9.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 802

Hoogopgeleiden willen weg uit Orbáns Hongarije

1
Hongarije wil geen vluchtelingen en andere migranten toelaten. Maar omdat er in het land nauwelijks kansen zijn, willen hoogopgeleiden er graag weg.

Emigratie is al jarenlang een gevoelig onderwerp in Hongarije. Volgens de Europese Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling zijn de afgelopen decennia meer dan zeshonderdduizend Hongaren geëmigreerd. Volgens veel organisaties ligt dat aantal zelfs hoger. Dit, terwijl Hongarije minder dan tien miljoen inwoners heeft. Waarom zijn deze mensen geëmigreerd? En komen ze ooit nog terug?

Loon naar werken

Judit (38), werkzaam bij een cateringbedrijf, vertrok veertien jaar geleden naar Ierland. Ze was gefascineerd door het land vanwege een uitzending op National Geographic Channel. Haar plan was om maximaal vijf jaar weg te blijven, geld te sparen en dan een eigen huis in Hongarije te kopen. Maar Ierland bevalt haar zo goed, dat ze niet weet of ze voor haar pensioen nog terug gaat. Daarbij is het huidige politieke en economische klimaat in Hongarije voor haar een reden om niet terug te keren.

‘De politieke leiders in Hongarije werken samen met de grote banken’, zegt Judit. ‘Veel families hebben de afgelopen jaren hun huis verloren, doordat het geconfisqueerd werd door de regering. Lőrinc Mészáros, de beste vriend van premier Viktor Orbán, is door vriendjespolitiek nu één van de rijkste personen in Hongarije. De politici en hun kliek hebben bijna alle hotels en campings rondom het populaire Balatonmeer in handen. Maar ook in de rest van Hongarije bezit Mészáros grote stukken grond en veel gebouwen. Hij weet vrijwel alle belangrijke bouwklussen naar zich toe trekken, ook al vraagt hij daarvoor het dubbele of zelfs driedubbele.’

‘Viktor Orbán is leugenachtig, egoïstisch en arrogant’

Judit is duidelijk negatief over de premier. ‘Viktor Orbán is leugenachtig, egoïstisch en arrogant. Ziekenhuizen zijn gevestigd in oude gebouwen die in slechte staat zijn. We hebben niet genoeg verplegers, doktoren en leraren. De winkelprijzen zijn bijna gelijk aan die in West-Europa, maar het gemiddelde salaris in Hongarije ligt op vierhonderd euro in de maand. Sommige mensen moeten het zelfs doen met een pensioen van honderd euro. Orbán doet het voorkomen alsof Hongarije het allemaal voor elkaar heeft, maar ondertussen valt het land uiteen.’

Henrieth (40) woont nog in Boedapest. In het verleden had ze een baan bij een farmaciebedrijf, maar nu is ze werkzoekende. Drie goede vrienden van haar zijn geëmigreerd, vertelt ze. ‘Eentje is naar de Verenigde Staten vertrokken, een naar Duitsland en de andere zit in Oostenrijk. Ze zijn tevreden omdat ze daar wel loon naar werken krijgen. Allemaal hebben ze een doctorstitel op zak of werken ze aan een proefschrift. In het buitenland krijgen ze alle kansen, maar in Hongarije zouden ze worden onderbetaald. In West-Europese landen is het salaris soms wel vier keer hoger dan in Hongarije. Dat is een reden om in het buitenland te blijven.’

‘Migranten’ op een prullenbak geschreven

Een clown

Henrieth: ‘Orbán probeert met zijn retoriek de Hongaarse identiteit te versterken en aan te geven dat we iets te verdedigen hebben. Ik kijk het Hongaarse nieuws ook niet meer. Ik erger me aan zinnen als ‘de migranten komen eraan!’ De staatsmedia doen alsof we worden aangevallen. Maar schrijf alsjeblieft wel iets leuks over ons, er gebeuren ook een heleboel mooie dingen hier in Hongarije. Er zijn ook mensen die het wel helder zien. Alleen die vertrekken allemaal’, grapt Henrieth.

Omdat Hongarije weinig perspectief biedt, is Henrieth actief op zoek naar werk in het buitenland. Ze is gewend geraakt aan een goed salaris. ‘Ik werkte voor een buitenlands farmaceutisch bedrijf in Hongarije en zoek naar een soortgelijke functie. Het liefst in Hongarije, want ik wil hier eigenlijk niet weg. Ik heb een prima leven hier met mijn vriendin. We wonen mooi, in een groene buitenwijk van de stad. We kunnen genoeg tripjes maken.’

In het conservatief-christelijke Hongarije is een huwelijk tussen Henrieth en haar vriendin niet mogelijk. Ook een kind adopteren is geen optie. Mocht ze wel een kind willen, dan zullen ze waarschijnlijk moeten emigreren. ‘Alle mensen die tegen Orbán zijn, vinden hem maar een clown. Maar we zien wel wat de kwalijke gevolgen van zijn beleid zijn.’

‘In West-Europese landen is het salaris soms wel vier keer hoger dan in Hongarije’

Als voormalig universitair docent is Henrieth bezorgd over de onafhankelijkheid van het wetenschappelijke onderwijs. Er is veel ophef over de sluiting van de Central European University (CEU). Deze academische instelling, die gefinancierd wordt door de miljardair en filantroop George Soros, moet op last van Orbán de deuren sluiten. Volgens Orbán zou Soros door zijn financiële steun aan linkse NGO’s de Europese beschaving doelbewust ondermijnen. Henrieth vertelt dat de CEU vecht voor haar bestaan. ‘De universiteit is nog niet officieel gesloten, maar de onzekerheid eist haar tol. Nieuwe studenten zullen niet kiezen voor een universiteit die elk moment gesloten kan worden, dus de CEU lijdt daar onder.’ Henrieth vindt het jammer, want ze is van mening dat de universiteit een humanitaire bijdrage levert aan de wereld. ‘Orbán heeft zelf ooit een beurs van Soros gekregen, wat trouwens ook geldt voor veel andere leden van Fidesz.’

Dit is maar één voorbeeld, stelt Henrieth: ‘Alle humanitaire non-profitorganisaties liggen onder vuur, want alles dat indirect met immigratie te maken heeft wordt gezien als slecht. Er heerst een intimiderend en ontmoedigend beleid, waarin alle mensen die het niet met Orbán eens zijn dwarsgezeten worden. Er is een burgemeester uit een dorpje vlakbij Boedapest, die een eigen radiostation had waar ik graag naar luisterde. Het was geen politiek kanaal, er was vooral veel lokaal nieuws en leuke interviews. Maar alleen omdat de burgemeester het politiek niet eens was met Orbán is het radiostation uit de lucht gehaald. Hij maakte geen politieke reclame en redeneerde niet in dezelfde lijn als Orbán. Het erge is dus dat niet alleen de kritische stemmen worden gesmoord, maar ook de stemmen die zich afzijdig houden, die niet meegaan in het promoten van Orbáns ideologie.’

Orbán heeft veel media in handen gekregen. Henrieth is blij dat zij vanwege haar academische achtergrond slim genoeg is om propaganda eruit te filteren en zelf op te zoek gaan naar betrouwbaar nieuws. Maar buiten de grote steden ligt het anders. ‘Mensen in de landelijke gebieden, die hebben echt een heel ander leven. Zij geloven al die onzin.’

Een oproep tot het steunen van CEU

Hongaren in Transylvanië

Judit vreest dat Orbán tot aan zijn dood aan de macht zal zijn. ‘Hij heeft het electoraal systeem nu zo veranderd, dat hij via democratische weg niet meer weggestemd kan worden. Dat is wat hij doet. Als je het niet met hem eens bent, dan verandert hij de wet.’ Henrieth vindt het bovendien bizar dat Hongaren die niet in Hongarije wonen ook mogen stemmen. ‘Het is belachelijk dat de Hongaren in Transylvanië (een gebied in West-Roemenië, dat tot 1920 Hongaars was, red.) en andere Hongaren in het buitenland kunnen stemmen over mijn lot. Zij wonen hier niet, zij ervaren de gevolgen niet van hun keuze – terwijl ik juist een sterke band heb met Transylvanië, want mijn grootmoeder is afkomstig uit dat gebied. Maar als je niet in Hongarije woont mag je niet beslissen over wat hier gebeurt, vind ik.’

‘Eerst was het ‘Stop Brussel’, nu moet de immigratie gestopt worden’

Judit vindt dat de Hongaren zelf wat moeten doen om de politieke crisis in hun land op te lossen. ‘Alleen de Hongaren zelf kunnen dit doen. Wat de EU kan doen? Ik zou zeker niet willen dat Hongarije uit de EU stapt, maar ik heb kritiek als het gaat om het immigratiebeleid. Ook denk ik niet dat er strengere strafmaatregelen moeten komen voor Hongarije, omdat zulke besluiten rechtsextremisten in de kaart spelen. In heel Europa krijgen de populistische bewegingen meer aanhang. Ik vind dat de enorme bedragen die de EU spendeert aan Hongarije op de schop moeten. Een klein deel komt bij ons terecht, het leeuwendeel belandt in de zakken van Orbán en zijn vrienden.’

De campagneretoriek van Orbán bij de Europese verkiezingen is wel veranderd, vertelt Henrieth. ‘Eerst was het ‘Stop Brussel’, nu moet de immigratie gestopt worden. ‘Laat mensen er niet in’, is een veelgehoorde slogan. Ik maak grapjes met mijn vriendin dat er ‘Laat mensen er niet uit’ zou moeten staan.’

Een Fidesz-campagneposter voor de Europese verkiezingen van afgelopen mei

Hongarije wordt sinds 2010 geregeerd door de christelijk-nationalistische partij Fidesz van Viktor Orbán. De minister-president voert in een rap tempo wetten door die volgens de EU ernstig afbreuk doen aan de democratische rechtsstaat. Zo zou hij de rechterlijke macht onder controle van de staat brengen. Daarnaast zou Orbán de persvrijheid belemmeren en een xenofobe politiek voeren, die tegen vluchtelingen en migranten is gericht. Het christelijke Hongarije wordt door de moslimmigranten bedreigd, stelt Orban. Sinds de verkiezingsoverwinning van april 2018 beschikt Fidesz over een tweederde meerderheid in het Hongaarse parlement.

Door zijn retoriek ligt Orbán niet goed bij de overige EU-landen. Zo voert Orbán een anti-campagne tegen George Soros, de Hongaars-Amerikaanse miljardair die linkse NGO’s financiert. Volgens Orbán is Soros verantwoordelijk voor de vluchtelingencrisis en de komst van moslims naar Hongarije. Ook richtte Orbán zijn pijlen op Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie, en op andere EU-politici. Vanwege dit gedrag en omdat Hongarije in eigen land de rechtsstaat zou ontmantelen, besloot de christendemocratische fractie EVP Fidesz als lid te schorsen.

Het verborgen geluk van de Nederlander

0

Bij welvaart denken we vaak in materiële termen, zoals geld. Maar wat als we niet naar geld kijken, maar naar het welzijn en het geluk van mensen? Dit idee circuleert al minstens dertig jaar in de academische wereld, maar werd recentelijk wereldnieuws nadat de overheid van Nieuw-Zeeland twee weken geleden een wellbeing-begroting presenteerde. Die begroting legt de nadruk op het geluk van de Nieuw-Zeelandse burger, niet op kapitalistische winsten. Moet de Nederlandse overheid ook zo’n begroting presenteren? Dit hangt af van hoe je het bekijkt, want ons land behoort tot de gelukkigste landen op aarde.

In de jaren zeventig van de vorige eeuw heeft koning Jigme Singye Wangchuk van Bhutan het begrip Bruto Nationaal Geluk (BNG) gemunt. Hij stelde dat het BNG belangrijker is dan het Bruto Nationaal Product (BNP), de belangrijkste internationale indicator om de economisch welvaart te meten. Sinds 2008 heeft Bhutan het BNG zelfs in de grondwet verankerd. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) van Bhutan heeft als taak om het BNG van de ongeveer 750.000 inwoners van dit kleine koninkrijk in de Himalaya te meten. Door middel van een vragenlijst wil het onderzoeksbureau bijvoorbeeld weten hoeveel uren de onderdanen aan het werk zijn, hoeveel geld ze in hun gemeenschap besteden, hoe vaak ze hun familie zien en of ze hun buren vertrouwen.

Volgens Wikipedia is het BNP ‘de totale toegevoegde waarde van alle goederen en diensten die in een bepaalde periode (meestal een jaar) door een bepaald land wordt geproduceerd’. Het BNP per hoofd van de bevolking staat symbool voor hoe welvarend een land is. Toch is er kritiek op deze manier van meten. Niet alleen Bhutan en Nieuw-Zeeland, maar ook wetenschappers – met name filosofen en sociale wetenschappers – hebben al jaren kritiek op het BNP en andere financiële indicatoren als maatstaf voor welvaart.

In Nederland wordt er dagelijks gemopperd, vooral door politici, opiniemakers en twitteraars

De bekendste kritiek komt van de Indiase econoom en filosoof Amartya Sen, de oprichter van de zogenaamde capability approach, of capabiliteitsbenadering. Volgens deze eminente professor en denker moet het welzijn van mensen niet aan de hand van materiële condities worden gemeten, maar aan de hand van hun politieke, economische en culturele vrijheden. Met andere woorden: als het BNP per hoofd van de bevolking hoog is, maar de bewoners krijgen geen fatsoenlijk onderwijs, hebben onvoldoende toegang tot de gezondheidszorg en er zijn nauwelijks politieke vrijheden, dan kun je dat land niet als ontwikkeld beschouwen.

Amartya Sen is een inspiratiebron voor de VN-index voor menselijke ontwikkeling, een lijst die landen niet rangschikt op basis van het BNP per hoofd, maar op het vermogen om hun bewoners te voorzien van een lang en gezond leven, goed onderwijs en eerlijke verdeling van het inkomen. Daarnaast heeft de Indiase geleerde met andere wetenschappers de intellectuele basis gelegd voor het World Happiness Report. Deze ranglijst meet geluk aan de hand van indicatoren als vrijheid, gebrek aan corruptie, inkomen, gezond en lang leven, sociale steun en vrijgevigheid. Bhutan staat – helaas – op plek vijfennegentig. De Scandinavische landen Finland, Denemarken en Noorwegen trekken deze lijst, Nederland doet het op plek vijf niet slecht. Nieuw-Zeeland neemt de achtste plek in.

In Nederland wordt er dagelijks gemopperd, vooral door politici, opiniemakers en twitteraars. Hierdoor zou je bijna vergeten dat het leeuwendeel van de Nederlanders best gelukkig is. Volgens een recent rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) geven Nederlanders hun leven een 7,7. Dit is hoger dan het Europese gemiddelde van 7,1. Als we de genoemde VN-ranglijst voor geluk moeten geloven, dan kunnen de koning van Bhutan en de minister-president van Nieuw-Zeeland beter een bezoekje aan Nederland brengen – om te leren hoe ze de inwoners van hun land nog gelukkiger kunnen maken.

Duitse rechter maakt einde aan boerkiniverbod

0

Een Syrische asielzoekster vocht het verbod aan, met succes.

Begin dit jaar gaf de gemeenteraad van de Duitse stad Koblenz goedkeuring voor een wet die de boerkini in gemeentelijke zwembaden verbiedt. De gemeenteraad stelde dat de boerkini, een alles verhullend zwempak, het onmogelijk maakt om te controleren of dragers ziekten of open wonden hebben.

Maar een Syrische asielzoekster vocht het verbod aan. Zij kreeg vanwege rugklachten het doktersadvies om als pijnbestrijding te gaan zwemmen. De asielzoekster, een vroom moslima, beargumenteerde dat de regels van de zwembaden in Koblenz in strijd zijn met de Grondwettelijke gelijke behandeling van mensen. En met succes: na een procedure van bijna een halfjaar heeft de Duitse rechtbank nu het bevel uitgevaardigd om het boerkiniverbod weer op te heffen.

In 2016 zorgde de boerkini al voor ophef in Frankrijk. Vele gemeenten steunden een soortgelijk verbod, gesteund door de nationale overheid. Toch vond het Hooggerechtshof aldaar dat een verbod in strijd is met de Franse Grondwet.

Betoging tegen Turkse gijzeling van SP’er Memis

0
Vanochtend demonstreerden enkele tientallen Nederlanders voor de vrijlating van Murat Memis op het Museumplein in Amsterdam, voor de deur van het Turkse consulaat.

Memiş is raadslid en voorzitter van de SP-afdeling in Eindhoven en werd eind april in Turkije gearresteerd. ‘Hij wordt verdacht van het lid zijn en/of propaganda voeren voor een terroristische organisatie (PKK)’, meldde de Eindhovense burgemeester John Jorritsma hier vorige week over.

De demonstratie is op poten gezet door de SP. Naast vele SP-leden was ook de familie van Murat Memis aanwezig. ‘Het gaat hier om een democratisch gekozen Nederlandse volksvertegenwoordiger die in Turkije wordt vervolgd om de dingen die hij in Nederland zegt of heeft gedaan. Turkije heeft geen enkel recht Murat vast te houden. Nederland moet daarom, tot op het hoogste niveau, alles in het werk stellen voor zijn vrijlating, net als die van andere politieke gevangen’, stelt de SP Amsterdam op Facebook.

SP-Kamerlid Sadet Karabulut was een van de sprekers op de demonstratie. Vorige week vroeg ze, met steun van het gehele parlement, een Kamerdebat aan met minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) over deze kwestie. Dit debat staat gepland voor volgende week.

Sevda Bali over haar uithuwelijking, Turks-zijn en de politiek

0
Sevda Bali (49) werd uitgehuwelijkt aan een Turks-Nederlandse man. Ze had geen gelukkig huwelijk en zette er een punt achter, om daarna toch nog het leven te leiden dat ze wilde.

Bali heeft twee Turkse ouders en werd geboren in Berlijn, toen dat nog door een muur verdeeld werd. ‘Wij gingen regelmatig in het oostelijke deel winkelen’, vertelt ze. ‘Je mocht niets meenemen naar het westen, maar wij trokken onze nieuwe kleren alvast aan. Daar kwam geen commentaar op.’ Bali’s vader zat gevangen tussen de moderne, westerse wereld en de oude, Turkse gewoontes. Enerzijds gaf hij zijn dochter alle vrijheid om te studeren aan de universiteit, maar toen ze op negentienjarige leeftijd nog niet getrouwd was en een familie uit Nederland een Turkse vrouw zocht, huwelijkte hij haar uit.

Iedere maand kwamen Turkse mannen naar haar vader toe om zijn dochters hand te vragen, maar haar vader gaf niet toe. Voor hen was het meer uit gewoonte dat ze haar uithuwelijkten, dat gebeurde voortdurend in de Turkse gemeenschap. Meestal gingen meisjes met zeventien of achttien jaar trouwen. Bali: ‘Ik zat op een universitaire opleiding, ik was linksgeoriënteerd en daarom sprak de Turkse gemeenschap schande van mij.’ Ze zou een slechte vrouw worden, geen man zou haar willen en ze was een schande voor haar familie. Toen er toch een familie op zoek was naar een vrouw, greep haar vader zijn kans en Bali ging daarin mee.

‘Ik mocht niet eens Nederlandse lessen volgen’

Uithoek in Nederland

‘Ik vond dat goed’, haast Bali zich te zeggen. ‘Dat ging niet tegen mijn zin in. Mijn vader vroeg nog of ik in Nederland verder mocht studeren aan de universiteit, ik was bijna klaar. Dat was geen probleem, zeiden ze.’ Maar eenmaal getrouwd en in Nederland aangekomen, ver weg in het plaatsje Zelhem in Twente, vond haar man het teveel kosten en te ver reizen om naar de universiteit te gaan. Bali moest maar gaan werken, ook iets voor de kost doen: ‘Ik mocht niet eens Nederlandse lessen volgen!’

Die lessen volgde ze toch, ondanks de afkeuring van haar man. Iedereen sprak Duits daar, dus de Nederlandse taal had ze niet nodig. ‘Hij zei dat ik niets kon, dat het mij toch niet zou lukken.’ Maar Bali haalde het wel. Bij haar diploma-uitreiking was haar man er niet. ‘Hij zei: ‘Natuurlijk heb je dat gehaald, je deed die opleiding toch?’’ Ondertussen was Bali zwanger van haar eerste kind, maar dat eindigde in een miskraam door de mishandeling van haar man. ‘Het was afschuwelijk, dat hele huwelijk, maar ik zat ook vast in tradities. Ik dacht dat het zo hoorde en dat het wel beter zou worden’, legt ze uit. Maar het werd niet beter. Ook niet toen hun dochter en zoon geboren werden. Bali hield van haar man, het was haar lot, dacht ze.

Met de bus

Bali mocht niet eens met de bus naar Doetinchem. Ze was Turkse en volgens een paar kennissen durfde ze wel veel, maar mocht ze niet zonder haar man reizen. ‘Ik moest toch gaan werken? Hoe moest ik dan aan een baan komen?’, zegt ze. Daarom ging ze toch naar Doetinchem, waar ze bij het arbeidsbureau een Nederlandse man trof die vloeiend Turks sprak. ‘Ben je gek?’, vroeg hij haar. ‘Jij hebt zoveel kennis, verreweg het meeste van alle Turkse vrouwen die ik ken, en dat laat je achter je om te gaan trouwen?’ Voor Bali was het een geschenk om iemand te ontmoeten die haar op waarde schatte en haar verder wilde helpen.

Bali wilde verder leren. Omdat de universiteit geen optie was, ging ze in de buurt een secretaresseopleiding volgen. Via haar contact bij het arbeidsbureau kwam ze daar terecht. ‘Daardoor dacht ik de taal goed te leren, ik had een ontzettend Duits accent’, vertelt ze. Na die opleiding deed ze aan boekhouden, calculatie en volgde ze allerlei opleidingen in de richting van boekhouden. Ondertussen kreeg ze een dochter en later ook nog een zoon. ‘Die zoon was niet gepland. Omdat ik zware medicijnen kreeg wegens ziekte, werkte de pil niet meer. Daar hadden ze me niet voor gewaarschuwd. Maar ik heb hem laten komen, hij was helemaal gezond.’

‘Hij zei: ‘Ik schiet je dood’’

Echtscheiding

Na achttien jaar was ze op en zette ze een punt achter het huwelijk. ‘Ik wist toen dat het niet beter zou worden, eerder slechter, en ik kon niet meer. Ik heb mijn ouders om vergeving gevraagd toen ik ging scheiden, ik wilde die schande eigenlijk niet op ze leggen’, vertelt Bali. Haar kinderen zaten inmiddels op de middelbare school in Doetinchem en Bali kocht een huis tegenover de school. Zo konden haar kinderen naar school en was ze wat verder bij haar ex vandaan. Die probeerde hun kinderen tegen haar op te zetten, wat hem niet lukte. Maar ook zijn vader bemoeide zich ermee, het was een schande voor de hele familie dat Bali vertrokken was. ‘Zijn vader belde me op, hij zei: ‘Ik schiet je dood’, waarop ik zei: ‘Zal ik je het adres even geven? Dan hoef je niet te zoeken.’ Dat was de laatste keer dat ik iets van hem hoorde.’

Haar eigen ouders vonden het ook erg dat Bali ging scheiden. Al tijdens haar verhuizing stonden ze op de stoep. Er was een heel lang gesprek nodig voordat haar vader zei: ‘Nu kijk je weer als mijn dochter, dus je hebt goed besloten’. Ze accepteerden dat ze alleen voor haar kinderen zorgde.

Bali had al die tijd op een kantoor gewerkt en haalde een praktijkdiploma in boekhouden. Maar daar lag haar hart niet. ‘Ik wilde met mensen omgaan en niet de hele dag achter een bureau zitten.’ Toen de kans voorbijkwam om een restaurantje te beginnen, greep ze die met beide handen aan. Ze kwam ook in de gemeenteraad terecht voor GroenLinks, maar dat liep niet goed af. ‘Ik dacht dat ze mij als persoon wilden, maar ze wilden een Turk om ook Turkse stemmers te trekken. Toen dat niet meer nodig was, werd ik gedumpt. Ik was fractievoorzitter van de partij, maar opeens was ik niet goed genoeg meer. Ik voelde me gebruikt.’ En dat terwijl ze met voorkeurstemmen in de raad was gekozen. Van een bijna onverkiesbare vijfde plek op de lijst werd ze tweede.

‘Ik dacht dat GroenLinks mij als persoon wilden, maar ze wilden Turkse stemmers trekken. Toen dat niet meer nodig was, werd ik gedumpt’

Eigen partij

In haar tijd bij de gemeenteraad ontdekte ze dat politiek niet gaat om idealen, maar om wat er achter de gordijnen wordt geregeld. Dat inspireerde haar om een nieuwe partij op te zetten: de Partij voor Mens en Milieu. ‘We haalden de kiesdrempel niet eens’, verzucht ze. Ze weet wel waar dat aan ligt: ze is Turks. Er werd eerst gedacht dat ze Indisch was, vanwege haar achternaam (Bali is een Indonesisch eiland). Dat kon wel door de beugel. Maar dat ze haar dochter en een vriendin met duidelijke Turkse namen op de lijst had gezet, dat kon niet. Toen Bali vertelde dat ze ook Turks is, schrokken de mensen die eventueel nog belangstelling hadden voor haar partij. Dat wilden ze niet hebben, vertelt Bali. Dat er ook nog een Gerrit, Vincent en Maarten op de lijst stonden deed er niet toe. Ze had de partij samen met milieudeskundige Gerrit opgezet. ‘We hadden echt een goed programma, maar mensen kijken niet verder dan je Turks-zijn en dan haken ze af, ongeacht je programma.’ Een flinke tegenvaller.

