel archief, dat van witte mensen wordt gekenmerkt door vierhonderd jaar slavernij en kolonialisme. Drayer is het hier fel mee oneens.
Volgens haar geloven Wekker en veel andere antiracistische activisten in het idee van een witte erfschuld. Ze spreekt over een ‘heksenproces’ tegen witte mensen. Je mag je best schamen voor je eigen verleden, vindt Drayer, maar het idee van collectieve schuld, dat iedereen die een witte huidskleur heeft per definitie schuldig is, daar wil ze niet aan. Je bent niet schuldig aan de misdaden van je voorouders.
Drayer spreekt tijdens de radio-uitzending ook over identiteitspolitiek en de notie van intersectionaliteit. Identiteitspolitiek is de politiek die draait om de aangeboren kenmerken van mensen, zoals ras, geslacht en seksuele voorkeur, zegt Drayer. Intersectionaliteit is het idee dat hoe meer je minderheid bent, hoe meer je wordt gediscrimineerd. Drayer vindt identiteitspolitiek en intersectionalisme vormen van giftig denken. Ze wilde haar boek eerst Het giffabriekje noemen, maar daar stak haar uitgever een stokje voor, vertelt ze.
Identiteitspolitiek leidt volgens Drayer in een wedstrijdje in slachtofferschap. ‘Ik zag overal om mij heen dat mensen opeens begonnen te denken in termen van gender en ras. Ik kwam uit de tijd dat je aangeboren identiteit bepaalde wie je was. Ik heb mij daarvan bevrijd. Maar het keert weer terug. Tegenstanders van identiteitspolitiek worden keihard veroordeeld. Evenals leden van minderheidsgroepen die zich niet voegen naar je sjablonen. Als je als zwarte vrouw je niet identificeert als zwarte vrouw, dan ben je fout.’
Ook een partij als DENK maakt gebruik van deze manier van denken, vertelt Drayer. Turkse Nederlanders die zich niet gedragen als ‘echte Turken’ worden aan de schandpaal genageld. Ook geeft Drayer het voorbeeld van een Surinaamse vrouw die heel teleurgesteld was dat er ook wit bloed in haar DNA zat. Ze zei dat ze liever volbloed zwart geweest was. Als een wit iemand over puur bloed begint is hij een racist, maar deze zwarte vrouw is dat volgens identiteitsdenkers uiteraard niet, omdat alleen witte mensen, de onderdrukkers, racistisch kunnen zijn. Drayer: ‘Het idee is: je mag wél naar boven trappen.’
‘Maar komt door dit soort redeneringen de vrijheid van meningsuiting niet in gevaar?’, vraagt Holman. Drayer maakt zich grote zorgen: ‘Sommige mensen mogen niet meer het woord voeren, omdat ze bepaalde minderheden zouden kwetsen.’
Volgens Drayer gaan de media, maar vooral de universiteit en de uitgeverswereld mee in het nieuwe identiteitsdiscours. De wetenschap voorziet identiteitspolitiek ook van argumenten, terwijl de wetenschap juist heel kritisch zou moeten zijn omdat identiteitsdenken volgens haar vol cirkelredeneringen zit.
De partij BIJ1 heeft in de Amsterdamse gemeenteraad maar één zetel, maar volgens Drayer buitenproportioneel veel invloed omdat dankzij de partij het discours verandert. Ze vreest dat onwelgevallige meningen straks niet meer mogen, dat mensen zichzelf gaan censureren. Dat laatste gebeurt volgens haar al.
Het sterkste wapen van de identiteitsdenkers is volgens Drayer de racismebeschuldiging, want daarmee worden andersdenkenden monddood gemaakt. Ze ziet parallellen met de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen ‘links’ heilig zou geloven in marxistische theorieën. ‘Alles was de schuld van het systeem. We hebben niks tegen mensen persoonlijk werd altijd gezegd, maar in de praktijk werden mensen verketterd. Als je bijvoorbeeld de Telegraaf las, op de VVD stemde, enzovoort. Nu gebeurt dat weer.’
In een debat met identiteitsdenkers gelooft Drayer niet, omdat zij zich toch niet door argumenten zouden laten overtuigen. Voor hen is Drayer een geprivilegieerde witte vrouw, zegt ze zelf. ‘Ben je niet bang dat je allemaal venijn over je heen krijgt?’, vraagt Holman haar. Drayer: ‘Ik roep dit ook over mijzelf af, ik had dit boek ook niet kunnen schrijven. Maar ik wil het debat niet aan de extremisten overlaten.’
De aflevering van OBA Live met Elma Drayer is hieronder terug te kijken.
Het reisadvies voor Turkije is opgeschaald tot niveau 2 uit vier, zo tweette de Amerikaanse ambassade in Ankara. De ambassade vindt dit gerechtvaardigd vanwege ‘terroristische dreiging en willekeurige detenties’.
Dat laatste punt legt de ambassade als volgt uit: ‘Veiligheidsdiensten hebben tienduizenden individuen, waaronder ook Amerikaanse burgers, vastgezet vanwege vermeende banden me terroristische organisaties, gebaseerd op summier of geheim bewijs en op gronden die politiek gemotiveerd lijken.’
Amerikaanse burgers zijn daarnaast onderhevig geweest aan uitreisverboden, zodat ze Turkije niet meer uit konden komen, aldus de ambassade in haar reisadvies. ‘Deelname in demonstraties die niet expliciet zijn goedgekeurd door de overheid of kritiek op de overheid, ook op social media, kan resulteren in arrestaties.’
Op specifieke plekken binnen Turkije is het veiligheidsrisico nog groter, zo stelt de ambassade. In het grotendeels Koerdische oosten geldt nu level 3 en de randen van Turkije langs Syrië en Irak zijn zelfs aangemerkt als level 4, wat inhoudt dat je zulke plaatsen maar beter helemaal kunt vermijden. Het risico op terrorisme is er simpelweg te groot, aldus de Amerikaanse ambassade.
Dit jaar hadden Amerikaanse media veel aandacht voor twee gevallen van burgers die in Turkije waren vastgezet. De Turks-Amerikaanse NASA-wetenschappers Serkan Gölge zat er drie jaar vast na beschuldigd te zijn van banden met terroristen. Hij werd in mei vrijgelaten, maar mag nog altijd het land niet uit.
Ook pastoor Andrew Brunson kwam vrij, dit na twee jaar gevangenschap op veroordeling van ‘spionage en banden met terroristische groeperingen’. Na inmenging van de Amerikaanse president Donald Trump mocht hij zelfs meteen Turkije weer verlaten.
Burgers in Nederland die eraan denken om naar Turkije te gaan worden al langer vanuit overheidswege gewaarschuwd voor de politieke situatie in Turkije. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken stelt het volgende:
‘Bij controles door de Turkse overheid kan, als verdenking bestaat van betrokkenheid bij organisaties die Turkije als terroristisch beschouwt, onder andere op vliegvelden, uw telefoon of andere elektronische apparatuur worden onderzocht. De Turkse overheid kan u vervolgen voor uitingen die buiten Turkije zijn gedaan, ook op sociale media. Houd hier rekening mee als u naar Turkije reist.’
Het is dit jaar veertig jaar geleden dat de ayatollahs aan de macht kwamen in Iran. Atheïstische Iraniërs die naar Europa zijn gevlucht hopen dat het theocratische regime ten val komt. ‘Mijn broer en ik worden vermoord als we nu naar Iran zouden teruggaan.’
Een natte dag in de tweede helft van augustus. Een groep van ongeveer 35 demonstranten, van wie de meesten uit Iran zijn gevlucht, vuren in het Perzisch, Nederlands en Engels onophoudelijk slogans af op de Iraanse ambassade in Den Haag. ‘Alle politieke gevangenen vrij, vrij, vrij!’ ‘Weg met de Islamitische Republiek!’ De demonstranten hebben foto’s bij zich van met name linkse en seculiere activisten, zoals bloggers en vakbondsleiders. Die zitten in hun thuisland in de cel, vanwege kritiek op het ayatollahregime of omdat ze de islam zouden hebben beledigd.
Maar niet alleen in Den Haag wordt er gedemonstreerd. De atheïstische mensenrechtenorganisatie Atheist Republic heeft op deze dag in twintig steden in Europa acties bij Iraanse ambassades op touw gezet. Doel van al deze protesten is de vrijlating van gewetensgevangenen. En hoewel er geen reden is om aan te nemen dat de Iraanse overheid hun eisen zal inwilligen, houden deze demonstranten hoop. Wat drijft ze dan tóch?
Gedwongen om te trouwen
‘Ik wil de stem zijn van politieke gevangenen in Iran om hun mensonwaardige leven in de cel te veranderen en hun vrijlating te eisen’, vertelt Parisa Pouyande, organisator van de Haagse demonstratie. Ze groeide op in een progressief gezin in Borujerd, een middelgrote stad in het westen van Iran, en was twaalf toen in 1979 de Iraanse Revolutie begon. Aanvankelijk leken de linkse demonstranten te gaan winnen: ‘Toen de sjah vluchtte in januari 1979, konden linkse partijen en organisaties vrij conferenties houden en teksten publiceren.’
Maar na de terugkeer van ayatollah Khomeini wisten de islamisten de leiding over de revolutie te nemen. ‘Het duurde niet lang tot revolutionaire bewakers van de Islamitische Republiek hard optraden tegen de oppositie, linkse activisten en voorvechters van vrouwenrechten. Op het hoogtepunt van de repressie, in 1981, werden duizenden mannen en vrouwen gearresteerd en geëxecuteerd.’
Na 1981 gingen alle activiteiten ondergronds, vertelt Pouyande. Tegen 1984 had de Islamitische Republiek vrijwel de volledige macht in het land verworven en Pouyande werd door haar familie gedwongen om te trouwen. Na vijf ongelukkig getrouwde jaren scheidde ze, maar de sociale druk op haar om te hertrouwen werd haar te veel. In 1995 besloot ze om naar Europa te vluchten.
Nu woont Pouyande in Nederland, waar ze vrij kan zijn. Ze blijft wel betrokken bij Iran en hoopt vurig dat de theocratische dictatuur van de ayatollahs zal verdwijnen. Zo is ze is actief voor de mensenrechtenorganisatie Campaign to Free Political Prisoners in Iran (CFPPI). Haar doel: een democratisch regime in Iran, waar de doodstraf is afgeschaft en waar de mensenrechten van vrouwen, homoseksuelen en andersgelovigen wordt gegarandeerd.
74 zweepslagen en negen maanden in de wildernis
We praten ook met Mohammad Mozafari (29). Hij werd in Iran veroordeeld tot 74 zweepslagen, één voor elke illegale activiteit die hij had ondernomen. Hij kreeg deze straf vanwege zijn deelname aan protesten bij het parlement en de Evin-gevangenis in Teheran, om de vrijlating te eisen van politieke gevangenen. Mozafari onderhield daarnaast contacten met gevangenen en hij bezocht mensen met dierbaren die door het regime waren vermoord. ‘Sinds de ayatollahs de macht grepen hebben ze niet alleen mij, maar het hele Iraanse volk lastiggevallen en onderdrukt, zowel gelovigen als ongelovigen.’
Toch trotseerde Mozafari de staat steeds weer: ‘Ik ben een patriot en een atheïst, ik geloof dat geen enkel ras superieur is en dat iedereen dezelfde mensenrechten verdient.’ Maar veertien maanden geleden werd het hem te veel: ‘In de cel dreigden ze mij te vermoorden en ze kidnapten mijn broer Mustafa. Ze dwongen hem om mij te bespioneren, op straffe des doods. In juni 2018 besloten we ’s nachts Iran te ontvluchten. We hebben negen maanden in de wildernis geslapen en met veel moeite Nederland bereikt.’
Mohammad Mozafari bij de Haagse ambassade van Iran (Foto: Dariush Koshki)
‘In de cel dreigden ze mij te vermoorden en ze kidnapten mijn broer’
Hier in Nederland probeert Mozafari een stem te geven aan de gevangenen in zijn geboorteland. Hij doet dit door hun berichten te verspreiden over Twitter en in de media. Ook demonstreert hij wel vaker, daarbij steevast gehuld in de pre-revolutionaire Iraanse vlag met een leeuw erop. ‘Sommige mensen zeggen dat die vlag bij het Pahlavi-tijdperk hoort, maar dat is niet de identiteit van ons millennials. Ik vind dat een volksstemming het lot van ons land moet bepalen. Zelf ben ik republikein.’
Het regime kan niet van binnenuit worden hervormd, stelt Mozafari. ‘De Islamitische Republiek moet volkomen instorten door een nieuwe revolutie en vervangen worden door een democratie.’ Veel familieleden van Mozafari hebben geen problemen met het regime. ‘Maar mijn broer en ik worden vermoord als we nu naar Iran zouden teruggaan.’
Verboden boeken in PDF-formaat
‘Historici zeggen dat het Pahlavi-regime ook een dictatuur was, maar geen religieuze. Vrouwen hadden bijvoorbeeld meer rechten dan nu’, zegt Soheyla Salem (40), die kort na de revolutie geboren werd in Karaj, een voorstad van Teheran. ‘De Islamitische Republiek is een uiterst onderdrukkend totalitair religieus systeem dat niet structureel te hervormen is. De situatie kan alleen verbeterd worden door het regime omver te werpen.’
