De waarnemers van de pro-Koerdische HDP die moeten toezien op het eerlijke verloop van de Turkse verkiezingen in het buitenland, zijn vervangen door leden van de extreemrechtse MHP, de partij van de Grijze Wolven.
‘Alleen de grootste drie partijen mogen waarnemers in het buitenland leveren’, aldus de Hoge Kiesraad. De beslissing is opmerkelijk aangezien de HDP tijdens de parlementsverkiezingen in 2018 wel degelijk als derde partij uit de bus kwam. Dat meldt de nieuwssite Turkish Minute.
Volgens de Turkse wet kunnen alleen de vijf grootste partijen commissieleden in Turkije aanstellen als waarnemers. Alleen de grootste drie partijen kunnen waarnemers aanstellen voor de commissies in het buitenland.
De HDP is de derde partij van Turkije, na de AKP en CHP. Toch maakte de extreemrechtse MHP bezwaar tegen de aanwezigheid van HDP-leden bij de verkiezingen, omdat de HDP dit jaar onder de vlag van de Groene Partij meedoet. En met die redenering gaat de Hoge Kiesraad mee.
Zo dreigt het besluit van de HDP om een potentieel partijverbod te omzeilen, zich toch te wreken. Althans in het tellen van stemmen in het buitenland, waar Turken conservatiever stemmen.
Tegen de HDP loopt een sluitingszaak, vanwege terrorisme-beschuldigingen. Ze zouden banden onderhouden met de PKK, die op de terroristenlijst van Turkije, de VS en de EU staat.
Wereldwijd erkennen steeds meer landen islamofobie als probleem. Dat is een goede ontwikkeling, stellen de auteurs van het European Islamophobia Report 2022. Dat neemt volgens hen echter niet weg dat moslimhaat en moslimdiscriminatie in Europa alomtegenwoordig zijn. Hoe komt dat? Een analyse.
Het rapport begint met ‘goed nieuws’: de Internationale Dag voor de Strijd tegen Islamofobie, jaarlijks op 15 maart, is een succes. Deze dag is ingesteld door de Verenigde Naties. Beleidsmakers moeten deze dag aanwenden om de strijd tegen islamofobie kracht bij te zetten, vinden de auteurs van het rapport.
Het European Islamophobia Report verschijnt sinds 2016 jaarlijks. Het staat onder redactie van politicoloog Enes Bayrakli (Turks-Duitse Universiteit in Istanbul) en hoogleraar Internationale Studies Farid Hafez (Williams College in Williamsburg, Verenigde Staten). In het rapport staat over elk Europees land een hoofdstuk, geschreven door een deskundige uit dat land.
Enes Bayrakli (beeld: YouTube)
‘Islamofobie is opgekomen als nieuwe vorm van racisme’, verklaarde de VN vorig jaar. ‘Met een toegevoegd gender-aspect, omdat meisjes en vrouwen doelwit zijn vanwege hun kleding en vanuit de aanname dat zij onderdrukt worden. Islamofobie vindt ook ingang in de politiek, met als resultaat reisverboden en visumbeperkingen.’
Verder is het kommer en kwel. De ‘overweldigende meerderheid’ van de Europese landen registreert islamofobie niet eens als apart fenomeen, meldt het rapport. In de Europese Unie doet slechts 12 procent van de moslims aangifte bij discriminatie.
Bovendien is er in Europa nogal wat discussie over de definitie van de term zelf. Wat is islamofobie? Opvallend genoeg geeft het rapport op die vraag geen antwoord. In eerdere edities van het European Islamophobia Report stond wel een definitie, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar islamofobie: ‘Als we het over islamofobie hebben, bedoelen we anti-moslimracisme. Islamofobie gaat over een dominante groep mensen die hun macht willen uitoefenen, stabiliseren en vergroten door een zondebok – bestaand of ingebeeld – aan te wijzen en deze uit te sluiten van hun geconstrueerde ‘wij’. Islamofobie functioneert door een statische ‘islamitische’ identiteit te construeren, die negatief wordt toegepast en gegeneraliseerd wordt voor alle moslims. Tegelijk zijn islamofobe beelden veranderlijk en verschillend al naar gelang de context. Islamofobie vertelt ons meer over islamofobe mensen dan over moslims of de islam.’
Diverse meer of minder professionele organisaties verzamelen zelf cijfers van islamofobie. Zo registreerde Unia in België ruim tweehonderd gevallen van discriminatie tegen moslims. Voor Frankrijk registreerde het Collectief tegen Islamofobie in Europa (dat echter niet in Frankrijk actief mag zijn wegens een overheidsverbod) ruim vijfhonderd gevallen van islamofobie. Dokustelle, een organisatie in Oostenrijk die zich specifiek richt op islamofobie, telde meer dan duizend gevallen van moslimdiscriminatie. De Duitse politie registreerde 364 gevallen van islamofobie, onder andere bij demonstraties van de anti-islambeweging Pegida.
Moslimdiscriminatie in Nederland
Het hoofdstuk over Nederland telt ruim dertig pagina’s en is geschreven door islamoloog Jeroen Vlug. Vlug werkt bij het onderzoeksbureau Movisie als onderzoeker en promoveerde aan de Ibn Haldun Universiteit in Istanbul op vergelijkend onderzoek naar de filosofische achtergronden van mensenrechten in de islam en het Westen.
