18.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 702

Denk: meer corona-voorlichting in Turks en Arabisch

0

De Rotterdamse fractie van Denk wil dat de overheid meer voorlichting over het coronavirus geeft in het Turks, het Arabisch en het Pools. Er zijn namelijk relatief veel mensen met een migratieachtergrond die sterven aan corona, schrijft Dagblad 010.

‘Sommige Rotterdammers met een migratieachtergrond hebben kinderen die het journaal kunnen vertalen, maar dat is niet bij iedereen het geval’, zegt Denk-fractievoorzitter Stephan van Baarle in raadsvragen aan burgemeester Ahmed Aboutaleb.  ‘Bent u het daarom met ons eens dat dit zorgt voor een mogelijk gevaarlijke situatie?’

Denk denkt aan borden, flyers, websites en medewerkers die burgers met een migratieachtergrond informeren.

Al eerder heeft Denk gepleit voor coronavoorlichting in vreemde talen, maar tevergeefs. Vooral Leefbaar Rotterdam is hier een tegenstander van. De partij vindt dat mensen moeten integreren en de Nederlandse taal moeten leren. Denk is echter van mening dat hier, zeker met de coronacrisis, coulanter mee moet worden omgegaan.

Eerder uitten het Inspraakorgaan Turken in Nederland en Fatos Ipek-Demir, adviseur in het sociale domein, op de Kanttekening hun zorgen over de voorlichting richting migrantengroepen. Ipek-Demir: ‘Migrantengroepen worden helaas onvoldoende bereikt. Ze worden aan hun lot overgelaten. En dan moet het komen via eigen initiatieven, die dat never nooit alleen aankunnen.’

Vaccin tegen radicale islam

0

Een reactie op een terreurdaad is nooit afdoende. Het is meestal te laat, en pakt vaak alleen symptomen aan in plaats van de grondoorzaken. Kijk maar naar de barbaarse moord op de Franse onderwijzer Samuel Paty afgelopen week en de reacties die daarop volgden.

Tijdens een les over de vrijheid van meningsuiting vertoonde hij cartoons van profeet Mohammed. Dat leidde tot boze reacties van enkele leerlingen en hun ouders. De prijs die Paty hiervoor betaalde was te groot. Hij werd buiten zijn school onthoofd door een achttienjarige Tsjetsjeense migrant. Volgens de Franse minister van Binnenlandse Zaken had de vader van een schoolmeisje en een bekende islamitische militant de dader aangezet om Paty te vermoorden. Zij hadden een fatwa tegen de leraar uitgeroepen, aldus de minister.

De Franse president Emmanuel Macron sprak van een ‘islamitische terreuraanslag’ en riep de Fransen om samen te staan tegen extremisme. ‘Een van onze landgenoten is vermoord omdat hij kinderen de vrijheid van meningsuiting leerde, de vrijheid om wel of niet te geloven’. De Fransen gingen terecht de straat op. Ze demonstreerden voor de vrijheid van meningsuiting en betoonden hun eer aan de overleden docent. Ook de islamitische gemeenschap bleef niet stil. Verschillende imams brachten een bezoek aan de school van de overleden docent en legde bloemen om hun respect te betuigen. Daarnaast riepen ze Franse moslims om zich achter de vrijheid van meningsuiting te scharen en islamisme ten volste te veroordelen.

Uiteraard dwingt de tragische moord op Paty ons tot nadenken over de veiligheid van docenten en leerlingen op school. Daarom heeft de Franse president niet voor niets aangekondigd om scholen beter te gaan beveiligen. Toch is dit symptoombestrijding. Je kunt camera’s en bewapende politiemensen op het schoolplein zetten, maar het is de vraag of je daarmee radicale krachten buiten de samenleving houdt. Het probleem waar wij in de Europese samenleving mee kampen is dieper dan het gebrek aan veiligheid. Wij lijden aan de paradox van vrijheid.

De sensationele H.J. Schoo-lezing van Edith Schippers, oud-minister van de VVD, uit 2016 droeg de titel ‘De paradox van vrijheid’, omdat zij daarin betoogde dat de samenleving soms vrijheidsbeperkende activiteiten moet verbieden om werkelijk vrij te zijn. Jouw vrijheid eindigt waar de vrijheid van de ander begint. Schippers hield dan ook een warme pleidooi voor het stellen van grenzen tegen conservatieve en radicale islamitische krachten die volgens haar de Nederlandse rechtsstaat bedreigden.

Als we de verspreiding van de radicale islam als een virus zouden behandelen, welke preventieve maatregelen zouden wij dan als samenleving moeten nemen?

De paradox van vrijheid wordt dus gekenmerkt door een scheve balans tussen het private en het publieke leven. Aan de ene kant mag de overheid zich niet bemoeien met wat burgers achter gesloten deuren uitspoken. Belijd jouw geloof. Denk en zeg wat je wilt. Verenig je met wie je wilt. Je hebt grondrechten. De grondwet garandeert dat de overheid jouw private sfeer niet mag binnendringen. Tegelijkertijd heeft diezelfde overheid de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dat alle burgers zich veilig voelen in de publieke ruimte. Daarom moet de overheid soms de vrijheid van het individu inperken om de collectieve vrijheid te waarborgen.

De manier waarop de overheid de coronacrisis aanpakt is daar het voorbeeld van. Je bent vrij om naar de kerk of moskee te gaan. Je mag ook met vrienden een feestje vieren. Maar omdat deze handelingen op dit moment de volksgezondheid in gevaar brengen, heeft de overheid het recht en de plicht om jouw vrijheid in te perken.

Daarom rijst de vraag: als we de verspreiding van de radicale islam als een virus zouden behandelen, welke preventieve maatregelen zouden wij dan als samenleving moeten nemen? Wat zou de rol van de overheid zijn? En de rol van organisaties en individuen?

Docenten moeten pal staan voor onze kernwaarden

0

Veel is al gezegd en geschreven, ook in Nederland, over de gruwelijke moord op Samuel Paty, de Franse geschiedenisleraar die werd onthoofd omdat hij de Mohammed-cartoons in zijn klas liet zien. In Frankrijk heeft het de strijd tegen het islamisme, die de Franse president Emmanuel Macron toch al wilde voeren, nog verder aangewakkerd. Het is de vraag of het hierbij blijft, of dat het zal escaleren tot een hetze tegen de islam en moslims. Beide ontwikkelingen zijn mogelijk. Daarnaast toont deze aanslag aan dat we in Europa allesbehalve klaar zijn met de dreiging die uitgaat van radicalisering en jihadisme. De radicale islam is nog steeds onder ons. Met name eenlingen, lone wolves, zijn levensgevaarlijk.

Maar ik wil het in deze column hebben over de verantwoordelijkheid die je hebt als docent. Bij het programma De Vooravond zat eerder deze week docente Lucelle Deneer aan tafel. Zij was kritisch over het tonen van onder meer de Mohammed-cartoons in de klas. Vrijheid van meningsuiting kwam volgens haar met een verantwoordelijkheid, een verantwoordelijkheid om mensen niet te hoeven kwetsen.

Voor een docent kan dit inderdaad een aantrekkelijk uitgangspunt zijn. Je kunt zo controverse zoveel mogelijk vermijden, alles en iedereen te vriend houden, en leerlingen waarvan je denkt dat ze niet teveel kunnen hebben vooral niet prikkelen. Het is een erg veilige en empathische manier van denken. Maar de vraag is of het genoeg is voor de docenten die we nodig hebben. In mijn eigen colleges behandel ik ook gevoelige onderwerpen, waaronder onderwerpen als radicalisering, terrorisme, sociale spanningen, migratie en racisme. Geregeld staan sommige studenten qua denkbeelden hier heel verdeeld in. Maar alles kan wat mij betreft gezegd worden in de collegezaal, mits dat met respect voor de medestudent en met inhoudelijke onderbouwing gebeurt.

Hoort daar dan ook het eventueel kunnen kwetsen of provoceren van je studenten bij als docent zijnde? Ik denk het wel, mits dit met een educatief doel gebeurt. Niet alleen het effect moet dus centraal staan bij je handelen als docent, maar ook het doel dat je ermee wilt bereiken. Soms kun je studenten wel degelijk kwetsen of provoceren of zelfs boos maken als docent. En dat hoeft niet altijd goed te zijn, maar soms kan het wel een positief effect op de langere termijn hebben. Ze worden aan het denken gezet. Zetten hun eigen heilige huisjes ter discussie.

Ook dát is een taak van docenten. Ja, je moet als docent een veilige omgeving bieden voor de leerlingen en studenten. Maar in die veilige omgeving mag vervolgens de controverse opgezocht worden, om ze daadwerkelijk iets te leren. Hier zijn verschillende manieren voor. En de manier waarop Samuel Paty zorgvuldig het tonen van deze cartoons inkaderde in zijn les over de vrije meningsuiting – waarbij hij vooraf een trigger warning gaf aan zijn leerlingen, zodat zij de mogelijkheid hadden om deze les over te slaan indien ze dat wilden – is daar één van.

Paty is niet alleen een martelaar van het vrije woord, maar ook een docent die met zijn open democratische houding het goede voorbeeld gaf

Graag zou ik meer van dit soort docenten zien in een land waar lessen over de Holocaust op sommige scholen niet meer onderwezen kunnen worden uit angst voor controverse en de reacties van sommige leerlingen. We hebben juist nu docenten nodig die pal staan voor de kernwaarden van onze samenleving. Staan voor educatie. Staan voor het vrije woord. Staan voor het voorbereiden van je klas op de uitdagingen van deze samenleving. Dat doe je niet als je ze als snowflakes beschouwt, die smelten als ze iets horen wat niet in hun straatje past. Tegelijk moet je leerlingen ook de ruimte geven om hun emoties te tonen, en je als docent kwetsbaar opstellen.

Maar het allerbelangrijkste: je moet dit kunnen doen zonder te hoeven vrezen voor je leven. Zoals ook journalisten, columnisten, cartoonisten en anderen in alle vrijheid hun werk moeten kunnen doen. We moeten daarom als open democratische samenleving pal staan voor onze kernwaarden, waarden die we in de eerste plaats in het klaslokaal en de collegezaal uitdragen. Paty is niet alleen een martelaar van het vrije woord, maar ook een docent die met zijn open democratische houding het goede voorbeeld gaf. Dat kostte hem zijn leven.

Britse minister: ‘Docenten die ‘wit privilege’ feit noemen, overtreden wet’

0

De Britse Conservatieve minister Kemi Badenoch (Emancipatiezaken) heeft fel uitgehaald naar de zogenoemde critical race theory, die een relatie legt tussen huidskleur en structurele onderdrukking.

‘Docenten die het idee van ‘wit privilege’ als feit presenteren aan hun studenten overtreden te wet’, aldus de minister.

Ze deed haar uitspraken tijdens een algemeen debat over de Black History Month. Badenoch hekelde tijdens dit debat critical race theory, een theorie die vooral populair is onder sociale wetenschappers.

Volgens Badenochis dit ‘een ideologie die mijn zwartheid ziet als slachtofferschap en hun witheid als onderdrukking’. Ook bekritiseerde de minister de volgens haar antikapitalistische Black Lives Matter-beweging en scholen die de ideologie van Black Lives Matter hebben omarmd. Volgens Badenoch is de regering tegen het leren van omstreden politieke ideeën als feiten.

‘We willen niet dat leraren hun witte leerlingen leren over witte privileges en geërfde rassenschuld… (…) En laat me duidelijk zijn, elke school die deze elementen van de kritische rassentheorie als feit aanleert, of die partijpolitieke opvattingen bevordert zoals het bezuinigen op de politie, zonder een evenwichtige behandeling van tegengestelde opvattingen aan te bieden, overtreedt de wet.’

Moslimleiders hekelen ‘islamofobe’ politiek van Frankrijk

0

In reactie op de bloedige moord op de Franse geschiedenisleraar Samuel Paty gaan er in Frankrijk stemmen op om het islamisme keihard aan te pakken. Critici van islamitische huize vrezen voor een golf van ‘islamofobe’ politiek.

Minister Gérard Darmanin (Binnenlandse Zaken) is voornemens om de Organisatie Tegen Islamofobie in Frankrijk (CCIF) te verbieden, terwijl president Emmanuel Macron religieus gemotiveerd ‘separatisme’ wil aanpakken. Beide voorstellen worden in islamitische en radicaal-linkse kringen met argusogen bekeken.

Zo waarschuwt de moefti van Egypte wat betreft de moord op Paty: ‘Het zou verstandig zijn om deze kwestie als een individueel misdrijf aan te pakken, om zo geen haat tegen moslims te verspreiden.’

De Turkse president Erdogan beschuldigt Frankrijk van ‘islamofobe politiek’. De Turkse president heeft vooral felle kritiek op Macrons seperatismewet en zijn pleidooi voor een ‘Franse islam’. Hij is ook tegen het plan van Macron om de Franse scheiding tussen kerk en staat nog scherper te maken. De invloed van de Turkse overheid op Turkse moskeeën in Frankrijk wordt met Macrons wetsvoorstel namelijk aan banden gelegd.

CCIF zelf hekelt in een persbericht de maatregelen van de overheid, die nu zou buigen voor het discours van identitair rechts. Twee dagen eerder schreef CCIF geen haatcampagne tegen Paty te hebben gevoerd. De organisatie was slechts een onderzoek gestart naar de leraar, dat nog niet was afgerond, aldus CCIF.

CCIF had een klacht binnengekregen dat Paty de moslimstudenten vroeg om de klas te verlaten, want hij zou de profeet Mohammed naakt laten zien. Tegen ex-moslima en islamcriticaster Zineb el Rhazoui en politica Aurore Bergé van Macrons partij La République en Marche! heeft CCIF aangifte gedaan, omdat zij de organisatie ervan beschuldigden een klopjacht op Paty te hebben georganiseerd.

Niet alleen moslims vrezen voor een golf van moslimhaat in Frankrijk. De trotskistische nieuwssite Révolution Permanente spreekt over ‘staatsislamofobie’. ‘Sinds de moord op Samuel Paty lijdt het geen twijfel: de uitvoerende macht heeft het gaspedaal ingetrapt op het gebied van zijn islamofobe offensief.’

Zondag, daags na de moord op Paty, werden twee gesluierde Franse vrouwen neergestoken in het bijzijn van hun kinderen. Mogelijk gaat het om een anti-islamitisch haatmisdrijf, meldt de Franse krant Le Monde, maar dit moet het politieonderzoek nog uitwijzen.

Fidan Ekiz haalt uit naar ‘stilte’ in Nederland na onthoofding in Parijs

0

Presentatrice Fidan Ekiz van het BNN-VARA-programma De Vooravond sprak zich gisteren fel uit over de ‘stilte’ van opiniemakers, politici en activisten na de brute moord op een leraar in Parijs door een achttienjarige moslimextremist.

‘Zo. Dit moest eruit’, schreef Ekiz op Twitter toen ze het videofragment deelde.

‘Naarmate de dagen en de uren verstreken dacht ik: waar blijft die openlijke geschokte reactie in Nederland?’, begon Ekiz haar verhaal. ‘Ik snap dat er belemmeringen zijn vanwege corona, maar je kan ook online iets organiseren. Maar het bleef vooral in de politiek muisstil. Het is nota bene Frankrijk, om de hoek. Ik vind die stilte gewoon heel eng. En wat vooral zorgelijk is dat mensen afgaan op wat individuen zeggen. Mensen zijn gewoon bang. Bang om te zeggen wat ze vinden en denken, omdat het zo maar kan zijn dat je hoofd er af wordt gehakt.’

Naar aanleiding van de uitspraken van Ekiz heeft Sigrid Kaag, minister van Ontwikkelingssamenwerking en lijsttrekker van D66, besloten zich uit te spreken:

Sommige twitteraars zijn niet blij met de kritiek van Ekiz. Voormalig GroenLinks-campagneleider Sybren Kooistra, die eerder opriep tot het ontslag van Ekiz omdat zij racisme en islamofobie zou verspreiden, twittert: ‘Dit is toch gewoon manipulatieve nonsens. En niet de eerste keer. Welke ‘stilte’?!’

De oorlogshonden jagen weer over de Kaukasus

0

De oorlog om Nagorno-Karabach drijft Armeense en Azerbeidzjaanse vredesactivisten tot wanhoop. Toch willen ze de moed niet opgeven. ‘Vooral op dit kritieke moment moeten mensen de verbinding niet verliezen – althans: zij die er nog in geloven.’

Na bijna dertig jaar vruchteloos onderhandelen zagen de Armeense en Azerbeidzjaanse regering het diplomatieke pad steeds meer als een doodlopend spoor. Beide landen begonnen de afgelopen jaren hun toon te verharden en een militaire koers als enige uitweg te zien. Op internationale conferenties en tijdens onderhandelingen bleven oude trauma’s opgerakeld, zoals de Armeense Genocide van 1915, de deportatie van honderdduizenden Azerbeidzjanen uit Nagorno-Karabach en omliggende provincies in de jaren negentig, en een flink aantal massamoorden en pogroms door beide kampen. De publieke opinie aan weerszijden van de grens werd steeds vijandiger, waardoor een weerwoord binnen beide samenlevingen nauwelijks meer wordt getolereerd.

Het Nagorno-Karabachconflict is een strijd tussen twee internationale principes: het principe van territoriale integriteit, dat wordt bepleit door Azerbeidzjan, en het principe van zelfbeschikking, waar de bevolking van Nagorno-Karabach zich op beroept. Daarbij wordt de bevolking gesteund door Armenië. Hoewel geen enkel land de onafhankelijkheid van de Armeense republiek Artsach erkende, meende Azerbeidzjan dat onderhandelingen een doodlopend spoor waren. Dit dwong de regering tot de keuze om of het verlies van Nagorno-Karabach te incasseren of om ervoor te vechten. Aangezien de Arbeidzjaanse president Ilham Aliyev een groot deel van zijn repressieve en nationalistische beleid baseert op het streven om Nagorno-Karabach goedschiks dan wel kwaadschiks te heroveren, werd een militaire oplossing steeds waarschijnlijker.

Ook aan Armeense zijde is een verharding in opstelling te zien, sinds minister-president Nikol Pashinyan in 2018 aan de macht kwam. Een jaar na zijn aanstelling verwierp hij de zogenoemde Madrid Principles, een raamwerk van afspraken voor een vreedzame oplossing van het conflict dat sinds 2007 als basis voor onderhandelingen diende. Ook werd Pashinyans beleid steeds provocatiever, door onder meer etnische Armeens vluchtelingen uit Syrië en Libanon land en woningen aan te bieden in Nagorno-Karabach. Tevens heeft de Armeense premier voormalig Azerbeidzjaans land uit de geannexeerde bufferzone tussen Nagorno-Karabach en Armenië laten bebouwen.

Nagorno-Karabach (Beeld: Wikimedia Commons)

Syrische kolonisten

Tijdens de eerste oorlog om Nagorno-Karabach van 1988-1994 werd de gehele Azerbeidzjaanse bevolking uit Nagorno-Karabach verjaagd of vermoord. Honderdduizenden bewoners van het grensgebied zagen zich gedwongen het geweld te ontvluchten. Ook vrijwel de gehele Armeense bevolking ontvluchtte Azerbeidzjan, na enkele massamoorden en pogroms.

Een van de prioriteiten van de Armeense autoriteiten in Nagorno-Karabach is het herbevolken van voormalig Azerbeidzjaanse dorpen. Het ging vooral om arme Armeniërs, maar ook om dertig families van etnisch Armeense vluchtelingen uit Syrië. Ze kregen een woning, land, goedkope leningen en een klein geldbedrag aangeboden om zich te settelen in het dunbevolkte berggebied.

In een interview met nieuwsorganisatie Eurasianet vertelde de 39-jarige Syrisch-Armeense Andranik dat hij geen slecht leven had in Syrië, maar dat hij wilde dat zijn kinderen zouden opgroeien in hun historische vaderland. ‘Dit is ons echte thuis en we zullen het behouden, koste wat kost. Dit voelt meer als onze oorlog dan die in Syrië.’

Keurslijf van haat

Voor de overgrote meerderheid van mensen aan beide kanten van de grens blijft het buurland een abstracte vijand, waarmee normaal contact onmogelijk en levensgevaarlijk is. ‘Het probleem is dat onze overheid zich vooral heeft gefocust op een diplomatieke top-down-oplossing en weinig initiatieven aan het volk gaf’, vertelt de Azerbeidzjaanse politicoloog en vredesactivist Jeyhun Veliyev. ‘De Armeense regering doet het niet veel beter. Maar omdat Armenië een iets minder autocratisch systeem heeft en meer vrijheid van meningsuiting, is het daar iets makkelijker voor activisten om zich uit te spreken.’

Volgens hem zijn er in beide landen jongeren die op zoek zijn naar andere vormen van dialoog. Echter zijn de kansen zo gering om elkaar te ontmoeten, dat ze maar zelden de mogelijkheid krijgen zich echt te bevrijden uit het keurslijf van haat.

De Armeense journaliste Arpi Bekaryan bevestigt dit beeld. ‘Mensen willen deel uitmaken van de samenleving en betrokken zijn bij de pijn en het geluk van de meerderheid, zelfs als ze hier diep van binnen niet in geloven’, zegt zij. ‘Als ze dan een ander geluid laten horen, worden ze uitgemaakt voor verraders. Daardoor is er zeker nu nauwelijks weerwoord op de barrage van haat en de absurditeit van de oorlog.’

Jeyhun vertelt hoe hij de afgelopen weken vredesactivisten aan beide kanten van de grens ineens oorlogszuchtige en haatzaaiende taal zag verspreiden op Facebook. ‘Mensen zeggen me dat ik niet over vrede moet praten in oorlogstijd, maar volgens hen is het al dertig jaar oorlog. Ze denken dat als je het over vrede hebt, je het opgeeft en wil dat je dierbaren worden vermoord.’

Ander perspectief

‘Toen ik ging studeren in Georgië waarschuwde mijn vader mij dat ik uit moest kijken voor Armeniërs’, vertelt Aziz (24). ‘Mijn broertje vroeg me zelfs verbaasd: ‘Ga je daar echte Armeniërs ontmoeten?’, alsof het een soort bloeddorstige aliens zijn die het op je leven voorzien hebben. Maar’, lacht Aziz, ’binnen een week was ik bevriend geraakt met mijn nieuwe Armeense klasgenoten.’

Toch blijft het volgens zijn Armeense medestudent Tigran (23) moeilijk elkaar te vertrouwen. ‘Ik ben opgegroeid in de Verenigde Staten en heb de hele wereld over gereisd, maar nog steeds trekt mijn maag soms samen als ik een Azerbeidzjaan zie. Kun je nagaan hoe dat is voor Armeniërs die nooit hun neus buiten eigen gemeenschap steken?’

‘Van jongs af aan leerde ik al om Armeens te zijn’, vertelt Arpi. ‘Een goede patriot, bang voor Turken en met haat jegens Azerbeidzjanen. Dat waren de regels, dat was deel van mijn identiteit. En ik nam die rol aan zonder vragen te stellen, net als mijn vrienden aan de andere kant van de grens. Die diepgewortelde haat, dat wantrouwen en de pijn van mijn voorouders zit mij in het bloed. We komen allemaal uit een oorlogsgeneratie die is opgegroeid met verhalen die we van onze ouders hoorden over wanhoop, verlies en de leegte van talloze ontheemde gezinnen. De verhalen blijven mij achtervolgen en het is niet makkelijk ze af te schudden.’

‘We willen allemaal aandacht voor de pijn die wijzelf geleden hebben, niet voor de pijn van een ander’

‘Natuurlijk willen de Armeniërs vrede’, zegt Arpi, ‘maar we willen het alleen volgens onze eigen vastgeroeste voorwaarden. Het is altijd makkelijker om in conflict te zijn dan het op te lossen. We willen allemaal aandacht voor de pijn die wijzelf geleden hebben, niet voor de pijn van een ander. Het is veel makkelijker om te zwelgen in gevoelens van zelfmedelijden, dan om de genuanceerde werkelijkheid eerlijk onder ogen te zien. Toch hebben mijn Azerbeidzjaanse vrienden, die ik in het buitenland ontmoette, mij laten zien dat er ook een andere kant is.’

‘Mijn Azerbeidzjaanse klasgenoten en ik hebben met vallen en opstaan van elkaar geleerd dat de enige uitweg is om het conflict te bekijken vanuit een ander perspectief’, zegt Tigran. ‘Helaas hebben beide kampen zich de afgelopen dertig jaar alsmaar dieper ingegraven in hun eigen verstoorde versie van de werkelijkheid, die met de tijd steeds grimmiger wordt. Decennialang hebben we toegekeken hoe beide partijen dit conflict gebruikten voor politiek gewin.’

‘Mijn regering is zo corrupt’, zegt Aziz. ‘Soms lachen we erom en doen mijn Armeense vrienden en ik een wedstrijdje welke regering het meest corrupt is, maar echt grappig is het niet. Bijna dertig jaar na de oorlog zitten er nog altijd duizenden Azerbeidzjaanse oorlogsvluchtelingen in waardeloze, tijdelijke onderkomens. De overheid weigert hun situatie daadwerkelijk te verbeteren, want dan kunnen ze niet meer gebruikt worden als troef om te laten zien hoeveel leed de Armeniërs hebben veroorzaakt. Deze leiders gebruiken Nagorno-Karabach om goed te praten waarom we nog altijd in een halve dictatuur leven, onze gevangenissen uitpuilen en er in ons land barbaarse mensenrechtenschendingen plaatsvinden. Sterker nog, als je ook maar iets in durft in te brengen tegen Aliyev en zijn kliek, word je zonder pardon weggezet als landverrader.’

‘Helaas hebben beide kampen zich de afgelopen dertig jaar alsmaar dieper ingegraven’

‘Na een periode in het buitenland wilde ik mijn nieuwe inzichten delen met familie en vrienden’, vertelt Arpi, ‘maar toen ik merkte dat dit totaal zinloos was, begon ik mij steeds verder geïsoleerd te voelen van de wereld waar ik vandaan kwam. Ik weet zeker dat ik met sommige vrienden nooit meer een normaal gesprek kan voeren. Ik kan niet eens meer naar mijn favoriete muziek luisteren, omdat ik erachter kwam hoeveel haat en nationalisme erin verborgen zit.’

Kindsoldaten en kalasjnikovs

In Armenië en in Azerbeidzjan bestaat de militaire dienstplicht voor mannen vanaf 18 jaar. Ook krijgen kinderen aan beide kanten al eerder militaire en patriottische training op school. Volgens Stichting Child Soldiers International hebben beide landen zeventienjarigen opgeroepen als militair kadet en zijn er enkele gevallen bekend waar kinderen tussen de elf en vijftien jaar in Nagorno-Karabach wapentraining kregen.

‘Dit conflict moet worden opgelost door gewone mensen, niet door mannen in vergaderzalen of mannen met kalasjnikovs en drones’

‘Vind je het gek dat een wapenstilstand geen oplossing is?’, zegt Tigran. ‘We doen dit keer op keer, maar er zijn inmiddels generaties voorbij gegaan voor wie het perspectief niet veranderd is. We zouden een pijnlijk gesprek met onszelf moeten aangaan. Ik geloof niet dat het gaat werken om duizend mensen in een conferentiezaal te proppen om te praten. Dit conflict moet worden opgelost door gewone mensen, niet door mannen in vergaderzalen of mannen met kalasjnikovs en drones.’

Diplomatie

Het conflict in de Kaukasus lijkt de afgelopen jaren een lage prioriteit te hebben gehad in het Westen. De regio is al jaren een geopolitiek kruitvat, waar Oost en West, autocratie en democratie, islam en christendom en enkele zeer nationalistische volkeren direct naast elkaar wonen. Westerse landen bemoeien zich liever niet met het conflict, te meer omdat Azerbeidzjaans belangrijkste bondgenoot – Turkije – lid is van de NAVO.

Toch kan de-escalatie van het conflict volgens Jeyhun alleen in gang worden gezet door geloofwaardige bemiddelingsinspanningen vanuit de westerse wereld. ‘Niet alleen om een fragiele status quo te handhaven, maar om dit conflict voor eens en voor altijd op te lossen.’

‘Mijn hoop is dat we door constructieve dialoog tussen changemakers, activisten en maatschappelijke organisaties kunnen werken aan wederzijds vertrouwen’, zegt hij. ‘Vooral op dit kritieke moment moeten mensen de verbinding niet verliezen. Althans, zij die er nog in geloven.’

Proces tegen Turkse columnist vanwege ‘beledigen’ president Erdogan

0

Vandaag begint het proces tegen journalist Erk Acarer, die in 2016 Erdogan zou hebben beledigd in een column. In Turkije is het beledigen van de president strafbaar.

Hoewel Acarer een gevangenisstraf van vier jaar en acht maanden boven het hoofd hangt, komt hij niet achter slot en grendel terecht: hij leeft inmiddels in ballingschap in Europa. Zijn proces vindt in afwezigheid plaats.

Sinds Erdogan in 2014 president werd vonden meer dan honderd rechtszaken plaats tegen journalisten en columnisten die Erdogan zouden hebben beledigd. 61 daarvan werden daadwerkelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf of een geldboete.

‘Het is tijd dat de Turkse autoriteiten deze repressieve en antidemocratische wetgeving intrekken en zich aan het internationale recht houden’, vindt Reporters Without Borders (RSF). De perswaakhond spreekt van ‘een ernstige beperking van het recht om geïnformeerd te worden.’

In de persvrijheidsindex van RSF staat Turkije op plek 154 van de 180 landen.

Volgens RSF staat Acarer min of meer terecht omdat hij kritiek had op president Erdogan. In zijn gewraakte column uit 2016 beklaagt Acarer zich over de dood van een student die omkwam door politiegeweld tijdens de Gezi-protesten van 2013. De verantwoordelijke politieagent verdiende straf, vindt Acarer.

China: moskeeën maken plaats voor winkelcentra

0

Moskeeën in de Chinese provincie Xinjiang worden gesloopt en maken plaats voor winkelcentra, meldt de Duitse krant Frankfurter Allgemeine.

De aanwezigheid van de communistische partij in Xinjiang is overal voelbaar. Op de plek waar de grote, zestiende-eeuwse moskee van Kargilik stond staat nu een winkelcentrum. Vorig jaar werd de moskee gesloopt, evenals duizenden andere moskeeën in de regio.