Bali voelt zich niet eens echt Turks. Ze is officieel Nederlands, maar dat voelt ze zich ook niet. Geboren in Berlijn, maar Duits voelt ze zich ook niet. ‘Ik ben een wereldburger, maar dat is best moeilijk soms. Wie ben ik en waar hoor ik bij? Ik denk nog steeds in het Duits, dat is best lastig’, vertelt ze. Bij GroenLinks was ze niet meer welkom, en toch blijft ze respect houden voor iedereen. Dat krijgt ze in haar restaurant terug. ‘Hier komen alleen vrolijke mensen. Ik heb wat vaste gasten waarvan sommige van ver komen – zelfs uit Duitsland –, maar ze komen hier graag.’

Dochter

De dochter van Bali is inmiddels 28 jaar en woont nog thuis. Ze heeft een opleiding tot verpleegkundige gevolgd en heeft een vaste baan. Ze heeft geen studieschuld. ‘De studie heb ik voor haar betaald’, zegt Bali. ‘Helaas kon ik dat niet doen voor mijn zoon.’ Ze vindt het erg belangrijk dat haar kinderen als zelfstandige en evenwichtige volwassenen met een eigen mening in het leven staan. Met 28 jaar en nog ongetrouwd thuis wonen, dat is erg ongebruikelijk in de Turkse cultuur. ‘Dat kan me niet schelen’, vertelt ze. ‘Ik vind het veel belangrijker dat mijn dochter gelukkig is. Ze is op zoek naar een woning voor zichzelf en daarna kan nog van alles gebeuren.’ Voor Bali is het belangrijk dat haar kinderen een goed leven opbouwen.

‘Mijn zoon is heel slim, hij is bijna klaar met de universiteit, waar hij de Engelse en Franse taal en literatuur studeert en studeert om tolk te worden. Ik ben zo trots op mijn kinderen. Ik heb ze deels in het Duits opgevoed, mijn kinderen spreken vijf talen.’ Haar dochter gaat twee keer per jaar op vakantie. Dat kan eigenlijk niet in de Turkse gemeenschap, als vrouw alleen op vakantie gaan. Alle dingen die Bali als meisje niet kon of mocht, die mag haar dochter wel. ‘Ik heb haar wat schrik aangejaagd wat mannen betreft, denk ik. Ze heeft nu sinds een jaar een vriend. Ik zei altijd dat als zij voor haar achttiende met een vriend thuis zou komen, ik hem af zou schieten’, daarin lijkt Bali op haar huidige man.

Een paar maanden geleden is Bali opnieuw getrouwd, ook met een Turk. ‘Deze is anders’, legt ze uit. Hij was ook eerder getrouwd, uitgehuwelijkt en kreeg ook twee kinderen. Hij kreeg de volledige voogdij over zijn kinderen en voedde ze in Nederland op, als alleenstaande vader. Zijn dochter en zoon studeerden beide. Op haar achttiende kwam zijn dochter thuis met een vriend, ze wilde trouwen. ‘Over mijn lijk’, was zijn reactie. Maar het was echte liefde en zijn dochter mocht doorstuderen. Bali’s man kon het niet laten zijn schoonzoon te intimideren: ‘Als je haar niet laat studeren, doe ik je wat aan’.

Sevda Bali met haar nieuwe man

Eindelijk gelukkig

‘Mijn man respecteert vrouwen. Hoe hij met zijn dochter omgaat, daar word ik echt blij van’, vertelt Bali. Voor haar en haar man voelt opnieuw de liefde vinden rond hun vijftigste levensjaar als een tweede kans. Beiden waren ze teleurgesteld in de liefde, maar kregen alsnog de kans om mee te maken hoe het hoort te zijn. ‘Alles is anders’, vertelt Bali. ‘Zelfs ruziemaken is anders. Het is erg mooi om dit mee te maken voordat ik doodga. Echte liefde bestaat!’ Bali voelt zich veilig en geliefd. Haar man had zelfs een heel trouwfeest georganiseerd. ‘Ik had een echte bruidsjurk aan.’ Dat dat bijzonder is, blijkt wel uit de vooroordelen die er bij Turkse mannen bestaan; je bent al oud, je bent tweedehands, een slechte vrouw, al gebruikt. ‘Maar mijn man houdt van mij en ik van hem.’

Door opnieuw te trouwen kreeg Bali twee kinderen erbij. Dat klopt precies bij haar vroegere verlangen om een groot gezin te hebben. ‘Ik wilde een leuk en gezellig gezin met vier kinderen. Twee jongens en twee meisjes, dat is altijd het mooiste. En nu heb ik het!’ Nadat Bali haar zoon kreeg mocht ze niet opnieuw zwanger worden. Dat grote gezin zat er daarom niet in, maar ze heeft het nu alsnog. ‘Ik ben eindelijk gelukkig.’

VS: moordenaar jonge moslims krijgt levenslang

0

Vier jaar geleden schoot Craig Hicks in Chapel Hill, North Carolina, drie jonge moslims dood. De Amerikaan is voor deze driedubbele moord tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Hij werd, tot teleurstelling van de nabestaanden, niet veroordeeld voor het plegen van een hatecrime.

Deah Barakat, zijn vrouw Yusor Abu-Salha en haar jongere zus Razan werden vermoord in hun appartement in Chapel Hill. Ze studeerden alle drie aan de universiteit van North Carolina. Al langere tijd hadden Barakat en zijn vrouw last van Craig Hicks, hun buurman. Hij maakte met iedereen in het appartement ruzie, bijvoorbeeld als ze hun auto verkeerd parkeerden. Hicks had het stel al een keer bedreigd met zijn pistool.

Op 10 februari 2015 belde Hicks aan. Barakat pakte zijn mobiele telefoon om het gesprek vast te leggen op film, zodat dit gebruikt kon worden om zijn ruziezoekende buurman een contactverbod op te leggen. Op het filmpje is te zien hoe Hicks eerst Barakat doodschiet en vervolgens de twee vrouwen. De moord riep wereldwijd grote verontwaardiging op.

Nu, ruim vier jaar later, krijgt Hicks drie keer levenslang. Het lukte de aanklager echter niet om de zaak tegen Hicks te behandelen als een hatecrime: de rechter oordeelde dat hier onvoldoende bewijs voor is. Als er ook andere motieven meespelen dan vooroordelen geldt zo’n misdaad in het Amerikaanse rechtssysteem niet als een hatecrime. Bij Craig speelde ook de burenruzie mee.

