Vandaag start de ‘Parlementaire ondervragingscommissie naar ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen’ met haar openbare verhoren. De komende twee weken zullen deskundigen en getuigen gehoord worden.
Het doel van deze parlementaire mini-enquête is ‘meer inzicht te krijgen in ongewenste beïnvloeding van maatschappelijke en religieuze organisaties in Nederland, zoals moskeeën, uit onvrije landen’. ‘Ongewenst’ definieert de commissie als ‘gedrag dat beschouwd kan worden als een vorm van ondermijning van de democratische rechtsorde’.
Wat de commissie precies wil weten is niet helder. Er staan in ieder geval blokjes ‘Beïnvloeding in Nederland’, ‘Gevolgen voor de gemeenschap’ en ‘Inzicht in financiering van moskeeën’ op het programma.
Degenen die door de commissie worden opgeroepen zijn verplicht om op de bijeenkomst te verschijnen en staan onder ede.
Vandaag trapt de commissie af met het verhoren van expert over beïnvloeding uit ‘onvrije landen’ in Nederland, zoals AIVD-hoofd Dick Schoof. Verder zullen in deze week deskundigen worden gehoord over de gevolgen voor de gemeenschap en wordt over de financiering van moskeeën gesproken. In de tweede week worden Stichting As-Soennah, Stichting alFitrah en de Islamitische Stichting Nederland, de Nederlandse tak van het Turkse Diyanet, gehoord.
De commissie is onder Nederlandse moskeebesturen omstreden. Vier islamitische organisaties, die samen meer dan 150 moskeeën en verenigingen vertegenwoordigen, hebben een brandbrief naar de Tweede Kamer gestuurd. Zij nemen het de Tweede Kamer kwalijk dat er alleen wordt gekeken naar moslims en de islam, en bijvoorbeeld niet naar mogelijke invloed vanuit het Vaticaan.
De parlementaire commissie tegen ongewenste invloed bestaat uit voorzitter Michel Rog (CDA), ondervoorzitter Ronald van Raak (SP), Mark Harbers (VVD), Edgar Mulder (PVV), Rutger Schonis (D66), Niels van den Berge (GroenLinks), Gert-Jan Segers (ChristenUnie), Chris Stoffer (SGP) en Tunahan Kuzu (Denk).
Onlangs was het twintig jaar geleden dat Paul Scheffers geruchtmakende essay Het multiculturele drama in NRC werd gepubliceerd. NRC zelf en enkele andere kwaliteitskranten hebben uitvoerig stilgestaan bij dit feit. Terecht, want het essay was destijds bepaald baanbrekend. Het markeerde het einde van een naïef geloof in multiculturalisme dat Nederland zeker twee decennia in zijn ban hield. Het luidde ook een verharding in van politieke stellingnamen inzake migratie en integratie.
Sommigen beweren zelfs dat Scheffer heeft gezaaid wat later door Fortuyn, Wilders en Baudet is geoogst. Daarvan geloof ik niets: ook zonder Scheffers essay was die verharding er gekomen. De groei van de aantallen migranten, de opkomst van een hier gewortelde tweede generatie, de afbouw van de verzorgingsstaat en de terugtrekkende overheid maakten dat steeds meer mensen de immigratie als een bedreiging van hun eigen vertrouwde leefsituatie gingen zien. Die bedreiging werd in de jaren negentig nog versluierd door de economische voorspoed. Slechts weinigen merkten haar toen op, maar ze was er wel degelijk.
Paul Scheffer was een van de eersten die het groeiend gevoel van vervreemding bij de autochtone bevolking – althans een deel daarvan – onder woorden bracht, maar hij was zeker niet de allereerste. Politici als Willem Drees jr. en Frits Bolkestein gingen hem voor, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid had al tien jaar eerder het einde van het ‘minderhedenbeleid’ bepleit en diverse wetenschappers, onder wie ikzelf, hadden zich ook al veel eerder kritisch uitgelaten over de te geringe aandacht voor de integratie van nieuwkomers. Zij allen vonden maar in beperkte mate gehoor; kennelijk was de tijd nog niet rijp voor een omslag.
De grote verdienste van Scheffer is geweest dat hij op het juiste moment naar voren trad. Daarbij kwam nog dat hij bekend stond als ‘linkse’ intellectueel, terwijl kritische geluiden tot dan toe hoofdzakelijk van rechts en hooguit vanuit het politieke midden kwamen. Nu een prominent PvdA’er als Paul Scheffer zich zo bezorgd toonde over het integratieproces en over de manier waarop de politiek daarmee was omgegaan, gingen ook bij links de ogen open.
Het integratieproces van de nieuwkomers en hun nazaten heeft zich volop doorgezet
Wat beweerde Scheffer nu eigenlijk? Ik heb zijn essay weer eens herlezen en realiseerde me dat het voor de generaties van nu – laat staan voor toekomstige generaties – lastig zal zijn te begrijpen waarom het destijds zoveel ophef veroorzaakte. Scheffer was erg kritisch over het gemak waarmee veel Nederlanders toen pleitten voor het behoud van migrantenculturen.
Het koesteren van de eigen identiteit zou volgens hem niet samengaan met het noodzakelijke streven naar emancipatie. Bij ongewijzigd beleid zou een etnische onderklasse ontstaan en zouden maatschappelijke spanningen sterk toenemen. Om de liberaal-democratische samenleving in stand te houden dienen nieuwkomers zich tot op zekere hoogte aan te passen en bepaalde gebruiken en ideeën op te geven, zo betoogde hij.
Opvallend is dat Scheffer integratie vooral ziet als aanpassing van de nieuwkomers aan de ‘Nederlandse cultuur’. Soms neigt hij zelfs enigszins naar nationalisme. Hij verwijt de ‘kosmopolitische elite’ dat zij hiervoor onvoldoende oog heeft. Scheffer zelf kan weer worden verweten dat hij in zijn essay nauwelijks is ingegaan op de noodzaak van meer participatie aan arbeid en onderwijs en op het bestrijden van discriminatie. In latere publicaties heeft hij dat overigens wel gedaan.
En nu, twintig jaar later? Het integratieproces van de nieuwkomers en hun nazaten heeft zich ondanks tegenwerking volop doorgezet: participatie aan arbeid en onderwijs zijn spectaculair gestegen, behalve onder sommige vluchtelingengroepen. Een etnische onderklasse heeft zich – gelukkig – niet gevormd, al blijven migranten oververtegenwoordigd aan de onderkant van de samenleving.
Naar de maatstaven van twintig jaar geleden zou dat een fantastische vooruitgang betekenen. Helaas zijn de maatstaven in de tussentijd veranderd. Het maatschappelijk discours wordt nu vooral bepaald door politici en anderen die vinden dat migranten zich onvoldoende aanpassen, dat ze niet helemaal zo worden als ‘wij’ – wie die ‘wij’ ook mogen zijn. Veel onderzoek laat echter zien dat nieuwkomers en hun nazaten zich wel degelijk hebben aangepast aan de Nederlandse samenleving, al zijn zij natuurlijk nog wel herkenbaar aan hun migratieachtergrond of hun godsdienst.
Voor veel autochtonen is dat niet genoeg: hoe goed migranten en hun nazaten ook Nederlands spreken en hoe gemakkelijk zij zich in de samenleving ook bewegen, de gepercipieerde cultuurkloof blijft over en weer groot, de interetnische sociale contacten blijven beperkt en discriminatie is bepaald niet uitgebannen. Tijd voor een nieuwe noodkreet met de impact van die van Paul Scheffer, liefst een uit migrantenkring.
De Turkse mediawaakhond heeft zes omroepen beboet omdat ze de mediaregels hebben geschonden. Dit meldt het Turkse staatspersbureau Anadolu.
FOX TV krijgt een boete omdat die Turkije als een kolonialistisch land zou hebben geportretteerd, als kritiek op het Turkse beleid in het Middellandse Zeegebied.
