Moslims kijken positiever naar lhbtqia+, stelt de Surinaams-Nederlandse queer moslim Fayaaz Joemmanbaks. Zijn analyse wordt onderschreven door homobelangenorganisatie COC en het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Voetballers als Feyenoord-aanvoerder Orkun Kökcü en Excelsior-spelers Redouan el Yaakoubi en Marouan Azarkan steunen de One Love-campagne van voetbalbond KNVB niet. Met deze band wil de voetbalwereld zich uitspreken tegen allerlei vormen van discriminatie en geweld, onder andere tegen lhbtq-personen. Dat sommige moslims moeite hebben met de aanvoerdersband, betekent volgens Joemmanbaks niet dat ze tegen homo’s zijn.
Hij is voorzitter van Colored Qollective, een platform voor lhbtqia+-personen van kleur. Hij zegt in Het Parool begrip te hebben voor de actie van de moslimvoetballers. ‘Ik vind zo’n band zelf ook heel willekeurig, want ik kan nog wel wat andere belangrijke steunbetuigingen bedenken. Voor Palestina of voor Black Lives Matter of voor de slachtoffers van de aardbeving in Turkije. Voor die laatste groep kon er laatst ook géén gezamenlijk statement af.’ Volgens Joemmanbaks is de One Love-band een ‘afgedwongen gebeuren dat niks zegt over hoe iemand écht denkt. Draagt een voetballer ‘m om van de discussie af te zijn, of wil jij écht meer acceptatie en tolerantie?’
De voorzitter van Colored Qollective is juist positief over de toekomst. ‘Ik ben juist hoopvol, ik zie verandering. Ik zie dat moslim queers in Nederland meer hun plek opeisen, steeds meer van zich laten horen. Ze zoeken elkaar op in chatgroepen, er worden platforms opgericht, activiteiten georganiseerd.’ Als voorbeeld noemt hij de queer-iftars, die tijdens de Ramadan, die later deze week weer begint, zullen worden georganiseerd.
Ook homobelangenorganisatie COC ziet steeds meer lhbtqia+-moslims opstaan. Er zijn verschillende organisaties die laten zien dat moslim-zijn prima samen kan gaan met lhbtqia+, zegt COC-woordvoerder Philip Tijsma. Dit gebeurt onder andere via Respect2Love van COC, Pink Marrakkech en Stichting Maruf.
Volgens Willem Huijnk van het Sociaal en Cultureel Planbureau is de acceptatie van lhbtqia+ binnen de Turkse en Marokkaanse gemeenschap in Nederland in de loop van de tijd iets gegroeid. ‘We zien ook dat de acceptatie bij de tweede generatie groter is dan bij de eerste generatie’, zegt hij tegen Het Parool. De acceptatie is er groter als het onderwerp ver weg is. 80 procent van de Marokkaanse Nederlanders en 70 procent van de Turkse Nederlanders onderschrijft de stelling ‘homoseksuele mannen en vrouwen moeten hun leven kunnen leiden zoals zij dat willen’. Maar 56 procent van de Marokkaanse en Turkse Nederlanders heeft er een probleem mee, als hun kind plotseling thuis komt met een partner van hetzelfde geslacht.
Yaşar Gülmez, initiatiefnemer van stichting Sirkaf voor biculturele lhbtq, is daarom kritisch. Hij gelooft dat het voor Turkse en Marokkaanse Nederlanders – moslim of niet – heel moeilijk is om ‘uit het heterohokje’ te stappen. Dit heeft volgens hem niet zozeer met de islam te maken, maar met de conservatieve cultuur. ‘Turkse Nederlanders zijn doorgaans behoorlijk conservatief. Dat merk je ook tijdens de Turkse verkiezingen; er wordt veel op Erdogan gestemd. En vanuit dat conservatisme zijn ze ook tegen lhbtqia+.’
De Britse minister Suella Braverman was zaterdag in Rwanda. Ze sprak daar met de Rwandese president Paul Kagame. Groot-Brittannië hoopt asielzoekers te kunnen deporteren naar dit land.
Er is veel kritiek op de plannen van de Britse regering. Advocaten en activisten vinden dat Groot-Brittannië hiermee de mensenrechten schendt. Ook de Rwandese president ligt onder vuur, omdat hij steun geeft aan rebellen die in Congo aan het moorden en verkrachten zijn.
De Britse regering wil tienduizenden asielzoekers naar Rwanda deporteren. In ruil daarvoor krijgt dat land in Oost-Afrika economische hulp. Het Britse parlement steunt dit idee, maar tegenstanders zijn naar de rechter gestapt.
Ook de Verenigde Naties noemen de nieuwe Britse asielwet een ‘duidelijke schending’ van het internationaal recht. Daarom zijn er nog altijd geen vluchtelingen naar Rwanda gestuurd.
Een Koerdische vluchteling uit Iran verblijft sinds enige tijd in Groot-Brittannië. Hij vertelt aan Middle East Eye dat hij absoluut geen zin heeft om naar Rwanda te gaan: ‘Als ik naar Rwanda wilde, zou ik naar Rwanda gaan. Ik weet de weg naar Rwanda.’
Migratiedeskundige Zoe Gardner ziet het bezoek van minister Braverman als een publiciteitsstunt. Zij noemt het plan van de Britse regering ‘wreed’. Het land vangt asielzoekers nu op in hotels en asielzoekerscentra. Ze moeten jarenlang wachten op de verwerking van hun asielaanvraag. In de tussentijd mogen ze niet werken. Gardner denkt dat er ‘niet meer dan een handvol’ mensen naar Rwanda zullen worden gestuurd.
Groot-Brittannië is een populaire bestemming voor veel asielzoekers. Ze maken de overtocht over het Kanaal in kleine bootjes. Daarbij verdrinken regelmatig mensen.
Astronoom Hicham Aissaoui denkt dat in Marokko donderdag 23 maart de eerste dag van de vastenmaand ramadan zal zijn. Het begin van een nieuwe maand hangt in de islamitische kalender af van de maanstand.