De nabestaanden reageren teleurgesteld, omdat ze ervan overtuigd zijn dat Hicks werd geleid door vreemdelingenhaat en moslimhaat. Op sociale media heeft Hicks – een uitgesproken atheïst – zich zeer negatief over gelovigen uitgelaten. Ook zou hij ruzie hebben gemaakt met zijn andere buurman, die van Koreaanse afkomst is, en met een zwarte bouwvakker.

Turkse diplomaten ‘fysiek en seksueel gemarteld’

0
De Advocatenbond van Ankara claimt dat Turkse diplomaten fysiek en seksueel worden gemarteld. De regering ontkent alles. Mensenrechtenorganisaties maken zich grote zorgen.

Een van de slachtoffers, die anoniem wil blijven, tegen het Amerikaanse Fox News: ‘Op 20 mei kwamen vier politieagenten in uniform naar mijn huis om me vast te houden. Niemand op het politiebureau vertelde wat de beschuldiging tegen me was, er werd mij net verteld dat het over de Gülenbeweging ging.’ De diplomaat werd overgebracht naar Ankara, waar hij gevangen werd gezet.

‘Na middernacht namen politieagenten mij en mijn collega’s uit de cel. Ze sleepten ons bij onze armen donkere gang in. We werden geboeid en geblinddoekt. Ze bedekten onze gezichten met een plastic tas, zodat we hun gezichten niet konden zien.’ Vervolgens zouden de agenten hem en zijn collega’s met wapenstokken seksueel hebben aangevallen. ‘Al die tijd hebben ze ons bedreigd en beledigd om ons te dwingen om te bekennen.’

De diplomaat maakte deel uit van een groep van 249 diplomaten en ambtenaren die in mei waren gearresteerd. De pro-regeringskrant Hürriyet meldt dat zij ambtenarenexamens zouden hebben vervalst, met als oogmerk Gülen-aanhangers aan een baantje te helpen. De Gülenbeweging zit volgens de regering achter de mislukte coup van 15 juli 2016. Turkije heeft nadien duizenden vermeende tegenstanders van het regime gevangen gezet en tienduizenden ambtenaren ontslagen.

De Advocatenbond van Ankara heeft aan de bel getrokken. Volgens een rapport, dat de bond heeft opgesteld na interviews met zes mensen die gevangen gezet zijn, moesten de verdachten knielen en kruipen, kregen ze klappen tegen het hoofd en brandplekken op hun achterwerk. Ook mensenrechtenorganisaties maken zich grote zorgen en hebben het VN-comité tegen Foltering, de Raad van Europa, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Internationaal Strafhof om een onafhankelijk onderzoek gevraagd.

Turkije ontkent echter dat gevangenen worden gemarteld. Het zijn valse beschuldigingen, aldus een woordvoerder van het Turkse ministerie van Buitenlandse zaken

Volgens Aykan Erdemir, een voomalig lid van het Turkse parlement en nu werkzaam bij de Foundation for Defense of Democracies, is de timing van de arrestaties bijzonder. Een week na de arrestaties zou voormalig diplomatenbaas en oud-minister van Buitenlandse Zaken Ahmet Davutoglu op een geplande bijeenkomst bekend willen maken dat hij een nieuwe politieke partij gaat oprichten, bedoeld als tegenhanger van Erdogans AKP. Zo’n bekendmaking heeft vooralsnog niet plaatsgevonden.

Davutoglu raakte drie jaar geleden in onmin met Erdogan, omdat de Turkse president steeds meer macht naar zich toe trekt. Met de massa-arrestaties zou Erdogan politieke tegenstanders als Davutoglu hebben willen intimideren, aldus Erdemir.

Conservatieve christenen op de bres voor vervolgde christenen in moslimlanden

0

Vanavond om half acht begint op het Lange Voorhout in Den Haag een demonstratie tegen christenvervolging in islamitische landen. De initiatiefnemers zijn gelieerd aan Civitatis Christiana en Forum voor Democratie.

De demonstratie is een initiatief van de theologen Sonja Dahlmans en Henk-Jan Prosman. Sonja Dahlmans is gelieerd aan de controversiële conservatief-katholieke stichting Civitatis Christiana, bekend van acties tegen abortus en voor Zwarte Piet. Prosman is als predikant verbonden aan de Hervormde Gemeente van Nieuwkoop. Hij liet zich gelden als PVV-sympathisant en is inmiddels lid geworden van Forum voor Democratie, de partij van Thierry Baudet.

In een opinieartikel op Cultuur onder Vuur, onderdeel van Civitatis Christiana, betoogt Dahlmans dat westerse media geen aandacht besteden aan christenvervolging, omdat die bang zouden zijn om voor ‘islamofoob’ te worden uitgemaakt. Ook Prosman zit op deze lijn en hekelt op de christelijke nieuws- en opiniewebsite CIP de ‘zelfcensuur’ en ‘politieke correctheid’ van de media: ‘In het Westen is een academische en journalistieke cultuur ontstaan waarin het christendom in verband wordt gebracht met westers kolonialisme en onderdrukking. Het christendom moest vooral bestreden, of tenminste gewantrouwd worden. Dat christenen ook slachtoffer kunnen zijn, past niet in dit narratief.’

Het opkomen voor vervolgde christenen gaat bij Dahlmans en Prosman hand in hand met kritiek op de islam en kritiek op ‘links’. Dit sentiment leeft onder orthodoxe christenen breder. Zo twitterde EO-anchorman Andries Knevel vlak na de aanslagen op christenen in Sri Lanka: ‘Ik betrap me erop dat ik berichten over de groeiende vervolging van christenen weinig deel, uit vrees in een debat over de islam te geraken. Vorm van zelfcensuur. Daar stop ik mee.’

Aanslagen op Franse moslims en joden verijdeld

0
De politie in Frankrijk heeft een extreemrechtse terreurcel opgerold, zo meldt de Franse pers. De vijfkoppige groep zou een neonazistisch gedachtegoed aanhangen en van plan zijn om aanslagen te plegen op moslims en joden.

De vijf verdachten zijn tussen september vorig jaar en mei opgepakt. Een politie-vrijwilliger was als eerste aan de beurt: bij hem thuis werden Kalashnikovs, munitie en explosieven aangetroffen. Diens aanhouding leidde uiteindelijk tot het oppakken van de andere vier verdachten, waarvan er twee minderjarig zijn. Het plan was aanslagen te plegen op onder meer een jaarlijks diner van Frans-joodse organisaties en islamitische gebedshuizen, zeggen gerechtelijke bronnen. De groep zou opereren onder de naam ‘De zwarte vogel’ en hun plannen voor aanslagen communiceren via een forum.

Frankrijk leidt sinds 2015 onder terreuraanvallen door moslimextremisten, maar wordt de laatste jaren ook geteisterd door dreiging vanuit extreemrechtse hoek. Zo werd in juni vorig jaar een extreemrechtse groep opgepakt die plannen zou hebben om moslimburgers te doden. Er werden onder andere geweren, munitie en explosieven in de woningen van de groepsleden gevonden. De groep verklaarde joden tot ‘doelwit wanneer de Franse Oorlog uitbreekt’. Ook werden in december zes verdachten opgepakt die uit zouden zijn op het vermoorden van president Emmanuel Macron, moslims, joden, homo’s en mensen met een donkere huidskleur.

Auteur Shantie Singh: verbonden met drie continenten

1
Shantie Singh (36) werd geboren in Nederland, maar haar grootouders zijn afkomstig uit India. Haar ouders werden in Suriname geboren. Singh wilde meer weten over haar familiegeschiedenis en schreef hierover de roman Vervoering. Het boek verscheen in 2014 en werd een succes.

Het schrijven van Vervoering zorgde voor een ontwikkeling. Niet alleen bij Singh (haar officiële naam is Jagmohansingh) zelf, maar ook bij haar ouders en velen anderen. ‘Je geschiedenis mag er zijn, die is ook waardevol. Ook de Indiase en Surinaamse onderdelen. Die kunnen zelfs in een boek verschijnen, wat mijn ouders helemaal niet gewend waren.’ De research voor de roman bracht hen terug naar India en Suriname, voor de ouders van Singh een ‘trip down memory lane’.

Kolonie

Haar overgrootouders woonden in India toen dat nog een Britse kolonie was. In Suriname waren dringend goedkope arbeiders nodig, omdat de slavernij was afgeschaft in 1863. Daardoor kwamen zij van de ene kolonie in de andere terecht. De plantage-industrie dreigde in te storten, daarom zochten de Nederlanders naar goedkopere arbeidskrachten. In India werden mensen ’geronseld’, die werden per schip naar Suriname vervoerd. De beelden die zij voorgespiegeld kregen waren mooier dan de werkelijkheid. De meeste mensen wisten niet eens waar Suriname lag, maar hen werd voorgehouden dat het een prachtig land was waar gouden bergen op hen wachtten. Ze moesten een contract voor vijf jaar ondertekenen, terwijl de meeste mensen niet eens konden lezen. Er werden vooral sterke mensen gezocht, want ze moesten allereerst de bootreis overleven.

‘Mijn familie sprak weinig over deze tijd. Zij wilden alleen maar vooruitkijken, zo zijn zij opgevoed’, vertelt Singh. Tijdens de geschiedenislessen op school kwam dit onderwerp niet aan bod. Het was een koloniale tijd, de kinderen die naar school gingen, leerden vooral over de geschiedenis van Nederland, de geschiedenis van India kwam amper aan bod. ‘Ook ik hoorde er tijdens de geschiedenislessen niets over. Mijn ouders vonden het maar raar dat ik daar zo geïnteresseerd in was. Waarom wilde ik dat weten? Dat ik de gekste vragen stelde, maakte dat zij ook meer gingen nadenken over hun verleden.’ Het is van belang om het door te geven, vindt Singh. Er zijn wel geschiedenisboeken over, maar amper romans waarin staat hoe mensen zich voelden en wat ze deden.

Boeken als Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez waren een grote inspiratie voor Singh. ‘Het is heel mooi om over de belevenissen van verschillende generaties te lezen. Zoiets wilde ik ook over mijn familiegeschiedenis, want mijn jeugd was er nog niets bij. Ook dat is een deel van de Nederlandse geschiedenis dat verteld en bewaard moet blijven.’ Dat Singh zelfs vandaag de dag nog te horen krijgt dat ze zo goed Nederlands spreekt is een signaal dat de hindoestaanse geschiedenis voor veel Nederlanders een ver-van-hun-bed-show is.

‘Mijn vader hoorde zoveel goede verhalen over Nederland dat hij besloot een kijkje te gaan nemen’

Sarnami

Door verhalen van andere familieleden kwam Singh steeds meer te weten, maar deze informatie was niet genoeg om een heel boek mee te vullen. Daarom ging ze naar het toen nog bestaande Sarnami Instituut in Den Haag, waar lezingen gehouden werden en waar informatie over de historie van Hindoestanen te vinden was. Sarnami is de taal die zich ontwikkelde tijdens de migratie van India naar Suriname en de periode daarna. Het nagebouwde huis van vroeger in het instituut en de aanwezige foto’s boden Singh een kijkje in het leven van toenmalig Suriname. Er waren ook objecten uit die tijd tentoongesteld. ‘Dat gaf mij een goed idee van het leven toen. Hoe de mensen zich voelden en hoe ze zich gedroegen.’

‘Dit onderzoek naar mijn verleden was op zich al een heel avontuur. Voor mijn overgrootouders en anderen was het een sprong in het duister om India achter zich te laten en naar Suriname te gaan, realiseerde ik mij. Datzelfde gold voor de mensen die later naar Nederland gingen. Toen had je nog geen Facebook of andere sociale media, dus contact met de achtergebleven familieleden was moeilijk en zeker niet vanzelfsprekend. Ze lieten hun hele leven achter zich en begonnen opnieuw. Daar heb ik grote bewondering voor.’

De overgrootvader van Singh was een sterke man, wat essentieel was om in die tijd te overleven. Hij was in staat om iets van zijn leven te maken. Hij zette een succesvol huishouden op en werkte in de landbouw. Het ging zo goed dat hij zelfs opbrengsten van het land kon verkopen, terwijl hij was begonnen met een kaal stukje land. ‘Het sprak tot mijn verbeelding dat hij en mijn overgrootmoeder het zover wisten te schoppen dat ze van overleven naar gewoon leven gingen, ze bouwden hun eigen geluk op. Ook voor de volgende generaties, zodat die een beter leven zouden hebben.’

‘Mijn vader gaf mij altijd mee dat ik van alles kan worden in het leven’

Op avontuur

Na de grote sprong van de overgrootouders van Singh deden haar ouders hetzelfde. ‘Zij vertrokken uit Suriname naar Nederland toen mijn moeder 18 jaar was en mijn vader 23.’ Ze vestigden zich in Almelo, want daar woonde een zus van haar vader. ‘Mijn vader hoorde zoveel goede verhalen over Nederland dat hij besloot een kijkje te gaan nemen. Dat vind ik ontzettend stoer van mijn ouders, dat ze op jonge leeftijd die grote stap hebben gezet. Mijn moeder moet daar wel heel eenzaam zijn geweest, vanuit de grote stad Paramaribo naar Almelo.’

Het was niet de bedoeling van de ouders van Singh om te emigreren, ze wilden een bezoek brengen aan Nederland en kijken hoe het hier was. Toen bleven ze hangen en na vijf jaar kwam hun eerste dochter ter wereld. In Suriname was de toekomst onzeker, veel mensen zagen die niet zo rooskleurig in en zij konden toen nog eenvoudig naar Nederland verhuizen, want ze hadden een Nederlands paspoort.

Singh kan zich op verschillende plekken thuis voelen, maar Nederland is haar vaderland. ‘Ik ben voor mijn boek naar India en Suriname geweest. Doordat ik met dat boek en de geschiedenis bezig was, zag ik deze landen opeens heel anders. Ik ben ook in Nickerie geweest, het gebied waar mijn vader vandaan komt. Dat ligt heel afgelegen, zeg maar een soort Almelo in Suriname. Daardoor kwam de hele geschiedenis een stuk dichterbij.’

In Almelo was de familie een bezienswaardigheid. Na haar geboorte wilde iedereen een kijkje nemen in Singhs wiegje, om deze wel heel bijzondere baby te zien. ‘Toen ik vijf was verhuisden we naar Alphen aan den Rijn, waar we iets minder opvallend waren. Het spreidingsbeleid waardoor immigranten door heel Nederland verspreid werden, was goed bedoeld, maar zorgde ook voor veel eenzaamheid.’

‘Mensen uit Marokko en Italië herkennen mijn verhaal’

Veel Hindoestaanse mensen reageerden positief op het verschijnen van het boek Vervoering. ‘Eindelijk een boek over onze geschiedenis’, en: ‘Dit kan ik aan mijn kinderen geven om ze uit te leggen waar ze vandaan komen’, kreeg Singh te horen. Maar het waren niet alleen Hindoestanen die enthousiast reageerden, ook jongeren en autochtone Nederlanders lieten weten blij te zijn met het boek. ‘We wisten helemaal niets van deze geschiedenis en dat het zo ging’, zei iemand tegen Singh. Het boek was genomineerd voor de Inktaap 2016 (een literaire prijs, red.), waardoor jongeren uit Nederland, België en Suriname het lazen. Die waren ook enthousiast en stuurden Singh filmpjes en foto’s. Er werd zelfs een trailer voor haar boek gemaakt. Sommigen volgen haar nog steeds op de sociale media.

‘Voor de boekpromotie was ik in Suriname, daar kreeg ik reacties van allerlei mensen, ook jonge meisjes die aangaven ook schrijfster te willen worden. Dat raakte mij wel.’ Met haar boek raakt ze bovendien aan universele waarden en gevoelens. ‘Mensen uit bijvoorbeeld Marokko en Italië herkennen zich eveneens in mijn verhaal. Ook zij vertrokken en lieten hun land achter zich. Vanuit diverse hoeken is de vraag naar een kinderboek gekomen. Maar dat is iets voor in de toekomst. Ik ben nu nog bezig met een boek over Rotterdam.’

‘Ik had het gevoel iets van mijn leven te moeten maken, omdat ik dat aan mijn familie was verplicht’

Dat haar ouders en overgrootouders zo hard gewerkt hebben voor haar toekomst en die van haar zusje, legde een flinke druk op Singh. ‘Ik had het gevoel iets van mijn leven te moeten maken, omdat ik dat aan mijn familie was verplicht. Ze hebben zoveel offers gebracht, zo hard gewerkt.’ Singh studeerde Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit en werkt nu als seniorbeleidsadviseur bij de gemeente Rotterdam. Daarnaast danst ze op hoog niveau, waarbij ze ook haar Indiase kant ontdekte. Vervolgens kwam ze bij haar uiteindelijke passie: schrijven. En er moest meteen een boek komen. ‘Ik vroeg mijn vader, tijdens de boekpresentatie, of hij nu trots op mij was. Hij keek mij aan en zei: ‘Maar ik ben toch allang trots op je?’ Daardoor realiseerde ik mij dat ik mijzelf van alles opleg.’

Bij de gemeente zet Singh zich vooral voor vrouwenrechten in, het recht van meisjes en vrouwen op zelfbeschikking, keuzevrijheid en een veilig thuis. Dit heeft een persoonlijke drijfveer. ‘Mijn vader gaf mij altijd mee dat ik van alles kan worden in het leven. Politicus, schrijfster, ondernemer, niets was te gek. Nooit werd gesproken over de noodzaak van een huwelijk. Het ging om zelfontplooiing en om op je eigen benen te kunnen staan. Voor mij was dit lange tijd normaal,  totdat ik de wereld leerde kennen. In mijn familie zijn er ook vrouwen voor wie het niet vanzelfsprekend was dat zij zelf hun huwelijkspartner konden kiezen. In mijn basisschoolomgeving had je de zwartekousenkerk, de meisjes liepen alleen in lange rokken en hadden geen vrijheid. Ook in Nederland komt dat voor.’

Juist door haar werk bij de gemeente herontdekte Singh haar ouders: ‘Ze hebben offers gebracht om mij en mijn zusje zo op te voeden zoals we zijn opgevoed. Dat realiseer ik mij nu meer dan ooit. Tegelijkertijd hebben ze ons altijd de mooie tradities en verhalen doorgegeven.’

‘De vrijheid die ik heb, die wil ik voor alle vrouwen’

Voorrecht

Het schrijven van het boek voelde als een voorrecht voor Singh. Ze had gelukkig alle tijd om aan haar verhaal te werken. ‘Als ik niet aan dat boek had gewerkt was ik mij daar nooit zo van bewust geweest’, zegt ze. ‘Mijn voorouders hebben hun dromen doorgegeven aan volgende generaties. Mijn zusje en ik hebben veel kansen gekregen, daar ben ik mij tijdens het schrijven heel bewust van geworden. Er zijn genoeg vrouwen die onderdrukt worden. Ik maak mij in mijn werk bij de gemeente sterk voor hen. De vrijheid die ik heb, die wil ik voor alle vrouwen.’