Onder de sjah werd al enige sociale vooruitgang geboekt, zegt ze, en was ongeloof nog legaal. Maar sinds de Islamitische Republiek aan de macht kwam kunnen ongelovigen en ‘afvalligen’ zoals Salem worden geëxecuteerd. ‘Alle intellectuele, religieuze en zelfs seksuele minderheden worden door Iran onderdrukt.’
Als docent probeerde Salem haar leerlingen kritisch te laten nadenken. ‘Ik gaf wetenschappelijke antwoorden, maar uit veiligheidsoverwegingen vermeed ik discussies met leerlingen.’ Sommigen bracht zij stiekem individueel in aanraking met verboden boeken: ‘Meestal downloadden ze die in PDF-formaat op hun telefoon. Lukte dat niet, dan bracht ik hen zelf boeken. Velen kwamen tot dezelfde inzichten als ik, maar deze activiteiten brachten mij ook in de problemen.’
In Nederland geniet ze wel het vrije woord. Nog steeds verstuurt ze verboden PDF-bestanden en probeert ze daarmee het Iraanse regime te ontmaskeren. ‘Als burgers doorzien dat de ideologie van het regime op bijgeloof is gebaseerd, dan zal de steun voor het regime vanzelf wegvallen’, zegt ze resoluut.
Communistische strijdster tegen de doodstraf
‘Het regime heeft vele communisten vermoord, inclusief mijn man,’ vertelt Mina Ahadi (63), Ze is geboren in Abhar, in het noordwesten van het land. Ze is als sjiitische moslima opgevoed, maar zwoer haar geloof af nadat ze op 14-jarige leeftijd de Koran in haar eigen taal had gelezen.
‘In het Arabisch leek het een heel heilig boek, maar in het Perzisch ontdekte ik allerlei contradicties,’ vertelt ze in het Duits. ‘Als meisje moest ik op straat de chador dragen, maar ik mocht niet op straat spelen, alles was verboden.’ In de tijd van de sjah – ‘een dictator, naar mijn mening’ – studeerde ze geneeskunde in Tabriz. Maar door het uitbreken van de revolutie in 1979 kon ze haar studie niet meer afmaken.
Ahadi gelooft heilig in het marxisme. ‘Omdat er in Europa zo veel gebeurd is in naam van het communisme staan veel mensen hier sceptisch tegenover mijn politieke opvattingen. Maar ik denk dat dit kapitalistische systeem onmenselijk is. De politieke beweging die ik heb leren kennen, het arbeiderscommunisme, respecteert wel de mensenrechten.’
Mina Ahadi (links) en Parisa Pouyande (rechts) in debatcentrum De Balie, Amsterdam (Foto: Leon Korteweg)
‘Als meisje moest ik op straat de chador dragen’
Nadat ze noodgedwongen was gestopt met haar studie, werkte Ahadi korte tijd in een fabriek. In 1980 viel de veiligheidspolitie haar huis binnen. Haar man en vijf gasten werden opgepakt, om vervolgens te worden vermoord. Ahadi vluchtte naar Iraans Koerdistan en werkte daar tien jaar in een radiocentrum van de Komalah, de communistische gewapende partij van Iraanse Koerden. In 1990 vluchtte ze naar Wenen en sinds 1996 woont ze in Keulen. In 2001 richtte ze daar het Internationaal Comité tegen Steniging op en in 2004 het Internationaal Comité tegen de Doodstraf.
‘In Europa is dat geen aantrekkelijk thema. Je hoort al snel: ‘Maar in Amerika hebben ze ook de doodstraf.’ Ik probeer dus via de media aandacht te krijgen met foto’s van slachtoffers en interviews met nabestaanden. Dat wekt empathie op. Als ik huil, dan huil jij ook. En samen met andere organisaties heb ik in 2010 de facto steniging in Iran af weten te schaffen.’
‘We moeten levensverhalen vertellen, mensen een gezicht geven’, benadrukt Ahadi. ‘De wereld is nu veel meer met elkaar verbonden en sociale media hebben veel macht. Met theoretische verklaringen bereik je niet miljoenen mensen.’ Ook vindt Ahadi dat kritiek op de islam mogelijk moet blijven.
‘Als je in Europa islamkritiek levert word je al snel weggezet als racist of islamofoob, maar ik zie dat als een strategie van de politieke islam om ons monddood te maken.’ Het gevolg daarvan is dat islamkritiek door extreemrechts gekaapt wordt, stelt Ahadi. Mijn activisme voor mensen- en vrouwenrechten lijdt onder de verkiezingswinst van de extreemrechtse partij Alternative für Deutschland.’
Volgens onderzoek, uitgevoerd door wetenschappers van het Middelbury College in Vermont, blijkt dat moslims in de media negatiever worden geportretteerd dan andere minderheden.
De onderzoekers analyseerden ruim 26.000 artikelen, afkomstig uit onder andere the New York Times, the Washington Post, the Wall Street Journal en USA Today. Ze keken bij elk artikel hoe positief of negatief de toon was, en vergeleken het resultaat van elke groep met het gemiddelde krantenverhaal.
Artikelen over moslims kregen een gemiddelde toonscore van -0,92, beduidend negatiever dan andere groepen. Afro-Amerikanen scoorden slechts 0.03.
De meeste artikelen over moslims gingen over terrorisme en de vluchtelingencrisis. Positieve verhalen over moslims haalden de kranten nauwelijks. Ook moslimhaat kreeg nauwelijks aandacht: dit werd in 2 procent van de artikelen over moslims genoemd. Antisemitisme kwam in 17 procent van de artikelen over Joden voor.
Zuid-Afrika heeft de meest ontwikkelde economie van het Afrikaanse continent, waardoor het veel migranten aantrekt uit andere delen van Afrika. Eerder deze week leidde dit tot spanningen, toen demonstranten Nigeriaanse winkels in Zuid-Afrika aanvielen, wat gepaard ging met geweld en plunderingen.
Ondanks dat de Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa het geweld heeft veroordeeld, hebben de Nigeriaanse zangers Burna Boy en Tiwa Savage besloten om Zuid-Afrika te boycotten. Burna Boy wil pas weer terug naar Zuid-Afrika als de regering van het land wat doet tegen het xenofobe geweld. Savage zegt een concert in Johannesburg af, waar ze over twee weken een optreden zou geven.
I refuse to watch the barbaric butchering of my people in SA. This is SICK. For this reason I will NOT be performing at the upcoming DSTV delicious Festival in Johannesburg on the 21st of September. My prayers are with all the victims and families affected by this.
Ook het voetbalelftal van Zambia heeft besloten Zuid-Afrika te boycotten. Aanstaande zaterdag zou het elftal van Zambia een vriendschappelijke wedstrijd spelen tegen het Zuid-Afrikaanse elftal.