Morocco World News meldt dat Aissaoui ook voorziet dat Marokkanen deze maand dertig dagen moeten vasten. De afgelopen vijf jaar duurde de ramadan voor Marokkaanse moslims een dag korter.
De islam hanteert een ‘maankalender’, waarbij een maand start zodra de nieuwe maan is gezien. Veel landen volgen de richtlijnen van Saoedi-Arabië, een van de landen waar men nauwkeurig observeert of het al nieuwe maan is. Astronomieberekeningen verschillen van expert tot expert.
Marokko zal naar verwachting woensdag de maansikkel waarnemen en dan begint een dag later de nieuwe maand. Andere landen, zoals Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte, zullen naar verwachting dinsdag de resultaten van de maansikkelwaarneming bekendmaken.
Sommige astronomen denken dat de meeste Arabische landen aanstaande donderdag de eerste dag van de ramadan zullen vieren, waarbij velen de start van het vasten al vieren aan de vooravond, op woensdagavond.
In Turkije start de ramadan naar verwachting woensdagavond. Ramadan is de negende maand in de islamitische kalender waarin moslims zich van zonsopgang tot zonsondergang onthouden van drinken, eten en seks, afhankelijk van de waarneming van de maansikkel.
Er komen meer vluchtelingen in Amsterdam wonen. En zij zullen voor langere tijd blijven. Dat maakt wethouder Rutger Groot Wassink op 19 maart bekend, meldt de lokale nieuwszender AT5. Ook de ‘asielboot’, een tijdelijke noodopvang voor asielzoekers, zal langer blijven.
Groot Wassink gaat als wethouder over de vluchtelingenopvang. Hij verwacht een flinke toename van het aantal asielzoekers in Nederland. Daarom wil hij in stappen de opvang in Amsterdam uitbreiden. ‘We spreken met het kabinet over de vraag wat er nodig is en voor hoeveel mensen.’
‘Crisisnoodopvang is tijdelijk’ vertelt Groot Wassink. Amsterdam worstelt al langere tijd met het opvangen van vluchtelingen. ‘Wat we nodig hebben is dat alle gemeenten vluchtelingen gaan opvangen.’
Het kabinet wil met zijn ‘spreidingswet’ gemeenten kunnen dwingen vluchtelingen op te vangen. Groot Wassink denkt echter dat die wet er niet gaat komen. Daarom neemt hij nu zelf initiatief om de opvang uit te breiden.
Amsterdam vangt ook vluchtelingen op een cruiseschip op. Deze ‘asielboot’ ligt sinds eind augustus 2022 in het Westelijk Havengebied. Na een jaar zouden de asielzoekers weer weg moeten uit deze boot. Groot Wassink vertelt nu echter dat de asielboot voor langere tijd gebruikt gaat worden.
Amsterdam vangt op dit moment 3500 asielzoekers op. Dat moeten er op korte termijn veel meer worden, stelt de wethouder. Het verminderen van de ‘instroom’ van asielzoekers is volgens hem geen optie. Het gaat immers om mensen die vluchten voor oorlog, geweld en honger. Internationale afspraken verplichten Nederland om opvang te bieden.
Vorig jaar nog sliepen honderden mensen in Ter Apel buiten. Voor hen was geen plek in het asielzoekerscentrum in dit Groningse dorp. Groot Wassink gaat zijn best doen te voorkomen dat dit opnieuw gebeurt. ‘Als dat weer dreigt te gebeuren, dan zullen wij als Amsterdam te hulp schieten.’
Salma Chafouk Idrissi en Zainab Goelaman maakten de online dramaserie Katwalk over een hoofddoekdragend meisje dat model wil worden. ‘Schoonheid én een hoofddoek, het lijkt onverenigbaar voor deze maatschappij.’
Regisseur en co-schrijver Salma Chafouk Idrissi (34) en schrijver Zainab Goelaman (31) groeiden op in een islamitisch gezin en hebben ervaren hoe ingewikkeld het kan zijn om twee, schijnbaar tegengestelde, werelden te verenigen. In de serie Katwalk onderzoeken ze of het biculturele meisje Khadija, gespeeld door Meryam Khaldi, ook gewoon een droom kan en mag najagen, zonder dat dit altijd teruggeleid wordt naar haar hoofddoek. Ze leiden ons aan de hand van drama, humor en feministische punk-invloeden bekwaam door een wereld vol stereotyperingen en oogkleppen. Resultaat is een kleurrijke dramaserie, geproduceerd door AvroTros, waarin de schoonheid van een jonge, islamitische vrouw centraal staat.
Als autodidactische makers ontwikkelden jullie Katwalk en putten daarbij uit jullie eigen ervaringen. Hoe ging dat proces?
Goelaman: ‘We vonden veel herkenning bij elkaar. We hebben beiden niet het privilege gehad de filmindustrie op een conventionele manier te betreden, dus zijn we het maar zelf gaan doen. Allebei hadden we een carrière die in het teken stond van andermans talent, zonder zelf te veel naar de voorgrond te treden. Veel van die raakvlakken en elementen komen terug in de serie. Zo werd het maakproces ook een therapeutische ervaring voor ons. Katwalk is een blauwdruk voor ons brein: wat óns bezighoudt, wat wíj ons afvragen, waar we om moeten lachen en wat ons boos maakt. Aangezien dit mijn debuut als scriptschrijver is, had ik geen referentiekader en kon ik niet anders dan intuïtief te werk gaan. In plaats van bepaalde methodes, technieken of systemen toe te passen, berust dit verhaal volledig op ons gedeelde gevoel. Dat vertaalt zich denk ik naar de herkenbaarheid van de serie.’
