11.6 C
Amsterdam

Kamerleden zijn te stil over de reden van Kaags vertrek uit politiek

Lody van de Kamp
Lody van de Kamp
Rabbijn en publicist.

Lees meer

Het kabinet is gevallen. Vijf dagen daarna laat minister Sigrid Kaag weten dat de ernstige intimidaties en bedreigingen van de afgelopen periode een zware wissel op haar familie en op haarzelf hebben getrokken. Zij wil zich daarom voor de aankomende verkiezingen niet opnieuw beschikbaar stellen als lijsttrekker voor haar partij. Genoeg is genoeg.

Ons parlement gaat op reces, Nederland gaat op vakantie. En zo treedt ook in Den Haag de stilte in. Behalve wanneer ons land zo nu en dan even opschrikt door een bericht dat weer een Kamerlid de politiek gaat verlaten.

Ik herinner mij de onrust binnen de Joods gemeenschap in de jaren tachtig. In verschillende Europese steden vinden aanslagen plaats op synagogen. Ook voor de synagoge in Den Haag rijden daarom meerdere keren per dag de surveillanceauto’s van de politie langs. De deuren van het gebedshuis blijft tijdens de diensten van binnen af hermetisch gesloten.

Er waren momenten dat zelfs overwogen werd om de dienst maar niet door te laten gaan. De onrust en angst waren groot.

Maar ik herinner mij ook de goede zuster Wessels. Deze kloosterlinge kwam langs bij de joodse gemeente. ‘De synagoge opnieuw sluiten? Nooit van m’n leven. Dat hebben we ooit eerder gehad in ons land. Dat zijn we nog niet vergeten.’ De non riep de medezusters van haar congregatie bijeen. ‘Samen vormen wij een menselijke keten, een cordon van kloosterlingen rond het joodse gebedshuis. Ieder die kwaad wil zal eerst langs ons moeten.’ In goed overleg met de politie werd toch maar afgezien van deze moedige en indrukwekkende daad. Haar boodschap was duidelijk.

De gemeente Amsterdam had mij uitgenodigd om samen met toenmalig burgemeester Job Cohen een gesprek te voeren met burgers die zich zorgen maakten over de stad. Het was niet lang na de moord op Theo van Gogh.

Ik kwam aan op de plek waar de bijeenkomst zou worden gehouden, wat toentertijd niet echt een van de veiligste buurten van Amsterdam was. Zo gauw ik uit de auto wilde stappen, kwamen een viertal heren – nou ja, heren – op mij af. Ze uitten dreigende taal in mijn richting. Het had iets te maken met ‘Joden!’

Uit veiligheidsoverwegingen stapte ik maar weer in de auto en reed terug naar huis. Ik belde het kabinet van de burgemeester, vertelde wat er gebeurd was en verontschuldigde mij dat ik niet kon komen. Aan het einde van de middag werd ik gebeld door burgemeester Cohen. ‘Wat jammer, Lody, dat je er niet was. Dit kunnen we natuurlijk niet accepteren. Onze stad moet overal en altijd toegankelijk en veilig zijn voor iedere burger.’ Hij voegde eraan toen dat ‘het toch verstandig was dat ik onder de gegeven omstandigheden weer in de auto was gestapt’.

Wij zijn het die dat recht op veiligheid voor iedereen in onze omgeving moeten opeisen en tot stand brengen

Zijn woorden bleven in mijn hoofd nazingen. Die toegankelijkheid en die veiligheid zijn niet altijd vanzelfsprekendheden. Deze moeten geschapen worden en ook in stand worden gehouden. En dan echt niet alleen door de overheidsdiensten, zoals onze politie met achter de hand ook nog eens een Openbaar Ministerie. Nee, de eerste stappen liggen bij ons, burgers. Wij zijn het die dat recht op veiligheid voor iedereen in onze omgeving moeten opeisen en tot stand brengen. Zoals die brave zuster Wessels daartoe de eerste stappen nam.

Een van onze ministers voelt zich niet langer in staat om haar taak als bewindsvrouw uit te voeren. De dreigingen zijn voor haar en haar gezin niet meer te dragen. Haar kinderen vragen moeder om het ambt desnoods maar op te geven. Begrijpelijkerwijs neemt zij een besluit.

De Kamer gaat op reces. Ons land gaat op vakantie. Reces? Vakantie? Nee, ik verwacht van honderdvijftig parlementariërs geen cordon, een menselijke keten, overeenkomstig het idee van de Haagse congregatie van zusters dat wilden doen. Maar waar was de stem van onze volksvertegenwoordigers, dat het terugtreden van onze minister op deze gronden echt niet mag gebeuren? Er was parlementaire ongerustheid en de term ‘niet acceptabel’ gonsde door de gangen van het Kamergebouw. Maar dat was het dan.

Kiezen wij geen vertegenwoordigers die honderd procent staan voor het handhaven van vrijheid, veiligheid, rechtsorde en norm- en waardebesef? Volksvertegenwoordigers die een keihard ‘nee’ laten horen, wanneer de onveiligheid onze rechtsstaat zo ernstig bedreigt dat leden van onze ministerraad hun taken niet meer kunnen uitvoeren?

De stilte tijdens het reces laat zien dat niet alleen minister Kaag is teruggetreden. Het laat zien dat we niet proactief handelen met alle middelen die er zijn – en die middelen die zijn er – om de minister samen met haar gezin veilig in het zadel te houden. Het toont ons dat een goed deel van ons parlementair instituut hard aan vervanging toe is.

Hopelijk brengen de komende verkiezingen ook in dit opzicht nieuw elan. Het motto heb ik wel in mijn hoofd. De woorden van Job Cohen: ‘ons land moet overal en altijd toegankelijk en veilig zijn voor iedere burger van ons land’. En de daadkracht van zuster Wessels. Moge zij rusten in vrede.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -