21.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 337

Campagne ChristenUnie opgeluisterd door Afrikaanse trommelmuziek

0

Een opmerkelijk beeld eergisteren in Amsterdam: ChristenUnie-Kamerlid Don Ceder deelde foldertjes uit voor de Provinciale Statenverkiezingen, terwijl hij begeleid werd door een Afrikaanse percussieband. Verandert de ChristenUnie van kleur?

Volgens opiniemaker Samuel Vandeputte, die hierover een uitgebreide analyse schreef voor Elsevier Weekblad, is de ChristenUnie de afgelopen tien jaar van koers veranderd. ‘De ChristenUnie doorkruiste als enige partij het kieskompas van rechts-conservatief (in 2012) naar links-progressief (in 2021)’, aldus de politicoloog.

De ChristenUnie en haar voorgangers – het Gereformeerd Politiek Verbond en de Reformatorische Politieke Federatie – stonden lange tijd een conservatief-christelijke politiek voor, maar nu staat een rooms-katholieke homoseksueel op een verkiesbare plek bij de Eerste Kamerverkiezingen. Ongeloof en revolutie, vindt het conservatieve deel van de achterban dat homoseksualiteit als een ernstige zonde beschouwt. Maar progressieve ChristenUnie-leden en jongerenorganisatie PerspectieF staan een vooruitstrevendere politiek voor en vinden dit juist een hele positieve ontwikkeling.

Ook ten aanzien van de multiculturele samenleving is de ChristenUnie progressiever geworden. Waar het GPV toentertijd een ‘nationaal-gereformeerde’ politiek voorstond, de racistische apartheidspolitiek in Zuid-Afrika steunde en kritiek had op de multiculturele samenleving in Nederland; daar pleit de ChristenUnie tegenwoordig voor de menswaardige opvang van vluchtelingen en richt de partij zich ook op christelijke kiezers van kleur. Bovendien kent de ChristenUnie nu een ‘veelkleurig netwerk’, naast een ‘vrouwennetwerk’ en een ‘LHNTIQ+ netwerk’.

In 2020 verscheen het boek Beelddragen, waarin deskundigen en partijprominenten de ChristenUnie opriepen zich meer open te stellen voor migrantenchristenen, zowel in de partij als bij de samenstelling van het verkiezingsprogramma. Al langer zag de ChristenUnie migrantenchristenen als een nieuwe electorale groep.

In 2018 kwam de ChristenUnie – voor het eerst – in de gemeenteraad van Amsterdam terecht, dankzij deze kiezers. In 2022 ging die zetel echter weer verloren, mede omdat raadslid Don Ceder in 2021 in de Tweede Kamer werd verkozen.

De vraag is of de progressievere koers van de ChristenUnie electoraal gezien een verstandige is. De meerderheid van de ChristenUnie-kiezers ziet zichzelf nog steeds iets vaker als rechts dan links. Ook komt de achterban nog steeds vaker uit niet-stedelijke gebieden. Als de ChristenUnie te progressief wordt, dan kunnen conservatieve kiezers uit protest naar de SGP overlopen. Deze partij propageert niet alleen het traditionele orthodox-christelijke standpunt over homoseksualiteit, maar staat ook een stuk kritischer tegenover de multiculturele samenleving.

Het opiniepanel van tv-programma EenVandaag peilde op 14 februari twee senaatszetels voor de ChristenUnie. Een halvering ten opzichte van de vorige Provinciale Statenverkiezingen.

Ook Egyptische vluchtelingen steken over naar Europa

0

Onder de vluchtelingen die met bootjes de Middellandse Zee oversteken, bevinden zich veel Egyptenaren. In de eerste helft van 2022 was 20 procent van de bootmigranten van Egyptische afkomst.

‘We waren net sardines in een blik, de een op de ander’, vertelde Romany aan Middle East Eye. Hij had in Egypte een bedrijf, maar dat ging failliet. Hij koos ervoor om naar Libië te vluchten. Vanuit dat land stak hij in een gammel bootje over naar Europa. ‘Er was een moment dat de golven te hoog waren. Toen verloren mensen echt de hoop. Ze waren aan het bidden.’

De belangrijkste reden voor Egyptenaren om naar Europa te vluchten is armoede. Het land kampt met een hoge inflatie. De oorlog in Oekraïne maakte de situatie nog erger. Ook is Egypte door en door corrupt.

Een andere reden om te vluchten is de dreiging van geweld. Egypte heeft een autoritaire regering. Die onderdrukt de Moslimbroederschap met harde hand. Ook is Egypte in gevecht met aanhangers van ISIS in de Sinaï. Die strijd heeft tot zo’n honderdduizend ontheemden geleid.

De Middellandse Zee is de dodelijkste migratieroute ter wereld. Sinds 2014 zijn er meer dan 24.000 mensen verdronken, toen zij probeerden naar Europa te vluchten. Migranten moeten in Italië tien jaar wachten voordat ze in aanmerking komen om het Italiaanse staatsburgerschap aan te vragen.

Syrische aardbevingslachtoffers zijn nog steeds lastig te helpen

0

De aardbevingen van 6 februari hebben zowel Turkije als Syrië getroffen, maar de berichtgeving concentreert zich op het Turkse deel. Door de burgeroorlog is het moeilijk het Syrische rampgebied te bereiken. Enkele gespecialiseerde hulporganisaties lukt dat wel.

Een organisatie die al heel lang in Syrië actief is, en anderhalf uur na de aardbeving al mensen ging helpen is Dorcas. Deze christelijke organisatie strijdt tegen armoede en zet zich in voor duurzame verandering in het leven van mensen in moeilijke levensomstandigheden. De focus ligt op Oost-Europa, Oost-Afrika en het Midden-Oosten.