Chafouk Idrissi: ‘Het vertrekpunt van het schrijfproces was de vraag: Hoe blijf je als biculturele vrouw dichtbij jezelf en je dromen? In de zoektocht naar antwoorden zijn wij een klankbord geweest voor elkaar. In die zin is het zeker een soort therapie geweest. Los van die vergelijkbare ervaringen en de maatschappelijke boodschap, vonden we elkaar ook in het creatieve proces. Humor en absurdisme zijn belangrijke elementen voor ons die door de hele serie heen schijnen.’
Salma Chafouk Idrissi
Hoe ontstond het idee voor de serie?
Chafouk Idrissi: ‘Ik wilde graag een verhaal vertellen over een bicultureel meisje dat worstelt met zowel de dominante maatschappelijke denkwijzen als de culturele verwachtingen waar zij mee te maken heeft.’
Staat Kats hoofddoek symbool voor die worsteling?
Chafouk Idrissi: ‘Absoluut. Als Marokkaans-Nederlandse vrouw heb ik van dichtbij meegemaakt hoe uitdagend het dragen van een hoofddoek kan zijn. Het wordt je moeilijk gemaakt om volledig en waardig te participeren in de maatschappij. Zo hebben meerdere werkgevers in het verleden aan mijn moeder gevraagd om haar hijab af te doen. Er lijkt bijna geen ruimte te zijn voor de hoofddoekdragende vrouw in de westerse maatschappij. Dit maakt ware inclusie moeilijk.’
Hoe zat dat bij jou, Zainab?
Goelaman: ‘Mijn moeder besloot op latere leeftijd een hijab te gaan dragen. Van de ene op de andere dag veranderden de blikken. Eerder werd zij bewonderd om haar prachtige uiterlijk en uitstraling, nu wordt haar identiteit gereduceerd tot ‘vrouw met hoofddoek’, inclusief alle vooroordelen die daarbij komen kijken. Het is nog steeds dezelfde mooie vrouw, althans zo zie ik haar. Maar de wereld om haar heen blijkbaar niet meer. Schoonheid én een hoofddoek, het lijkt onverenigbaar voor deze maatschappij. Dat heeft bij mij een zaadje geplant.’
Hebben jullie tijdens het maken van de serie met vergelijkbare stigma’s te maken gehad?
Chafouk Idrissi: ‘Voor de rol van Kat wilden we, in lijn met het verhaal, een meisje casten dat in het dagelijks leven ook een hoofddoek draagt. Dat was voor ons van uiterst belang, want juist daarom wilden we deze serie maken. Maar zowel de televisie-industrie als onze omgeving hadden daar hun bedenkingen bij. Een acterende moslima zou niet te vinden zijn of niet de juiste kwaliteit kunnen leveren.’
‘Schoonheid én een hoofddoek, het lijkt onverenigbaar voor deze maatschappij’
Jullie liepen dus tegen verwijtbare vooroordelen aan?
Chafouk Idrissi: ‘Zeker. De aanname is dat meisjes met een hoofddoek niet willen acteren, of dat niet mogen vanwege hun geloof. Kortom, ze zouden daar niet gemotiveerd voor zijn. Maar uiteindelijk hebben veertig jonge moslima’s zich aangemeld voor de rol van Kat. Ze herkenden zich in het verhaal en voelden zich eindelijk gerepresenteerd op een authentieke manier, in plaats van clichématig en onderdrukt zoals de media hen graag afschildert. Uit al die aanmeldingen hebben we Meryam Khaldi gecast en zij heeft Kat fantastisch vertolkt.’
Goelaman: ‘Een industrie vol machtige, voornamelijk witte, mensen met zoveel bereik, kennis, ervaring en geld en toch zijn er twee jonge autodidacten voor nodig om voor het eerst een serie te maken met een hijabi in de hoofdrol. Dat is opmerkelijk, veelzeggend en teleurstellend. Als hoofddoekdragende vrouw val je gelijk op als je een ruimte betreedt, maar op het moment dat het over participatie of representatie gaat, word je opeens totaal over het hoofd gezien. Ik vind dat heel raar.’
Zainab Goelaman
Dat de mode-industrie een strak keurslijf afdwingt is bekend. Wat legt Katwalk nog meer bloot?
Chafouk Idrissi: ‘De serie gaat over meer dan opgelegde schoonheidsidealen. Het laat ook zien hoe de mode-industrie een onveilige omgeving kan zijn. Er is geen privacy, man en vrouw lopen door elkaar, modellen moeten zich te pas en te onpas uitkleden. Dat is een perspectief dat nog niet eerder getoond is.’
Dus zolang dat zo is, krijgen we ook een eenzijdig beeld van schoonheid te zien?
Chafouk Idrissi: ‘Zelfs als een meisje met hoofddoek op de voorkant van een blad staat, weten we nog niet hoe zij achter de schermen behandeld is. We weten niks over het castingproces, of haar persoonlijke grenzen zijn overschreden, of er wel een kleedkamer voor haar was. Katwalk is ook geput uit verhalen van modellen met een hoofddoek. Zoals het verhaal van Halima Aden, een voormalig topmodel dat besloot te stoppen wegens gebrek aan privacy. Representatie aan de voorkant kan ook bestaan zonder inclusiviteit aan de achterkant.’
Goelaman: ‘Katwalk bevraagt veel meer dan de mode-industrie. Er zijn tig verhalen over machtsmisbruik in de creatieve sector. Dat beperkt zich absoluut niet tot vrouwen met een hoofddoek. Door dit verhaal te vertellen, stellen wij veelvoorkomende misstanden aan de orde.’
In de serie bevragen jullie of een biculturele vrouw ook gewoon een droom kan najagen, zonder dat die in relatie moet staan tot haar achtergrond. Hoe ervaren jullie dat?
Chafouk Idrissi: ‘In Nederland zie je veelal dat makers van kleur dingen maken over biculturele onderwerpen. Natuurlijk is het belangrijk dat die verhalen verteld worden, maar er moet ook ruimte zijn om andere verhalen te vertellen die daar niets mee te maken hebben. Makers van kleur worden op dit moment te weinig op projecten gezet die losstaan van hun kleur of achtergrond.’
