5.4 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 467

Verkrachting: vergeten oorlogsmisdaad in Indonesië

0

Nederlandse militairen maakten zich tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) niet alleen schuldig aan executies, martelingen en plunderingen, maar ook aan verkrachtingen. Verkrachting in oorlogsgebied werd na de Eerste Wereldoorlog al als oorlogsmisdaad aangemerkt, maar de Nederlandse krijgsraad was voortdurend op zoek naar omstandigheden om de straf te verzachten.

In 1948 werd een vrouw uit Tanggoel op Java verkracht door een Nederlandse soldaat. De krijgsraad oordeelde: zes maanden gevangenisstraf. ‘Beklaagde leed ten tijde van het delict aan licht psychische alteratie als gevolg van een aanrijding met een trein; voorts een zeer gunstige beoordeling van zijn commandant.’ In datzelfde jaar werd in Dessa Baloeng een meisje van elf jaar door een militair ‘in een leegstaande goedang’ – opslagplaats – verkracht. De straf? Elf maanden, met aftrek van voorarrest.

Een verkrachtingszaak die de Nederlandse krijgsraad zeer hoog opnam, betrof een meisje van tien jaar uit Soekorwirjo in 1948. De soldaat werd veroordeeld tot een jaar en vier maanden gevangenisstraf. Toevoeging van de krijgsraad: ‘Ook in de dessa (dorp) wordt het violeren van jeugdige meisjes als een plundering van eer beschouwd.’ Blijkbaar was het nodig duidelijk te maken dat verkrachting universeel een misdaad is.

Genoemde voorbeelden staan in de ‘Excessennota’ van historicus Cees Fasseur uit 1969, met daarin een twintigtal gevallen van gemelde en behandelde verkrachtingen. Op een totaal van 200.000 soldaten een verdacht laag aantal. Verder wordt nergens ook maar met enige compassie over de slachtoffers geschreven. Of hoe verkrachting hun levens moet hebben beïnvloed. Enige vorm van genoegdoening, excuses, of compensatie werd blijkbaar niet noodzakelijk gevonden.

Journaliste Christina Lamb betoogde vorig jaar in Trouw dat verkrachting altijd als bijzaak wordt gezien in een oorlog. Dit, terwijl meisjes en vrouwen naderhand vaak als paria’s worden behandeld. Het recente rapport over ‘het extreme geweld’ van de Nederlandse soldaten in Indonesië toont dat ook verkrachtingen door het Koninklijk Nederlands Indisch Leger en de Koninklijke Landmacht stelselmatig waren. Toch sneeuwde verkrachting onder, in tegenstelling tot executies, martelingen, plunderingen die Nederland tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog had begaan, in het nieuws over dit rapport.

Het zou de nog levende veteranen die zich aan verkrachting schuldig hebben gemaakt sieren als ze alsnog hun diepe persoonlijke spijt betuigen

Veteranen repten helemaal niet van verkrachtingen, schreef historicus Gert Oostindie in zijn boek Soldaat in Indonesië 1945-1950 (2015). Nederlandse militairen gaven toe dat ze regelmatig seks hadden met Indonesische vrouwen, maar uitsluitend tegen betaling. Zo lezen we dat ‘het toch echt alleen maar de Indonesische rebellen waren die verkrachtten’. Overigens klaagden de mannen wel over de vele geslachtsziekten die ze opliepen.

Oostindie wijdt uiteindelijk slechts één pagina aan zes gevallen van verkrachting. Daaronder ook een groepsverkrachting in Katjen door twintig militairen – waaronder zich ook hoge officieren bevonden – die een twaalfjarig meisje hadden verkracht. Deze groepsverkrachting is niet in de ‘Excessennota’ terug te vinden, wat wederom aantoont hoe beperkt deze was.

In deze nota staan drie gevallen van twaalfjarige meisjes die zijn verkracht. De daders zijn zeer licht bestraft, met uitzondering van een soldaat die ook het zoontje van het slachtoffer vermoordde. De verzachtende omstandigheden buitelen over elkaar heen. Zo was ‘beklaagde’s ongelukkige gezinsleven, waardoor het hem dikwijls aan kracht ontbreekt zichzelf onder controle te houden’ een overweging voor strafvermindering. En: ‘Was net terug uit voorste lijn, heeft een schoon strafboek en verricht zijn dienst goed.’ De meeste militairen konden gewoon weer in het leger terugkeren.

Ook werden zaken geseponeerd bij gebrek aan bewijs, waaronder die van plundering, moord, vernieling en verkrachting in een geïmproviseerd plaatselijk ziekenhuis in Peniwen, Oost-Java. Toen het Comité Nederlandse Ereschulden van Jeffry Pondaag in 2014 de kwestie voor de rechter bracht met het slachtoffer van groepsverkrachting, mevrouw Tremini, bleek dat er genoeg bewijsmateriaal was. Tremini ontving in 2016 het luttele bedrag van 7.500 euro. Advocaat Liesbeth Zegveld had 50.000 geëist.

Tremini is de enige vrouw aan wie, zij het ontiegelijk krenterig, recht is gedaan. Ze vertelde in de rechtbank hoe ze zich schaamde en hoe moeilijk het was haar leven weer op te pakken.

Het zou de nog levende veteranen die zich aan verkrachting schuldig hebben gemaakt sieren als ze alsnog hun diepe persoonlijke spijt betuigen voor hun misdaden. Het nieuwe historisch onderzoek toont de stelselmatigheid van de verkrachtingen aan. We zullen nooit weten hoeveel vrouwen en meisjes verkracht zijn, maar als symbool van het onrecht dienen de namen van de dorpjes uit de ‘Excessennota’ waar dit plaatsvond en waarvan we nu weten dat het een veelvoud hiervan moet zijn geweest: Peniwen, Soemedang, Soekaboemi, Poerwokerto, Lawang, Passar Minggoe, Banjoemas, Soekowirjo, Djember, Soenga, Soerabaja, Tjembalang, Grendoeng, Krawang, Makassar, Dessa Baloeng, Wonosob en Pemotan.

Nieuw-Zeeland: meisjes filmen hoe ze moslima (17) slaan en hijab aftrekken

0

De Nieuw-Zeelandse moslima Hoda al-Jammaa (17) zat nietsvermoedend met haar vrienden op school te keuvelen, toen drie niet-islamitische meisjes ruzie zochten, haar hoofddoek aftrokken en op haar begonnen in te slaan. De daders hebben het geweld ook gefilmd, meldt Radio New Zealand.

Zeheeft er een hersenschudding en verwondingen aan haar hoofd aan overgehouden. Volgens de directrice is het niet de eerste keer dat een moslimmeisje slachtoffer wordt van anti-islamitisch geweld op school.

‘Er waren al signalen, bijvoorbeeld scheldpartijen. Onze klachten bij de politie zijn niet serieus genomen. Dit had voorkomen kunnen worden en is een schandvlek’, zegt ze. Twee van de daders zouden inmiddels van school gestuurd zijn.

Er is een petitie tegen gestart die ‘gerechtigheid voor Hoda en haar vrienden’ opeist en haat en xenofobie aan de kaak stelt. De petitie is al meer dan 50.000 keer getekend.

In Nieuw-Zeeland zijn na de terroristische aanslag in 2019 in Christchurch veel inspanningen geweest om de tolerantie op te krikken. Maar drie jaar na de aanslag is het momentum weg, aldus Radio New Zealand.

VS: centrumlinkse Democraten verenigen zich tegen ‘woke’-invloeden

0

Centrumlinkse Democraten hebben Shield Pac gelanceerd. Dit is een platform dat zich verzet tegen de groeiende invloed van ‘The Squad’, zoals de radicaal-linkse Democraten rondom Afgevaardigden Alexandria Ocasio-Cortez en Ilhan Omar worden genoemd. Volgens Shield Pac speelt de ‘woke’-invloed van The Squad de Republikeinen in de kaart.

Shield Pac wil naar eigen zeggen een ‘beschermend schild bouwen’ tegen de polariserende ‘culture wars’. Als de Democraten weer een gematigde koers varen, dan maken ze volgens Shield Pac meer kans om swing-districten te winnen. Dat zijn districten waar soms de Democraten winnen, en soms de Republikeinen. Als de radicaal-linkse politiek van The Squad de overhand krijgt dan maken de Republikeinen meer kans om in deze districten te winnen.

Shield Pac komt voort uit The Third Way, een centrumlinkse Amerikaanse denktank. Volgens Matt Bennett, medeoprichter van The Third Way en initiatiefnemer van Shield Pac, zorgt de ‘woke’-agenda van The Squad – waaronder het bezuinigen op de politie en het willen omver trekken van ‘foute’ standbeelden  – ervoor dat de Democraten te links imago krijgen. Zo zou het moeilijker worden om in het Huis van Afgevaardigden en in de Senaat hun meerderheid te behouden.

Eén van de adviseurs van Shield PAC is de Afro-Amerikaanse politica Jackie Gordon. Zij stelt zich dit jaar kandidaat voor het Huis van Afgevaardigden.

De gemarginaliseerde Krim-Tataren, speelbal in Russisch-Turkse geopolitiek

0

De afgelopen weken deden verschillende wereldleiders in het Kremlin en in Kiev verwoede pogingen om de crisis rondom Oekraïne en Rusland te beteugelen. Belangrijk, maar spelen de westerse leiders Rusland ook niet in de kaart, door mee te gaan in een beeld dat de bezetting van de Donbas en de annexatie van de Krim neerzet als fait accompli? Het gaat nu immers over Ruslands veiligheidseisen en een potentiële invasie van Rusland tot in Oekraïne, maar allang niet meer over de Krim en de Donbas. Slecht nieuws voor Oekraïners, maar ook voor de 250.000 islamitische Krim-Tataren: een aan de Turken etnisch verwante groep op de Krim, die ernstig wordt gemarginaliseerd en om wie het Westen zich toch al niet bekommerde.

De Krim-Tartaren: een geschiedenis

De Krim kent een lange historie. Rusland heeft dus geen alleenrecht op de geschiedenis van de Krim. De Krim betekent ‘heuvel’ en Griekse kolonisten begonnen vanaf de zesde eeuw voor Christus deze heuvel te gebruiken om onder andere wijn te kunnen verbouwen en handel te drijven. Aan het einde van de Middeleeuwen ontstond er een onafhankelijk gebied op de Krim waar de Krim-Tataren heersten. Zij waren afstammelingen van de Mongoolse veroveraars die zich tot de islam hadden bekeerd. De Krim-Tataren waren nomaden die meermaals rooftochten pleegden; zelfs Kiev en Moskou bleven zulke plundertochten van deze landpiraten niet bespaard. Net als de Mongoolse hordes hadden de Krim-Tataren zich georganiseerd in clans. Ze eisten van dorpen en steden een tribuut – een reguliere afdracht in geld en goederen -, anders zouden ze gaan plunderen.

De Krim-Tataren zochten in de zestiende eeuw bescherming bij het islamitische Ottomaanse Rijk om de groeiende macht van Moskou te weerstaan. Maar de Russische tsaren werden steeds machtiger. In de jaren 1770 veranderde de machtsbalans definitief: in 1774 moest het Ottomaanse Rijk zijn gezag over de Krim opgeven bij het verdrag van Kücük Kaynarca en werd het schiereiland officieel onafhankelijk. Die onafhankelijkheid bestond echter voornamelijk op papier. Toen de Krim-Tataren een pro-Ottomaanse leider kozen, viel het Russische leger de Krim aan. Catherina de Grote annexeerde in 1783 het schiereiland en zette een pro-Russische kandidaat op zijn stoel. De geestelijkheid werd in de Russisch aristocratie geïncorporeerd, waardoor sommige rechten van de Krim-Tataren in de praktijk verdwenen.

Hoewel Rusland beloofde om alle historische rechten van de Krim-Tataren na te leven, had een deel van de Krim-Tataren hier geen vertrouwen in. Ruim honderdduizend Krim-Tataren vluchtten in de periode 1783-1914 naar het Ottomaanse rijk. Ook islamitische bewoners in de Kaukasus, die in de negentiende eeuw door Rusland werd veroverd, vluchtten naar het Ottomaanse Rijk.

De Krim als spil tussen Rusland en Turkije

De Krim vormt in feite de rode draad in de Russisch-Turkse betrekkingen. In 1853 tot 1856 vond de Krimoorlog plaats, een belangrijk moment voor de Russische geschiedenis en de verhoudingen met het Westen. Rusland wiep zich op als de beschermheer van de oosters-orthodoxe en oriëntaalse christenen in het Ottomaanse Rijk. In 1853 vielen de Russen het Ottomaanse Rijk binnen, omdat de rechten van de christenen onvoldoende beschermd zouden worden. Al snel was duidelijk dat er sprake was van een Russisch overwicht. De westerse mogendheden waren bevreesd voor Russische expansie richting Constantinopel, het huidige Istanbul, terwijl Rusland in feite een heilige oorlog voerde om de christelijke geloofsgenoten te beschermen.

 

Frankrijk en het Britse Rijk waren bang voor een te sterk Rusland en besloten de Ottomanen te hulp te schieten. Dankzij de Franse en Britse hulp leed Rusland een gevoelige nederlaag op de Krim, wat ertoe leidde dat het ontgoochelde Rusland zich voor drie decennia terugtrok uit de Europese machtspolitiek. Rusland voelde zich vernederd door het Westen, maar ook verraden.

