Extreemrechtse activisten van White Lives Matter projecteerden tijdens de jaarwisseling racistische teksten op de Erasmusbrug in Rotterdam. Jaap van Beek, woordvoerder van de antifascistische onderzoeksgroep Kafka, maakt zich zorgen. ‘Het gaat nu steeds vaker over ras, in plaats van over cultuur of volk. Openlijk racistische ideeën zijn veel meer gemeengoed geworden.’
Kafka monitort sinds 1988 extreemrechtse organisaties en personen in Nederland. Het is een linkse actiegroep die niet van demonstreren, maar van documenteren haar hoofdtaak heeft gemaakt. Dat werk leunt op drie vrijwilligers, die naast hun reguliere baan gratis werken voor Kafka. De organisatie krijgt geen subsidie, vertelt Van Beek, maar heeft wel donateurs om de website in de lucht te houden en andere kosten te dekken.
White Lives Matter, de extreemrechtse organisatie die verantwoordelijk is voor de racistische teksten op de Erasmusbrug, is in Nederland nog niet zo lang actief, vertelt Van Beek. ‘We volgen WLM vanaf het begin van haar bestaan. Het is een jonge groep. In 2019 verschenen er sporadisch stickers op plekken, maar toen zagen we hier nog geen organisatie achter. Dat werd pas duidelijk in de tweede helft van 2021. WLM is een online initiatief en begon met een Telegramgroep van vijf mensen, die berichten versturen onder pseudoniem. We weten nog niet wie er achter dit initiatief zitten. WLM schreef een handboek met aanbevelingen, hoe je je online dient te gedragen. Ze waarschuwen activisten geen persoonlijke informatie te delen, om zo de anonimiteit te bewaken.’
Van Beek ziet WLM als een ‘product van onze samenleving, dat hoort bij de politieke realiteit van dit moment’. Hij legt uit: ‘Je ziet dat vanaf de jaren tachtig extreemrechts in de Tweede Kamer vertegenwoordigd is. Eerst met de Centrumpartij van Hans Janmaat, daarna met de PVV van Geert Wilders en Forum voor Democratie van Thierry Baudet. De grond om te discrimineren was bij de PVV aanvankelijk gericht op religie, de islam. Maar onder invloed van Martin Bosma verschoof dit rond 2010 en werd het doel van de partij om het ‘volk’ te beschermen. Bosma oriënteert zich sterk op de witte Boeren in Zuid-Afrika en associeert zich positief met Vrijstaat Orania, een witte enclave in dat land. In 2015 schreef hij hierover ook een boek, Minderheid in eigen land, waarin hij felle kritiek heeft op het ‘racistische’ ANC, de partij van Nelson Mandela.’
Bosma is volgens Van Beek de missing link tussen Geert Wilders en Thierry Baudet. ‘Wilders normaliseerde discriminatie op culturele gronden, bij Bosma ging het om het ‘volk’, en nu zien we een verschuiving naar ‘ras’.’ Belangrijk in dit verband is de beruchte IQ-discussie, die werd aangezwengeld door toen kandidaat-raadslid Yernaz Ramautarsing (FvD) beweerde dat zwarte mensen een lager IQ hebben dan witte mensen. Van Beek: ‘Toenmalig FvD-Kamerlid Theo Hiddema verdedigde Ramautarsing. Vervolgens discussieerde de Tweede Kamer over rassen. Dat is geen enkele andere extreemrechtse partij ooit gelukt.’
Hierdoor ontstaat er volgens de Kafka-onderzoeker een trickle-down effect: modetrends ‘sijpelen door’ van de elite naar bredere massa. PVV- en FvD-politici verdedigen in het parlement denkbeelden die vervolgens hun weg vinden naar de man in de straat. ‘Je ziet dat het extreemrechtse discours steeds meer mainstream wordt. In 2008 zei Constant Kusters van de extreemrechtse Nederlandse Volksunie (NVU) in tijdschrift Wij Europa dat uitlatingen over migranten tegenwoordig veel extremer zijn dan wat de Centrumpartij in jaren tachtig verkondigde. Die observatie is terecht.’
Wel maakt Van Beek een belangrijke tegenwerping. ‘De Centrumpartij en de in 1998 verboden partij CP’86 spraken altijd met meel in de mond. Het verschil tussen hun frontstage politiek en backstage politiek was groot. Ze hielden zich in. Er was een groot verschil tussen wat ze zeiden en wat ze vonden. Hun echte standpunten waren veel extremer. Bij PVV en FvD is het verschil tussen wat politici zeggen en wat ze echt vinden een stuk kleiner. Daarom zijn hun uitlatingen ook radicaler. Daarnaast is er nog een belangrijk verschil: bij de Centrumpartij en CP’86 waren racistische geweldplegers actief, bij PVV en FvD heb je niet zulke figuren.’
En de suggestie van geweld dan, die rond Forum voor Democratie hangt? FvD-Kamerlid Gideon van Meijeren filosofeerde eind vorig jaar immers over het bezetten van het Nederlandse parlement, waarmee hij doelde op de niet-geweldloze bestorming van het Capitool in Washington DC door de aanhangers van Donald Trump. Van Beek vindt dit een gevaarlijke ontwikkeling, maar herhaalt dat er bij bij PVV en FvD geen mensen actief zijn, die veroordeeld zijn voor racisme of geweldpleging. Hij nuanceert: ‘Misschien zijn ze er wel, maar we kennen ze niet.’
‘Bij extreemrechtse actiegroepen als Blood & Honour, Landstorm Nederland, NVU en Voorpost tref je wel extreemrechtse geweldplegers aan’, vervolgt Van Beek. ‘Publicist Marcel Bas van uitgeverij De Blauwe Tijger heeft wel eens bij Voorpost gesproken. En hij heeft goede contacten met FvD. Er zijn meerdere links tussen FvD en extreemrechtse clubjes en individuen. In 2021 organiseerde FvD een kerstmarkt in het Drentse dorp Wijster. Daar stond ook een standje van Harm-Jan Smit, die het kledingmerk Batavica verkoopt. Smit is een beruchte neonazi, die een van de leiders was bij de groepering Kameraadschap Noord-Nederland, die sterke banden had met neonazibeweging Blood & Honour.’
Al deze extreemrechtse clubjes zijn te marginaal om echt invloed uit te oefenen op het publieke debat. Nadat de rechter in 1998 CP’86 verbood, besloten enkele extreemrechtse denkers daarom van strategie te veranderen, in navolging van de nouvelle droite (nieuw rechts) in Frankrijk, vertelt Van Beek. Startpunt van deze nieuwe strategie was om racistische denkbeelden zo te verwoorden, dat anderen er niet al veel aanstoot aan zouden nemen.
‘Het verbieden van extreemrechtse clubjes is lastig. Dat kan alleen als ze zich gewelddadig uiten’
‘Ze moesten hun geluid matigen. Neonazistische leuzen zouden mensen afschrikken. Daarom gingen ze over op een meer cultuurnationalistische toon. Hun doel was om de geesten rijp te maken voor extremere standpunten. Ook de Amerikaanse publicist en white supremacist Jared Taylor, die in 2017 in het geheim vijf uur lang borrelde met FvD-leider Thierry Baudet, benadrukte dit op een conferentie van het extreemrechtse genootschap Erkenbrand: ‘Vertel het voorzichtig. Bouw het langzaam op. Dan kun je steeds een stapje verder gaan.’’
Van Beek ziet, als kenner van extreemrechts, dat dit gevaarlijke gevolgen heeft. ‘Het is nu, meer dan vroeger, mogelijk om racistische dingen te zeggen. Dit is niet alleen pijnlijk voor mensen die door dit racisme gekwetst worden, maar het legitimeert ook extremisten die geweld willen gebruiken. Denk aan de beruchte omvolkingstheorie, die het motief was van diverse extreemrechtse terroristen om aanslagen te plegen en die ook door FvD en de PVV gepromoot wordt.’
Hoewel de opkomst van PVV en FvD radicalisering in de hand werkt, omdat ze extreemrechtse standpunten mainstream maken, was de PVV aanvankelijk in zeker zin pacificerend, aldus Van Beek. ‘Ze kanaliseerden onvrede. Toen de PVV opkwam, stortten extreemrechtse clubjes in, want hun standpunten tegen islam en tegen migranten werden nu verkondigd in de Tweede Kamer.’
Volgens Van Beek is de PVV veranderd. In haar beginjaren hield de partij duidelijk afstand tot extreemrechts. Toen in 2009 bleek dat PVV-coördinator Ruud Sablerolle betrokken was bij de extreemrechtse partij Nieuw Rechts van Michiel Smit, knikkerde de partij hem er direct uit.’ Een paar jaar later was dat anders. Namens de PVV kwam in 2015 Alexander van Hattem in de Eerste Kamer. ‘En ook hij had met Nieuw Rechts had gedemonstreerd’, vertelt Van Beek. ‘En dan heb je PVV’er Sebastian Kruis, die actief was voor de anti-islamitische actiegroep Stop Islamisering van Nederland en contacten had met de extreemrechtse straatactivist Ben van der Kooi. Nu zit Kruis in de Haagse gemeenteraad en is hij persvoorlichter bij de PVV.’
Ook is de PVV veranderd als het gaat om de samenwerking met politieke partijen in het buitenland. ‘Aanvankelijk hield de PVV hield afstand tot de Vlaams Belang en Front National (tegenwoordig Rassemblement National, red.), maar tegenwoordig heeft Wilders deze partijen omarmd.’
Jaap van Beek houdt zich vooral bezig met het monitoren van extreemrechts, niet met het zoeken naar oplossingen. Toch wil hij hier – als we hem erover vragen – wel wat over zeggen. ‘Het verbieden van extreemrechtse clubjes is lastig. Dat kan alleen als ze zich gewelddadig uiten. Dan kun je ze aanpakken aan de hand van wetten. Maar veel belangrijker is dat we ons afvragen waarom er zoveel ontvankelijkheid voor racisme is. Die vraag moet de politiek zich stellen. Het heeft te maken met sociaal-economische factoren – veel mensen voelen zich in hun bestaanszekerheid aangetast – en ‘buitenlanders’ krijgen hiervan als zondebokken de schuld. Politieke partijen hebben geen goed antwoord op complottheorieën. Ze doen te weinig om de sociale onzekerheid weg te nemen.’
Ook individuen en organisaties kunnen hun steentje bijdragen aan de strijd tegen racisme, besluit Van Beek. Ze kunnen er iets van zeggen als ze racisme zien en ze kunnen proberen hun werkplek inclusiever te maken. Het elitaire vooroordeel dat racisme vooral iets is van laagopgeleide witte mensen, van white trash, wijst de Kafka-onderzoeker ten slotte naar het rijk der fabelen. ‘De meest uitgesproken racisten hebben allemaal een universitaire opleiding. Sterker nog, de meest racistische en extreemrechtse fractie in de Tweede Kamer, die van FvD, telt vijf mensen met een universitaire graad, waaronder twee doctors.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!