14.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 339

Duits rapport: ‘Racisme is een bedreiging voor de democratie’

0

Racistisch geweld en ook ‘structureel alledaags racisme’ bedreigen de democratie in Duitsland. Dat stelt een nieuw rapport. De eerste Duitse anti-racisme coördinator, Reem Alabali-Radovan, roept op tot actie na ‘de jarenlange ontkenning’ van het racismeprobleem. Dat meldt de nieuwssite Deutsche Welle

‘Racisme is niet iets abstracts, maar een pijnlijke realiteit voor velen in onze maatschappij’, zegt Alabali-Radovan bij de eerste uitgave van de antiracisme monitor van Duitsland. Hij voegt daaraan toe dat het een ‘een aanslag vormt op de menselijke waardigheid die gewaarborgd is in de grondwet’.

Alabali-Radovan legt de nadruk op ‘meer steun’ en ‘erkenning’ van de slachtoffers van alledaags en structureel racisme, na jaren van ‘wegkijken’.

Hoewel er op reguliere basis rapporten verschijnen vanuit de Commissie voor Migratie, Vluchtelingen en Integratie, moet dit nieuwe rapport naar eigen zeggen ‘de gaten opvullen’ die de traditionele studies laten liggen over racisme in Duitsland. Er is een nieuwe definitie van racisme gebruikt: ‘Alle overtuigingen en praktijken die gebaseerd zijn op systemische devaluatie, uitsluiting en achterstelling van bepaalde groepen in de maatschappij, voor wie biologische, cultureel onveranderlijke en verondersteld inferieure karaktereigenschappen en gedragingen worden toegedicht.’

Ook is er een enquête uitgevoerd onder 5000 respondenten, waaruit blijkt dat meer dan 90 procent van de Duitsers vindt dat het land een racismeprobleem heeft. Ruim 20 procent zegt hier zelf ook de impact van de ondervinden.

Moslimgeestelijken bezoeken Xinjiang, Oeigoerse activisten boos: ‘Chinese propagandastunt’

0

Een delegatie van islamitische geestelijken, op bezoek in de Chinese provincie Xinjiang, is lovend over de inspanningen van China om ’terrorisme’ te bestrijden. Aan de genocide op de islamitische Oeigoeren door het regime maakten ze echter geen woord vuil, tot woede van Oeigoerse activisten.

Dertig islamitische geleerden uit veertien landen met een moslimmeerderheid bezoeken Xinjiang in een reis georganiseerd door de World Muslim Communities Council (WMCC). Op foto’s, die door de Chinese staatsmedia zijn gepubliceerd, is te zien hoe de delegatie verschillende locaties in Chinese provincie bezoekt.

Leider van de delegatie is de academicus Ali Rashid al-Nuaimi uit de Verenigde Arabische Emiraten. In een persverklaring herhaalt hij het narratief van China dat het harde optreden tegen de Oeigoeren onderdeel uitmaakt van het Chinese antiterreurbeleid in Xinjiang.

Dolkun Isa, voorzitter van het World Uyghur Congress, reageert geprikkeld op deze verklaring. Volgens hem gebruikt het Chinese communistische regime ’terreurbestrijding’ als smoesje om ‘alledaagse en legale vormen van religieus gedrag te criminaliseren, zoals het dragen van een baard of een hoofddoek en het bezit van een Koran’. ‘Het is schandalig dat de WMCC heeft deelgenomen aan dit propagandabezoek en nu het verhaal van de Chinese regering herhaalt’, zegt hij tegen Middle East Eye.

Ook de Oeigoers-Nederlandse activist Ahmedjan Kasim reageert verbolgen: ‘China verbrandt de Koran, laat Oeigoeren tijdens de ramadan alcohol drinken, geeft varkensvlees aan Oeigoeren, steriliseert/ verkracht vrouwen.’ Hij vindt Al-Nuami een ‘clown’ die China ten onrechte feliciteert met antiterrorisme en goed leiderschap.

‘Al sinds het begin van deze crisis voelen we ons in de steek gelaten door islamitische landen’, vertelt Kasim aan de Kanttekening. ‘Ik groeide op in de regionale hoofdstad Ürümqi. We leerden als moslim dat we altijd voor elkaar klaar moeten staan, dat is een islamitische norm. Het is daarom heel naar om te zien dat islamitische landen voor geld, of om andere redenen, ons vergeten en wegkijken voor de mensenrechtenschendingen in China.’

Kasim ergert zich ook aan de ‘selectieve verontwaardiging’ van islamitische landen als het om mensenrechten gaat. ‘Als er iets in Europa gebeurt met moslims, dan zijn ze er wel als de kippen bij en roepen ze op tot een boycot. Maar de situatie hier is niet met de situatie daar te vergelijken. In China is er een genocide aan de gang.’

BNNVARA: opmerkingen Natasja Gibbs over Israël gebaseerd op feiten

0

De omroep BNNVARA neemt het op voor presentatrice Natasja Gibbs, die vrijdag in talkshow Op1 een vergelijking maakte tussen Iran en Israël. Ook noemde ze dat laatste land een ‘apartheidsregime’. De ombudsman van de NPO kreeg hierover klachten.

Gibbs deed de uitspraken in een interview met ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers, die aanschoof om te vertellen waarom hij en negen andere fractievoorzitters willen dat Nederland zich uitspreekt tegen Iran. ‘Het apartheidsregime in Israël, komt daarover ook een open brief?’, viel Gibbs in. Later sprak ook co-presentatrice Nadia Moussaid over ‘apartheid’ in Israël. Segers reageerde zeer verontwaardigd. Volgens hem was de vergelijking tussen Israël en Iran ‘misplaatst’.

BNNVARA laat nu weten dat Gibbs ‘voldoende steun in feiten en actualiteit’ had voor haar typeringen van Israël. De omroep verwijst naar rapporten van Amnesty International, Human Rights Watch en andere organisaties, die vaststellen dat in Israël apartheid heerst. Ook kreeg Segers volgens BNNVARA ‘alle ruimte om tegengeluid te laten horen: hij zette uiteen dat en waarom hij de redenering van onze programmamakers niet volgde. Hij gaf bovendien aan de opgebrachte vergelijking misplaatst te vinden en legde uit waarom. Al met al werd er in deze kwestie aan tafel een journalistiek evenwichtig gesprek gevoerd.’

Ombudsman Margo Smit kreeg veel klachten. Dat aantal nam toe nadat de rechts-populistische publicist Jan Dijkgraaf opriep te klagen over Op1. Hij nam het daarbij op voor omroep Ongehoord Nederland. Vanuit de achterban van die nieuwe, extreemrechtse omroep en de aanhangers van Forum voor Democratie kwamen vervolgens talrijke, in formulering identieke klachten binnen bij de ombudsman. Smit riep op dat niet meer te doen: het kost haar extra tijd, maar het heeft geen grotere impact.

Op sociale media prijzen diverse mensen BNNVARA, dat volgens sommigen ‘de rug recht houdt’ door achter Gibbs te blijven staan.

Hoezo, Marokkanenprobleem? ‘Media hebben nog veel te leren over onze gemeenschap’

Het houdt media en politiek al jaren bezig: het beeld van Marokkaanse Nederlanders als probleem in de samenleving. Mocro-maffia, stelende Marokkanen op scooters, rellende jongeren – het zijn negatieve associaties. Maar in hoeverre klopt dit beeld?

Een flauwe grap of racisme? De Volkskrant-cartoon van Jos Collignon, waarop twee Marokkaanse dieven te zien zijn op een scooter die de wereldbeker stelen, maakte veel emoties los bij het publiek. Uiteindelijk besloot die krant de cartoon te verwijderen, omdat die zou bijdragen aan stigmatisering van de Marokkaanse diaspora. Desondanks waren veel lezers juist van mening dat het beeld van criminelen op een scooter past bij het hedendaagse imago van Nederlandse Marokkanen.

Het beeld van de jonge Marokkaan als crimineel. Als hét probleem in de samenleving. Al jaren domineren negatieve kwalificaties. Ooit was dat echter anders. In 2004 zongen Nederlanders opgewekt mee met het liedje ‘Leipe Mocro Flavour’ van Ali B. Mensen associeerden de term mocro toen nog met jongeren- en hiphopcultuur. Maar vandaag de dag denkt men bij dat woord eerder aan liquidaties en criminelen. Dat was nog sterker zo, toen de term ‘mocro-maffia’ in zwang kwam. Een stigmatiserende term, oordeelde Paul Römer van Talpa in 2019.

‘Het beestje bij de naam noemen’

Ook politici maken zich schuldig aan stigmatisering van de Marokkaanse gemeenschap. De bekende ‘minder Marokkanen’-uitspraak van Wilders is hier een notoir voorbeeld van. Maar het probleem van stigmatisering beperkt zich niet alleen tot extreemrechtse politici. Voetbalanalist Johan Derksen beweerde in 2016 in het tv-programma ‘Voetbal Inside’ dat ‘er heel wat clubs naar de kloten zijn gegaan, omdat ze in een wijk liggen met veel Marokkaanse gezinnen’. Hij kreeg bijval van de toenmalige minister van Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Edith Schippers (VVD). Zij meende dat Derksen een ‘reëel probleem’ aankaartte.

‘Die uitspraak van Derksen is een voorbeeld van stigmatisering van Marokkaanse Nederlanders’, vindt Abdessamad Bouabid. Hij is criminoloog en werkt aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. ‘Derksen zocht de oorzaak en oplossing bij de Marokkaanse gemeenschap. Maar als er bijvoorbeeld Feyenoord-supporters zijn die overlast veroorzaken, begrijpen we ineens dat het onlogisch is om een hele groep te beschuldigen. Dan realiseren we ons wel dat het om individuen gaat.’

‘Politici merkten dat Fortuyn zijn populariteit te danken had aan het koppelen van problemen aan de culturele achtergrond van mensen’

Bouabid schreef een proefschrift over negatieve beeldvorming van Marokkanen in de media. Hij deed onderzoek naar hoe vanaf de jaren negentig Marokkaanse migranten in the picture kwamen: ‘De meerderheid van de mensen in ons land krijgt door de migratie het gevoel dat de eigen waarden en normen verloren gaan. Zij reageren hun bezorgdheid en angst af door migranten als een probleem in de samenleving aan te wijzen.’

Bouabid noemt dit fenomeen ‘Marokkanenpaniek’: ‘Dat uit zich door problemen als overlast en criminaliteit aan de Marokkaanse cultuur te koppelen. Daar komt morele paniek over moslims bij, omdat Marokkanen sinds de aanslagen van 2001 ook als moslim worden gezien.’

Vroeger heerste er volgens Bouabid juist een taboe op discriminatie en stigmatisering. ‘In Nederland hadden we de rassentheorie weggegooid, omdat we ons realiseerden dat mensen te uniek zijn om ze op die manier in te delen. Het koppelen van sociale problemen aan iemands afkomst was daarom ook een taboe. Maar sinds de opkomst van rechtse populisten zoals Pim Fortuyn, de populariteit van Ayaan Hirsi Ali en de moord op Theo van Gogh, is de politieke correctheid verdwenen. Sindsdien is het in de politiek en media de norm geworden om ‘het beestje bij de naam te noemen’, om alles te mogen zeggen. Politici merkten namelijk dat Fortuyn zijn populariteit te danken had aan het koppelen van problemen aan de culturele achtergrond van mensen. Ze namen dit frame over. In de sociologie noemen ze dit fenomeen ‘culturisme’: een probleem wordt niet meer gekoppeld aan afkomst, zoals bij racisme, maar aan cultuur. Bijvoorbeeld door de Marokkaanse opvoeding de schuld te geven. Dit is dus eigenlijk ook racisme, maar dan vermomd in een nieuw jasje.’