De andere vijf omroepen hebben boetes gekregen vanwege hun berichtgeving op de aardbeving in Oost-Turkije van twee weken geleden. Zo krijgt KRT een boete omdat die meldde dat de zoek- en reddingsacties waren gepauzeerd door een bezoek van president Erdogan naar het gebied.
De andere omroepen kregen een boete omdat ze ‘paniek zaaiden’ met hun uitzendingen over de aardbeving. Anadolu vermeldt niet hoe hoog de boetes waren.
Bent u een witte vrouw, woont u in Amerika en wilt u erachter komen hoe racistisch u bent? Dan kunt u terecht bij Regina Jackson en Saira Rao, twee vrouwen van kleur die u daar graag alles over komen vertellen.
Jackson en Rao organiseren namelijk zogeheten ‘Race to Dinner-events’, waarbij ze aan witte vrouwen leren hoe ze met hun ‘onbewuste racisme’ om moeten gaan. Zo’n etentje, dat bij de witte klanten zelf in huis wordt gehouden, kost 2.500 dollar. De rekening wordt verdeeld onder de witte gasten en gastvrouw.
De witte vrouwen die op dit diner afkomen moeten trouwens niet verwachten dat ze een gezellige, leuke avond krijgen. De diners zijn ‘ongemakkelijk, intrigerend, rauw, persoonlijk en hopelijk verfrissend’, legt de website uit.
‘Beste witte vrouwen, u veroorzaakt onmetelijke pijn en schade aan zwarte, inheemse en bruine vrouwen. We zijn hier om met u te gaan zitten om openhartig te bespreken hoe *precies* u deze pijn en schade veroorzaakt. De diners zijn een startpunt. Een plek om te beginnen met nadenken over hoe u elke minuut van de dag actief witte suprematie handhaaft. Wat u doet nadat u het diner hebt verlaten, is aan u.’
Diner-organisator Rao deed in 2018 tevergeefs een poging om voor de Democratische Partij in het Amerikaanse Congres te komen. Het viel haar toen op dat veel witte vrouwen haar even wilden spreken, enkel en alleen om te zeggen dat ze geen racisten waren. Hieruit is het idee van Race to Dinner ontstaan.
Het is de bedoeling dat witte vrouwen tijdens het etentje alle racistische gedachten opbiechten die ze de laatste tijd hebben gehad. Daarna spreken ze over hoe ze vooruit kunnen komen en uiteindelijk goede bondgenoten kunnen zijn voor de zwarte, gekleurde en inheemse bevolking van Amerika.
De website van Race to Dinner maakt nog een belangrijke nuance: witte vrouwen zijn niet intrinsiek slecht. Het gaat Jackson en Rao erom dat witte vrouwen ‘het systeem:’ in stand zouden houden, een systeem dat volgens hen inherent racistisch is.
En witte mannen, dan? Die zijn volgens de twee vrouwen hopeloos verloren en daarom ook niet welkom op deze diners. ‘Witte mannen zullen nooit iets veranderen. Als ze dat wel wilden doen, dan hadden ze dat nu allang gedaan’, aldus Jackson tegen de Britse krant the Guardian.
In Nederland is er nog niet een soortgelijk initiatief geboren. Vier jaar geleden was er wel de cursus ‘Help ik ben wit!’ van intersectioneel feministe Anja Meulenbelt, maar die viel op het laatste moment in het water.
De Amsterdamse broers Erdem en Furkan dreigen Nederland te worden uitgezet omdat hun vader niet over de juiste papieren beschikt. Er is nu een petitie voor hen gestart.
Hoewel ze in Nederland zijn geboren en getogen, beschikken de broers niet over de Nederlandse nationaliteit. Hun buurvrouw Feyza Alim is nu voor de broers een petitie gestart.
Alim: ‘Erdem (15) en Furkan (18) zijn in Nederland geboren maar hebben niet de Nederlandse nationaliteit gekregen. Deze jongens hebben uw stem hard nodig! Laten we zoveel mogelijk handtekeningen inzamelen, zodat de staat ziet dat wij niet de rug toe keren aan deze geweldige jongens!’
