20.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 812

Turkse influencer Pucca krijgt zes jaar cel voor ‘promoten van drugs’

0
Het Turkse social media-icoon Pınar Karagöz is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. De aanklacht: het ‘promoten van drugs’. Ze prees echter alleen maar de Netflix-serie Narcos aan op Twitter, zo zegt ze zelf.

De influencer, bekend onder de naam Pucca, werd in oktober vastgehouden door de politie. ‘Honderden arme mensen namen brood mee naar huis, met dank aan verdovende middelen, luidt één van Pucca’s tweets, waarmee ze naar eigen zeggen doelt op wat zich in de serie Narcos afspeelt.

De Narcos-serie is gebaseerd op het leven van de Colombiaanse drugsbaron Pablo Escobar, die er onder meer om bekend stond ruimhartig te zijn voor de armen in zijn thuisbasis Medellín. Volgens haar advocaat Ali Furkan Tatlı was Pucca, die bijna 2 miljoen volgers op Twitter heeft, nooit van plan drugsgebruik te promoten.

Als reactie op haar veroordeling plaatste Pucca een emotioneel Instagramfilmpje, waarin ze huilend stelt dat zelfs Escobar niet tot zo’n lange celstraf was veroordeeld. Haar advocaat zal in beroep gaan tegen de celstraf en de financiële boete van 11.500 euro.

Hassan Outaklla benoemd tot adviseur van de koning

0
De Marokkaans-Nederlandse Hassan Outaklla is benoemd tot algemeen secretaris van koning Willem-Alexander en koningin Máxima.

Over een maand wordt Outaklla persoonlijk adviseur aan het hof, zo heeft de Rijksvoorlichtingsdienst bekend gemaakt. Hij studeerde Politicologie en werkte daarna een aantal jaar bij KPMG als managementconsultant en was hij senior beleidsadviseur bij de Autoriteit Financiële Markten. Naast het Nederlands beheerst hij onder meer de Franse, Duitse en Arabische taal.

Outaklla’s takenpakket bestaat uit het op de hoogte houden van het koningspaar van wat er leeft in de maatschappij, door hen bij te praten of hier de juiste mensen voor uit te nodigen.

Primeur: politiechef met een migratieachtergrond

0

De in Suriname geboren Martin Sitalsing (57) is benoemd tot chef van de politie in Midden-Nederland. Hij is de eerste eenheidschef met migratieachtergrond. ‘Ja, maar jij hebt je kleurtje mee’, kreeg hij te horen toen hij zich omhoog werkte binnen de organisatie.

Sitalsing liet zich de afgelopen jaren kritisch uit over de Nationale Politie: hoog ziekteverzuim, ondermaatse opsporing en affaires die de organisatie teisterde. Bovendien zou het diversiteitsbeleid zijn gesneuveld door de komst van de Nationale Politie.

Ook hekelde hij de grappig bedoelde maar ‘storende opmerkingen’ van agenten (‘Kom, we gaan effe negers vangen op de Zeedijk’) over verschillende bevolkingsgroepen. Zo worden moslims vaak aangeduid als ‘jurken’ en zijn Surinaamse Nederlanders zogenaamd allemaal bolletjesslikkende drugsgebruikers met gouden tanden. Dergelijke opmerkingen dragen bij aan negatieve stereotypen, zegt Sitalsing.

Sitalsing is van hindoestaanse komaf en geboren in Paramaribo. Hij emigreerde in 1970 naar Zaandam en maakte tussen 1984 en 2012 carrière bij de politie. Sitalising werd inspecteur en teamchef in Amsterdam en kreeg daarna de functie districtschef in Groningen.

Naar eigen zeggen kreeg hij toen al te maken met scheve ogen. Toen hij zichzelf omhoog werkte binnen de organisatie kreeg hij te horen dat dit aan zijn afkomst te danken had: ‘Ja, maar jij hebt je kleurtje mee.’

Nu hij bij de Nationale Politie benoemd is tot eenheidschef, laat Sitalsing weten dat zijn visie gericht is op preventie van criminaliteit. In de 25 jaar dat hij dienstdeed zag hij hoe de politie gericht zou zijn op repressie: genezen in plaats van voorkomen. ‘Je moet het dak repareren als het droog is’, aldus Sitalsing.

Vloeken in de antiracistische kerk

0

In een sterk gepolariseerd en gesegregeerd landschap wordt het gesprek over racisme in Nederland moeilijk én gemakzuchtig gevoerd. Gelijkgestemden trekken met elkaar op en mijden de dialoog met andersdenkenden. Het is tijd om het gesprek open te breken en elkaar aan te spreken op punten waar het pijn doet.

‘Het enige wat ik weet, is dat ik niks weet’. Een pakkende uitspraak die wordt toegeschreven aan de Griekse filosoof Socrates. Maar wat kan je hiermee in antiracistische tijden? ‘Educate yourself’, wordt ‘witte mannen’ vaak toegebeten. En inderdaad, sommige provocateurs onder autochtone lieden (Edwin Wagensveld, Wierd Duk, Martin Sommer) vragen erom. Maar is de attitude van ‘educate yourself’ ook niet een teken van arrogantie en betweterij? Waarom zou je niet – via een gesprek met elkaar – kunnen investeren en jezelf dienstbaar opstellen voor een beter Nederland?

Het is vloeken in de antiracistische kerk. Immers, met ‘fascisten’ voer je geen gesprek, fascisme bestrijd je! Dat is een open deur. Maar cruciaal is de vraag wat je eigenlijk precies onder ‘fascisme’ verstaat en hoe je de ‘strijd’ daartegen zou moeten voeren. We hebben natuurlijk de welbekende voorbeelden uit de geschiedenis: nazi-Duitsland en Italië onder Benito Mussolini. Het is evident dat die situatie – met intimiderende knokploegen op straat die verbonden zijn aan partijen in het parlement – in het huidige Nederland niet aan de orde is. Mensen zijn relatief vrij om te doen en zeggen wat ze willen. Maar wat niet is, kan nog komen.

Kijk naar de opkomst van bewegingen als Pegida en Forum voor Democratie. De eerste is ronduit islamofoob en de tweede sterk nationalistisch georiënteerd, met anti-parlementaire neigingen. Dit is zorgelijk. De verontwaardiging over deze bewegingen, maar ook het feit dat middenpartijen zoals de VVD en het CDA die kant op trekken, is volkomen legitiem.

Zwijgen over daderschap van minderheden, tegen elkaar of tegen witte mensen, is hypocriet

We moeten achter de activisten staan die hun democratische recht gebruiken om wit nationalisme aan de kaak stellen, het nationalisme dat gericht is tegen minderheden, de multiculturele samenleving en immigratie. Niemand gaat ‘die allochtonen’ zomaar hun rechten geven. Alleen principiële standvastigheid en volhardende actie schudt mensen in posities van macht wakker. Kick Out Zwarte Pieten de beweging Denk zijn belangrijke voorbeelden.

Pas toen Jerry Afriyie en Quinsy Gario op straat werden opgepakt en mishandeld in 2011, alleen maar omdat ze een t-shirt droegen, begon het proces van bewustwording over de kwetsende effecten van Zwarte Piet bij witte mensen. Ook de manier waarop Tuhanan Kuzu en Selcuk Öztürk uit de PvdA werden gezet en sindsdien worden gedemoniseerd in de mainstream media spreekt boekdelen. Minderheden organiseren zich en beginnen ongehoorzaam hun eigen partij. ‘Wat krijgen we nou?’, dachten velen.

Maar het is onmiskenbaar dat al deze ontwikkelingen ook tot een witte backlash hebben geleid. De verkiezingswinst van Forum voor Democratie tijdens de Provinciale Statenverkiezingen van 20 maart is daarvoor het jongste bewijs. Is met deze wetenschap activisme alleen wel genoeg om het groter wordende probleem van wit nationalisme aan te pakken? Ik neig naar een negatief antwoord.

Alleen maar activistische strijd werkt voor gefrustreerde jonge witte mannen als een rode lap op een stier, zeker als activisme selectief wordt toegepast. Mensen zijn niet blind: als minderheden trots mogen zijn op hun ‘eigen’ cultuur en identiteit en de witte cultuur constant wordt bevraagd, dan zal dat op een gegeven moment tot een reactie leiden. Dan krijg je All Lives Matter.

Zwijgen over daderschap van minderheden, tegen elkaar of tegen witte mensen, is hypocriet. En natuurlijk, racisme is een hiërarchisch systeem. Maar op een intermenselijk niveau doet dat er bar weinig toe. Sommige mensen worden nou eenmaal in een racistische traditie geboren, wat hun vertrekpunt bepaalt. Tegen die mensen zeggen dat ze zichzelf moeten opleiden, is een ontkenning van dat vertrekpunt, oftewel een onwil voor empathie. Dit terwijl een offline gesprek het proces van zelfonderzoek en zelf-educatie zoveel kan versnellen, voor meerdere partijen.