In reactie op het anti-Nigeriaanse geweld in Zuid-Afrika zijn in Nigeria Zuid-Afrikaanse winkels aangevallen. De Zuid-Afrikaanse ambassade in Nigeria is nu gesloten.
De Pakistaanse minister-president Imran Khan heeft op Twitter felle kritiek geuit op India, vanwege de situatie in Kashmir. Hij vraagt zich af waarom de wereld zwijgt, ondanks het schenden van de mensenrechten in het gebied.
Khan schrijft: ‘Vandaag is de 32e dag van het beleg van Kashmir door het Indiase bezettingsleger van de Modi-regering. Onder dekking van dit beleg hebben Indiase strijdkrachten mannen, vrouwen en kinderen uit Kashmir vermoord, verwond (met luchtgeweren) en misbruikt. Mannen zijn afgevoerd en in gevangenissen gegooid, verspreid over India.’
In een andere tweet beweert Khan dat de ziekenhuis in Kashmir kampen met een medicijnentekort. Ook wijst hij op het feit dat communicatie met de buitenwereld bijna onmogelijk is, omdat telefoonverbindingen en het internet het niet meer doen. Toch worden verhalen over de mensenrechtenschendingen naar buiten gebracht en bereiken die de internationale media, voegt Khan toe.
Today is the 32nd day of the siege of IOJK by the Indian Occupation Forces of the Modi Govt. Under cover of this siege, Indian forces have killed, injured (with pellet guns), abused Kashmiri men, women & children. Men have been taken away & thrown into prisons across India.
Het steekt Khan dat de wereld zwijgt over de penibele situatie in Kashmir. ‘Is de menselijkheid van de internationale gemeenschap dood, als moslims worden vervolgd? Welke boodschap wordt hiermee verteld naar de 1,3 miljard moslims in de wereld?’
Khan beschuldigt India van etnische zuiveringen, in Kashmir en in de staat Assam in het oosten van India, waar moslims uit Bangladesh dreigen het land te worden uitgezet. Khan vergelijkt de situatie van nu met die van 1938. Toen negeerden Groot-Brittannië en Frankrijk de dreiging die van Hitler en nazi-Duisland uitgingen, nu negeert de wereld de dreiging van de ‘fascistische, hindoe-supremacistische’ regering van Modi, ‘met haar agenda van etnische zuivering en genocide op moslims’.
Begin vorige maand besloot Modi per presidentieel decreet om een einde te maken aan de autonome status van de Indiase deelstaat Kashmir. In Assam zijn er spanningen, omdat de Indiase regering het plan heeft om honderdduizenden moslims stateloos te maken. Zij hadden niet de benodigde papieren om aan te tonen dat zij of hun voorouders voor 1971 al in India woonden, toen moslimmigranten massaal vanuit Bangladesh naar Assam trokken vanwege de bloedige onafhankelijkheidsoorlog met Pakistan in dat jaar.
De Armeens-Nederlandse onderneemster Anush Avetisyan nam Tayfun Balcik mee op een handelsmissie naar Armenië, waarbij hij eerst een week in Turkije bivakkeerde. Hij focuste zich er vooral op de interculturele betrekkingen tussen Armeniërs, Koerden en Turken. Geen gemakkelijke opgave voor een Turkse Nederlander – dat blijkt wel uit zijn vorige column, die gaat over zijn week in Turkije. Vandaag het tweede deel van zijn reis:
‘Zo, het gaat dan nu eindelijk gebeuren’, denk ik bij Istanbul Airport. Eindelijk naar Armenië! In officiële zin ben ik met Armenië al meer dan tien jaar bezig, sinds ik besloot om een scriptie te schrijven over ‘de gebeurtenissen’ tijdens de Eerste Wereldoorlog. Maar geboren in een Turks-nationalistisch milieu zijn de Armeniërs altijd al onderdeel van mijn leven geweest. Als de bad guys, dan. En nu ga ik naar ze toe. In hun eigen habitat.
De vliegreis is om die reden spannend, zowel bij het verlaten van Turkije als bij het binnenkomen van Armenië. De exit verloopt tot mijn grote opluchting vlekkeloos. Ook mijn entree in Armenië gaat achteraf gezien goed. De douane vraagt alleen of ik naast mijn Nederlandse paspoort nog een ander document had. Ik geef gelijk mijn Turkse ID, die ik bewust in mijn broekzak had gelaten.
‘Heb je geen Nederlandse ID?’, vraagt de agent.
‘Nee.’
’Ook geen rijbewijs?’
‘Helaas.’
Ik denk ‘Wat is dit?!’, maar houd wijselijk mijn mond. Mijn reisgenoot en missiedeelneemster Fatma is uit ander hout gesneden en gaat zich ongevraagd bemoeien met mijn procedure. Die moet onmiddellijk ook haar papieren laten zien, terwijl ze al was gecontroleerd. Uiteindelijk mogen we allebei door.
Anush Avetisyan, die mij uit op deze handelsmissie uitnodigde, wacht op ons, evenals haar stagiaire. We hadden daarop aangedrongen. Je weet maar nooit in een vreemd land. En dan is het maar goed ook om iemand tehebben die Armeens spreekt.
Anush helpt ons deze nacht, zodat we niet te veel moeten betalen aan de taxichauffeur die ons naar Massiv 9 brengt. In deze hoger gelegen buitenwijk van Yerevan met allemaal Sovjet-flats wonen Anush en haar familie. Voor de komende twee weken zal Massiv 9 het startpunt zijn van al onze plannen.
Nadat we een beetje zijn gesetteld, wordt een bezoek aan de Cascade-trappen ons eerste wapenfeit. Dit is een gigantisch bouwwerk met aan het uiteinde beneden een plein met cafés en restaurants. Het is dé ontmoetingsplek van Yerevan. Jong en oud, arm en rijk, ze zijn hier allemaal om te eten, een drankje te doen of even te zitten. Kunst uit de hele wereld wordt geëtaleerd. Gelukkig stopt de bus van Massiv 9 dichtbij Cascade en kan ik hier voor 100 dram – ongeveer 20 cent – zo vaak komen als ik wil.
De eerste ongemakkelijke ‘Turks-Armeense ervaring’ vindt de volgende dag plaats. We gaan met de vader van Anush in zijn Lada naar Etchmiadzin, de moederkerk van de Armeense Apostolische gemeenschap. ‘Ik vraag Anush tussen neus en lippen door of haar vader weet dat hij Turken vervoert. Dat is niet het geval.’
De situatie wordt ongemakkelijker wanneer Fatma een telefoontje van haar familie uit Igdir krijgt en ongestoord Azeri – Azerbeidzjaans – begint te praten. Ik kijk uit mijn linker-ooghoek naar onze chauffeur en merk dat hij dat oppikt. Een lang betoog in het Armeens over de oorlog om (de tegenwoordig door Armenië bezette regio) Nagorno-Karabach met de Azeri’s en de onderdrukking van christenen in het Ottomaanse Rijk begint. We horen het aan.
Bij Etchmiadzin krijgen we een rondleiding. We zien oude tapijten, schilderijen en kledij van geestelijken. Sommige artefacten zijn, zoals de begeleider zegt, ‘gered uit West-Armenië’, het gebied dat door de Turken ‘Zuidoost-Turkije’ wordt genoemd en door de Koerden ‘Bakur’ ofwel ‘Noord-Koerdistan’. Voor de Genocide in 1915 en 1916 woonden er meer dan een miljoen christenen: Armeniërs en Assyriërs.
De kathedraal kunnen we helaas niet in want die wordt gerenoveerd. Wel ontstaat er even discussie over een afbeelding van de Iraanse sjah op de kerk. Dat weetje komt van Fatma: ‘Om vernietiging door de oprukkende Iraanse sjah te voorkomen, zouden de Armeniërs toen zijn afbeelding hebben ingegraveerd.’ Onze chauffeur gaat dat even checken bij een jonge geestelijke, die daar in zijn zwarte gewaad rondloopt.
‘Deze grens is nog steeds gesloten. Voor wat? Deze gronden zijn van ons allemaal’
Ondertussen weten mijn familieleden in Nederland en Turkije nog steeds niks over mijn bezoek naar Armenië. Op social media post ik – behalve foto’s uit Istanbul van een week terug – ook nog niks daarover. Met Anush spreken we de volgende dag af om even de doelstellingen van deze missie scherp te stellen. Onder het genot van een heerlijk kopje koffie bij Tashir Pizza vertel ik haar het volgende.
‘Het gaat mij om de gezamenlijke beleving van Armenië. Iedereen kijkt vanuit andere ogen naar dingen. We zijn bijvoorbeeld gisteren naar Etchmiadzin gegaan en dat was al een hele beleving. Het zou mooi zijn als we zulke uitstapjes met grotere groepen kunnen doen in de toekomst, zodat Armenië langzaam maar zeker uit de vijandelijke beeldvorming komt. En dat kan volgens mij door zoveel mogelijk contact te maken met verschillende individuen en organisaties hier, die ons eventueel zouden kunnen ontvangen.’
Dat is ook wat gebeurt in de dagen die volgen. Zo ontmoeten we Christina Tomosyan van Stichting Imagine, die aan conflictoplossing doet in de Kaukasische regio, samen met filmmaker Davo Avetisyan. Jonge geesten zijn het, die de revolutie van vorig jaar ademen. Ze verzetten zich tegen de corruptie en het aloude nationalisme.
We eten samen en ondernemen een reis naar Goemri, de tweede stad van Armenië met ‘Russische straten’, die vrijwel identiek zijn aan de straten in Kars in Turkije. Beide gebieden zijn namelijk bezet geweest door tsaristisch Rusland. Maar in Goemri zijn de Russen nog steeds niet vertrokken, ze hebben er een militaire basis en er lopen Russische militairen door stad.
Hier ontmoeten we ook parlementariër Hovhannes Hovannisyan. Hij brengt ons naar Khor Virab, een kathedraal bij de Turks-Armeense grens. Precies op het hoogste punt heb ik een kort maar fijn gesprek met een Armeniër uit Frankrijk. Hij is lang geleden met zijn familie uit Turkije vertrokken. Ik hoor hem klagen over onze ‘ezels’ aan de top en ik vertel over mijn activiteiten. ‘Tja’, zegt hij, ‘vanwege een verrot educatiesysteem begrijpen ze jongeren als jullie niet. Kijk, ik ben al ouder dan zestig, jullie zijn nog jong. Maar deze grens is nog steeds gesloten. Voor wat? Deze gronden zijn van ons allemaal.’
Met Hovhannes doen we nog een drankje bij Cascade, waar we toevallig de directeur van het genocide-museum tegenkomen, Harutyun Marutyan. Met hem heb ik de volgende dag een afspraak en hij heeft me twee van zijn artikelen over dialoog als huiswerk opgestuurd. Ik zeg schuldbewust dat ik die nog moet lezen. We geven elkaar een hand en lopen door naar het gezellige Saryanstreet waar shisha’s worden gerookt en de alcohol rijkelijk vloeit.
We gaan aan tafel zitten bij Armeniërs uit de hele wereld en achtereenvolgens krijg ik whisky en abrikozenwodka aangeboden. Denkende aan het museumbezoek en de artikelen, neem ik toch een paar shotjes. En dan komt het gesprek op gang. We vertellen dat we Azerbeidzjanen bij de markt in Vernissage hoorden praten. Een van de tafelgenoten gelooft daar niks van: ‘Ze zouden Armenië niet levend kunnen binnenkomen.’ Toch is de sfeer gemoedelijk. Er wordt gelachen. Het leven is goed. Met een Yandex-taxi gaan we naar Massiv 9 voor 1.500 dram. Niet eens drie euro.
De volgende dag begint met een zwaar hoofd. En dat precies op de meest confronterende dag van de reis: het bezoek aan het genocide-museum. Maar daarover meer bij mijn volgende en laatste column over deze Armenië-reis.
Amnesty International heeft een kritisch rapport opgesteld over de positie van Palestijnse parlementariërs in de Knesset, het Israëlische parlement.
Palestijnse leden van de Knesset worden beperkt in hun vrijheid van meningsuiting, zegt Amnesty. Daardoor wordt het moeilijker voor ze om op te komen voor de Palestijnse minderheid in Israël.
Als voorbeeld noemt Amnesty een in 2016 aangenomen amendement dat het mogelijk maakt om gekozen parlementsleden uit de Knesset te verwijderen. Dit betekent volgens Amnesty dat de Knesset leden naar huis kan sturen die een mening hebben die onacceptabel is in de ogen van de meerderheid van het parlement. In het rapport beschrijft een Palestijnse parlementariër deze dreiging als ‘het zwaard van Damocles dat boven ons hoofd hangt’.
Amnesty bekritiseert ook de houding van Israëlische politici tegenover hun Palestijnse collega’s. De Palestijnse politici die hun werk doen worden voor verraders uitgemaakt en er wordt opgeroepen ze te berechten voor verraad, aldus het rapport.
Op 17 september vinden er in Israël weer parlementsverkiezingen plaats, omdat Benjamin Netanyahu er na de verkiezingen van april dit jaar niet in slaagde een nieuw kabinet te vormen.
In het Franstalige gedeelte van België is sinds deze week onverdoofd ritueel slachten niet meer toegestaan.
Onverdoofd slachten werd in Wallonië al in 2017 verboden. Wel werd er een overgangsperiode ingesteld, die liep tot vorig weekend. Moslims in Wallonië konden tijdens het afgelopen Offerfeest dus nog onverdoofd slachten.
Islamitische en joodse organisaties zijn het oneens met het verbod, dat volgens hen in strijd is met het recht op godsdienstvrijheid. Zij vechten het verbod nu aan bij het constitutionele hof van België.
In Nederland mag onverdoofd ritueel slachten nog wel. In 2011 jaar geleden stemde de Tweede Kamer in met het initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren om de onverdoofd rituele slacht aan banden te leggen, maar het verbod sneuvelde een jaar later in de Eerste Kamer.
Jarenlang leek de Turkse president Recep Tayyip Erdogan onaantastbaar en wist hij zijn macht steeds verder te vergroten, maar het voor hem dramatisch verlopen jaar 2019 lijkt een keerpunt in te luiden. Journalist Abdullah Bozkurt, balling in Zweden, denkt dat de liberale democratie op den duur weer hersteld zal worden.
De verhoudingen in de Turkse politiek veranderen dit jaar rap – en allerminst in het voordeel van president Erdogan. Zo verloor zijn AKP de burgemeestersverkiezingen in enkele grote steden, onder meer in hoofdstad Ankara en in Izmir, de op twee na grootste stad van het land. En natuurlijk in Istanbul, waar de linkse Ekrem Imamoglu een stormachtige opkomst meemaakte. De charismatische CHP’er wordt door politieke watchers nu al getipt als degene die Erdogan misschien wel van zijn troon kan stoten bij de volgende verkiezingen in 2023.
Maar niet alleen van buiten Erdogans gelederen loeren de hazen. Voormalig AKP-premier Ali Babacan heeft uit onvrede over Erdogans koers zijn lidmaatschap opgezegd en gaat mogelijk een nieuwe politieke partij oprichten. En een andere oud-premier, Ahmet Davutoglu, spuit voortdurend harde kritiek op Erdogan en zijn partij. Volgens Davutoglu is Erdogans macht te groot geworden. Bovendien wist hij deze zomer de aandacht te trekken met uitspraken over de coup van 2016 en een serie aanslagen in 2015. De waarheid hierover is nog niet boven tafel, stelt Davutoglu geheimzinnig. Inmiddels is Erdogan het zat en heeft hij Davutoglu geroyeerd als lid, maar geruchten gaan dat Davutoglu, net als Babacan, bezig is met een nieuwe partij op te richten die een concurrent moet worden van de AKP.
En dan hebben we het nog niet gehad over Erdogans beslissing om drie burgemeesters van de pro-Koerdische HDP te ontslaan. Zijn beslissing mondde uit in protesten over het hele land, en wist zelfs Imamoglu – van oudsher bepaald niet populair onder Koerden – te bewegen om naar het Koerdische oosten af te reizen om de burgemeesters en de lokale bevolking een hart onder de riem te steken. Maar de CHP en de Koerden tellen hun kansen om Erdogan van de troon te stoten. Het wordt algemeen aangenomen dat Imamoglu zijn verkiezing als burgemeesters te danken had aan het feit dat de pro-Koerdische HDP geen kandidaat naar voren schoof en dus de facto de CHP steunde – een truc die wellicht bij de aankomende landelijke verkiezingen herhaald zal kunnen worden.
Is het dan toch gedaan met Erdogan en zal de liberale democratie in Turkije worden hersteld? De Kanttekening vroeg het aan de Turkse onderzoeksjournalist Abdullah Bozkurt, directeur van de Nordic Research and Monitoring Network, een Scandinavische non-profitorganisatie die radicalisering bestrijdt, en auteur van het boek Turkey Interrupted: Derailing Democracy, dat handelt over het ontsporen van de Turkse democratie onder Erdogans bewind in de jaren 2013-2014. Bozkurt was correspondent in Washington D.C. voor de Turkse krant Zaman en was oprichter van Muhabir News Agency, dat in juli 2016 op last van de Turkse overheid werd gesloten in de nasleep van de mislukte coup.
‘Davutoglu is een zeer egocentrische man, met veel zelfverbeelding’
Voormalig AKP-kopstuk Ali Babacan is in juli uit de AKP gestapt. Er zijn aanwijzingen dat hij de steun heeft van de voormalige president Abdullah Gül. Ondertussen heeft de AKP besloten om Ahmet Davotoglu te royeren, die zijn pijlen richtte op de AKP en op president Erdogan. Waarom zijn ze plotseling zo openlijk kritisch geworden?
‘Ze zijn al kritisch over Erdogan sinds het moment dat ze door hem effectief op een zijspoor zijn gezet, waardoor ze geen invloed meer hadden op de partij en op de regering. Ze hebben gewacht op het juiste moment om in actie te komen en zullen waarschijnlijk hebben gedacht dat die tijd nu is, gezien de economische moeilijkheden waarmee Turkije kampt en het feit dat de pool met uitgerangeerde AKP-kopstukken steeds groter wordt. Het verlies van de AKP in Istanbul en Ankara bij de gemeenteraadsverkiezingen heeft hun ambities een boost gegeven.’
Er zijn geruchten dat er nieuwe splinterpartijen zullen ontstaan: één rondom Babacan en Gül en één rondom Davutoglu. Denkt u dat deze partijen er zullen komen?
‘De oprichting van splinterpartijen is het meest waarschijnlijke scenario, want zulke partijen worden in Turkije telkens maar weer opgericht. Ook islamistische splinters. Erdogan zelf heeft de AKP als splinterpartij opgericht, toen hij op een zijspoor was gezet door Necmettin Erbakan, de founding father van de politieke islam in Turkije. Maar we moeten natuurlijk nog zien hoeveel mensen zullen overlopen naar die nieuwe partijen, die vermoedelijk zullen worden opgericht. Tijdens elke parlementsverkiezing komt een derde tot de helft van de zetels in andere handen vanwege de keuzes die de partijleiders maken wanneer ze de kieslijsten opstellen. Politici die vermoeden dat ze niet door Erdogan op de lijst worden gezet kunnen zich aansluiten bij de nieuwe start-ups, om op die manier in de politiek te kunnen blijven. Aan deze groep moeten degenen worden toegevoegd die niet blij zijn met Erdogans politieke koers, om welke reden dan ook. ‘
Wie van hen vormt eigenlijk de grootste bedreiging voor de AKP?
‘Babacan en Gül zijn wellicht gevaarlijker dan Davutoglu, omdat zij aantrekkelijker zijn voor een grotere groep Turkse kiezers. Davutoglu is vooral aantrekkelijk voor islamistische kiezers, maar die groep is niet heel groot, zo’n vijf procent van het electoraat.’
