15.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 682

Deze kinderen van Turkse migranten legden de basis voor het Pfizer-vaccin

0

Het Turks-Duitse echtpaar Ugur Sahin en Özlem Türeci is in één klap wereldberoemd geworden. De twee staan aan de leiding van BioNTech, het bedrijf dat samen met farmaceut Pfizer het vaccin heeft ontwikkeld dat voor 90 procent effectief lijkt in het voorkomen van een coronabesmetting.

Ugur (55) is een zoon van Turkse gastarbeiders. ‘Ondanks zijn prestaties is hij nooit veranderd van ongelooflijk nederig en persoonlijk’, aldus Matthias Kromayer, een investeerder in BioNTech.

Türeci (53) is de dochter van een Turkse arts die naar Duitsland emigreerde. Zij zei in een media-interview dat beiden zelfs op de dag van hun huwelijk tijd maakten voor laboratoriumwerk. BioNTech wil immuumsysteem tegen kanker ontwikkelen.

Vorig jaar bedroeg de beurswaarde van het bedrijf nog 4 miljard, na de aankondiging van het coronavaccin is dat inmiddels gestegen naar 18 miljard. Sahin en Türeci staan daardoor samen in de top 100 van rijkste Duitsers.

Riffijns-Nederlandse nieuwssite offline na ‘aanval door Marokkaanse hackers’

0

De Riffijns-Nederlandse nieuwssite Arif News is offline gehaald door Marokkaanse hackers die critici van het regeringsbeleid monddood willen maken. Dit schrijft Arif News zelf op Facebook.

Arif News is een Nederlandstalige website met nieuws over de Rif, het noordelijke deel van Marokko dat zich door de centrale overheid in Rabat achtergesteld voelt. De website zet de strijd tegen het Marokkaanse regime voort.

‘We weten dat Marokko ons in de gaten houdt’, vertelde Amazigh Ayaou, oprichter van Arif News, vorig jaar aan de Kanttekening.

In 2016 en 2017 vonden in de Rif de protesten plaats voor een verbetering van de leefomstandigheden aldaar. De protesten werden hard de kop ingedrukt en de leiders van de protesten kregen celstraffen tot twintig jaar.

Het zal enkele dagen kosten om de website weer online te krijgen, meldt Arif News. Aan opgeven denkt de site niet. ‘Voor ons is het juist een motivatie om door te gaan. Dat ze ons monddood willen maken is voor ons een bewijs dat we op de goede weg zijn en dat we ze pijn doen ondanks onze simpele middelen!’

Het Marokkaanse regime staat er al langer om bekend dat het onafhankelijke journalisten tegenwerkt. Volgens perswaakhond Committee to Protect Journalists breekt Marokko in de computers en telefoons van journalisten en draait het land de vrije pers de nek om.

VVD Rotterdam pleit voor expositie met cartoons in stadhuis

0

Er moet een tentoonstelling met satirische kunst komen in het Rotterdamse gemeentehuis. De VVD Rotterdam dient vandaag een voorstel met deze strekking in bij de gemeenteraad. Vorige week werd bekend dat een Rotterdamse leraar aan het Emmauscollege moest onderduiken vanwege een cartoon in zijn klaslokaal.

‘Scholen moeten juist een plek zijn waar docenten in vrijheid en veiligheid hun werk kunnen doen’, zegt VVD-raadslid Tim Versnel tegen Dagblad 010. Hij vindt dat de gemeente pal achter docenten moet staan ‘die het lef hebben om moeilijke onderwerpen in hun klas bespreekbaar te maken.’

Iedere klas in Rotterdam die het vak maatschappijleer krijgt moet de tentoonstelling bezoeken, vindt de VVD-fractie. ‘Satire en spot zijn onlosmakelijk verbonden met een vrije democratie. Juist daarom is dit de juiste weg’, aldus fractieleider Vincent Karremans.

‘Als je niet tegen grapjes over je religie kan, ga je maar lekker naar Saoedi-Arabië’, zei Karremans enkele dagen geleden tegen PowNews.

In het NPO-programma Goedemorgen Nederland (WNL) zegt Karremans dat het VVD-voorstel niet betekent dat er per se Mohammed-cartoons moeten worden opgehangen. ‘Dat moet even bekeken worden.’

Samen met de PVV opende de VVD in 2008 een zogeheten ‘vrijdenkersruimte’ in het gebouw van de Tweede Kamer. Daarin waren ook tekeningen opgenomen van Gregorius nekschot, de cartoonist die onder toenmalig CDA-minister van Justitie Ernst Hirsch-Ballin werd opgepakt vanwege zijn anti-islamitische spotprenten. In 2011 werd deze ruimte stilletjes opgeheven.

Kathleen Ferrier mist diversiteit op de CDA-lijst: ‘Er zijn een miljoen christenmigranten’

0

Hoe wij hier ook samen kwamen is de titel van het nieuwe boek van oud-CDA-Kamerlid Kathleen Ferrier. Ze werd tien jaar geleden bekend door haar verzet tegen de vorming van Rutte I, waarvan de PVV gedoogpartner was. Ze is momenteel voorzitter van de nationale UNESCO-commissie. In haar boek, een bewerking van de Anton de Kom-lezing uit 2019, gaat ze in op haar persoonlijke geschiedenis en de kracht van verhalen en diversiteit. We spraken haar over de lessen uit haar boek voor Nederland, voor de politiek en voor het CDA.

Wat is de kernboodschap van uw boek?

‘De kernboodschap is het belang van taal en van verhalen. Door verhalen kweek je interesse in wie de ander is: wat is jouw achtergrond? Kijk naar de Surinaamse vraag waarmee je elkaar begroet. Wie is je vader? Wie is je moeder? Dat is de vraag: Wie ben jij? Die interesse in wat iemands verhaal is, wat die persoon bij te dragen heeft, waar je samen verder kunt komen, ligt besloten in die vraag. Dat is juist in deze tijd van versnippering, die onder andere door sociale media wordt bevorderd, van belang.’

Bedoelt u versnippering in multicultureel opzicht?

‘Dit thema heeft zeker te maken met breuklijnen op het gebied van multiculturaliteit, maar niet alleen dat. Het gaat ook over inkomen. Dat is immers zeer bepalend voor de wijk waar je woont. Ook maakt het groot verschil of je in de stad of op het platteland woont. Al die breuklijnen zijn dieper geworden. Dat was ook mijn zorg toen ik uit Hong Kong terugkwam naar Nederland en met een onbevangen blik naar onze samenleving keek. Toen ik jaren geleden in de Tweede Kamer zat, was er de wens dat we één samenleving zijn: we moeten het samen doen. Die wens om dat samen vorm te geven lijkt veel minder te zijn geworden. Het is tegenwoordig meer: ‘Zoek jij het lekker uit in je eigen echoput, ik houd me in mijn eigen wereld met mijn eigen social media en mijn eigen platforms bezig. Laat mij hier lekker gelukkig zijn.’

‘Het CDA heeft de weg van de meerderheid uit 2010 gevolgd die destijds voor samenwerking met de PVV was’

‘Ik zie dat we voor zulke grote uitdagingen staan dat we ons die houding niet meer kunnen permitteren. We zullen elkaar nodig hebben. De ecologische situatie van de planeet, de vluchtelingenproblematiek – dat zijn zulke complexe vragen dat je daar niet vanuit je eigen bubbeltje een antwoord op kunt vinden. Daar heb je creativiteit en input voor nodig van mensen die misschien wel heel anders denken dan jijzelf. Daarvoor moet je die breuklijnen kunnen overstijgen. Dat kan door een open blik naar elkaar, door elkaars verhalen te vertellen.’

Maar sommige mensen erkennen de problemen die u noemt helemaal niet.

‘Heel veel mensen zien die uitdagingen niet. Dan denk ik: je zou nog weleens onaangenaam verrast kunnen worden, dat veel eerder dan je denkt jouw werkelijkheid niet meer de realiteit blijkt te zijn. Dat jouw werkelijkheid, zoals nu ook door COVID-19, er opeens heel anders uitziet. Ecologisch is de situatie bijvoorbeeld in mijn ogen veel erger dan we zelf vanuit onze echoputten durven te onderkennen. Een ander voorbeeld: ik heb de afgelopen vijf jaar in Hong Kong gewoond en ik heb gezien wat er op geopolitiek gebied gebeurt met een steeds assertiever China. Wat dat betreft denk ik: mensen, open je ogen.’

Is dit boek vooral een pleidooi voor de politiek?

‘Ja, maar niet alleen de politiek, al speelt die wel een belangrijke rol. Wat ik met name wil zeggen, is dat je juist het belang van taal en verhalen moet benadrukken, want dat geeft ons allemaal macht. Door de keuze om je mond te openen, niet te zwijgen en door de woorden die je vervolgens kiest, de taal die je gebruikt heb je meer macht dan vele denken.’

Hebben mensen daarbij geen voorbeelden nodig?

‘Voorbeelden zijn heel belangrijk. Ik vind het heel goed dat iemand als Jacinda Ardern, de premier van Nieuw-Zeeland, mensen laat zien wat zo’n soort leiderschap kan bewerkstelligen. Ik denk dat we een nieuw soort feminien leiderschap nodig hebben. Ik wil het niet vrouwelijk noemen, want er zijn genoeg vrouwen die geen feminien leiderschap tentoonspreiden. Bovendien kunnen mannen ook heel goed feminien leiderschap laten zien. Het gaat om een andere, plattere manier van denken: niet top-down, maar meer in netwerken. Een ander soort leiderschap kan mensen hoop geven en perspectief bieden.

‘Ik heb in Hong Kong gezien dat de democratie onder druk kan komen te staan. Vorig jaar in november waren er verkiezingen voor deelraden in de stad. Die leverden een enorme winst op voor de democratische krachten, terwijl niemand dat had verwacht. Je ziet daar hoe je de democratie kunt versterken door te denken in netwerken in plaats van in top-down-structuren. Dat is daar gebeurd: mensen hebben zich verenigd rond ideeën die ze van belang vonden.’

De voorbeelden die u noemt komen van ver weg: Hong Kong en Nieuw-Zeeland. Hoe zit dit in Nederland?

‘Een van de belangrijkste taken die politieke partijen in mijn ogen hebben, is ervoor zorgen dat ze de volgende generatie politieke leiders klaar hebben staan. Er moet inspirerend leiderschap klaar staan. Ik vraag mij in Amerika én Europa af waar de komende generatie is. Men moet werk maken van het breed aantrekken van mensen uit de hele samenleving, ze opleiden en binden. Kijk waar talent zit, durf risico’s te nemen en zet dat talent op plekken neer, ook al maken ze misschien fouten. Ga niet op safe spelen, maar geef talent ook een platform. Laat zien wat de capaciteiten binnen je partij zijn.’

Vorige week kwam de kandidatenlijst van het CDA uit. Is dit iets wat u ook bij uw eigen partij ziet?

‘Het is heel bedroevend. Ik mis diversiteit. Op verkiesbare plaatsen staan veel te weinig mensen met een biculturele achtergrond. Er zijn een miljoen christenmigranten. Zij zijn op zoek naar wat de christendemocratie zou kunnen bieden. Hoe belangrijk is het dat er herkenbare mensen in de volksvertegenwoordiging zitten? Er staat niemand op de lijst uit die gemeenschappen, terwijl er zoveel talent is. Niemand met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond, geen Molukse achtergrond – regio’s waar Nederland toch een belangrijke band mee heeft.

‘Het CDA-profiel is de afgelopen tien jaar fletser geworden’

‘Als je dat aankaart zeggen ze: we kunnen ze niet vinden. Dan zou natuurlijk de vraag moeten zijn: hoe word je als partij interessant voor deze groepen? Hoe betrek je ze erbij? Toen ik lid werd van het CDA ben ik begonnen in een groep van zwarte migranten- en vluchtelingenvrouwen. Dat was geen clubje waar we apart werden gezet: als wij vergaderden was de partijvoorzitter of de fractievoorzitter er ook. De politiek leider sprak ook met ons over waar wij tegenaan liepen, hoe dat in beleid kon worden vertaald. Dan raak je geïnteresseerd in een politieke partij.’

Dat doet het CDA niet meer?

‘Nee, zo’n groep voor migranten- en vluchtelingenvrouwen is er niet meer. Het is mijn overtuiging dat er in Nederland veel behoefte is aan het christendemocratisch gedachtengoed dat staat voor solidariteit en verbinding. Wat je de afgelopen tien jaar hebt gezien, is dat het CDA de weg van de meerderheid uit 2010 heeft gevolgd die destijds voor de samenwerking met de PVV was. Dat heeft het CDA in zetels niet veel winst gebracht. Ook is het profiel de afgelopen tien jaar fletser geworden.

Beeld: Balans

‘Er is door mensen binnen de partij wel een nieuw initiatief opgericht: Midvoor, een netwerk dat het CDA wil vernieuwen vanuit het politieke midden. Meer dan tweehonderd mensen zitten erbij, maar het netwerk wordt niet door de partij erkend. Zo’n netwerk is juist iets waardoor een partij interessant wordt. Het gaat erom dat men kan zien dat het CDA een brede volkspartij is, waar je het niet altijd met elkaar eens hoeft te zijn, waar schuring kan zijn, maar waar men geïnteresseerd is in alle geluiden. Het niet erkennen van zo’n netwerk geeft mij niet het signaal dat we discussie gaan voeren. Je moet je christendemocratisch gedachtengoed ook willen actualiseren. Daar is behoefte aan.’

Waarom inheemsen in Colombia zich laten inspireren door Black Lives Matter

0

De Black Lives Matter-beweging is vanuit Noord-Amerika niet alleen overgewaaid richting Europa, maar brengt ook gemarginaliseerde groepen in Zuid-Amerika in beweging – tot aan het omvertrekken van standbeelden aan toe. ‘Hier in Colombia lopen de Floyds tot in de honderden.’

Onlangs trokken inheemsen van het Misa-volk het standbeeld van de Spaanse conquistador (veroveraar) Sebastián de Belalcázar omver in de Colombiaanse stad Popayán. Ze waren geïnspireerd door de Black Lives Matter-beweging, die standbeelden van mensen die aan slavernij of kolonialisme gelinkt zijn neerhaalt of bekladt. Net als de andere conquistadores maakte Belalcázar zich tijdens zijn veroveringen schuldig aan moord en onderdrukking. Voor de inheemse bevolking in Colombia is hij daarom allesbehalve een held, vertellen plaatselijke activisten.

Volgens José Wilman Tumbo, die het Nasa-volk vertegenwoordigt in het Colombiaanse departement Cauca, was het standbeeld van Belalcázar ‘een belediging voor alle inheemse volkeren in Latijns-Amerika’. Het neerhalen van het standbeeld is een symbolische stap naar meer sociale rechtvaardigheid, stelt hij. ‘Belalcázar heeft een beruchte reputatie bij de inheemse volkeren in Colombia vanwege zijn bloedvergieten. Bovendien was het standbeeld een iconisch oriëntatiepunt in Popayán, en was het neergezet op voor de inheemsen heilige grond.’

Activist Jhoe Sauca, die het Kokonuko-volk in Cauca vertegenwoordigt, legt uit dat het besluit om het standbeeld omver te trekken afkomstig was van een inheemse rechtbank. ‘Het Misa-volk deed dit niet zomaar. Het was een weloverwogen besluit.’

De Colombiaanse grondwet, die uit 1991 stamt, geeft inheemse volkeren veel autonomie. ‘We hebben niet alleen onze eigen rechtbanken, maar ook ons eigen onderwijs, ons eigen zorgsysteem en zelfs een eigen burgerwacht’, vertelt Wilman. ‘Maar helaas respecteert de huidige Colombiaanse regering onze rechten nauwelijks. Sinds de rechtse president Iván Duque Márquez aan de macht is (augustus 2018, red.) wordt het land weer overspoeld door gewelddadige incidenten. De regering is deels gelieerd aan drugskartels en gewapende groepen en kan en wil daarom de nieuwe geweldsgolf niet stoppen. En inheemse mensenrechtenactivisten, community leaders en traditionele medicijnmannen zijn een favoriet doelwit voor de doodseskaders.’

‘Om die reden heeft een inheemse rechtbank een symbolisch proces gevoerd tegen de Colombiaanse president’, zegt Sauca. ‘Iván Duque Márquez werd niet tot een gevangenisstraf of een taakstraf veroordeeld, maar hem werd opgedragen de grondwettelijke rechten van de inheemse Colombianen, Afro-Colombianen, boeren, arbeiders en andere groepen weer te respecteren en hij moest zich weer gaan inzetten voor de vrede.’

Bloedbaden en burgerwacht

Sauca en Wilman zijn allebei actief voor de Regionale Inheemse Raad van Cauca (CRIC), de oudste, grootste en politiek sterkste inheemse zelforganisatie in Colombia. Deze organisatie vertegenwoordigt 127 gemeenschappen van tien verschillende volkeren met meer dan 300.000 inwoners van de hoge Andes tot aan de Pacifische kust.

Uit een rapport van CRIC uit januari blijkt dat het aantal moorden, doodsbedreigingen, moordaanslagen en bloedbaden in het departement Cauca drastisch is gestegen in 2019. Werden er in 2018 ‘slechts’ 23 moorden gepleegd, steeg dit naar 98 in 2019. En in 2019 waren er zes bloedbaden (met drie of meer doden), terwijl er tussen 2016 en 2018 ‘slechts’ één bloedbad plaatsvond. Ook vinden er nu meer gewapende acties op het grondgebied van de inheemsen plaats, en worden minderjarigen als strijders gerekruteerd.

‘Het woord genocide durf ik wel te gebruiken. We worden gemarginaliseerd’

Jhoe Sauca: ‘Er was in 2016 een vredesakkoord met de linkse rebellengroep FARC gesloten en leek er vrede te komen, maar er zijn nu allemaal splintergroepen en nieuwe gewapende groepen. Het gaat weer de verkeerde kant op. En veel geweld is gericht tegen inheemse leiders, maar ook tegen Afro-Colombianen en arme boeren. Deze gemarginaliseerde groepen worden door de elite van het land, maar ook door de witte middenklasse in de grote steden, als minderwaardig gezien. Er is helaas veel racisme in Colombia. Ondanks de democratische grondwet, die ons gelijkheid heeft beloofd.’

Volgens Wilman is er een genocide tegen de inheemse bevolking aan de gang. ‘Het woord genocide durf ik wel te gebruiken. We worden gemarginaliseerd. Onze mensenrechtenactivisten, gemeenschapsleiders en medicijnmannen worden vermoord. De regering doet niets. Daarom is het ook zo belangrijk dat wij onze eigen instellingen hebben, zodat we onze eigen mensen kunnen beschermen.’

Een belangrijke rol voor de zelfbescherming speelt de burgerwacht. ‘Leden van de burgerwacht dragen geen wapens, maar zijn ontzettend succesvol’, zegt Sauca. ‘Ze ontlenen hun kracht aan het feit dat ze met ontzettend veel zijn, en dat ze dankzij moderne communicatiemiddelen heel snel op een crisissituatie kunnen reageren.’

Als voorbeeld noemt hij het gevangen nemen van drie strijders van een militie, die in een gevangenis in Cauca werden opgesloten. De drie werden die nacht bevrijd door vijf van hun kameraden, maar dankzij een succesvolle klopjacht door de burgerwacht konden ze alle acht worden ingerekend. ‘Die militieleden waren weliswaar bewapend, maar ze konden geen kant meer op. Ze waren bang om op ons te schieten, want wij waren met heel veel en zij hadden maar een beperkt aantal kogels.’

Wilman vertelt dat de burgerwacht tevens een leerschool is, waar inheemsen de normen en waarden van hun eigen cultuur leren. Ook is het een wacht die bestaat uit mensen van alle leeftijden. ‘In het groepje waar ik actief voor was, was de jongste persoon twaalf en de oudste vijfenzeventig.’ De burgerwacht beschermt de mensen, maar ook de grond. ‘Daar voelen wij een bijzondere spirituele band mee.’

Inheemsen en Black Lives Matter

De Black Lives Matter-beweging uit het noorden heeft de inheemse activisten in Zuid-Amerika geïnspireerd, aldus Sauca. ‘Wat ik en andere activisten herkenden was het gevoel dat we met zijn allen een strijd voeren, en dat we een breder publiek moeten bereiken om onze strijd op de agenda te zetten. En daarnaast dat symbolische acties, zoals het omvertrekken van een standbeeld, de aandacht van de media trekken.’

Sauca benadrukt echter dat de inheemsen in Colombia echter meer bezig zijn om hun eigen historische narratief te schrijven, dan het kolonialistische narratief af te breken. ‘Dankzij de grondwet van 1991 hebben wij onze eigen inheemse scholen. We hebben dus heel veel vrijheid om onze eigen geschiedenis te schrijven. In onze schoolboeken worden Columbus en de conquistadores niet als helden beschreven, wij hebben onze eigen historische helden.’

De Duitse mensenrechtenactivist Jonas Rüger, in Colombia actief is voor de Duitse NGO Comundo, vult aan: ‘De Black Lives Matter-protesten ontstonden in de Verenigde Staten als reactie op de dood van George Floyd, die slachtoffer was van racistisch politiegeweld. Hier in Colombia lopen de Floyds tot in de honderden. Langs de muren van de Autonome Inheemse Universiteit hier in Popayán staat een galerij van alle inheemse activisten die zijn vermoord. Toen ik hier kwam werken in Colombia ben ik gaan tellen hoeveel erbij kwamen, maar ik ben de tel kwijtgeraakt.’

Toch vormt taal wel een barrière voor de Latijns-Amerikaanse inheemse activisten om zich intensiever met Black Lives Matter te verbinden, vertelt Wilman. ‘Er zijn maar weinig mensen die de Engelse taal machtig zijn. We volgen het Amerikaanse nieuws daarom niet op de voet en we richten ons dus voornamelijk op Latijns-Amerika. Zo hebben we goede contacten met activisten uit Bolivia, Brazilië, Ecuador en Nicaragua. Maar elke internationale steun voor onze goede zaak is natuurlijk welkom.’

Turkse schrijver Ahmet Altan al 1.500 dagen in de cel, NGO’s eisen vrijlating

0

Vandaag zit de Turkse schrijver en journalist Ahmet Altan precies vijftienhonderd dagen achter de tralies.

De voormalige hoofdredacteur van de oppositiekrant Taraf werd in september 2016 gearresteerd vanwege zijn commentaar op de politieke situatie in Turkije, een nacht voor de mislukte staatsgreep van 15 juli 2016. Altan waarschuwde voor een mogelijke coup; het regime legde dit achteraf uit als verborgen steun voor die coup.

Altan werd in februari 2018 veroordeeld tot verzwaard levenslang, vanwege zijn ‘poging de grondwettelijke orde omver te werpen’. In november 2019 werd Altan vrijgelaten, omdat zijn rechtszaak volgens het Hooggerechtshof overnieuw moest. Acht dagen later werd hij echter opnieuw gearresteerd en werd de uitspraak van het Hooggerechtshof vernietigd.

Altan zit sindsdien weer vast. Diverse mensenrechtenorganisaties eisen vandaag dat hij onmiddellijk wordt vrijgelaten.

De familie van Altan maakt zich grote zorgen om zijn gezondheid, te meer omdat hij als zeventigjarige in de corona-risicogroep zit. ‘Als het virus de gevangenis binnenkomt, dan zal het zich verspreiden als een bosbrand’, waarschuwde Altan eerder zelf al.

Duitse Groenen en AfD vinden elkaar in wens om Grijze Wolven te verbieden

0

De Grünen in Duitsland willen de ultranationalistische Turkse Grijze Wolven verbieden. Hun oproep komt enkele dagen nadat Frankrijk de organisatie heeft verboden. De Grijze Wolven in Duitsland tellen ongeveer twintigduizend leden.

De Grijze Wolven zijn nauw verbonden met de extreemrechtse MHP-partij uit Turkije, die samen met de islamistische AKP van president Erdogan een coalitie vormt. Volgens Grünen-parlementariër Cem Özdemir zijn de Grijze Wolven verantwoordelijk voor honderden moorden in Turkije, maar beperken ze hun activiteiten niet tot dat land.

‘Ze bedreigen ook leden van de Turkse oppositie en minderheden in Duitsland’, vertelt Özdemir aan de Duitse krant Die Welt. ‘Het kan toch niet zo zijn dat Turkse rechtsextremisten in het midden van Berlijn, Dortmund of Hamburg het leven van vreedzame burgers intimideren, in elkaar slaan of bedreigen? De Duitse staat moet deze mensen beschermen.’

Ook de uiterst rechtse Duitse politicus Alexander Gauland van Alternative für Deutschland wil de Grijze Wolven verbieden. Hij noemt de Grijze Wolven ‘Erdogans extremistische brigade’. Gauland wil dat Duitsland een voorbeeld neemt aan Frankrijk, dat islamitische en Turkse organisaties nu keihard aanpakt.

Ook in Nederland zijn Grijze Wolven actief. Een rapport van de antifascistische onderzoeksgroep Doorbraak stelt dat dat tien Nederlandse gemeenten subsidie geven aan organisaties die gelieerd zijn aan de Grijze Wolven.

 

Nagorno-Karabach: Azerbeidzjanen veroveren belangrijke stad, Denk blij

0

Gisteren werd de belangrijke stad Shusha heroverd op de Armeniërs, meldt Azerbeidzjan. Denk-Kamerlid Tunahan Kuzu is blij.

‘Mooi nieuws’, schrijft Kuzu op zijn Facebookpagina. ‘Na 28 jaar is Shusha bevrijd.’ Turkse en Azerbeidzjaanse Nederlanders reageren enthousiast op zijn bericht.

Zo schrijft Facebookgebruiker Ali Agayev onder het bericht van Kuzu: ‘Wij hebben 28 jaar hierop gewacht. Shusha werd in 1992 etnisch gezuiverd. Nu kunnen tientallen duizenden bewoners terugkeren naar hun huizen!’

In 1992, tijdens de eerste oorlog om Nagorno-Karabach (1988-1994), werd de strategisch gelegen stad Shusha veroverd door de Armeniërs. Het was een keerpunt in deze oorlog, die door Armenië werd gewonnen.

In Nagorno-Karabach ligt de Armeense republiek Artsach, die door geen enkel ander land wordt erkend en de facto een provincie van Armenië is. De verovering van Nagorno-Karabach door Armenië leidde tot etnische zuiveringen van Azerbeidzjanen. Tegelijkertijd werd de rest van Azerbeidzjan van etnische Armeniërs gezuiverd.

In de huidige oorlog om Nagorno-Karabach heeft Azerbeidzjan de overhand, mede door de militaire steun die Turkije en in mindere mate Pakistan aan het Azerbeidzjaanse leger geven. Vooral de Turkse drones zijn uiterst effectief in het uitschakelen van Armeense militairen.

Armenië ontkent in alle toonaarden dat Shusha heroverd is door de tegenpartij.

Splijt Turkije de NAVO?

0

Turkije wil zijn macht uitbreiden en als grote mogendheid voor de belangen van de islamitische wereld opkomen. Het steeds assertievere buitenlandbeleid leidt tot grote frictie binnen de EU en de NAVO. Dit dreigt de internationale samenwerking te ondermijnen.

Ankara voert de druk steeds verder op. In de afgelopen jaren heeft Turkije zijn politieke en militaire macht in verschillende conflicten getoond. In het conflict in Nagorno-Karabach steunt het Azerbeidzjan met drones, in Libië leverde het troepen, in Syrië steunt het rebellen in de strijd tegen de Koerden en het regime van president Bashar al-Assad, en in de Middellandse Zee leiden Turkse plannen om naar gas te boren tot confrontaties met Griekenland.