Goelaman: ‘Ik word inderdaad vaak benaderd door witte producenten om biculture ideeën uit te werken, wat op zich een goede zaak is in het kader van inclusie. Maar het zijn meestal óf te clichématige plannen met weinig diepgang, óf hele pijnlijke verhalen die behoorlijk triggering [teweegbrengend]kunnen zijn voor mensen van kleur. Trauma porn, noem ik dat. Dat voelt voor mij een beetje als een soort dierentuin. Ik word dan als enige persoon van kleur in een overwegend witte werkomgeving geplaatst en moet vervolgens kunstjes laten zien vanuit mijn pijn, voor wit applaus, alleen maar om een beetje erkenning te krijgen als filmmaker. Ik doe daar niet meer aan mee. De volgende productie die ik schrijf wordt een comedy, of misschien wel sciencefiction of fantasy. Met bruine en zwarte hoofdrolspelers.’
Voor wie hebben jullie het verhaal geschreven?
Goelaman: ‘Ik heb deze serie geschreven voor alle biculturele meisjes die zich tot nu niet gerepresenteerd hebben gevoeld in de media. Het is bedoeld voor iedereen bij wie dit verhaal resoneert. Toen ik zo oud was als Kat in de serie had ik dit ook graag gezien, om mijzelf de kracht en inspiratie te geven om mijn dromen na te jagen. Dus ik heb het ook een beetje voor mijn jongere zelf geschreven. Daarnaast is de serie in principe voor iedereen toegankelijk, want Katwalk zit vol humor. Dat vind ik een enorm belangrijk element in alles wat ik maak. Laten we alsjeblieft ook een beetje lachen met elkaar, ongeacht je achtergrond.’
Chafouk Idrissi: ‘Ik hoop dat de jonge meisjes die Katwalk zien zich herkennen en weten dat ze mogen vechten voor hun dromen. Daarnaast hoop ik dat de mode-industrie gaat nadenken over de bestaande systemen en zich gaat afvragen hoe om te gaan met diversiteit en inclusie, wat verder gaat dan enkel iemand van kleur op de voorkant van een tijdschrift plaatsen. Hopelijk draagt Katwalk ook bij aan een ontwikkeling daarin.’
Wat hebben jullie geleerd van het maakproces?
Chafouk Idrissi: ‘Door Katwalk te maken zijn er veel dingen waar ik vroeger over twijfelde op hun plek gevallen. Waar ik mij voorheen kon laten meeslepen door verwachtingen van anderen, sta ik nu veel meer in contact met mijn eigen waarheid en visie. Je zou kunnen zeggen dat Kat uit mij heeft gehaald wat eigenlijk al heel lang in mij verstopt zat.’
Goelaman: ‘Ik ben veel zelfverzekerder geworden als mens en als maker en durf eindelijk de tijd, ruimte en aandacht op te eisen die ik nodig acht om écht mezelf te kunnen zijn. Ik hoop dat Katwalk dat losmaakt in iedereen die ernaar kijkt.’
Katwalk is elke maandag om 16:00 te zien op het YouTube-kanaal van NPO 3 en op npo3.nl.
Marion Lalisse is de nieuwe Europese coördinator voor de strijd tegen moslimhaat en -discriminatie. In die functie ontmoette ze recent Rabin Baldewsingh, de Nederlandse coördinator racisme en discriminatie. Lalisse is verontrust over islamofobie in Nederland. Vooral de recente koranverscheuring baart haar zorgen.
Lalisse werkt al jaren voor de Europese Commissie. Sinds 1 februari als Europese coördinator van de strijd tegen moslimhaat en -discriminatie. Ook haar nieuwe rol vervult ze voor dat Brusselse orgaan. Om kennis te maken geeft ze journalisten de kans haar vragen voor te leggen. De Kanttekening is het enige platform uit Nederland dat hierbij aanwezig is.
‘Ik ben de derde persoon die deze rol als coördinator vervult’, vertelt Lalisse. ‘De functie bestaat sinds 2015. Het is een uitdagende baan die ook broodnodig is, zoals we elke dag kunnen zien op sociale media. Wij richten ons op de slachtoffers.’
Lalisse werkt sinds 2006 als ambtenaar in Europa en heeft er al diverse andere functies op zitten. ‘Ik heb in diverse andere landen gewerkt, onder andere in het noordelijke deel van Cyprus, in een poging beide partijen op het eiland nader tot elkaar te brengen. Ik heb veel interesse in mensenrechten en godsdienstvrijheid. En ik heb in diverse landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten gewerkt. Ik heb veel interesse in de islam wereldwijd.’
Haar rol valt onder artikel 2 van het verdrag van de Europese Unie. Dat gaat over mensenrechten en de rechten van minderheden. ‘Islam is in Europa de grootste religieuze minderheid. Maar ik kijk ook naar mensen die gediscrimineerd worden omdat ze gezien worden als moslim, terwijl ze dat niet zijn.’
‘Als het gaat om haat tegen moslims, verzamelen we statistieken uit diverse Europese landen en ook van internationale organisaties. De cijfers zijn beangstigend: in 2020 stelde de directeur van een mensenrechtenorganisatie dat volgens onderzoek 22 procent van de Europeanen geen moslim als buurman wilde. Bijna een kwart dus. En 31 procent wilde geen moslim als familielid.’
Baldewsingh
De Europese Commissie heeft officieel gereageerd op de koranverbranding in Zweden. Lalisse geeft aan dat ze de situatie in Zweden goed heeft gevolgd, net als het verscheuren van de Koran in Nederland door Edwin Wagensveld van de extreemrechtse organisatie Pegida. ‘De Commissie heeft duidelijk gemaakt dat racisme en haat geen plek hebben in Europa. Dit soort acties, die oproepen tot haat, zijn niet in lijn met Europese waarden. Het onderzoeken en vervolgen van dit soort gevallen is echter aan de landen zelf.’
