7.4 C
Amsterdam

‘Ik ben niet tegen mannen, ik zie een toekomst voor mannelijkheid’

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

In zijn debuutboek Weg met mannelijkheid wil queer persoon van kleur en coach Joey Velberg het debat over mannelijkheid openbreken. ‘Ik wil niet van mannen af, maar dat we zelf kiezen wie we zijn.’ 

In progressieve kringen in onze hoofdstad is het bon ton om mannen, in het bijzonder ‘de witte man’, op hun nummer te zetten. Witte mannen zouden namelijk racistisch, seksistisch, toxisch en transfoob zijn, en natuurlijk zwaar geprivilegieerd. Kunstenaar Rayan Djojokarso, zelf zwart en queer, maakte in 2021 zelfs een dansvoorstelling over de witte man, waarin hij getoond werd ‘in al zijn toxische mannelijkheid’. De witte man, die zich tijdens de voorstelling verkleedde als corpsbal, hooligan en bankier, werd uiteindelijk ‘piemelnaakt’ afgeranseld door een groep vrouwen van kleur. 

‘Het mooie van die scène vind ik dat die multi-interpretabel is’, vertelde Djojokarso enthousiast aan dagblad Trouw. ‘De zangeressen kunnen oermoeders zijn die de man tot de orde roepen: chill down nou even, man! Maar ze kunnen net zo goed zijn geweten symboliseren, de visualisatie van het geweld dat hij buiten en van binnen ervaart.’ 

Hoewel ook Velberg kritiek heeft op mannelijkheid en van mening is dat ‘witte mannen’ bewust moeten zijn van hun vele privileges, wil hij hen niet vernederen maar juist de dialoog met andersdenkenden aangaan. ‘Je kunt de titel van mijn boek inderdaad zo lezen: dat ik van mannelijkheid af wil. Maar er bestaat ook een andere uitleg, namelijk dat je zelf je eigen weg kan bewandelen, dat je zelf mag kiezen wie je wil zijn. De queer gemeenschap is heel open hierover, zo heb ik ervaren.’ 

‘Nee, ik ben niet tegen mannen. Ik ben zelf ook een man’

‘Nee, ik ben niet tegen mannen’, vervolgt Velberg. ‘Ik ben zelf ook een man. En ik ben coach. Juist mensen die weerstand voelen tegen de titel zouden mijn boek moeten lezen.’  

Iemand die zich al heel lang met ‘mannelijkheid’ bezighoudt is Jens van Tricht. De coach, die ooit vrouwenstudies (tegenwoordig heet dat genderstudies) studeerde aan de Universiteit van Amsterdam, geeft tegenwoordig leiding aan de door de overheid gesubsidieerde stichting Emancipator, die ‘werkt aan het veranderen van de maatschappelijke normen voor mannen en mannelijkheid’ en ‘zorgzame mannelijkheid’ wil promoten.

Velberg kent hem goed en heeft waardering voor zijn werk, maar lijkt toch minder radicaal. ‘Ik snap al die mannen wel, die al die nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen overweldigend vinden en willen vasthouden aan traditionele man-vrouw-beelden’, zegt de coach. ‘Ik denk wel degelijk dat we als mannen niet meer om de roep om verandering heen kunnen. Tegelijkertijd zie ik echt een toekomst voor mannelijkheid. Mijn basisovertuiging is dat het aan mannen zelf is om invulling te geven aan wat zij als mannelijk zien en welke relatie ze hebben met mannelijkheid. Je moet doen waar je je gelukkig bij voelt. Als jij je nagels niet wil lakken, dan doe je het niet.’

Wel heeft Velberg kritiek op een ‘gevaarlijke vorm van mannelijkheid’, die door conservatieve goeroes als Andrew Tate en Jordan Peterson wordt gepropageerd. ‘Deze manosphere is heel giftig. Tate bijvoorbeeld doet voorkomen alsof de vrouw het eigendom is van de man.’ 

Velberg merkt een verschil tussen de generaties. ‘In mijn ervaring gaat een gesprek over mannelijkheid met jonge mannen over het algemeen makkelijker dan met oudere mannen. Maar dat is mijn subjectieve ervaring en generalisering. Uiteindelijk hoop ik dat mannen uit verschillende generaties iets aan dit boek hebben.’

Het racisme begon al vroeg

Als queer persoon van kleur is Velberg vaak gediscrimineerd op grond van zijn huidskleur. Die verhalen staan ook in zijn boek. ‘Het racisme begon op de basisschool al. Ik wilde graag Sinterklaas spelen in een toneelstuk, maar een meisje in de klas riep dat dit niet mocht omdat ik bruin ben. Ik heb een tijdlang in de thuiszorg gewerkt, waar ik ook met racisme te maken had. Een cliënt zei tegen mij dat mijn zorg per definitie onbetrouwbaar was, omdat hij ‘mijn soort niet vertrouwde’.

‘Ik zag mijzelf niet als iemand van kleur, maar als mens. Maar in de ogen van veel witte mensen ben ik een persoon van kleur. Daarom zet ik mij nu ook neer als een persoon van kleur. Hier krijg ik weleens vragen over, maar ik doe dit omdat ik de problemen waarmee personen van kleur worden geconfronteerd wil benoemen. Als we streven naar een wereld waarin de problemen niet meer bestaan, zullen we die problemen eerst moeten benoemen.’

‘Op school gebruiken ze het woord ‘gay’ negatief, dat iets niet mannelijk is’

Daarnaast kreeg Velberg veel te maken met homofobie. ‘In onze moderne Nederlandse samenleving hebben we nog steeds te maken met een vleugje homofobie. Op school gebruiken ze het woord ‘gay’ negatief, dat iets niet mannelijk is maar fout. Mannen die ‘vrouwelijk’ gedrag vertonen worden ‘gay’ genoemd, of ‘faggot’. Ik heb een heel proces moeten doormaken om mijn homoseksuele geaardheid los te zien van mijn mannelijkheid. Je kunt als heteroseksuele man ook veel vrouwelijke trekjes hebben, en als homoseksueel veel mannelijke.’ 

Een definitie van wat mannelijkheid precies is geeft Velberg in zijn boek niet. ‘Je hebt natuurlijk stereotypen van hoe een man of vrouw zich moet gedragen. Maar ik ga je niet vertellen hoe een man zich moet gedragen. Dat mag je zelf doen, voor jezelf. Wel kun je uiteraard steun zoeken bij andere mannen. Ik kom aan het einde van mijn boek tot een persoonlijke conclusie, wat mannelijkheid voor mij betekent. Ik heb enkele ‘klassiek mannelijke’ eigenschappen: ik ben een ondernemer, ik werk hard, ik vind leiderschap belangrijk. Maar tegelijkertijd hecht ik ook waarde aan mijn eigenschappen die als ‘vrouwelijk’ worden omschreven, zoals het hebben van compassie en kunnen luisteren naar de ander.’ 

Een persoonlijk verhaal

Waarom zouden we Weg met mannelijkheid moeten lezen? Wat Velberg zegt is immers niet nieuw. Jens van Tricht, Sunny Bergman, Asha ten Broeke, Linda Duits en anderen roepen dit al jaren. ‘Mijn verhaal is persoonlijk’, antwoordt Velberg. ‘Ik ben natuurlijk bekend met genderstudies. Maar de verhalen van Van Tricht en anderen zijn allemaal erg academisch en maatschappelijk ingestoken. Ik wilde deze verhalen aanvullen met een persoonlijk verhaal. Wat zijn je persoonlijke keuzes? Hoe geef jij je leven vorm? Ik heb mijn boek geschreven voor iedereen die zich aangesproken voelt: mannen, vrouwen, non-binaire personen, hetero’s, homo’s en biseksuelen, enzovoort. De vraag is, wat is jouw relatie met mannelijkheid?’

‘Ik ervaar mannelijkheid als een privilege’

Velberg is in zijn boek kritisch over de ‘witte man’. Maar ziet hem niet als de baarlijke duivel. ‘Ik ervaar mannelijkheid als een privilege. Maar als je wit bent is dat ook een privilege, je hebt een streepje voor. Nee, witte mannen zijn niet het vleesgeworden kwaad. Maar door hun privileges missen witte mannen wel een stukje van de werkelijkheid, zeker wanneer zij geen ervaring hebben met racisme, seksisme, transfusie, islamofobie enzovoort. Dat is in mijn beleving geen excuus om niet het gesprek aan te gaan met mensen die wel die ervaring hebben.’

Het draait Velberg om de dialoog. ‘Ik wil met andersdenkenden in gesprek. Ik heb geen polariserend pamflet geschreven, maar kies voor zachtheid en empathie. Ik vind het belangrijk dat we elkaar blijven opzoeken. Gelijke behandeling is immers artikel 1 van de Grondwet.’

Onder deze voorwaarden kan Velberg zelfs met conservatieve christenen in gesprek gaan, vertelt hij. ‘Een tijd geleden gaf ik een training, waarbij ook een christelijke man in de zaal zat. Hij vertelde dat hij geloofde dat homoseksualiteit van de Bijbel niet mocht, maar zei ook dat hij vond dat je iedereen met hetzelfde respect moet behandelen. Ik waardeerde zijn eerlijkheid enorm. Dat heb ik veel liever dan mensen die zwijgen en mij vervolgens in de rug aanvallen. Openheid maakt een gesprek mogelijk. En volgens mij is dat waar we als individuen en als samenleving op dit moment het meeste behoefte aan hebben.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -