4.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 767

Turkse president Erdogan dreigt YouTube, Twitter en Netflix te sluiten

0

De Turkse president Erdogan heeft vandaag aangekondigd de social mediakanalen Youtube, Twitter en Netflix in de ban te willen doen.

Erdogan deed zijn uitspraken tijdens een videoconferentie van zijn AKP. Hij vertelde dat hij voor de achtste keer grootvader is geworden. Maar toen zijn dochter Esra Albayrak de geboorte van haar zoon aankondigde, kreeg ze een stortvloed van negatieve reacties over zich heen op social media, onder andere van vrouwen die een miskraam hebben gehad.

Erdogan: ‘We hebben eerder verschillende aanvallen meegemaakt. De ongecontroleerde rol van deze media speelt een rol bij het vergroten van dergelijke immoraliteit. Begrijp je waarom we tegen sociale media zoals YouTube zijn, Twitter, Netflix? Om deze immoraliteit te bestrijden. (…) Dit soort media past niet bij deze natie, dit land.’

De president kondigde aan dat deze kwestie binnenkort in het parlement zal worden besproken, met als inzet deze media te verbieden.

Gisteren heeft Erdogan bevolen de Sehir Universiteit in Istanbul te sluiten. De universiteit werd in 2008 opgericht door een fonds, waar ook oud-premier Ahmet Davutoglu bij betrokken is. Nadat Davutoglu uit Erdogans AKP werd gezet en een nieuwe partij oprichtte, werd de universiteit controversieel binnen AKP-kringen.

Landelijk Platform Slavernijverleden wil staatssecretaris Slavernijverleden

2

Er moet een staatssecretariaat komen voor de verwerking van het Nederlandse slavernijdossier en het dekolonisatieproces. Dat bepleit het Landelijk Platform Slavernijverleden in een brief aan minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap).

De Nederlandse regering doet te weinig zou doen aan racismebestrijding en ‘Afrofobie’, vindt het platform. Daarom zou er een extra staatssecretariaat moeten komen voor de verwerking van het slavernijdossier en het dekolonisatieproces.

Het Landelijk Platform Slavernijverleden beschouwt het Nederlandse slavernijverleden als de bron van etnische profilering en racistische waandenkbeelden over zwarte mensen, zoals luiheid en een lager IQ.

Ook het idee dat mensen van kleur vaker crimineel zouden zijn komt hiervandaan, betoogt het platform in de brief, net als het idee dat dat mannen en vrouwen ‘groot geschapen’ zouden zijn. ‘Met als gevolg de idee dat de man zich eerder zou schuldig maken aan aanranding en verkrachting en de vrouw onverzadigbaar en wild in bed zou zijn’.

Barryl Biekman, voorzitter van het Landelijk Platform Slavernijverleden: ‘Dit alles is precies de reden waarom voor de effectieve bestrijding van alle vormen van meervoudig racisme tegenover burgergemeenschappen van Afrikaanse afkomst, het ‘verleden’ erbij moet worden betrokken. Teneinde effectief lesmateriaal te ontwikkelen.’

‘Want is het niet vreemd dat ondanks het al ontwikkelde materiaal we in Nederland nog niet zoveel zijn opgeschoten?’, vervolgt Biekman. ‘Dat de minister President nog durft te beweren dat ‘zwarte piet’ niet racistisch is? Maar dat we u ook niet horen?’

Raad Amsterdam wil dat Keti Koti vrije dag wordt, ‘net als Koningsdag’

0

De gemeenteraad van Amsterdam wil dat Keti Koti een nationale feestdag wordt. Tevens moeten Amsterdamse ambtenaren op deze dag vrij zijn, vindt een meerderheid van de de raad.

Elk jaar op 1 juli wordt Keti Koti herdacht, de afschaffing van slavernij in Suriname en op de Antillen. Een meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad wil dat de gemeente bij de regering aandringt dat Keti Koti een nationale feestdag wordt.

Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) vindt het een goed idee. Voorzitter Linda Nooitmeer: ‘Wat ons betreft staat 1 juli in het teken van feest en herdenking. Daar past een vrije dag bij. Het racisme dat hier rondwaart, is een gevolg van dit verleden. Daarom is het belangrijk dat we naast elkaar gaan staan.’

De PvdA nam het initiatief tot het voorstel en krijgt steun van GroenLinks, Denk, BIJ1, SP, Partij voor de Dieren en ChristenUnie. PvdA-raadslid Nenita la Rose zegt tegen het Parool: ‘In Nederland is nog altijd sprake van ontkenning of bagatellisering van het koloniale verleden en de gevolgen daarvan voor de nabestaanden. We hebben te lang vastgehouden aan een veilige mening.’

D66, dat samen met GroenLinks, PvdA en SP in de Amsterdamse coalitie zit, heeft het voorstel niet ondertekend. D66 is wel voor een nationale feestdag, maar gelooft dat de eis om van 1 juli ook een vrije dag te maken voor ambtenaren de strijd voor een landelijke erkenning van Keti Koti geen goed doet.

‘Tijdens de slavernij is de basis gelegd voor institutioneel racisme’

5

Vandaag is het Keti Koti, de dag waarop we vieren dat de slavernij werd afgeschaft in Suriname en op de Antillen. We vroegen Linda Nooitmeer, voorzitter van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee), of Keti Koti in dit turbulente jaar nóg specialer aanvoelt.

‘Dit jaar is een bijzonder jaar’, zegt Linda Nooitmeer via Zoom. ‘Een herdenking in het Oosterpark zonder publiek en met maar slechts negen genodigden, vanwege het coronavirus. Maar dit jaar kenmerkt Keti Koti zich bovendien door een ongekende verandering in Nederland: demonstraties en een niet eerder vertoonde vorm van verzet tegen het institutioneel racisme in dit land. Het onderwerp staat nu weer op de agenda. De roep om verandering komt niet alleen van mensen met Afrikaanse roots, maar is veel breder. Ik ben blij met deze medestanders. Dat is hoopvol voor Nederland.’

NiNsee ontstond 2002 als de wetenschappelijke, ‘levende’ tak van het Nationaal Monument Slavernijverleden in Amsterdam. Het is een kenniscentrum over de geschiedenis van het Trans-Atlantische slavernijverleden en het koloniale verleden van Nederland. NiNsee richt zich ook op de maatschappelijke gevolgen van dit verleden en ons ‘culturele archief’: ingesleten patronen waarop over dit verleden wordt gedacht en gesproken.

Tevens organiseert NiNsee de jaarlijkse Keti Koti-viering in Amsterdam en ondersteunt het tien lokale comités ‘30 juni-1 juli’. In het kader van Keti Koti heeft NiNsee afgelopen maand verschillende activiteiten georganiseerd, vertelt Nooitmeer, zoals de #KetiKotiChallenge die viral ging, de NiNsee-chats en op 30 juni de Keti Koti-lezing door historicus Karwan Fatah-Black.

Daarnaast is NiNsee betrokken bij moties. Nooitmeer: ‘De gemeenteraad van Amsterdam heeft een motie aangenomen om te komen tot excuses voor het Amsterdamse aandeel in het slavernijverleden. Die motie is aangenomen, maar nog niet uitgevoerd.’

Gisteren beloofde minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken dat ze gaat onderzoeken of de Trans-Atlantische slavernij en slavenhandel wettelijk moeten worden vastgelegd als een misdaad tegen de menselijkheid, zoals de Verenigde Naties en het Europese Parlement eerder hebben gedaan. Dit, na een motie van de Senaatsfractie van de de Partij voor de Dieren. ‘In die wet zou ook het bestaan van een kenniscentrum slavernijverleden verankerd moeten worden’, vindt Nooitmeer.

‘Het taboe ligt nu op tafel. De olifant in de kamer is gezien’

NiNsee zet zich in om het narratief van Nederland over het Nederlandse slavernijverleden te veranderen. Bent u in dat opzicht tevreden over de vernieuwde Canon van Nederland?

‘Ik ben blij dat Anton de Kom daarin is opgenomen. Hij heeft niet alleen in Suriname tegen onderdrukking gestreden, maar heeft ook in Nederland in het verzet gezeten. In die zin is hij de belichaming van hoe je twee landen kunt dienen. Het is een biculturele bagage die veel mensen met Afrikaanse roots hebben: je hart ligt in Suriname, maar ook in Nederland. Het zich uitspreken tegen institutioneel racisme, het gesprek met elkaar durven aangaan en het voeren van de dialoog, alles wat nu gebeurt, dat past helemaal bij de geest van hoe Anton de Kom toentertijd opereerde.

Verder is het een goede zaak dat de rol van de Marrons (de afstammelingen van tot slaafgemaakten in Suriname die de jungle waren ingevlucht, red.) als verzetsstrijders is uitgelicht. Zij hadden zich al ruim honderd jaar voor de afschaffing van de slavernij via vredesverdragen vrijgemaakt.’

Wat vindt u van het nieuwe ‘slavernijvenster’, het gedeelte over slavernij in de Canon?

‘Daarover ben ik in het algemeen tevreden. Ik vind het wel jammer dat 1873 als jaartal niet genoemd is in het venster. De slavernij werd in 1863 afgeschaft. Daarbij ontvingen de plantage-eigenaren in Suriname een vergoeding van 300 gulden per tot slaafgemaakte en op de Antillen een vergoeding van 200 gulden. De voormalige tot slaafgemaakten werden echter niet schadeloosgesteld en moesten na 1863 nog tien jaar lang op de plantages blijven werken tegen hele lage lonen. De betrekkelijkheid van het woord ‘vrijheid’ wordt hiermee aangetoond.

Maar ik vind ook dat het slavernijvenster aangescherpt moet worden. De waarde van de factor ‘onbetaalde arbeid’ is namelijk niet meegenomen. Voor Nederland zijn 20 miljoen tot slaafgemaakten op de plantages onbetaald aan het werk geweest. Deze uitgespaarde loonkosten zijn niet meegenomen in de onderzoeken. Het niet berekenen van deze bedragen heeft grote gevolgen voor het percentage van vijf dat gesteld wordt als de economische waarde van de slavernij.