‘Marokkaanse koning verleent gratie aan opgesloten Rif-activisten’

0
De Marokkaanse premier Saadeddine Othmani heeft aan de Franse televisiezender France24 verteld dat koning Mohammed VI de gevangen Rif-demonstranten in de nabije toekomst gratie zal verlenen.

Volgens de premier is de gratiëring ‘een politieke beslissing, gericht op duurzame verzoening door legale middelen’.

In 2016 en 2017 vonden in de Rif, in het noorden van Marokko, grootscheepse anti-overheidsdemonstraties plaats, gericht op een verbetering van de leefomstandigheden aldaar. Uiteindelijk besloot de regering de belangrijkste activisten van de zogeheten Hirak-beweging op te pakken. De leider van deze protestbeweging in de Rif, Nasser Zefzafi, is in 2018 tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld.

De rust is in de Rif nog niet helemaal teruggekeerd. Er zijn veel politieposten in het gebied. Westerse journalisten komen het gebied niet in. Als ze dat wel proberen worden ze, zoals Elsevier-correspondent Gerbert van der Aa in februari dit jaar, zonder pardon Marokko uitgezet.

Veel Marokkaans-Nederlandse Rif-activisten, die met de zaak van Zefzafi en de zijnen sympathiseren, durven hun moederland niet meer in. Ze vrezen dat ze dan worden opgepakt. Dit blijkt uit een opiniepeiling van de website Republiek Allochtonië onder 70 Nederlandse activisten.

Turkije: celstraf voor Koerdische hoofdredacteur van verboden krant

0

Hüseyin Aykol, co-hoofdredacteur van het sinds drie jaar verboden pro-Koerdische dagblad Özgür Gündem, is in hoger beroep veroordeeld tot bijna vier jaar gevangenisstraf.

De 67-jarige Aykol stond terecht voor ‘propaganda voor een terroristische organisatie’, volgens Bianet omdat hij deelnam aan het persvrijheidscollectief Editors-in-Chief on Watch, waarin ook andere – inmiddels veroordeelde – journalisten van Özgür Gündem zaten.

Gistermiddag werd Aykol in zijn huis in Ankara gearresteerd en na de uitspraak van de rechter overgebracht naar de gevangenis.

Het is niet de eerste keer dat de journalist in de gevangenis terechtkomt. In 1980, na één van de militaire coups die Turkije heeft gekend, belandde Aykol voor tien jaar achter de tralies. Dit kwam vanwege zijn pro-Koerdische standpunten.

Meeste Duitsers zien islam als bedreiging

0
Uit onderzoek door de Bertelsmann Stichting blijkt dat meer dan de helft van de Duitsers de islam als een bedreiging beschouwt. Slechts een derde ziet de islam als een verrijking.

Acht op de tien Duitsers staat achter het principe dat minderheden beschermd moet worden en 87 procent steunt het idee van godsdienstvrijheid. Toch denkt amper de helft dat religieuze diversiteit de samenleving verrijkt. Vooral over de islam zijn Duitsers negatief.

In West-Duitsland ziet de helft van de bevolking de islam als een bedreiging. In Oost-Duitsland, waar maar weinig moslims wonen, is dit 57 procent. In de voormalige DDR zegt zelfs een derde liever geen moslims als buren te willen, iets wat voor 16 procent van de West-Duitsers geldt.

‘Kennelijk zien veel mensen de islam momenteel minder als een religie, maar vooral als een politieke ideologie’, verklaart onderzoekster Yasemin El-Menouar. Al moet er volgens haar wel onderscheid worden gemaakt tussen ‘islamscepsis’ en ‘islamvijandigheid’.

Veel Duitsers staan wantrouwend tegenover de islam, maar dit betekent niet dat ze vinden dat moslims geen gelijkwaardige burgers zijn. Er worden vaak geen politieke consequenties aan ‘islamscepsis’ verbonden. Het aandeel van de Duitsers dat ‘islamvijandig’ is daalde juist, van twintig procent in 2017 naar dertien procent in 2019.

Het gaat juist heel goed met de positie van de vrouw in de islam

1

In de Volkskrant van 5 juli deelde columniste Ibtihal Jadib haar ervaringen over een moskeebezoek. Ze was op uitnodiging van een docent levensbeschouwing naar de moskee gegaan met een klas vol 15-jarigen. ‘Die hadden al een synagoge en een christelijke kerk bezocht, nu was het de beurt aan een islamitisch gebedshuis.’ We lezen ook dat er ouders waren die zich bij voorbaat tegen het moskeebezoek hadden gekeerd en zelfs hun kinderen thuis lieten blijven – iets dat niet gebeurde bij het bezoek aan de synagoge en de kerk.