De Raad van State heeft uitgesproken dat het gezin naar Turkije terug moet. Buurtbewoners hopen dat de jongens in Nederland blijven. De vader van Erdem en Furkan kwam dertig jaar geleden naar Nederland maar verkreeg nooit de Nederlandse nationaliteit, aldus AT5. Zijn vrouw heeft die ook niet.
De petitie is nu meer dan drieduizend keer ondertekend.
Arme Amsterdammers in bezit van een stadspas opgelet! In de maand februari kunt u bij de fietszaak De Snelbinders in de Molukkenstraat een tweedehands fiets bemachtigen voor een prijs vanaf vijftig euro. Let wel: op = op! Afgelopen zaterdagochtend hebben vroege vogels zich al verzameld bij de ingang. Ik ben één van de gelukkigen.
Ik had 1 februari natuurlijk al lang genoteerd in mijn agenda. Omdat ik tot de rasechte Amsterdamse minima behoor, krijg ik om de twee maanden een brochure van de gemeente in mijn postbus met de nieuwste aanbiedingen en kortingen. Zo kon ik mijn geluk niet op toen ik vernam dat ik dit jaar weer voor 1 euro naar De Filmhallen kon gaan.
Dat heb ik dan ook gelijk gedaan op 1 januari. Voor 1 euro naar de meesterlijke Zuid-Koreaanse The Parasite – een betere prijs-kwaliteit verhouding bestaat niet, toch? Vrolijk verliet ik de bios, en al lopende dacht ik aan de volgende buit op 1 februari: de gesubsidieerde gemeentefiets.
Fast forward naar afgelopen zaterdag. De zaak gaat om 10 uur open. Maar aangezien ik mijn skere (arme) Amsterdammers al langer ken dan gisteren, besluit ik een half uur eerder te vertrekken uit Nieuw-West.
Van Rembrandtpark naar Vondelpark, de Stadhouderskade op, rechts, links, rechts, voorbij het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, de Insulindeweg en dan uiteindelijk de Molukkenstraat. Precies 33 minuten. En ja hoor, ik zie ze al staan. Ongeveer vijftig lui van alle kleuren en geuren voor de deur.
Mijn fiets parkeer ik en ik loop recht op mijn doel af. ‘Je moet een nummer trekken’, zegt een wat oudere meneer. Ik zie geen nummerpaaltje, zoals bij de apotheek. ‘Bij wie?’, vraag ik. Mensen kijken ongemakkelijk om zich heen. Oh nee, wordt het zo’n gespannen dag? Ik loop naar de andere man voor de deur.
Maak plaats, maak plaats, ‘daddy’s got a brand new bike’
‘Moet ik bij u een nummer trekken?’ Hij kijkt me wazig aan en dan: ‘Ik ben nummer 13, hoorde ik van haar.’ Hij wijst naar een vrouw die aan de andere kant staat. ‘Zij is zelf nummer 12.’ En dan beginnen andere mensen zich te mengen. ‘Laten we de boel een beetje organiseren’, roept de een. ‘Ja, allemaal netjes in een rij’, zegt de joviaalste van de groep, nummer 11.
Zelfvoldaan over het feit dat ik wat leven in de brouwerij heb gebracht babbel ik een beetje met nummer 15 en 16 achter me, en met 13, 12 en 11 voor me. Het wordt gezellig. We maken grapjes. En dan opeens een stemverheffing vooraan in de rij. ‘Achter aansluiten mevrouw!’ Mevrouw verroert in eerste instantie geen vin, en gaat even later bij de deur staan, maar niet in de rij. Dat krijgt later nog een staartje.
Bij ons gaat het al over flamengodansen en duur openbaar vervoer, maar ook over de kwaliteit van de fietsen, en of we een proefrit mogen maken. Je betaalt er immers vijftig euro voor. De deuren gaan dan eindelijk open. Het ‘burgercomité van dorpsoudsten’ adviseert de medewerkers om maximaal vijf personen per keer binnen te laten. Dat gebeurt dan ook wijselijk.