Dit trauma leeft nog steeds bij de Russen. De Krim is een zinnebeeld voor Ruslands wantrouwen tegenover het Westen. Een symbolisch beeld toen president Vladimir Poetin en de Franse president Emmanuel Macron samen aan de lange tafel zaten in het Kremlin: het prominent zichtbare portret van tsaar Alexander II. Hij was de tsaar die Rusland na de verloren Krimoorlog weer liet opkrabbelen – precies wat Poetin ook wil.

De culturele identiteit van de Krim-Tataren maakt een Russisch-historische claim op de Krim lastiger om te legitimeren. Daarom zijn ze een doorn in het oog van Russische ultranationalisten

Het Turks-Russische conflict om de Krim speelde ook in de twintigste eeuw een belangrijke rol. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog werden honderdduizenden Krim-Tataren naar werkkampen verstuurd. Officieel werden ze collectief gestraft vanwege de collaboratie van groepen Krim-Tataren met nazi-Duitsland, dat van 1942 tot 1944 de Krim bezette, maar de altijd paranoïde Stalin vreesde ook dat de Krim-Tataren zouden samenzweren met Turkije.

Tijdens grootschalige deportaties werden de Krim-Tataren gedeporteerd naar verschillende republieken in de Sovjet-Unie, om zo mogelijke opstanden te voorkomen. Hierbij kwamen tienduizenden Krim-Tartaren om het leven. Pas na de val van de Sovjet-Unie in 1991 keerden zo’n 250.000 Krim-Tataren terug naar de Krim. Het werd een allesbehalve warm welkom. Russen en Oekraïners woonden hier immers al decennia en wilden hun huizen niet zomaar afstaan aan deze ‘nieuwkomers’. Ook in het onafhankelijke Oekraïne verkreeg kreeg de Tataarse minderheid slechts beperkte erkenning en steun.

Een doorn in het Russische oog

Turkije heeft een historisch-culturele affiniteit met de Krim-Tataren, vanwege de islamitische godsdienst, de Turkse etnische verwantschap en omdat de Krim-Tataren eeuwenlang bondgenoten waren van het Ottomaanse Rijk. Sinds de annexatie van de Krim in 2014 zijn duizenden Krim-Tataren naar Turkije gevlucht, omdat ze zich door de Russische bezetters gemarginaliseerd voelen. Het is een echo van de culturele marginalisatie sinds 1783, toen Catherina de Grote het gebied inlijfde.

De Russische machthebbers hebben televisiestations voor de achterban van Krim-Tataren uit de lucht gehaald en culturele centra verboden, waaronder Tartaarse taalscholen. Bijna alle mensenrechtenactivisten op de Krim zijn veroordeeld tot jarenlange celstraffen op beschuldiging van terreuractiviteiten. In mei 2021 sprak Amnesty International zich in een vernietigend rapport uit over het schenden van basale mensenrechten, zoals het verbieden van taalonderwijs in de moedertaal voor Krim-Tataren. Hoewel Turkije geen organisaties kent waar je de Krim-Tartaarse taal kunt leren, biedt Turkije als islamitische en Turkse natie een sterke culturele aantrekkingskracht op de Krim-Tartaren. Ook daarom is Turkije een belangrijke speler rond de oorlog in Oekraïne.

De culturele identiteit van de Krim-Tataren maakt een Russisch-historische claim op de Krim lastiger om te legitimeren. Daarom zijn ze een doorn in het oog van Russische ultranationalisten. Deze Euraziaten, waarvan de extreemrechtse denker Aleksandr Doegin een bekende vertegenwoordiger is, stellen dat Ruslands Euraziatische identiteit uniek is. Daarmee zou Rusland superieur zijn aan de Aziatische en islamitische cultuur, evenals aan het volgens hen in verval geraakte Westen.

Om Ruslands claim op de Krim te versterken, zijn Tataarse scholen en taallessen die de identiteit van de Krim-Tartaren versterken er verboden. Rusland probeert de Tartaarse identiteit sluipenderwijs te verdrijven om de Russische greep op het schiereiland te versterken.

Turkse steun?

Hierdoor krijgt Turkije te maken met opnieuw een toestroom van Krim-Tataren. Maar Turkije onderhoudt een ambigue houding tegenover de islamitische minderheid uit Oekraïne.

Dat zag je al in 2014, toen de Turkse woordvoerder van Buitenlandse Zaken de annexatie van de Krim veroordeelde. Hij greep deze gelegenheid aan om steun te betuigen aan de Krim-Tartaren. Ook stelde hij de pijn te voelen van de Krim-Tartaren en alle Kaukasische volkeren die zwaar hebben geleden onder de Stalinistische deportaties. Toch zei het onderzoekscentrum voor Krim-Tartaren in New York teleurgesteld te zijn in Turkije, omdat het vooral bij mooie woorden was gebleven. De Verenigde Staten en de Europese Unie hadden, in tegenstelling tot Turkije, Rusland zware sancties opgelegd. Daarom riep een leider van de Krim-Tartaren Erdogan op om deze sancties aan Rusland over te nemen. Tevergeefs: de handel tussen Turkije en Rusland intensiveerde zelfs na de annexatie van de Krim.

In Turkije wint de koopman het van de dominee. Dit is illustratief voor Turkije’s houding tegenover de Krim-Tartaren, die ook nu weer opspeelt. De Oekraïense president Zelensky bedankte Erdogan begin deze maand nog voor het op de kaart zetten van het lot van de Krim-Tartaren, evenals voor het benadrukken dat de Krim Oekraïens is. Turkije is echter niet bereid om haar bilaterale relatie met Rusland hiervoor op te geven. Turkije veroordeelt de annexatie van de Krim en de mensenrechtenschendingen, maar volgt niet de aangekondigde economische sancties van het Westen bij een Russische inval. Het blijft weer bij mooie woorden.

In Turkije wint de koopman het van de dominee. Dit is illustratief voor Turkije’s houding tegenover de Krim-Tartaren, die ook nu weer opspeelt

Een groot aantal Krim-Tartaren wordt zonder problemen in Turkije opgevangen en hun rechten in Turkije worden gerespecteerd. Turkije probeert internationaal de aandacht op hen te vestigen en heeft kleine overwinningen behaald, zoals het vrij krijgen van sommige dissidenten die op de Krim waren vastgezet. Maar Turkije is niet bereid is om haar economische belangen voor hen op te offeren. Lokale leiders van de Krim-Tartaren in Turkije roepen zelfs hun mensen op om niet deel te nemen aan demonstraties in, omdat dit hen tot doelwit van Turkse nationalisten kan maken.

Onschatbare waarde voor de NAVO

Ondanks dat de economische samenwerking vrij goed is, voert Ankara wél een militaire en geopolitieke containment-politiek tegen Rusland. Turkije probeert de invloed van Rusland in de dammen waar de voormalige Sovjetunie en het voormalige Ottomaanse Rijk samenkwamen.  Turkije vervult daarmee een belangrijke geopolitieke rol voor de NAVO door het indammen van Rusland. Dit is iets wat de Europese Unie niet kan doen, vanwege de verdeeldheid. Daarom kan een regionale macht als Turkije dat beter doen dan de Verenigde Staten of de Europese Unie.  Bij het conflict in Nagorno-Karabach wist Turkije de Russische invloed te temperen. Dit gebeurde vooral door de Turkse verkoop van drones. De Turkse drones konden vrij eenvoudig de Armeense luchtmacht neutraliseren en daarmee wist Turkije zijn invloed te doen gelden op de Kaukasus ten koste van Rusland.

Deze Turkse drones worden nu ook verkocht aan Oekraïne. Sinds oktober 2021 worden ze actief ingezet door het Oekraïense leger, liet bijvoorbeeld militair-analist Rob Lee zien. Daardoor een gevaarlijkere tegenstander is geworden. Turkije heeft een belangrijke stem in de NAVO over de veiligheidsstrategie rondom Oekraïne. Dit wordt door geopolitieke analisten aan talkshows te weinig benadrukt. Turkije is samen met Polen een van de weinige landen die openlijk voor een NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne pleit, ondanks dat Frankrijk en Duitsland in 2008 hun veto hiertegen uitspraken. Turkije bleef bovendien achter zijn standpunt staan na de Russische verovering van de Krim, in tegenstelling tot de andere NAVO-landen.

Een jaar geleden vreesden analisten dat Turkije uit de NAVO zou stappen en een alliantie met Rusland zou aangaan. Dit getuigt van geopolitiek analfabetisme, zoals Beatrice de Graaf toen zo schitterend verwoordde. Turkije voert een beleid dat haaks staat op de belangen van Rusland in Oekraïne, op de Kaukasus, en in Syrië: Rusland steunt de regering, Turkije de rebellen).

Europa is niet assertief en kijkt altijd eerst naar Washington voordat er wordt gehandeld. Turkije is uit een ander hout gesneden en bestrijdt de Russische dreiging proactief. Als islamitische natie kan Turkije bovendien als brug fungeren, bijvoorbeeld door de banden met Oman, Qatar en de Arabische Emiraten aan te halen, en ja, ook door ruimte te bieden aan gevluchte Krim-Tataren die aan onze Westerse aandacht hebben weten te ontsnappen.

India: regeringspartij deelt tekening van moslims aan galg, Twitter grijpt in

0

Een Twitteraccount van de Indiase regeringspartij BJP deelde dit weekend een tekening van moslims die worden opgehangen. Twitter heeft de tweet van de BJP verwijderd, omdat die in strijd is met de Twitterregels.

Het gaat om het account van de BJP-afdeling in de Indiase deelstaat Gujarat. Op deze cartoon is te zien dat een groep moslimmannen wordt opgehangen.

Vrijdag veroordeelde een Indiase rechtbank 38 mensen ter dood, vanwege een serie aanslagen in 2008 in de Indiase stad Ahmedabad in Gujarat. Daarbij kwamen 56 mensen om het leven en raakten ruim tweehonderd mensen gewond. Elf verdachten kregen een levenslange gevangenisstraf opgelegd.

‘Alleen de waarheid overwint’, luidt het bijschrift bij de cartoon. ‘Geen genade voor de plegers van terreur.’

Duitse mensenrechtenprijs voor gevangen Turkse filantroop Kavala

0

De Turkse filantroop en miljonair Osman Kavala, die sinds 2017 gevangen zit, heeft een Duitse mensenrechtenprijs gekregen.

Het gaat om de Tonhalle Mensenrechtenprijs, die sinds 2016 wordt uitgereikt aan een vereniging of persoon die een belangrijke bijdrage heeft geleverd op het gebied van mensenrechten en burgerlijke vrijheden.

‘Het is duidelijk dat iemand die opkomt voor mensenrechten en burgerrechten wordt gestraft en het zwijgen wordt opgelegd’, aldus Adam Fischer, een vooraanstaande Duitse dirigent die de prijs elk jaar mag uitreiken. Volgens hem is de gevangenschap van Kavala een schokkend voorbeeld van politieke inmenging in de rechterlijke macht.

De prijsuitreiking vindt op 19 maart plaats in de concertzaal van Düsseldorf. Omdat Kavala de prijs niet kan ophalen zal de Turks-Duitse politicus Cem Özdemir, de Turks-Duitse minister van Landbouw, in zijn plaats de prijs in ontvangst nemen.

Osman Kavala (64) is zakenman en oprichter van enkele organisaties die pleiten voor dialoog tussen gemeenschappen en democratische hervormingen in Turkije. Hij wordt vastgehouden wegens beschuldigingen van betrokkenheid bij massale protesten in 2013 en de mislukte coup in 2016, maar is nog nergens voor veroordeeld.

In 2019 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat het opsluiten van Kavala een politieke beslissing was.  Het hof riep Turkije op hem onmiddellijk vrij te laten. Turkije heeft dit, ondanks herhaaldelijke verzoeken, geweigerd.

Ook de Raad van Europa heeft felle kritiek op het vasthouden van Kavala en is begin februari een inbreukprocedure tegen Turkije gestart. Mogelijk zal het land worden geschorst als lid van de Raad van de Raad van Europa.

Ophef om Marokkaanse Nederlander op FvD-lijst: ‘Wat doe je, broer?!’

0

De Marokkaans-Nederlandse Fouad el Masoudi deed gisteren een aankondiging: hij staat derde op de kandidatenlijst van Forum voor Democratie in het Drentse Hoogeveen. Een coming-out die veel emoties losmaakt op social media.

De rechtenstudent kondigde ‘met trots’ aan dat hij op de lijst van FvD staat en er naar uitkijkt ‘om de gevestigde politieke cultuur flink op te schudden’.

Opschudding op sociale media kan El Masoudi in ieder geval in zijn zak steken. De ondertoon van vele reacties is: hoe kan een Marokkaanse Nederlander zich nou kandidaat stellen voor een partij die wordt geassocieerd met vreemdelingenhaat en racisme?

De Amsterdamse Denk-lijstrekker Sheher Khan tweet wat El Masoudi eigenlijk in zijn aankondiging zou zeggen: ‘Met trots kondig ik aan dat ik mijn eigen graf aan het graven ben.’

‘Wat doe je broer?’, vraagt de eveneens Marokkaans-Nederlandse NRC-redacteur Lotfi el Hamidi zich af. En theoloog Stefan Paas twittert ironisch: ‘De strategie van FvD tegen de omvolking begrijp ik nog niet helemaal.’

De Indonesisch-Nederlandse activist Christa Noëlla Wongsodikromo is minder verbaasd: ‘De tijd verstrijkt. Al die ‘allochtonen’ worden in nl geboren en de assimilatie met witheid zorgt voor een betere positie in deze individualistische maatschappij.’

Het komt dan ook vaker voor dat Nederlanders met een migratieachtergrond zich bij FvD aansluiten. Zo staan de Turkse Nederlanders Baran Cangir en Tanay Bilgin op respectievelijk nummer zes in Enschede en nummer drie in Amsterdam.

Bilgin neemt het op voor partijgenoot: ‘Deze kandidaat krijgt nu alle haat van wokelinks over zich heen. Want een Marokkaan bij FVD, dat mag niet. Als mensen doorkrijgen dat FVD toch geen racistische partij is, krijgen wokelinkse partijen een probleem. Want dan levert willekeurig gekrijs geen zetels meer op.’

D66: erken 17 augustus 1945 als onafhankelijkheidsdatum Indonesië

0

D66-buitenlandwoordvoerder Sjoerd Sjoerdsma wil dat de Nederlandse regering zo snel mogelijk 17 augustus 1945 als onafhankelijkheidsdatum van Indonesië erkent. Dit zei de parlementariër gisteren in op NPO Radio 1.

‘Het uitblijven van deze erkenning is nog steeds een steen in de schoen in de relatie tussen Nederland en Indonesië’, zegt Sjoerdsma. Volgens de Nederlandse regering werd Indonesië op 27 december 1949 onafhankelijk, tijdens de soevereiniteitsoverdracht.

Sjoerdsma: ‘Het land wacht al 77 jaar op zo’n erkenning en die zal dan ook op schrift moeten, en officieel gecommuniceerd aan Indonesië. Verder moet de regering werk maken van officieel eerherstel van de ruim vijfduizend Indonesische dienstweigeraars, die soms drie jaar gevangen zaten om hun principes.’

Sjoerdsma reageerde op het onderzoeksresultaten van het project ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950’, dat vorige week werd gepresenteerd. Volgens de onderzoekers maakte Nederland zich schuldig aan structureel excessief geweld.

In 2005 deed toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot (CDA) een poging om 17 augustus 1945 te erkennen als datum van de Indonesische onafhankelijkheid, maar dit was geen juridische maar een morele erkenning. Als Nederland de onafhankelijk in 1945 wel formeel erkend, dan heeft dit consequenties. Nederland erkent dan in feite een andere land te zijn binnengevallen en dat de term ‘oorlogsmisdaden’ van toepassing zou kunnen zijn.

Last van minder vinkjes? We vroegen het ons multiculturele panel

0

Joris Luyendijk wordt zowel geprezen als gehekeld vanwege zijn boek De zeven vinkjes. Goed dat eindelijk een ‘zevenvinker’ de eigen privileges ter discussie stelt, vinden sommigen. Maar hij loopt nu wel, als toch al welgestelde witte man, binnen met een kopie van het werk van mensen van kleur, zeggen anderen. We vroegen ons maandelijkse panel: wat vind jij? En hoeveel vinkjes heb jij eigenlijk zelf; iets daarvan gemerkt in je eigen loopbaan?

Leontine Vreeke (45), salesmanager, wijkraadslid Katendrecht-Wilhelminapier Rotterdam, zangeres

‘De kritiek op Joris Luyendijk is terecht. Het is natuurlijk goed dat hij vanuit zijn bevoorrechte positie aandacht weet te generen voor dit onderwerp. Hij wordt meer geloofd, want hij is een witte man. Maar tegelijkertijd geeft hij niet de credits aan Kimberlé Crenshaw, de zwarte vrouw die het begrip intersectionaliteit dertig jaar geleden heeft gemunt.

‘Het is pijnlijk om te zien dat wat al die jaren door experts verkondigd is nu opeens wordt gekaapt door een witte man, die doet alsof hij het wiel heeft uitgevonden. Ik zie Luyendijk op een rijdende trein springen, in plaats van dat hij de rijdende trein is. Het zou veel beter zijn geweest als Luyendijk dit boek had geschreven met iemand met minder vinkjes, die meer verstand heeft van dit onderwerp. Professor Gloria Wekker bijvoorbeeld, of journalist Zoë Papaikonomou. Nu is er echt sprake van whitesplaining: een witte man met een heleboel privileges die ons uitlegt hoe het precies zit.

‘Ik zie Luyendijk op een rijdende trein springen’

‘Of ik zelf nadeel ondervonden heb van het feit dat ik als zwarte vrouw veel minder vinkjes heb dan Luyendijk? Heb je even? Ik kreeg, ondanks het feit dat ik genoeg studiepunten had gehaald, een negatief studieadvies van de decaan op de HES (een hogeschool in Rotterdam, red.). Ik werd geadviseerd om naar het MBO te gaan. Ik week uit naar Inholland om uiteindelijk met een tien voor mijn scriptie af te studeren. En in mijn zoektocht naar mijn eerste bijbaan kreeg ik vaak bij aanvang van het sollicitatiegesprek opeens te horen dat de functie al was vervuld. Dat is me meerdere malen overkomen. Na een tijdje begreep ik dat ik gediscrimineerd werd omdat ik een zwarte vrouw ben.’

Anushka Soekhradj (28), sociaal werker

‘Ik ben een vrouw van kleur, mijn ouders zijn allebei in Suriname geboren en niet hoogopgeleid. Maar voor iemand die welgeteld twee vinkjes heeft ben ik best goed terechtgekomen, vind ik zelf. Ik heb moeten knokken, maar het was wel een strijd van drie stappen vooruit en één terug. Ik moest mij telkens opnieuw bewijzen, mijn charmes in de strijd gooien, zodat ik werd gezien.

‘Mensen nemen mij vaak niet serieus. Ze zien mij als een klein bruin schattig meisje. Totdat ik begin te praten, dan zijn ze vaak verbaasd. Stonden mijn werkervaring en diploma’s, sociale vaardigheden of iq op mijn voorhoofd geschreven, dan was ik anders benaderd. Zo jammer.

‘Mijn Surinaamse accent heb ik nu wel afgeleerd’

‘Soms krijg ik ook racistische complimenten. Bijvoorbeeld dat ik zo goed Nederlands spreek. Terwijl ik deze taal mijn hele leven al spreek. Hierachter zit het vooroordeel dat ik niet echt Nederlands ben. Als kleuter had ik trouwens een onwijs Surinaams accent. Daar was ik mij niet bewust van. Op de lagere school had ik discussies over hoe je elastiek moet uitspreken. Ik zei ‘elestiek’. En in Suriname zeggen ze ‘zeuven’ in plaats van ‘zeven’. Mijn Surinaamse accent, dat ik van mijn ouders heb meegekregen, heb ik nu wel afgeleerd. Vaak denken we dat mensen die goed ABN spreken slimmer zijn.