Op Twitter postte Lalisse een foto van haar ontmoeting met Rabin Baldewsingh, de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. Ze kondigde daarbij aan dat ze met Baldewsingh gaat samenwerken. ‘Ik was onder de indruk van zijn toewijding aan de strijd tegen anti-moslimhaat. Zo willen we een rondetafelgesprek met onderzoekers in Nederland organiseren om te praten over mogelijke oplossingen. Dit is ook de weg die ik wil volgen: kijken naar de best practices in de lidstaten.’
‘Natuurlijk hebben we het gehad over het ontheiligen van de Koran’, vervolgt Lalisse. ‘We zijn het beiden eens dat dit strijdig is met onze waarden. We hebben het gehad over de noodzaak hiertegen je stem te laten horen en om alle vrijheden te respecteren.’
Nog geen concreet beleid
Lalisse is zich ervan bewust dat de Europese moslimgemeenschap heel divers is, en dat het lang niet altijd gaat om migranten. ‘Er zijn Tataren (moslims uit Rusland en Oekraïne, red.) en Turkse Cyprioten. Zij zijn geen vreemdelingen. We hebben landen als Frankrijk en Duitsland met een grote islamitische minderheid. En verder kennen Bulgarije en Cyprus hoge percentages moslims. In andere Europese landen vormen ze echter een kleine minderheid. Het belangrijkste is een voorbeeld stellen. We kunnen buiten Europa geen democratie en mensenrechten prediken, terwijl we intern discriminatie laten bestaan.’
Er is geen concrete strategie, geen concreet beleid voor de Europese strijd tegen haat en discriminatie van moslims. De vraag is of daardoor de discriminatie van moslims niet te snel buiten beeld raakt. Lalisse: ‘De strijd tegen moslimdiscriminatie wordt nu gevoerd onder de bredere vlag van de strijd tegen racisme. Ik wil ambitieus zijn, maar realistisch.’
‘Er zijn mensen die niet willen dat er op begraafplaatsen speciale plekken komen voor moslims’
Ze wil medio 2024 een document publiceren met een concretere oriëntatie voor de aanpak van moslimdiscriminatie als specifiek probleem. Volgend jaar komt er een nieuwe Europese Commissie en Lalisse hoopt dat die haar voorstellen wil overnemen. ‘Ik spreek daarvoor met onderzoekers, bedrijfsleiders, geïnteresseerde lidstaten en mogelijk ook religieuze organisaties om acties en aanbevelingen in kaart te brengen. Ik hoop dat de volgende Commissie meer prioriteit geeft aan anti-moslimdiscriminatie.’
Islamofobie
‘Terminologie is heel belangrijk’, bezweert Lalisse. Ze is zich ervan bewust dat woordkeuze ertoe doet. Zo is de term ‘islamofobie’ omstreden bij rechtse mensen en rechtse Europese regimes – zoals de autoritaire regering van Viktor Orbán in Hongarije. ‘Intern hebben we besloten te spreken van anti-moslimhaat, omdat we vrijheid van meningsuiting en mogelijke kritiek op de islam, haar religieuze leiders en religieuze boek willen respecteren. Mits mensen daarmee geen haat aanmoedigen. Een paar afwegingen hebben tot de keuze voor deze term geleid. Ook omdat ‘islamofobie’ is gekaapt door sommige groepen en landen met een islamitische meerderheid. Mensen waarschuwen mij dat we moeten kijken naar het fenomeen en de oplossingen, en niet naar de term.’
Op 15 maart was de Internationale Dag tegen Islamofobie, ingesteld door de Verenigde Naties. De naamgeving leidde tot kritiek. Gaat de EU deze dag volledig steunen, of komt ze vanwege de term ‘islamofobie’ met een eigen dag?
Lalisse begrijpt deze vraag: ‘Toen deze internationale dag werd ingesteld, had de Europese Unie inderdaad zorgen. Frankrijk ook. Vrijdag kwamen ze daarover met een verklaring. Wij hebben telkens dezelfde positie: we zijn tegen alle vormen van racisme en haat. We hebben stappen gezet in de strijd tegen moslimdiscriminatie. Daar gaan we mee door. Lidstaten van de EU vinden dat de Verenigde Naties onpartijdig moeten zijn. Sommige mensen vonden dat er geen dag moest zijn die is gewijd aan één speciale groep. En in augustus is er ook al een dag tegen geweld tegen gelovigen in het algemeen. Het is belangrijk om dit op een inclusieve manier te doen.’
Boerkaverbod
Lalisse heeft, kortom, een vol programma met allerlei ontmoetingen. Ze wil het probleem van haat en discriminatie van moslims nauwkeurig in kaart brengen. De problemen waarmee moslims worstelen, waaieren breed uiteen. Zo gaat Lalisse spreken met ondernemers en waar zij tegenaan lopen: ‘In de maand voor diversiteit, dat is in mei, willen we samenkomen met bedrijven om te spreken over discriminatie en haat tegen moslims.’
Daarnaast wil ze veel luisteren – en reageren op zaken die Europese moslims zelf aankaarten. Op allerlei vlakken zijn er spanningen. ‘Zo zijn er mensen die niet willen dat er op begraafplaatsen speciale plekken komen voor moslims’, weet Lalisse. ‘Als het gaat om haat is het interessant te kijken naar cijfers die iets laten zien over hoe moslims zich gediscrimineerd voelen: bij sollicitaties, in het onderwijs. Wij vragen cijfers op bij de politie en de autoriteiten. We helpen slachtoffers om misdrijven te melden.’
Bekend zijn ook de rechtszaken rondom moslims die hun baan verloren omdat ze een hoofddoek dragen. Zo kreeg een Duitse moslima anderhalf jaar geleden gelijk bij het Europees Hof van Justitie, toen zij haar ontslag aanvocht. Haar werkgever had haar niet mogen ontslaan toen ze een hoofddoek ging dragen. Advocate Elsa van de Loo stelde naar aanleiding van deze zaak dat het Hof het ook in de toekomst voor werkgevers moeilijker heeft gemaakt de hoofddoek te verbieden.