De Turkse interventies, geïnitieerd door president Recep Tayyip Erdogan, leiden tot grote frictie binnen de EU en de NAVO. Turkije treedt assertief op, maar bondgenoten en Europese landen hebben tot nu toe geen manier gevonden om daar tegenwicht aan te bieden.

Niet alleen dialoog en vrede

Turkije is sinds 1952 NAVO-lid en beschikt over een van de grootste legers van het bondgenootschap. In de afgelopen jaren heeft Turkije meerdere operaties in Noord-Syrië uitgevoerd, waar ook Amerikaanse soldaten onder Turks vuur kwamen te liggen. De Verenigde Staten steunden in het conflict de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), die door Ankara juist bestreden werden.

In Libië heeft Turkije de door de Verenigde Naties erkende Regering van Nationale Eenheid (GNA) met wapens, financiële middelen en huurlingen ondersteund. NAVO-bondgenoot Frankrijk steunt juist het Libische Nationale Leger (LNA) van krijgsheer Khalifa Haftar, dat tegen de GNA strijdt.

Eerder dit jaar stuurde Turkije een onderzoeksschip onder militaire bescherming naar de kust voor een Grieks eiland voor proefboringen naar gas. Griekenland trommelde onder meer NAVO-bondgenoten Frankrijk en Italië op voor een oefening met gevechtsvliegtuigen in de buurt.

Duitsland bemiddelde tussen de landen om een militaire escalatie te voorkomen. Het conflict over de gasboringen – en in het verlengde daarvan – de controle over delen van de Middellandse Zee is daarmee echter niet opgelost. ‘Turkije wil dialoog en vrede, maar we willen ook onze rechten’, zei de Turkse minister van Defensie, Hulusi Akar.

Turkije en Griekenland maken aanspraak op dezelfde gebieden in de Middellandse Zee. Ze worden het al jaren niet eens over het precieze verloop van de grens en daarmee over de vraag van wie het gas is. Na de Duitse bemiddeling provoceerde Griekenland Turkije door een deal met het zuidelijke buurland Egypte over het grensverloop te sluiten, zonder Turkije.

Redenen voor Turkse ambities

Het Turkse optreden in de Middellandse Zee en elders wordt niet alleen uit economische motieven gevoed, maar vooral door een sterk gevoel van nationalisme en het streven van president Erdogan om zijn macht te tonen. Na jaren van sterke economische groei bevindt de Turkse economie zich in grote problemen, en staat Erdogan thuis onder druk. Ambitieuze plannen in het buitenland bieden een mogelijkheid om van economische zwaktes en interne problemen af te leiden, zeggen deskundigen.

‘In een tijd waarin een wedstrijd tussen grootmachten plaatsvindt, ziet president Erdogan zijn land graag als sterke speler opkomen’

Daarbij komt de Turkse ambitie om als leider van de islamitische wereld op te treden. ‘Turkije wil zijn invloed in de regio uitbreiden’, legt Asli Aydintasbas van de denktank European Council on Foreign Relations (ECFR) uit. ‘In een tijd waarin een wedstrijd tussen grootmachten plaatsvindt, ziet president Erdogan zijn land graag als sterke speler opkomen.’

Turkije richt zich daarbij vooral op het Oosten, het gebied dat eeuwenlang onderdeel was van het Ottomaanse Rijk (1299-1922). Ankara is door deze heroriëntatie minder geïnteresseerd in samenwerking met het Westen, stelt Aydintasbas. Het EU-lidmaatschap is veel minder belangrijk dan een paar jaar gelden, en ook de NAVO speelt voor de Turkse ambities in de islamitische wereld een kleinere rol. Turkije wil volgens Aydintasbas lid blijven van het bondgenootschap, maar tegelijk ook met andere spelers samen kunnen werken, zoals Rusland.

S-400

In 2019 heeft Turkije het luchtafweersysteem S-400 van Rusland gekocht. Een paar weken geleden is het systeem ondanks waarschuwingen, bezwaren en dreigingen van NAVO-bondgenoten voor het eerst getest. De S-400 is daarmee symbool geworden voor het streven naar militaire macht, de afkeer van de NAVO en de frictie die het Turkse optreden veroorzaakt.

Met name de VS reageerden fel op de recente tests. Het Pentagon veroordeelde de test in oktober en waarschuwde Turkije voor sancties. De Nederlandse minister van Defensie Ank Bijleveld uitte naar aanleiding van vragen uit de Tweede Kamer haar ‘grote zorgen over de aanschaf en het in gebruik nemen van het S-400 systeem’, en heeft Turkije herhaaldelijk op zijn gedrag aangesproken.

President Erdogan trekt zich van deze kritiek weinig aan. Waarom zou Turkije de middelen waarover het beschikt niet ook mogen testen, zei hij in oktober. ‘We gaan Amerika niet om toestemming vragen.’

Tot nu hebben de politieke ruzies vooral tot herrie op het politieke toneel geleid, zonder grote invloed op het functioneren van de NAVO te hebben. Achter de schermen gaat de militaire samenwerking gewoon door, zegt Dick Zandee van het Instituut Clingendael. ‘Turkije werkt nog steeds mee en Turkse militairen nemen bij voorbeeld aan oefeningen deel.’

Door het mogelijke gebruik van het S-400-systeem zou dit echter kunnen veranderen. Secretaris-Generaal Jens Stoltenberg liet bij een bezoek in Ankara in oktober doorschemeren dat Turkije het systeem niet zomaar kan gebruiken.