Moslimdiscriminatie gebeurt in het sterk gepolariseerde Nederland overal, stelt Vlug, maar vooral op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en in de collectieve sector. Van alle meldingen bij de politie van discriminatie was 42 procent gericht tegen de (vermeende) migratieachtergrond. Daarnaast was er in 3 procent van de meldingen sprake van discriminatie op basis van godsdienst. In twee derde van die gevallen waren moslims het slachtoffer. Echter: discriminatie van Joden valt niet in die categorie, want de politie registreert antisemitisme afzonderlijk. Ongeveer 10 procent van de meldingen bij de politie betrof antisemitisme – en daarmee vormen Joden veruit de meest gediscrimineerde religieuze groep.
Vlug verwijst naar de debatten over een hoofddoekverbod in publieke functies, zoals bij de politie. Ook noemt hij de onthulling van NRC van eind 2021 over het infiltreren en stiekem onderzoeken van moskeeën in minstens tien Nederlandse gemeenten door de overheid – op aanmoediging van terreurbestrijder NCTV en met ondersteuning van het bureau NTA. Moslims zijn uitgescholden, er waren tijdens de ramadan in 2022 anti-islambarbecues -georganiseerd door de Nederlandse tak van Pegida. Moskeeën hadden te maken met brandstichting en vandalisme en kregen hate mail.
Politieke partijen
Voor Nederland valt in het rapport de opsomming op van wat de PVV zoal aan plannen heeft. De partij van Geert Wilders noemde de islam een ‘gewelddadige politieke ideologie’ en verbond moslims met terrorisme. De partij wil islamitisch onderwijs, moskeeën en de Koran verbieden in de strijd tegen wat zij ‘de verspreiding van de islamitische ideologie’ noemt. Ook memoreert het rapport dat de PVV de hoofddoek wil verbieden, een ministerie van De-islamisering wil invoeren en mensen met een dubbele nationaliteit het stemrecht wil ontnemen.
Niet alleen de PVV vertoont problematisch gedrag, meldt het rapport. Zo noemt het dat VVD-minister van Onderwijs Dennis Wiersma alle informeel moskee-onderwijs en islamitische weekendscholen onder verscherpt toezicht wil plaatsen, ook al gaat dit in tegen het non-discriminatiebeginsel uit de Grondwet. Dit is een voorbeeld van de legalisering van islamofobie, stelt het rapport. En ook radicaal- en extreemrechtse partijen als JA21, Forum voor Democratie en Groep Van Haga maken zich schuldig aan islamofobie, meldt Vlug, net als mediaplatforms als Ongehoord Nederland en GeenStijl, en publieke intellectuelen als Paul Cliteur en Afshin Ellian.
Positieve krachten zijn volgens Vlug politieke partijen als Denk en BIJ1 en ‘links-leunende’ wetenschappers als Leo Lucassen en Martijn de Koning. Ook noemt hij het blog Republiek Allochtonië. Bovendien is de instelling van een Nationaal Coördinator Racisme en Discriminatie (NCDR) een goede ontwikkeling.
NCDR Rabin Baldewsingh kaartte vorige week nog aan dat banken moslims discrimineren. Zo ondervinden moslims bijvoorbeeld problemen met het openen van een bankrekening. Daarmee zette hij een punt op de agenda dat al sinds 2020 door islamofobiemonitor Meld Islamofobie wordt aangekaart. Discriminatie van moslims bij banken is al jaren een probleem, wat overigens door Vlug niet wordt gemeld, omdat op dit vlak in 2022 geen incidenten bekend zijn.
De opsomming van haat jegens moslims – soms door de daders als ‘humor’ gepresenteerd – in het relaas van Vlug leest als een grimmige samenvatting van de duistere kanten van het jaar 2022. Zijn rapport eindigt met een plan om islamofobie in Nederland beter aan te pakken.
Uit het rapport blijkt dat islamofobie een veelkoppig monster is
Het begint echter bij erkenning van het probleem. Zeker de rechterzijde van het politieke spectrum – getuige bovengenoemde actie van Wiersma – lijkt het probleem van islamofobie nog lang niet altijd serieus te nemen. Ook meer in het midden van het politieke spectrum bagatelliseren partijen als het CDA en de ChristenUnie de ernst van moslimdiscriminatie met enige regelmaat.
Sahih al-Bukhari verboden
Hoe is het in de rest van Europa? Het rapport is te lijvig om alles samen te vatten – dus wijzen we enkele opvallende ontwikkelingen aan.
De oorlog in Oekraïne overschaduwt alles en heeft daarom ook islamofobie uit de aandacht weggedrukt. Tegelijk heeft die oorlog de discriminatie van moslims extra zichtbaar gemaakt. Terecht noemt het rapport het contrast tussen de hartelijke manier waarop Oekraïense vluchtelingen in Europa zijn welkom geheten, en de nog steeds groeiende xenofobie die zich richt tegen niet-westerse vluchtelingen en moslims.
Ook probeert het rapport enigszins grip te krijgen op de situatie in Rusland, waar diverse deelstaten immers aanzienlijke islamitische bevolkingsgroepen kennen. Activisten en journalisten met een afwijkend geluid worden in Rusland vaker vervolgd. Leden van diverse islamitische groepen ondervinden vervolging. Tientallen leden van de politieke beweging Hizb al-Tahrir en de apolitieke beweging Tablighi Jamaat zijn in Rusland veroordeeld tot celstraffen. Ook is een vertaling van Sahih al-Bukhari, een hadith-collectie die voor islamitische theologie van essentieel belang is, op de lijst van extremistische publicaties gezet.