En dus ook op Syrië. ‘Ons kantoor voor Syrië bevindt zich in Aleppo’, vertelt Jan Jacob Hoefnagel, woordvoerder van Dorcas. ‘Syrië is op dit moment met name toegankelijk voor organisaties die al in het land aanwezig zijn. We hebben er drie buurthuizen en twee kantoren. Aleppo ligt bij het epicentrum van de aardbeving. We hebben door de aardbeving geen toegang meer tot ons kantoor, maar we mogen gebruik maken van een kerk als coördinatiepunt. Veel van onze collega’s in Aleppo hebben geen huis meer. Sommigen hebben botbreuken en zijn erg ongerust over dierbaren met wie nog geen contact gelegd kan worden. Er is geen sprake van dodelijke slachtoffers onder onze mensen, maar dat is wel het geval bij onze partnerorganisaties.’

Veel mensen in de getroffen zone mogen hun huis niet meer in vanwege instortingsgevaar. Anderen willen, ondanks de kou, hun huis niet verlaten uit angst dat ze straks niet meer mogen terugkeren.

Hoefnagel vertelt dat er zoveel mogelijk voedselhulp wordt geboden. ‘Onze collega’s in Syrië delen per dag in het rampgebied vijfenvijftighonderd lunches en tweeduizend kant-en-klaarmaaltijden uit. Daarnaast verstrekken ze duizend voedselpakketten per maand. We rijden er ook rond met mobiele klinieken.’

Dorcas is eveneens actief in Libanon. Hoefnagel: ‘Vanuit dat land zijn er psychosociale hulpverleners naar Syrië vertrokken om hulp te verlenen. Daarnaast geven ze hun collega’s in Syrië een korte training, zodat ze weten hoe ze mensen kunnen bijstaan.’

Een voordeel dat Dorcas heeft vanwege haar sterke lokale worteling, is dat de organisatie geen tolken hoeft in te vliegen. ‘Anderhalf uur na de aardbeving startten onze collega’s al met noodhulp. Dat zorgde soms voor traumatische situaties, zoals wanneer onze hulpverleners familie of andere dierbaren aantroffen tussen de mensen die ze aan het helpen waren.’

Syrië heeft het extra lastig, ook omdat de infrastructuur er kwetsbaarder is. Bovendien is Turkije makkelijker toegankelijk voor de media, waardoor de nadruk bij de berichtgeving automatisch op dat land ligt. ‘Materieel en fysiek zijn beide landen in gelijke mate getroffen. In morele zin is Syrië ernstiger getroffen dan Turkije, vanwege de problemen die al speelden’, stelt Hoefnagel vast.

Er zijn veel donateurs van Dorcas die spontaan boven op hun gebruikelijke steun extra donaties doen en er melden zich nieuwe donateurs. Volgens Hoefnagel is het animo om te doneren in verband met de aardbeving ongekend. De hulporganisatie heeft 2,1 miljoen euro opgehaald. ‘We zijn er heel erg blij mee,’ aldus de woordvoerder.

Drie manieren om Syrië te bereiken

Ook andere organisaties, waaronder SOS-Kinderdorpen, zijn in Syrië actief. Daarnaast zijn er particuliere initiatieven van Syriërs die in Nederland wonen.

Een van hen is Rosh*, die al jarenlang in ons land woont. Hij heeft geen familieleden die zijn omgekomen als gevolg van de aardbeving, maar wel een kennis. Rosh begrijpt dat er meer aandacht is voor de situatie in Turkije, omdat de media daar wel naartoe mogen.

Het is lastig om Syrië binnen te komen, vertelt hij. ‘Het is niet voor iedere Syriër verantwoord om terug te keren. Ik ben van Koerdische afkomst en kan naar het Koerdische gebied. Niet naar een gebied dat gecontroleerd wordt door president Assad. Dat is te riskant voor mij, want dan is mijn leven mogelijk in gevaar. Syriërs die nooit met het regime van Assad hebben gebotst, hebben dat probleem niet.’

De manier waarop je moet reizen naar Syrië is afhankelijk van je situatie en je afkomst. ‘Je mag via Turkije reizen. Maar dan kun je alleen naar het gebied dat onder controle staat van Turkije en islamitische groeperingen die worden gesteund door Turkije. Het is ook mogelijk om via Libanon in Damascus te komen, maar die route is geen optie voor Syriërs die problemen hebben met het regime van Assad. Syrië is ten slotte ook bereikbaar via Koerdistan, in het noorden van Irak, maar dat is uitsluitend voor bewoners van Koerdistan én je moet in dit geval kunnen bewijzen dat je familie hebt in het getroffen gebied.’

‘Ik schat dat 95 procent van de reddingsploegen naar Turkije gaat’

Er zijn momenten waarop Rosh graag naar Syrië wil, zoals bij het overlijden van een dierbare, maar dan staat hij machteloos omdat het te gevaarlijk voor hem is. ‘In het geval van deze aardbeving kunnen Syriërs gelukkig ook helpen zonder fysiek aanwezig te zijn, bijvoorbeeld door geld in te zamelen. Bovendien is er tegenwoordig online contact mogelijk, onder meer via sociale media. Met het getroffen gebied is de verbinding niet zo stabiel, maar het mobiele netwerk functioneert.’

De media mogen Syrië niet in, maar er komt wel beeldmateriaal naar buiten dat is opgenomen door particulieren. Er mogen praktisch geen hulpgoederen of andere hulpverlening de Syrische grens over. ‘Ik schat dat 95 procent van de reddingsploegen naar Turkije gaat’, vertelt Rosh.

Hij benadrukt dat er in Turkije ook veel Syrische slachtoffers zijn gevallen, zoals vluchtelingen die de burgeroorlog zijn ontvlucht. ‘Er wonen veel Syriërs in de Turkse grensstad Gaziantep. Sinds de vluchtelingenstroom op gang kwam is deze stad enorm gegroeid. In korte tijd werden er veel goedkope appartementencomplexen gebouwd om de vluchtelingen onderdak te bieden.’ Maar bij het bouwproces werden de bouwvoorschriften met een korreltje zout genomen. Dit blijkt ondubbelzinnig uit de schade en uit het feit dat meerdere aannemers geprobeerd hebben om Turkije te ontvluchten. ‘De kleine appartementen waren vaak overbevolkt, ook met illegalen die Turkije als tussenstop beschouwden en wilden doorreizen naar bijvoorbeeld West-Europa.’

