24.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 805

Het nieuwe Polen: teruggegleden achter het IJzeren Gordijn?

2

Polen die de afgelopen jaren in West-Europese landen als Nederland en Duitsland als gastarbeider hebben gewerkt, keren in groten getale weer naar huis. Thuis aangekomen zijn velen ontevreden met de huidige politieke situatie in het land, waar al vier jaar de rechtsconservatieven aan de macht zijn. De persvrijheid ligt aan banden, homoseksualiteit wordt er onderdrukt en het conflict met Europa laait op. Vergelijkingen met de tijd van de oude Sovjet-Unie, waar Polen tijdens de Koude Oorlog een satellietstaat van was, komen dan ook niet uit de lucht vallen.

Pjotr (35) is weer terug in Polen, na peren te hebben geplukt bij Tesco in Nederland. Hij kijkt tevreden terug op die tijd. ‘De eigenaar was aardig, we kregen genoeg geld. Elke jonge Pool doet wel wat plukwerk in zijn jonge jaren in West-Europa.’ Pjotr is nu werkzaam bij een non-gouvernementele organisatie uit Gdansk, een grote stad aan de Oostzee. Volgens hem zijn de Polen gepolariseerder dan voor zijn vertrek uit Polen.

Dat heeft alles te maken met het feit dat sinds 2015 de rechts-conservatieve partij Prawo i Sprawiedliwość (PiS, Recht en Rechtvaardigheid) aan de macht is. Deze partij lijkt erg op de populistische Hongaarse partij Fidesz van premier Victor Orbán. Ook PiS legt de persvrijheid aan banden, voert een conservatieve koers en ligt met de Europe Unie overhoop vanwege het hervormen van het justitiële apparaat. De Europese Commissie blijft haar zorgen over de rechtsstaat in Polen keer op keer herhalen.

‘Het lijkt alsof we weer terug in de tijd gaan’

‘Je bent of voor of tegen de regering’, vertelt Pjotr. ‘De ene helft van de Poolse samenleving is links, de andere helft kiest voor de rechtse regering. Je kunt nu geen gesprek meer kunt voeren zonder dat het over de politiek gaat. Het ding is: als je je niet buiten je eigen groep begeeft, dan heb je helemaal niet door dat die andere helft ook bestaat. Ik ben zelf voor de Europese Unie en voor meer integratie, ik heb meer gemeen met linkse, open mensen uit bijvoorbeeld Nederland of Duitsland dan met rechtse Polen.’

Pjotr ziet veel overeenkomsten met de tijd van de Sovjet-Unie. ‘Het lijkt alsof we weer terug in de tijd gaan. Polen kent de strengste anti-abortuswetten van Europa. Ik ben voor de keuzevrijheid van mensen en niet dat alles wordt ingeperkt, maar dat is nu juist wat de regering doet. Ze zeggen dat de Poolse cultuur wordt bedreigd. Wij zijn opgegroeid met de propaganda van de kerk, daarom wil ik nu van de kerk en van die propaganda niets meer horen.’ Toch is hij wel gelukkig in Polen. ‘Mijn leven is goed, ik en mijn vrienden werken aan een betere wereld.’

Onderbetaling en gezinswaarden

Edyta (45) is lerares aan een basisschool in Zukowo, vlakbij Gdansk. Zij is net als Pjotr geen voorstander van het beleid van de huidige regering. ‘Wij leraren hebben afgelopen zomer een maand gestaakt, maar onze eisen zijn niet ingewilligd. Ze schilderen ons zelfs af als de slechteriken. Voorstanders van de regering hebben het niet zo op met leraren, omdat ze denken dat we zoveel vakantie hebben. Maar het werk is zwaar en onderbetaald. Dus eisen we meer geld.’

‘Dit is hetzelfde systeem als in de tijd van de Sovjet-Unie’

Er worden nu drastische maatregelen doorgevoerd om kinderen tot en met vijftien jaar op de basisschool te houden, zegt Edyta. Ze is er, eufemistisch uitgedrukt, niet over te spreken. ‘Dit gebeurde zonder overleg, het is alsof de regering zegt: ‘Jullie krijgen er twee hogere klassen bij, succes!’ Dat is hetzelfde systeem als in de tijd van de Sovjet-Unie, maar we kunnen niet opeens in een keer in de tijd terug gaan. De scholen kunnen zulke drastische beleidshervormingen helemaal niet aan. Dus protesteren we. Ook veel collega’s verliezen hierdoor hun baan.’

De rechtse regering concentreert zich tegenwoordig sterk op het promoten van gezinswaarden op scholen, terwijl tegelijkertijd scholen onder druk worden gezet om te stoppen met voorlichting over homoseksualiteit. Ook gaf de regering drie jaar geleden elk gezin 500 zloty (115 euro) extra per maand, als ondersteuning vanaf het tweede kind. Gezinnen die er minder goed voor staan krijgen ook bij het eerste kind financiële ondersteuning.

Klaudia (25) is afgestudeerd in milieustudies en woont in Szczecin, vlakbij de Duitse grens. Zij vindt het Poolse gezinsbeleid belachelijk. ‘De regering kan dat geld veel beter voor iets anders gebruiken. Ze kopen gewoon mensen om. Nog steeds vertrekken veel Polen naar landen zoals Duitsland, omdat je daar drie tot vier keer zoveel verdient. In Polen werken nu veel Oekraïners die het werk doen waar Polen geen zin meer in hebben.’

De haven in Gdansk (Foto: Sarah-May Leeflang)

Vervlogen herinneringen aan het communisme

Hoewel critici van de huidige Poolse regering graag parallellen trekken tussen het Polen van nu en de vroegere Sovjet-Unie, kijken mensen die het communisme bewust meegemaakt hebben anders tegen de geschiedenis aan. Tomek (40) en Gosia (38) uit Gdansk hebben een eigen modebedrijf en waren kinderen toen het communisme viel. Ze kunnen zich nog goed de lege winkels uit hun communistische jeugd herinneren. ‘Er was bijna niets, alleen maar huisgemaakte producten als brood en melk. Als er nieuwe goederen binnenkwamen in de winkel, dan stonden er meterslange rijen.’ Als we een rondje in hun buurt in Gdansk lopen, wijzen ze naar de grote grijze en soms gekleurde flatgebouwen. ‘Die lelijke dingen staan hier overal. Allemaal nog uit de tijd van het communisme.’

Met de val van de Berlijnse Muur en het einde van de communistische regimes van het Oostblok veranderde de wereld razendsnel, vertellen Tomek en Gosia. ‘Opeens kregen we alles in de winkel, dingen als chocola. Vroeger een luxe, maar we konden het nu kopen. En eerst hadden we bijna geen exotisch fruit, alleen groene sinaasappelen uit het communistische Cuba. En nu kregen we alles, oranje sinaasappelen en bananen.’ Over de huidige Poolse regering zijn Tomek en Gosia echter niet zo te spreken. ‘Ze voeren nu een heel sociaal programma, maar hierdoor heb je ook torenhoge belastingen. Voor ons, mensen met een eigen bedrijf, werkt dat niet goed.’

‘Het gemeenschapsgevoel is hier verdwenen’

Adam (36), die werkt als arts, is Pools, maar hij is opgegroeid in de Verenigde Staten. Tien jaar geleden keerde hij terug naar zijn vaderland vanwege de liefde. Zijn ouders hebben elkaar in de Verenigde Staten ontmoet en zijn apart van elkaar gevlucht uit het toenmalige communistische Polen. Ook hij benadrukt dat het leven toen heel anders was dan nu.

‘Net voor de val van de Berlijnse Muur emigreerden veel mensen. Mijn moeder ging haar zus opzoeken, die ergens in West-Europa academisch werk verrichtte. Ze is toen niet meer teruggekeerd. Mijn vader is via de uitgestrekte bossen ontsnapt. Het leven in communistisch Polen had veel weg van de situatie die zo goed beschreven is in het boek Nineteen Eighty-Four van George Orwell. Iedereen werd in de gaten gehouden, mensen vertrouwden elkaar niet en om de haverklap belandden mensen in de gevangenis.’

Toch zijn er ook Polen die met enige nostalgie terugdenken aan de tijd van het communisme. Fotograaf Damian (33), afkomstig komt uit het plaatsje Korsze, voelt enige weemoed. Hij laat het dorpje verderop zien, waar zijn ouders en grootouders zijn opgegroeid. ‘Hier werkte mijn grootvader’, zegt hij als we bij een grote, oude verlaten boerderij zijn aangekomen. ‘Ze hielden hier koeien en paarden, het was een soort van leerschool voor beginnende boeren. Het was een gemeenschappelijke boerderij, iedereen deelde kennis met elkaar.’

Nu is het gebouw helemaal verlaten. Nadat het communisme failliet was, verlieten veel mensen het dorp. Iedereen kocht de goedkope zuivelproducten uit de supermarkt, legt Damian uit. ‘Het gemeenschapsgevoel dat we toen hadden is verdwenen.’ Of in deze gepolariseerde tijden een nieuwe gemeenschapsgevoel in Polen kan ontstaan, dat is nog maar zeer de vraag.

Boerkadraagster schoffeert westerse waarden

13

Om maar meteen met de politiek-incorrecte deur in huis te vallen: ik ben het zelden met Wilders eens, maar ik ben voor een boerkaverbod. En ik vind dat dit dan ook gewoon gehandhaafd moet worden. Voelen boerkadragers zich daardoor straks ongemakkelijk? Nu, dat is ook precies de bedoeling – zoals elke wetsovertreder zich tijdens overtreding van de wet ongemakkelijk dient te voelen.

De op 1 augustus ingevoerde wet is uitdrukkelijk beperkt tot een verbod op boerka en niqaab, als gezichtsbedekkende kleding. Over hoofddoekjes gaat het dus niet – ofschoon de door draagsters aangevoerde religieuze argumentatie mij niet kan overtuigen, staat dat iedereen vrij. Alleen voor gezagsdragers als politieagenten en rechters, die neutraliteit moeten uitstralen, maak ik een uitzondering. Niet toevallig dragen die een uniform, en rechters in Engeland zelfs een pruik. Kunnen hoofddoekdraagsters zo geen agent worden? Dat is dan jammer, ook nonnen moeten kiezen.

Over de boerkini zult u – omdat hij het gezicht vrijlaat – mij evenmin horen. De jacht die daarop in sommige Franse badplaatsen is losgebarsten, vind ik idioot. Mij lijkt het persoonlijk een uiterst ongemakkelijk soort badpak, dat herinneringen aan het meest afgrijselijke onderdeel van mijn zwemdiploma-A (verder ben ik nooit gekomen) oproept: gekleed zwemmen. Maar wie daaraan lol beleeft, die moet het zelf weten. Hooguit kan ik mij voorstellen dat zwembaden er om hygiënische redenen paal en perk aan stellen. Voor het strand geldt dat niet.

Wie uitgaat van de gelijkheid van mensen, kan niet uitgaan van de gelijkheid van alle culturen

Hoe dan ook: voor de boerka en niqaab ligt dat wezenlijk anders. Het dragen daarvan is namelijk de facto(of het nu zo bedoeld is of niet) een grote opgestoken middelvinger naar één van de meest basale westerse waarden: dat in een vrije samenleving vrije burgers elkaar in de openbare ruimte – wat je in je slaapkamer doet is jouw zaak – met open vizier tegemoet treden en dus hun gezicht laten zien.

Dat uitgangspunt hangt samen met het feit dat wij mensen als individuen beschouwen. En individuen onderscheiden wij aan de hand van hun gezicht. Niet toevallig moeten ook, als onderscheidend kenmerk, in een paspoort duidelijk beide oren en ogen afgebeeld staan, en niet pakweg beide billen, ofschoon een anatomisch geschoolde douanier daaraan na enige oefening ook vast heel wat superpersoonlijke kenmerken zou kunnen ontdekken.

Eén van de niqaabdraagsters, die recent in de krant aan het woord kwam over de dreigende vervolging, stelde dat zij zelf wilde uitmaken aan wie zij haar gezicht wil tonen. Maar dat kan dus niet. Mocht zo’n dame mij ooit op straat aanspreken, dan zal ik haar om die reden straal negeren: ik wens te zien met wie ik te maken heb. Het gezicht maakt de mens en wie daaraan geen boodschap heeft, heeft – en ik zeg dat echt niet snel – in een westers land niets te zoeken. Wie zijn gezicht niet toont zegt eigenlijk dat hij niet bestaat – die moet dus ook niet jammeren als hij dienovereenkomstig behandeld wordt.

Is dat een beperking van de vrijheid van religie? Vast – maar de vrijheid van religie is, net als alle andere vrijheden, niet onbeperkt. Veelwijverij is ook bij de wet verboden, ook al zijn er een aantal islamitische landen waar dit wel gangbaar is. Er bestaan trouwens ook enkele christelijke sektes waarvan tenminste de leiders dat recht voor zichzelf claimen. Daarvoor wordt evenmin een uitzondering gemaakt – zoals eveneens, ongeacht de religieuze argumentatie, vrouwenbesnijdenis strafbaar is. De wet geldt voor iedereen. Iets mag, of iets mag niet (en wat mij betreft mag er veel), maar het is niet zo dat de één meer mag dan de ander omdat zijn God zou voorschrijven dat hij dat moet mogen.

Geeft zo’n boerkaverbod blijk van islamofobie? De overgrote meerderheid van moslims moet gelukkig evenmin iets van boerka’s of niqaabs hebben. Er zijn maar een paar landen waar ze op grote schaal voorkomen. Alleen een absurde variant van de islam schrijft zo’n dracht aan vrouwen voor – ik zou ook geen enkele variant van een andere godsdienst weten die soortgelijke individu-vijandige opvattingen huldigt – en ja: tegen die absurde variant keert zo’n verbod zich en enige fobie jegens die variant lijkt mij moreel volkomen legitiem.

Mag de overheid grenzen aan kleding stellen? Ze doet het nu al – zo bestaat er buiten bepaalde stranden het algemene verbod om in de openbare ruimte piemelnaakt rond te rennen. Daar treedt de politie ook tegen op en met religieuze pleidooien – in de zestiende eeuw had je radicale wederdopers die het adamskostuum als goddelijk voorschrift zagen – maak je bij de rechter weinig kans. Ook wie in SS-uniform op de Dam gaat staan, staat daar vast niet lang.