Bij aankomst in de moskee werd de klas door een enthousiast comité ontvangen, dat ‘klaarstond met zoete lekkernijen’, vertelt Jadib. Een gezellige bedoeling dus. De columniste werd echter minder vrolijk van ‘de traditionele rol die vrouwen in deze moskee leken te spelen’ én van de antwoorden van de imam, die overigens perfect Nederlands sprak en hen vriendelijk door de gebedszaal leidde. Hij verdedigde namelijk de traditionele opvattingen van de islam, waar Jadib het duidelijk niet mee eens was.

De column liet mij achter met gemengde gevoelens. Allereerst, en dat was positief, moest ik weer denken aan mijn eigen positieve ervaringen in de Essalam Moskee in Rotterdam. Toen ik daar nog actief was als imam ontvingen we wekelijks diverse (scholieren)groepen die voor een rondleiding kwamen. Deze rondleidingen stonden altijd in het teken van kennismaking, verbinding en saamhorigheid. Natuurlijk was er ook ruimte voor kritische vragen. Die kwamen er genoeg, ook over de positie van de vrouw. Juist gevoelige onderwerpen moeten worden besproken. Zoals ik altijd heb gezegd: ‘Dankzij – niet ondanks – de verschillen kunnen we bij elkaar komen en het gesprek met elkaar aangaan.’

Maar behalve deze fijne herinneringen schoten er ook een aantal andere gedachten door mijn hoofd. Met name hoe, buiten mainstream Nederland, enkele uitgesproken groepen aankijken tegen de positie van de islam in Nederland. Er zijn, zoals ook weer blijkt in Jadibs columns, mensen die helemaal niets over de islam willen horen. Sommigen gaan daarin zelfs zo ver, dat ze ook de kinderen thuishouden tijdens zulke excursies. Deze mensen zien de islam als een groot gevaar. Daarnaast zijn er belijdende moslims die hun best doen om een positief beeld neer te zetten van hun godsdienst en daarom actief de dialoog aangaan met de omgeving. Ten slotte horen we met enige regelmaat van moslims die vooral kritisch zijn. Deze groep bezigt het idee dat de islam moet liberaliseren. Opvattingen van belijdende moslims worden dan geclassificeerd als ‘conservatief’ of zelfs als ‘radicaal’.

De ingenomen posities van de genoemde groepen vormen een uitdaging als het gaat om het slaan van bruggen en het zoeken naar verbinding. Dit zien we onder meer terug bij de ongemakkelijke gevoelens van de columniste bij het hete hangijzer man-vrouwverhoudingen.

Jabid schrijft over hoe de vrouwen in de moskee werden ‘weggestopt in een achterafzaaltje linksbuiten, terwijl het mannelijke gedeelte overliep van de ene uitnodigende ruimte in de andere’. Het zou de ongelijke behandeling illustreren die in de moskee eerder regel dan uitzondering is. En de oorzaak zou liggen in de islam.

Hoewel ik beaam dat dit in sommige moskeeën inderdaad de praktijk is, vind ik Jabid hier veel te ongenuanceerd en te generaliserend over moslims en de islam. De impliciete conclusie in haar column, dat vrouwen niet gelijk behandeld worden in de islam, is namelijk niet de algemene norm.

Zoetigheden en royale couscousschotels zijn niet voldoende voor goede PR

Ongelijke behandeling komt soms voor, dat is waar. Dit hangt dan samen met een gebrek aan visie, een onjuist begrip van de islam en veelal met een onbekwaam bestuur. Er kan daarom binnen moskeeën zeker een slag gemaakt worden als het gaat om het versterken van de positie van de vrouw. Maar de stelling dat er sprake is van een inherente religieuze ongelijkheid in de islam is pertinent onjuist.

Er zijn diverse moskeeën waar vrouwen een zeer actieve rol vervullen, ook als het gaat om taken die traditioneel toegeschreven worden aan de imam. Hij is immers niet enkel een voorganger in het gebed. Een imam bemiddelt, beantwoordt vragen, biedt geestelijke ondersteuning, bezoekt zieken, verzorgt lessen en lezingen, biedt een luisterend oor en adviseert mensen. Een vrouw, en dat zien we dus ook in de praktijk, kan dat allemaal even goed. Misschien zelfs beter. Ik pleit daarom voor meer vrouwelijke invulling van deze taken.