Volgens Rosh heeft de Syrische dictator Assad zowel politiek als financieel van de aardbeving geprofiteerd. ‘Veel Arabische landen, die Assad min of meer links hadden laten liggen, hebben hem weer opgezocht. Daarnaast gaat een deel van de opbrengst van inzamelingsacties naar de Syrische regering. Het is daarom beter om rechtstreeks te doneren aan hulporganisaties die in het gebied actief zijn. Die kunnen zich makkelijker bewegen en naar het rampgebied gaan.’

Rosh is blij met de noodhulp, zoals het uitdelen van voedsel. ‘Dat gebeurde voor de aardbeving al. In Syrië zijn ook veel binnenlandse vluchtelingen, zoals inwoners van IS-gebieden. Een deel van hen kan zelfstandig overleven, een ander deel is afhankelijk van hulp.’ Volgens Rosh waren de aardbevingen in Syrië voor veel mensen in dit gebied de druppel die de emmer deed overlopen.

Benefietavonden

Een andere Syriër in Nederland, die wat voor de slachtoffers van de aardbeving wil doen, is Jawa Marla. Zij is een Syrische muzikante die al acht jaar in Nederland woont. Zij en haar man hebben dierbaren verloren bij de aardbeving, zowel in Syrië als in Turkije. Hun verdriet overheerste alles, net als de onmacht dat ze er niet zelf naartoe konden. Toch wilden ze iets doen. Ze dacht bijvoorbeeld aan concerten, maar ze wist niet precies hoe ze dit het beste kon aanpakken. Of welke locaties hiervoor geschikt zou zijn.

‘Ik heb een oproep geplaatst op Facebook en ontving heel veel reacties uit verschillende steden’, vertelt Marwa. ‘We hebben daarna vier benefietavonden kunnen organiseren in Rijswijk, Den Dolder, Haarlem en Rotterdam. In Den Dolder was de totale opbrengst ongeveer tienduizend euro. De helft daarvan ging naar Giro555, de andere helft naar Syrië. Van de overige avonden was alles bestemd voor Syrië. In Haarlem is vijfenveertighonderd euro ingezameld. De eindstand van Rotterdam weten we nog niet. Ik ben iedereen die geholpen heeft ontzettend dankbaar, want we hadden dit nooit alleen gekund.’

*Rosh is om veiligheidsredenen een schuilnaam. Zijn identiteit is bekend bij de redactie.

Verkiezingen onbekend bij biculturele Nederlander, meesten kiezen voor Denk

De verkiezingen voor de Provinciale Staten leven totaal niet bij Nederlanders met een biculturele achtergrond. Slechts drie op de tien weten überhaupt dat er verkiezingen zijn op 15 maart. Driekwart van de Turkse Nederlanders en de helft van de Marokkaanse Nederlanders wil op Denk stemmen.

Dat blijkt uit onderzoek uitgevoerd door Opiniehuis in samenwerking met de Kanttekening. De opiniepeilers richten zich op de kennis en het stemgedrag van Nederlanders met een biculturele achtergrond – mensen dus die zelf, of van wie de ouders of grootouders, wortels hebben buiten Nederland. Vandaag presenteren zowel de Kanttekening als NPO Radio 1 de uitkomsten van dit onderzoek.

Een derde van de ondervraagden geeft aan nooit te hebben gestemd bij verkiezingen. De meest gehoorde reden om niet te stemmen is dat mensen het vertrouwen in de politiek kwijt zijn geraakt, of geen interesse hebben in politiek.

Mensen die wel gaan stemmen, doen dit volgens het onderzoek omdat ze het belangrijk vinden te strijden tegen racisme en discriminatie. Ook vinden zij het belangrijk dat Nederland een divers land is.

Het onderzoek door Aziz el Kaddouri van het Opiniehuis, een instituut voor markt- en opinieonderzoek, is uitgevoerd onder 1.631 stemgerechtigde Nederlanders met een biculturele achtergrond. Daarbij richtte Opiniehuis zich op de vier grootste groepen daarbinnen: Turkse (425), Marokkaanse (436), Surinaamse (419) en Antilliaanse (351) Nederlanders. Het onderzoek is uitgevoerd met vragenlijsten, aangevuld met enkele interviews op straat, in de provincies Utrecht, Zuid- en Noord-Holland. De uitslag geeft een indicatie en is niet representatief.

Weinig kennis

In heel Nederland lijken de provinciale verkiezingen van deze week vrij onbekend – althans minder bekend dan verkiezingen voor de Tweede Kamer of de gemeenteraden. De statenverkiezingen zijn een ondergeschoven kindje en voor de algemene Nederlandse bevolking is het vaak onduidelijk waar de provincies over gaan.

Het onderzoek van Opiniehuis bevestigt dat beeld. Slechts 30 procent van de ondervraagden weet dat er op 15 maart verkiezingen zijn voor de Provinciale Staten. Daarnaast weet ook 22 procent dat er gekozen wordt voor de waterschappen. Een derde heeft echter geen idee wat er te kiezen valt, of geeft een verkeerd antwoord (verkiezingen voor de gemeenteraad, of de Eerste Kamer). Een kwart geeft aan vorige keer, in 2019, te hebben gestemd voor de Provinciale Staten. Dat is veel minder dan de landelijke opkomst in dat jaar, die op 56 procent lag.

(Bron: Opiniehuis)

Ook lijkt het erop dat er weinig kennis is over de taken van de Eerste Kamer en de Provinciale Staten. Zo denkt een kwart dat er in de Provinciale Staten in totaal 150 zetels te verdelen zijn en dat dit aantal zetels niet afhangt van het aantal inwoners. Beide stellingen kloppen niet. Ook denken drie van de tien ondervraagden dat de provincies als taak hebben om racisme te bestrijden, terwijl dit niet per se een taak is van deze bestuurslaag. Een derde denkt dat de Eerste Kamer niet als taak heeft om de regering te controleren, terwijl dit wel het geval is.

