Diversiteit en inclusie zijn ‘in’, maar Nederland is er nog lang niet. Nog steeds worden moslima’s gestigmatiseerd in de media en is er een overschot aan witte, mannelijke experts aan talkshowtafels, vinden journalisten van kleur. De Nederlandse Vereniging van Journalisten houdt er vandaag een symposium over.
‘Hoewel veel mensen tegenwoordig bewuster zijn geworden op het gebied van racisme en islamfobie, en organisaties hier ook meer tegen willen doen, zijn we er nog niet, zegt journaliste Hodo Abdullah, betrokken bij de NVJ-denktank Diversiteit en Inclusie. ‘In de praktijk valt de inclusie tegen.’
‘Er was onlangs een onderzoek naar beeldvorming van moslima’s in de media. Dat is een confronterend onderzoek. Er worden vrouwen met een hoofddoek gebruikt als illustratie bij artikelen over oorlog of problemen in de samenleving, en als het over armoede gaat. De combinatie van tekst en beeld is suggestief. Dat is gevaarlijk. Want hierdoor gaan negatieve stereotyperingen in je hoofd zitten, en krijg je negatieve associaties bij moslims. Talloze onderzoeken onderstrepen dat.’
Volgens Abdullah bestaan er over andere groepen misschien ook negatieve stereotyperingen. ‘Maar je let toch meer op de groep waartoe je behoort. Ik wil stereotyperingen ontkrachten door mijn werk en wie ik ben.’
Een expert op het gebied van macht en inclusie is Astrid Elburg, honourdocent aan de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Ze begint het telefoongesprek met een vraag aan mij. ‘Geloof je in het bestaan van journalistieke neutraliteit?’ Ik zeg haar dat je als journalist je feiten en bronnen recht moet doen en dat het streven naar objectiviteit op zich een nobel streven is, maar dat je nooit honderd procent objectief kunt zijn, of neutraal. Elburg is erg blij met dit antwoord, want volgens haar is neutrale journalistiek een illusie. Net als neutrale wetenschap. ‘Wetenschap gaat niet over weten maar over meten’, zei sterrenkundige Vincent Icke. De conclusies die je trekt hangen af van wie je bent. Jouw culturele waarden en geslacht neem je hierbij mee. En minister van Onderwijs Robbert Dijkgraaf zei ooit in een interview: ‘Onderzoek gaat over data, daar komen conclusies uit. Maar tussen data en conclusies zit de mens.’ Ik verwijs bewust naar deze twee witte mannen om te laten zien dat dit een bekend gegeven is. Want mijn ervaring – als zwarte vrouw in witte systemen – is dat ik voortdurend armpje moet drukken.’
Elburg heeft te maken met een glazen plafond. Niet alleen omdat ze vrouw is, maar ook omdat ze zwart is. ‘Witte systemen gaan vaak uit van stereotype beelden. Dat ik een te strenge moeder zou hebben, dat ik ben mishandeld, enzovoort. Mensen van kleur krijgen die labels opgeplakt. Je moet je uiterste best doen om gezien en serieus genomen te worden. Wanneer je niet uit de dominante groep komt, wordt veel van wat je zegt in twijfel getrokken. Als iemand uit de normgroep hetzelfde zegt, heeft hij veel meer kans om het voordeel van de twijfel te krijgen.’
Ze is ook voorzitter van de raad van toezicht van het Muiderslot, het beroemde middeleeuwse kasteel in Muiden. Haar voorzitterschap vinden sommige mensen opmerkelijk, vertelt Elburg. ‘Maar ik ben dit geworden omdat ik beter moet zijn dan anderen. Mijn vak is het geven van strategisch advies aan grote organisaties, en ik ben trainer in leiderschap en ethiek. Ik heb eerder in de raad van toezicht van het Nationale Ballet en de VPRO gezeten.’
Een gevaarlijke vraag, maar is Elburg niet bang dat ze te strijdbaar is? ‘Nee’, antwoordt ze, ‘want dan zou ik mijn werk niet kunnen doen. Ik moet mij uitspreken terwijl ik bestaande systemen aanvul. Ik verzet mij niet tegen de normgroep die voortdurend hamert op de ‘vrijheid van meningsuiting’. Ik noem het gekscherend ‘vrijheid van penisuiting’. Minderheidsgroepen lopen het risico om agressief of depressief te raken of ze zeggen niets meer. Maar door mijn vak transformative interactions geef ik hen handvatten om controverse om te buigen naar evenwichtige relaties. Dat zijn professionele competenties die je leren constructief om te gaan met polarisatie in onze samenleving, zonder dat je jezelf verloochent. Je gevoel van eigenwaarde blijft dus overeind.’
‘We leven niet meer in de zeventiende eeuw’
Hodo Abdullah weet daar alles van. ‘Een keer werd een verhaal van mij afgewezen – ik kan hierover helaas niet in detail treden – omdat het te onkritisch zou zijn. Het werkelijke bezwaar was echter dat de redacteur het niet eens was met mijn perspectief, en het daarom het label ‘niet journalistiek genoeg’ meegaf. Ik weigerde mijn stuk te herschrijven.’
Astrid Elburg is het oneens met degenen die denken dat het tegenwoordig beter gaat met diversiteit en inclusie, vertelt ze. ‘Sla de cijfers er maar op na. We moeten nog steeds aandacht vragen om gehoord te worden. Zwarte mensen, moslims en andere minderheidsgroepen. Het begint met het tonen van lef om kritisch te kijken naar de sociale systemen waarin wij leven.’
Ze vindt het zorgelijk dat de stem van mensen van kleur vaak onvoldoende wordt gehoord in de media, vertelt ze. En als ze een keer in gesprek komen, worden mensen al gauw weggezet als activistisch of ‘woke’. Daardoor vertrekken mensen die niet tot de norm behoren uit het vak, of worden angstig en laf.’
Daarom wil Elburg een grondige oplossing. ‘Met enkele conferenties en cursussen – als doekje voor het bloeden – kom je er niet. Het probleem moet structureel aangepakt worden. Multi-perspective reporting [verslag doen vanuit verschillende perspectieven] is daarom een ontwikkelvraagstuk en geen luxe in de eenentwintigste eeuw. Het moet gaan om life long learning [een leven lang leren] vooral ook voor mensen in de beeldjournalistiek.’ Daarnaast vindt Elburg het belangrijk dat de media werken vanuit ‘de democratische waarden waarmee wij ons in Nederland zo graag profileren’. Hiermee bedoelt ze, de waarden gelijkheid en gelijke kansen.
‘Media en journalisten moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor de rol die ze spelen in de samenleving’, vervolgt Elburg. En, dit vindt ze ook belangrijk, ‘ze moeten verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor houdingen, teksten en beelden die niet bijdragen aan constructieve verhoudingen tussen mensen.’ De inclusie- en diversiteitsdeskundige vindt niet dat columnisten, journalisten en redacteuren die zich schuldig maken aan stereotyperingen maar moeten worden ontslagen. ‘Dat hoeft niet, maar ze moeten zich wel bewust zijn van wat hun teksten en beelden in de samenleving teweegbrengen’, zegt ze. ‘Feiten en cijfers zijn prima, maar stelselmatige stigmatisering van mensen is schadelijk.’ Stigmatisering is niet iets waar alleen ‘rechts’ zich schuldig aan maakt, aldus Elburg. ‘Alle media doen hier helaas aan mee. Ze moeten zich daarom ontwikkelen. We leven niet meer in de zeventiende eeuw.’
Abdullah: ‘Je moet diversiteit echt omarmen. Je moet openstaan voor meerdere perspectieven. Het is niet zo dat één perspectief, het witte, westerse perspectief, de juiste is. Er moet ruimte komen voor niet-westerse perspectieven. Je moet deze perspectieven serieus nemen.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!