Ja, wij denken zeker dat de jaarlijkse herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij een rol hebben gespeeld in de totstandkoming van de vernieuwde Canon. Het begrip ‘Keti Koti’ is er immers in opgenomen.’

Waarom is het zo belangrijk om het ‘culturele archief’ over de slavernij te veranderen?

‘Nederland heeft een Trans-Atlantisch slavernijverleden dat tweeënhalve eeuw beslaat. Je kunt zo’n verleden niet hebben zonder dat dit invloed heeft op het DNA van mensen in dat land: de slachtoffers en hun nazaten. Tijdens de slavernij is de politieke, sociale en culturele basis gelegd voor het onderdrukken van mensen met Afrikaanse roots in Nederland en zijn koloniën: de basis voor institutioneel racisme. Het is dus van belang dat er een proces van bewustwording wordt ingegaan.

Een voorbeeld daarvan is het gebruik van de term ‘slaaf’. Het NiNsee en haar netwerk introduceerden de term ‘tot slaafgemaakten’. En deze term wordt steeds meer onderdeel van ons Nederlands vocabulaire. Waarom is dit zo belangrijk? De voorouders van de nazaten van de tot slaafgemaakten waren vrije mensen, tot ze gekidnapt werden en verworden zijn tot koopwaar. De geschiedenis van deze mensen en hun nazaten begon niet in 1621.

De verandering van het woord slaaf brengt een bewustzijn teweeg, dat de tot slaafgemaakten mensen waren met een geschiedenis, normen, waarden, cultuur en religie. Met de slavernij is een proces van dehumanisering gestart, dat invloed op hen en hun nazaten heeft gehad en dat nu nog steeds heeft.’

Is het erkennen van Anton de Kom als held en de Marrons als verzetsstrijders een uitvloeisel van de verandering van het culturele archief van Nederland?

‘Ja, het is een herwaardering van mensen waar altijd op neergekeken is. Zo’n verandering vindt alleen plaats door onderzoek en kennisoverdracht, waarna de aanpassing van denkbeelden en het vocabulaire plaatsvindt.’

‘Als de premier actief institutioneel racisme bestrijdt, dan sijpelt dit door naar beneden’

Wat vindt u van de nieuwe generatie activisten? Wat hebben zij nog aan Keti Koti?

‘Het racismevirus sluimert al lang. Mensen met Afrikaanse roots praten al meer dan veertig jaar over institutioneel racisme. Het taboe ligt nu op tafel. De olifant in de kamer is gezien. De vorige generatie heeft ervoor gezorgd dat de huidige generatie de weg naar verandering kan vervolgen. Mensen zoals Gerda Havertong en Jetty Mathurin spraken zich al jaren geleden uit tegen zwarte piet, maar zij werden toen amper gehoord. En in 1998 boden vertegenwoordigers van de Afro-Europese vrouwenbeweging Sophiedela een petitie aan de Staten-Generaal aan, voor de totstandkoming van onder meer het NiNsee en het slavernijmonument. Zonder deze inspanningen zou de jaarlijkse herdenking in het Oosterpark nooit hebben plaatsgevonden.

Keti Koti geeft aan jongeren het besef dat de Trans-Atlantische slavernij is afgeschaft, maar dat er nog aandacht moet zijn voor de doorwerking van het slavernijverleden. Die impact is nog altijd zichtbaar in de overwegend slechte sociaaleconomische positie van Nederlanders met Afrikaanse roots. Zo lang er nog onvoldoende aandacht is voor de gevolgen van de slavernij blijft de herdenking van Keti Koti nodig.

De generatie die de afgelopen weken aan het demonstreren was is hier geboren. Het is goed dat deze jonge mensen hun plek opeisen. Zij kunnen verder bouwen op het fundament dat door de eerdere generaties is gelegd. De moord op George Floyd was de katalysator voor de protesten. Maar die dorst naar verandering hing wel al in de lucht.’

Wat zal nu de invloed zijn van al die demonstraties? Hoe gaan die zich nu vertalen in onze instituties?

‘Er ligt een kans voor bestuurlijk Nederland om leiderschap te tonen. De premier en de zijnen moeten actief institutioneel racisme bestrijden. Als zij het doen, dan sijpelt dit door naar beneden. Dat zal de proef op de som zijn. De échte verandering begint straks.’

Zijn de dagen van de oude blanke heteroman geteld?

2

Zouden we Johan Derksen na de zomer nog op de televisie terugzien? Op het moment dat ik deze column schrijf, wankelt zijn stoel – of hij ook omvalt, is nu nog onduidelijk. Als dat laatste gebeurt, zou dat geen groot verlies zijn.

Wel zouden de voetballers die weigeren nog langer in Derksens programma op te treden, dan ook de morele lijn door moeten durven trekken naar een boycot van het komende WK in slavenstaat Qatar. Daar heeft de bouw van de stadions waarin Oranje straks hoopt te triomferen een paar duizend bouwvakkers het leven gekost. Daadwerkelijke uitbuiting in het heden is immers nog altijd een graadje erger dan smakeloze grappen over uitbuiting in het verleden. Of snijdt dat teveel in eigen miljonairsvlees?

Heeft, tegen de achtergrond van eerst #MeToo en vervolgens #BlackLivesMatter, de dominantie van blanke heteromannen van boven de vijftig zijn langste tijd gehad? De critici hopen het, en met een beroep op diversiteit proberen zij dit ook af te dwingen, terwijl menige publieke instelling en particuliere onderneming dienovereenkomstig braaf een gedragsprotocol vol hooggestemde doelstellingen produceert.

Tot de weinige verdedigers van de nu als gedateerd bejaagde mensensoort behoort de Turks-Nederlandse onderneemster Aylin Bilic. ‘Stop de verkettering van de oudere witte man’, aldus de kop van haar NRC-column op 26 mei. ‘Ze hebben de economie draaiende gehouden, een schat aan ontwikkeling en ervaring’, zo werpt zij ter verdediging op. ‘Ik ken geen tijdperk of cultuur waar jongeren ooit het land bestuurden. Altijd zijn het de ouderen die aan het hoofd van een natie of stam gestaan hebben. Dat was in Europa zo, in het Midden-Oosten, in China en Japan.’

Wel, van de laatste drie regio’s weet ik te weinig af, om over deze boude stelling te kunnen oordelen. Maar voor Europa is zij in deze verabsoluteerde vorm aantoonbaar onjuist. In het verleden hebben regelmatig ook jonge of zelfs zeer jonge mannen het hoogste staatsambt bekleed, en hadden vijftigplussers het nakijken.

Ik geef u maar even een rijtje figuren uit de Europese canon, met tussen haakjes hun leeftijd toen zij aan de macht kwamen: Alexander de Grote (20), Augustus (19), Karel de Grote (21), Karel V (19), Filips II (28), Lodewijk XIV (22), Peter de Grote (21), Frederik de Grote (28), Napoleon (30). Of we dat ook steeds als pluspunt moeten beschouwen, laat ik aan u. Bepaalde gedragingen vallen vast niet van hormonale adolescenten-oprispingen los te zien. Thierry Baudet, die zich als krijgslustige redder van het Avondland zo graag aan zulke grote ‘voorgangers’ spiegelt, is in dat licht al ver over de datum.

Minderheden die zich tekort gedaan voelen zijn wel minderheden – en zullen dat getalsmatig ook blijven

Maar nu terug naar onze eigen tijd. Met één ding heeft Bilic in elk geval gelijk: dat ouderen over meer ervaring beschikken, en daardoor ook eerder belangrijkere functies vervullen dan pas afgestudeerden. Dat geldt voor alle sectoren van de samenleving. Ze verschijnen dus ook automatisch veel eerder in groten getale als deskundige op tv, tenzij het ‘ervaringsdeskundigen’ in specifieke jeugdzaken betreft. We zagen dat ook in de coronacrisis: de meest gezaghebbende virologen zijn al op jaren. Dat zal in de toekomst echt niet anders zijn.

Het cruciale punt: de tegenstanders van de oudere blanke heteroman stellen meer diversiteit gelijk aan meer representativiteit. Maar de minderheden die zich tekort gedaan voelen zijn wel minderheden – en zullen dat getalsmatig ook blijven. Nog geen 10 procent van de Nederlanders is homo – dus meer dan 90 procent is dat niet. Ongeveer 15 procent heeft een niet-westerse etnische achtergrond – dus 85 procent heeft dat niet: dat is het duurzame demografische fundament onder het veel gehekelde ‘white privilege’. Als dan ‘slechts’ één op de zes hoofdpersonen in een commercial gekleurd is (een recente klacht), is dat naar verhouding. De enige ‘minderheid’ voor wie dat niet geldt, is de vrouwelijke.

Wat, met andere woorden, in een democratie uiteindelijk telt, is de macht van het getal. Als alle vrouwen zich verenigen, zouden ze in hun eentje iets per wet kunnen doordrukken. Alle andere critici van de blanke heteroman zullen daarvoor, of ze dat nu leuk vinden of niet, ook altijd nagenoeg de meerderheid van die zo veel talrijker blanke hetero’s achter zich moeten zien te krijgen. Dan is het misschien handig om niet al hun standbeelden tegelijk te willen omhalen en met Jan Pieterszoon Coen te volstaan.

PVV Rotterdam wil andere naam voor Atatürkstraat: ‘Wie de bal kaatst…’

0

De PVV-fractie in de Rotterdamse gemeenteraad wil de naam van de Atatürkstraat in de wijk Rotterdam-Prinsenland wijzigen.

De PVV zegt met haar motie Armeniërs tegemoet te willen komen. Vorige week bepleitte de Federatie Armeense Organisaties Nederland (FAON) dat, in navolging van bijvoorbeeld de Coentunnel, ook de Atatürkstraat onder de loep moet worden genomen.

Mustafa Kenmal Atatürk, die in 1923 het moderne Turkije stichtte, voerde een nationalistisch beleid van turkificering in. Minderheden als Armeniërs en Koerden moesten verplicht hun naam verturksen en mochten alleen nog maar Turks spreken. ‘Velen in de Armeense gemeenschap, die afkomstig zijn uit Turkije, hebben het daar nog altijd héél moeilijk mee’, aldus de FAON.

PVV-raadslid Maurice Meeuwissen: ‘Atatürk onderdrukte bevolkingsgroepen zoals de Armenen.’ Volgens Meeuwissen heeft Atatürk zich bovendien nooit openlijk gedistantieerd van de Armeense Genocide.

Atatürk noemde de Armeense Genocide een ‘schandelijke daad’, maar heeft de verantwoordelijken nooit gestraft. Ook noemde Atatürk de massaslachting op Armeniërs in 1919 ‘het gevolg van brute afsplitsingspolitiek die zij gevolgd hebben.’

Donderdag dient de PVV haar voorstel in om de straatnaam te wijzigen. Meeuwissen zegt dat zijn motie een reactie is op de ‘beeldenstorm’: ‘Wie de bal kaatst, kan hem terug verwachten.’

De lokale vereniging van Atatürk-gezinden is not amused. ‘Hij (Atatürk, red.) gaf vrouwen stemrecht en bracht democratie. Veel Armeniërs stellen Atatürk medeverantwoordelijk voor de Armeense kwestie. Maar Atatürk had in 1915 nog maar de vijfde rang – van de tien – in het leger en hij was actief in het westen van het land.’

Ook de buurt zit hier trouwens niet op een naamswijziging te wachten, schrijft RTV Rijnmond. ‘Dan kan je iedereen wel onder de loep nemen!’, aldus een bewoner.

In Amerika werd afgelopen weekend een standbeeld van Atatürk ‘aangevallen’ door Grieks-Amerikaanse activisten. Het beeld kreeg een bord om de nek: ‘Ja, ik ben schuldig aan misdaden tegen de menselijkheid’. De activisten stellen Atatürk medeverantwoordelijk voor etnische zuiveringen op Grieken in Anatolië honderd jaar geleden.

Ook Amersfoort en Haarlem zwaaien Zwarte Piet definitief uit

0

Steeds meer gemeenten willen af van Zwarte Piet. Ook Amersfoort en Haarlem volgen nu.

Bij de centrale intocht van Sinterklaas in Amersfoort zullen geen zijn Zwarte Pieten meer aanwezig zijn. De komende jaren volgen de andere intochten in Amersfoort, schrijft de Amersfoortse tak van het Algemeen Dagblad.

Ook Haarlem zet een punt achter Zwarte Piet, schrijft het Haarlems Weekblad maandag. De gemeenteraad van Haarlem besloot vorige week donderdag te stoppen met het verlenen van subsidies aan Sinterklaasverenigingen die nog steeds voor een Zwarte Piet kiezen.

De zwarte knecht van Sinterklaas wordt door tegenstanders als een racistische karikatuur gezien. Eerder deze maand besloten onder meer Rotterdam,  Nijmegen en Utrecht Zwarte Piet in de ban doen.

YouTube bant accounts van oud-KKK-leider en andere rechtsextremisten

1

YouTube heeft zes kanalen van invloedrijke white supremacists verwijderd.

Het gaat onder meer om Richard Spencer, een van de geestelijk vaders van de extreemrechtse alt right-beweging. Ook Spencers denktank National Policy Institute, oud-Ku Klux Klan-voorzitter David Duke en de wit-nationalistische influencer Stefan Molyneux zijn niet meer terug te vinden op het videoplatform.

Op vragen van CNN legde een woordvoerder van Youtube niet uit waarom nu pas actie is ondernomen tegen de accounts. Vorig jaar juni kondigde YouTube al aan extreemrechtse content van ‘witte supremacisten’ te zullen bannen. Dankzij deze aangescherpte regels kon Youtube vijf keer zo veel video’s en meer dan 25.000 racistische kanalen verwijderen.

Nog altijd honderden Nederlanders vast in Marokko: ‘Een nare droom’

3

Er zitten nog altijd honderden Nederlanders vast in Marokko. Hun situatie wordt ondraaglijk. ‘Ik ben ten einde raad.’

Stel je voor: je zit vast in een land waar je de taal nauwelijks spreekt, geen werk hebt, je vader is ziek en je vrouw kan ieder moment bevallen. Hulp is niet in zicht.

Het overkwam Badr M’saad. De Hagenees vloog in februari naar Marokko om daar een facilitair visum voor zijn Marokkaanse vrouw aan te vragen. De twee zouden vervolgens in april samen met hun tweejarige dochter naar Nederland vliegen.

Op 13 maart, voor de lockdown in Marokko inging, sloten de ouders van M’saad vanuit Nederland zich bij het stel aan. Zij zouden twee weken later weer teruggaan, maar tijdens hun verblijf werd de noodtoestand uitgeroepen en ging het luchtruim op slot.

Op 22 maart begon voor M’saad de rampzalige reeks aan ongelukken. ‘Mijn vader voelde zich niet zo lekker, dus we brachten hem naar het ziekenhuis’, vertelt M’saad via de telefoon vanuit Oujda, een stad in het noordenoosten van Marokko. Daar zit hij nog steeds vast. ‘We dachten dat hij een vitaminetekort had, en dat hij snel weer naar huis zou mogen.’

De vader van M’saad had een aantal dagen voor zijn vertrek zijn laatste chemokuur tegen prostaatkanker gehad. ‘Hij was iets zwakker, maar eigenlijk zag je verder niets aan hem.’ M’saad mocht niet met zijn vader mee het ziekenhuis in. Alleen zijn moeder mocht blijven, maar zij mocht geen telefoon mee naar binnen nemen.

De avond van 22 maart is de laatste keer dat M’saad zijn vader zag. ‘Ik gaf hem vanwege Covid-19 geen knuffel. Ik stak gewoon mijn duim op en zei: ik zie je morgen, pa!’ Twee dagen later ontving M’saad het bericht dat zijn vader was overleden. ‘We hadden het totaal niet zien aankomen.’

Op de overlijdensakte die M’saad van het ziekenhuis ontving, stond Covid-19 als doodsoorzaak aangegeven. ‘Dat vond ik opvallend’, zegt M’saad. ‘Toen ik mijn vader voor het laatst zag, had hij geen coronasymptomen. Hij hoestte niet, was niet verkouden. Hij had eigenlijk alleen een lage bloeddruk. Ze zeiden niets over zijn chemokuur en het was ook niet duidelijk of hij überhaupt wel op corona was getest. Waarom staat er dan dat dat zijn doodsoorzaak is?’

‘Ik gaf hem vanwege Covid-19 geen knuffel. Ik stak gewoon mijn duim op en zei: ik zie je morgen, pa!’

Uit voorzorgsmaatregelen moest de moeder van M’saad tien dagen in het ziekenhuis blijven. ‘Ze werd steeds opnieuw getest, dan was ze weer positief en dan weer negatief. Niemand leek mij de waarheid te vertellen.’ In de periode dat zijn moeder in het ziekenhuis lag, kon M’saad haar nauwelijks bereiken. Pas later hoorde hij wat ze daar had meegemaakt.

Vieze lakens en bloed op de grond

‘Mijn moeder vertelde dat een dierenstal beter was geweest.’ Het stonk in haar kamer, er zat urine op het matras en de lakens waren niet schoon. Ook kreeg ze niet altijd te eten en als ze wel te eten kreeg werden haar bord en afval niet opgehaald. Toen er een keer bloed werd gemorst bij het afnemen werd ook dat niet schoongemaakt. ‘Mijn moeder is volledig getraumatiseerd door die ervaring, ze is nu bang voor dokters.’

M’saads moeder is niet de eerste die zich uitspreekt over de staat van Marokkaanse ziekenhuizen. Ook vóór de coronacrisis was duidelijk dat de Marokkaanse gezondheidszorg beperkt was. In afgelegen gebieden leidde de slechte zorg regelmatig tot protest van de bevolking.

Op sociale media plaatsten coronapatiënten aan het begin van de noodtoestand regelmatig filmpjes waarin zij vertelden over hun ziekenhuisverblijf. Volgens deze patiënten was er geen eten en waren er soms niet eens bedden om op te liggen.

Daarnaast doen al een tijdlang geruchten de ronde dat ziekenhuizen niet eerlijk zijn over het aantal coronapatiënten. De ziekenhuizen zouden geloven dat Marokko met meer coronagevallen extra financiële steun zal ontvangen van de Europese Unie om het virus te bestrijden. De EU steunde Marokko eerder al met 157 miljoen euro en beloofde dat er meer geld beschikbaar zal komen aan het einde van het jaar.

Nederland helpt niet

De Nederlandse ambassade en het ministerie van Buitenlandse zaken hebben tot nu toe weinig kunnen betekenen voor de familie. Op 5 juni beviel M’saads vrouw van hun tweede dochter, maar omdat de ambassade gesloten is kan zij niet worden ingeschreven. ‘Als ik bel of mail krijg ik een standaard bericht waarin staat dat de ambassade tot 10 juli gesloten zal zijn. Tot die tijd kan ik dus geen paspoort voor mijn dochter aanvragen en niet naar Nederland reizen.’

Op 25 juli verloopt het facilitair visum van M’saads vrouw, waarmee zij naar Nederland kan reizen. Dat betekent dat zij opnieuw het lange proces in zal moeten om een visum aan te vragen en anders niet samen met haar man en dochters terug naar Nederland kan. ‘Ik ben ten einde raad. Het is alsof ik vast zit in een nare droom’, zegt M’saad.