In diverse Europese landen gelden echter wel wetten die het dragen van een hoofddoek, boerka of nikaab op specifieke plekken verbieden. Moslims ervaren dat vaak als discriminatie, ook al zijn de betreffende wetten algemeen geformuleerd. Het verbod op het dragen van gelaatsbedekkende kleding in Nederland is een voorbeeld van zo’n wet die heel breed is geformuleerd, maar die in de praktijk vrijwel altijd alleen moslims treft.
Gaat Lalisse ook daarover uitspraken doen? ‘Wat institutionele discriminatie en het boerkaverbod betreft: dit is in diverse lidstaten veel besproken. Ook in Frankrijk, mijn eigen land. De hoofddoek en religieuze kleding is een onderwerp waar de EU alleen iets over te zeggen heeft op het gebied van werkgevers en werknemers. De Commissie wil inclusie bevorderen en zegt niks over een bepaalde voorkeur voor kleding. Regelgeving over het dragen van de boerka of hijab in het openbaar is een verantwoordelijkheid van lidstaten zelf. Tegelijk moeten vrouwen vrij zijn om te dragen wat ze willen, ook binnen de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing.’
De dissidente Iraanse activiste Masih Alinejad is in Nederland. Gisteren sprak ze met premier Rutte en was ze te gast in tv-programma Op1. Vanavond spreekt ze in het Amsterdamse debatcentrum De Balie. Onomstreden is Alinejad echter niet, onder meer omdat ze zich verzet tegen het begrip islamofobie.
Vanwege haar inzet voor vrouwenrechten is Masih Alinejad haar vaderland Iran ontvlucht. Ze woont en werkt nu in de Verenigde Staten. Maar ook daar is ze haar leven niet meer zeker. Vorig jaar zomer werd een 23-jarige man opgepakt, die mogelijk een moordaanslag op haar aan het voorbereiden was, en zich twee dagen in de buurt van haar woning ophield.
Iran voert een propagandaoorlog tegen Alinejad, die een geheim agente van de Amerikaanse regering zou zijn. Ze zou de dood van Mahsa Amini – die leidde tot demonstraties tegen het ayatollah-regime door heel het land – gebruiken om Iran internationaal verder te isoleren. Ook zou ze in nauw contact staan met zionisten.
Maar ook in het Westen roept de vrouwenrechtenactiviste en journaliste tegenstand op, vanwege haar scherpe uitlatingen over het begrip islamofobie en het dragen van de hijab. Zo verzette Alinejad zich vorig jaar tegen een wetsontwerp van de Democratische politica Ilhan Omar, die islamofobie strenger wil aanpakken. Beide vrouwen liggen elkaar al langer niet. Omar deelde in 2020 een artikel van een Amerikaanse denktank, waarin wordt beweerd dat Alinejad door de Amerikaanse regering werd betaald voor haar werk voor de tv-zender Voice of America (VOA) en Donald Trumps ’talking points’ zou echoën.
Fundamentelere kritiek op Masih Alinejad is onder woorden gebracht door de Iraans-Amerikaanse wetenschapper Azadeh Nazer Fassihi, die aan The Pennsylvania State University promoveerde op een proefschrift over vrouwenrechten en neo-oriëntalisme. Daarin betoogde Fassihi dat Alinejad en haar anti-hijabcampagne My Stealthy Freedom (MSF) oriëntalistische beelden over de islam – als een religie die vrouwen onderdrukt – versterken. Alinejad zou zich schuldig maken aan ‘zelf-oriëntalisme’ door op een ongenuanceerde manier tegenstellingen te scheppen – onder andere tussen ‘onvrije’ vrouwen uit islamitische landen die een hoofddoek dragen en ‘vrije’ vrouwen in het Westen die dat niet doen. Ook zou ze haar eigen verhaal tot norm maken en daarmee de complexe werkelijkheid van Iran geen recht doen. ‘Ze draagt bij aan een steeds vijandigere sfeer van islamofobie in het Westen met een voorstelling van de individualistische waarheid, in plaats van bredere historische contexten’, aldus Azadeh Nazer Fassihi.
Alinejad zelf ziet dit anders. Volgens haar kun je in het Westen maar moeilijk kritiek hebben op het Iraanse regime, omdat je al gauw in de islamofobe hoek wordt weggezet. De vrouwenrechtenactiviste voelt zich verraden door westerse feministen, die volgens haar solidair zijn met conservatieve moslima’s die een hijab dragen en er zelf een dragen als naar een islamitisch land gaan. Zij zouden niet solidiar zijn met de vrouwen die zich tegen de hijab verzetten.
Dit zei Alinejad in gesprek met de Amerikaanse talkshowhost Bill Maher, die door critici al langere tijd van islamofobie wordt beschuldigd. Maher vroeg Alinejad waarom zoveel liberals (progressieven) zo omzichtig omgaan met de islam. Alinejad: ‘Ik ben opgegroeid in een land waar ik te horen kreeg dat, als je je haar laat zien, je naar de gevangenis gaat, je zweepslagen krijgt, je vermoord wordt. Maar hier vertellen ze mij: ‘Shh! Als je hierover praat, veroorzaak je islamofobie….’ Een fobie is irrationeel. Maar geloof mij, mijn angst – en de angst van miljoenen vrouwen in Iran en Afghanistan – is rationeel.’
Wat te maken van de enorme winst die BBB heeft behaald in de Provinciale Staten en daarmee ook in de Eerste Kamer? Gaat deze nieuwe populistische partij hetzelfde lot tegemoet als de LPF en Forum voor Democratie, die na een tijdje implodeerden? Of moeten we Caroline van der Plas en de BBB zien als de opvolgers van Boer Koekoek en de Boerenpartij, een belangengroep voor boeren die ook een gevoelige snaar wist te raken bij andere ontevreden kiezers?
