Vorige week vond in de Marokkaanse hoofdstad Rabat een symposium plaats over India en de rol die het kan spelen voor Marokko. Dit schrijftMorocco World News.
De politieke band tussen Marokko en India bestaat nu meer dan zestig jaar. India speelde in 1957 in de Verenigde Naties een actieve rol bij het verdedigen van de onafhankelijkheid van Marokko, dat op dat moment nog een Franse kolonie was.
Volgens critici vaart India onder het bewind van premier Nerandra Modi en zijn ‘hindoe-nationalistische’ BJP-partij een anti-islamitische koers. Maar tijdens het symposium in Rabat kwam dit niet aan de orde.
Denk aan de situatie in het door India bezette deel van Kashmir. Het overwegend islamitische gebied verloor deze zomer zijn autonome status en is sindsdien afgesloten van de buitenwereld. Ook de onlangs door het Indiase parlement aangenomen controversiële Citizenship Amendment Bill, die moslims zou discrimineren, werd niet besproken.
In het door Turkije gecontroleerde gebied van Noordoost-Syrië worden Jezidi’s nog steeds als slaven behandeld. Dit stelt Michael Rubin van de Amerikaanse denktank American Enterprise Institute in de Washington Examiner.
De Jezidi’s zijn een etnische en religieuze minderheid, die slachtoffer waren van een genocide door de Islamitische Staat. Maar volgens Rubin worden bijna drieduizend Jezidi’s nu nog steeds onderdrukt – en wel door pro-Turkse Syrische rebellen.
Volgens Rubin hanteert Turkije dubbele standaarden als het om vluchtelingen gaat. Erdogan heeft de internationale gemeenschap gevraagd Syrische vluchtelingen in Turkije te helpen, maar Jezidi’s worden onderdrukt en Jezidi-vrouwen en -meisjes worden nog steeds misbruikt als seksslavinnen.
Rubin vindt dat de Verenigde Staten er alles aan moeten doen om de Jezidi-vrouwen en -meisjes te bevrijden uit ‘de facto Turkse slavernij’.
GroenLinks in de Amsterdamse gemeenteraad heeft kritiek op burgemeester en partijgenoot Femke Halsema. Het gaat om uitspraken die Halsema deze zomer deed over asielactiegroep We Are Here.
Deze zomer noemde Halsema tegenover AT5 de asielzoekers van We Are Here ‘problematisch’, naar aanleiding van het kraken van een pand door We Are Here. De mensen uit deze groep zijn afkomstig uit veilige landen of via een ander Europees land naar Nederland gekomen en hadden daar asiel hadden moeten aanvragen, aldus Halsema.
De burgemeester zei ook dat meerdere grote steden in Nederland te maken hebben met illegale groepen vreemdelingen. ‘Ze zijn, op zoek naar welvaart, een beter bestaan en kunnen soms niet terug naar hun eigen land. Amsterdam merkt dat ook en we hebben daar problemen mee. Eigenlijk zou de vreemdelingenpolitie daarin moeten acteren.’
Omdat het Parool dit weekend het interview met AT5 in herinnering bracht, werd de Amsterdamse GroenLinks-fractievoorzitter Femke Roosma wakker geschud. Ze zal hier waarschijnlijk vandaag vragen over stellen op de gemeenteraadsvergadering, meldt AT5.
Na een jarenlange discussie heeft Nederland een vrouwenquotum. Beursgenoteerde bedrijven moeten ervoor zorgen dat 30 procent van hun Raad van Commissarissen (RvC) uit vrouwen bestaat. Maar niet iedereen is overtuigd van zo’n quotum. Vrouwen werken te veel parttime en zijn niet ambitieus genoeg, zeggen critici. Sommige vrouwen vinden zelfs dat de vrouwenemancipatie te ver is doorgeschoten. Is de vrouwenemancipatie op haar retour?
Er bestaat een beeld van de Nederlandse vrouw als vrijgevochten en altijd aan het werk. Maar slechts 26,6 procent van de werkende vrouwen werkt voltijds, tegenover 72,2 procent van de werkende mannen. Volgens Esther de Jong van Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, laat de meest recente Gender Equality Index zien dat Nederland aan het dalen is qua emancipatie.
‘Wij denken dat wij klaar zijn met de emancipatie en zijn achterover gaan leunen. Onterecht. Aan de andere kant: 75 procent van de vrouwen werkt. Dat is een hoog percentage vergeleken met andere landen. Dit komt mede omdat zo veel vrouwen in Nederland parttime werken. Dat doen ze omdat ze het grootste deel van de zorgtaken erbij doen.’
Journalist Sander Schimmelpenninck ziet het in zijn column in de Volkskrant anders. Hij spreekt van ‘deeltijddecadentie’: vrouwen zouden niet ambitieus genoeg zijn en te gemakkelijk leunen op het fulltime-werk van hun partner. Econome en publiciste Heleen Mees onderschrijft deze analyse.
‘Ik zou zelf trouwens niet het woord ‘deeltijddecadentie’ gebruiken. Ik denk dat Nederlandse vrouwen zichzelf onvoldoende serieus nemen en ook lui zijn’, vertelt Mees. ‘Vrouwen blijven steken in lage functies, omdat ze onvoldoende uren werken om een topbaan te bemachtigen. Deeltijdwerk is de oorzaak van de falende vrouwenemancipatie in Nederland.’
Esther de Jong van Atria ziet dit anders. Zij vindt dat we te gemakkelijk vrouwen de schuld geven. ‘Ook mannen hebben hier een taak, die ze nog onvoldoende oppakken. Als mannen meer in het huishouden doen, dan kunnen vrouwen meer werken.’ Daarmee is Mees het overigens deels eens: ‘Mannen moeten die zorgtaak meer op zich nemen. En als je de financiële ruimte hebt, dan kun je die zorgtaken ook uitbesteden.’
Impliciete gendernormen
Maar is het wel een vrije keuze van vrouwen om parttime te gaan werken? Nee, zegt Lianne Aarntzen, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht naar de werking van stereotypen over ouders. ‘In mijn onderzoek zie ik dat er allerlei sociale normen zijn die mannen en vrouwen beïnvloeden in hoeveel ze werken. De term ‘vrije keuze’ zou ik dan ook tussen aanhalingstekens zetten.’
Onder ouders blijkt dat 30 procent van de Nederlanders nog steeds vindt dat vrouwen geschikter zijn om kinderen op te voeden dan mannen, zegt Aarntzen. ‘Dat is best een expliciete norm.’
‘Impliciete gendertyperingen hebben invloed op onze beslissingen’
Volgens Aarntzen zijn er daarnaast sterke impliciete gendernormen in onze samenleving. ‘Wij als psychologen gebruiken vaak de ‘impliciete associatietest’: dan meet je de associaties die mensen hebben in hun hoofd. Zo worden vrouwen makkelijker met de zorg voor kinderen geassocieerd en mannen met werk dan andersom. Wij zien in ons onderzoek dat die impliciete gendertyperingen invloed hebben op onze beslissingen.’
Bij vrouwen die deze impliciete genderstereotyperingen sterk hebben, leidt dit zelfs tot schuldgevoel, stelt Aarntzen. ‘In mijn onderzoek zie ik dat juist deze groep vrouwen, hoewel het niet hun eigen mening is, zich ontzettend schuldig voelen in situaties waarin ze hun werk voorrang geven. Terwijl mannen die traditioneler zijn in hun associaties zich helemaal niet schuldig voelen.’
Volgens Aarntzen leidt dit schuldgevoel tot traditionele gendergedragingen, ‘op een subtieler niveau dan mensen zich realiseren.’ Het gevolg: vrouwen passen hun werkuren aan.
Denken over werk
Het Sociaal Cultureel Planbureau noemt in het rapport Werken aan de start (2018) nog enkele andere redenen waarom vrouwen veelal parttime werken. Zo volgen vrouwen vaker een opleiding die leidt naar een branche waar deeltijdbanen de norm zijn, hechten vrouwen minder waarde aan geld dan mannen en vinden zij carrière en status minder belangrijk. Dan is er nog de invloed van de economische crisis: de huidige generatie twintigers en jonge dertigers pakte alles aan, ook parttime werk.
Als je vrouwen meer wilt laten werken, dan moet je af van het beeld dat de man de kostwinner is en de vrouw zorgt, zegt ook De Jong. Dat niet alleen: het gaat evenzo om concrete maatregelen op de werkvloer. De Jong geeft een voorbeeld: de waardering van zorgverlenend werk in een kapitalistisch systeem.
‘Zorg en huishouden worden niet als werk gezien. Professioneel werken in zorg en onderwijs, sectoren waarin veel vrouwen werken, wordt evenmin gewaardeerd. Het inkomen in deze sectoren ligt laag.’
Volgens De Jong lag dit vroeger anders. ‘Toen werkten veel mannen in het onderwijs. Maar mannen willen tegenwoordig niet meer in deze sector werken: het betekent inkomen- en statusverlies.’ Zolang je dit beeld over zorgverlenend werk niet verandert, kun je niet tot een eerlijke werkverdeling komen, stelt De Jong. ‘Als ook vrouwen deze taken niet meer op zich zouden nemen, dan zou de Nederlandse samenleving vastlopen.’
Zwangerschapsverlof
Ook het zwangerschapsverlof blijkt een belangrijke cesuur in de loopbaan van een vrouw. Volgens het College voor de Rechten van de Mens heeft 43 procent van de vrouwen te maken met discriminatie tijdens de zwangerschap of vlak na de bevalling.
‘Officieel gelden de werkregelingen bij organisaties zowel voor vaders als moeders, behalve die regelingen die te maken hebben met het zwangerschapsverlof’, vertelt Aarntzen. ‘Daar ontstaat een tweedeling, waarbij aan de vrouw vooral wordt gecommuniceerd dat zij nog steeds voor het leeuwendeel de zorg voor het kind op zich moet nemen, terwijl de man voor het inkomen hoort te zorgen.’
Na het zwangerschapsverlof belanden vrouwen veelal in een minder uitdagende werkomgeving, legt Aarntzen uit. Dit komt volgens haar omdat ze dan niet meer aan de ‘ideale werknemersnorm’ voldoen: de werknemer die altijd beschikbaar is.
‘Je krijgt minder interessante taken op je werk en promoties gaan aan je neus voorbij – die gaan naar mannelijke collega’s die wél doorgaan. Je komt dan in een vicieuze cirkel terecht: het werk is minder leuk en je verdient minder. Wanneer je dan als koppel overlegt over wie minder gaat werken..?’
‘Het werk contraproductief om vrouwen heel veel verlof te geven’
Mees bevestigt dit proces enigszins, maar nuanceert tegelijkertijd: ‘Omdat werkgevers verwachten dat vrouwen in deeltijd gaan werken, zijn ze minder bereid in vrouwen te investeren en wordt het moeilijker voor vrouwen om de top te bereiken’, stelt de econoom. ‘De onverklaarbare gender pay gap is echter maar 6 of 7 procent. Vrouwen verdienen gemiddeld minder omdat ze minder uren werken, minder hoge functies bekleden en in ‘zachtere beroepen’ werken. Bovendien is de vrouw vaak een paar jaar jonger dan haar partner.’
Volgens Mees helpt een langer vaderschapsverlof, zodat de vader ook een band met de baby kan opbouwen en het voor de vrouw makkelijker wordt om weer fulltime of bijna fulltime aan de slag te gaan. ‘Het werk contraproductief om vrouwen heel veel verlof te geven.’
Normen en machtsstructuren
Het beeld over wie het beste de zorgtaken kan vervullen blijkt ondanks jaren van vrouwenemancipatie hardnekkig traditioneel. Er is nu zelfs een tegenbeweging van vrouwen die vinden dat de emancipatie en het feminisme te ver zijn doorgeschoten. Vrouwen zouden door het feminisme in een keurslijf worden gedwongen, hun okselharen niet meer scheren en mannen willen ‘ontmannen’.
De Jong: ‘De wijze waarop deze vrouwen het feminisme framen zegt meer over henzelf. Het feminisme dwingt mensen niet om te ontmannen, of om hun okselharen al dan niet te laten groeien. Het feminisme gaat om gelijke kansen en rechten voor zowel de vrouw als de man. Door allerlei normen en machtsstructuren kunnen beiden die vrije keuze niet maken.’
Volgens De Jong kost het doorbreken van deze normen en stereotyperingen tijd. Ze bestaan al heel lang, vertelt ze – het stereotype van zorgzame moeder zelfs sinds de Romeinse tijd. Daarbij: ‘Het neoliberale beleid van de overheid in de afgelopen jaren was niet goed voor de emancipatie. Met de participatiewet werd bijvoorbeeld de mantelzorg wegbezuinigd en moest dat vrijwillig gedaan worden, vaak door vrouwen.’
Toverstokje
Zal het vrouwenquotum tot meer gelijkheid op de werkvloer leiden? De drie deskundigen zijn voorzichtig positief. ‘Niet direct, maar het is een stap in de goede richting. Ik hoop wel dat de vrouwen in de RvC’s er alles aan zullen doen om meer gelijkheid op de werkvloer te creëren’, antwoordt Mees.
Ook De Jong vindt dat er nog veel emancipatiewerk moet gebeuren. Je zou volgens haar ook moeten kijken naar het geboorteverlof voor beide ouders, de kwaliteit van de kinderopvang, zwangerschapsdiscriminatie, de selectieprocedures, de vraag hoe vrouwen kunnen doorstromen en gelijke betaling. ‘Het vrouwenquotum is niet het magische toverstokje.’
‘Het neoliberale beleid van de overheid was niet goed voor de emancipatie’
‘We gaan zien hoe dit quotum uitpakt’, stelt Aarntzen. ‘Jonge vrouwen die beginnen aan hun carrière krijgen hiermee wel vrouwelijke rolmodellen. Maar om echte gendergelijkheid te krijgen moet je op verschillende niveaus kijken. Ouders zouden zich bijvoorbeeld meer bewust moeten zijn van het beeld dat ze uitdragen. De vaders kunnen een rol spelen in hoe hun dochters denken over werk. Want op het moment dat dochters zien dat hun vader meer doet in het huishouden, dan willen die dochters later ook meer uren gaan werken, toont onderzoek aan.’
Het is volgens Aarntzen vooral belangrijk om te weten waarom mannen en vrouwen vaak verschillen in hoe graag ze werken. ‘Mannen en vrouwen verschillen oorspronkelijk niet in hun ambities en hoe leuk ze werk vinden.’
Omdat een Turkse advocaat is opgepakt die door Nederland werd ingehuurd, zijn IND-dossiers van naar Nederland gevluchte Turken bij de Turkse regering beland. Vanmiddag maakte staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Migratie, VVD) in de Tweede Kamer bekend dat het gaat om zeventig dossiers.
Broekers-Knol onthult nu dat de afgelopen twee jaar zeventig keer een versleutelde ambtsbericht is gestuurd vanuit de Nederlandse overheid richting de ambassade in Ankara. Deze ambtsberichten dienden om informatie over deze Turkse vluchtelingen te checken. De ambassade huurde hiervoor op haar beurt vertrouwenspersoon Yilmaz S. in, de advocaat die inmiddels op verdenking van spionage is opgepakt.
Van de zeventig dossiers die Yilmaz S. in deze twee jaar behandelde ‘zijn zestig verzoeken voor een verblijfsvergunning ingewilligd’, meldt de staatssecretaris. ‘Tien van die verzoeken nog niet, maar die worden nu acuut ingewilligd om te voorkomen dat ze slachtoffer worden van deze arrestatie.’
In de dossiers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) staat gevoelige informatie. Het IND zei eerder dat om om een ‘zeer beperkt aantal’ gaat.
Het kabinet is maatregelen aan het treffen om de veiligheid van de vluchtelingen ‘die het zou kunnen betreffen’ te waarborgen, zegt Broekers-Knol op vragen van D66’er Jan Paternotte. Ook belooft ze een onderzoek in te stellen naar hoe het kan dat vertrouwenspersoon Yilmaz S. is opgepakt en ‘hoe we dat moeten voorkomen’.
De meeste gevluchte Turken zijn naar Nederland gekomen omdat ze in Turkije ervan worden beschuldigd met de Turkse geestelijke Fethullah Gülen te sympathiseren. President Erdogan zegt dat Gülen, die sinds 1999 als balling in Amerika leeft, achter de coup zit.
Volgens een onderzoek door OpiniePeilingen Suriname (OPS) ziet de bevolking Desi Bouterse het minst graag als toekomstig president van Suriname. Dit meldt de Surinaamse nieuwssite Waterkant.
Onder de achterban van zijn eigen NDP-partij is Bouterse met 87 procent nog steeds de favoriet. 70 procent van de andere kiezers ziet hem daarentegen niet graag als toekomstig president.
De opiniepeiling werd de afgelopen weken gehouden, nadat eind november bekend werd dat Bouterse is veroordeeld tot twintig jaar cel voor zijn aandeel in de Decembermoorden van 1982.
In 2015 was 53 procent van het Surinaamse electoraat voor Bouterses NDP. Vlak voor het vonnis was dit percentage gedaald naar 34 procent, nu steunt nog maar 25 procent de partij van Bouterse. Het vonnis lijkt dus een negatief effect te hebben gehad op zijn populariteit.
Buiten het NDP-electoraat worden oppositiepolitici Chandrikapersad Santokhi (54 procent) en Gregory Rusland (28 procent) en voormalig Staatsolie-topman Eddie Jharap (38 procent) het meest genoemd als graag geziene presidenten.
De volgende Surinaamse verkiezingen vinden plaats in mei 2020.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan is verbolgen over het recente besluit van de Amerikaanse Senaat om de Armeense Genocide te erkennen. Hij dreigt de VS nu met gelijke munt terug te betalen.
Tegen het staatsgezinde tv-kanaal A Haber werpt Erdogan het idee op om het verdwijnen van de Indianen op het Amerikaanse vasteland als genocide te erkennen. ‘Het is een schandelijk moment in de Amerikaanse geschiedenis’, stelt de Turkse president.
Erdogan windt er geen doekjes om dat dit wat hem betreft een koekje van eigen deeg is. ‘We zouden [de VS] moeten tegengaan door zulke beslissingen in het parlement te beantwoorden. En dat zullen we doen ook.’
Onderzoekers aan University College London schatten dat 55 miljoen inheemsen zijn omgekomen als gevolg van de kolonisatie van Amerika, die begon aan het eind van de vijftiende eeuw. Zij denken dat de meerderheid omkwam door ziektes die de Europeanen meebrachten, maar ook dat oorlog, slavernij en deportaties bijdroeg aan de decimering van de inheemse bevolking.
De woorden van Erdogan kunnen waarschijnlijk ook op Amerikaanse bodem op bijval rekenen. Toen het Huis van Afgevaardigden de Senaat afgelopen oktober voorging in het erkennen van de Armeense Genocide, weigerde het Democratische parlementslid Ilhan Omar hiervoor te stemmen. De reden: eerst zou Amerika het doden van ‘native Americans’ tot genocide moeten verklaren.
Vorige week tekenden de belangrijkste partijen in het Turkse parlement een verklaring waarin het Amerika veroordeelde. Het gaat om de AKP van president Erdogan, zijn ultranationalistische coalitiepartner MHP en de seculier-nationalistische CHP, de grootste oppositiepartij van Turkije. Ook de seculiere, ultranationalistische IYI-partij, die zich in 2017 uit onvrede met Erdogan van de MHP heeft afgesplitst, voegde zich bij het stel.
Volgens de vier partijen negeert Amerika ‘historische feiten’. Turkije heeft niet voor niets de eigen archieven voor opengesteld, schrijven zij in hun gezamenlijke verklaring. Ze worden daarin tegengesproken door de Turks-Amerikaanse historicus en genocide-kenner Taner Akcam, die afgelopen dit najaar in een interview met de Kanttekening het tegendeel beweerde.
Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog werden ongeveer anderhalf miljoen Armeniërs vermoord door de Ottomaanse autoriteiten. Het overgrote deel van de historici spreekt over een genocide. Turkije beweert dat het dodental veel lager lag en dat er geen vooropgezet plan was om de Armeniërs uit te moorden.
Syrische vluchtelingen voelen zich thuis in Rotterdam vanwege de culturele diversiteit. Wel missen ze contact met Nederlanders. Een derde voelt zich zelfs eenzaam. Dit blijkt uit een onderzoek van sociologen aan de Erasmus Universiteit, schrijftRTV Rijnmond.
Voor het onderzoek werden 1239 Syrische statushouders ondervraagt. Zij hadden in 2018, toen het onderzoek plaatsvond, vaak nog een bijstandsuitkering.
Binnen twee jaar voelde 44 procent van de Syriërs zich een echte Rotterdammer. Bijna iedereen voelt zich veilig in ons land. Driekwart van de ondervraagden zegt nooit gediscrimineerd te zijn.
Het onderzoek is gedaan in opdracht van de filantropische stichting De Verre Bergen, die in 2016 tweehonderd woningen in Rotterdam opkocht en verhuurde aan Syrische vluchtelingen. De Verre Bergen helpt vluchtelingen ook met taalcursussen en het vinden van een baan.
De Kanttekening sprak met schrijver Elma Drayer over haar nieuwe boek Witte schuld, over racisme in Nederland, haar ideologische tegenstanders en de vrijheid van meningsuiting. ‘Tegenstanders lezen mijn boek toch niet. Zij vinden het vanuit hun ideologie niet nodig om tegengeluiden te lezen.’
Ze beschouwt zichzelf als centrumlinks en stemt al haar hele leven PvdA, ‘ook als het slecht gaat met die partij’. Maar ‘links-van-links’ beschouwt Volkskrant-columnist Elma Drayer als radicaal-rechts vanwege de kritische stukken die ze schrijft over onder meer antiracisme-activisten en de nieuwste feminismegolf. Ook met haar nieuwe boek Witte schuld, een kritisch essay over hedendaagse cultureel-linkse fenomenen als identiteitspolitiek en intersectionaliteit, jaagt ze menig BIJ1-lid en OneWorld-lezer op stang.
Waarom wilde u Witte schuld schrijven?
‘Het idee hiervoor ontstond in de slipstream van het debat over Zwarte Piet. Het ging steeds vaker over identiteit. Ik ontwaarde een patroon. Daar ben ik toen als columnist meer op gaan letten. Ik wilde weten waar dit denken vandaan kwam. Het antwoord daarop is niet zo moeilijk. Het komt van de overkant van de oceaan.
Een vriend van mij, die van ‘dubbel bloed’ is, kreeg in de Verenigde Staten een tijdelijke baan. Daarvoor moest hij kiezen of hij zichzelf als ‘zwart’ of ‘wit’ zou definiëren. Dat vond ik heel raar. Ik dacht toen bij mijzelf: ‘Jeetje, als dit soort denken hier in Nederland voet aan de grond krijgt, dan krijgen we heel iets griezeligs binnen.’’
Voor wie is dit boek bestemd?
‘In ieder geval niet voor de tegenpartij. Tegenstanders lezen mijn boek toch niet. Zij vinden het vanuit hun ideologie niet nodig om tegengeluiden te lezen. Ze veroordelen mij bij voorbaat om wie ik ben. Ik ben heel geprivilegieerd. Weliswaar ben ik een vrouw, maar ik ben wel wit en hoogopgeleid. Ik heb dus geen agency, geen recht van spreken.’
Duidelijk. Voor wie is het boek wél bestemd?
‘Je schrijft een boek omdat je het zelf graag wilt. Ik ben journalist. Ik wil de ontwikkelingen van deze tijd signaleren, in kaart brengen en goed doordenken. Het verwijt is altijd dat je geld zou willen verdienen met een boek. Als het mij daar om te doen was, had ik beter een ander vak kunnen kiezen. Maar je hebt in een boek meer ruimte dan in een column om een onderwerp goed te behandelen. Daarom is dit genre voor bepaalde onderwerpen geschikter.’
Wat waren uw verwachtingen? Dacht u dat het zou aanslaan?
‘Mijn verwachtingen waren extreem laag. Ik ben verrast dat het zo breed is opgepikt. Maar daarvoor heb ik het – nogmaals – niet gedaan. Ik stel de mening van enkele mensen in mijn nabije omgeving zeer op prijs. Als zij mijn boek niks vinden, dan trek ik mij dat aan. Voor het overige probeer ik mijn eigen koers te varen.’
‘Ze veroordelen mij bij voorbaat om wie ik ben’
In Witte schuld trekt u fel van leer tegen identity politics. Waarom ageert u hiertegen?
‘Identiteitspolitiek pint ons vast op onze gegeven kenmerken, biedt bitter weinig ruimte voor het individu. Mensen worden ingedeeld in groepjes en je identiteit wordt bepaald door je huidskleur, je geslacht en je seksuele oriëntatie. Ik ben volgens identiteitsdenkers fout omdat ik wit ben: witte schuld. Jij bent nog fouter, omdat je een witte man bent. Deze vorm van denken helpt geen zier. Dit zorgt ervoor dat ‘geprivilegieerde’ groepen de hakken in het zand zetten, omdat zij zich niet herkennen in de identiteit die ze opeens opgelegd krijgen.
Maar vergis je niet, ook ‘mensen van kleur’ worden door dit giftige denken in een mal geduwd. Want wie zich niet aan dit groepsdenken conformeert wordt als verrader, als bounty weggezet: iemand die zwart is van buiten, maar wit van binnen. Feminisme heeft dit trekje trouwens ook. Vrouwen moeten zich aan de feministische dogma’s conformeren. Als je dat niet doet, dan ben je fout. Vrouwen moeten bijvoorbeeld altijd solidair met elkaar zijn. Wat een onzin. Als ik het oneens ben met een andere vrouw, dan vind ik dat ik tegen haar in mag gaan.’
Het gaat u dus om individuele vrijheid?
‘Ja, precies. Je zou niet gedetermineerd moeten worden door gegeven kenmerken, maar door wat je met je leven doet. Niet door wat je bent, maar door wat je kunt of wilt zijn. Mijn moeder, die nooit heeft kunnen studeren, wist precies hoe haar leven zou verlopen. Ze zou trouwen en kinderen baren. Ik werd 31 jaar later geboren. Voor mij was het zo’n bevrijding dat mijn lotsbestemming niet vast lag. Ik werd als meisje geboren, maar dit bepaalde mijn leven niet – zoals dat het leven van mijn moeder wel bepaalde.’
Heeft u weleens te maken gekregen met seksisme?
‘Natuurlijk. Na de verschijning van dit boek is het al drie keer gebeurd dat een man mij omstandig begon uit te leggen wat identiteitspolitiek is. Een typisch geval van mansplaining dus. Ik moest daar erg om lachen. ‘No one can make you feel inferior without your consent’, zou Eleanor Roosevelt ooit hebben gezegd. Ik laat mij door anderen niet in een hoek zetten. Zij bepalen niet wie ik ben. Dat doe ik zelf. Je moet gewoon terugmeppen.’
Foto: Atlas Contact
Het gaat nu vooral over linkse identiteitspolitiek. Maar je hebt toch ook rechtse identiteitspolitiek? Wat vindt u eigenlijk van de rechtse obsessie met ‘ras’ en ‘mannelijkheid’? Zij doen toch precies hetzelfde?
‘Mensen die mijn boek niet hebben gelezen verwijten mij dat ik het niet over rechtse identiteitspolitiek heb. Ik schrijf er wel over, maar spaarzaam. Thierry Baudet en Geert Wilders deugen niet. Maar daarover zijn we het snel eens bij links. En daarom wijd ik er ook niet zoveel woorden aan. Veel interessanter vind ik linkse identiteitspolitiek. Hoe zorgen we ervoor dat we ons daardoor niet laten kapen?’
‘Je moet gewoon terugmeppen’
Nog even over rechtse identiteitspolitiek. In hoeverre is dit een gevolg van linkse identiteitspolitiek? Het bestaat toch al veel langer?
‘Inderdaad. We noemen het tegenwoordig identiteitspolitiek, maar groepsdenken bestaat zolang de mensheid bestaat. En ook de nazi’s deden aan identiteitspolitiek. Het is dus niet waar dat rechtse identiteitspolitiek een recent fenomeen is. Wel versterken beide radicale groepen – linkse en rechtse identiteitsdenkers – elkaar. Bij rechts zie je nu een griezelige ontwikkeling. ‘O, je vindt ons racisten? Dan zullen wij ons ook als racisten gedragen.’ In Den Haag (waar een vergadering van Kick Out Zwarte Piet door pro-Zwarte Piet-aanhangers werd bestormd, red.) hebben we gezien waartoe dit leidt.’
En nog iets: is extreemrechts niet veel gevaarlijker nu? Anders Breivik en Brenton Tarrant plegen aanslagen, ik heb in de kranten nog niet gelezen over bomgordels in tuinbroek.
‘Dat klopt. Ik vind die vrouwenhaters heel eng. Maar mijn boek gaat over wat er in de hoofden van mensen omgaat, hoe we met elkaar omgaan. Ook radicaal-linkse identiteitspolitiek is niet zonder gevolgen. Kijk naar wat er met Labour onder Jeremy Corbyn is gebeurd. Die heeft zich volledig laten inpakken door de radicale BIJ1-types in de partij.’
Hebben deze ‘radicale BIJ1-types’ desondanks niet gewoon gelijk over het racismeprobleem in Nederland? Denk aan racisme in het voetbal, bij sollicitaties, lagere schooladviezen, enzovoort.
‘Natuurlijk bestaat racisme. Het zou heel merkwaardig zijn als ik dat zou ontkennen, of hier niet bewust van zou zijn. Dat zou hetzelfde zijn als dat jij zou zeggen dat seksisme niet bestaat. Daarin hebben de antiracisme-activisten zeker gelijk. En ik begrijp ook dat er eerst geschreeuw nodig is om aandacht te krijgen, pas daarna krijg je dialoog. Maar die stap moet uiteindelijk wel gemaakt worden. Wil je werkelijk effectief zijn, dan moet je meer mainstream worden.’
Maar dat ‘geschreeuw’ is toch heel effectief? Zwarte Piet verdwijnt toch? En het Amsterdam Museum heeft de term ‘Gouden Eeuw’ afgeschaft.
‘De strijd tegen Zwarte Piet is inderdaad heel effectief. Er is nu nog tegenstand, maar Zwarte Piet is over tien jaar verdwenen. Een voorbeeld: vrienden van mij organiseren elk jaar Sinterklaas voor hun kleinkinderen. Vroeger hadden ze oude prentenboeken, waarin ook Zwarte Piet stond, in de woonkamer liggen. Maar deze boeken hebben ze opgeborgen. Dat willen ze niet meer. Ook ons kleinzoontje wordt Zwarte Piet-vrij opgevoed.
Maar het is antiracismeactivisten om veel meer te doen dan alleen Zwarte Piet. Zij proberen het Amerikaanse identiteitspolitieke eisenpakket hier te introduceren. En dat lukt ook heel goed. Ze krijgen waanzinnig veel voor elkaar: uitgevers die na ophef boektitels en vertalingen veranderen, woorden die in de ban worden gedaan, universiteiten die besluiten om rechtse sprekers te deplatformen, enzovoort. De eisen van deze kleine minderheid worden telkens klakkeloos ingewilligd.’
En toch: BIJ1, de voortrekker in dit antiracismedebat, heeft slechts één zetel in de gemeenteraad van Amsterdam en het is nog maar zeer de vraag of deze partij straks in de Tweede Kamer komt. In de opiniepeilingen zien we hier in ieder geval niets van terug.
‘BIJ1 heeft het luisterend oor van de gevestigde partijen. GroenLinks, de grootste partij in de Amsterdamse gemeenteraad, is heel gevoelig voor wat BIJ1 allemaal zegt. Bovendien zit GroenLinks ook in het college. Allerlei moties die BIJ1 indient halen het daarom toch. Culturele organisaties die van diversiteit en inclusie geen beleidspunt hebben gemaakt krijgen dankzij BIJ1 en GroenLinks geen subsidie meer.’
Stelt u de antiracismebeweging niet te karikaturaal voor? Er zijn ook opiniemakers, journalisten en schrijvers ‘van kleur’ die juist voor de dialoog kiezen, denk hierbij aan Kanttekening-columnisten Kiza Magendane en Tayfun Balcik. Is de antiracismebeweging qua opvattingen niet veel diverser dan de opinies van OneWorld?
‘Kiza Magendane, voormalig GroenLinks-politicus Zihni Özdil, schrijver Abdelkader Benali en anderen geef ik in mijn boek alle credits die ze verdienen. Er is inderdaad ook een tegenbeweging zichtbaar. Er zijn mensen die aan identiteitspolitiek zouden kunnen doen, omdat ze van kleur zijn, maar het niet doen omdat ze niet in die mal gedrukt willen worden. Ik hoop dat het er meer worden. Maar ik weet niet wie er wint, de individualisten of de zeloten.’
‘BIJ1 heeft het luisterend oor van de gevestigde partijen’
U heeft een streng-christelijke achtergrond, maar u heeft zich daarvan losgemaakt. Vormen de intersectionele feministen en hedendaagse antiracisten volgens u eigenlijk niet ook een soort kerk? De ‘woke-kerk’, waar cabaretier Arjen Lubach dat grappige liedje over heeft gemaakt?
‘Het is absoluut een soort kerk, met verstikkende regeltjes en dogma’s. Daarnaast kent deze kerk ook heiligen. Gloria Wekker wordt echt bewierrookt.
In mijn boek noem ik het niet, maar een heel goed voorbeeld van een verstikkend regeltje is hoe er tegenwoordig in deze kringen met haardracht wordt omgegaan. Als je als zwarte vrouw je haar niet natural laat, dan ben je dubieus. Natuurlijk begrijp ik waar dit vandaan komt. Vroeger mocht je in de Verenigde Staten geen afro hebben. Maar nu wordt de afro verheerlijkt. Een zwarte vrouw die steil haar wil in plaats van een afro wordt verketterd. Terwijl witte vrouwen wél alle vrijheid hebben om met hun haar te doen wat ze willen. De weerzin tegen hoe het vroeger ging heeft voor nieuwe dogma’s gezorgd. Dat vind ik griezelig.’
U noemt Wekker, schrijver van het boek Witte Onschuld en een belangrijke pleitbezorger van het intersectionele denken. Waarom vindt u het intersectionele denken zo gevaarlijk? Zelf bent u feminist, en onderdrukking van vrouwen is volgens het intersectionele denken één van de vormen van onderdrukking die kan kruisen met andere vormen van onderdrukking, zoals ras, klasse en seksuele oriëntatie. Daar zit toch wel iets in?
‘Natuurlijk is intersectionaliteit op zichzelf geen gekke gedachte. Als ik gehandicapt was of lesbisch, had ik nu minder privilege. Maar wat zegt dat verder over mij als mens, als individu? Dat hoeft mij toch niet te determineren?’
Met andere woorden: u bent tegen positieve discriminatie?
‘Ja, ik ben ook tegen opgelegde vrouwenquota. Daar schreef ik onlangs ook een column over. Diversiteit op een redactie, dat moet je gewoon doen. Er is geen enkele reden om een vrouw of iemand van kleur niet aan te nemen, maar je moet mensen niet aannemen omdát ze vrouw zijn, omdát ze van kleur zijn, enzovoort. Daarnaast moet je journalisten van kleur ook niet opzadelen met multiculturele onderwerpen, zogenaamd omdat zij daar beter in zouden zijn. Dan krijg je een hele benauwde vorm van journalistiek.’
‘Je hoeft iemand maar seksist, fascist of racist te noemen en hij mag niet meer spreken’
In uw boek heeft u felle kritiek op deplatforming. Maar is het niet legitiem om dubieuze figuren als Holocaust-revisionist David Irving of als Dyab Abou Jahjah – om even iemand op ‘links’ te noemen – geen podium te bieden?
‘Ik vind antisemieten, Holocaust-ontkenners en -revisionisten echt van een andere categorie. De Holocaust is geen mening maar een feit. En iemand als Abou Jahjah moet vooral kunnen zeggen wat hij wil, maar als fatsoenlijke krant of uitgeverij zou het je een eer moeten zijn om hem geen podium te geven.
Het deplatformen, wat intersectionalisten propageren, is volgens mij iets anders. Zij richten zich op meningen die kwetsend zouden kunnen zijn voor zogeheten gemarginaliseerde groepen. Dus hoef je iemand maar seksist, fascist of racist te noemen en hij mag niet meer spreken. Dat is wel een heel makkelijke manier om andersdenkenden de mond te snoeren. Dan belanden we in de wereld van socioloog Willem Schinkel, die jij eerder geïnterviewd hebt. Hij vindt iedereen rechts van BIJ1 een fascist. Dat vind ik heel eng.’
Hoe vrij voelt u zich om uw mening te uiten? U krijgt van ‘links-van-links’ op Twitter veel kritiek. Ze noemen u onder meer een ‘racistisch lasterend dom wijf’, ‘haatoma’, ‘haatheks’ en ‘opgegraven lijk’. Bent u ook weleens bedreigd? En hebben mensen weleens opgeroepen dat u ontslagen moet worden?
‘Wat mensen op Twitter tegen mij zeggen, daar trek ik mij niet zoveel van aan. Ik zit op Twitter, maar doe er niet zo veel mee. Dat lijkt mij wel zo verstandig. En nee, ik voel mij niet in mijn vrije meningsuiting bedreigd. Wel denk ik goed na over wat ik zeg en ook waar ik dat zeg. Heel veel mensen heb ik zien radicaliseren, naar links of naar rechts. Ik wil hiermee niet geassocieerd worden. Ik heb er laatst serieus over nagedacht of ik wel bij Thierry Baudet aan tafel wilde schuiven bij WNL, omdat ik niet graag in die hoek wil worden weggezet. Maar ik kreeg de garantie dat ik de ruimte had om stevige kritiek op Baudet te leveren. Dat is ook gebeurd.
Ook zal ik niet zo snel aanschuiven op een bijeenkomst met allemaal antiracisme-activisten. Zij roepen meteen dat je een racist bent. Ik zit daar niet op te wachten. Gelukkig zitten zij ook niet op mij te wachten.’
Elma Drayer naast Thierry Baudet bij het tv-programma WNL op Zondag (Foto: Youtube)
In uw boek beschrijft u dat de antiracismebeweging een antisemitismeprobleem heeft. Wat moet de beweging doen om dat antisemitisme tegen te gaan? Of is de beweging inherent antisemitisch?
‘Dat laatste gaat mij veel te ver. Maar ik zie wel griezelige tendensen waar we alert op moeten zijn. Kritiek op Israël schuurt vaak heel dicht tegen antisemitisme aan. Daarnaast erger ik mij wezenloos aan hoe de antiracismebeweging met de Holocaust omgaat. Antiracisten zijn heel erg tegen ‘culturele toe-eigening’, dat je als wit mens elementen uit een minderheidscultuur gebruikt. Maar antiracisten eigenen zich structureel de Holocaust toe. Zo zou de slavernij erger zijn dan de Holocaust, omdat de slavernij eeuwenlang heeft geduurd. Ik vind dit een heel kromme vergelijking. Het doel van de trans-Atlantische slavernij was om zwarte mensen uit te buiten voor economisch gewin, niet om ze uit te roeien, terwijl de nazi’s geprobeerd hebben om alle Joden te vermoorden.
‘Antiracisten eigenen zich structureel de Holocaust toe’
Ook de Kristallnacht-herdenking wordt door de antiracisten toegeëigend. Het gaat niet meer om de Joden die vervolgd werden, maar om racisme in het algemeen, of om de Joodse staat die de Palestijnen onderdrukt. Net zo misselijk is het clubje ‘Geen 4 mei voor mij’, dat vindt dat het afgelopen moet zijn met dat ‘gezeur’ over de Joden. En je hebt die hippe linkse dominee Rikko Voorberg, die op 4 mei verdronken vluchtelingen wilde herdenken. Zou je op 1 juli tijdens Keti Koti aandacht vragen voor de Europese slaven destijds in Noord-Afrika of voor moderne vormen van uitbuiting, dan zouden de organisatoren dat niet zo leuk vinden, denk ik. Maar ‘Geen 4 mei voor mij’ is volgens antiracismeactivisten natuurlijk wel prima.’
Volgens een Chinees bijgeloof wekken de vissen in de aquaria van de Chinees-Indische restaurants stromingen en energieën op. Dat zou tot succes leiden. Maar ‘de Chinees’ verdwijnt steeds meer uit het Nederlandse straatbeeld.
De welbekende ‘Chinees’, met zijn rode en gele kleurelementen aan de gevel, de lachende, dikke boeddha’s en draken in vitrines en het doorgeefluikje binnen: voor velen is de herinnering aan de Chinees nostalgisch en knus. Opa en oma vierden er hun jubileum. Ook kwam men daar voor verjaardagen en bedrijfsuitjes. De Chinees is met recht een oer-Hollands fenomeen te noemen.
De Chinese eethuisjes ontstonden aanvankelijk in de havens van Amsterdam en Rotterdam, bedoeld voor Chinese zeelieden. In 1920 openende in Rotterdam het eerste Chinees-Indische restaurant van Nederland de deuren. Restaurant Kong-Hing, dat in 1928 begon, was het eerste restaurant waar Nederlanders kwamen. Het werd een echte hotspot. De legendarische Josephine Baker, de Amerikaans-Franse danseres en een symbool van de jazzy jaren twintig, at er regelmatig.
Met de komst van Indische Nederlanders uit voormalig Nederlands-Indië ontstond de Chinees-Indische keuken. In de jaren vijftig viel Nederland massaal voor de op Nederlanders toegepaste smaak van de Aziatische keuken. In de jaren tachtig ging 60 procent van de Nederlanders wel eens uit eten bij de Chinees.
Maar op het ogenblik zijn de restaurants nagenoeg leeg. De traditionele restaurantformule van rijsttafels en het afhaalconcept worden steeds minder populair. Steeds meer restaurants sluiten hun deuren, zoals het vermaarde restaurant Kong-Hing dat in de jaren tachtig al deed.
‘De ondernemers, maar ook de klanten worden ouder. Daarom worden er restaurants gesloten’
Onlangs kwam horeca-adviesbureau Van Spronsen en Partners met een alarmerend rapport: het aantal Chinees-Indische restaurants is in tien jaar tijd met 22 procent gedaald. De rest van de restaurantsector groeide daarentegen met 15 procent. Volgens de Vereniging Chinese-Aziatische Horeca Ondernemers (VCOH) zijn er 1.666 Chinees-Indische restaurants in Nederland. Van Spronsen en Partners verwacht dat dit aantal over vijf jaar zal zakken naar 1.400.
Wat is de reden dat dit soort restaurants verdwijnen? We vroegen het aan Liping Lin, directrice van VCOH. ‘De ondernemers, maar ook de klanten worden ouder. Daarom worden er restaurants gesloten’, antwoordt ze. ‘Ook wil de jongste generatie Chinese Nederlanders dit werk niet meer doen.’
Van Spronsen en Partners vult aan: ‘Er komen bovendien nauwelijks nieuwe Chinees-Indische restaurants bij. Het assortiment bestaat uit vrij zwaar en vet eten. Dat sluit niet aan bij de health-trend van onze tijd.’ Ook gaan de restaurants qua uitstraling niet met de tijd mee.
Ondernemers vertellen dat er een tekort is aan personeel en dat restaurants aan strenge regels moeten voldoen als ze een kok uit China willen aannemen. Er is sinds oktober echter een structurele nieuwe verbeterde regeling voor koks uit Azië: ondernemers met Aziatische specialiteitenrestaurants mogen zonder quotum gespecialiseerde koks uit Azië hierheen halen.
‘Concurrenten verdwijnen, dus zijn er meer kansen voor mijn onderneming’
In de tegenaanval?
De 36-jarige restauranteigenaar Billy Tse vecht terug. Hij wil dat ‘de Chinees’ blijft bestaan. Zijn restaurant, de Mayflower in Haarlem, bestaat 35 jaar. Het is een traditioneel Chinees specialiteitenrestaurant dat ook Indonesische gerechten aanbiedt. Tse heeft de zaak van zijn ouders overgenomen.
Mayflower is onlangs verbouwd en oogt weer nieuw. Het restaurant heeft 75 zitplaatsen, Tse heeft elf mensen parttime en drie mensen fulltime voor hem werken. ‘Het gaat niet super’, vertelt hij. ‘Er zijn allerlei problemen. Zo hebben we hoge vleeskosten.’ De vleesprijzen zijn het afgelopen jaar enorm gestegen door een uitbraak van dierenpest in China.
Wat zijn de plannen van Tse? ‘We proberen autochtoon-Nederlandse koks op te leiden. En op scholen geven we workshops. Zo willen we toch onze kookkunsten proberen over te brengen en bij de koks een bewustzijn creëren dat het ook zeer interessant voor hen kan zijn om in een Chinees restaurant aan het werk te gaan.’
Mayflower schaft ook moderne keukenapparaten aan, onder andere de zogenoemde combisteamer die als oven dient en stoomt om het werk efficiënter te maken. ‘Verder hebben we meer gevarieerde schotels, zetten we nieuwere gerechten op de kaart en halen we niet-goedlopende gerechten van het menu.‘
Het woord ‘crisis’ kan vertaald naar het Chinees ook ‘kans’ betekenen. Tse ziet dan ook een lichtpuntje bij de crisis: ‘Concurrenten verdwijnen, dus dat betekent dat er meer kansen voor mijn onderneming zijn.’
Liping Lin van VCOH adviseert Chinees-Indische restaurants om te ‘vernieuwen’. Van Spronsen en Partners beaamt dit en heeft kritiek op de nogal oubollige aankleding van Chinese restaurants. Moet het imago veranderen? Lin vindt van niet. ‘Heel veel mensen hebben warme herinneringen aan de restaurants. Ze hebben er bijvoorbeeld hun eerste date gehad.’
Fine Eastern Restaurants (FER), een vereniging waarbij toonaangevende Chinese restaurants zijn aangesloten, doet van alles om ‘eters te blijven verrassen’. Zo investeert FER veel in vakgerichte cursussen, culinaire excursies en een continue instroom van vernieuwend Oosters kooktalent. De meeste restauranthouders kiezen voor een andere strategie, zoals een andere bedrijfsvoering.
Lin: ‘Je hebt nu bijvoorbeeld de fastfood-achtige Chinees, de sushi-Chinees en de all-you-can-eat-Chinees. En er zijn veel sushi- en wokrestaurants bijgekomen.’
‘Dit zijn dienstbare mensen. Ze willen hun gast niet teleurstellen’
Op internet staan veel tips voor restauranteigenaren om hun zaak bij de tijd te brengen. Zo schrijft Van Spronsen en Partners: ‘Bied authentieke Chinese gerechten aan en breng dat in een shared dining-concept: gerechten uit Shanghai, Beijing, Chengdu. Of laat de gerechten opdienen, gecombineerd met de Chinese rituelen, cultuur en kunst, waardoor het voor de gast een beleving wordt.’
Restauranthouder Tse wil met de tijd meegaan, maar vindt niet alle oplossingen ideaal. Lin van VCOH vertelt dat Tse bij een meerderheid van restauranteigenaren hoort die niet wil en kan vernieuwen. ‘Dit zijn dienstbare mensen. Ze willen hun gast niet teleurstellen. Als een vaste gast graag kipkerrie heeft terwijl bijna niemand anders dit gerecht bestelt, dan halen ze het niet van de menukaart.’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.