Andere zaken zijn overigens wél goed bekend. Zo weet 70 procent van de ondervraagden dat de Eerste Kamer gaat over het goedkeuren of verwerpen van wetsvoorstellen. En twee derde van de biculturele Nederlanders weet dat de leden van de Provinciale Staten de Eerste Kamer kiezen.

Lage bereidheid te stemmen

Slechts ruim een kwart van de ondervraagden geeft aan op 15 maart te gaan stemmen. Daarnaast zegt 18 procent ‘waarschijnlijk’ naar de stembus te zullen gaan. Ruim de helft van de biculturele Nederlanders geeft echter aan zeker niet of waarschijnlijk niet te zullen gaan stemmen.

De redenen hangen samen met een gebrekkige identificatie met de politiek. In de top drie van redenen staat: mensen hebben geen interesse in de politiek, weten niet waarop ze moeten stemmen of hebben geen vertrouwen in de politiek. Ook heeft twee op de tien mensen de indruk dat zijn/haar stem er niet toe doet, of ze voelen zich onvoldoende vertegenwoordigd door de politiek.

(Bron: Opiniehuis)

Denk

De absolute favoriet onder biculturele Nederlanders die wel stemmen is de partij Denk. Ruim een op de drie geeft aan op die partij te willen stemmen. Op geruime afstand volgen GroenLinks (12 procent) en de PvdA en D66 (beide 9 procent). Opvallend is dat partijen die tegen migratie zijn, toch nog enige aanhang hebben onder Nederlanders met een migratieachtergrond: de VVD scoort 8 procent, BBB 6 procent, de PVV 4 procent en FvD 3 procent.

Wat ook opvalt is dat BIJ1, een partij die zich bij uitstek profileert als behartiger van de belangen van biculturele Nederlanders, slechts bij 3 procent van de ondervraagden de eerste keuze is. Het kan zijn dat daarbij meespeelt dat bekend is dat deze partij niet meedoet aan de verkiezingen voor de Provinciale Staten.

(Bron: Opiniehuis)

Wat ook opvalt is dat Denk zeer populair is onder Turkse (69 procent) en Marokkaanse (55 procent) Nederlanders. Van die twee groepen overweegt 0 procent om op de PVV te stemmen. Die partij heeft wel enige aanhang onder Antilliaanse en Surinaamse Nederlanders. Ook de VVD, BBB en Forum voor Democratie scoren bovengemiddeld goed onder Antillianen en Surinamers. Tot slot lijkt de ChristenUnie enige aanhang te hebben onder Surinaamse Nederlanders.

(Bron: Opiniehuis)

Waarom kiezen mensen voor een bepaalde partij? Racisme, gelijkheid en diversiteit zijn met voorsprong de belangrijkste onderwerpen voor de biculturele Nederlander. Ongeveer een derde geeft aan deze thema’s als belangrijkste motief te zien om te stemmen op de partij van zijn of haar voorkeur. Daarnaast zijn economie, klimaat en wonen onderwerpen die de stemkeuze duidelijk beïnvloeden. En ook speelt bij 12 procent mee dat men zich kan vinden in de partij en haar vertegenwoordigers.

Wel woningen, geen monumentenzorg

Provincies hebben echter lang niet altijd iets te zeggen over racisme of diversiteit. Daarom heeft Opiniehuis ook enkele specifieke onderwerpen, die in de Provinciale Staten een grote rol spelen, voorgelegd aan de ondervraagden. Wat vinden zij daarvan?

Dan blijkt dat het tekort aan sociale huurwoningen en betaalbare koopwoningen bij de overgrote meerderheid het belangrijkste onderwerp is. Ook economie en openbaar vervoer zijn voor negen op de tien mensen relevante onderwerpen. Ze hebben duidelijk minder interesse in cultuur en monumentenzorg. Ook het toezicht dat de provincies uitoefenen op gemeenten en waterschappen laat de harten van deze kiezers niet sneller kloppen. En wellicht enigszins verrassend: de opvang van asielzoekers en het plaatsen van statushouders is voor slechts ruim de helft van de biculturele Nederlanders een belangrijk onderwerp.

(Bron: Opiniehuis)

Bij ‘De Nieuws BV’ op NPO Radio 1 lichtte Aziz el Kaddouri maandag de resultaten van dit onderzoek toe. Kijk hier het fragment terug.

Wikipedia-oorlog in Frankrijk: is Printemps Républicain nu wel of niet ‘islamofoob’?

0

Linkse activisten hebben aanpassingen gedaan aan de Wikipediapagina van de seculiere Franse organisatie Printemps Républicain (Republikeinse Lente). Bij de kenmerken van de beweging staat nu de vermelding dat zij ‘islamofobie’ als ideologie heeft.

Volgens de seculiere Franse website Marianne is deze actie verre van triviaal, aangezien de infobox rechtstreeks is gekoppeld aan zoekmachines. Dit beïnvloedt de reputatie van personen en groepen. Het is, kortom, een poging om de reputaties van andersdenkenden te beschadigen, vindt Marianne.

In de online encyclopedie voegde een gebruiker op 20 januari dit jaar het predicaat ‘Ideologie: islamophobie’ toe aan de pagina over Printemps Républicain. Dat bleef zo tot 21 februari, toen een andere gebruiker het woord weer weghaalde. Printemps républicain beschouwt zichzelf niet als islamofoob, en ziet dit al helemaal niet als de zijn ideologie.

Vervolgens woedt er twee dagen lang een Wikipedia-oorlog. Gebruikers bleven het woord ‘islamofobie’ toevoegen, waarna anderen het weer verwijderden. Op 23 februari besloot een moderator de pagina te vergrendelen om verdere wijzigingen te voorkomen. Twee dagen later schrijft een linkse gebruiker dat fanatieke aanhangers van Printemps Républicain proberen hun ideologie te verzachten, maar dat de organisatie wel degelijk islamofoob is en tegen migranten.

Op de Wikipediapagina van Printemps Républicain verschijnt en verdwijnt de typering ‘islamofobie’ nog altijd continu. Op vrijdag om 13:15 stond weer wel vermeld dat de beweging islamofobie als ideologie heeft. Daarnaast omschrijft de encyclopedie de beweging als ‘vereniging of organisatie verbonden aan het secularisme’ en ‘organisatie die zich inzet voor de vrijheid van meningsuiting’.

