18.2 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 467

‘Libische generaal stuurt ook troepen naar Oekraïne’

0

Behalve de Syrische dictator Bashar al-Assad stuurt ook de Libische krijgsheer Khalifa Haftar troepen naar Oekraïne om de Russische invasie bij te staan. Dat beweren de Oekraïense strijdkrachten.

De Libische maarschalk Haftar wordt, net als de Syrische dictator Assad, door de Russische president Vladimir Poetin militair ondersteund.

In Libië woedde een bloedige burgeroorlog, waarbij Haftar de wapens heeft opgenomen tegen de Libische regering. Honderden Russische huurlingen van de Wagner Group hebben voor Haftar gevochten.

Sinds oktober 2020 is er in Libië een wapenstilstand van kracht. Haftar heeft het oosten van het land stevig in handen.

Universiteit Leiden verwerpt kritiek op ‘zionistisch’ veiligheidshoofd

0

De Universiteit Leiden blijft pal achter haar hoofd Veiligheidszaken staan. Sommige pro-Palestijnse activisten zien hem als degene die achter de schermen verantwoordelijk is voor het cancelen van een Palestina-paneldiscussie aan de universiteit.

In de paneldiscussie zouden wetenschappers in een universiteitszaal betogen waarom Israël een apartheidsstaat is die Palestijnen onderdrukt, zoals ook Amnesty International en Human Rights Watch beweren. Maar het universiteitsbestuur achtte moderator Dina Zbeidy, een Nederlands-Palestijnse antropologe die ook vindt dat Israël een apartheidsstaat is, niet neutraal genoeg. Omdat de organisatoren haar niet wilden vervangen, cancelde Universiteit Leiden het evenement en wordt de discussie vanmiddag buiten de universiteit om in Den Haag georganiseerd. Eerder vanmiddag is er gedemonstreerd door tegenstanders van het universiteitsbesluit.

BDS Nederland, een pro-Palestijnse NGO, beweert dat Leo Harskamp, het hoofd van de universiteitsbeveiliging en volgens BDS ‘een uitgesproken Christen-Zionist’, achter het cancelen zit.

Vorig zomer twitterde Harskamp aan de Leidse docent en Midden-Oostendeskundige Christian Hederson, die schreef dat Israël een ‘oorlog’ voert tegen Palestijnse amateursporters: ‘Elke progrom (sic) ooit werd voorafgegaan door dit soort kwaadaardige leugens. Hoe wilt u dat de (joodse) studenten onder uw hoede zich voelen?’

Pro-Palestijnse activisten vinden dat Harskamp met deze tweet zijn boekje te buiten is gegaan en twijfelen aan de neutraliteit van hem als hoofd beveiliging. Zo vindt de Leidse antropoloog Jasmijn Rana dat er een discussie moet komen over zijn neutraliteit als veiligheidsadviseur.

Volgens universiteitswoordvoerder Renée Merkx is de kritiek op Harskamp niet terecht. ‘Het standpunt om de paneldiscussie niet door te laten gaan, is ingenomen door het College van Bestuur’, zegt ze. ‘Aan het besluit hebben anderen uitvoering gegeven, waaronder het hoofd van de beveiliging.’ Volgens Merkx staat Harskamp ‘voor al onze medewerkers, ongeacht hun achtergrond of komaf’.

De universiteitswoordvoerder wil niet reageren op de ‘pogrom’-tweet van Harskamp en op de vraag of Harskamp misschien onder druk van de universiteit inmiddels zijn Twitteraccount heeft verwijderd. ‘Hij voert zijn functie uit op neutrale wijze, zonder enige voorkeuren’, aldus Merkx. ‘Collega’s onder elkaar op de universiteit kunnen het niet eens zijn met elkaar. Je moet echter respect voor elkaar hebben en persoonlijk zo met elkaar omgaan, dat je de integriteit van de ander niet in twijfel trekt. Dat is onkies, vind ik.’

Volgens bronnen aan de universiteit had Mark Rutgers, decaan van de faculteit Geesteswetenschappen, vrijdag een ander zaaltje gehuurd voor de paneldiscussie die op maandagmiddag moet plaatsvinden. Maar volgens diezelfde bronnen is de decaan inmiddels teruggefloten. Volgens universiteitswoordvoerder Merkx klopt dit niet: Rutgers zou hebben aangeboden de paneldiscussie te leiden, maar vervolgens zou de organisatie, de groep Students for Palestine, dit niet hebben geaccepteerd. Volgens Merkx zitten Rutgers en de universiteit op één lijn.

‘Newroz piroz be!’ Koerdische Nederlanders vieren ‘hun’ nieuwjaar

0

Vandaag is het Newroz, het feest waarmee verschillende volkeren in het Midden-Oosten en Afrika de lente verwelkomen. Newroz piroz be – gelukkig nieuwjaar! Voor Koerden die geen eigen land hebben en onderdrukt worden in Irak, Iran, Syrië en Turkije hebben deze woorden ook een politieke lading. De Kanttekening sprak met Koerdische Nederlanders over de speciale betekenis van Newroz.

‘Voor mij is Newroz een periode van samenkomen met de familie en met andere Koerden’, zegt de Turks-Koerdische Nederlander Bedel Bayrak. Hij is antropoloog en programmamaker bij het Amsterdamse debatcentrum Pakhuis de Zwijger. Ook in ‘etnisch opzicht’ is het voor hem ‘een echt Koerdisch feest’. Hij doelt daarmee op ‘alle religieuze en sektarische verdeeldheid’ binnen de Koerdische gemeenschappen die op de achtergrond komen te staan met Newroz. Dat maakt het een ‘uniek feest’ dat, naast alle andere feesten waar Koerden aan deelnemen, denk hierbij aan islamitische feestdagen, meer het Koerd-zijn benadrukt. ‘Bij Newroz komt de gemeenschap echt bij elkaar’, aldus Bayrak.

De Iraaks-Koerdisch-Nederlandse politicoloog Mirko Jouamer stemt daarmee in. ‘Newroz is voor Koerden het Koerdische nieuwjaar en staat daarmee symbool voor het nationalistische verzet. Het is een belangrijk moment voor de identiteit van de Koerden, omdat het tijdens de ergste tijden van onderdrukking de Koerden bij elkaar heeft gebracht.’

De Turks-Koerdisch-Nederlandse juriste Zisan Mermi spreekt van een ‘symbolisch feest van de overwinning van het licht op het duister’ waarin ‘de natuur ontwaakt’. Ze noemt de ijzersmid Kawa, een figuur uit de Koerdische mythologie die zeshonderd jaar voor Christus de tiran Zuhak onthoofdde en de Koerden bevrijdde van een onderhorig bestaan. ‘Ik hoorde al deze verhalen als kind van mijn oma en tante. Het wordt gewoon gevierd als ons nieuwjaar, ons eigen feestje.’

Ook dit jaar wordt Newroz uitbundig gevierd, waarin Koerden van alle windstreken, veelal uitgedost in traditioneel klederdracht met de kleuren van Koerdistan – rood, geel en groen –, extatisch de halay dansen.

Bayrak ziet een sterke parallel tussen de politieke situatie van de Koerden en de mythische herkomst van Newroz. ‘De Assyrische heerser Zuhak hield verschillende groepen onder de duim,’, vertelt hij zoals hij het verhaal van zijn opa heeft gehoord. ‘Die heerser zou heel wreed zijn en elke dag twee Koerdische offers opeisen om zijn slangen te voeden die aan zijn schouders vastzaten. De legendarische smid Kawa, die al zes zonen aan de tiran had verloren, kwam in opstand toen Zuhak nog een zoon wou. Met een hamer sloeg hij de tiran dood.’ Dit verhaal maakt Newroz voor Bayrak, naast de natuurlijke verwelkoming van de lente, ook een gepolitiseerd feest van Koerdische bevrijding. ‘Dat geldt voor mij zo, maar ook voor veel andere Koerden’, zegt hij.

In de ervaring van Jouamer is de politisering van Newroz vooral een zaak geweest die uit de andere delen van het niet erkende Koerdistan kwam. ‘Ook vanwege de no-fly-zone sinds de jaren negentig. Toen werd Iraaks-Koerdistan een semionafhankelijke staat. Vanuit de andere gebieden van Koerdistan werd met trots en inspiratie gekeken naar de viering van Newroz. Dat het daar überhaupt kon in vrijheid. Het werd een nog sterker boegbeeld dan het al was, een bron van inspiratie voor het Koerdische nationalisme.’

‘Newroz heeft tijdens de ergste tijden van onderdrukking de Koerden bij elkaar gebracht’

In Turkije is Newroz jarenlang onderdrukt. Mensen werden gearresteerd, en zelfs vermoord bij het iconische springen over de vreugdevuurtjes, die in de nacht worden aangestoken en symbool staan voor de hoop van het licht in de duisternis. Hoewel Bayrak (34) als achtjarig jochie naar Nederland is gevlucht, kan hij de spanning in Turkije goed herinneren. ‘Wat me vooral is bijgebleven is de relaxte sfeer die ik in Nederland ervoer tijdens Newroz. Ik was verbluft dat het veilig was hier. Dat het gewoon kon. In Turkije waren er altijd paspoortcontroles. Er werd ook gezegd dat het een terroristenfeest was.’

Later, vertelt hij, werd Newroz door Turkije geclaimd. Dat was aan het begin van de Erdogan-periode. In 2008, met de ‘Koerdische opening’, toen Erdogan nog toenadering leek te zoeken richting de Koerdische minderheid in het land. ‘Dat zie je heel vaak bij de Turkse staat. Eerst proberen ze het te onderdrukken en te vernietigen. En wanneer dat niet lukt kiest men voor assimilatie en Turkwashing. Dat zie je ook aan de spelling overigens. Koerden zeggen Newroz, maar dat mocht niet van de Turkse staat. Ze maakte er Nevruz van.’

Deze spanningen zijn ook in Nederland voelbaar, vertelt Zisan Mermi. Ze spreekt over een bommelding in 2011 bij een zaal in Den Haag. ‘Het was iets tussen rivaliserende Turkse Koerden en Irakese Koerden. Mensen mochten het gebouw niet in, dus toen gingen ze maar voor de deur van het gebouw feestvieren.’

Mermi kent de verhalen van het verbod destijds in Turkije. Dat familieleden het dan toch in de steegjes van achterbuurten gingen vieren. Ze wilde een keer naar de grote Newroz-viering in het oostelijke Diyarbakir gaan. Maar het mocht niet van haar vader. ‘Er zouden daar veel Turkse undercoveragenten rondlopen.’

Die angst is er nog steeds. Ook hier in Nederland. Mermi heeft dat zelf ook een keer meegemaakt tijdens een Newroz-viering. ‘Daar zeiden ze: ‘Je moet wel opletten, want er zijn altijd spionnen aanwezig.’ Het is jammer dat het zo moet. Je bent er voor het feest, maar je moet ook steeds op je hoede zijn.’

Het valt Mermi op dat er wel verschil is tussen Turks-Koerdische en Iraaks-Koerdische Newroz-vieringen. De Turks-Koerdische vieringen gaan altijd gepaard met ellenlange politieke speeches. ‘Met een minuut stilte worden daar ook altijd martelaren herdacht, die in de strijd tegen Turkije zijn omgekomen. Bij de Irakese Koerden is het niet zo politiek’, zegt ze.

Haar mooiste Newroz was toen ze elf jaar oud was. Ze mocht achter de bar drankjes aan gasten schenken. En toen kwamen er ook allerlei beroemde Koerdische zangers opdraven. Ze heeft toen de Turks-Koerdische volkszanger Siwan Perwer ontmoet.

‘Mijn mooiste herinnering’, vertelt Bedel Bayrak, ‘is dat ik als klein mannetje over het vuur moest springen in Nederland. Het was spannend en een persoonlijk moment. Het voelde als een rite de passage’.

Voor Mirko Jouamer was zijn tijd bij de Koerdische studentenvereniging in Nederland het mooiste moment. ‘Ik begon toen ook net mijn Koerdische identiteit te ontdekken en was daar met Koerdische kleding gekomen. Nu vier ik het niet echt meer, omdat ik helemaal geen tijd heb vanwege projecten die mijn volledige toewijding nodig hebben.’

Jouamer onderschrijft de politieke lading van Newroz. ‘Voor mij staat het voor iets veel groters dan alleen een lentefeest, omdat de Koerden worden onderdrukt in Turkije en Irak.’ Voor Mermi is het meer een wereldfeest. ‘Het begin van de lente. De natuur. Dus nee, het is niet alleen maar Koerdisch. Ik zou het ook niet enkel als Koerdisch feest willen toe-eigenen. Het Koerdische aan Newroz is dat dit jarenlang hét moment in het jaar was dat we onze identiteit konden vieren. Alles van de Koerden is afgepakt. Maar op deze dag proberen ze toch hun eigen gang te gaan in hun eigen taal en met hun eigen mensen.’

Zeker 25 migranten verdronken voor kust Tunesië

0

Een schip met migranten op weg naar Italië is vrijdag voor de kust van Tunesië gekapseisd. Tot nu toe zijn de lichamen van 25 mensen – voornamelijk Syriërs – gevonden. Er wordt gevreesd dat de 35 andere inzittenden ook zijn omgekomen.

Tunesië en Libië zijn belangrijke vertrekpunten voor migranten en vluchtelingen die de Europese kusten willen bereiken. Honderdduizenden mensen hebben de afgelopen jaren de overtocht over de Middellandse Zee in gammele bootjes gemaakt, op de vlucht voor oorlog en armoede in Afrika en het Midden-Oosten.

De reis is niet ongevaarlijk. Regelmatig verdrinken migranten en vluchtelingen als hun boot zinkt. In 2021 zijn ongeveer 1.300 mensen verdronken, aldus de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. De Internationale Organisatie voor Migratie schat dat er sinds 2014 meer dan 18.000 migranten en vluchtelingen zijn omgekomen of vermist, tijdens een poging om de reis te maken.

Abderrahman el Aissati: ‘Wilders is vooral overrated politiek misbaar’

Discriminatie, als thema is het meer in de media dan ooit. Hoe gaan we er mee om? Wordt het beter? Wordt het slechter? Tijd om de tijdgeest te toetsen. Gijs de Swarte spreekt ervaringsdeskundigen en topwetenschappers over de stand van zaken en persoonlijke pijnpunten.

Abderrahman el Aissati (1960) is onderzoeker en docent, gespecialiseerd in onder meer multiculturalisme en interculturele communicatie. Hij werd geboren in Midar, een klein dorp in het Rifgebergte van Marokko, promoveerde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, doceerde jarenlang aan de Universiteit Tilburg en geeft nu ook les op een ROC.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: wat zijn de meest pijnlijke momenten die u zelf hebt meegemaakt?

‘Toen ik elf jaar was kreeg ik, omdat ik goed kon leren, de uitzonderlijke kans om naar een middelbare school te gaan. Dat was in Oujda, een Arabisch sprekende stad, tweehonderd kilometer van het dorp waar ik geboren ben en iedereen kende. Als Berber sprak ik de taal niet. Ik voelde me niet welkom, was onzeker en bang. Dus daar begon m’n integratie zo’n beetje. Daarna mocht ik gaan studeren in Fez, tweehonderdvijftig kilometer verderop. Ik kende de verhalen en maakte die zelf ook mee. Docenten die naar je identiteitskaart vroegen en dingen zeiden als: ‘Dus jij komt uit de bergen en je denkt hier te kunnen gaan studeren?’ Het idee was dat je als Berber minder beschaafd was, geen goede manieren had. Er werd op je neergekeken. Maar als je vrienden maakt en dichter bij de goede mensen komt, dan raakt dat op de achtergrond. Teenage bonding won het van de discriminatie. En er waren Amerikaanse docenten, die me muzikanten als Bob Dylan en Joan Baez leerden kennen. Hun openheid vond ik geweldig. Het linkse gedachtengoed, wat er nog in de lucht hing van de jaren zestig, cassettebandjes, daar richtte ik me op. En ik werkte hard.’

U promoveerde in Nederland, werkte bijna twintig jaar aan de Tilburg Universiteit. Hoe heeft u de discriminatie hier ervaren?

‘Niet pijnlijk, maar bij vlagen wel irritant. Je fietst met twee fietsen en je wordt aangehouden door de politie. Dat is ontzettende flauwekul. Hoeveel zestigplussers zien jullie fietsen stelen per dag?, denk je dan. Dit gaat over huidskleur. Maar ik heb ook trainingen gegeven aan politieagenten die Berbers wilden leren spreken. Dus tegenover de slechte ervaringen staan evenzoveel goede.’

Maar wat voelt of doet u op zo’n moment?

‘Ik voel zo weinig mogelijk en doe wat praktisch nodig is om het negatieve effect te minimaliseren. Dat wil zeggen: aan een gekrenkt ego heb je op zo’n moment niets. Die mensen kennen me niet. Het is niet persoonlijk. En ik vind dat er altijd ruimte moet zijn om na te gaan waarom zoiets iets gebeurt.’

Is dit soort discriminatie niet per definitie onpersoonlijk? En maakt dat het juist niet ‘irritanter’?

‘Daarom is het ook zo weinig rationeel en juist dat opent de weg naar een hoger niveau. Waar het me om gaat: mensen hebben de neiging zich op basis van dit soort ervaringen af te scheiden van een vriendengroep, of van collega’s, van ‘de anderen’. Dat is over-generalisatie. ‘Ik ben gisteren door een politieagent gediscrimineerd en nu moet ik jullie ook niet meer’ – daar begin ik niet aan. Nederlandse vrienden die iets zeggen dat een beetje discriminerend is, so what? Laten we het er een keer rustig over hebben, als dat kan. Dat is de weg. In Nederland zijn we niet zo sterk in die benadering.’

Hoe bedoelt u?

‘Ik heb daar onderzoek naar gedaan. Het debat op publieks- en op individueel niveau is hier nogal functioneel, te veel gericht op snelle overeenstemming. We pakken het doelmatig aan. Dat is typisch Nederlands en daar is veel voor te zeggen, maar discriminatie is bij uitstek een probleem dat juist verdampt als je de tijd neemt om naar elkaar te luisteren. Alles wordt lichter als je de ander zijn of haar kant laat vertellen, ook al kun je je er na zin één al niet meer in vinden.’

‘Discriminatie is een probleem dat verdampt als je de tijd neemt om naar elkaar te luisteren’

U zegt: laten we het er een keer rustig over hebben, als dat kan. Het publieke debat is nogal heftig de laatste jaren. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het ‘minder minder’-geschreeuw van de PVV-aanhang, of aan de acties van Kick Out Zwarte Piet. Hoe ziet u zo’n gesprek voor u?

‘Praten kan in Nederland altijd, zolang het binnen de regels blijft. Mensen willen ook verdieping. En er is genoeg ruimte in de media. Wilders en consorten doen me verder niet zoveel. Ik heb vertrouwen in het intellectuele fundament van Nederland en ik geloof niet dat hij dat aanraakt. Het is vooral overrated politiek misbaar. En het is goed dat het out in the open is. Ga je dat verbieden, dan ontstaat er pas echt een probleem – dan ontploft het vroeg of laat. Maar het blijft wel oppassen. Discriminatie gecombineerd met macht is gevaarlijk. Als het institutioneel wordt, onderdeel van het systeem, dan ontstaan er serieuze problemen.’

Zoals bijvoorbeeld bij de toeslagenaffaire…

‘Ja inderdaad, dat vond ik zeer choquerend. Maar uiteindelijk – het heeft lang geduurd, dat wel – ontstaat er toch grote weerstand tegen zoiets. Daar kun je ook weer vertrouwen uit putten.’

U geeft ook les aan kinderen op een ROC. Velen daarvan hebben een migratieachtergrond. Wat geeft u hen mee?

‘Ik luister naar ze en probeer ze luisteren te leren. Dat gaat vaak over heel gewone alledaagse dingen; over wat ze leuk vinden, over sport, waar ze uitgaan, wat ze hebben gegeten. Ja, ook over hoe ze hun toekomst in Nederland zien. Waar ze van dromen. Waarom ze denken dat iets voor hen niet haalbaar is. Over huidskleur en het baantje dat ze niet kregen. Ik merk dat ze dat enorm waarderen. Natuurlijk gaat het er uiteindelijk om dat ze weten dat ze mogen meepraten en dat ze zichzelf niet als ondergeschikt moeten zien. Maar daar komen we vanzelf. Je moet de breedte in durven gaan. Oplossingen komen vaak geleidelijk. Als je maar blijft praten met elkaar.’

Racisme Belastingdienst vereist een grondige oplossing, geen cosmetische

0

Op 24 februari drong Poetin Oekraïne binnen en veroorzaakte hij onmenselijk leed en onzekerheid voor miljoenen burgers in dat land. Precies op die dag besloot het Nederlandse kabinet om vijf belangrijke brieven over het toeslagenschandaal, inclusief een brief over ‘zwarte lijsten’, naar de Kamer te sturen. Toeval of niet? We zullen het nooit weten.

Maar wat we wel weten is dat de politiek in de communicatie met de samenleving vaker gebruik maakt van ‘handige timing’. Onwelgevallige boodschap? Breng die naar buiten wanneer iedereen met het hoofd ergens anders zit.

Vandaag is het bijvoorbeeld 21 maart, de Internationale Dag tegen Racisme. Bij uitstek de dag om alle fouten van het toeslagenschandaal te corrigeren. Laten we er ook geen doekjes van ‘affaires’ om winden, we praten hier immers over één van de grootste institutioneel racistische zondes in de geschiedenis van Nederland.

Wat stond er in die brieven van 24 februari? Nou, de risicomodellen die worden gebruikt bij de toekenning van toeslagen, antwoorden op dubieuze uithuisplaatsingen, een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over onder meer zwarte lijsten en een risicoselectie op basis van uiterlijk (lees: niet-wit) voorkomen.

Dit zijn ernstige zaken van een discriminerende overheid, waar helaas cosmetische oplossingen voor worden aangereikt.

Zo zijn er maatregelen aangekondigd die voornamelijk als doel hebben om straks als afvinklijstje te fungeren voor de samenleving. Met andere woorden: een cursusje vooroordelen voor ambtenaren hier en een training bewustwording daar, evenals de vrijblijvende mededeling dat dubbele nationaliteit niet meer als risico-indicatie wordt gebruikt.

En dan is er nog de kwestie van het geld. Dat doet het altijd goed, om te laten zien dat de overheid haar uiterste best doet om een probleem aan te pakken. Tot en met 2026 wordt jaarlijks 12 miljoen euro uitgetrokken voor ‘anti-discriminatie’ bij het rijk en de gemeenten. Maar hoe ze dat concreet willen doen blijft vaag.

Nu er veel bewijs van institutioneel racisme op tafel is gelegd, moeten er vijf stappen worden gedaan om dit probleem te tackelen. Ten eerste moet het kabinet erkennen dat er sprake is geweest van institutioneel racisme en hiervoor het boetekleed aantrekken. Daarnaast moet er een onderzoek komen naar welke onderdelen van het proces, beleid en regels aan het institutioneel racisme hebben bijgedragen.

Vervolgens moeten er, op basis van het onderzoek, stevige maatregelen worden genomen, zodat oneerlijke processen en regels met wortel en tak uitgeroeid worden. Ook moet de Belastingdienst periodiek verantwoording afleggen aan een extern gezaghebbend orgaan, waar gedupeerden ook zitting in hebben. Ten slotte moet er een normstelling komen door leidinggevenden binnen de Belastingdienst, mensen die non-discriminatie niet alleen met de mond belijden maar hier ook echt werk van maken.

Waarom zo’n grondige aanpak? Institutioneel racisme is een structureel probleem, geen individueel probleem

Een cursusje omgaan met vooroordelen, puur om de zaken af te vinken, is een slecht idee. Maar een grondige training – die ambtenaren bewustmaakt van hun vooroordelen, gepaard met interventies die hen helpen die vooroordelen in de uitoefening van hun functie zoveel mogelijk uit te schakelen – helpt wel. De trainingen aan individuele ambtenaren vormen een sluitpost, niet het startpunt van de aanpak.

Waarom deze grondige aanpak? Institutioneel racisme is een structureel probleem, geen individueel probleem. Het gaat hier om een collectief uitsluitingssyteem, waar ambtelijke structuren én de dominante witte cultuur onderdeel van zijn. Bovendien lijkt het erop dat de Belastingdienst bewust onderscheid maakte tussen mensen op basis van hun nationaliteit, achternaam en persoonlijke kenmerken. Wat voor zin heeft het nog om iemand die bewust op deze gronden onderscheid maakt bewust te maken van zijn of haar vooroordelen?

Als je structureel racisme bij de Belastingdienst écht wil aanpakken, gaat dit verder dan een paar pleistertjes plakken tegen het bloeden. Er moet een ingrijpende operatie plaatsvinden. En al deze maatregelen zijn compleet nutteloos als in de tussentijd de verantwoordelijke personen binnen de Belastingdienst en de bewindslieden de kaken stijf op elkaar houden en niet erkennen dat het hier gaat om institutioneel racisme.

Minister-president Mark Rutte moet excuses aanbieden voor het institutioneel racisme bij de Belastingdienst, het beschamen van de Nederlandse rechtsstaat en het schenden van artikel 1 van onze grondwet. Hij moet hiervoor een aparte persconferentie beleggen. Ik wil hem wel helpen bij het schrijven van zijn speech.

Gecanceld? Rel binnen Universiteit Leiden over Palestina-paneldiscussie

0

Heibel aan de Universiteit Leiden. Tot woede van veel studenten en wetenschappers besloot de universiteit gisteren een paneldiscussie over ‘apartheid’ in Israël te cancelen (foto). Vandaag leek het evenement nieuw onderdak te hebben, maar ook dat gaat volgens de laatste berichten niet door.

Het panel was gevuld met tegenstanders van Israël die dat land een apartheidsstaat vinden vanwege de behandeling van de Palestijnen, zoals ook Amnesty International en Human Rights Watch beweren. Het evenement, georganiseerd door de groep Students for Palestine, voldoet volgens de Universiteit Leiden niet aan de huisregels.

Volgens bronnen aan de universiteit had de decaan van de faculteit Geesteswetenschappen inmiddels een ander zaaltje gehuurd voor de paneldiscussie die op maandagmiddag moet plaatsvinden. Maar volgens diezelfde bronnen is de decaan inmiddels teruggefloten.

Eerder vandaag ging vanuit boze medewerkers een brandbrief uit naar het universiteitsbestuur. Onder meer de Amerikaanse politicoloog Matthew Longo, universitair docent in Leiden, ondertekende de brief. Hij zegt bang te zijn voor censuur.

Ik kom uit de Verenigde Staten, waar Palestijnse activiteiten op universiteiten worden bemoeilijkt en soms ook worden gecanceld door de Israëllobby. Dat is een slechte zaak. Ik vind dat de Palestijnse kant van het verhaal ook gehoord moet worden. Dat kan nu niet. Ik begrijp dat sommige Joodse mensen zich beledigd voelen door een debat over Israël als apartheidsstaat, maar ik vind de vrijheid van meningsuiting belangrijker. Palestijnen moeten hun onvrede kunnen uitspreken. Dit debat moet kunnen doorgaan.’

Maar het universiteitsbestuur wil van geen wijken weken. Het is van mening dat de moderator van het debat niet neutraal is. Dat is Dina Zbeidy, een antropologe aan de Hogeschool Leiden. Zbeidy werkte voor Nederlandse en Palestijnse mensenrechtenorganisaties en is van mening dat Israël zich schuldig maakt aan apartheid. Volgens Longo is het standpunt van de universiteit een smoesje.

‘Het lijkt op een rechtvaardiging van het besluit om het debat niet te laten doorgaan, maar het draait eigenlijk ergens anders om. Zbeidy heeft goede kwalificaties. Dat de universiteit het panelgesprek heeft gecanceld is een slechte zaak. De universiteit moet gevoeliger met studenten – die dit debat hebben georganiseerd – omgaan, vind ik.’

Een andere universitair docent, die nauw betrokken is bij de organisatoren van het debat maar vanwege eventuele gevolgen voor zijn academische carrière anoniem wil blijven, vult aan: ‘Dina Zbeidy is gecanceld omdat ze een Palestijn is. Ze wordt gediscrimineerd op haar afkomst. Als je zegt dat iemand geen goede moderator is, dan moet je daarvoor bewijs leveren. Zbeidy is een goede moderator. Ik ken haar persoonlijk, ze is gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam, heeft veel ervaring, ook met debatten. Ook de deelnemers aan het panel zijn mensen met uitstekende academische kwalificaties.’

Een woordvoerder van de universiteit reageerde eerder vandaag tegen de Kanttekening: ‘’We vinden het debat heel belangrijk als universiteit. We staan voor ons motto ‘Praesidium Libertatis’ (Het bastion van de vrijheid, red.). Maar voor een debat gelden regels. We eisen veiligheid. Voor de bezoekers van het debat en de sprekers. Een debat moet goed toegankelijk voor iedereen zijn, en goed gemodereerd. Door een autonome moderator het liefst, die beide geluiden een stem gunt. Dan kan een goed debat plaatsvinden.’

Volgens de universiteit was er bij dit Palestina-debat iets vreemds aan de hand. ‘Het zaaltje werd gehuurd door docenten, die niet betrokken waren bij het event. Dat was vreemd. We wisten niet met wie we te maken hadden. Dat gaf een onveilig gevoel. We wilden in gesprek met studenten die het debat organiseerden, om zo een goed beeld te vormen. Maar ondertussen werd er druk uitgeoefend op ons, en werd het debat op Facebook en Instagram aangekondigd. Het is aanstaande maandag al. We wilden voor gisteren 12:00 uur weten wat precies de bedoeling van dit debat is. Maar dat antwoord hebben we niet gekregen. Daarom oordeelden we dat dit debat niet veilig is, en dat we dit dus niet binnen een gebouw van onze universiteit kunnen organiseren.’

Maar volgens de anonieme docent hebben studenten geen recht om een zaaltje voor een debat te boeken, daarom doen docenten dat. Het argument van de universiteit gaat volgens hem daarom niet op.

‘Ik ben ervan overtuigd dat er dubbele standaarden zijn. Onlangs werd er een debat over Oekraïne gehouden, waarin aandacht werd gevraagd voor het onrecht wat daar nu plaatsvindt als gevolg van de Russische inval. Waarom kunnen we niet eenzelfde bijeenkomst over Palestina organiseren?’

Students For Palestine, de organisatie die het panelevent organiseert, reageerde niet op vragen van de Kanttekening. Ook heeft de Universiteit Leiden op het moment van schrijven nog niet gereageerd op vragen over de actie van de decaan Geesteswetenschappen.

VK: Israëlische asielzoeker wil kunnen blijven vanwege ‘apartheid’ in Israël

0

Een Israëliër die naar het Verenigd Koninkrijk vertrok om aan de dienstplicht te ontsnappen, heeft hoger beroep aangespannen in een zaak over zijn verblijf. Hij wil voorkomen dat hij wordt uitgezet, specifiek op grond van dat Israël een apartheidsstaat zou zijn. 

Als de Israëlische student het hoger beroep wint, dan schept dit een juridisch precedent. ‘De zaak zou kunnen helpen om asiel te verlenen aan antizionistische Joden en Palestijnen die worden vervolgd wegens hun verzet tegen apartheid’, tweet een van de advocaten.

De 22-jarige student, een ultraorthodoxe, antizionistische Jood, verwerpt het bestaan van Israël om religieuze en politiek-ideologische redenen. Hij gelooft dat Joden pas massaal naar het Heilige Land mogen terugkeren als de Messias weer is teruggekeerd.

De advocaten van de asielzoeker vertelden dat hun cliënt werd geslagen en bespuugd door Israëlische politieagenten. Ook werd hij besproeid met zogeheten ‘stinkwater’, omdat hij deelnam aan antizionistische protesten voordat hij het land ontvluchtte.

In december 2020 werd zijn asielaanvraag afgewezen. Vorige maand oordeelde de rechter dat hij terug in Israël een ‘onmenselijke en vernederende behandeling’ zou krijgen en daarom mag blijven. De student is blij is met deze uitspraak, maar ook teleurgesteld omdat deze beslissing zich concentreerde op zijn mentale gezondheid in plaats van op de ‘racistische en onderdrukkende structuren’ van Israël. De student is daarom alsnog in hoger beroep gegaan, meldt de nieuwswebsite Middle East Eye.

Syriër klaagt Europese grenswacht Frontex aan voor vermeende pushback

0

De Syriër Alaa Hamoudi klaagt Frontex aan bij het Europees Hof van Justitie. Dit maakte Front-Lex, een juridische vereniging die Alaa Hamoudi juridisch vertegenwoordigt, gisteren bekend.

De Europese grenswacht zou de Griekse autoriteiten twee jaar geleden hebben geholpen hem en zo’n twintig andere migranten op zee achter te laten. Hamoudi eist een half miljoen euro.

De Syriër (22) kwam in april 2020 met twintig andere asielzoekers op het Griekse eiland Samos aan. De Griekse kustwacht dwong hen weer de zee op te gaan. Ze dobberden zeventien uur in een opblaasbare rubberboot op zee, aldus Hamoudi. Volgens hem hield een vliegtuig van Frontex toezicht op de situatie, maar ondernam dit vliegtuig niets.

De gedwongen terugkeer van vluchtelingen of asielzoekers naar een land waar ze gevaar lopen, is illegaal volgens het internationaal recht.

Volgens onderzoek uit 2020, uitgevoerd door het onderzoeksjournalistieke platform Bellingcat en het Duitse tijdschrift der Spiegel, is Frontex medeplichtig aan het illegale terugduwen van migranten.

EU is tegen nieuwe internationale ‘anti-islamofobiedag’ van VN

0

Frankrijk, de Europese Unie en India hebben eerder deze week bezwaar gemaakt tegen de instelling van een door de Verenigde Naties erkende Internationale Dag ter Bestrijding van Islamofobie. Dit bericht de nieuwssite Middle East Eye.

Dinsdag, precies drie jaar na de aanslag in Nieuw-Zeeland waarbij 51 moslims om het leven kwamen, stemde de Algemene Vergadering van de VN voor een resolutie van Pakistan om 15 maart jaarlijks te herdenken als ‘anti-islamofobiedag’. De islamitische landen steunden de resolutie, evenals, Rusland, dat op dit moment een oorlog voert in Oekraïne, en China, dat de islamitische Oeigoeren onderdrukt.

Frankrijk verzette zich. De Franse VN-vertegenwoordiger beschreef de resolutie als ‘onbevredigend’ en problematisch. Hij stelde dat Frankrijk voor het beschermen van gewetensvrijheid, maar vraagtekens zette bij het uitkiezen van een specifieke religie. Ook heeft Frankrijk moeite met de term ‘islamofobie’, die ‘suggereert ook dat het de religie zelf is die wordt beschermd, niet de gelovigen.’

Zijn zorgen werden gedeeld door de EU-vertegenwoordiger. In een verklaring aan de Algemene Vergadering zei de EU bezorgd te zijn over de wildgroei aan internationale dagen. Daarbij stelde de VN drie jaar terug 22 augustus al in als een internationale dag ‘ter herdenking van de slachtoffers van gewelddadigheden gebaseerd op religie of overtuiging’. Het gaat de EU om het beschermen van individuen, niet van een religie als zodanig, zoals de term ‘islamofobie’ zou suggereren.

India’s permanente vertegenwoordiger riep de VN juist op om niet alleen de islam eruit te pikken maar om ‘religiofobie’ te veroordelen, daarbij verwijzend naar discriminatie van onder meer hindoes en sikhs. Deze groepen zijn, samen met christenen en niet-soennitische moslimminderheden, gemarginaliseerde groepen in Pakistan, dat de ‘anti-islamofobiedag’-resolutie indiende.

Critici beschuldigen Frankrijk en India al langer van ‘staatsislamofobie’. Frankrijk vanwege de secularistische staatsfilosofie en de verharde strijd tegen islamitisch radicalisme; India onder meer vanwege het verbod van het dragen van de hijab op openbare scholen en het antimoslimdiscours van de regerende hindoe-nationalistische partij BJP.