In een poging het recht om een niqaab te dragen te verdedigen zijn de afgelopen weken soms zeer rare argumenten de revue gepasseerd, door mensen die het (gelukkig) niet in hun hoofd zouden halen om zichzelf in zo’n aardappelzak te hullen. Daar horen ook zelfverklaarde feministen bij, die het baas-over-eigen-lichaam-beginsel nu tot in het absurde oprekken. Zo plaatste de door mij meestal als dwarse geest gewaardeerde NRC-columniste Clarice Gargard het boerkaverbod in de categorie van westers cultuurimperialisme. Als Den Haag dit Riyad zou voorschrijven, kan ik mij daarbij nog iets voorstellen.

Maar het lijkt mij dat het Westen in eigen huis toch wel zelf de regels mag stellen, de eigen waarden als de betere mag beschouwen en dat westers cultuurimperialisme in een westers land dus geoorloofd is. Sterker: wie uitgaat van de gelijkheid van mensen, kan niet uitgaan van de gelijkheid van alle culturen, omdat sommige culturen aan die gelijkheid geen boodschap hebben – bijvoorbeeld aan die tussen man en vrouw. Dat het Westen zich zelf vaak evenmin aan zijn eigen waarden houdt is op zich een juiste constatering die ook ik op deze plek herhaaldelijk heb gemaakt, maar doet daaraan niets af.

Moslimorganisatie haalt 125 duizend dollar op voor migranten in detentiecentra VS

0

De islamitische organisatie Celebrate Mercy heeft een campagne gelanceerd om migranten te helpen die in detentiecentra in de Verenigde Staten zitten. Doel is om ze vrij te krijgen door borgstelling.

Het aanvankelijke plan was om 10.000 dollar op te halen, maar omdat de campagne Muslims for Migrants enorm aanslaat staat de teller inmiddels op 125 duizend dollar. Dat de campagne zo’n succes heeft komt omdat prominente Amerikaanse imams de actie steunen.

Tarek el Messidi, directeur van Celebrate Mercy, zegt dat zijn organisatie wil ‘reageren op ontberingen met hoop, zoals ons islamitisch geloof ons leert, en een boodschap sturen van mededogen door actie’. Hoewel het een door moslims geleide campagne is, ‘worden vrienden van alle religies aangemoedigd om bij te dragen’.

Meer dan vijftigduizend mensen worden momenteel vastgehouden in immigratie- en douanehandhavingsfaciliteiten, aldus rapporten, terwijl twintigduizend mensen in douane- en grensbeschermingscentra gevangen zitten.

Marokkaans-Nederlandse Ihattaren in Jong Oranje, Marokkaans medium woedend

0

De regeringsgezinde Marokkaanse nieuwssite Hespress is boos op de KNVB. De reden: de 17-jarige Marokkaans-Nederlandse voetballer Mohammed Ihattaren is in de voorselectie van Jong Oranje opgenomen voor het EK-kwalificatieduel met Cyprus.

‘Nederlandse voetbalbond is van plan het uitkomen van Ihattaren voor Marokko te bederven’, kopt de website woedend. Volgens Hespress proberen de Nederlanders de verwoede pogingen van de Marokkaanse voetbalbond om Ihattaren voor het Marokkaanse jeugdelftal te strikken te saboteren.

Mohammed Ihattaren is geboren in Utrecht, zijn voorouders komen uit het Marrokaanse Rifgebied. Eerder dit jaar liet hij een waterput aanleggen in de Riffijnse stad Al-Hoceima.

Ihattaren wordt sinds zijn invalbeurten van vorig jaar gezien als een groot talent voor de toekomst, maar lijkt dit seizoen al door te breken bij zijn club PSV. Vorig weekend stond hij in de basis tegen Heracles, waartegen hij de 2-0 scoorde. En gisteren scoorde hij weer, tijdens de met 3-0 gewonnen wedstrijd tegen de Cyprioten van Apollo Limassol in de voorronde van de Europa League.

Ihattaren maakte afgelopen weekend duidelijk dat hij voorlopig nog geen keuze wil maken voor welke land hij als voetballer uiteindelijk gaat uitkomen.

De voetbalbonden van Nederland en Marokko strijden al langer om Marokkaans-Nederlandse voetbaltalenten, waarbij Marokko sinds een aantal jaren steevast als winnaar uit de bus komt. Zo kozen PSV-oudgediende Ibrahim Afellay en oud-Feyenoorder Khalid Boularouz in het vorige decennium nog voor Oranje, maar komen de hedendaagse Ajax-sterren Hakim Ziyech en Noussair Mazraoui uit voor Marokko.

Dawkins en Cliteur: nieuwe definitie islamofobie bedreigt vrijheid van meningsuiting

0

Een groep prominente atheïsten en vrijdenkers, waaronder de Nederlandse rechtsfilosoof en senator Paul Cliteur en de Britse evolutiebioloog en atheïstische publicist Richard Dawkins, zijn bang dat een nieuwe definitie van het begrip ‘islamofobie’ de vrijheid van meningsuiting bedreigt.

Paul Cliteur, Richard Dawkins hebben meegewerkt aan de nieuwe essaybundel Islamophobia. An anthology of concerns van de rechtse Britse denktank Civitas. Deze publicatie is een reactie op het in november 2018 verschenen rapport Islamophobia defined van de All-Party Parliamentary Group (APPG) on British Muslims, een collectief van islamitische parlementsleden uit het Verenigd Koninkrijk.

Daarin biedt APPG on British Muslims een definitie van islamofobie die nu gebruikt wordt door verschillende Britse lokale besturen en ook door politieke partijen. Deze definitie luidt: ‘Islamofobie is geworteld in racisme en is een soort racisme dat zich richt op islamitische en vermeend islamitische uitingen.’

Dawkins verzet zich hiertegen. ‘Islamofobie’ is volgens hem een onzinnig woord, dat geen definitie verdient. Haat tegen moslims vindt Dawkins verwerpelijk, maar haat tegen de islam, de religie, acht hij gerechtvaardigd. Dawkins: ‘Moslims zelf zijn de belangrijkste slachtoffers van de islam.’

Paul Cliteur, hoogleraar Encyclopedie van de Rechtswetenschap aan de Universiteit Leiden en voorzitter van de Eerste Kamerfractie van het Forum voor Democratie, is het met Dawkins eens. Hij vindt islamofobie een onmogelijk concept en is van mening dat we mensen die dit begrip gebruiken moeten wantrouwen.

‘Waarom noemen we iemand geen ‘sociofoob’ als hij kritiek heeft op het socialisme?’, vraagt Cliteur zich retorisch af. We moeten volgens Cliteur niet in de ‘val van het fobie-discours’ vallen en vrij zijn om andere religies en ideologieën te bekritiseren.

Op eieren lopen in Turkije, waar elk gesprek voelt als een test

2

Sinds 8 augustus verblijf ik in Armenië, als participant van een door de Armeens-Nederlandse onderneemster Anush Avetisyan opgezette handelsmissie. Een week daarvoor was ik in Turkije, het land waar mijn ouders zijn geboren en waar ik sinds de zomer van 2016 niet meer ben geweest. Eerlijk is eerlijk, ik vond het spannend.

Elke stap die ik zet, elk gesprek dat ik heb, het voelt als een test. Wat kan ik wel bespreken, wat niet? En dat verschilt per persoon. Geboren in een Turks-soennitische familie, zijn de interacties die ik heb met ‘de anderen’ (Armeniërs, Koerden, alevieten) uitzonderingen op de regel. En diegenen die ik dan spreek, zijn meestal mensen die al openstaan voor dialoog. De bruggenbouwers. Toch spreek ik via-via mensen die in hun leven nooit naar een dialoogbijeenkomst zouden komen.

Zo ontmoet ik in Istanbul een hardwerkende ondernemer. Hij heeft jarenlang in een hostel gewerkt en runt nu een goedlopend café in hartje Beyoglu, in het centrum van de stad. We ontbijten samen. Ik vraag hem, op de klassiek Turkse wijze (‘Memleket nere?’), waar zijn rootsliggen. Wanneer hij het oostelijk gelegen ‘Nusaybin’ noemt, kijk ik hem ernstig aan.

Ik denk aan de beelden van de oorlog tussen Koerdische strijders en het Turkse leger die in 2016 daar heeft gewoed. En ik hoef alleen maar te vragen of er iets met zijn familie is gebeurd en hij steekt direct een vlammend betoog af tegen de huidige regering. Met grote ogen vertelt hij over het verbranden van mensen in kelders. Ik probeer nog het wankele vredesproces in te brengen, als iets dat moet terugkeren. Maar dat wordt gelijk afgewimpeld als kiezersbedrog door de regering.

Bij zulke emotionele uitlatingen is mijn rol vooral die van een luisterend oor. Het overgrote deel van mijn Turkse familie in Ankara heeft zulke onderdrukking nooit ervaren. Integendeel, zij staan aan de geprivilegieerde kant van het Koerdische conflict met de Turkse staat.

Pas in het vliegtuig naar Armenië was mijn angst voor alles wat met Turkije te maken had enigszins voorbij

Uiteraard ontmoet ik ook mijn familie in Turkije. Mijn tantes en ooms hebben een boerenachtergrond. Ze zijn allemaal in een dorp geboren en trokken naar de stad of, in het geval van mijn ouders, nog verder naar Europa voor werk. Sommigen volgen mijn activiteiten via sociale media, en bijna elk gesprek volgt een vast patroon. Nadat we elkaar hebben omhelsd en gekust, en wanneer standaard is gevraagd wanneer ik ga trouwen, begint het kruisverhoor:

’Nou Tayfun, vertel eens, wat voor werk doe je?’
Ontwijkend: ‘Ik houd me bezig met dialoog.’
‘Wat voor dialoog?’
‘Met mensen.’
‘Wie zijn deze mensen?’
‘Mensen met wie wij weinig contact hebben in het dagelijks leven: Koerden, Armeniërs en alevieten.’

Na het noemen van deze groepen kan het snel gaan. ‘Wat, Armeniërs!? Wat heb je met hen te doen?’ Of: ‘Met Koerden en alevieten hebben we geen problemen. Wel met terroristen. En met hen voer je geen dialoog, die bestrijd je.’ Dit jaar gebruikte ik het nieuws – gebracht door president Recep Tayyip Erdogan – dat er een Syrisch-christelijke kerk in Istanbul wordt gebouwd als argument.

‘Kijk, onze president laat een christelijke kerk bouwen, wat vinden jullie daarvan dan? Als hij het doet, geen probleem, maar het is wel een probleem als ik met deze mensen praat. Maar dat werd door mijn gesprekspartner toch als wat anders geïnterpreteerd. En toen waren we al gearriveerd bij de hamamin Haymana.

In Ankara verbleef ik niet lang. En iedereen vroeg aan mij: ‘Waar ga je heen?’ Ik durfde niet te vertellen dat mijn bestemming Armenië was. ‘Naar het oosten, hier en daar, misschien Trabzon’, was mijn technisch niet onjuiste antwoord. Het voelde niet fijn om steeds zo geniepig te doen. Toch wilde ik liever het zekere voor het onzekere nemen.

Pas in het vliegtuig naar Armenië was mijn angst voor alles wat met Turkije te maken had enigszins voorbij. Die opluchting was echter van korte duur. Nu begon de angst voor het Turk-zijn in Hayastan (Armenië). Daarover gaat mijn volgende column…

 

Turkije: voor honderdduizenden Syrische migranten dreigt deportatie uit Istanbul

0

Uiterlijk dinsdag moeten honderdduizenden Syrische migranten Istanbul hebben verlaten. Anders zullen zij worden verdreven, meldt de Britse zender BBC.

De Turkse overheid heeft eind juli een bevel uitgevaardigd aan niet-geregistreerde Syriërs om terug te keren naar de provincie waar ze wel zijn geregistreerd. Dit zou nodig zijn om de druk op de grootste stad van Turkije te kunnen verlichten.

Er zijn ruim een half miljoen geregistreerde Syrische migranten woonachtig in Istanbul. Samen met de niet-geregistreerde migranten die vanuit andere provincies ook naar Istanbul zijn getrokken, woont daar in werkelijkheid het dubbele aantal.

Aan de BBC laten Syriërs weten dat er sprake is van gedwongen verhuizingen richting het thuisland. Velen van hen worden gedeporteerd naar Idlib, een stad in Syrië waar een explosieve situatie is ontstaan door escalerende gevechten. Ze zouden tevens worden gedwongen om terugkeerdocumenten, die ze niet kunnen lezen of begrijpen, te ondertekenen.

Volgens het internationaal recht is het verboden om vluchtelingen te deporteren naar een oorlogsgebied. Maar de Turkse regering claimt dat Syriërs zelf vrijwillig terugkeren naar deze gebieden, en dat deze tevens door het Turkse leger worden beveiligd.

Turkije is trots op haar reputatie als grootste vluchtelingenopvang, hoewel haar geduld met Syriërs begint te slijten. Inmiddels heeft Turkije 3,6 miljoen vluchtelingen binnengelaten sinds het begin van de oorlog in 2011.

Zuid-Afrikaanse vlag uit apartheidstijdperk voortaan verboden

0

De rechtbank van Johannesburg heeft geoordeeld dat de voormalige nationale vlag van Zuid-Afrika een symbool is van het apartheidstijdperk – en daarom verboden.

De oude vlag bestaat uit drie strepen, oranje, wit en blauw, met daarin de emblemen van het Verenigd Koninkrijk, De Zuid-Afrikaanse Republiek en De Oranje Vrijstaat – een apart land dat in de 19e eeuw werd geregeerd door de Nederlandstalige Boeren. De vlag werd in 1928 aangenomen, twintig jaar voor de formele invoering van de apartheidswetten in 1948, en werd weer van de hand gedaan nadat de apartheid werd afgeschaft.

Volgens de rechter staat de vlag daarom voor intimidatie en hate speech. Ook noemt de rechter de vlag racistisch en discriminerend en zegt hij dat de vlag aanzet tot haat tegen zwarte mensen. Daarom is de vlag vanaf nu verboden, met uitzonderingen voor academische, artistieke en journalistieke doeleinden. Wie de vlag buiten deze uitzonderingen toch toont, riskeert een boete of taakstraf.