Printemps Républicain werd in 2016 opgericht, in reactie op de moord op de redactie van Charlie Hebdo. De organisatie zegt zich te verzetten tegen wat zij noemt ‘islamisme’ en ‘wokisme’ en wil zich onderscheiden van zowel ‘extreemrechts’ als het ‘linkse identiteitsdenken’.

Boot met vluchtelingen zinkt in Middellandse Zee: veertien doden

0

Tenminste veertien bootvluchtelingen uit sub-Sahara Afrika zijn woensdag verdronken, toen hun boot zonk voor de kust van Tunesië. Daarnaast konden 54 andere vluchtelingen worden gered. De vluchtelingen hoopten Europa te bereiken.

De tragedie vindt plaats in een tijd dat het leven voor vluchtelingen uit sub-Sahara Afrika in Tunesië slechter is geworden. Eind vorige maand zei president Kais Saied, de autoritaire leider van het land, dat migratie vanuit sub-Sahara Afrika het doel heeft de nationale Arabische en islamitische identiteit van Tunesië te veranderen.

Deze controversiële opmerkingen, die door mensenrechtenorganisaties zijn veroordeeld, hebben geleid tot wat door belangengroepen is beschreven als een racistische reactie. Mensen uit landen ten zuiden van de Sahara en tegen zwarte Tunesiërs worden nu zwaarder gediscrimineerd. Zo is de extreemrechtse Tunesische Nationale Partij een nieuwe campagne gestart, waarin wordt opgeroepen tot de uitwijzing van Afrikaanse immigranten ten zuiden van de Sahara.

Europese regeringen, met name Italië, hebben Tunesië onder druk gezet om de vluchtelingenstroom te stoppen. De Tunesische kustwacht onderschept regelmatig boten met vluchtelingen in zijn territoriale wateren.

Marokko rolt cel Islamitische Staat op

0

De Marokkaanse autoriteiten hebben een cel van de terreurorganisatie Islamitische Staat opgerold. Dit bericht Morocco World News.

Het Centraal Bureau voor Gerechtelijk Onderzoek (BCIJ) arresteerde in samenwerking met de speciale troepen van de Algemene Directie voor Territoriale Surveillance (DGST) drie verdachten tegelijk. De operaties vonden plaats in Souk El Arbaa, een stad in de provincie Khenifra, en in Tetouan en Larache, in het noorden van Marokko.

De veiligheidstroepen troffen wapens met lemmeten aan, IS-propagandamateriaal en papieren met informatie over IS-activisten in de Sahel-regio. Ook nam de politie digitaal materiaal in de slag.

De verdachten zijn tussen de 19 en 29 jaar oud. Ze zouden van plan zijn geweest om enkele terroristische activiteiten te ondernemen in Marokko, voordat ze naar de Sahel-regio zouden vluchten.

BCIJ zal verder onderzoek doen, ook naar eventuele handlangers van de verdachten.

Denk steunt campagne BBB, ook met het oog op de Eerste Kamer

0

In Overijssel sluit de politieke partij Denk zich aan bij de campagne van de Boer Burger Beweging (BBB). ‘We hopen iedereen, als ze gaan, te overtuigen voor de BBB te kiezen’, laat de rechts-populistische boerenbeweging weten.

Denk doet in Overijssel zelf niet mee aan de verkiezingen voor de Provinciale Staten, die woensdag gehouden worden. In het Algemeen Dagblad vertelt de partij dat ze ‘raakvlakken’ ziet met de BBB. Kaya gaat zelf niet flyeren voor die laatste partij, maar zal de campagne van de nieuwe beweging van boegbeeld Caroline van der Plas wel steunen.

De BBB heeft zelf intussen haar verkiezingsfolder in het Turks vertaald. ‘Beide partijen staan voor familiewaarden’, licht BBB-partijvoorzitter Erik Stegink de bijzondere samenwerking toe.

Hij vertelt dat de samenwerking voor beide partijen mogelijk voordelen kan bieden in de verkiezingen voor de Eerste Kamer. Die Kamer wordt gekozen door de leden van de Provinciale Staten. Als Denk niet slaagt in haar streven één zetel te verwerven in de Senaat, kan die partij mogelijk wel de BBB aan een extra zetel helpen, hoopt Stegink.

Ahmadiyya verkondigen ‘vrede’ en ‘ware islam’, maar worden toch streng vervolgd

0

Op een regenachtige donderdag bezoekt de Kanttekening in het Vreedehuis een bijeenkomst van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap. Daar in Den Haag, vlakbij het Vredespaleis, organiseren ze een discussie en expositie over de Koran. Wie zijn deze gelovigen? En hoe reageren witte Nederlanders op hun boodschap dat de ware islam vrede is?

Voordat we het Vreedehuis binnenstappen, eerst even over de ahmadiyya zelf. De gemeenschap omvat in Nederland tegenwoordig ongeveer drieduizend mensen. Ze geloven dat de stichter van hun geloofsgemeenschap, Mirza Ghulam Ahmad (1835-1908), de Messias is die een ‘duizendjarig vrederijk’ heeft gebracht. Zowel de islam als het christendom hebben teksten die wijzen op de komst van zo’n rijk in de verre of nabije toekomst. Ahmadiyya verkondigen aan de hand hiervan hun idee van een ‘ware islam’, die vrede is. Doel is dat anderen een positiever beeld krijgen van de islam, maar ook dat het vrederijk dichterbij komt.

Vervolgde groep

Soennitische en sjiitische moslims zijn het over veel zaken oneens, maar niet over de ahmadiyya: deze beweging is in hun ogen afvallig. Dat komt vooral doordat de ahmadiyya Mirza Ghulam Ahmad, die later werd geboren dan Mohammed, zien als een profeet. En dat mag niet, vinden soennieten en sjiieten, want Mohammed geldt in de mainstream islam als de laatste profeet. Ahmadiyya lossen dit theologisch op door Mohammed te zien als de laatste ‘wetgevende profeet’. Mirza Ghulam Ahmad is volgens hen een niet-wetgevende profeet en komt ook niet met een nieuw geloof. Dat onderscheidt de ahmadiyya van bijvoorbeeld de bahá’í, een religie die in de negentiende eeuw in Iran ontstond. De bahá’ís beschouwen hun religie als een apart geloof, niet als islamitisch. De ahmadiyya beschouwen zich daarentegen als moslims, hoewel ze dus door anderen niet als moslims worden erkend.

In de Islamitische Republiek Pakistan zijn ahmadiyya derderangs burgers. Soennitische moslims zijn eersterangs burgers. Sjiieten, christenen, hindoes en sikhs komen op de tweede plaats, ook al ondervinden zij discriminatie en vervolging. Maar de positie van ahmadiyya is nog slechter, omdat zij – in de ogen van orthodoxe soennieten – afvalligen zijn. En religieuze mensen vinden ‘ketters’, mensen die in hun ogen het geloof verdraaien, maar het tegelijk als zuiver presenteren, vaak verwerpelijker dan aanhangers van een totaal andere religie.

‘Wilders citeert de Koran uit context, zodat de boodschap gewelddadig overkomt’

In 1974 besloot Pakistan ahmadiyya tot niet-moslims te verklaren. Premier Zulfikar Ali Bhutto deed dit om fundamentalistische moslims gunstig te stemmen. Tien jaar later voerde de fundamentalistische dictator Muhammad Zia-ul-Haq Verordening 20 in. Deze wet verbood het voor ahmadiyya om zich moslim te noemen. Deden ze dit wel, dan riskeerden ze gevangenisstraf. Ook de beruchte blasfemiewet, die de doodstraf oplegt aan mensen die de profeet zouden beledigen, is veelvuldig gebruikt om de ahmadiyya te bestrijden. Ten slotte mochten ahmadiyya niet meer stemmen, behalve als ze een verklaring ondertekenen waarin staat dat hun messias een bedrieger en een leugenaar is. Ahmadiyya kunnen dus alleen stemmen als ze hun geloof verloochenen.

Om die reden zijn veel ahmadiyya naar het buitenland gevlucht. Zo woont de kalief van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap sinds 1984 in Londen, omdat zijn leven in Pakistan niet meer zeker is.

Geen dwang in islam

Enkele aanwezige twintigers op de bijeenkomst in het Vredeshuis in Den Haag spreken geen Nederlands. Ze blijken vluchtelingen uit Pakistan te zijn en hebben inmiddels in Nederland een verblijfsvergunning gekregen. De meesten spreken gelukkig wel Engels.

Op de presentatie – een verhaal over de ‘ware boodschap’ van de Koran – zijn ongeveer dertig mensen afgekomen, vooral gepensioneerde witte mensen. Safeer Siddiqui – imam van de ahmadiyyamoskee in Almere – vertelt over de activiteiten van de ahmadiyya in Nederland. Ze ruimen vuurwerk op na Oud en Nieuw, om Nederland schoon te houden. Ze delen gratis Korans uit onder de hashtag #Koranvooriedereen. Ze doneren bloed en delen maaltijden uit aan arme mensen. En last but not least: de ahmadiyya organiseren verschillende bijeenkomsten voor andersdenkenden, om met hen de dialoog aan te gaan en hun vredesboodschap te verspreiden.

(beeld: Ewout Klei)

Soms leiden de activiteiten van de ahmadiyya tot bijzondere gesprekken, vertelt de imam. Zo kreeg hij een telefoontje van een 85-jarige man uit Sneek, die onder de indruk was van de mooie activiteiten die de ahmadiyya deden. ‘Ik wist niet, dat er ook goede moslims zijn’, vertelde de man. In zijn beeld was de islam een slechte religie. Siddiqui meent dat dit komt doordat sommige moslims de islam verkeerd uitleggen. Daarom komt hij ‘de ware islam’ vertellen.

Wat volgt is een uiteenzetting van een aantal Koranteksten, die het vredelievende karakter van de islam moeten onderstrepen. Ook de beroemde tekst dat er geen dwang is in de islam komt voorbij:

‘Er is geen dwang in de godsdienst. Waarlijk, de rechte leiding is duidelijk onderscheiden van de dwaling, en hij die (…) in Allah gelooft: hij heeft zeker het stevigste houvast gegrepen, dat niet breken kan.’ (2:256)

Verder laat Siddiqui een YouTube-filmpje zien waarin wijlen Fred Leemhuis, die de Koran in het Nederland vertaald heeft, inhoudelijk de vloer aanveegt met de film Fitna van Geert Wilders. De PVV-politicus citeert Koranpassages uit de context, zodat de boodschap gewelddadig overkomt. De werkelijkheid is veel genuanceerder, aldus Leemhuis. Siddiqui benadrukt nogmaals tegenover het publiek dat de islam vrede is.

‘Liefde gaat winnen’

Dan is het tijd voor discussie. Een kale Surinaams-Nederlandse man, die voordat hij de bijeenkomst bezocht zijn huiswerk goed heeft gedaan, vraagt Siddiqui hoe het komt dat de gemeenschap zo klein is. Er zijn bijna twee miljard moslims in de wereld en slechts tien miljoen daarvan, nog geen een procent, is ahmadiyya. Is dit wel de ware islam? Siddiqui antwoordt dat de Ahmaddiya Moslim Gemeenschap snel groeit. Volgens hem zijn er vijfhonderdduizend nieuwe bekeerlingen per jaar. Hij voegt toe dat de omvang van een gemeenschap niets zegt over de waarheid of onwaarheid van de boodschap. ‘Jezus had ook slechts twaalf discipelen, in het begin.’