Deze vernietigingsgolf heeft in China officieel een naam: ‘moskeeverbeteringsprogramma’. De communistische overheid wil dat de Oeigoeren gaan consumeren in plaats van bidden. ‘Een kwestie van stedelijke ontwikkeling’, aldus een Oeigoerse politieagent aan Frankfurter Allgemeine.

In tegenstelling tot de mensen op straat zijn politieagenten in Xinjiang wel spraakzaam. Maar ze vergeten al snel hun Engels als de vragen kritisch worden. Ze willen er waarschijnlijk voor zorgen dat hun collega’s elk woord dat ze zeggen kunnen controleren door Chinees te spreken, denkt de krant.

Behalve moskeeën worden ook graven geschonden van lokale heiligen, die door de Oeigoeren vereerd worden, zoals dat van de tiende-eeuwse heerser Ali Arslan Khan in Ordam Padishah. In 2019 is dit graf volkomen vernietigd door de Chinese autoriteiten. Politieagenten bewaken de plek en zeggen dat niemand er naartoe mag vanwege het coronavirus, schrijft Frankfurter Allgemeine.

De krant legde ook nog de hand op een handleiding voor ambtenaren van de veiligheidsautoriteiten, over hoe om te gaan met terugkerende studenten die merken dat hun ouders er niet meer zijn. Ze moeten worden verteld dat ze dankbaar moeten zijn ‘dat de partij en de regering (hun ouders) gratis trainingen geven om hardnekkig verkeerd denken uit te roeien’.

Er worden minstens een miljoen Oeigoeren vastgehouden in zogenoemde heropvoedingskampen, waar ze onderworpen zijn aan een streng regime, ideologisch gehersenspoeld worden en dwangarbeid moeten verrichten. Ook vernietigt de Chinese overheid moskeeën in het gebied en worden veel Oeigoerse vrouwen verkracht door Han-Chinezen of gesteriliseerd. Critici vrezen een genocide.

BIJ1 wil ‘roofkunst’ in Nederland terug naar Afrika brengen

0

De politieke partij BIJ1 is solidair met de anti-kolonialistische activisten Emery Mwazulu Diyabanza, Laehtia Babin en Sore Brama. Zij liepen op 10 september het Afrika Museum in Berg en Dal binnen om ‘gestolen’ Afrikaanse kunst terug te stelen.

Actievist Mwazulu Diyabanza legde vorige maand zijn actie als volgt uit: ‘Overal in het Westen prijken er in musea voorwerpen die een diepe significantie hebben voor Afrikaanse volkeren. Dit zijn geen gewone kunstvoorwerpen, maar culturele uitingen van onze voorvaderen die een rol spelen in wie wij zijn. Ze horen niet in musea tentoongesteld te zijn, want bij ons hebben ze spirituele en sociaal antropologische waarde; en zeker ook economische waarde. Denk maar aan de landbouw en veeteelt; iets met spirituele waarde genereert een heleboel; het beïnvloedt de visvangst, bevrucht de grond. Dat is alleen maar goed voor de mensheid. Daarom moet het terug.’

BIJ1 is het hier in essentie mee eens. ‘Het teruggeven van roofkunst is een belangrijke stap in het proces van dekolonisatie waar BIJ1 voor wil strijden’, stelt de partij van Sylvana Simons in een persbericht. ‘BIJ1 is voor een Nederland waarin erkenning is voor het verleden van mensenhandel, slavernij, kolonisatie en uitbuiting. Die periode van onrecht kan niet worden afgesloten als we niet bereid zijn actie te ondernemen om scheve verhoudingen weer recht te zetten.’

De partij vindt verder dat er een onderzoek moet komen naar ‘de roof van kapitaal en eigendom uit de voormalige koloniën, maar ook van Joden in de Tweede Wereldoorlog, de waarde van gestolen arbeid van tot slaaf gemaakten en contractarbeiders (hindoestanen, die na de afschaffing van de slavernij in Suriname in 1863 werden geronseld, red.), en de gelden die Indonesië heeft betaald in ruil voor de soevereiniteitsoverdracht (van 27 december 1949, red.)’.

Nederlandse culturele instellingen moeten volgens BIJ1 proactief zijn en zelf contact opnemen met de rechtmatige eigenaren. Dat kunnen de lokale overheden, de makers of de eigenaars van deze kunst zijn. De bewijslijst moet volgens BIJ1 bij Nederlandse instellingen liggen. Zij moeten aantonen dat voorwerpen rechtmatig zijn verworven. Kunnen ze dat niet, dan zouden ze deze ‘roofkunst’ moeten teruggeven.