Oostenrijk en Frankrijk leidend in islamofobie
In Oostenrijk strijdt minister Susanne Raab van Integratie tegen ‘de politieke islam’. Het rapport noemt dit een ‘beruchte heksenjacht tegen moslims’, die ze bovendien wil exporteren naar de rest van Europa. Elf andere Europese landen namen deel aan een forum in Wenen, waar zij haar ideeën en plannen uiteenzette. Europa moet zich hiertegen uitspreken, stellen de auteurs van het rapport.
De Commissie voor Internationale Godsdienstvrijheid van de Verenigde Staten (USCIRF) merkte op dat in zowel Oostenrijk als Frankrijk wetgeving bestaat die ‘discriminerend is tegen moslims’. Diverse moskeeën zijn in deze twee landen gesloten.
Tijdens de presidentsverkiezingen in april 2022 moest zittend president Emmanuel Macron het opnemen tegen drie radicaal rechtse tegenstanders – Eric Zemmour, Valérie Pécresse en Marine Le Pen – die allen de extreemrechtse omvolkingstheorie als belangrijk verkiezingspunt hadden. In die concurrentie versterkte Macron zijn strijd tegen wat hij ‘politieke islam’ of ‘radicale islam’ noemt. De maatregelen die hij neemt, treffen volgens het rapport meestal gewone islamitische burgers.
‘Frankrijk ging door op haar pad van repressie van moslims’, stelt het islamofobierapport dan ook vast. Er zijn 1727 islamitische organisaties onder controle van de staat gebracht, waarvan er 118 zijn opgeheven. Ook heeft de overheid tussen januari en augustus 2022 beslag gelegd op ruim tien miljoen euro aan vermogen van islamitische organisaties.
In het onderwijs rolde de overheid haar Laïcité-Plan uit, dat draait om ‘controle over de lichamen van moslimvrouwen’. Docenten en andere medewerkers van scholen moeten actief opletten of moslima’s te lange rokken dragen, en als dat bijvoorbeeld het geval was, moeten ze hiervan melding maken en de leerlinge een straf opleggen.
Prevent
Denemarken is een ander land dat al jaren het voortouw neemt bij maatregelen die moslims en migranten treffen. Het land is bekend om de wens asielzoekers in Afrikaanse landen als Rwanda hun procedure te laten afwachten – een idee dat ook Groot-Brittannië in de praktijk wil brengen.
De Denen voerden een publiek debat over een algemeen hoofddoekverbod op basisscholen. Ook is in dit land volgens het islamofobierapport een wet van kracht, die bepaalt dat kinderen die wonen in wijken met veel immigranten – van wie velen moslim zijn – verplicht 35 uur per week gescheiden moeten worden van hun gezin, om ‘Deense waarden’ aan te leren. USCIRF uitte in 2022 haar zorg over dit beleid.
In Groot-Brittannië maakte premier Rishi Sunak geen werk van de strijd tegen islamofobie. Intussen verdedigde hij het omstreden Prevent-programma, dat focust op de strijd tegen terrorisme, en zegde zelfs toe dat daarbij islamitisch extremisme meer prioriteit zou krijgen. Over dit programma publiceerde de Kanttekeningin maart een achtergrondverhaal, nadat in februari onze columnist Tahir Abbas er felle kritiek op uitte.
Vele gezichten van islamofobie
Al met al blijkt ook uit dit rapport dat islamofobie een veelkoppig monster is. Discriminatie van en haat tegen moslims neemt verschillende gezichten aan. Het gaat om vormen van racisme aan het grondvlak – zoals het aftrekken van de hoofddoek van moslimvrouwen. En het gaat om regelrechte aanslagen, waarbij moskeeën bekogeld worden met brandbommen en demonstraties tegen coronamaatregelen als ‘bijvangst’ ook even de lokale moskee aandeden.
Daarnaast is duidelijk dat er schrikbarend veel institutionele islamofobie bestaat. Dat Rusland moslims discrimineert, zal weinigen verbazen. Maar ook in het ‘beschaafde’ West-Europa is het wijdverbreid. Discriminatie van moslims door banken krijgt dankzij de NCDR nu aandacht. Daarnaast is het Nederlandse boerkaverbod een bekend voorbeeld van institutionele discriminatie. Het meest spraakmakend was vorig jaar de NRC-onthulling van geheime overheidsonderzoeken naar moskeeën.
Marion Lalisse, de Europese coördinator van de strijd tegen moslimhaat en moslimdiscriminatie, heeft gelukkig veel van deze vormen van islamofobie in het vizier en maakt daar samen met Rabin Baldewsingh werk van. Ze vertelde daar in maar over in een interview met de Kanttekening. Alleen institutionele vormen van moslimdiscriminatie horen niet tot haar taak. Op dat vlak zullen overheden in landen als Frankrijk, Oostenrijk, Denemarken en Nederland dus zelf het licht moeten zien. Pas dan kunnen ze van hun heilloze wegen terugkeren.
Vredesorganisatie The Hague Peace Projects houdt dialoogavonden over de oorlog in Oekraïne. Kunstenaar en mensenrechtenactivist Jakob de Jonge erkent dat Rusland de agressor is in dit conflict. ‘Maar het constateren van dit feit op zichzelf brengt vrede niet dichterbij.’
De Jonge is de jongere broer van CDA-minister Hugo de Jonge en hij werkt al langere tijd voor The Hague Peace Projects. Hij vindt de berichtgeving over het conflict eenzijdig. ‘Nagenoeg de enige kant in dit conflict die je hoort in de media is het NAVO-verhaal. Maar de NAVO is uit op escalatie van het conflict en blijft maar wapens sturen naar Oekraïne, terwijl we met Rusland moeten onderhandelen.’
In februari organiseerde The Hague Peace Projects een eerste dialoogavond – Time to Talk – over Oekraïne. Hier spraken onder anderen oud-minister van Ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk, SP-senator Bastiaan van Apeldoorn en Henk Baars van de pacifistische protestantse werkgroep Kerk en Vrede. Zij verkondigden een ander verhaal dan het gangbare over Oekraïne, namelijk dat het Westen ook schuld heeft aan de oorlog.
‘Hier in Nederland worden nauwelijks echte kritische gesprekken over de Oekraïne-oorlog gevoerd’, vertelt De Jonge. Forum voor Democratie van Thierry Baudet en omroep Ongehoord Nederland hebben kritiek op het dominante narratief, maar zij zijn extreemrechts. Er is in het Nederlandse publieke debat nauwelijks ruimte voor linkse kritiek op de oorlog. ‘Partijen als D66, PvdA en GroenLinks staan achter het bewapenen van Oekraïne en zijn tegen een dialoog met Rusland, terwijl we alleen vrede krijgen als we met elkaar in dialoog gaan. Ik mis een serieus, links voorstel voor onderhandelingen en diplomatie.’
Nederland heeft, zo betoogt De Jonge, critici nodig als de vierennegentigjarige taalwetenschapper en activist Noam Chomsky, die fundamentele kritiek levert op het Amerikaanse imperialisme. Maar hij verwelkomt evenzeer critici met andere politieke achtergronden, zoals voormalig VN-wapeninspecteur Scott Ritter, oud CIA-man en Ruslanddeskundige Ray McGovern, de Amerikaanse hoogleraar internationale betrekkingen John Mearsheimer en econoom Jeffrey Sachs. De enigen die zich op links in Nederland ‘consequent kritisch’ uitlaten zijn BIJ1 (dat zich wil terugtrekken uit de ‘imperialistische NAVO’), de met het communisme flirtende politieke jongerenorganisatie Rood(waarmee de SP de banden om die reden heeft verbroken) en het links-radicale magazine Jacobin. Met deze Time to Talk-bijeenkomsten voegt Jakob de Jonge zich in dit antikoloniale, anti-imperialistische koor.
‘In bijna alle analyses over de Oekraïne-oorlog wordt de context achterwege gelaten’, vindt De Jonge. ‘Oekraïne is opgezet als een val voor Rusland. Het Westen heeft doelbewust een beleid gevoerd om Oekraïne op te zetten als een anti-Russische staat. We hebben doelbewust geprobeerd om Oekraïne los te peuteren uit de Russische invloedssfeer om het als stormram tegen Rusland te kunnen gebruiken.’
De Verenigde Staten drongen in 2008 – het jaar dat Rusland een korte oorlog tegen Georgië voerde om de afvallige republiek Zuid-Ossetië – al aan op een toekomstig NAVO-lidmaatschap van Oekraïne en Georgië. Jaap de Hoop Scheffer, toenmalig secretaris-generaal van de NAVO, vertelde tien jaar later dat hij dit achteraf geen goede beslissing vond. In 2013 en 2014 kwamen er felle protesten in Oekraïne tegen de pro-Russische president Viktor Jakoekovitsj.
De Jonge: ‘De demonstranten waren deels ontevreden over het beleid, maar de protesten werden ook deels gevoed door West-Oekraïens nationalisme tegen een president die met de steun van Oost-Oekraïne was verkozen. Het Westen koos bewust voor West-Oekraïne. We hebben Oost-Oekraïne genegeerd. Vanaf dat jaar ging Oekraïne zijn leger opbouwen volgens de NAVO-standaarden. Zo werd het land een militair bolwerk tegen Rusland, dat bezig was met troepenopbouw om De Krim en de rebellerende republiekjes Donetsk en Loehansk te heroveren.’
Volgens De Jonge heeft Rusland jarenlang gewaarschuwd voor de consequenties van dit beleid. ‘We wisten heel goed waar we mee bezig waren, maar gingen hier toch mee door. Maar in de media mag je hier nauwelijks over praten, want dan ben je ‘pro-Poetin’. Dat ben ik helemaal niet, maar we moeten met meer strategische empathie kijken naar landen als Rusland en China, die zich terecht bedreigd voelen door de westerse hegemonie. Waarom zijn we wel kritisch over Rusland dat Oekraïne binnenvalt, maar zijn we niet kritisch als de Verenigde staten hun strategische belangen verdedigen?’
Jakob de Jonge @ Jakob de Jonge
De Jonge vindt daarnaast ook dat het Westen de mensenrechten als smoesje gebruikt om niet-westerse landen te ondermijnen. ‘De militarisering van het mensenrechtendiscours’ noemt hij dit. ‘We vielen Irak binnen, omdat Saddam de mensenrechten schond. We vielen Libië binnen, omdat Gaddafi de mensenrechten schond. Maar Irak en Libië zijn er nu veel slechter aan toe dan eerst. Dankzij het Westen is IS opgekomen. De Verenigde Staten zorgden voor een machtsvacuüm, dat door IS werd opgevuld. Veel IS-officieren waren ontevreden officieren uit het leger van Saddam Hoessein, die na de Irakoorlog van 2003 hun baan hadden verloren.’
De Jonge moet er niet aan denken dat het Westen militair zal ingrijpen in Iran, want ook dat zal volgens hem leiden tot een ramp. Hoewel hij sympathiseert met de Iraanse revolutionairen, die een einde willen maken aan het ayatollahbewind, ontstaat er volgens hem een groot risico wanneer het Westen deze democratische oppositie daadwerkelijk gaat steunen. Zeker als de politieke steun van het Westen uiteindelijk leidt tot militaire interventie. Dat ziet hij als een vorm van kolonialisme. ‘We moeten van deze koloniale mentaliteit af.’
De Jonge hekelt daarnaast de ‘dubbele maat’ van het Westen. ‘Rusland krijgt te maken met allemaal sancties na de invasie van Oekraïne, maar Israël komt al 75 jaar lang overal mee weg. ‘De bezetting van De Krim en de annexatie van Donetsk en Loehansk is in strijd met het internationaal recht, maar Israël schendt al decennialang het internationaal recht.’ Mensenrechtenorganisaties Amnesty International en Human Rights Watch noemen het Israëlische beleid tegenover de Palestijnen apartheid, maar volgens De Jonge is wat Israël doet feitelijk nog erger. ‘Het doel van de huidige Israëlische regering is de etnische zuivering van de Palestijnen. Stapje voor stapje worden Palestijnen opgejaagd. Hun huizen worden afgebroken. Hun grond raken ze kwijt. Kolonisten gedragen zich steeds brutaler tegenover de Palestijnen, en krijgen daarbij rugdekking van het leger. Toegangswegen tussen Palestijnse dorpjes op de Westelijke Jordaanoever worden afgesloten. Er is steeds minder plek voor Palestijnen om ergens te wonen. Het is erger dan apartheid. Bij apartheid krijgt de ondergeschikte partij nog een eigen thuisland en een vaste plek in de maatschappij. Maar de huidige Israëlische regering wil een Israël dat helemaal wordt overheerst door de Joden. Israël is een Joodse staat voor Joodse mensen. Er is geen perspectief voor Palestijnen in deze context. Nederland en andere Europese landen zijn soms wel met de mond kritisch over Israël, maar laten dit nooit volgen door daden. Rusland – niet toevallig een ‘vijand’ van het Westen – daarentegen werd meteen geboycot. Ik vind dit hypocriet.’
Volgens De Jonge worden Oekraïners opgeofferd om de imperialistische belangen van het Westen te dienen. ‘Ik zie dat er zoveel vaders, zonen, broers omkomen aan het front. Dat Oekraïners daarvoor kiezen, dat is hun keus. Maar dat wij dat met wapens en politieke steun aanmoedigen vind ik heel slecht. Het is alsof je een je buurjongetje van zes wapens geeft en hem vertelt daar hij daarmee de buurman, een gespierde hooligan kan verslaan. Hij kan dat gevecht niet winnen, maar denkt van wel. Je misleidt hem. Ik vind het kwalijk dat niemand een diplomatieke oplossing wil, terwijl dat wel kan. Niemand zoekt naar een uitweg uit dit conflict, terwijl er nu kans is op een kernoorlog.’
Dit betekent niet dat Oekraïne zomaar moet capituleren voor Rusland, vindt De Jonge. ‘Ik ga niet over de oplossing. Dit moeten Rusland, de VS en Oekraïne op diplomatieke wijze oplossen. In 2015 was er met de Minsk-akkoorden [tussen Oekraïne, Rusland en de separatisten] een prima oplossing. Maar Europa heeft Oekraïne onvoldoende gesteund om deze akkoorden te implementeren. In maart 2022 was er opnieuw mogelijkheid om tot een diplomatieke oplossing te komen – een soort Minsk-plus – maar die kans op vrede heeft het Westen laten schieten. We moeten niet denken dat Rusland verslagen is. De militaire operatie van begin 2022 mislukte, maar als het over uitputtingsoorlogen gaat, is Rusland in het voordeel. Ik hecht weinig geloof aan diegenen die denken dat het Russische leger op instorten staat, of dat de Russische economie nu kapot is. Rusland krijgt cruciale steun van China. We moeten niet geloven in de westerse propaganda over Rusland. Dan hou je jezelf voor de gek.’
Maar durft Jakob de Jonge de confrontatie aan met andersdenkenden? Denk aan uitgesproken Ruslandcritici als Han ten Broeke van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS), NRC-journalist en Oost-Europa-expert Hubert Smeets en Volkskrant-journalist Robert van der Noordaa. De Jonge antwoordt dat hij met zijn Time to Talk-bijeenkomsten in principe met iedereen in dialoog wil. ‘Maar voor dit moment wil ik eerst graag dat de pro-onderhandelingsgeluiden gehoord worden. De pro-NAVO stem wordt al meer dan voldoende gehoord. Ik wil zeker met Ruslandcritici in debat, maar eerst wil ik mensen aan het woord laten die de ruimte zoeken voor een diplomatieke oplossing.’
Het aantal niet-moslims dat met vrienden en collega’s meevast tijdens de islamitische vastenmaand ramadan groeit, schrijft het Amerikaanse weekblad Time. Sommigen berichtten over hun ervaringen op TikTok.
Het motief van deze vasters is niet dat ze potentiële bekeerlingen zijn, schrijft Time. Sommige vasters houden van de zelfdiscipline en willen laten zien dat ze dit ook kunnen. Anderen vasten mee, omdat ze meer willen leren over de islam en het spirituele gevoel dat een lege maag met zich meebrengt. Veel vasters doen mee vanwege een vriend of collega met een islamitische achtergrond.