Imams Naeem Ahmad Warriach (links) en Safeer Siddiqui (rechts). (beeld: Ewout Klei)

Daarna komen vragen van oudere witte mensen in de zaal die – netjes geformuleerd – nogal wat onwetendheid verraden. Een dame begint een verhaal over hoofddoeken, en waarom ze het slecht vindt dat kinderen van negen gedwongen worden om een hoofddoek te dragen. Ze wil weten wat de islam daarvan vindt. Siddiqui antwoordt dat het dragen van de hoofddoek voor vrouwen verplicht is in de islam. Dat heeft te maken heeft met kuisheid, vertelt hij, maar het is aan de vrouw om zelf te kiezen een hoofddoek te dragen. Mannen mogen vrouwen daartoe niet dwingen.

Een man wil weten wat de islam van de Taliban vindt. Imam Naeem Ahmad Warriach van de Mobarak Moskee in Den Haag – in 1955 gebouwd en daarmee de oudste moskee van Nederland – antwoordt dat de Taliban de ware boodschap van de islam niet begrijpen, omdat de islam voor vrede staat. Siddiqui vult aan: ‘Als je de Koran volledig leest dan kom je tot één conclusie: de islam is vrede. Ik geloof dat liefde het uiteindelijk gaat winnen van haat en desinformatie.’

In ‘Girls girls girls’ vertellen migrantenvrouwen over opgroeien in Nederland

0

Hoe is het om als migrantenmeisje op te groeien in Nederland? Daarover verscheen vijfentwintig jaar geleden de documentaireserie Girls Girls Girls. Regisseur Soulaima El Khaldi maakte dit jaar een vervolg. Daarin blikken dezelfde vrouwen – die nu begin vijftig zijn – terug.

Als tiener zag Soulaima El Khaldi (43) de oorspronkelijke documentaire Girls Girls Girls. Daarin vertelde een groep vrouwen van in de twintig, allemaal met een migratieachtergrond, over hun leven. De docu ging over de problemen die ze tegenkwamen en het voortdurende schipperen tussen de cultuur van thuis en die van de buitenwereld.

Thuis op de bank maakte deze serie grote indruk op El Khaldi, die zelf een Marokkaanse achtergrond heeft. ‘Vrouwen van kleur die de ruimte op tv kregen voor hun wereldbeeld, dat had ik nooit eerder gezien. Ze vertelden over hun opvoeding en de invloed daarvan op keuzes. Over ambities en relaties, de ervaringen op kantoor.’

Vijfentwintig jaar later maakte El Khaldi, inmiddels uitgegroeid tot een succesvolle tv-maker, een vervolg. Ze zocht vier van de vrouwen uit de originele serie op en vroeg hen om terug te kijken op hun leven. Hoe was het om volwassen te worden in Nederland?

In de nieuwe afleveringen interviewt El Khaldi voormalig PvdA-gemeenteraadslid Amma Asante, oud- advocaat Gülsen Alkan, theaterprogrammeur Marjorie Boston en voormalig politieagent Inge Verton. El Khaldi: ‘Veel wil ik er niet over verklappen, je moet zelf gaan kijken. Maar de diversiteit van deze vrouwen en de terugblik op hun leven, maken de serie uniek. Het geeft een mooi gelaagd beeld van wat je meemaakt als vrouw van kleur in Nederland.’

Waarom maakte de serie destijds zoveel indruk op je? Herkende jij jezelf in de vrouwen?

‘Ja, absoluut. Het was een verademing. Ze waren zo’n tien jaar ouder dan ik, in de jaren zeventig geboren en dus van een andere generatie, maar ik herkende zoveel. De micro-agressie vanuit de samenleving. Ik maakte het ook mee maar kon mijn vinger er niet op leggen. Toen ik ze erover hoorde vertellen, dacht ik: ‘Zie je wel, ik ben niet gek.’ Het is gewoon vervelend om de hele tijd te horen waar je echt vandaan komt en dat je zo goed Nederlands spreekt. En zij vonden het ook verwarrend. De verwachtingen van je ouders en die van de maatschappij en hoe in de media over je afkomst wordt gesproken. Alle dingen waar ik als meisje van kleur ook tegenaan liep, zaten in de documentaire.’

Wat zijn verwachtingen die ouders kunnen hebben?

‘In de Marokkaanse gemeenschap: dat je een man vindt en gaat trouwen. Of dat je een keurig meisje bent of succesvol wordt en het heel goed doet op school. Een verschil tussen wit en gekleurd Nederland is een migratieverhaal. De migratie die je familie heeft meegemaakt, kan zwaar op je schouders liggen. Je weet dat er opofferingen zijn geweest. Ouders of grootouders hebben een hele wereld achter zich gelaten voor een beter leven hier. Dat geldt voor vluchtelingen en gastarbeiders. En ook voor Antillianen en Surinamers, zij voelden zich wellicht meer verbonden met Nederland, maar zij zijn ook uit hun vertrouwde omgeving weggetrokken. Witte Nederlanders dragen deze last of tweede cultuur niet met zich mee.’

Stel, je voelt die last, wat betekent dat dan als meisje?

‘Een van de vrouwen die we opnieuw hebben opgezocht is Gülsen Alkan. Ze komt uit een traditioneel Turks gastarbeidersgezin. In de oude serie vertelde ze over de verwachtingen van haar ouders. Dus niet heel liberaal of vrijgevochten zijn, dat hoort niet bij een islamitisch meisje. Dat zijn verwachtingen waartegen je thuis moet vechten, maar ze wilde haar ouders ook niet teleurstellen en gaat schipperen. Tegelijkertijd vindt de buitenwereld dat je niet liberaal genoeg bent. Je kunt het niet goed doen, je verliest het altijd.’

‘Het is zonde om je energie te verspillen aan mensen die jou niet kunnen of willen begrijpen’

Heb jij dat zelf ook ervaren?

‘Op een andere manier. Ik kom uit een eenoudergezin, mijn moeder was al vroeg gescheiden. Dat was in de Marokkaanse gemeenschap toen nog helemaal niet gangbaar. We stonden daardoor een beetje buiten de gemeenschap. Maar ik kende die gespletenheid ook.

De Marokkaanse gemeenschap verwacht een keurig meisje dat niet te laat thuis is en, nog liever, thuis blijft. De Nederlandse maatschappij verwacht dat je precies doet wat jij wilt en niet te veel rekening houdt met je ouders. Want als je achttien bent, dan ben je volwassen. Dat is in veel andere gemeenschappen niet zo. Dan blijf je nog heel lang kind van je ouders en dan houd je rekening met hen. De wij-cultuur versus de ik-cultuur.’

Nu, een paar stappen verder in de tijd: wat vertellen die vrouwen nu, anno 2023?

‘Ze zijn nu allemaal rond de vijftig en hebben verschillende carrières doorlopen. Ze zijn geen vriendinnen van elkaar, maar trekken in grote lijnen dezelfde conclusie. Ze vinden dat ze te veel tijd hebben verspild aan het uitleggen aan de buitenwereld van hoe het zit in hun cultuur. Ze wilden begrip kweken en zochten toenadering, tot collega’s die vaak ook wit waren, soms zelfs tot de media.
Ze dachten: ‘Als ik mijn witte collega’s maar dit uitleg over moslims, of dat over zwarte mensen of zwarte piet, dan komt er vanzelf een moment dat ze mij begrijpen. Maar dat moment kwam nooit.’

Dat is een pessimistische uitkomst.

‘Dat is maar hoe je het bekijkt. Ik vond het een opluchting. Ze bedoelen niet dat ze geen antwoord meer willen geven op vragen over hun afkomst, maar ze verlangen niet meer naar acceptatie. Ze willen zich niet meer verdedigen. Dat biedt ruimte. Alle energie die je steekt in anderen overtuigen, die steek je dan niet in jezelf.’

Moesten ze ook binnen hun eigen gemeenschap overtuigen?

‘Ja sommigen wel. Maar het is een rekensom. Je leven is in Nederland, je zit op school en je werkt in Nederland, dat neemt een groot deel van je leven in beslag. Binnen je gemeenschap moet je soms ook overtuigen en keuzes uitleggen, maar die wereld is niet zo groot.’

Zijn ze verdrietig dat er nog steeds geen begrip is?

‘Nee, ze zijn ouder geworden en hun naïviteit kwijt. Ze hebben een fase gehad waarbij ze de wereld wilden verbeteren, maar daar zijn ze wel overheen. Dat is niet verdrietig, maar realistisch. Dat geeft heel veel ruimte aan de jongere generaties.

Het mooie van de serie is dat ook hun dochters meedoen, tieners en twintigers. Wij waren eenlingen, die het opnamen tegen de wereld. Maar door sociale media hebben ze platforms, en veel meer kennis over deze onderwerpen dan hun moeders hadden. Dat geeft ze moed, want ze staan er niet alleen voor. Het is heel moeilijk om alles in je eentje te moeten aankaarten. De generatie van hun moeders streed tegen het beeld wat Nederland van zichzelf had; hier is geen racisme, wij zijn zo tolerant. Nederland is een mooi land, begrijp mij niet verkeerd. Ik zou nergens anders willen wonen, maar dat betekent niet dat er geen werk meer te verzetten is.’

Hebben de vrouwen bereikt wat ze wilden bereiken?

‘Nee dat denk ik niet. Ze hebben hun verwachtingen bijgesteld in de loop der jaren. Het was soms trekken aan een dood paard. Amma Asante zat lang bij de PvdA. Ze had daar verwachtingen van, een socialistische partij met begrip voor iedereen. Maar ook daar zeiden ze: ‘Niet zoveel over racisme praten, dat verkleint je kansen.’

Gülsen Alkan was advocaat op een wit kantoor. Ze kreeg veel vragen naar haar hoofd geslingerd, vaak hele persoonlijke vragen: ‘Mag je wel dit? Mag je wel een vriendje?’ Die vragen zouden ze andersom nooit beantwoorden. Het heeft iets verhevens. Vroeger gaf je daar dan heel netjes antwoord op. Maar op een gegeven ontdek je dat het geen oprechte interesse is, maar een beetje koekeloeren bij de ander.’

Is ze daarom geen advocaat meer?

‘Dat kwam door een combinatie van factoren. Maar deze sfeer heeft hier wel aan bijgedragen. Het is heel vermoeiend om in je eentje in zo’n omgeving te zijn. Er was geen ‘safe space’, zoals we dat nu noemen.

Een andere vrouw Inge Verton, was politieagent en is nu masseuse. Ze heeft een Antilliaanse moeder en een Nederlandse vader. Ze houdt zich niet meer bezig met racisme omdat ze dat niet meer toelaat, zegt ze. Ze kijkt naar systemen. Het is niet oké hoe wij de wereld inrichten. Het gaat haar om het grotere plaatje.

Dan is er nog theatermaakster Marjorie Boston. Haar toneelstukken gingen vijfentwintig jaar geleden al over dit soort onderwerpen. Ze was een van de eersten die dit deed. Zij loopt aan tegen institutioneel racisme. Wie bepaalt bijvoorbeeld welke toneelstukken geld krijgen? Er is een mooie scène in mijn serie, waarin ze in gesprek gaat met de Amsterdamse wethouder van cultuur, Touria Meliani. Wat is kunst? Wie bepaalt wat kunst is? De witte blik bepaalt wat kunst is. De ‘urban culture’ waar Boston voor staat is ook Nederlandse cultuur geworden, maar wordt nog gezien als sub-cultuurtje binnen de podiumkunsten.’

Wat heb jij geleerd van deze vrouwen?

‘Dat je niet bezig moet zijn met de buitenwereld overtuigen, maar juist gelijkgestemden moet zoeken of mensen die voor jou openstaan. Het is zonde om je energie te verspillen aan mensen die jou niet kunnen of willen begrijpen. Het is niet de doelstelling om door anderen geaccepteerd te worden. Dat klinkt nu vanzelfsprekend maar het is lang belangrijk geweest.
Integratie was vroeger het sleutelwoord. Je moest erbij horen. En dat moest volgens Nederlandse maatstaven. Terwijl je er ook bij hoort als je je gewoon met jezelf bezighoudt, als je gewoon jezelf wilt zijn.’

Vanaf 3 juli wordt Girls Girls Girls uitgezonden op de NPO. De serie is online al te zien via NPO Start.