Omdat de systemen van alle NAVO-landen geïntegreerd zijn, zou het gebruik van Russische onderdelen door Turkije Rusland een deur naar het luchtafweersysteem van het hele bondgenootschap kunnen openen. Daarmee zou het Russische leger toegang tot gevoelige informatie kunnen krijgen. ‘Het inzetten van het Russische luchtafweersysteem zou betekenen dat Turkije op militair gebied niet meer overal mee kan doen’, legt Zandee uit.

Dat Turkije gedeeltelijk uit de militaire samenwerking stapt is onwenselijk, maar niet uniek, zegt hij. In het verleden hebben onder meer Frankrijk en Griekenland op bepaalde gebieden de samenwerking opgezegd. Frankrijk heeft bijvoorbeeld in de jaren zestig zijn troepen uit de NAVO-commandostructuren teruggetrokken en de samenwerking pas in 2009 hersteld.

De ruzie met Ankara lijkt daarentegen complexer en heviger, omdat Turkije met meerdere NAVO-leden in verschillende conflicten tegelijk verzeild is geraakt. In Nagorno-Karabach staat Turkije tegenover Frankrijk dat solidair is met Armenië, in de Middellandse Zee tegenover Griekenland, in Libië tegenover Frankrijk en in Syrië tegenover de Verenigde Staten.

‘Spanningen in de NAVO zijn er altijd’, zegt Zandee. Het hoogste belang was volgens hem tot nu toe het behouden van de eenheid. Hij erkent dat dit door de spanningen tussen Turkije en andere lidstaten steeds moeilijker wordt. Toch gaat hij ervan uit dat het door de gesprekken die achter de schermen druk gevoerd worden ook in dit geval weer lukt om de landen bij elkaar te houden.

Ook Nederland kan hierin ook een rol spelen. Nederland beschikt als relatief klein land over onvoldoende invloed om zelf de leiding te nemen om te bemiddelen, zoals Duitsland dat in de zomer gedaan heeft. Daarom is het volgens Zandee belangrijk dat Nederland samen met andere landen optrekt.

Hotline en drones

In oktober heeft de NAVO de instelling van een de-escalatie-mechanisme aangekondigd, waaronder een hotline tussen Ankara en Athene. Dit, om de spanningen tussen Turkije en Griekenland te verminderen en de risico’s op incidenten te verkleinen.

‘Spanningen in de NAVO zijn er altijd’

De NAVO kan lidstaten niet uit het bondgenootschap zetten en de landen hebben nog geen manier gevonden om met de Turkse ambities om te gaan. Consequenties voor Turkije zijn er daarom tot nu toe nauwelijks. Na de aankoop van het luchtafweersysteem is Turkije uit het programma voor de ontwikkeling van nieuwe F-35-jets gezet. Als reactie op de operaties in Syrië hebben meerdere landen, waaronder Nederland, afgelopen jaar de wapenexport aan Turkije opgeschort. En in oktober heeft Canada de export van drone-technologie aan Turkije stopgezet.

Drones spelen een belangrijke rol voor de Turkse militaire macht. Ankara is zich gaan specialiseren op de ontwikkeling en productie van militaire drones die inmiddels een belangrijk onderdeel vormen van het gemilitariseerde buitenlandbeleid. In het conflict in Nagorno-Karabach gebruikt het Azerbeidjaanse leger Turkse drones. Ook in Libië zijn militaire drones uit Turkije ingezet. Reden voor het Canadese besluit zijn de geweldsescalatie en het hoge aantal doden in Nagorno-Karabach in de afgelopen weken, die voor een groot deel aan het gebruik van onbemande Turkse drones toegeschreven worden.

Gebrek aan strategie

Sommigen zijn kritisch over de houding van vooral Europese landen ten aanzien van de Turkse ambities. Marc Pierini van het centrum voor Midden-Oostenstudies van denktank Carnegie bekritiseert dat er geen eensgezindheid bestaat over de aanpak en de reactie op de Turkse machtsvertoningen, het instellen van sancties of het gebruik van hardere taal. Toelaten dat Turkije conflictueuze stappen zet aan de Zuidoostelijke rand van Europa is geen strategie, schreef hij in oktober naar aanleiding van een Europese top waar het Turkse optreden werd besproken. ‘Het is slechts een uitweg die de Europese leiders zal gaan achtervolgen.’

Vooral Europese NAVO-lidstaten zitten klem en durven niet te hard op te treden. Er vinden gezamenlijke inspanningen plaats om de huidige situatie niet nog te verergeren, zei een NAVO-diplomaat afgelopen jaar tegen persbureau Reuters. Nadat de Amerikaanse president Donald Trump door zijn uitlatingen, terugtrekkingen en onvoorspelbare besluiten het bondgenootschap in de afgelopen jaren heeft ondermijnd, zorgen de spanningen met Turkije voor extra druk. Maar Turkije is volgens de diplomaat té belangrijk om te verliezen.

De ligging van het land tussen Europa, Azië, Noord-Afrika en het Midden-Oosten geeft Turkije een strategisch belangrijke plek. Daarnaast liggen Amerikaanse kernwapens op de Turkse luchtmachtbasis Incirlik opgeslagen en is de EU afhankelijk van de samenwerking met Turkije bij de uitvoering en naleving van de vluchtelingendeal. De NAVO en Europese landen hebben daardoor belang bij een functionerende relatie met Ankara. Zij schipperen tussen de afhankelijkheid van hun bondgenoot en de noodzaak om op te treden waar Turkije grenzen overschrijdt.

India arresteert tientallen wetenschappers. Waar blijft de verontwaardiging?