Een van de vasters is de 26-jarige Amerikaans Alexander Sless, die in Texas woont. Hij deed in 2021 voor het eerst mee aan de ramadan. ‘Ik ben opgegroeid met een relatief open geest voor verschillende religies en culturen’, vertelt hij aan Time. Nadat een islamitische vriend hem hierover had verteld besloot hij hierover een TikTok-filmpje te maken. Vervolgens daagden islamitische gebruikers hem uit om mee te vasten, wat Sless sinds 2021 dus doet. ‘Uitdaging geaccepteerd’, antwoordde hij.
Ook in ons land zijn er steeds meer niet-moslims die meevasten. Zelfs in de horeca, van oudsher niet de branche die het voortouw neemt in voedsel- en drankonthouding, zijn voorbeelden van deelnemers. Bijvoorbeeld de medewerkers van een restaurant in Haarlem. ‘We zijn met 25 collega’s en 12 daarvan zijn moslim. Toch doet bijna iedereen mee aan de ramadan”, vertelde een van hen aan RTL Nieuws.
Vorig jaar berichtte NOS dat collega’s steeds vaker meedoen met een stukje van de ramadan.
Afgelopen zondag is in een moskee in Paterson in de Amerikaanse staat New Jersey een imam neergestoken door een 32-jarige man. De verdachte stak de imam neer, toen hij het vroege ochtendgebed leidde. De imam verkeert niet in levensgevaar.
De steekpartij vond plaats tijdens de ramadan, de heiligste maand van de islamitische kalender. Dit jaar vindt de ramadan van 21 maart tot 20 april plaats.
Volgens Sikander Khan, een van de bezoekers van het ochtendgebed die getuige was van de aanslag, sprong de verdachte naar voren en stak hij herhaaldelijk in op het slachtoffer. De Imam Sayed Elnakib is geopereerd en maakt het nu goed, maar hij heeft wel schade aan zijn lever opgelopen.
De verdachte, Serif Zorba, is gearresteerd. Hij is eerder in de moskee geweest om te bidden, aldus Khan, maar hij is geen actief lid van de islamitische gemeente in Paterson. Het is nog onduidelijk wat het motief is van de dader.
Amsterdammers die afstammen van tot slaaf gemaakte mensen kunnen nu gratis hun koloniale achternaam veranderen. Dit heeft de website van de gemeente Amsterdam begin deze maand bekend gemaakt.
Een van de nazaten, die graag zijn achternaam wil veranderen, is Gideon Everduim, directeur van stichting For An Equal Society.
‘Everduim is een nietszeggende naam die voorkomt op Curaçao en in Suriname, bij mensen die geen familie van elkaar zijn’, zegt hij. ‘Dat betekent waarschijnlijk dat de naam door een slavenhandelaar is gegeven die in beide gebieden actief was. Ik weet er verder nog weinig van, dat wil ik graag nader onderzoeken.’
Gideon Everduim is niet de enige. Er zijn veel meer Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders die hun koloniale achternaam willen wijzigen. Twee jaar geleden was Utrecht de eerste gemeente in Nederland waar nazaten van tot slaaf gemaakten kosteloos hun achternaam konden wijzigen. De gemeenteraad van Amsterdam besloot eind 2022 het Utrechtse voorbeeld te volgen. Op 3 april dit jaar is dit besluit van kracht gegaan.
Everduim: ‘Ik weet nog niet welke naam ik wil nemen. Een die onze voorouders eert – die hun leven gegeven hebben – en die bij onze familie past.’
De aanvraag voor de naamswijziging gaat via Justis. Deze landelijke overheidsinstantie werkt nu aan een speciale landelijke regeling voor alle nazaten van tot slaaf gemaakten, om kosteloos hun achternaam te veranderen. De verwachting is dat deze regeling in 2024 klaar is.
Open iftars zijn een goed moment om mensen samen te brengen die normaal weinig contact hebben. Net als de Vrijheidsmaaltijden voor buurtgenoten op 5 mei, passen de iftar-maaltijden bij de wens voor meer sociale cohesie in onze steden.
‘We hebben hele mooie reacties gekregen’, zegt Gulsima Tanriverdioglu. De sociaal-cultureel werker doelt op de iftar die zij met de Amsterdamse stichting Burgerhart, waar ze als vrijwilliger bij betrokken is, vorige week organiseerde. Een iftar (avondeten in het Arabisch) is de maaltijd waarmee tijdens ramadan na zonsondergang het vasten wordt doorbroken. De gemeenschappelijke maaltijd sluit goed aan bij de doelstelling van de stichting, het bevorderen van de sociale cohesie in stadsdeel Amsterdam Nieuw-West.
‘Op onze iftar waren buurtgenoten, vrienden en kennissen van verschillende achtergronden’, vertelt Tanriverdioglu. ‘De bijeenkomst stond in het teken van de dertiende-eeuwse soefi-dichter Rumi en had een intercultureel karakter. Er waren sprekers uit verschillende geloofsgemeenschappen en er werden gedichten voorgedragen. Vervolgens gingen we naar beneden om aan tafels te eten. De sfeer was spiritueel maar ook heel gemoedelijk, alsof je uit eten ging met vrienden.’
Naast de dichtkunst van Rumi, stond het samenzijn in het teken van de verschillende tradities van het vasten. ‘Wij willen de verbinding aangaan met andere levensbeschouwelijke opvattingen die er zijn – ook over vasten. Want vasten gebeurt niet alleen binnen de islamitische wereld maar ook onder christenen en joden. Zo willen we laten zien dat wij meer overeenkomsten met elkaar hebben dan verschillen’, zegt Tanriverdioglu.
‘De ramadan is een islamitische maand van spiritualiteit en bezinning, aldus Tanriverdioglu. ‘Moslims gaan massaal in de Koran lezen, meer bidden en aalmoezen geven. Huizen worden versierd. Het verbreken van de vasten samen met buurtgenoten en familie past daarbij. Het is een heel feestelijk gebeuren maar de kern is geestelijk en spiritueel.’ ‘Het gaat om de verbinding met de Almachtige’, zegt ze. ‘Uiteindelijk vast je voor hem, en alle andere zaken die er bijkomen zoals saamhorigheid zijn eigenlijk neveneffecten.’
De iftars zijn een mooi moment om mensen die normaal weinig contact met elkaar hebben, samen te brengen, zegt islamoloog Fatiha Azzarhouni, verbonden aan de Leiden Islam Academie van de Universiteit Leiden. ‘De ramadan draait om bezinning. Het is een belangrijke zuil van de islam. Tijdens deze heilige maand eten en drinken moslim niet tussen zonsopgang en zonsondergang. Het is bedoeling dat je zo dichter bij God, Allah, komt en de alledaagse dingen op een laag pitje zet. De profeet vastte zelf ook tijdens de ramadan.’
De heiligste nacht in de ramadan is Lailat-ul-Qadr. Moslims geloven dat de engel Gabriël tijdens deze nacht het eerste vers van de Koran aan de profeet openbaarde. ‘Op deze heilige nacht die op de 26e of 27e zou vallen, tellen gebeden, andere vormen van aanbidding en goede daden meer dan die in duizend maanden. We weten niet precies wanneer deze speciale nacht valt, het kan ergens in de laatste tien dagen zijn’, zegt Azzarhouni.
‘Een iftar geeft extra saamhorigheid’
‘Tijdens de ramadan proberen veel moslims de Koran in zijn geheel te lezen. Ook wordt er meer gebeden. Zo is er iedere avond na het reguliere avondgebed, het tarawih in de moskee. Het tarawih-gebed is niet verplicht maar wordt aangeraden.’
Veel Turkse gezinnen eten sober tijdens de ramadan. Ze verbreken het vasten met een dadel, soep en ayran, een zoute yoghurtdrank, vertelt Tanriverdioglu. Maar als er familie of vrienden komen eten, dan draait het meer om het delen. ‘De Turkse cultuur is een deelcultuur. Bij zulke iftars worden meer gerechten geserveerd, zoals rijst, vis of kip en vlees.’
In Marokkaanse families wordt het vasten verbroken met een dadel en de traditionele harira-soep. ‘Wat daarbij wordt gegeten, kan verschillen. Op de tafels zie je wel vaak typisch Marokkaanse hapjes zoals msemmen, baghrir (een duizend-gaten-pannenkoek), mini-bastilla’s met kip en gekookte eieren’, zegt Azzarhouni.
In Turkije worden ook grootschalige iftars gehouden, vertelt Tanriverdioglu. ‘Bij moskeeën en op pleinen staan grote tenten waarin na zonsondergang gezamenlijk met de buurt wordt gegeten. Deze iftars worden vaak door de gemeente of bedrijven georganiseerd. Zodat ook dak- en thuislozen en andere mensen die het moeilijk hebben makkelijker aanschuiven. Ook zijn er her en der ramadanmarkten met kramen die na zonsondergang open zijn.’
Bezoekers van de iftar georganiseerd door stichting Burgerhart. Tweede van rechts is Gulsima Tanriverdioglu.
‘Kinderen vasten vaak mee vanaf een jaar of elf, twaalf’, vertelt Azzarhouni. ‘Er zijn kinderen die graag eerder mee willen doen, soms vasten ze dan een halve dag mee. Vanaf een jaar of acht, negen jaar kunnen ze vaak al iets meer, en dan wordt er meestal gekozen voor overdag vasten. Want het is natuurlijk ook hartstikke leuk en stoer om mee te doen. Het is heel speciaal om zo laat aan te schuiven aan tafel en niet naar bed te hoeven. En het is ook iets waar ze trots op kunnen zijn. Van ‘Joh het is mij gelukt, ik heb de hele dag gevast’.’
Voor Tanriverdioglu zijn de publieke maaltijden een fijne manier om de ramadan door te brengen. Ze eet bijna geen avond alleen. Ook Azzarhouni bezocht eerdere jaren weleens een publieke iftar. ‘Het is leuk, meestal wordt zo’n bijeenkomst voorafgegaan door een lezing, je leert ook wat. Zo’n iftar geeft extra saamhorigheid.’
Maar er zijn ook nadelen aan verbonden. ‘Het probleem van een publieke iftar is dat je ‘s avonds meestal niet meer naar de moskee kunt voor het tarawih-gebed. En het uitnodigen van familie en vrienden betekent dat je ook het eten moet voorbereiden. Dat gaat af van de tijd van bezinning die je voor jezelf hebt’, zegt Azzarhouni.
Tegelijkertijd geldt het ontvangen van gasten tijdens de ramadan als een goede daad. Je krijgt er een beloning, hasanaat, voor. Punten die meetellen als aan het eind van je leven je goede en slechte daden gewogen worden. Het is een afweging wat je uit de ramadan wil halen. Ik merk dat ik er deze keer voor kies om mij terug te trekken’, zegt Azzarhouni.