Nummer 1 en 2 komen al snel teleurgesteld naar buiten. En dan toch de eerste gelukkige die met een big smile en een fiets in de hand naar buiten komt.
We klappen en juichen. Dan mag de tweede groep van 5 naar binnen. Mevrouw die nog een appeltje te schillen had met de voordringer geeft haar en nog iemand aan. Dan grijp ik in: ‘Van meneer weet ik dat hij voor mij was, van mevrouw niet.’ Ze wordt toegesproken en verlaat gedwee de winkel. Tja. Wie het eerst komt, die het eerst maalt.
Dan mogen wij naar binnen. De fietsen zien er niet al te best uit. Ik probeer eentje uit. Vraag of ik een proefrit mag. ‘Nee, het is te druk.’ Ik laat de fiets staan. Ach ja, hij zag er toch niet zo goed uit. En dan zie ik een grote Batavus. Maar die lijkt bezet.
‘Gaat u die kopen?’, vraag ik. ‘Jaaa, misschien,’ zegt mevrouw. Wat is dat nou weer voor antwoord. Dus ik maar wachten en wachten. ‘Zijn er geen andere fietsen?’, probeer ik. Weer negatief.
Tien jaar later vind ik het genoeg geweest. ‘Ik wil graag die kopen’, wijzend naar de Batavus waar mevrouw voor staat. Ze maakt plaats. En ik mag ook nog een proefrit maken van de medewerker. De fiets piept hier en daar, maar de lengte en het zadel zijn goed. Goedgekeurd.
Maak plaats, maak plaats, daddy’s got a brand new bike.
Dankjewel, Gemeente Amsterdam. Dat mag ook wel een keer gezegd worden.
Een boze klant plaatste op Google een negatieve beoordeling van het Ikea-filiaal in het Zwitserse Aubonne. Op zich niet opmerkelijk, maar de reden was dat wel: hij werd aan de kassa geholpen door een vrouw met een hoofddoek. Het antwoord van de meubelgigant ging viral op social media.
‘Jammer om een caissière met een hoofddoek aan te treffen. Ik stap die winkel nooit meer binnen’, schreef de boze klant.
Het Zwitserse Ikea-filiaal antwoordde: ‘Voordat je mensen beoordeelt op hun kleding, moet je ze leren kennen. Wij hebben dat gedaan, en onze medewerkster wordt gewaardeerd en gerespecteerd door al onze teams.’
Maar daar bleef het niet bij. ‘Wij zullen er geen traan om laten dat u nooit meer een voet in onze winkels wilt zetten, met zulke ideeën.’
Het antwoord ging werd massaal gedeeld op social media, meldt de Turkse tv-zender TRT.
Maar dat niet alleen: in mum van tijd ging op Google de gemiddelde beoordelingsscore van het Ikea-filiaal in Aubonne rap omhoog – vast tot afgrijzen van de boze klant.
Banketbakker Jurgen Verwoerd uit Monster heeft vanwege bedreigingen zijn tent vanmiddag al laten sluiten. Hijhad besloten dat zijn moorkoppen voortaan ‘roomkoppen’ heten, waarna boze mensen verhaal zijn komen halen.
Verwoerd vertelt aan het AD dat een aantal mensen in zijn zaak specifiek een ‘moorkop’ eiste. ‘Omdat het in mijn ogen een onveilige situatie was, heb ik mijn twee medewerksters uit voorzorg naar huis gestuurd. Ik heb de winkel gesloten en heb de politie ingeschakeld.’
Sinds gisteravond bekend werd dat Verwoerd de naam van zijn gebakjes heeft gewijzigd, regende het al negatieve reacties op social media. Verwoerd: ‘Ik word onder meer landverrader, NSB’er’ en linkse gek genoemd. Ik zou de Nederlandse traditie kapotmaken, maar ik heb geen idee wat voor traditie de moorkop is. Het gebak blijft hetzelfde, alleen de naam wordt anders.’