0

‘Verdachte literatuur’ is de term die door het Indiase antiterrorismebureau wordt gebruikt om publicaties te beschrijven die in het bezit zijn van Hany Babu (54), hoofddocent Taalwetenschap aan de universiteit van Delhi. Enkele van deze zogenaamd gevaarlijke publicaties: een historische studie naar het kastensysteem en een sociologische studie naar opstanden op het Indiase platteland tegen landontvreemding en ontwikkelingsprojecten.

Babu werd deze zomer gearresteerd wegens ‘het propageren van naxalisme en maoïstische ideologieën’. In het huidige Indiase regeringsjargon verwijst de term ‘naxal’ naar het lidmaatschap van een verboden communistische partij. Maar deze term wordt ook algemeen gebruikt om iedereen die de staat durft te ondervragen als interne vijand te brandmerken. Dit ‘rechtvaardigt’ hun opsluiting, met angst onder intellectuelen tot gevolg.

De taskforce terrorismebestrijding deed zonder huiszoekingsbevel een inval in Babu’s woning en nam zijn laptop, harde schijven, mobiele telefoon en meerdere boeken in beslag. Ook zijn vrouw en tienerdochter werden tijdens de inval in de woning vastgehouden en kregen geen toegang tot een advocaat. Pas twee maanden na zijn arrestatie werd Babu aangeklaagd. De aanklachten vormen een ongeveer tienduizend pagina’s tellend document.

Eén van de aanklachten: zijn betrokkenheid bij de campagne voor de vrijlating van een andere gevangen academicus met een ernstige lichamelijke handicap, G.N. Saibaba, die volgens de overheid ‘banden met maoïsten’ heeft. Het aanwijzen van de talrijke inconsistenties, fouten en regelrechte onjuistheden in de aanklachten heeft tot nu toe niet geleid tot seponering.

De zaak-Babu staat dan ook niet op zichzelf. Sinds de premier Narendra Modi aan de macht is zijn tientallen Indiase academici, publieke intellectuelen, studentenactivisten, dichters, journalisten, advocaten en burgerrechtenactivisten gearresteerd. De gronden zijn dubieus. Voorbeelden zijn ‘aanzetten tot geweld’, terrorisme, opruiing, maoïsme en zelfs betrokkenheid bij samenzweringen om Modi te vermoorden.

Onder de politieke gevangenen bevinden zich wetenschappers die zich jarenlang hebben beziggehouden met onderzoek naar kastendiscriminatie, landrechten, schendingen van de mensenrechten in Kashmir en Noordoost-India en geweld tegen vrouwen. Veel arrestanten zitten al meer dan twee jaar vast, zonder dat er een hoorzitting heeft plaatsgevonden. Er zijn veel besmettingen in de Indiase gevangenissen en de arrestanten kennen een hoge leeftijd, met alle gezondheidsrisico’s van dien.

De beperkingen van de academische vrijheid in India zijn verontrustend

Begin oktober bevroor de regering-Modi de rekeningen van Amnesty International India, dat zich verzette tegen de arrestaties. Nu wordt de organisatie gedwongen haar activiteiten in het land stop te zetten en alle medewerkers te ontslaan. Dit hardhandige optreden was een reactie op kritische rapporten van Amnesty over politiegeweld bij de rellen tussen hindoes en moslims in Delhi van afgelopen februari, de militaire bezetting van Kashmir, de nieuwe burgerschapswet en het toenemende anti-moslimgeweld in India, met duidelijk bewijs van overheidsbetrokkenheid.

Terug naar Babu, net als veel van de gearresteerden en beschuldigden een gerespecteerde autoriteit. Zelf behorend tot de eerste generatie moslims uit een zogeheten ‘overige achtergestelde kaste’, ging hij de strijd aan met kastendiscriminatie. Als secretaris van het Academisch Forum voor Sociale Rechtvaardigheid voerde hij campagne voor verplichte rekrutering in het hoger onderwijs van personen uit de historisch achtergestelde kasten. Daarbij legde hij de gebrekkige maatregelen tegen kastendiscriminatie aan de universiteiten bloot.

In zijn verzet tegen het kastenstelsel heeft Babu niet alleen kritiek geuit op de heersende klasse, die nauw verbonden is met hindoe-nationalistische krachten zoals het ‘nationale vrijwilligerskorps’ Rashtriya Swayamsevak Sangh. Hij hekelt ook de traditionele linkse bewegingen en partijen, die volgens hem impliciet profijt hebben gehad van de privileges van de hogere kasten. Hij heeft zich eveneens actief uitgesproken tegen het vastzetten van andere academici, waarvan een toenemend aantal afkomstig is uit gemarginaliseerde groepen.

Sinds zijn arrestatie hebben honderden voormalige en huidige studenten van Hany Babu hun stem laten horen op social media en zijn vrijlating geëist. Sommige van deze studenten zijn ook aangehouden en ondervraagd door de Indiase autoriteiten. Ook hen hangt arrestatie boven het hoofd.

‘Publieke verontwaardiging ontstaat meestal alleen over schendingen die de bezittende macht raken’, schreef Hany Babu in een artikel (2015) over hoe bepaalde vormen van kastendiscriminatie meer publieke aandacht krijgen dan andere in India. De uitspraak is uitermate actueel, zowel wat betreft zijn eigen zaak als de zaak van talloze anderen in India. Een dezer dagen vindt Babu’s borgtochthoorzitting plaats.

De Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN riep onlangs de Indiase regering op om iedereen vrij te laten die op grond van de ‘wet ter voorkoming van onwettige activiteiten’ worden beschuldigd. Ook de Nederlandse overheid, die nauwe economische samenwerkingsbanden met India onderhoudt, zou dit moeten doen. De beperkingen van de academische vrijheid in India zijn verontrustend. Ze duiden op het verder afbrokkelen van de democratische instituties van het land.