De trend van iftars lijkt in ieder geval gezet. Grote kantoren op de Amsterdamse Zuidas en internationale bedrijven als Capgemini en Unilever organiseren iftars. Net als supermarktketens Jumbo en Albert Heijn en middelbare scholen in de grote steden. Net als de Vrijheidsmaaltijden voor buurtgenoten van het Comité 4 en 5 mei op Bevrijdingsdag, passen de iftar-maaltijden bij de behoefte aan meer sociale cohesie in onze steden.
‘Bedrijven linken dat aan diversiteit’, zegt Azzarhouni. ‘Eerder waren het vooral islamitische organisaties die een iftar organiseerden. Tegenwoordig zie je ook steeds meer ministeries die het voor hun medewerkers doen, of waar ruimte geboden wordt aan medewerkers om het te organiseren. Ik denk dat het in de toekomst wel meer gedaan gaat worden. Iftars zijn gezellig, het is een leuke manier van inclusief bezig zijn voor iedereen die daar aanwezig wil zijn.’
Een VN-werkgroep eist dat Saoedi-Arabië Abdelrhman Farhanah vrijlaat. De Palestijns-Jordaanse journalist werd enkele jaren geleden tijdens een massaproces veroordeeld tot een hoge gevangenisstraf wegens terrorisme.
Volgens de VN-werkgroep was het proces, waarbij een grote groep Palestijnen en Jordaniërs is veroordeeld, niet eerlijk en zijn de omstandigheden in de gevangenis bar slecht.
Abdelrhman Farhanah werd in 2019 opgepakt in Dammam in de oostelijke provincie van het koninkrijk, schrijft Middle East Eye. Hij werd acht maanden vastgehouden, zonder dat er een formele aanklacht tegen hem was ingediend. In deze periode zou hij zijn gemarteld met elektroshocks, heel weinig eten hebben gekregen en gedwongen zijn een schuldbekentenis te ondertekenen. Toegang tot een advocaat had Farhanah niet.
In maart 2020 werd Farhanah, samen met zo’n zestig andere Palestijnen en Jordaniërs, veroordeeld voor terrorisme. Farhanah kreeg negentien jaar gevangenisstraf, dit werd in hoger beroep gehalveerd.
Veel veroordeelden van deze groep zouden Hamas-aanhangers zijn. Ze zouden het doelwit van de Saoedische autoriteiten zijn geworden, nadat het koninkrijk de betrekkingen met Israël verbeterde na Donald Trumps ‘deal of the century’.
Haydee Dijkstal, de advocate van Farhanah, is blij met de kritiek van de VN-werkgroep. Ze vindt dat de Verenigde Naties en de internationale gemeenschap niets minder moeten accepteren dan de onmiddelijke vrijlating van Farhanah, en dat hij gecompenseerd wordt.
Middle East Eye heeft het Saoedische ministerie van Binnenlandse Zaken gevraagd om commentaar over de zaak, maar niet gekregen.
Amsterdam besluit een brug te vernoemen naar de Marokkaans-Nederlandse kunstenaar Abdellah Zaki, die in 2017 overleed. Hij woonde in Swifterband in Flevoland. NTR noemde hem in een documentaire de ‘Marokkaanse Vincent van Gogh’.
De kunstenaar emigreerde in 1961 naar Nederland. Hij woonde in Swifterband, maar kwam vaak naar Amsterdam, vertelt dochter Hajia Zaki aan Omroep Flevoland. ‘In de weekenden ging hij de Dappermarkt af. Hij had binding met de stad. Hij hield gewoon van Amsterdam.’
Hajia wilde graag dat er een straat in Amsterdam naar haar vader werd vernoemd. Maar een medewerker van de gemeente stelde een brug voor. Nu is de brug in de Jacob van Lennepstraat in Amsterdam West vernoemd naar de ‘Marokkaanse Vincent van Gogh’. Het is de tweede brug in Amsterdam die naar een Marokkaanse Nederlander vernoemd is.
Hajia is blij. ‘Deze brug ligt in Amsterdam West. Een gebied waar een grote migrantengeschiedenis ligt. Dus los van zijn artistieke waarde en de brug die hij slaat met zijn kunst, slaat hij nu eigenlijk een brug tussen twee landen en culturen.’
Abdellah Zaki is vooral bekend van zijn schilderij van de Amsterdamse Bloemenmarkt uit 1979, dat enkele jaren geleden, na zijn overlijden, werd tentoongesteld in het Amsterdam Museum. Abdellah Zaki wilde dat zijn schilderijen pas na zijn dood tentoongesteld zouden worden, net als bij Van Gogh.
The Rights Forum, een pro-Palestijnse lobbyorganisatie, organiseert een petitie tegen Nederlandse militaire samenwerking met Israël. Nederland draagt zo bij aan de schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten. De petitie was vrijdagochtend bijna vierduizend maal getekend.
Vandaag debatteert de Tweede Kamer over dit onderwerp. The Rigts Forum roept het kabinet en de Tweede Kamer op elke vorm van samenwerking met het Israëlische defensieapparaat te stoppen.
Het Israëlische leger maakt zich volgens The Rights Forum structureel schuldig aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, speelt een cruciale rol bij de bezetting van Palestina en het in stand houden van apartheid, en is schuldig aan geweld tegen Palestijnen, waarvan er honderden jaarlijks vermoord worden.
The Right Forum hekelt ook de context van straffeloosheid. De Israëlische militair die op 11 mei vorig jaar de Palestijnse journaliste Shireen Abu Akleh vermoordde, loopt nog steeds vrij rond. Ook is het leger indirect schuldig aan het geweld van Joodse kolonisten in de bezette gebieden tegen Palestijnse burgers, zoals de pogrom in Huwwara.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.