In de Eerste Kamer kan het kabinet wellicht nog proberen om samen met de ‘linkse wolk’ het huidige beleid voort te zetten, Maar in veel provincies lijkt een coalitie zonder BBB een onmogelijkheid. Met name op het cruciale stikstofdossier zal de vraag zijn wie dit uit gaat voeren: het Rijk of de provincie? In het laatste geval leidt dat tot een botsing met de Haagse agenda.
Niet voor niets suggereerde uitgerekend CDA-leider Wopke Hoekstra recent nog in het tv-programma Buitenhof dat vooral de provincie het stikstofbeleid moet uitvoeren. De toekomst van de christendemocraten staat nu op het spel. BBB dreigt deze partij leeg te eten. Het CDA heeft qua achterban het meest te verliezen op het stikstofdossier. Het is dan ook niet onwaarschijnlijk dat deze partij de komende jaren – onder druk van BBB – zal proberen de stikstofplannen van VVD en D66 te saboteren. Zijn die laatste partijen bereid om water bij de wijn te doen? Of komt het kabinet misschien ten val?
Maar het gaat niet alleen om stikstof en klimaat. De verkiezingen van 15 maart hebben de groeiende kloof tussen Randstad en platteland blootgelegd. En vooral ook de kloof tussen het deel van de samenleving dat grote invloed heeft op het beleid in Nederland, en het deel dat zich ongehoord voelt. Forum voor Democratie was in 2019 zeer populair bij die laatste groep. Nu is dat BBB. De onvrede heeft zich echter verbreed. Het gaat niet langer alleen om migratie gerelateerde thema’s, maar om technocratie in de brede zin van het woord. Forum voor Democratie heeft zijn kiezers van 2019 flink teleurgesteld. De kans is zeer groot dat BBB haar kiezers ook teleur gaat stellen.
De bestuurlijke elite kan en mag zich niet langer verschuilen achter Europese afspraken of internationale verdragen
Maar ook al loopt BBB mogelijk op een grote mislukking uit, dit verandert niets aan het probleem. Namelijk dat veel burgers een onbehagen voelen over hoe Nederland nu wordt geleid. Je kunt een land immers niet alleen besturen met experts. Je moet op tal van vraagstukken democratisch draagvlak vinden, door over de gehele breedte de bevolking erbij te betrekken. Helemaal als het gaat om de verbouwing van hun land of leefomgeving. De bestuurlijke elite kan en mag zich niet langer verschuilen achter Europese afspraken of internationale verdragen.
De verkiezingsuitslag laat zien dat de behoefte aan een sterke nationale democratie springlevend is. Burgers willen meer inspraak. Ze willen zien dat besluiten tot stand komen middels democratische besluitvorming. En niet op basis van wat de Europese Unie wil of belangenorganisaties en activisten bereiken via de rechter. Technisch en wettelijk gezien zullen die afspraken en uitspraken wel kloppen, maar voor het gevoel van veel burgers wordt hiermee de democratie systematisch uitgehold. Als de gevestigde orde doof blijft voor deze sentimenten, dan nemen bestuurders een groot risico.
Op een aantal grote thema’s is een verschuiving nodig van Europese en internationale juridische besluitvorming naar meer nationale besluitvorming, in combinatie met democratische vernieuwing. Geef burgers over de gehele linie meer invloed op wat er gebeurt in hun land. Ook al leidt dat vervolgens niet altijd tot de uitkomsten die de links-liberale elite wenselijk acht, zoals bijvoorbeeld op terreinen als migratie of natuur. In een democratie is iedere stem van elke burger gelijkwaardig. Zolang we dat vergeten, zal de huidige onvrede niet alleen blijven voorbestaan, maar zich ook gaandeweg verder uitbreiden. Met alle gevolgen van dien.
De Boer Burger Beweging (BBB) is de grootste partij in alle provincies en daarmee ook in de Eerste Kamer. Vrijwel alle andere partijen hebben verloren. Hoe kijken Statenkandidaten van kleur op de verkiezingen terug?
Leontine Vreeke (beeld: de Kanttekening)
D66 is redelijk stabiel gebleven, zegt Leontine Vreeke. De partij had vijf zetels, dat zijn er nu vier of vijf geworden. In Rotterdam zijn er tijdens het tellen van de stemmen fouten gemaakt, dus het is nog niet duidelijk of D66 vier of vijf zetels krijgt in de Staten. ‘Misschien kom ik toch in de Staten straks’, zegt ze. De Rotterdamse stond op plek zes van de lijst voor Zuid-Holland, maar als D66 in het college van Gedeputeerde Staten komt en er mensen hoger op de lijst doorschuiven, kan Vreeke alsnog haar partij in de Provinciale Staten vertegenwoordigen.
Vreeke is nog niet heel lang lid van D66. Ze kan dus ook geen antwoord geven op de vraag of D66 in Zuid-Holland diverser is geworden in vergelijking met vier jaar terug. ‘Maar de afdeling Rotterdam is wel een stuk diverser geworden’, vertelt ze. Dat komt volgens haar omdat er mensen van kleur zaten in de commissie die de kandidatenlijsten adviseert: ‘Daar begint het: als de adviescommissie inclusief is, dan worden de lijsten ook inclusiever.’
Op dit moment is Vreeke lid van de wijkraad Katendrecht. ‘Als lid van deze raad heb je veel met de provincie te maken. Bewoners van de wijk willen bijvoorbeeld meer betaalbare woningen en het is de provincie die bepaalt hoe de nieuwbouw eruit moet zien. Ik wil in de Provinciale Staten om daarop meer invloed uit te kunnen oefenen.’ Vreeke weet niet of ze wijkraadslid blijft, mocht ze in Staten komen. ‘Het moet allemaal te combineren zijn.’
Inclusiviteit, een belangrijk thema voor Vreeke, gaat verder dan kijken naar kleur en gender alleen. ‘Het gaat ook over sociale klassen. De taal die gebruikt wordt, de sociale codes. Mensen uit lagere sociale klassen kennen niet altijd alle mores en hebben dus een achterstand.’ Een ander punt van zorg is de vergoeding voor wijkraadsleden en Statenleden. Vreeke vindt dat die omhoog moet. ‘Je krijgt als Statenlid een vergoeding van 900 euro netto per maand. Maar je bent er wel zo’n 20 uur in de week mee bezig.’
Links klimaatbeleid
Kivilcim Pinar (beeld: Kivilcim Pinar)
Kivilcim Pinar van de Partij voor de Dieren komt niet in de Provinciale Staten. Weliswaar groeit zijn partij van drie naar vijf zetels, maar hij staat op een onverkiesbare tiende plek. ‘Ik ben erg blij met het resultaat. En ik zag tijdens onze campagne al aankomen dat ik het niet zou redden. Veel mensen die we spraken op straat zeiden deze keer zeker op ons te zullen stemmen. We kregen meer positieve feedback dan in 2019.’
Over de coalitieonderhandelingen kan Pinar weinig zeggen. ‘Eerst komt er een verkenningsfase, waarvoor alle fracties zijn uitgenodigd.’ Wel weet hij dat Noord-Holland de enige provincie is waar een links klimaatbeleid, zonder BBB en VVD, gerealiseerd kan worden.
Pinar is geboren in Istanbul en emigreerde naar Nederland. Veel moslims hebben moeite met het standpunt van de Partij voor de Dieren over onverdoofd ritueel slachten, denkt hij. ‘Dat ligt gevoelig. Maar aan de andere kant moeten we bedenken dat kritiek goed is. De islam leert dat dieren zo min mogelijk pijn mogen lijden tijdens de slacht. Ze mogen ook geen stress hebben. Je moet goed zorgen voor dieren. Megastallen gaan in tegen de geest van de islam. Maar al het zogenaamde halal-vlees is afkomstig van de bio-industrie. Deze dieren zijn op een halal-wijze geslacht, maar omdat het proces ervoor niet halal is, is het eigenlijk geen halal vlees.’
Met de grote overwinning van BBB is Pinar niet blij. ‘Dit belemmert echte maatregelen om de uitstoot van stikstof tegen te gaan en op te komen voor dierenwelzijn.’ Ten slotte vraagt hij zich af of de mensen die op BBB hebben gestemd het in alles met de ideeën van deze partij eens zijn. Of willen ze gewoon een signaal afgeven richting Den Haag? ‘Ik denk het laatste. Ze willen tegen stemmen. In 2019 stemden veel mensen Forum voor Democratie, nu is BBB the new kid on the block.’
Tevreden over de uitslag
Walter Freeman (beeld: GroenLinks)
Walter Freeman komt hoogstwaarschijnlijk in de Provinciale Staten van Noord-Holland. ‘Ik sta op plek vier en GroenLinks heeft zeven zetels gehaald. We moeten nog wachten op de voorkeurstemmen. Het kan zijn dat mensen met veel voorkeurstemmen straks omhoogschuiven op de lijst, en ik dan alsnog niet verkozen word.’
De GroenLinks-kandidaat is niet ontevreden over het resultaat van zijn partij, ook al raakte die in Noord-Holland twee zetels kwijt. ‘In 2019 behaalden wij een monsterzege: we gingen naar negen zetels. Dit verlies is niet leuk, maar zeven zetels is niet slecht en dit betekent dat het groene verhaal is blijven plakken bij de kiezer. Ook is het positief dat andere partijen die een groene politiek voorstaan hebben gewonnen.’
De afgelopen vier jaar zat GroenLinks in Noord-Holland in het college van Gedeputeerde Staten. ‘We hebben veel voor elkaar gekregen’, vertelt Freeman trots. ‘We hebben laten zien dat het mogelijk is om bedrijven als Tata Steel aan te pakken. Ook hebben we onderzoek laten uitvoeren naar het slavernijverleden van het provinciehuis in Haarlem. En de commissaris van de koning heeft zijn excuses aangeboden voor het slavernijverleden van het gewest Holland in de zeventiende en achttiende eeuw. Verder hebben we concrete stappen gezet voor meer diversiteit en inclusie bij de provincie als werkorganisatie, bij het aannamebeleid. Bovendien organiseren we nu dialoogsessies over Keti Koti, de herdenking van de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Antillen op 1 juli.’
De ambitie van GroenLinks voor de komende vier jaar zal de aanpak van de klimaatcrisis zijn, zegt Freeman. ‘Dat thema stond centraal tijdens onze verkiezingscampagne. We mogen onze kop niet in het zand steken.’
Onder kinderen met Marokkaanse wortels is de kans het grootst dat ze als volwassene in armoede blijven leven. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het geloof dat kinderen uit arme gezinnen altijd arm blijven, moet worden genuanceerd, aldus het CBS. Maar liefst twintig procent van de kinderen uit de laagste inkomensgroep in 1995 heeft zich in vijfentwintig jaar opgewerkt tot de hoogste inkomensgroep.
‘Als je als dubbeltje geboren wordt, dan heb je nog best wel kans om een gulden te worden’, zegt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom bij CBS, tegen het Parool. Niettemin loop je – als je uit een lage inkomensgroep komt – wel een groter risico om in deze groep te blijven hangen. Bijna tien procent van de kinderen uit de laagste inkomensgroep heeft zelf later ook een laag inkomen. Het risico op een leven in armoede is dubbel zo groot.
Maar kinderen met een Marokkaanse achtergrond lopen nog meer risico om arm te blijven. Bijna twintig procent is als volwassene ook arm. Van alle kinderen die in het buitenland geboren zijn, en de ouders een laag inkomen hebben, loopt veertien procent risico op armoede. Dat is bijna drie keer zoveel als het landelijke gemiddelde, aldus het Parool.
Er is ook een beweging de andere kant op: kinderen uit hogere inkomensgroepen die minder verdienen dan hun ouders.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.