Meer binding met Marokko

Dat de beeldvorming van de Nederlands-Marokkaanse gemeenschap eenzijdig is, blijkt volgens Hanane Bittich vooral uit berichtgeving in de media. Zij is voormalig fractievoorzitter van Denk in de Provinciale Staten van Utrecht. ‘Nieuws over die grote enge Marokkaanse gemeenschap is pas nieuws als het een ‘zogenaamd’ probleem aan het licht kan brengen. Dat probleem gaat dan meestal ofwel over de slechte integratie, de ‘probleemjongeren’, een afschuwelijke term, of over de achtergestelde cultuur die vrouwen onderdrukt. Dat zie je altijd goed bij krantenartikelen over bijvoorbeeld een Mohammed die een som geld vindt en teruggeeft aan de eigenaar. De meerderheid van de reacties (op zo’n artikel, red.) bestaat dan uit witte Nederlanders die zeggen: ‘Goh, zo kan het ook’ of  ‘Wat een voorbeeld voor de gemeenschap’. Dit wijst erop dat hij wordt gezien als uitzondering, en dat ze het verfrissend vinden om eens wat anders te lezen.’

‘Daarbij is het constant negatief belichten van een groep sowieso om allerlei redenen problematisch’, vervolgt Bittich. ‘Het kan de groepsidentiteit negatief beïnvloeden, tot een laag zelfbeeld leiden, de verbondenheid die je voelt met Nederland schaden. Toen voorafgaand aan het WK bleek dat een aantal Marokkaans-Nederlandse voetballers voor het Marokkaans team zouden uitkomen, vonden mensen dat zij ‘slecht aangepast’ waren.’ Bittich vindt dat de keuze van voetballers voor Marokko verband houdt met de negatieve toon van het debat in Nederland. ‘Mijn eerste reactie toen ik die Nederlandse reacties zag, was dan ook: ‘Ja, goh. Ga lekker huilen. Wie zich brandt moet op de blaren zitten.’’

‘Toen bleek dat een aantal Marokkaans-Nederlandse voetballers voor Marokko ging uitkomen, vonden mensen dat zij ‘slecht aangepast’ waren’

Het jaar in jaar uit problematiseren van Marokkaanse Nederlanders leidt er volgens haar toe dat mensen van Nederland vervreemden. ‘Er is geen enkele motivatie om je verbonden te voelen aan degene die jou constant van zich af duwt en zegt ‘Jij bent een probleem.’ Iedereen is op zoek naar een plek waar je geaccepteerd kan worden.’

Kritische reflectie

Volgens Zouhair Saddiki, docent aan de Hogeschool in Rotterdam, is het belangrijk om te beseffen dat de media niet één geheel vormen. ‘Ik denk dat journalisten in algemeen een goede afweging maken over wat ze wel en niet willen berichten. Wij leren van media en de media leren van ons.’

Voor Saddiki is het juist belangrijk dat er pluriformiteit is. Dat wil zeggen dat een onderwerp niet vanuit één invalshoek wordt belicht. ‘We hebben dus ook kritische verslaglegging nodig, om problematische zaken te benoemen. En kritisch zijn betekent niet per definitie negatief, want het kan juist tot een belangrijke discussie leiden.’

‘Mensen reageerden emotioneel op Rosanne Hertzbergers column over de verheerlijking van Marokkaans moederschap’

Sommige Marokkaanse Nederlanders reageren als door een wesp gestoken op kritiek, vindt Saddiki. ‘Toen Rosanne Hertzberger in haar NRCcolumn kritische noten kraakte over de verheerlijking van het Marokkaans moederschap, reageerden mensen heel emotioneel en instinctief, terwijl ik denk dat zij juist goede bedoelingen had met haar column.’ Hij vindt het jammer dat er vervolgens weinig aandacht was voor vrouwenemancipatie. ‘Ik vond de column juist genuanceerd. Ik denk dat ze de patriarchale structuren en het machismo ter discussie wilde stellen. Dit zijn zaken die echt wel binnen Marokkaans gemeenschap aan orde zijn. Ik heb in mijn eigen omgeving gezien dat moeders en vrouwen in een positie worden gebracht om niet de keuzes te maken die voor de hand liggen, denk aan school of carrière. De ophef was een gemiste kans om eens kritisch te reflecteren op wat zich in de gemeenschap afspeelt.’

Tegengeluid

Uit onderzoek van het Centraal Cultureel Planbureau blijkt dat Marokkaanse en Turkse Nederlanders de meeste discriminatie en stigmatisering ervaren. Volgens politicoloog Ewoud Butter blijkt uit onderzoek dat de media een belangrijke rol spelen als triggerfactor van discriminatie. Ze reproduceren vaak bepaalde stereotypen.

‘Het is een bekend fenomeen dat media in hun zoektocht naar het ongewone vaak over negatieve zaken berichten en tegenstellingen zoeken en uitvergroten’, legt Butter uit. ‘Hierbij ziet men minderheden, zeker Marokkaanse Nederlanders, als ‘de anderen’ en impliciet of expliciet als een bedreiging.’ Dit leidt volgens hem snel tot het stereotyperen van de hele groep, zonder oog te hebben voor het individu en voor diversiteit.

Nederland heeft daarnaast last van een ‘etnische obsessie’, vindt hij. ‘We benoemen meestal ten onrechte een etnische of religieuze achtergrond van mensen. Maar dat een relschopper of crimineel een opa of oma heeft die in Marokko is geboren, is zelden belangwekkend. Dat is ook niet relevant bij criminelen of relschoppers met alleen Nederlandse grootouders. Het draagt niets bij aan de analyse en oplossing van problemen en leidt alleen maar tot versterking van vooroordelen en discriminatie.’

Als het aan de Rotterdamse onderzoeker Bouabid ligt, moet er meer gebeuren om tot een meer gelijkwaardige situatie te komen: ‘Ik zie nog te vaak dat mensen, ook prominente Marokkaanse Nederlanders, meebewegen met het negatieve discours en ook gaan generaliseren. Ook toen de oud-voetballer Ibrahim Afellay zich tijdens een tv-programma opeens moest verantwoorden voor relschoppers (die na wedstrijden van Marokko op het WK vernielingen aanrichtten, red.), miste ik een tegengeluid. Want wat heeft hij nu te maken met Marokkanen die vuurwerk gooien? Hetzelfde gevoel kreeg ik vroeger op de middelbare school, toen ik moest uitleggen waarom er aanslagen waren gepleegd in Parijs.’

‘We hebben mensen nodig die durven te zeggen dat het niet onze schuld is. Die net als Afellay zeggen dat ze een gebeurtenis afschuwelijk vinden, om daarna een statement te maken door te zeggen dat dit niets te maken heeft met de Marokkaanse cultuur, maar dat overlast een universeel probleem is. Op sociale media zie ik wel steeds meer een tegengeluid als het gaat om racisme. Toch mis ik een grote beweging, vergelijkbaar met Black Lives Matter, van mensen die zich in grote aantallen verzetten tegen de stigmatisering van Marokkaanse Nederlanders en van moslims.’

Almeerse moskeeën: nog steeds vertrouwensbreuk na undercoveronderzoek

0

Zes moskeeën uit Almere willen dat het gemeentebestuur eerst openheid van zaken geeft over eventuele undercover onderzoeken die in de gebedshuizen zijn uitgevoerd. Tot die tijd willen ze niet in gesprek met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), meldt Omroep Flevoland.

Het ministerie benaderde de moskeeën met het voorstel om op 24 januari te komen praten over undercoveroperaties die minstens tien Nederlandse gemeenten lieten uitvoeren in de gebedshuizen. NRC onthulde in 2021 dat onder andere Almere opdracht had gegeven tot dergelijk geheim onderzoek. Ook moskeeën uit andere gemeenten zijn door SZW uitgenodigd voor het gesprek.

Franc Weerwind, die destijds burgemeester van Almere was, ontkende dat zijn gemeente dergelijke geheime onderzoeken had laten uitvoeren. Er was volgens hem slechts onderzoek gedaan naar extremisme ‘in de breedste zin’.

De moskeeën geven aan dat ze de gemeente diverse malen hebben verzocht open te zijn over wat er precies is gebeurd. De reactie die daarop kwam, bevredigde de moskeebesturen niet en daarom is er nog altijd sprake van een vertrouwensbreuk.

‘Ook op landelijk niveau zien wij helaas door overheidsinstanties een stijgende trend van institutioneel racisme en islamofobe handelingen, zoals de toeslagenaffaire en recent door de minister van OCW aangekondigde plannen omtrent het informeel onderwijs’, schrijven de besturen.

‘Islamitische cryptovaluta succesvoller dan andere cryptomunten’

0

Voor cryptovaluta was 2022 geen topjaar. De totale waarde van virtuele valuta, waarvan Bitcoin de bekendste is, kelderde met honderden miljoenen dollars. Islamitische cryptomunten vormen een uitzondering op die trend, meldt de nieuwssite al Monitor.

De cryptowereld wordt gekweld door vele fraudezaken. Zo spannen gedupeerden na het faillissement van cryptobedrijf FTX een rechtszaak aan tegen oud-directeur Sam Bankman, die miljoenen zou hebben gestolen van klanten. In deze context vindt al Monitor de opkomst van nieuwe islamitische cryptomunten, die beweren hun ‘checks and balances’ op orde te hebben, opvallend.

‘Islamitische financiering kan bijdragen aan ethische praktijken in de sector’, zegt Mohammed AlKalf AlHashmi, mede-oprichter van de Haqq Association. Dat is een organisatie voor digitale diensten die zegt de regels van de islam te volgen. De Haqq Association, die opereert vanuit de Verenigde Arabische Emiraten, lanceerde in 2021 een eigen ‘islamitische  cryptomunt’.

Het islamitische cryptobedrijf wil corruptie en fraude tegengaan en transparant zijn, aldus AlHashmi. Ondernemers kunnen hun eigen plannen presenteren aan het blockchain-netwerk ‘Haqqchain’. Dat toetst die plannen vervolgens aan de hand van sharia-regelgeving. Bij goedkeuring krijgt de ondernemer een stempel dat lijkt op de verificatie-teken van Twitter.

‘Nederlanders beseffen vaak niet dat ‘kaolo’ een zwaar Surinaams scheldwoord is’

0

Cabaretier Roué Verveer ergert zich aan verkeerd gebruik van het Surinaamse scheldwoord ‘kaolo’. Een Instagram-filmpje waarin Verveer, zelf Surinaams Nederlander, duiding geeft over dat woord is viraal gegaan op sociale media.

Dat meldt de Amsterdamse stadszender AT5. Verveer: ‘De druppel was dat gisteren een jongeman naar me toekwam, helemaal vrolijk en goedbedoeld. En hij zei: ‘Ik ben fan van jou, je bent echt kaolo grappig’. Toen dacht ik: oké, hij weet niet wat hij zegt. Hij weet niet dat hij een zwaar Surinaams scheldwoord gebruikt.’

Op Instagram meldt Verveer dat de term in Nederland vaak als synoniem wordt gebruikt voor ‘erg, of ontzettend veel’, maar dat klopt dus niet. ‘Kaolo is één de zwaarste scheldwoorden die Suriname kent’, zegt hij en vervolgt dat het woord een combinatie is van ka (poep) en olo (gat): ‘poepgat’.

Dat het woord daarom misschien als straattaal kan overkomen, begrijpt hij, maar ‘het weegt zwaar’, aldus Verveer. ‘Je kan het vergelijken met schelden met kanker. Dus kijk uit als je zulke dingen zegt. Ik ben 50 en heb het nooit naast mijn ouders gebruikt.’

Het filmpje is inmiddels meer dan 300.000 keer bekeken, meldt AT5. ‘Ik zie het filmpje overal oppoppen, iedereen deelt ‘m. Waarschijnlijk dachten heel veel mensen het al, alleen niemand zei het’, vertelt Verveer aan AT5.

VS: school verbiedt BLM-shirts, maar staat Confederate-shirts toe

0

Black Lives Matter-shirts zijn op Effingham County High School in de Amerikaanse staat Georgia verboden. Tegelijk legt de school leerlingen die kleding dragen met daarop de omstreden Confederate-vlag geen strobreed in de weg. Afro-Amerikaanse studenten spannen daarom een rechtszaak aan tegen de school.

In 2020, het jaar waarin een witte politieagent George Floyd vermoordde, besloot de Effingham County High School een student met een BLM-shirt te schorsen voor een sportevenement. De school stuurde echter een witte student, met een shirt waarop een de provocerende boodschap ‘Stomp on My Flag; I’ll Stomp Your A**’ (Stomp op mijn vlag, dan sla ik op je achterwerk) stond, niet weg.

Hier bleef het niet bij. De high school strafte nooit studenten die kleding droegen met daarin de vlag van de Confederatie (de zuidelijken in de Amerikaanse Burgeroorlog van 1861-1865, die de slavernij niet wilden afschaffen, red.). Daarnaast schreven studenten het ‘n-woord’ in het kluisje van een zwarte speler van het honkbalteam van de school. Ook dreven enkele studenten de spot met de dood van George Floyd.

Volgens de studenten die nu naar de rechter stappen, negeert de school opzettelijk alle klachten over racisme.

‘Britse wapenexport naar Saoedi-Arabië verergert de oorlog in Jemen’

0

In Jemen sterven meer burgers als gevolg van de wapens die het Verenigd Koninkrijk verkoopt aan Saoedi-Arabië. Dat stelt hulporganisatie Oxfam in een nieuw rapport.

Tussen januari 2021 en februari 2022 vonden er meer dan zeventienhonderd aanvallen op burgers plaats in Jemen. Een kwart daarvan is uitgevoerd door de door Saoedi-Arabië geleide coalitie, die uitsluitend wapens gebruikt die zijn geleverd door het VK en de VS. Oxfam brengt dit in beeld in het rapport Fueling Conflict.

De coalitie heeft ziekenhuizen, klinieken en ambulances aangevallen, en 293 aanvallen waarbij mensen werden gedwongen hun huizen te ontvluchten.

‘Onze analyse laat zien dat er een patroon van geweld tegen burgers is en dat alle partijen in dit conflict niet genoeg hebben gedaan om het leven van burgers te beschermen, wat ze volgens het internationaal humanitair recht verplicht zijn te doen’, aldus Oxfam-medewerker Martin Butcher, auteur van het rapport.

In 2014 brak er een nieuwe burgeroorlog uit in Jemen toen de sjiitische Houthi-beweging de hoofdstad Sanaa innam en de internationaal erkende regering dwong naar Saoedi-Arabië te vluchten. Een coalitie van diverse Arabische landen besloot te interveniëren, om zo de aan Iran gelieerde Houthi-beweging te verslaan. Dat is na meer dan zeven jaar oorlog nog steeds niet gelukt.

De Britse regering heeft herhaaldelijk kritiek gekregen op haar besluit om door te gaan met de verkoop van wapens aan Saoedi-Arabië, ondanks de bezorgdheid over mensenrechtenschendingen. Het Verenigd Koninkrijk heeft sinds 2015 voor ten minste 7,9 miljard pond (8,9 miljard euro) aan wapens verkocht aan Saoedi-Arabië. Volgens de Britse beweging Campaign Against the Arms Trade (CAAT) is het werkelijke bedrag nog hoger: 23 miljard pond (26 miljard euro). Butcher noemt het van vitaal belang dat de Britse regering en anderen onmiddellijk stoppen met de wapenexport naar Saoedi-Arabië, die de oorlog in Jemen aanwakkert.

Autocraten worden altijd net op tijd heel ziek

0

Nadat zijn maandenlang door hem opgehitste aanhang zondag vergeefs het regeringskwartier in Brasilia had bestormd om zijn legitieme opvolger Lula da Silva af te zetten, werd de Braziliaanse ex-president Jair Bolsonaro direct gearresteerd en verdween hij in de gevangenis.

O nee, sorry: denkfoutje. Over!

Nadat zijn maandenlang door hem opgehitste aanhang zondag vergeefs het regeringskwartier in Brasilia had bestormd om zijn legitieme opvolger Lula da Silva af te zetten, kreeg ex-president Jair Bolsonaro meteen last van buikkrampen en werd hij opgenomen in het ziekenhuis in de Amerikaanse staat Florida.

Valt de vermeende medische oorzaak van zijn ziekenhuisopname in de categorie fake news? Of klopt die medische klacht, die gerelateerd zou zijn aan een oude buikwond als gevolg van een moordaanslag op zich wel, maar bestaat er samenhang met de bestorming in Brasilia? Het is voorstelbaar dat Bolsonaro na de mislukte couppoging – en vooral door het mislukken ervan – spontaan buikklachten kreeg, omdat hij nu mogelijk vervolging vrezen moet.

Joe Biden veroordeelde de bestorming van het Braziliaanse parlement meteen. Daarin verschilt hij van Bolsonaro’s grote voorbeeld Donald Trump. Die laatste zou Bolsonaro vast hartelijk hebben ontvangen, indien zijn eigen, nu als voorbeeld dienende, couppoging van twee jaar geleden niet was mislukt. Biden zit echter niet op Bolsonaro als balling te wachten.

Nu Lula aangekondigd heeft alle schuldigen te zullen vervolgen, moet Bolsonaro een Braziliaans uitleveringsverzoek vrezen. Want ofschoon Bolsonaro, anders dan Trump, op de bestormingsdag zelf geen publieke opruiersrol heeft vervuld en hij na afloop de actie veroordeelde, gaat hij niet vrijuit. En dan betekent ziekenhuisopname, al dan niet als spontane fysieke reactie op dreigende uitlevering, tenminste even uitstel van executie.

Daarnaast dreigen er nog een aantal andere processen voor de oud-president en zijn familiekliek. Ook in zijn opvatting van het presidentiële ambt als een soort gezinsbedrijf heeft Bolsonaro immers het voorbeeld van Trump gevolgd, met even weinig deugdzame zonen met even dubieuze financiële praktijken.

Kun je buikklachten simuleren, zonder bij gedegen onderzoek door de mand te vallen?

Hoe dan ook: Bolsonaro heeft alle reden om uit handen van de Braziliaanse justitie te blijven. Als dat niet zo was geweest, was hij vermoedelijk ook niet na zijn nipte verkiezingsnederlaag met stille trom naar de Verenigde Staten vertrokken.

De hamvraag, die ik zelf wegens mijn ontoereikende medische kennis niet kan beantwoorden: kun je de bewuste buikklachten simuleren, zonder bij gedegen onderzoek door de mand te vallen? Of heeft hij de desbetreffende arts omgekocht? Iets, waarvoor bij Bolsonaro ongetwijfeld geen hoge morele drempel bestaat, maar bij de meeste Amerikaanse dokters vermoedelijk toch wel.

Het feit dat die buikklachten nu toch wel erg goed uitkomen, herinnert aan die andere autoritaire Zuid-Amerikaanse militair die met een medische truc uit handen van de justitiële autoriteiten wist te blijven: de Chileense generaal Augusto Pinochet. Een man die, gezien Bolsonaro’s lofprijzingen aan het adres van de Braziliaanse militaire dictatuur, ongetwijfeld eveneens op zijn bewondering rekenen kon.

Pinochet had, in ruil voor het accepteren van het herstel van de Chileense democratie in 1990, voor zichzelf immuniteit voor rechtsvervolging geregeld. Als gevolg daarvan kon hij niet worden vervolgd voor de grootschalige mensenrechtenschendingen die hij en zijn junta hadden begaan.

Toen Pinochet acht jaar later in Londen was voor een medische behandeling, kreeg de Britse regering plots een Spaans uitleveringsverzoek. Madrid wilde Pinochet vervolgen voor martelingen van Spaanse onderdanen tijdens zijn bewind. Slechts door zware ziekte en invaliditeit te veinzen – hij zou al half stervende zijn – wist de gewiekste ex-dictator aan een enkeltje Madrid te ontsnappen. Na zestien maanden politiek touwtrekken mocht hij uit hoofde van medemenselijkheid die hij zelf nergens ooit had betoond, naar huis terugkeren.

Als een zielig wrak per rolstoel in Londen het vliegtuig ingeschoven, verrees hij meteen na landing in Santiago als een tweede Lazarus uit zijn graf door spontaan uit zijn rolstoel op te staan en vrolijk weg te wandelen. Het is goed denkbaar dat ook Bolsonaro bij het leger geleerd heeft hoe hij overtuigend kan simuleren dat hij op het punt staat dood te gaan.