‘Met het boek van Joris Luyendijk ben ik blij. Hij mag dan misschien een witte man zijn, maar hij is er wel een die bewust is van zijn witte privilege en dit problematiseert. We moeten ons focussen op zijn boodschap.’

Abdessamad Taheri (43), manager arbeidsontwikkeling

‘Tijdens een studieweekend deden we de ‘Privilege Walk’. Je moest dan een stapje vooruit zetten als je een bepaald privilege had, en blijven staan als je dat privilege niet had. Dus als man en hetero deed in een stapje vooruit, maar ik moest blijven staan toen ze vroegen naar onze etnische achtergrond. Ik deed echter twee stappen terug toen het ging over de opleiding van onze ouders. Mensen zeiden tegen mij: ‘Nee, je snapt het niet.’ Maar ik antwoordde: ‘Mijn ouders waren analfabeet.’ Opleiding is echt een hele belangrijke factor.

‘De analyse van Joris Luyendijk moet genuanceerd worden. Ik ben lid van de PvdA, waar vrouwen een streepje voor hebben omdat men een lijst wil die een goede weerspiegeling geeft van de maatschappij. Vrouwen zijn in de politiek minder goed vertegenwoordigd, dus maak je meer kans om hoger op de lijst te belanden. Toch is positieve discriminatie geen slechte zaak, want het doel is om structurele ongelijkheid recht te trekken.

‘Bij mijn PvdA hebben vrouwen een streepje voor’

‘Het is niet zo dat als je minder vinkjes hebt je niks kan bereiken. Ik ken ook oud-klasgenoten met een Marokkaanse achtergrond die nu een topfunctie hebben. Maar weer anderen zijn junk geworden, of zwerver. Zulke grote verschillen in één klas zie je onder autochtone Nederlanders misschien minder snel.

‘Hoewel het systeem waarin je opgroeit je leven voor het grootste deel bepaalt, heb je ook eigen verantwoordelijkheid. Dus ja: de overheid moet actief discriminatie bestrijden, maar tegelijkertijd ontslaat het je als individu niet van jouw verantwoordelijkheid zelf iets van jouw leven te maken. Kritisch zijn op het systeem is prima. Nog belangrijker is dat je niet bij de pakken gaat neerzitten en iets van je leven maakt.’

Dimple Sokartara (29), communicatieadviseur

‘Ik ben hetero en ik heb een universiteitsdiploma. De rest kan ik allemaal niet afvinken. Ik weet 100 procent zeker dat een universiteitsdiploma mij verder heeft geholpen in het leven. Maar ook de weg naar het diploma toe heeft mij enorm geholpen. Dankzij mijn studies heb ik stages mogen lopen, ben ik in het buitenland geweest en heb ik veel kunnen netwerken. Ik denk dat je die toegang tot bepaalde netwerken ook wel kan krijgen als je geen universitaire studie doet, maar dan moet het meer uit jezelf komen. Dan word je niet ‘gedwongen’ om voor je studie bepaalde activiteiten te doen die je toegang geven tot dat soort netwerken.

‘Tijdens mijn HBO- en WO-opleiding heb ik wel heel veel aan netwerken gedaan, en ik denk eerlijk gezegd dat ik dat niet zou hebben gedaan als ik een MBO-opleiding had gedaan. Een WO-diploma leidt ook tot een goede salaris, want zo werkt het systeem voor veel banen.

‘Bicultureel zijn werkte positief voor mijn carrière’

‘Of het moeilijker voor mij was geweest als ik niet hetero was? In de professionele sferen waarin ik mij bevind, denk ik niet dat het een issue was geweest als ik niet hetero was. Dat had niet uitgemaakt. Dat ik een vrouw ben, maakt voor mijn werkgevers ook niets uit.

‘Dat ik bicultureel ben, is wel iets dat positief heeft gewerkt voor mijn carrière. Ik heb wel het gevoel dat er een ‘positieve’ discriminatie bestaat voor het feit dat ik bicultureel ben. Het heeft dan niet zozeer met mijn huidskleur te maken, maar wel met mijn wereldbeeld. Ik kan mijn weg gemakkelijk vinden in Aziatische culturen, maar ook in Westerse culturen. En dat is waardevol bij veel banen die ik heb gehad.’

Ibrahim Özgül (38), finance- en project professional

‘Ik heb twee of drie vinkjes. Niet zo veel, dus. En dat heb ik aan het begin van mijn studie gemerkt. Ik had een duale studie, dus ik studeerde naast een baan. Om een stageplek heb ik wel tweehonderd accountantskantoren gebeld en gemaild. Maar voor de rest heb ik er persoonlijk geen last van gehad.

‘Ik vind het alleen maar goed dat Luyendijk dit doet. Het probleem in Nederland zijn voornamelijk witte mannen met die zeven vinkjes, die alles beter denken te weten hoe alles in Nederland hoort te zijn. Betweterige types die moeite hebben met luisteren naar Nederlanders – van kleur – met minder vinkjes. Hij is er één van en schrijft er een boek over.

‘Om een stageplek heb ik wel 200 keer gebeld en gemaild’

‘Nu kan je zijn intentie met het boek nooit goed meten of achterhalen. Doet hij uit opportunisme in deze diverse tijden, of is het echt oprecht? Misschien is dat achteraf wel op te maken. Maar toch is het winst dat het probleem vanuit dergelijke witte of zevenvinkjesmannen wordt benoemd.

‘Het is nou eenmaal krachtiger als witte mannen het probleem in Nederland van witte mannen aankaarten. Ik geef ze het voordeel van de twijfel. En ik zou ook niet willen twijfelen aan de intenties van mensen, omdat het moeilijk te meten is en dit dus niet objectief kan. Zelfs als het vanuit een slechte intentie is gedaan, denk ik dat het helpt. Als hij hiermee al tien mensen wakker maakt, is dat al een kleine stap in de goede richting.’

Twee jaar na racistische aanslag Hanau: ‘We moeten stoppen met stil zijn’

0

Vandaag is het precies twee jaar geleden dat een extreemrechtse terrorist verschrikkelijk huishield in twee Duitse shishalounges. Nabestaanden vechten tegen het wegebben van de herinnering aan een bloedige racistische aanslag.

Ferhat Unvar, Mercedes Kierpacz, Sedat Gürbüz, Gökhan Gültekin, Hamza Kurtović, Kaloyan Velkov, Vili Viorel Paun, Said Nesar Hashemi en Fatih Saracoglu. Hoogstwaarschijnlijk leest u deze namen van de terreurslachtoffers van de aanslag in de Duitse stad Hanau (2020) voor het eerst. In Duitsland is vorig jaar de herdenkingscampagne Say Their Names gehouden. Kennelijk was het nodig om een expliciete namencampagne te voeren voor negen Duitsers met een migratieachtergrond, die op 19 februari 2020 bij een racistische terreuraanslag zijn vermoord.

Tobias Rathjen was de (schizofrene) Duitse terrorist zonder migratieachtergrond. Hij vermoordde, nadat hij zijn racistische missie had voltooid, zijn moeder en beroofde vervolgens zichzelf van het leven. Daarmee is de aanslag in Hanau één van de bloedigste in de recente Duitse geschiedenis.

Toch heeft deze terreuraanslag minder impact op Europa dan andere aanslagen, zoals die in Parijs (2015), Brussel (2016) of Wenen (2020). Ook de slachtoffers lijken minder belangrijk. Wat ligt hieraan ten grondslag?

‘Het klopt dat andere terreuraanslagen, bijvoorbeeld die tegen de redactie van Charlie Hebdo, veel meer aandacht hebben gekregen’, constateert Serpil Temiz Unvar (foto), een Duits-Koerdische moeder die haar zoon Ferhat Unvar verloor tijdens de aanslag. ‘Toen staken allemaal belangrijke mensen in de wereld Frankrijk een hart onder de riem. Dat komt omdat die aanslag werd gezien als een aanslag van migranten op Europeanen.’

Toch vindt Unvar dat Hanau ook een kantelmoment was in Duitsland. Deze terreuraanslag is ‘meer dan andere racistische terreuraanslagen in Europa’ opgepikt door de media, meent ze. ‘Het volk van Hanau, de families in Hanau, zij hebben krachtig strijd gevoerd. Ze hebben daarom ook iets bereikt wat nog nooit eerder in Duitsland is vertoond. De aandacht van de media ging na Hanau namelijk niet voornamelijk uit naar de moordenaar. Integendeel zelfs. De aandacht richtte zich juist op de vermoorde jongeren: hun namen en gezichten stonden centraal. Ook is het een goede zaak dat het racistische motief gelijk expliciet werd benoemd. Bondspresident Frank-Walter Steinmeier zei in een toespraak dat dit een extreemrechtse, racistische aanslag was. Het is ons gelukt om het narratief te veranderen. Aandacht te vragen voor racisme. En voor de slachtoffers van dit racisme.’

‘Charlie Hebdo kreeg meer aandacht, omdat dat werd gezien als aanslag van migranten op Europeanen’

In navolging van de Say Their Namescampagne heeft Serpil Temiz Unvar voor haar zoon het Facebook-initiatief Bildungsinitiative Ferhat Unvar opgezet, zodat Ferhat niet wordt vergeten. Daarnaast is er het Initiative 19. Februar Hanau. ‘Herinner Hanau’ is de gezamenlijke schreeuw om aandacht in Duitsland. Nabestaanden draaien deze dagen, twee jaar na de terreuraanslag, overuren. Het duurde ook even voordat we Serpil Unvar via Facebook te pakken hebben kunnen krijgen.

‘Het is onmiskenbaar dat er aandacht is voor Hanau’, zegt onderzoeker Fatih Bahadir Kaya, ‘zoals er ook veel aandacht was in de eerste zes maanden na de aanslag in 2020. Maar nu is de aandacht weer weggeëbd.’

Kaya werkt bij de Duits-Turkse Unie voor Religieuze Zaken (DITIB), die gelieerd is aan het Turkse overheidsorgaan Diyanet. Hij zet zich in voor de Turks-Duitse islamitische gemeenschap. De onderzoeker heeft een zogenoemde discoursanalyse gedaan naar hoe de aanslag in Duitse media en door de overheid werd geframed. Hierover heeft DITIB ook een rapport uitgebracht.

‘Er waren hoofdzakelijk twee dynamieken in de Duitse maatschappij te bemerken’, legt hij uit. ‘Aan de ene kant was er het antiracistische geluid te beluisteren. Dat dit een racistische aanslag was en dat dit niet nooit meer mag gebeuren.’ Maar aan de andere kant, zegt hij, werd de aanslag ook verheerlijkt door anonieme accounts op sociale media.

‘Uit onze analyse bleek daarnaast dat in de Duitse media, en ook door Duitse overheid, het overduidelijke anti-islamitische karakter van het geweld helemaal niet werd benoemd. Er werd wel over racisme gesproken. Maar dat het ook een daad tegen moslims was, dat werd niet benoemd. Wij waren eigenlijk de eersten die dat wel deden. Ook omdat er in de brief, die door de dader werd achtergelaten, expliciet over Turken, moslims en de islam werd gesproken. We werden gezien als een bedreiging voor Duitsland, vanuit een islamofobe mentaliteit.’

‘Door media en overheid werd het overduidelijke anti-islamitische karakter van het geweld helemaal niet benoemd’

Duitslanddeskundige, cultuurhistoricus en journalist Merlijn Schoonenboom is het eens met de constatering dat er minder aandacht voor Hanau is geweest dan voor andere aanslagen in Duitsland, zoals bijvoorbeeld die op CDU-politicus Walter Lübcke en de antisemitische aanslag in Halle. ‘Het is echter een complex verhaal waarom dat zo is’, zegt hij.

Volgens hem zijn er drie mogelijke redenen: de coronapandemie, angst voor de terugkeer van rechtsextremisme en dat Hanau voor veel Duitsers kennelijk toch een ‘vreemde gebeurtenis’ is gebleken. De coronapandemie is helder. De terreuraanslag in Hanau vond midden februari 2020 plaats, een week later barstte de pandemie los. De andere twee redenen behoeven meer uitleg.

‘Hanau was de meest bloedige aanslag, na een reeks van aanslagen in Duitsland’, aldus Schoonenboom. ‘In juni 2019 was Lübcke vermoord, in oktober dat jaar werd de aanslag op de synagoge in Halle gepleegd. Sinds de vluchtelingencrisis van 2015 en de opkomst van Alternative für Deutschland was de polarisatie in de Duitse samenleving heel sterk – en was de angst voor een toename van rechtsextremistisch geweld groot.’

Volgens Schoonenboom heeft die angst alles te maken met het duistere naziverleden van Duitsland, en de vrees in de maatschappij dat extreemrechts weer opduikt. ‘Dat is de grootste angst. Met die reeks aanslagen van twee jaar terug was de reactie dan ook: ‘O mijn god, ze zijn weer terug’. De berichtgeving ging na de eerste reportages over Hanau al snel over het groeiende gevaar van extreemrechts. De angst voor escalatie en polarisatie stond voorop, de slachtoffers uit Hanau speelden een rol als bewijs hiervoor, maar waren zelf veel minder zichtbaar.’

Schoonenboom vertelt dat na 1990, toen West- en Oost-Duitsland werden herenigd, er veel aanslagen tegen vluchtelingen en migranten plaatsvonden. ‘Toen ontstonden ook voor het eerst tegendemonstraties. Mensen hielden elkaars handen vast, met de boodschap: ‘We laten zien dat er ook een ander Duitsland bestaat, een goed Duitsland. De herdenking van de Tweede Wereldoorlog kwam toen ook echt op gang, die was er eerst helemaal niet in die mate.’ Maar – en dat brengt Schoonenboom bij zijn derde punt – het idee dat Duitsland zich multicultureel en goed waant, dat is volgens hem toch ook heel erg ‘theoretisch’.

‘In de praktijk is Duitsland multicultureel gezien vooral nog erg onervaren. Je hebt in Duitsland eigenlijk geen prominente politici als Ahmed Aboutaleb, of prominente nieuwslezers met een migratieachtergrond. In debatten over ‘normale onderwerpen’, zoals economie en volkshuisvesting, zien we heel weinig mensen met een migratieachtergrond. Het komt nu pas eigenlijk een beetje op. Pas sinds kort heeft de Duitse regering het land als een immigratieland bestempeld, al is Duitsland dat in de praktijk natuurlijk al veel langer: twintig procent van de bevolking heeft een migratieachtergrond.’

De multiculturele samenleving is volgens Schoonenboom voor veel autochtone Duitsers nog steeds vooral iets vreemd gebleven. ‘Ze kennen het niet echt.’

Op dit punt is Serpil Temiz Unvar ook kritisch op de migrantengemeenschappen van Duitsland. ‘We hebben racisme en uitsluiting veel te lang als normaal beschouwd. Al die discriminatie hebben we gelaten over ons heen laten gaan. Dat is nog steeds een beetje zo. We moeten stoppen met stil zijn en ons geluid laten horen wanneer ons onrecht wordt aangedaan, voor onze eigen toekomst en die van onze kinderen. Alleen al in Duitsland wonen miljoenen mensen met een migratieachtergrond. Als zelfs maar een deel van deze mensenmassa bij elkaar komt, dan is er niks dat ons in de weg kan staan. Maar dit moet niet alleen in Duitsland gebeuren, in heel Europa moet samengewerkt worden. Het is tijd om eindelijk in gelijkheid te leven.’


Het viel op dat de Nederlandse media bij Hanau – net zoals bij de racistische NSU-moorden van 2000-2006 in Duitsland – spraken over aanslagen tegen ‘buitenlanders’. Daarmee gaan ze mee in het buitenlanderframe van de aanslagpleger.

Schoonenboom: ‘Pff, ja, dat is echt cruciaal. Als je het als een kwestie van Ausländer – buitenlanders – beschrijft, dan krijg je al snel het gevoel dat dit niks met ons te maken heeft.’

Unvar: ‘Uit zulke terminologie blijkt duidelijk mensen met een migratieachtergrond tot ‘de ander’ worden gemaakt. Dit is niet nieuw. Dit gebeurt constant. Wij zijn altijd ‘de ander’ en ‘vreemdeling’ geweest. We worden helaas nog steeds niet als Duitsers gezien.’ 

Is dit geen onbewuste vorm van racisme?

Schoonenboom: ‘De mainstream van Duitsland kan je niet racistisch noemen. Ik ben het begrip ‘Ausländer’ in de grote Duitse media over Hanau ook echt niet tegen gekomen. Dat is een veel te beladen begrip, juist omdat het door rechtsextremisten wordt gebruikt. Maar dat neemt niet weg dat de slachtoffers van Hanau ver van de meeste Duitsers afstaan. Dat zorgt helaas voor een minder zichtbare aanwezigheid van hen in de media.’

Kaya: ‘Ik zie wel een duidelijke link met racisme en islamofobie in de Duitse maatschappij. De aanslag in Hanau ligt in het verlengde van de anti-islamitische Pegida-beweging, en de racistische partij Alternative für Deutschland. Ook vinden er geregeld aanslagen plaats tegen moskeeën. En bij die aanslagen valt op dat de terreuraanslag in Hanau expliciet als motief wordt genoemd. Zo van: ‘We hebben jullie de kracht van Duitsland in Hanau laten zien.’ DITIB volgt deze zaken op de voet.’

Doet de Duitse overheid voldoende om deze aanslagen en haat tegen te gaan?

Kaya: ‘De federale regering heeft een commissie in het leven geroepen om anti-moslimgevoelens tegen te gaan. Ook heeft de nieuwe regeringscoalitie (van de sociaal-democratische SPD, de Grünen en de liberale FDP, red.) de intentie uitgesproken om hier wat tegen te doen. Toch blijft het moeilijk om effectief op te treden tegen anonieme dreigbrieven en tegen online accounts. Wij lichten in ieder geval altijd de politie in.’

Schoonenboom: ‘Het verbaast mij niet dat na Hanau het geweld tegen moskeeën is toegenomen. In Duitsland is een veel grotere rechtsextremistische subcultuur. Die staat echter wel los van het Duitse midden, dat enorm aanwezig is in het publieke domein. Ik woon in Kreuzberg in Berlijn. Het valt mij op dat affiches met de tekst ‘Herinner Hanau’ vooral worden opgehangen door mensen uit de Turkse gemeenschap. In de mainstream Duitse maatschappij leeft Hanau minder. Een sfeer van wij-zij, dat geeft wel te denken.’

Unvar: ‘Gelukkig zie ik ook progressie bij de Duitse overheid. Bij de NSU-terreuraanslagen kwam er pas na vijf jaar een federaal onderzoekscommissie, voor Hanau is dit al na een jaar gebeurd. Ook vanuit maatschappelijke organisaties is er grote steun voor ons. We hebben nooit het gevoel gehad dat we alleen deze strijd hebben gevoerd. Wel moeten we waakzaam zijn. De aanslagpleger kondigde zijn daad online aan. Maar hij werd niet voortijdig in de kraag gevat. Ook had de politie in een eerder stadium zijn wapenvergunning niet ingetrokken, terwijl ze bekend was met zijn rechtsextremistische ideeën. Belangrijk is dat we Hanau niet vergeten. In 2015 plaatste mijn zoon een post op Facebook, die mij – zolang ik leef – zal bijblijven: ‘Wij gaan alleen dood als we vergeten worden.’ Dát is de kern. Zolang wij onze kinderen niet vergeten, zullen ze blijven voortleven.’