M’saad is teleurgesteld in de Nederlandse autoriteiten: ‘Ik dacht altijd: als de oorlog uitbreekt en ik zit ergens anders, dan komt er een vliegtuig voor mij. Misschien niet alleen voor mij, maar Nederland zou het in ieder geval oplossen. Dat vertrouwen ben ik helemaal kwijt.’

Telefoontjes naar de alarmcentrale

Kamar Elkhansa herkent het verhaal van M’saad. Elkhansa zit zelf niet vast in Marokko, maar helpt al sinds het begin van de noodtoestand vrijwillig met het terughalen van Nederlanders. ‘Door de coronacrisis zat ik ook thuis. Ik weet hoe het is als je in Marokko vastzit en je geen wifi hebt, geen beltegoed, geen geld. Dus ik zei tegen mensen in nood: ik regel het voor je.’

Het idee begon eigenlijk klein. Elkhansa hoorde verhalen van Nederlanders die vastzaten in Marokko die het moeilijk hadden. Ze kent Marokko goed, had op dat moment veel tijd en dacht ‘Ik bel even’ om te kijken of zij wat voor deze mensen zou kunnen doen.

Wat begon als toereikende hand werd uiteindelijk meer dan een fulltime baan. Vanuit haar huis in Berkel en Rodenrijs pleegde Elkhansa eindeloos veel telefoontjes naar de alarmcentrale en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze werkte vaak van zeven uur ’s ochtends tot drie uur ’s nachts. Maar niet zonder resultaat: ‘We hebben alle zwangere vrouwen naar huis gekregen, maar bijvoorbeeld ook een vrouw die kanker heeft en al twee chemokuren had gemist.’

Ook hielp Elkhansa Nederlanders die fysiek niet in nood waren, maar wel financieel. ‘Aan een man in Nador hebben wij eten laten brengen door een oproep op Facebook te plaatsen. Hij had helemaal geen geld meer en stond nog niet op de lijst voor de eerstvolgende vlucht.’

Voor de Nederlandse Beau, een jonge vrouw die vastzat in Rabat, regelde Elkhansa met behulp van haar netwerk een tijdelijke online baan, zodat haar geld niet op zou raken. ‘Daar werd ik wel boos van’, vertelt Elkhansa. ‘Dit meisje zat tien minuten van de Nederlandse ambassade vandaan, maar niemand die haar hielp.’ Toen ze zelf iemand binnen de ambassade direct een berichtje stuurde, werd Elkhansa geblokkeerd.

Verdere repatriëring

Ook nu een groot deel van de Nederlanders weer terug is uit Marokko en Elkhansa niet meer vanuit huis werkt, belt ze nog regelmatig met de alarmcentrale en het ministerie. Via een Facebookgroep voor Nederlanders die vastzitten in Marokko houdt de vrouw iedereen op de hoogte.

‘Het ministerie laat soms pas laat weten dat er weer een vlucht komt. Voor sommige mensen is het niet haalbaar om de ene dag gebeld te worden en de volgende dag op het vliegveld te staan. Door regelmatig te bellen hoop ik bepaalde informatie eerder te kunnen delen, waardoor de vliegtuigen beter gevuld kunnen worden.’

Volgens Elkhansa is er in meerdere gevallen iets misgegaan in de organisatie van repatriëring uit Marokko. ‘Er is meerdere keren van alarmcentrale gewisseld, waardoor dossiers zijn kwijtgeraakt en Nederlanders zich opnieuw moesten aanmelden. Soms werden mensen wel gebeld, maar ontvingen ze vervolgens geen e-mail met daarin het vliegticket. De passagiers dachten daarom dat ze niet mee konden, maar in het vliegtuig bleven hun stoelen vervolgens leeg.’

‘Voor sommige mensen is het niet haalbaar om de ene dag gebeld te worden en de volgende dag op het vliegveld te staan’

Ook was het volgens Elkhansa niet duidelijk voor wie de terugreis urgent was en voor wie niet. ‘Ik had het idee dat iedereen uiteindelijk een vinkje ‘urgent’ achter zijn naam had gekregen, maar er is een verschil tussen iemand die haar man mist of iemand die een hartoperatie moet ondergaan. Ik heb heel vaak moeten bellen en echt moeten vechten om deze spoedgevallen op een vlucht te krijgen.’

Maar ook dat lukte niet altijd: ‘Er was een Nederlandse vrouw van wie de dochter in Nederland kanker had en op sterven lag. We kregen het maar niet voor elkaar om haar op de lijst te krijgen voor het eerstvolgende vliegtuig. Haar dochter overleed terwijl zij in Marokko zat’, vertelt Elkhansa. ‘De alarmcentrale had zelf een betere lijst moeten maken en van urgente gevallen bewijs moeten vragen, zoals een doktersverklaring.’

Inmiddels is de situatie beter onder controle. ‘Volgens mij is er nu een duidelijke lijst met wie er nog vast zit en bijna alle urgente gevallen zijn terug in Nederland.’

De Nederlandse ambassade wilde voor dit artikel geen reactie geven op de huidige situatie van Nederlanders die nog vast zitten in Marokko, en kon ook niet reageren op de situatie van Badr M’saad en zijn familie. Wel gaf de ambassade eerder al aan dat zolang het luchtruim gesloten blijft, er repatriëringsvluchten zullen worden uitgevoerd. De ANWB heeft de repatriëring inmiddels overgenomen en is nu aan het inventariseren wie nog terug naar Nederland moeten. De verwachting is dat er snel weer nieuwe vluchten zullen vertrekken.

Ik verduur racisme beter met een gevulde maag

2

Rapper, leraar en Denk-Statenlid Gideon Everduim was tevreden, maar ook duidelijk na het gesprek met premier Mark Rutte. Hij wil excuses zien voor het slavernijverleden en een ‘vijftigjarig levensverbeteringstraject’. Ook Mpanzu Bamenga van Inclusion Leaders Network leek tevreden. Maar net als Everduim vond hij dat dit gesprek, waar Kick Out Zwarte Piet en Black Lives Matter Nederland trouwens niet bij waren, bij lange na niet genoeg is om racisme en discriminatie aan te pakken.

Echte Hollanders die twee. Ze praktiseren de nuchtere, oer-Hollandse filosofie van ‘eerst zien en dan geloven’. Die scepsis snap ik helemaal.

Vier jaar geleden maakte ik deel uit van een groep Turks-Nederlandse jongeren, die toen eerst door minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher en daarna door de minister-president zelf werden ontvangen. Dit gebeurde allemaal in de context van de ‘geïmporteerde spanningen’, na de couppoging in Turkije in 2016. Hier is niks concreets uit voortgekomen. Ik heb er alleen een foto met Rutte aan overgehouden, die ik af en toe deel op Facebook. Een PR-stunt van het kabinet dus, waar nu ook voor wordt gewaarschuwd.

Het probleem van institutionele discriminatie is simpelweg te groot, te alledaags en te hardnekkig om in één gesprek op te lossen. Meer dan 50.000 mensen zijn de afgelopen weken de straat opgegaan. En de protesten gaan maar door. Met morgen bijvoorbeeld Keti Koti in Den Haag.

Zoals veel mensen de afgelopen dagen in praatprogramma’s hebben gezegd: de tijd van alleen maar babbelen over gevoelens is voorbij. Onze tijd vraagt om rauwe cijfers over racisme en discriminatie. Juist omdat het probleem zo wijdverspreid is, is een systematische en nationale aanpak geboden.

Overheden, het bedrijfsleven, woningcorporaties, onderwijs, de politie, enzovoort enzovoort, ze moeten kleur bekennen. ‘Een rationele benadering met geregeld updates en cijfers, precies zoals Nederland zich inzet tegen het coronavirus’, zei Bamenga nog tegen de NOS-verslaggever.

Kijk dus om je heen op de werkvloer. Hoeveel ‘mensen van kleur’ hebben daar een hoge, goedbetaalde functie? Als dat percentage niet minimaal 25 procent is, dan zijn dat on-Nederlandse gegevens, en ben je daarmee bewust of onbewust, elke werkdag onderdeel van het probleem.

Met Derksen van de buis lossen we het racismeprobleem in Nederland niet op

Maar ook de operette bij het voetbalprogramma Veronica Inside is interessant. Adverteerders trekken hun geld terug en voetballers boycotten die bonhommes van VI, waar met name Johan Derksen jarenlang vrij spel had om allerlei groepen dag in dag uit te beledigen. Hij wil daarvoor geen excuses maken. Prima, laat hem dan maar stikken in zijn eigen racisme. Wie niet wil luisteren, moet maar voelen. Maar met Derksen van de buis lossen we het racismeprobleem in Nederland niet op. We hebben meer cijfers nodig.

Kijk bijvoorbeeld ook naar woningbezit onder mensen met een migratieachtergrond en trek de vergelijking met autochtonen. Terwijl bijna driekwart van de autochtonen een eigen woning heeft, is dit aantal bij mensen met een migratieachtergrond nog geen 40 procent. Zolang deze kloof nog steeds bestaat moet er beleid ontwikkeld worden om die te overbruggen. En dat begint uiteraard met gelijke kansen creëren voor werk. Er moet maandelijks geld binnenrollen om de hypotheek en andere vaste lasten te kunnen betalen.

Dit kabinet heeft bijna alles gedaan om vaste contracten kapot te maken. Dus verwacht niet veel van hen.

Volgend jaar zijn er parlementsverkiezingen. Ik ben zeer benieuwd wat de verschillende partijen in hun verkiezingsprogramma’s zeggen om deze ongelijkheid aan te pakken. Wat hebben ze concreet gedaan? Wat willen ze gaan doen? En hoe?

We leven maar één keer. En niemand, maar dan ook niemand in Nederland, mag zich een geprivilegieerd leven toe-eigenen, terwijl anderen moeite hebben om het einde van de maand te halen. Als het opeisen van gelijkheid en gelijkwaardigheid het etiket van ‘ondankbare allochtoon’ oplevert, tja, so be it. Ik verduur racisme beter met een gevulde maag.