Racisme staat steeds nadrukkelijker op de politieke agenda en debatten gaan regelmatig over inclusie. Nu dit soort onderwerpen het publieke debat hebben bereikt, doemt ook de vraag op of kandidatenlijsten voor de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen divers zouden moeten zijn. Is het relevant om een diverse kandidatenlijst te hebben of kan een partij eigenlijk ook wel zonder? Is diversiteit een hobby voor mensen die woke zijn en zich aan de uiteinden van het politieke spectrum begeven, of is het voor grote groepen kiezers relevant? De meningen verschillen nogal.
De afgelopen weken interviewde ik zeven biculturele kandidaten voor de Tweede Kamer. Het bleek niet altijd gemakkelijk om kandidaten te vinden. Bij partijen als de SP en JA21 krijg je niet eens antwoord op je vraag of ze aan zo’n serie mee willen doen. Misschien is dat de reden waarom zowel SP als JA21 met deze vraag worstelen. Bij die laatste partij staat bijvoorbeeld maar één bi-culturele Nederlander op de kandidatenlijst, maar praten over diversiteit wil Maryam Soltani niet. Hoe uniek ze is, blijkt uit het feit dat Forum voor Democratie en PVV sowieso geen biculturele kandidaten hebben. Het is allemaal dezelfde onwil om over diversiteit na te denken. Deze lijkt voor meerdere partijen hooguit nuttig omdat men dan verschillende huidskleuren op de foto kan zetten.
Verschil moet er zijn: PvdA en BIJ1 hebben zelfs zo’n diverse kandidatenlijst dat je nauwelijks kunt bedenken wie je voor een interview over diversiteit zou willen vragen. Deze partijen erkennen dat verschillende achtergronden concrete ervaringen en politieke ideeën opleveren die in de dagelijkse politiek uiterst relevant kunnen zijn.
Daar zijn overal voorbeelden van. Zo zijn de standpunten van Ulysse Ellian (VVD) over vrijheid een afgeleide van de geschiedenis van zijn familie. Door die Iraanse achtergrond wil Ellian onder geen beding IS-strijders naar Nederland laten terugkeren. Nilüfer Gündogan (Volt) heeft een soortgelijk verhaal: haar Turkse achtergrond vertelt haar hoe fragiel de liberale democratie is en dat bedreigingen van elders ook hier kunnen opkomen. De Surinaamse achtergrond van Raoul Boucke (D66) informeert hem over de gevoeligheden van de relatie tussen Nederland en Suriname en actuele thema’s als visumliberalisatie.
Als een partij nauwelijks biculturele kandidaten heeft, zegt dat heel veel over hoe men tegen de huidige samenleving aankijkt
Maar de relevantie van diversiteit gaat nog een stapje verder: het gaat ook over de maatschappelijke positie van biculturele Nederlanders. Vaak is er sprake van achterstelling. Doorvoelen politici dat probleem? Denk aan de woorden van Don Ceder (ChristenUnie) over de erkenning van het slavernijverleden, wat voor veel witte Nederlanders niet speelt, maar in de Afro-Caraïbische gemeenschap des te meer. Of Mustafa Bal (CDA) die haarfijn kan uitleggen hoe het is als je als moslim niet voor vol wordt aangezien. Of Mohammed Mohandis (PvdA) wiens leerlingen zich erover verbazen dat ook zij Tweede Kamerlid kunnen worden.
De discussie over diversiteit op kandidatenlijsten heeft de laatste jaren voor veel mensen een hele activistische ondertoon gekregen. Al snel komt iemand dan met het idee dat het allemaal niet uitmaakt waar je vandaan komt, wat je achtergrond is of je kleur, zolang je maar een goed Kamerlid bent. Toch is dat te simpel: de diversiteit die je op je kandidatenlijst toelaat is bepalend voor de blik die een partij de komende jaren zal hebben. Het is nauwelijks bediscussieerd dat een kandidatenlijst niet alleen uit zestigplussers hoort te bestaan en velen weten ergens diep van binnen dat de feitelijke oververtegenwoordiging van hoger opgeleiden echt een probleem is.
En dus zou ook culturele diversiteit een vereiste moeten zijn. Geen verplichting natuurlijk, want politieke partijen gaan zelf over wie ze wel en niet op de kandidatenlijst willen hebben. Maar als een partij nauwelijks biculturele kandidaten heeft, al dan niet omdat ook biculturele partijleden ontbreken, zegt dat heel veel over hoe men tegen de huidige samenleving aankijkt en welke perspectieven men daarbinnen het overdenken waard vindt. Een partij als het CDA zou hier hoognodig eens kritisch op bevraagd moeten worden.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!