In 1994 werd de apartheid afgeschaft en een grondwet geïmplementeerd die discriminatie en racisme voorkwam. Ook werd de apartheidsvlag toen vervangen door een regenboogvlag die de eenheid en multiracialiteit van het land verbeeldt. De rechter stelt in het vonnis dat wie er bewust voor kiest de oude vlag te tonen, er ook voor kiest om de nieuwe vlag niet te tonen, waarmee zij onderdrukking verkiezen boven bevrijding.

De Nelson Mandela-stichting diende in 2017 een verzoek in bij de rechtbank nadat de apartheidsvlag werd getoond tijdens een protest van blanke Zuid-Afrikanen tegen het doden van boeren.  Na de uitspraak sprak Sello Hatan, de CEO van de stichting, buiten de rechtbank dankbaar haar wens uit om als natie diversiteit te vieren, in plaats van te vechten om verschillen. Ook de regerende partij ANC reageerde opgetogen: ze noemt het vonnis een ‘nationale overwinning’.

Hoewel velen het vonnis dus toejuichen, is niet iedereen blij met de rechterlijke uitspraak. Tegenstanders, die opkomen voor de blanke minderheid in Zuid-Afrika, menen dat het verbod haaks staat op de vrijheid van meningsuiting.

Trump wil bemiddelen rond Kashmir: ‘Moslims en hindoes gaan er niet goed samen’

0

De Amerikaanse president Donald Trump heeft aangeboden te bemiddelen rond de gespannen situatie in Kashmir.

‘Kashmir is een erg ingewikkeld gebied. Je hebt er hindoes en moslims, en ik zou niet zeggen dat ze erg goed met elkaar kunnen opschieten’, zo concludeert Trump. Hij is van plan dit weekend op de G7-top in Frankrijk hierover te praten met de Indiase premier Nerenda Modi.

Trump heeft telefonisch contact gehad met zowel Modi als Imran Khan, de premier van Pakistan. De Amerikaanse president zegt zich door de wereldwijde bezorgdheid voor toenemend geweld geroepen te voelen om te bemiddelen tussen de twee nucleair bewapende buren.

Sinds India de autonome status en iedere vorm van contact en bewegingsvrijheid binnen Kashmir begin deze maand introk, zijn er ernstig toegenomen spanningen in het gebied. Inmiddels zijn al minstens 4.000 mensen gearresteerd door de Indiase overheid.

Modi noemt het afschaffen van de autonomie van Kashmir nodig na tientallen jaren bloedvergiet in deze regio. Hij verklaarde tijdens het telefoongesprek met Trump dat de felle retoriek van Pakistaanse kant aanzet tot anti-Indiaas geweld in Kashmir en daarmee de vrede niet ten goede komt.

Hierop adviseerde Trump Pakistan om zijn retoriek tegenover India te matigen. Hij krijgt hierin bijval van de Britse premier Boris Johnson. Die vindt dat de vete tussen India en Pakistan zonder tussenkomst van anderen en via een dialoog moet worden opgelost.

Pakistan is het daar vooralsnog niet mee eens. Het land probeerde vorige week de kwestie te internationaliseren door de acties van India aan te vechten bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Maar de meeste deelnemende landen vinden de zaak een aangelegenheid tussen India en Pakistan, niet iets dat internationaal moet worden opgelost.

Geef mij het Nederland terug waar mijn vader het over had

7

Op 1 augustus, de dag dat het boerkaverbod werd ingevoerd, werd ik door een islamitische jongerenorganisatie gebeld. De voorzitter klonk wanhopig en wilde graag mijn advies. Hij vertelde dat ze als jongeren in actie wilden komen, om voor hun niqaab-zusters de barricaden op te gaan. Hij zei: ‘Imam, ik heb het gevoel dat ik iets moet doen, maar ik weet niet wat.’

Op dat ogenblik probeerde ik oprecht naar hem te luisteren en hem van een advies te voorzien, maar feitelijk wist ik het zelf op dat moment ook even niet. Met de mogelijkheden die we toen tot onze beschikking hadden konden we niet daadwerkelijk iets veranderen.

Daarom heb ik er ook bewust voor gekozen om op dat moment toch maar niks te doen. Iedereen was emotioneel en wilde ‘iets’ doen, om maar wat te doen. Je uit je ongenoegen, je spreekt je uit, je demonstreert… and that’s it. Verandert er hierdoor iets? Nee. Ik vond het geen goed idee mee te doen aan een goedbedoelde, maar emotionele actie. Emoties zijn een reactie op iets en meestal zijn deze emoties maar tijdelijk.

Inmiddels zijn we weer een paar weken verder en de gemoederen lijken weer tot bedaren te zijn gebracht. Gewenning treedt op en daarna hoor je niemand er meer over. Pas als je emoties tot rust zijn gekomen kom je bij je gevoel. Gevoelens zijn wat anders dan emoties. Een gevoel is duurzaam, echt en vaak ook effectief.

Over de gevolgen van het op 1 augustus ingevoerde boerka- en niqaabverbod maak ik mij grote zorgen. Het aantal meldingen van moslima’s die op straat lastig worden gevallen neemt drastisch toe, de polarisatie in de samenleving neemt ook toe en het vertrouwen in de overheid komt bovendien in het geding. Dit zijn hele gevaarlijke ontwikkelingen. Ik vraag mij af of dit het allemaal waard is. Mijns inziens hadden wij het, als burgers van deze samenleving, nooit zover moeten laten komen.

En waarvoor doen we het in Godsnaam? Eigenlijk gaat dit verbod helemaal nergens over. Het is symboolwetgeving. Als er echt een gevaar was, dan zou ik het boerka- en niqaabverbod ook steunen. Maar in werkelijkheid loopt niemand in Nederland gevaar als gevolg van het feit dat zo’n tweehonderd moslimvrouwen in ons land een niqaab dragen.

Wat als gevolg van het boerka- en niqaabverbod wél in gevaar is, is de Nederlandse tolerantie. Want waar is ons oude Nederland gebleven? Een Nederland waar mijn vader vol lof over sprak, als hij op vakantie in Marokko was. Ik leefde daar toen nog, met mijn moeder en met mijn oma. Mijn vader vertelde ons hoe goed Nederlanders waren, hoe simpel ze leefden en hoe tolerant ze waren naar andersdenkenden. Zijn baas gaf hem altijd een koffer vol kleren mee, die hij mocht meenemen voor zijn familie in Marokko. Eind jaren negentig ben ik samen met mijn ouders naar Nederland geëmigreerd. Het was niet helemaal het Nederland waarover mijn vader zo mooi vertelde, maar het was er toen toch nog een stuk fijner, toleranter, dan nu.

Ik wil geen land waar discriminatie, haat, islamofobie en racisme de toon zetten

Gelukkig heb ik ontzettend veel vrienden, van verschillende etnische en religieuze achtergronden, die elke dag de woorden van mijn vader bevestigen. Maar hun houding is niet meer de norm in Nederland. Ik wil dat tolerantie weer de norm wordt, ik wil een Nederland waar een moskee en een kerk gebroederlijk naast elkaar kunnen staan, een Nederland waar de mensen gelijk worden behandeld, ongeacht hun geloof, geaardheid of kledingkeuze. Ik wil een Nederland waar minderheden niet voor eigen politiek gewin worden gediscrimineerd en onderdrukt. Ik wil geen land waar discriminatie, haat, islamofobie en racisme de toon zetten.

Vrijheid is namelijk geen vrijbrief voor vrijblijvendheid, maar is een verantwoordelijkheid. Godsdienstvrijheid is een onvervreemdbaar grondrecht. Ik wil daarom een Nederland waar je ook anoniem door het leven mag gaan, mits je je aan de wetten van het land houdt. Je moet vrij zijn in je kledingkeuze. Dat mag de staat niet voor je beslissen, want wat vandaag normaal is kan morgen misschien strafbaar zijn.

Laten wij, als Nederlandse burgers, vooral niet naïef zijn en denken dat de democratie hier vanzelfsprekend is. We moeten voor onze democratische samenleving strijden, ook opkomen voor de grondrechten van mensen waarmee je het inhoudelijk misschien helemaal niet eens bent. Ik vind niet dat vrouwen een boerka of een niqaab zouden moeten dragen, maar daar gaat het in deze discussie ten principale ook niet om. Het punt is hier dat vrouwen die zich wensen te kleden zoals zij dat willen in hun grondrechten geschonden worden.

Laat die vrouwen gewoon met rust. Zij willen met hun kleding uiting geven aan hun identiteit en daar hebben ze recht op. Ze verdienen minimaal het voordeel van de twijfel. Voor deze vrouwen is de niqaab meer dan alleen een religieuze plicht. Het is een onderdeel van hun islamitische identiteit. Een moslima kiest er bewust voor om als moslima door het leven te gaan en laat dit ook zien in haar kledingkeuze.

De ene vrouw doet dit door middel van een hoofddoek, de ander door een boerka of een niqaab te dragen. De hoofddoek, de boerka en de niqaab zijn dan ook geen symbolen van vrouwenonderdrukking. Stel, een vrouw wordt gedwongen door haar man om een niqaab te dragen, dan is dat een slechte zaak. Maar Godzijdank hebben we in Nederland een heleboel instanties die dwang en huishoudelijk geweld aanpakken. We hoeven hiervoor geen boerka- en niqaabverbod in te voeren, want daarmee pak je de vrouwen die er bewust voor kiezen om zich zo te kleden.

Nederland, het Nederland waar mijn vader het in zijn verhalen over had, was een prachtig land. Geef mij toch dit Nederland terug.