‘Je moet geen naam meer willen voeren die verwijst naar racisme’, zei Verwoerd gisteren nog tegen Hart van Nederland. Met zijn besluit maakt Verwoerd naar eigen zeggen een statement tegen racisme.
De Pakistaanse blogger Ahmad Waqass Goroya (37) is zondag in Rotterdam aangevallen door twee Pakistanen, vermoedelijk spionnen van de Pakistaanse inlichtingendienst ISI. Reporters Without Borders (RSF) verzoekt vandaag de Nederlandse autoriteiten om hem te beschermen.
‘Ik was aan het bellen toen een man verscheen en mij in het gezicht begon te slaan. Toen zag ik een andere man bij hem, die de aanval filmde’, vertelt Goroya aan RSF. De aanvaller, die in Urdu sprak met een Pashtun-accent, dreigde hem te vermoorden en zei dat hij precies wist waar Goroya en zijn familie wonen.
Goroya is niet de enige Pakistaanse journalist in het buitenland die door de Pakistaanse inlichtingendienst wordt belaagd, aldus RSF. De Pakistaanse geheime dienst zou tenminste twee andere journalisten intimideren via hun familieleden die nog in Pakistan wonen. In 2018 werd de familie van Goroya ook door de Pakistaanse autoriteiten lastiggevallen, vertelt de bloggert aan RSF.
RSF dringt er bij minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok op aan de Pakistaanse ambassadeur op het matje te roepen. Als bewezen is dat Pakistan achter deze aanval zit, dan is dat volgens RSF een schending van de Nederlandse soevereiniteit.
Ahmad Waqass Goraya en zijn vrouw Mesha Saeed (36) wonen sinds 2007 in Nederland. Goraya is een vrijzinnige moslim. Zijn opiniestukken, die kritisch zijn over religieus extremisme en de rol van het leger in de Pakistaanse samenleving, roepen bij de autoriteiten in Pakistan veel woede op.
In 2017 vreesde Mesha Saeed dat haar man, toen hij in Pakistan op reis was, was ontvoerd. Ze kreeg toen app-berichtjes waarin haar echtgenoot voor ketter, atheïst en godslasteraar werd uitgemaakt, zo vertelde ze eerder aan de Volkskrant.
Op de wereldpersvrijheidsindex van RSF uit 2019 staat Pakistan zeer laag: namelijk op nummer 142.
Turkije stuurt Syrische militanten, die gelieerd zijn aan Al Qaida en IS, naar Libië om te vechten tegen de troepen van krijgsheer Khalifa Haftar. Dit vertellen twee Libische militieleiders een en Syrische oorlogsmonitor aan het internationale persbureau Associated Press.
In Libië strijdt de regering in Tripoli tegen de troepen van veldmaarschalk Haftar en de Libische tegenregering in het oosten van het land. Haftar wordt onder andere gesteund door Egypte en Rusland, de Libische regering krijgt steun van Turkije en Qatar.
Inmiddels heeft Turkije volgens Associated Press meer dan vierduizend buitenlandse strijders overgevlogen naar Tripoli om te vechten tegen de troepen van Haftar. Onder deze niet-reguliere Turkse troepen zouden zich ook strijders bevinden die in het verleden voor Al Qaida en IS hebben gevochten en wreedheden hebben begaan tegen Syrische en Koerdische burgers.
Volgens Associated Press zijn de meningen over de Syrische extremisten verdeeld. Sommige officieren van de regeringstroepen menen dat iedereen welkom is, omdat er een oorlog gewonnen moet worden. Andere commandanten maken zich echter zorgen, omdat het meevechten van extremistische strijders slecht is voor het imago van de regering in Tripoli.
De Verenigde Naties, die de regering in Tripoli erkennen als de rechtmatige heerser in Libië, hebben nog niet gereageerd op de beschuldigingen.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.