Zarifa Ghafari werd in 2018 op 24-jarige leeftijd de jongste vrouwelijke burgemeester van Afghanistan. Ze overleefde diverse aanslagen, maar de opkomst van de Taliban in 2021, die in het verleden al dreigden haar te doden, werd haar te machtig. ‘Ik wacht hier tot ze mij komen vermoorden’, zei ze na de val van Kabul tegen een Britse tv-zender. Toch kon ze via Pakistan vluchten naar Duitsland, waar ze onder politiebewaking woont. Samen met de Britse journalist Hannah Lucinda Smith schreef ze het boek Zarifa: De strijd van een vrouw in een mannenwereld.
U reist voor een NGO nog regelmatig naar Afghanistan om vrouwen daar te helpen. Hoe veilig is dat, als uitgesproken criticus van de Taliban?
‘Allereerst: ik ben niet bang. Veel andere mensen zijn bang voor de Taliban. Maar het kan mij niet schelen wat ze van mij vinden. Ik reis naar Afghanistan omdat het mijn vaderland is, mijn thuis.
Hoe is het leven in Afghanistan nu, onder de Taliban?
‘Het leven in Afghanistan is moeilijk. Er zijn veel problemen. Hoge prijzen. Armoede. Honger. Vrouwenrechten die worden geschonden. En dan heb je de veiligheidskwestie.’
Is de wereld Afghanistan vergeten?
‘Ik stoor mij aan de dubbele standaard van de wereld. Op 15 augustus 2021 viel Kabul. Je kent de dramatische beelden wel. Van Afghaanse burgers die hun land probeerden te ontvluchten. Er was geen vliegtuig voor hen. Ze klommen op het vliegtuig, en vielen hoog in de lucht naar beneden. Er was nauwelijks solidariteit met Afghanistan. Die is er wel met Oekraïne. De wereld stuurde bussen, om mensen in veiligheid brengen.
‘Wat in Afghanistan gebeurde, is de schuld van de internationale gemeenschap – in het bijzonder van de Verenigde Staten en de Europese Unie. Veel meisjes kunnen nu niet meer naar school. De vrouwenrechten worden ernstig geschonden. Vrouwen worden van het internet afgesloten in Kabul. Maar de internationale media zwijgen hierover. Ze berichten wél over Iran, waar een vrouw is omgekomen die geen hijab wilde dragen. De wereld is daarover boos. Waren ze maar boos over alle onrecht in de wereld. Ook het onrecht in Afghanistan.’
Komt dit niet omdat het Westen zich schaamt voor Afghanistan? In Oekraïne zijn de Russen de agressor, terwijl de ellende in Afghanistan deels te wijten is aan het Westen.
‘Het Westen schaamt zich niet. Het Westen is bezig met machtspolitiek. In de jaren tachtig steunden de VS de moedjahedien die tegen de Sovjet-Unie vochten. En nu is Afghanistan opnieuw het toneel van een machtsspel tussen de VS, Rusland en China, die allemaal invloed in het land willen. Het Westen is niet oprecht begaan met Afghanistan. Amerikaanse militairen liepen niet vooraan in de strijd tegen de Taliban. Dat waren Afghanen, zoals Khatol Mohammadza, de eerste vrouwelijke generaal in het Afghaanse leger.’
U bent geboren in 1994. U heeft dus ook het eerste Talibanregime meegemaakt, dat tot de Amerikaanse invasie van 2001 duurde. Zijn de Taliban nu gematigder geworden?
(Hoongelach.) ‘Waarom denk je dat? Waarom noem je de Taliban ‘gematigd’? Het enige verschil met vroeger is dat de Taliban in de jaren negentig werden geclassificeerd als terroristische groepering en internationaal niet werden erkend. Nu wapperen de Taliban-vlaggen in Doha en in Pakistan. Toen hadden de Taliban geen dollars, nu wel. Toen piekerden de VS er niet over om met de Taliban te onderhandelen, nu zijn de Taliban opeens gesprekspartners waarmee je een deal kunt sluiten. De Taliban laten in hun daden zien hoe slecht, hoe achterlijk en hoe extreem ze zijn. Maar de wereld wil dat niet zien.’
‘De Taliban laten in hun daden zien hoe slecht ze zijn, maar de wereld wil dat niet zien’
Zijn de Taliban ook niet veranderd van mening als het over vrouwenrechten gaat?
‘Nee. Meisjes kunnen de facto nog steeds niet naar school. Miljoenen Afghanen ontvluchten hun land omdat ze hun kinderen, hun dochters ook, een betere toekomst gunnen.’
Hoe ziet u de Taliban, als gelovig moslim?
‘Ik ben trots op mijn religie, op de islam. Ik studeerde islamitische wetenschappen. Maar mijn religie is iets persoonlijks. Ik ben moslim van geboorte, Afghaanse en vrouw. Dat is mijn identiteit. Als het over de toekomst van mijn land gaat, dan sta ik tegenover de Taliban.’
In Afghanistan bepalen de Taliban nu wat de islamitische norm is.
‘Nee, zij zijn een slechte norm. Ze zien vrouwen als babyfabrieken.’
Bent u zelf niet van normen en waarden veranderd? U draagt nu geen hoofddoek meer. Is dat sinds u in Duitsland woont?
(Doet snel de hoofddoek om.) ‘De hoofddoek is mijn stijl, mijn traditie. Daar houd ik van. Het is een persoonlijke keuze.’
In uw boek beschrijft u dat u als kind stiekem naar school bleef gaan, tegen de wil van uw vader in. Uiteindelijk kreeg u de mogelijkheid om via een Indiase beurs te studeren aan een universiteit in India. Zijn er meer Afghaanse vrouwen zoals u?
‘Mijn verhaal is niet uniek. Mijn leven is een leven vol strijd, vol hard werken. Dat komt misschien uniek over voor mensen die in luxe leven.’
U komt toch uit een hoge middenklasse-gezin? Uw vader was kolonel in het Afghaanse leger.
‘Het was geen hoge middenklasse. We woonden niet in een duur huis. Daarnaast: er zijn heel veel kolonels in Afghanistan. Deze militaire rang heeft niet dezelfde status zoals in het Westen.’
De dood van Farkhunda Malikzuda, een Afghaanse vrouw die in 2015 in Kabul op straat werd gelyncht door een woedende menigte, deed u besluiten om vrouwenrechtenactivist te worden, las ik in uw boek. Waarom?
‘De gebeurtenis was voor mij niet de reden om vrouwenrechtenactivist te worden, maar het was wel een belangrijk omslagpunt. Als kind had ik al een duidelijk doel voor ogen. Als vierjarig meisje volgde ik in het geheim onderwijs, terwijl dat van de Taliban niet mocht. Toen ik acht was ging ik naar school, maar moest ik ook de huishouding doen. Schoonmaken, afwassen, enzovoort. Mijn leven als Afghaanse vrouw is een leven van hard werken.’
Bent u een feminist?
‘Ik zie mijzelf als een mensenrechtenactivist. Vrouwen in Afghanistan hebben op dit moment meer steun nodig, want hun leven is zwaarder dan dat van mannen. Daarom ben ik een vrouwenrechtenactivist.’
U bent niet geïnspireerd door westerse feministen als Simone de Beauvoir en Judith Butler?
‘Nee. Ik zie het verschil tussen ‘westers’ en ‘oosters’ feminisme niet zo.’
U begon Radio Peghla, een radiozender voor vrouwen. Wat wilde u hiermee bereiken?
‘Het doel van Radio Peghla was vrouwen een stem geven. Op Afghaanse radiozenders werden geen songs van vrouwelijke artiesten gedraaid. Wij deden dat wél. Ook stonden we in intensief contact met onze vrouwelijke luisteraars. Zij belden in en gaven feedback.’
Hoe succesvol was Radio Peghla?
‘Ik zie de radiozender als een groot succes. We gaven vrouwen een stem, we draaiden muziek met vrouwelijke zangeressen die andere zenders niet draaiden. De naam peghla (juffrouw, ongetrouwde vrouw, maagd, red.) zie ik ook als een succes, want dit lag gevoelig. En ik was, als vrouw, de baas van deze zender.’
U werd op 24-jarige leeftijd burgemeester van Wardak. Er was veel verzet tegen uw burgemeesterschap, maar de Taliban waren nog niet de baas in Afghanistan.
‘Nee, maar er waren wel mannen de baas in Afghanistan. Het is moeilijk om als mannen een stapje opzij te doen voor vrouwen. Mannen zijn egoïstischer, vooral tegenover vrouwen.’
Tijdens uw burgemeesterschap overleefde u meerdere aanslagen op uw leven, maar uw vader is in 2020 vermoord door onbekenden. Was zijn dood de reden dat u begin 2021 uw ambt heeft neergelegd, of speelde er meer?
‘Nee. Drie dagen na de dood van mijn vader was ik weer op mijn post. Ik stopte als burgemeester, omdat het steeds onveiliger voor mij werd. Ik reisde van Kabul naar Wardak, maar die reis werd steeds gevaarlijker. Ook kreeg ik wekelijks een rapport van de Afghaanse inlichtingendienst, waardoor ik wist hoe ernstig mijn leven in gevaar was. Ten slotte was ik al drie jaar burgemeester geweest van Wardak, en ik vond dat ik genoeg had gedaan.
‘Toen ik een aanbod kreeg om bij het ministerie van Defensie te werken, om vrouwen te helpen die weduwe waren geworden, was mijn keuze snel gemaakt. Het was een belangrijke baan. Bovendien werkte mijn vader toen hij nog leefde voor het ministerie van Defensie. Ik werkte met zijn oud-collega’s. Het voelde alsof ik door dit werk te doen dichter bij hem was.’
De Taliban hebben de meeste hervormingen die u deed als burgemeester weer teruggedraaid, neem ik aan?
‘De Taliban kunnen niet alles vernietigen, wat ik opgebouwd heb. Onder mijn burgemeesterschap zijn er parken en wegen aangelegd. De Taliban gaan dit uiteraard niet slopen. Ze profiteren van mijn successen. Ze hebben mijn systeem overgenomen. Ook kunnen de Taliban de goede herinneringen van de burgers van Wardak aan mij niet wegwissen.’
Maar de corruptie waar u tegen streed, is terug van nooit echt weggeweest.
‘Helaas. Maar de Taliban hebben hier ook last van. Een oud-medewerker van mij, die ik niet vertrouwde, is onlangs gearresteerd door de Taliban vanwege corruptie.’
Heeft u niet soms het idee dat alles wat u deed voor niets is geweest?
‘Mijn werk heeft zeker zin gehad, ondanks de machtsovername van de Taliban. Ik heb dan ook absoluut geen spijt van wat ik heb gedaan, van mijn overwinningen en mijn nederlagen. Kijk naar mijn boek. Het is in zeven talen vertaald. En Netflix zend vanaf 16 november een documentaire over mij en mijn strijd voor Afghaanse vrouwen uit: In Her Hands. Mijn verhaal wordt verteld over de hele wereld. Jij interviewt mij. Ik ben geen loser die niets heeft bereikt.’
Maar de andere vrouwen in Afghanistan, profiteren zij nog steeds van uw werk? De Taliban hebben toch alle stapjes in de goede richting teruggedraaid?
‘Mijn werk is niet voor niets geweest. Het is vreselijk wat er nu gebeurt, onder de Taliban. Maar als je mijn boek leest, zie je ook dat Afghaanse vrouwen dapper zijn, niet opgeven. Ze zitten niet bij de pakken neer, maar houden moed en hopen op een betere toekomst. Ik geloof in mijn werk, in mijn inzet, in de Afghaanse vrouwen van mijn generatie. Zij zijn het nieuwe gezicht van Afghanistan.’
‘Ik geloof in de vrouwen van mijn generatie. Zij zijn het nieuwe gezicht van Afghanistan’
De Taliban wisten in enkele weken heel Afghanistan te heroveren, na de Amerikaanse terugtrekking. Hoe onverwacht was dit?
‘Niet onverwacht. Ik volgde het nieuws goed. De internationale gemeenschap verkocht ons aan de Taliban, ze sloten een deal met hen. De VS hadden geen exitplan voor Afghanistan, geen strategie. De enige manier was om ons te verraden aan onze vijanden. Maar dit was niet onverwacht. De VS voerden de strijd voor zichzelf, de oorlog tegen het terrorisme.’
Over terrorisme gesproken: hoe zit het met het gevaar van IS in Afghanistan?
‘Opmerkelijk is dat IS nu de grootste vijand is van de Taliban. IS heeft moderne wapens, en IS-strijders krijgen een behoorlijk salaris. Hoe komen ze aan deze wapens? Hoe komen ze aan dit geld? Ik denk dat dit van Pakistan komt. En Pakistan krijgt dit geld van de VS, van de EU en van Rusland.’
Sommige Afghanen in ballingschap vinden dat er een nieuwe westerse militaire interventie tegen de Taliban moet komen. Wat vindt u?
‘Daar ben ik tegen. Het feit dat we de Taliban haten, betekent niet dat we nog een andere oorlog in ons land willen. Als de wereld Bonn (de conferentie in december 2001 om in Afghanistan een democratisch staatsbestel te verwezenlijken, red.) kan vertrouwen, waarom dan niet nog een conferentie om dit andere conflict aan te pakken? We moeten stoppen met de wraaktragedie, met het vermoorden van mensen vanwege de labels ‘talib’, ‘mujahid’, ‘republikein’, ‘democraat’, ‘goed’, ‘slecht’, ‘man’ en ‘vrouw’.’
Hoe moeilijk was het voor u om Afghanistan uit te komen, na de machtsovername van de Taliban?
‘Dat was erg moeilijk. Het ging niet alleen om mijn veiligheid, maar ook om die van mijn familie. Ik ben erg dankbaar dat we langs de controleposten van de Taliban zijn gekomen en via Pakistan naar Duitsland konden vluchten. We zijn allemaal aan de Taliban ontsnapt. Daar ben ik blij om.’
Hoe welkom voelt u zich in Duitsland?
‘Duitsland ben ik erg dankbaar dat ze mij opvangen, maar dit land kan niet mijn thuis zijn. Ik zie mijn toekomst niet in een land buiten Afghanistan.’
Heeft u ook te maken met racisme of moslimhaat omdat u een hoofddoek draagt?
‘Mijn geloof is mijn persoonlijke keuze. Ik trek mij niets aan van wat anderen van mij vinden. Van racisme heb ik ook nauwelijks last.’
Over hoofdbedekking gesproken: wat vindt u van de vrouwenprotesten in Iran?
‘Ik respecteer hen. Het gaat om hun keuzevrijheid, het recht om een keuze te hebben of je wel of geen hoofddoek draagt. Ik respecteer ook vrouwen die wel kiezen om een hoofddoek te dragen. Ik bewonder de moed van Iraanse vrouwen. Maar, zoals ik eerder in dit gesprek al zei: ik vind het jammer dat de wereld de strijd van ons Afghaanse vrouwen blijkbaar is vergeten. Dat miljoenen Afghaanse meisjes niet naar school kunnen, dat interesseert de wereld kennelijk niet zo.’
Sommige Europeaanse moslims grijpen de protesten in Iran aan om, hoegenaamd uit solidariteit, hun regeringen erop te wijzen dat ook zij niet vrij zijn in hun keuze om zich te bedekken of niet. Zoals in Frankrijk, waar een hoofddoekverbod in het onderwijs geldt. Wat vindt u van zo’n verbod?
‘Dit verbod is verkeerd. Mannen mogen niet beslissen wat vrouwen dragen. Als ik mij fijn voel als ik een boerka wil dragen, wie gaat mij dan stoppen? Anderen mogen niet beslissen over mijn keuze. Mensen moeten leren dat vrouwen zelf mogen beslissen welke levens ze leiden. Wij vrouwen weten wat we willen dragen. We geven geboorte aan de mensen die de macht hebben. We geven leven. We weten hoe we onze levens moeten leven.’
In Nederland geldt sinds 2019 een boerka- en niqaabverbod. Wat vindt u daarvan?
‘Dat is ook verkeerd. Er zijn vrouwen die de boerka graag dragen. Zoals er ook vrouwen zijn, zoals ik, die liever geen boerka dragen. Ik persoonlijk haat de boerka. Maar we moeten de keuzevrijheid van vrouwen respecteren.
‘Verder vind ik het een kinderachtige discussie. Het moet niet gaan over de hoofdbedekking van de vrouw, maar over haar rechten, zoals het recht om naar school te mogen gaan.’
‘Ik persoonlijk haat de boerka. Maar we moeten de keuzevrijheid van vrouwen respecteren’
Wat is uw toekomstverwachting voor Afghanistan? Zijn er sprankjes van hoop?
‘Die zijn er absoluut. Ik geloof in vrouwen, in Afghanistan. Er zijn veel positieve ontwikkelingen.’
Kunt u een voorbeeld noemen?
‘Er is een Afghaanse provincie, Paktia, waar een school voor meisjes was geopend. De Taliban besloot de school te sluiten, maar meisjes protesteerden hiertegen. Zij gingen de straat op en zongen dat ze naar school willen gaan. Ze lieten van zich horen. Dat is een sprankje van hoop.
‘Paktria is een provincie waar de Pashtun in de meerderheid zijn, de grootste etnische groep in Afghanistan. Buitenstaanders associëren de Pashtun met de Taliban, maar deze Pashtun waren juist kritisch op de Taliban. Dat geeft mij hoop.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!