De stelling dat de moskee ‘helemaal niet op vrouwen zit te wachten’ wordt dan ook onterecht gemaakt door iemand die maar twee keer een moskee van binnen heeft gezien. Ik zou er minder moeite mee hebben als mevrouw Jadib de conclusie had getrokken dat sommige moskeebestuurders niet op vrouwen zitten te wachten, want dat kan wel kloppen, maar ze generaliseert en doet daarmee moskeeën in Nederland tekort.

Er zijn hier ook moskeeën met vrouwelijke bestuurders, ook als voorzitter. We hebben bovendien vrouwelijke imams en geestelijke verzorgers, spreeksters en leerkrachten. En ja, die verrichten zeer goed werk. Maar deze vrouwen worden niet gezien of mensen willen deze vrouwen niet noemen.

De moslimgemeenschap moet beseffen dat zoetigheden en royale couscousschotels niet voldoende zijn voor goede PR. Moskeebesturen en imams dienen beleidsmatig de islam in Nederland te lokaliseren en te deculturaliseren. We hebben een Nederlandse islam nodig. Die hoeft niet uitgevonden te worden, want die is er al. Het enige wat we moeten doen is deze islam eens zichtbaar maken. Voor de buitenwereld, maar primair voor onszelf.

Soms is het beter om te zwijgen als imam, zeker als je even geen antwoord weet op clichévragen. Moslims die kritiek leveren zouden het daar niet bij moeten laten, maar tevens proactief oplossingen moeten aandragen en daar ook in moeten participeren. Alleen tegen de islam en moslims schoppen heeft weinig zin. Kom met oplossingen en accepteer de verschillen.

Als mevrouw Jadib werkelijk geïnteresseerd is in de rol van de vrouw in de Nederlandse islam, dan kan ik haar diverse adressen geven waar ze die realiteit met eigen ogen kan aanschouwen.

Britse buitenland-minister: ‘Noem christenvervolging ‘christofobie’’

0
Volgens Jeremy Hunt, de Britse minister van Buitenlandse Zaken, zou christenvervolging voortaan ‘christofobie’ moeten heten.

Een recent onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de anglicaanse bisschop Philip Mounstephen, stelt dat 80 procent van de slachtoffers van wereldwijde geloofsvervolging christenen zijn. Naar aanleiding hiervan bepleit de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jeremy Hunt, dat christenvervolging ‘bestempeld moet worden als ‘christenfobie’’.

Eerder deed Hunt de uitspraak dat aandacht voor christenvervolging beperkt is door een sfeer van politieke correctheid. Ook zegt hij de adviezen uit het onderzoek naar christenvervolging door te voeren, mocht hij door zijn Conservatieve Partij naar voren worden geschoven om Theresa May op te volgen als premier. Hij ondervindt daarin concurrentie van Boris Johnson, de bekende kud-burgemeester van Londen, Brexiteer en tevens Hunts voorganger als minister van Buitenlandse Zaken.

LGBT-activist kandidaat-president in Tunesië, wil homoseksualiteit toestaan

0
Mounir Baatour gaat de uitdaging aan om de eerste openlijk homoseksuele president van het islamitische Tunesië te worden.

Baatour (48) is advocaat van beroep en oprichter van een LGBT-rechtengroep in Tunesië. Hij zet zich in voor het legaliseren van homoseksualiteit, waarvoor je in Tunesië nu drie jaar gevangenisstraf krijgt.

In 2017 werden er ruim 79 mensen berecht voor homoseksuele handelingen, in 2018 waren dit er 127. In het eerste kwartaal van 2019 zijn er al 25 veroordelingen geregistreerd. Een onderzoek door de Britse zender BBC wijst uit dat slechts 7 procent van de Tunesische burgers homoseksualiteit acceptabel vindt.

Baatour heeft de vereiste 10.000 handtekeningen verzameld om zich verkiesbaar te mogen stellen. Naast het legaliseren van relaties tussen personen van hetzelfde geslacht, wil hij dat transgenders hun wettelijke identiteit mogen veranderen. Ook is hij van plan om cannabis te legaliseren.

De Tunesische verkiezingen vinden plaats in november. De winkans van Baatours liberale partij is klein. Toch heeft hij, als openlijk homoseksuele mededinger voor het presidentschap, de nodige aandacht opgeëist om het taboe op homoseksualiteit bespreekbaar te maken.