‘‘In de Turkse politiek is alles heel moeilijk te voorspellen’’
Waarom slaan Babacan, Gül en Davutoglu de handen eigenlijk niet ineen? In Turkije is er een hoge kiesdrempel, die het kleine partijen moeilijk maakt om in het parlement te komen. Het is dan veel slimmer om samen te werken, toch?
‘Logisch gezien heb je helemaal gelijk, maar tussen Gül en Davutoglu heerst er al jarenlang een sterke animositeit. Ze mogen elkaar niet. Daarnaast: Davutoglu wordt geassocieerd met de omstreden Syrië-politiek van Turkije in de jaren 2012-2014. Dat heeft zijn imago beschadigd. Volgens de oppositie was de bomaanslag in de Turkse grensplaats Reyhanli op 11 mei 2013 de schuld van Davutoglu.
Daarnaast is Davutoglu een zeer egocentrische man, met veel zelfverbeelding, die meent alles te weten omdat hij een academische achtergrond heeft. Mensen ergeren zich aan hem. Ten slotte is hij een islamist, Babacan en Gul zijn gematigder. Dit gezegd hebbende: ze kunnen misschien toch wel besluiten om gedrieën een partij te vormen, want in de Turkse politiek is alles heel moeilijk te voorspellen.’
Davutoglu zei laatst dat de waarheid over de terreuraanvallen in de zomer van 2015 nog steeds niet boven tafel is gekomen. ‘Als de terreur-gerelateerde zaken worden onderzocht, dan zullen veel mensen niet meer het publiek onder ogen durven komen.’ Waarom zegt hij dit?
‘Hij bedoelde dat hij toen aan zijn lot werd overgelaten terwijl hij een coalitieregering aan het vormen was om serieuze terreuruitdagingen aan te pakken, in de nasleep van opeenvolgende terreuraanslagen van ISIS en de PKK. Dat was op het moment dat de AKP in juni 2015 haar meerderheid had verloren in het Turkse parlement. De nationalistische MHP verwierp Davutoglu’s coalitievoorstel, terwijl Erdogan de positie van Davutoglu ondermijnde door te proberen hem het partijleiderschap af te pakken. Een ander deel van de kritiek was aan de pro-Koerdische HDP en aan de PKK gericht. De PKK wordt verantwoordelijk gehouden voor de dodelijke terreuraanslagen in Ankara. Maar sommige mensen in de oppositie interpreteerden Davutoglu’s uitspraken anders. Ze meenden dat Erdogan in werkelijkheid achter deze terreuraanvallen zat en dat Davutoglu dat wist. De aanslagen zouden zijn gepleegd door de Turkse geheime dienst, om de AKP aan een verkiezingsoverwinning te helpen. De AKP behaalde in november 2015 weer de meerderheid in het parlement, die de partij in juni had verloren.’
Waarom maakt hij van die vage statements en vertelt hij niet gewoon wat er echt gebeurde in de zomer van 2015?
‘Davutoglu is bezig om bedreigingen van de kant van Erdogan te pareren en wil sterker staan. Hij weet dat Erdogan veel kan doen om zijn nieuwe partij te ondermijnen, maar door zulke opmerkingen te maken laat hij zien dat ook hij niet vies is van politieke spelletjes en enkele troefkaarten in handen heeft, die het Erdogan mogelijk heel moeilijk kunnen maken. Al kan Davutoglu natuurlijk niet alles openbaar maken, want hij was op dat moment minister-president en dus de eerste die zal worden aangesproken op zijn verantwoordelijkheid in dat tumulteuze jaar 2015. Erdogan was op dat moment president, maar het presidentschap was toen nog vooral een symbolische functie omdat pas in 2017 de Turkse grondwet werd gewijzigd en het presidentiële systeem werd ingevoerd.’
Ondermijnt Davutoglu dus eigenlijk niet ook zichzelf, met zijn statements?
‘Inderdaad. Dat is precies wat hij doet.’
Foto: Ahmet Davutoğlu
Zijn er nog andere dissidenten in de AKP, behalve het duo Babacan-Gül en Davutoglu?
‘Volgens de geruchten zijn er vijftig afgevaardigden die misschien weg zullen lopen, maar het is verschrikkelijk moeilijk om deze geruchten te verifiëren. Misschien is er niets van waar.’
Maar mochten de geruchten waar zijn, zullen deze dissidenten dan naar Babacan overlopen of naar Davutoglu? Of zullen ze misschien proberen de macht in de AKP over te nemen en Erdogan een pootje lichten?
‘Waarschijnlijk zullen ze naar Babacan gaan. Een coup binnen de AKP is vrijwel onmogelijk, omdat Erdogan de touwtjes stevig in handen heeft.
Hoe groot is de kans dat Erdogan wordt verslagen bij de parlementsverkiezingen die, als er tenminste geen vervroegde verkiezingen komen, in 2023 zullen plaatsvinden?
‘Erdogan gaat het moeilijk krijgen, omdat hij meer dan vijftig procent van de stemmen moet krijgen. Dat wordt een hele kluif, gezien de huidige politieke en economische situatie in Turkije. Erdogan moet meer samenwerken met mensen uit de oppositie en nieuwe allianties smeden. Via omkoping en het uitdelen van baantjes kan Erdogan de politiek manipuleren. Maar hij kan niet de economie controleren omdat die afhankelijk is van externe factoren. En aan het einde van de dag kijken burgers wellicht eerst naar hun portemonnee, dan pas naar de ideologische verhalen.’
‘We moeten de nederlaag van Erdogan in Istanbul ook weer niet overdrijven’
Als Erdogan in zijn positie wordt bedreigd, wat zal dan zijn antwoord zijn? Repressie? Of toch meer vrijheid?
‘Erdogan kan de klok niet zomaar terugdraaien en Turkije weer in een liberale democratie veranderen. Zijn politieke en zakelijke vrienden en hijzelf zullen dan worden aangeklaagd. De corruptieonderzoeken uit 2013 maakten dat heel duidelijk, toen Erdogan en zijn zoon Bilal verdacht werden van corrupte praktijken. Uiteindelijk wist Erdogan het onheil af te wenden door 7000 agenten, meer dan duizend werknemers van veiligheidsdiensten en honderden rechters en officieren van justitie te ontslaan of over te plaatsen. Dus als Erdogan zich opnieuw bedreigd voelt zal hij voor meer repressie kiezen, anderen intimideren en clandestiene operaties plannen, om zo aan de macht te kunnen blijven.’
Vorige week besloot de nieuwe burgemeester van Istanbul, Ekrem Imamoglu, om het regeringsgezinde TürkMedyaniet langer financieel te spekken. Op welke andere manieren heeft de nederlaag in Istanbul gevolgen voor Erdogan en de AKP?
‘We moeten de nederlaag van Erdogan in Istanbul ook weer niet overdrijven. Het is vooral een symbolische nederlaag. Vergeet niet: Turkije is heel sterk gecentraliseerd en de burgemeesters kunnen weinig beginnen zonder goedkeuring van Ankara. Sommigen beweren dat Erdogan met het verlies van Istanbul en Ankara veel macht over de economie heeft verloren. Leuk bedacht, maar dat moeten we echt nuanceren.
De meeste belastinginkomsten gaan nog steeds de centrale overheid. En Erdogan kan, met alle macht die hij heeft, Imamoglu als burgemeester verwijderen. Daarnaast is de AKP nog steeds de baas in de meeste districten van Istanbul. Het meeste geld komt uit Ankara. Als Erdogan het wil, kan hij makkelijk een manier vinden om TürkMedyate subsidiëren. Maar misschien heeft Erdogan andere prioriteiten. Op dit moment heeft hij toch bijna alle Turkse media al in handen.’
”Erdogan oefent, via Öcalan, veel invloed uit op de Koerdische politiek”
In het oosten van het land zijn drie HDP-burgemeesters ontslagen. Was dit een slimme zet van Erdogan? Of maakt deze stap zijn tegenstanders meer vastberaden?
‘Op korte termijn is deze stap zeer begrijpelijk. Erdogan laat zien dat hij de baas is en dat men niet met hem moet sollen. Maar op de middellange en lange termijn gaat deze beslissing in tegen Erdogans belangen en die van Turkije als geheel. Maar, en dit zeg ik met nadruk, Erdogan vecht iedere dag om politiek te overleven en hij heeft niet de luxe om een langere-termijn-politiek te voeren. Hij gokt dat de omstandigheden in de toekomst beter zullen zijn, zodat hij ook straks de bovenliggende partij zal zijn.
Het besluit om de burgemeesters van Diyarbakir, Van en Mardin te ontslaan kan tot gevolg hebben dat zijn vijanden, zoals je zegt, meer vastberaden worden. Maar het kan ook de andere kant opgaan, dat de oppositie elkaar in de haren vliegt. Erdogan heeft laten zien dat hij en PKK-leider Abdullah Öcalan soms goed kunnen samenwerken. Zo riep Öcalan vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen van eind juni in Istanbul de Koerdische kiezers op geen partij te kiezen tussen de AKP en CHP. Als de Koerden hieraan gehoor zouden hebben gegeven dan had de AKP de verkiezingen gewonnen, maar de Koerdische kiezers in Istanbul besloten – ondanks Öcalans advies – om CHP te stemmen. Veelzeggend is daarnaast het feit dat de HDP het tegenwoordig nauwelijks nog heeft over Selahattin Demirtas, de voormalige HDP-leider die nu in de gevangenis zit. Erdogan oefent, via Öcalan, veel invloed uit op de Koerdische politiek.’
Foto: World Economic Forum, Ali Babacan
Erdogans populariteit daalt ook deels omdat de Turken steeds meer genoeg krijgen van het grote aantal Syriërs in het land. Inmiddels heeft hij rond het Syrische conflict toenadering tot Rusland gezocht. Maar Rusland steunt de Syrische dictator Assad, een vijand van Turkije. Speelt Vladimir Poetin een spelletje met Erdogan? Of is hij toch een bondgenoot van Erdogan, die hem helpt om Turkije onafhankelijker te maken van het Westen, de EU en de NAVO?
‘Poetin vindt Erdogan een lafaard en veracht hem. Ook ziet hij de Turkse variant van de politieke islam als een bedreiging, omdat Rusland een niet-onaanzienlijke islamitische minderheid heeft. Onder de jihadisten die in Syrië vechten zitten veel mensen met een Russisch paspoort. Niettemin gebruikt Poetin de zwakte van Erdogan, regionaal en mondiaal, om in Syrië de toekomst te bepalen en om de NAVO te verzwakken. De samenwerking tussen Turkije en Rusland is vooral tactisch van aard, niet strategisch. Beide landen hebben andere belangen. En Turkije is de onderliggende partij in dit geopolitieke spel. Erdogan hoopt echter te kunnen profiteren van de samenwerking met Rusland, want hij kan dit gebruiken als troef, om zo sterker te staan tegenover de Verenigde Staten en Europa tijdens onderhandelingen. Erdogan gebruikt de Syrische vluchtelingen ook als troef en dreigt dan de grenzen open te gooien, waar de EU niet op zit te wachten.’
Over Syrië gesproken, Erdogan wil graag het noorden van Syrië bezetten, dat nu in handen is van de Koerden, om dat gebied in een bufferzone te veranderen. Ligt er een nieuwe oorlog in het verschiet?
‘Dat hangt van allerlei factoren af. De Russen zitten ook in Syrië en hebben daar belangen. Pas als de Russen groen licht geven, durft Turkije iets te doen. Belangrijker denk ik is de wens van Erdogan om iets blijvends achter te laten. Erbakan, zijn politieke leermeester, was als vice-premier mede verantwoordelijk voor de Turkse invasie van Cyprus in 1974. De Turkse Republiek Noord-Cyprus is een blijvend monument voor zijn vice-premierschap. Erdogan hoopt iets soortgelijks in Noord-Syrië te bereiken. Het past ook helemaal in zijn islamistische ideologie. Daarom steunt hij ook moslimstrijders die in Syrië vechten.’
U bent nu in politieke ballingschap in Zweden. Bent u inmiddels Zweeds staatsburger?
‘Nee, mijn asielaanvraag loopt nog. Maar ik hoop natuurlijk gewoon weer terug te kunnen keren naar mijn vaderland, naar Turkije.’
Is dat niet onrealistisch?
‘Op korte termijn zal Turkije niet veranderen, maar ik verwacht dat dit op de langere termijn wel gebeurt. Dat kan bijna niet anders. Het Erdoganregime kan zijn koers niet volhouden, niet met deze economische tegenspoed. Op dit moment bevindt Erdogan zich in een Catch 22-positie. Alle keuzes die hij maakt hebben nadelige consequenties. Stappen die hij zet om op de korte termijn politiek te overleven kunnen, zoals bijvoorbeeld het ontslaan van HDP-burgemeesters, in de toekomst wellicht nadelig voor hem uitpakken. Ik heb dus hoop. Dat houdt mij ook op de been.
Maar hoewel ik positief ben, ben ik niet naïef. Als de democratische rechtsstaat in Turkije hersteld is, dan zal het nog lang duren voordat alle wonden geheeld zijn en de situatie weer helemaal normaal is. Erdogan heeft via de media, de verschillende bestuursorganen en via de rechterlijke macht heel veel invloed in Turkije. In het post-Erdogantijdperk zullen we veel tijd nodig hebben om dit allemaal op te lossen.’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.