10.5 C
Amsterdam

Ode aan Anil Ramdas

Hizir Cengiz
Hizir Cengiz
Publicist.

Lees meer

Voor het literatuurfestival Read My World, dat begin september in Amsterdam plaatsvindt, werk ik aan een ode aan wijlen Anil Ramdas. Net als Karin Amatmoekrim, die een biografie over de gevierde schrijver en journalist schrijft. In mijn ode reflecteer ik, aan de hand van Ramdas’ essays, op een onderwerp dat vandaag de dag velen bezighoudt: diversiteit. Want volgens mij bestaat er geen groter eerbetoon dan je afvragen hoe iemand die er niet meer is, zou denken en oordelen over een springlevend vraagstuk. Dat getuigt van gemis en waardering van zijn stem en visie.

Voor mede-twintigers: Anil Ramdas was onder andere echtgenoot, vader, columnist, essayist, correspondent in India (‘antropologie van de straat’, zo kwalificeerde hij dat werk) en hij schreef de roman Badal – noem het een afscheidsbrief. De reden dat hij verschillende podia beklom, zo schrijft hij ergens, was ‘spannende verhalen vertellen, boeien, vermaken, een beetje opvoeden en ontwikkelen ook’. Op 16 februari – zijn geboortedag – 2012 stapte hij, net als de schrijvende hoofdpersoon in Badal, uit het leven.

Een decennium geleden, dus. Het is spijtig dat die dag voorbij is geslopen. Evenmin werd in dit blad ‘de Koning der Allochtonen’ herdacht.

Ramdas’ inkt en pen zijn jaloersmakend. Zijn essays hadden evengoed anno nu gepubliceerd kunnen worden. De kwesties waarover Ramdas schrijft en de problemen die hij aankaart spelen nog altijd, zoals racisme op de woningmarkt, de biculturelen en hun thuisgevoel, hun eeuwige heimwee, vriendschap, solidariteit, erkenning – heel vaak over erkenning – en dat men gereduceerd wordt tot een groep.

Over dat laatste kunnen we ongelooflijk veel leren van Ramdas. Hij had lak aan groepen; niet voor niets werd hij ‘nestbevuiler’ genoemd. Hij trachtte eenieder als een individu te zien. Hoe fijn is dat. Immers: wie tot, bijvoorbeeld, zijn etniciteit wordt teruggebracht, wordt in feite weggegumd, zijn ik, pijn, kwaliteiten, talenten en verhaal ondermijnd.

Dat gebeurt vandaag de dag vaak als men slecht gedrag wil verklaren, maar ook als het gaat over diversiteit. Men denkt dat als iemand van kleur op een podium wordt geplaatst of een vrouw als leidinggevende wordt aangenomen, de taak is volbracht. Alsof diegene staat voor een gehele groep: kleur, etniciteit, geslacht. In de goedbedoelde wens het onderscheid tussen mensen te zien, om zo ruimte te kunnen maken voor verschillen, worden mensen toch weer op een hoop gegooid.

Ramdas had lak aan groepen; hij zag juist een groep individuen. Hoe fijn is dat

Toen Ramdas net in Nederland was aangekomen, voorspelde hij nog dat de tweede generatie steeds minder zou geloven en zich zou keren tegen haar ouders, waarbij ze de moderne waarden zou omarmen. Maar het tegenovergestelde werd werkelijkheid. ‘Die jongeren wilden hun traditie handhaven, op enkele punten, en ze wezen sommige moderne verworvenheden af’, schreef Ramdas in zijn NRC-column ‘Doe maar’ van 18 februari 1995. Hij zag het in de collegezaal en op straat gebeuren. ‘Turkse jongens scheurden op snelle scooters naar de moskee.’

Ik zie het ook in mijn omgeving, bij moslims – maar uiteraard zijn ze meer dan de religie die zij aanhangen.

Volgens mij hebben latere generaties moslims zich ook niet afgekeerd van hun voorgangers. Als je doorvraagt, blijkt dat vooral academisch geschoolde moslims weliswaar weinig weten over God en de Waarheid, maar wel geloven: vanwege het stempeltje, het familiegevoel, de tradities, de eenheid, de groep, de Ummah. De jonge moslims in mijn omgeving houden zich niet vast aan God, maar aan de groep, waarmee ze die tradities kunnen delen. Hoe kleinzielig ik dat ook vind, ik begrijp hen wel. Want een gemeenschap kan erkenning en veiligheid bieden, vooral aan hen die zich niet verzetten, die meebewegen, geen vragen stellen.

Die voorspelling van Ramdas was wat naïef: men kiest ook vaak zelf voor een groep. Mensen sluiten zich maar al te graag aan bij de kudde, mekkeren dezelfde toon als de anderen in de meute, gewoon voor het gemak en eigenlijk om zelf niet te grazen genomen te worden.

In ieder geval: ode aan Ramdas. Ook hier. Ook nu. Het is volkomen logisch dat iemand zo uniek als Ramdas juist als individu gezien wilde worden.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -